H2O mei 2019

Page 1

4

3 mei 2019 52ste jaargang

Vakblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk

h2owaternetwerk.nl

25 jaar Wateropleidingen

DE KRACHT VAN DOCENTEN UIT DE PRAKTIJK HELGA VAN LEUR ‘Water is ook onze vriend’ WDOD’ers en de Mississippi ‘Ze waren in control’


(ADVERTENTIE)


REDACTIONEEL

Girlsday, een gemiste kans Het jubilerende Wateropleidingen had in de afgelopen 25 jaar 50.179 cursisten, zo staat in deze H2O. Een indrukwekkend aantal. Als de jubilaris een feestje zou geven voor alle cursisten, dan zou hij de Kuip in Rotterdam moeten afhuren (51.117 plaatsen). Het zou wel een mannenfeestje zijn, want van de cursisten in de afgelopen 25 jaar was 8 procent vrouw, net meer dan 4.000. Dat is een enorm verschil. De verklaring: veel van de cursussen die Wateropleidingen aanbiedt zijn gericht op specifieke functies. Dan moet je denken aan operator, monteur of rioolinspecteur, zegt het jubilerende instituut. Dat is dus nog altijd mannenwerk. Een ouderwetse figuur, een schurende weeffout bovendien, die de sector, kampend met een structureel tekort aan mensen, toenemend parten speelt in de slag om gekwalificeerde mensen op de krappe arbeidsmarkt. Daarom was het sterk dat bij de aftrap van de jaarlijkse Girlsday de watersector centraal stond. De kick-off had plaats op de Dijkwerkersdag in Rotterdam. Directeur-Generaal ­Michèle Blom van Rijkswaterstaat en dijkgraaf Hetty Klavers van waterschap Zuiderzeeland openden de Girlsday die is bedoeld om meisjes te interesseren voor bèta, techniek en ict. 11.000 meisjes uit het basis- en voortgezet onderwijs maakten kennis met techniek op bedrijven en instituten in het hele land. Dat waren er ruim meer dan 300. Met water als thema zou je zeggen dat de watersector volop vertegenwoordigd zou zijn op Girlsday, maar een blik op de lijst van deelnemende bedrijven leerde anders: 5 waterschappen, 2 drinkwaterbedrijven, 2 ingenieursbureaus, een enkel watertechnologiebedrijf en een paar instituten en instellingen die gelinkt kunnen worden aan water. Minder dan 6 procent van het totaal. Uit dat percentage spreekt weinig ambitie, niet passend bij de opgave om gekwalificeerde mensen te binden en de boodschap die in Rotterdam werd verkondigd. Voorzitter Rogier van der Sande van de Unie van Waterschappen zei het tijdens de opening van de Dijkwerkersdag zo: “Als je de meisjes niet meekrijgt, mis je de helft van het potentieel.” Bert Westenbrink

NR4 MEI 2019

3


LEt’s taLk (ADVERTENTIE)

„... over de energiezuinige, efficiënte beluchting van uw beluchtingsbassins met PERFORMaNCE3.“ Ben van Maanen, sales Engineer

+31 683 077866

Focust u op energie-efficiëntie? Of op betrouwbaarheid? Of op beide en nog veel meer? Met onze Performance³-productportfolio, bestaande uit Blower, Hybrid en Turbo, vinden we altijd het meest efficiënte en geschikte antwoord voor u. Want iedere installatie is anders en elk efficiency-plan verdient een oplossing op maat. Profiteer van maximaal 30% energiebesparing! LET’S TALK! We zullen u graag adviseren! www.aerzen.nl

ben.van.maanen@aerzen.nl


INHOUD

5

H2O NR4 MEI 2019

Vakblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)

8

Helga van Leur: ‘ Water is ook onze vriend, speel ermee’

Inhoud

12

Klimaatadaptatie: Waterschappen zoeken samenwerking

NR4 MEI 2019

14 Wateropleidingen, in 25 jaar de grootste opleider

22

Blue deal: Boost voor samenwerking met Colombia


(ADVERTENTIE)

KOLIBRI Cloud WebApp

KOLIBRI Cloud Backend

KOLIBRI Cloud API

KELLER unlimited!

Al uw druk- en nivometingen beschikbaar in de KELLER Cloud Gestructureerde data op elk moment veilig opgeslagen en toegankelijk vanaf elk apparaat met een browser en internetverbinding

Data is toegankelijk voor meerdere gebruikers op hetzelfde moment

„State of the Art“ beveiliging

Visualiseer en bekijk opgeslagen data in KOLIBRI Cloud

LoRa & ARC-1 data direct opgeslagen in de KOLIBRI Cloud. PC software (Datamanager) niet meer nodig en onderhoudsvrij

Flexibele toegang via standaard interfaces tot uw eigen cloud services of lokale databases

Gebruik KELLER KOLIBRI Cloud als opslaglocatie

LoRa & ARC1 systemen geleverd. Datatoegang zonder instellingen

Compatible met diverse KELLER IoT producten en IoT protocollen: GSM, ARC, LoRa, KOLIBRI Mobile App en Desktop App.

Open source programma‘s en tools met gedetailleerde documentatie

Programmeer en ontvang sensor en systeem alarmmeldingen

«ONE SOFTWARE» Geen installatie noodzakelijk data wordt getoond in browser

kolibricloud.com


INHOUD

26 Rioolinspecteur gaat nauwkeuriger vastleggen

Inhoud En verder

3 REDACTIONEEL

Girlsday, een gemiste kans

21 IN THE PICTURE

Harm van Zuijlen: ‘Elke dag leer ik wel iets bij’

24 HOOGSTANDJE

WDOD’ers naar de Mississippi

28 COLOFON Vakblad H2O, H2O Online en kennismagazine Water Matters zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). UITGEVER/BLADMANAGEMENT Monique Bekkenutte (KNW). HOOFDREDACTEUR Bert Westenbrink. Redactieadres: Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, mail: redactie@vakbladh2o.nl. Aan dit nummer werkten mee: Dorine van Kesteren, Loes Elshof, Hans Klip, Pauline van Kempen, Barbara Schilperoort, Jan van den Berg, Nico van der Wel, Martien Versteegh. Bijdragen aan H2O Online: Hans Klip, Pauline van Kempen, Kees Jan van Kesteren, Nico van der Wel, Jaap Hoeve. REDACTIEADVIESRAAD Mathijs van den Brink, Erwin de Bruin, Henk Dekker, Henriëtte van Ekert, Alice Fermont, Roberta Hofman-Caris, Hans Gehrels, Warry Meuleman, Johan van Mourik, Leon Korving, Jos Peters, Jan Roelsma, Joris Schaap, Peter Schipper, Marlies Verhoeven, Marie-José van de Vondervoort, Tea de Vries, Jason Zondag VORMGEVING Ronald Koopmans WEBBEHEER Tim Koorn ADVERTENTIEVERKOOP Daan Mooijman, h2o@mooijmanmarketing.nl, 070-3234070. DRUK Veldhuis Media, Raalte ABONNEMENTEN Secretariaat@vakbladh2o.nl

NR4 MEI 2019

De loswallen worden alvast aangelegd

32 WATERTECHNIEK

• Proef hydroturbine sluis Antwerpen succesvol • Seepex: nieuw systeem voor slibtransport • Ammonium monitor voor afvalwater • Actualisatie praktijkcodes drinkwater: snelfiltratie

36 NEW BUSINESS

• Volop kansen in het buitenland • BW Products en Nordic Water slaan handen ineen • Drop2Drink na validatie klaar voor verkoop • Metalmembranes reinigt membranen met uv-licht

40 WATERWETENSCHAP

• Medicijnresten verwijderen bij de bron met CatchAmed • Het Leerteam: gezamenlijke innovatie van beheer van rivieren en kanalen

45 H2O ONLINE 47 WATERNETWERK

• Excursie: hoe kwamen de Hondsbossche Duinen tot stand? • Bouwen aan het dak van de toekomst • Klimaatadaptatie: sleutels tot succes

7


8

‘IK GELOOF IN KLIMAAT­ MAATREGELEN EN VOLG MIJN HART’

TEKST HANS KLIP | FOTOGRAFIE MARCEL MOLLE


H

HELGA VAN LEUR

HELGA VAN LEUR WIL KLIMAATACTIE STIMULEREN

‘ Water is ook onze vriend, speel ermee’ Voormalig weervrouw Helga van Leur loopt tegenwoordig stad en land af om mensen te enthousiasmeren voor klimaatactie. Volgens haar is voor wateroplossingen een belangrijke rol weggelegd. ‘Water wordt onze grote hulpenergiebron.’

“H

et was een boeiend en leuk verhaal. Je hebt ons aangezet om na te denken over wat we zelf kunnen doen.” Dat komen twee toehoorders aan Helga van Leur vertellen na haar lezing op de openingsdag van de Aqua Nederland Vakbeurs in Gorinchem. “Hier doe ik het voor”, zegt Van Leur even later. “Ik zou het uitgebreid kunnen h ­ ebben over tools voor het klimaatprobleem, maar daar weten de mensen in de zaal toch veel meer van. Ik wil hen juist nieuwgierig maken en inspireren om in beweging te komen. Mijn boodschap is: veroorzaak een rimpeling in het water!” Ik interview Van Leur na de lezing die ze heeft gegeven over het onderwerp ­Nederland aqualand, juist in een veranderend klimaat! Zij noemt zichzelf ambassadeur in weer, klimaat, duurzaamheid en gedrag.

NR4 MEI 2019

We kennen haar natuurlijk als presentator van het weerbericht bij de nieuwsuitzendingen van RTL. Na ruim twintig jaar stopte ze hiermee in 2017. Met dezelfde gedrevenheid en flair die Van Leur op tv etaleerde, brengt zij nu haar mening over de urgentie van klimaatbeleid over de bühne. Wereld apart De meteorologe heeft zich voor de gelegenheid speciaal verdiept in de ontwikkelingen in de watersector. “Zoiets doe ik altijd bij een toespraak, want ik wil geen standaardpraatje houden.” Niet dat de thematiek haar vreemd is. Ze studeerde Bodem, Water – ‘vooral de technische kant van de water­ cyclus met veel rekenwerk’ - en A ­ tmosfeer aan de Wageningse Universiteit. “De watersector is echt een wereld apart. Ik heb interessante discussies met vriendinnen die in deze sector werken, onder wie een >

9


10

‘‘ALS WIJ BLIJVEN WACHTEN, BETALEN ONZE KINDEREN EN KLEINKINDEREN DE HOOFD­ PRIJS’

bestuurder van Waterschap Limburg.” Water wordt volgens Van Leur de ­grootste hulpenergiebron in Nederland. “Waar haal je kracht vandaan? Als er verschil is! Water stroomt van hoog naar laag, er is onderscheid tussen zoet en zout en er zijn thermische variaties. Uit al deze verschillen is energie te halen. We gaan kringlopen sluiten en water zal daarbij een zeer grote rol spelen.” Van Leur noemt het zwembad in Urk dat gasloos wordt verwarmd dankzij riothermie. “Dit voorbeeld kende ik nog niet en vind ik leuk. Er zit warmte in alles wat het riool ingaat. Dan vraag ik me af: wat zou er nog meer met riothermie kunnen? Misschien is de toepassing hiervan nu nog vaak te duur, maar het kan wel.” Ga ermee experimenteren want uiteindelijk zal zo’n techniek goedkoper en milieu­ vriendelijker zijn dan met gas blijven stoken, stelt Van Leur. “Ik ben optimistisch over de opschaling van wateroplossingen in ­verband met de energietransitie en het tegengaan van klimaatverandering. Waarom niet? De overgang naar gas was indertijd ook een enorme verandering en lukte in tien jaar. Als mensen maar het lef en inzicht hebben om het anders te doen. Verder is het belangrijk dat alle partijen het samen willen proberen.” Klimaatverstoring In haar lezing besteedt Van Leur veel aandacht aan de urgentie bij klimaatverandering en tijdens het interview komt ze daarop terug. Zij vindt klimaatverstoring een betere term. “Het staat buiten kijf dat de mensheid op de korte termijn de balans aan het verstoren is. Sommige experts spreken zelfs over klimaatontwrichting en niet zonder reden. Dat woord vind ik echter te dramatisch. Ik ben meer van het glas halfvol dan halfleeg. De term klimaatontwrichting schrikt mensen af om actie te ondernemen.” De temperatuur is in de hele wereld met gemiddeld 1 graad Celsius gestegen sinds het pre-industriële tijdperk en in Nederland zelfs met 1,9 graad. Deze ontwikkeling zet

zich versneld door, vertelt Van Leur. “Ons land wordt warmer en afwisselend natter en droger. Dat kun je niet aflezen aan de zeer droge en hete zomer van 2018, want het weersysteem van zo’n extreem jaar zegt niets over het geheel. We hebben echter vanaf de jaren negentig voortdurend jaren met een gemiddeld hoge temperatuur gezien. Er zit nog wel eens een koud jaar tussen maar minder frequent. Dit is het signaal dat we kwetsbaarder worden.” Badkuip De uitdaging van Nederland is de Noordzee. De kosten om het westen van het land te beschermen lopen op. “Ons landschap is gevormd doordat we in een delta wonen”, zegt Van Leur. “Wij wonen in een badkuip. De zee stijgt en het land zakt. We moeten er rekening mee houden dat we op een gegeven moment West-Nederland niet meer voor schappelijke prijzen droog kunnen pompen. We moeten ons gaan afvragen wat een mensenleven waard is. Is het over honderd jaar nog mogelijk om in het westen te wonen of wordt dat onbetaalbaar? Met deze problematiek is het Deltaprogramma al bezig. Wij moeten heel creatieve maat­ regelen bedenken, maar ons ook realiseren dat deze veel geld gaan kosten.” De hamvraag is volgens Van Leur: blijven wij tegen water vechten of gaan we er ­flexibel mee om? “Ik ben ervoor om met water te spelen, want water is ook onze vriend.” Zij komt met het motto ‘van kwetsbaar naar weerbaar’. “Neem de zandmotor. Het was experimenteren en dus een beetje eng. Maar de kunstmatige zandbank voor de kust werkt goed.” De kwetsbaarheid zal per provincie en per waterschap anders zijn. De klimaatstresstesten zijn daarom belangrijk. “Al is het maar om met burgers in gesprek te gaan over maatregelen. Want daarmee doe je een beroep op hun creativiteit en zorg je voor draagvlak.” Nederland staat er trouwens nog relatief goed voor, vindt Van Leur. “We houden ons land vochtig en er zijn veel grasgebieden en bossen. Dat is gunstig voor de water­balans. Landen waar veel water aan de bodem


HELGA VAN LEUR

HOE CREËER JE EEN RIMPELING? VAN LEUR GEEFT DRIE TIPS • “Wees nieuwsgierig als een kind en verwon­ der je. Dat is erg belangrijk om verder te komen. Het vergaren van nieuwe informatie is veel waardevoller dan vertellen over wat je al weet. Nieuwsgierigheid gaat in combinatie met watertechnologie allerlei mooie oplossin­ gen opleveren die er nu nog niet zijn.” • “Benader een idee van een ander positief met ‘oké, hoe dan?’. En dus niet het frustre­ rende ‘ja maar’. Innovatie start bij de jongere generatie. Daarom is het zo leuk dat water­ schappen tegenwoordig een jeugddijkgraaf hebben.” • “Kom uit je eigen bubbel en ga op ontdek­ kingstocht. Door nieuwe mensen buiten jouw sector te ontmoeten, breng je veel meer teweeg en kun je echt iets veranderen. Begin er vandaag mee!”

‘ WE MOETEN ER REKENING MEE HOUDEN DAT WE WEST-NEDERLAND NIET MEER VOOR SCHAPPELIJKE PRIJZEN DROOG KUNNEN POMPEN’

wordt onttrokken voor bijvoorbeeld landbouw en de grond dus droger wordt, komen in een vicieuze cirkel terecht. Water is echt van levensbelang.” Hoofdprijs Van Leur heeft niets op met tegenstanders die klimaatbeleid afwijzen vanwege de kosten. Het is in haar ogen een typische ja maar-redenering die actie frustreert. ­“Klimaatbeleid kost geld, maar niets doen uiteindelijk ook en wellicht meer. We redeneren toch ook niet naar terugverdientijd als het gaat om een nieuwe auto, om nog maar niet te spreken van een kind. Ik geloof in klimaatmaatregelen en volg mijn hart. Dan vind ik het niet zo belangrijk wat anderen. Ik wil graag deel zijn van de oplossing en niet van het probleem.” De kunst is om naar de lange termijn te ­kijken, zegt Van Leur. “Er zijn altijd urgentere dingen te bedenken, maar dat betekent wel de rekening doorschuiven. Het is belangrijk dat we elkaar wereldwijd ­motiveren om de uitstoot van broeikasgassen te NR4 MEI 2019

verminderen. Ons land moet gewoon zijn steentje bijdragen.” En dan ferm. “Als wij blijven wachten, komen we de heuvel niet meer op. Onze kinderen en kleinkinderen betalen dan de hoofdprijs.”•

11


12

In het Rotterdamse Oude Westen namen bewoners het initiatief om samen met Water Sensitive Rotterdam hun straat te vergroenen

WATERSCHAPPEN ZOEKEN SAMENWERKING

‘Klimaatadaptatie kun je niet alleen’

Meer dan de helft van Nederlands grondgebied is in handen van parti­ culieren en bedrijven. Om Nederland klimaatbestendig te maken, volstaan enkel maatregelen in de openbare ruimte niet. Waterschappen zoeken daarom samenwerking.

W TEKST MARTIEN VERSTEEGH BEELD ARNOUD VERHEY, ISTOCKPHOTO

aterschappen en gemeenten zijn intensiever gaan samen­ werken naar aanleiding van de nieuwe Waterwet, die inmiddels al bijna tien jaar geleden in werking trad en het Bestuursakkoord Water dat daar in 2011 op volgde. Er werd immers gezocht naar manieren om geld te besparen en de kwaliteit te verbeteren, waarbij veel nadruk op samenwerking tussen gemeenten en waterschappen werd gelegd. Veel gemeenten en waterschappen

zien in het waterplan een instrument voor die samenwerking. Hierin werken ze aan gezamenlijke ambities. Maar de platforms die de laatste jaren opduiken, gaan over klimaatadaptatie. Voor dat thema is samenwerking essentieel. En dan hebben we het over een veel bredere samenwerking dan enkel tussen lokale overheden. Bedrijven, maatschappelijke initiatieven en onderwijsinstellingen denken en doen mee. Er zijn te veel platforms om op te noemen, maar we lichten er enkele uit.


S

WATERSCHAPPEN ZOEKEN SAMENWERKING

Klimaatkrachtig Delfland Carl Paauwe, programmacoördinator Klimaatadaptatie van Hoogheemraadschap van Delfland vertelt dat er bij Klimaatkrachtig Delfland inmiddels zestig partijen zijn aangesloten, waaronder – naast lokale overheden – woningbouwcorporaties, ontwerpers, hoveniers, maatschappelijke organisaties en burgerinitiatieven. “Delfland wil een beweging in de ­maatschappij op gang brengen om de regio k ­ limaatbestendig te maken. Daarvoor heeft het waterschap het platform Klimaatkrachtig Delfland opgericht. Klimaatkrachtig Delfland verbindt, inspireert en faciliteert partijen, initiatieven en projecten en wisselt kennis en kunde uit. De partners vormen een krachtig netwerk. Het platform belicht aansprekende projecten en initiatieven van partners en zet daarmee andere partijen aan om ook in beweging te komen. Het is dankzij die lokale samenwerking dat we grote stappen zetten in de regio.” Bij WaterSensitive Rotterdam – waar Hoogheemraadschap van Delfland overigens ook bij betrokken is – lag het initiatief juist bij de gemeente. Rotterdam heeft een grote opgave op het gebied van klimaatadaptatie, omdat het een enorm dichtbebouwd gebied is. Nora Prins, adviseur ­klimaatadaptatie bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, zit in het ­kernteam. “Omdat de ­waterschappen zijn verdeeld over stroomgebieden, zijn er in Rotterdam drie waterschappen actief. We realiseren ons allemaal dat we de opgave waar we voor staan, niet alleen aan kunnen pakken. We zoeken NR4 MEI 2019

‘DANKZIJ SLIMME NETWERKEN ONTSTAAN LEUKE PROJECTEN’ daarom naar s­ limme netwerken van bewoners, professionals en ondernemers in de stad. Dankzij die netwerken ontstaan leuke projecten, die er anders vermoedelijk niet waren gekomen. Zo hebben wij bijvoorbeeld een paar jaar geleden dankzij een samenwerking binnen WaterSensitive een binnentuin van een woningbouwcorporatie klimaatbestendig gemaakt.” Prins: “De samenleving verandert. Bewoners hebben veel meer initiatief en er zit veel potentieel. Bewoners zijn immers ook ergens professional in. Samen kunnen we een grote b ­ ijdrage leveren aan het verbeteren van de leefomgeving. Daar spelen we op in. Door te kijken naar welke opgaven er nog meer spelen, kun je samen op zoek gaan naar gezamenlijke kansen en die slim koppelen, in plaats van allemaal alleen met je eigen dingen bezig zijn”. Climate Campus In de IJssel-Vechtdelta is het de Climate Campus die partijen verbindt en kennis deelt op het gebied van klimaatadaptatie. Ook de Climate Campus-partners hebben a ­ mbitieuze doelstellingen. Ze willen zorgen voor innovaties, start-ups en a ­ ndere ­zakelijke activiteiten, stages en werkgelegenheid, nieuwe producten en diensten en t­ rainingsprogramma’s. Daarnaast hopen ze met hun k ­ ennis ook iets te kunnen betekenen in het buitenland. Kennisadaptatie als exportproduct is interessant voor Nederland. De Climate Campus richt zich niet in eerste instantie op burgers. Dat doet het waterschap dan weer samen met de gemeente Zwolle met hun campagne ‘Klimaatmakers Zwolle’.

Het eerste grote platform dat zich bezighield met klimaatadaptatie was eigenlijk Rainproof Amsterdam. Het ging in 2014 van start. Waternet en de gemeente Amsterdam zijn de belangrijke initiatiefnemers. Maar ook bij dit platform zijn veel en uiteenlopende partijen betrokken. Rainproof wil alle inwoners van Amsterdam bereiken. De organisatie stelt de kennis en tools die ze heeft ontwikkeld bovendien beschikbaar aan andere gemeenten. Met name voor kleinere gemeenten is het lastig een platform op te zetten, dus dit kan uitkomst bieden om op een eenvoudige manier toch veel te bereiken. Amstelveen heeft hier al ­gebruik van gemaakt en heeft een eigen Rainproof-platform: www.amstelveenrainproof.nl. Kennisdelen en netwerken Je ziet dat de nadruk bij verschillende platforms anders ligt. Genoemde platforms zetten in op kennisdelen en netwerken. Maar er zijn ook waterschappen en gemeenten die vooral inzetten op bewustwording. Zoals bijvoorbeeld het waterschap Rivierenland met de campagne Ho ho hoosbui. Dit waterschap verstrekt subsidie aan inwoners die samenwerken aan het klimaatbestendig maken van straat, huis of tuin. Met zoveel verschillende netwerken, ontstaat er ook overlap. Prins ziet dat niet als een probleem, maar als een meerwaarde: “De netwerken versterken elkaar en leren van elkaar. We doen bijvoorbeeld ook mee aan ­landelijke netwerken, zoals de City Deal Klimaatadaptatie. De kennis die we daar opdoen, kunnen we weer lokaal inzetten.”•

13


14

WATEROPLEIDINGEN IN 25 JAAR GROOTSTE OPLEIDER WATERSECTOR

‘ Docenten komen uit de praktijk, dat is de kracht’ TEKST DORINE VAN KESTEREN ILLUSTRATIE RONALD KOOPMANS BEELD ISTOCKPHOTO E.A.


W

25 JAAR WATEROPLEIDINGEN

‘ ONZE STRATEGIE IS OM HET JUISTE AANBOD VAN DE JUISTE KWALITEIT SAMEN TE STELLEN: VAN VMBO TOT EN MET UNIVERSITAIR NIVEAU’

Wateropleidingen bestaat 25 jaar. In die tijd heeft het instituut zich ont­ wikkeld tot de grootste opleider van de sector. Tegelijk zijn de waterpro­ blemen complexer geworden en is het besef doorgedrongen dat leren na school doorgaat. Directeur Agnes Maenhout blikt terug én vooruit.

H

et overgrote deel van de 25 jaar die Wateropleidingen bestaat, was directeur Agnes Maenhout er ook bij. Maar liefst 22,5 jaar, om precies te zijn. Als geen ander kent zij dus de watersector en zijn opleidingsbehoeften. Het grootste verschil ten opzichte van de begintijd? Beslist: “De wateropgaven in Nederland en de wereld zijn complexer geworden – en daarmee het belang van goed opgeleide professionals nóg groter. Ik merk ook dat water de laatste jaren veel meer maatschappelijke aandacht krijgt. Toen ik net directeur was van Wateropleidingen en op verjaardagen vertelde wat ik deed, zei mensen dat vaak niet zoveel. Tegenwoordig beginnen zij direct over het klimaat, droogte, heftige buien, migratie, overstromingen, dijken, waterkwaliteit…” Het begon in 1994 met zo’n twintig oplei­ dingen en cursussen, maar inmiddels staan er meer dan honderd in de catalogus van Wateropleidingen. Van dijktechniek tot drinkwaterdistributie tot rioleringstechniek en geohydrologie. Daarnaast verzorgt het

NR4 MEI 2019

Agnes Maenhout

instituut jaarlijks ruim honderd maatwerkopdrachten, waarbij de trainingen specifiek worden toegesneden op de opdracht­gevers: waterschappen, drinkwaterbedrijven, ­Rijkswaterstaat, gemeenten, provincies, adviesbureaus en aannemers. Maenhout: “Ons aanbod is door de jaren heen groter, breder en diepgaander geworden.” Leven lang leren Houd je waterkennis op peil, is het credo van Wateropleidingen. Dat past bij het breed gedragen, door de overheid en sociale partners gepropageerde ‘leven lang leren’. Volgens Maenhout is dit urgenter dan ooit. “De startende waterprofessionals van nu hebben een werkzaam leven van meer dan veertig jaar voor de boeg. Tijdens deze periode zullen hun werkzaamheden onherroepelijk veranderen, net zoals de eisen >

15


16

> 50.179 cursisten in 25 jaar

‘ WIJ MOETEN AL ONZE OPDRACHTEN UIT DE MARKT BETREKKEN’

die aan hen worden gesteld. Dat betekent dat zij hun kennis en vaardigheden permanent moeten blijven ontwikkelen. De tijd dat middelbare school en vervolgopleiding voldoende waren voor de rest van het leven, is definitief voorbij.” Ook waterorganisaties als geheel willen upto-date blijven. Dat moet ook wel, om in te spelen op de voortschrijdende technologie en te voldoen aan de eisen van de interna­ tionaal concurrerende kenniseconomie. “Wij helpen organisaties bij het opstellen van een strategisch opleidingsplan. Hierin leggen we de leervormen, planning, het budget en de binnen de organisatie beschikbare informatiebronnen vast. Met zo’n plan kan de organisatie snel inspelen op veranderingen, nu en in de toekomst. Bovendien krijgt zij gemotiveerde, competente, flexibele en betrokken medewerkers – onmisbaar om de organisatiedoelen te halen.” Cocreatie Wateropleidingen biedt zowel langere opleidingen aan – maximaal dertig bijeenkomsten verspreid over een jaar – als korte cursussen van één tot vijf dagen. Aan de langere opleidingen zijn een diploma en meerdere toetsmomenten verbonden, zoals examens, werkstukken en ­presentaties. Wateropleidingen ontwerpt het aanbod ­samen met haar opdrachtgevers, docenten en cursisten: de gehele watersector, kortom. “Onze opleidingen zijn een cocreatie van onze onderwijskundigen en professionals uit de sector. Dat is onze manier om te zorgen dat zij aansluiten bij de behoeften van de praktijk. Essentieel, want opleiden is vooral zinvol als de nieuwe kennis en vaardigheden direct toepasbaar zijn in de dagelijkse werkpraktijk.”

Dat is ook de reden dat alle docenten afkomstig zijn uit de waterpraktijk: zij werken onder meer bij d ­ rinkwaterbedrijven, ­waterschappen en adviesbureaus of zijn zelfstandig consultant. “Deze mensen weten wat er speelt in de sector en in hun vakgebied, hebben eerstehands kennis en ervaring, spreken dezelfde taal als de cursisten en hebben het lef om hun best practices én worst practices te delen. Leg die casussen maar uit: waarom deugt de waterkwaliteit niet, werkt een zuiveringsproces niet, wordt een beleidsvoornemen afgeschoten? Van fouten leer je immers vaak het meest.” Maar niet iedereen die inhoudelijk sterk is, is per definitie een goede leraar, toch? “Alle beginnende docenten krijgen een didactische training en hun lessen worden geobserveerd en geëvalueerd. Indien nodig zetten we een verbetertraject en persoonlijke coaching in. Maar natuurlijk is het in die 25 jaar weleens voorgekomen dat we afscheid van een docent moesten nemen.” Zelfvoorzienend Qua rechtsvorm is Wateropleidingen een stichting, die met oprichters als het ­Koninklijk Nederlands Waternetwerk, Vewin en KWR Waterresearch diep is verankerd in de waterwereld. Maenhout merkt dat dit in de praktijk nog weleens het misverstand oproept dat haar instituut wordt ­gesubsidieerd. “Maar niets is minder waar: wij moeten al onze opdrachten uit de markt betrekken. Eigenlijk zijn we dus een bedrijf zonder winstoogmerk. Dat is niet altijd even gemakkelijk. Zo kunnen wij wel vinden dat we een prachtige opleiding aanbieden, maar als er geen afnemers zijn, houdt het op. We moeten ook altijd ­balanceren tussen de wens van klanten om in hun medewerkers te investeren, en de wens dat een opleiding naast het werk niet al te veel tijd mag kosten. Vroeger werden mensen vaak gestuurd door hun leidinggevende, maar vandaag de dag is HR er ook vaak bij betrokken. Omdat die mensen logischerwijs inhoudelijk vaak wat minder zijn ingevoerd, moeten we extra scherp zijn in de > ­


25 JAAR WATEROPLEIDINGEN

> 8%

van de cursisten is vrouw

John Martens, opleidingsadviseur Hoogheemraadschap Rijnland

‘Altijd goede vakmensen voor de klas’ “Hoogheemraadschap Rijnland organiseert sinds 2014 zelf het onderwijs voor onze achthonderd medewerkers. De Aquademie kwam voort uit de wens om opleiding en ontwikkeling centraal te regelen in de organisatie. Bovendien past een interne onderwijsacademie bij de medewerkers van nu, die zelf de ­regie willen voeren over hun loopbaan en ontwikkeling. Vakmanschap is essentieel in een technische werk­omgeving als de onze. Niet alleen omdat de ontwikkelingen zo snel gaan, maar ook omdat inwoners en bedrijven dat verwachten. Met Wateropleidingen hebben wij een groot contract ­afgesloten. Het begon met de wettelijk verplichte veiligheidscursussen, maar inmiddels gaat het om het complete pakket aan water- en ­techniekopleidingen. Wateropleidingen is natuurlijk hofleverancier op dit gebied en ook groot kenner

NR4 MEI 2019

van waterschappen en de wereld waarin wij werken. Wij nemen zogeheten incompany cursussen af: de opleidingen uit het aanbod van Wateropleidingen worden aangepast aan onze persoonlijke wensen. Alle cursussen worden klassikaal gegeven in onze eigen gebouw, door docenten van Wateropleidingen. Daarnaast hebben de medewerkers toegang tot een online leeromgeving. Daar kunnen zij zich ­inschrijven voor de opleidingen en cursussen en wordt geregistreerd welke opleidingen en cursussen zij hebben gevolgd. De kwaliteit van het opleidingsaanbod is hoog, zonder meer. Wateropleidingen slaagt er altijd in om goede vakmensen voor de klas te zetten. Ik vind het ook goed dat ze de laatste jaren, na enige aarzeling, de stap naar e-learning hebben gezet. In de digitale wereld moet het onderwijs met zijn tijd meegaan.”

‘MOMENTEEL MAKEN WE GEBRUIK VAN BLENDED LEARNING’

17


18

Dennis Rijnbende, bedrijfsleider rzwi Waterschap Aa en Maas

‘ Het is wel aanpoten’ “Een klein jaar ben ik nu bedrijfsleider van een van de rioolwaterzuiveringsinstallaties van waterschap Aa en Maas. Hiervoor heb ik vooral in de drinkwaterwereld gewerkt, onder andere bij Brabant Water. Een deel van de relevante kennis voor mijn huidige functie heb ik opgedaan tijdens mijn opleiding aan de HTS, maar dat is natuurlijk al even geleden. Daarom volg ik momenteel de eenjarige opleiding uitgebreide techniek afvalwater zuiveren bij Wateropleidingen. Het is goed om alle vakspecifieke termen en inhoudelijke kennis weer voorbij

zien te komen, hoewel er ook ‘o ja’momentjes zijn. Alle opleidingen hebben een goede balans tussen theorie en praktijk. Het geleerde is de volgende dag direct toepasbaar op de werkvloer, bij wijze van spreken. Een voordeel is ook dat je met mensen in de klas zit die vergelijkbaar werk doen bij andere bedrijven of waterschappen. Het is heel nuttig om te zien dat zij dezelfde problemen anders aanpakken, vanuit een andere filosofie of andere organisatiestructuur. Het grappige is dat ik ook jarenlang docent ben geweest bij Wateroplei-

dingen. Bij de basisopleiding drinkwaterproductie verzorgde ik onder meer de module over winning. Daar ga ik mee stoppen, omdat ik nu niet meer dagelijks met de drinkwaterpraktijk te maken heb. Als voormalig docent zit ik anders in de klas; ik ken de verschillende manieren om de stof over te brengen. Het is wel jammer dat de opleiding die ik nu volg minder contacturen heeft dan de basisopleiding drinkwaterproductie, terwijl de zwaarte vergelijkbaar is. Wat zij in zes tot zeven uur per week doen, doen wij in twee uur. Dat is dus wel aanpoten.”

Antal Zuurman, consultant urban water gemeente Nijmegen

‘ Nu kan ik meedenken, vragen stellen’ “Tijdens mijn vooropleiding aan de hts heb ik niet veel specifieke ­rioleringskennis opgedaan. De basiscursus riolering van Wateropleidingen heeft mij bijgespijkerd over ontwerp, beheer, onderhoud en beleid. Deze cursus is letterlijk basiskennis voor iedereen in Nederland die werkt in dit vakgebied. Als je gaat solliciteren en je hebt deze opleiding nog niet gevolgd, is het vaak de bedoeling dat je dit op korte termijn alsnog gaat doen. Later heb ik ook nog een opleiding over aquatische ecologie gevolgd. Dat gaf mij de kans om te kunnen snappen welke metingen het waterschap doet in ons oppervlak-

tewater en welke beleidskeuzes het maakt rond ­waterkwaliteit. Nu kan ik ­meedenken, vragen stellen - ik ben meer een volwaardige kennispartner. Sinds 2016 ben ik ook docent. Er kwam een plekje open bij de opleiding Regenwatervoorziening – inmiddels omgevormd tot klimaat­ adaptatie in de stad. Dus dan gaat het over afkoppeling van het rioleringssysteem, maar ook hittestress en het deltaplan ruimtelijke ­adaptatie. Het mooiste aan lesgeven is dat je de cursisten ziet groeien. We doen ook altijd veldbezoeken, en ik vind het prachtig als ‘mijn’ cursisten dan lastige vragen stellen

aan de rondleider. Dan denk ik: ha, jullie hebben het echt begrepen. De kracht van Wateropleidingen is dat de docenten direct uit de praktijk komen. Dat is de enige manier om je voeling met het vakgebied op peil te houden. ‘Met de voeten in de klei staan’ is immers wat anders dan je vakliteratuur bijhouden. De lesstof landt vaak pas echt als je verhalen vertelt. En die ­verhalen doe je op, juist, in de praktijk. Eigenlijk zie ik Wateropleidingen als een soort gilde, met leermeesters en leerlingen die allemaal in hetzelfde vak zitten, kennis en ervaring uitwisselen en samen groeien in hun vak.”


25 JAAR WATEROPLEIDINGEN

> 802

verschillende docenten door de jaren heen motivatie van de duur van de opleidingen en het bijbehorende kostenplaatje.” De laatste jaren zijn er meer kapers op de kust gekomen, vertelt Maenhout. “Om te overleven in de commerciële opleidings­ wereld, moet je je onderscheiden. Onze strategie is om het juiste aanbod van de juiste kwaliteit samen te stellen, door en voor professionals, over de volle breedte: van vmbo tot en met universitair niveau.” Maar uiteindelijk draait het volgens haar om vertrouwen. “Het vertrouwen van opdrachtgevers dat je je werk goed doet, zodat je hun kostbaarste asset – de medewerkers – mag opleiden. Dit moet je opbouwen bij alle verschillende pijlers van de watersector: drinkwater, waterbeheer, riolering, infrastructuur, toezicht en handhaving. En vertrouwen vraagt permanent onderhoud.” Multidisciplinair De komende jaren blijft Wateropleidingen niet stilstaan. De wateropgaven van de toekomst, zoals het teveel aan water, het tekort aan water en de waterkwaliteit, vragen een multidisciplinaire aanpak, stelt Maenhout. Dit vertaalt zich in het opleidingsaanbod. “Ons vakgebied heeft generalisten én specialisten nodig. Het is belangrijk dat zij elkaar letterlijk en figuurlijk verstaan. Ook generalisten komen op een zeker moment voor een probleem te staan waarvoor ze de diepte in moeten. En specialisten worden geacht over de grenzen van hun eigen vakgebied te kijken en hun kennis te delen met anderen. Als opleider moeten wij dus zowel brede als diepgaande kennis blijven aanbieden. Nieuwe titels zullen naar NR4 MEI 2019

verwachting gaan over klimaatadaptatie, de ­Omgevingswet, waterveiligheid, circulariteit in de w ­ aterketen, gezondheid en ­databeheer.” Wateropleidingen blijft niet alleen nadenken over de inhoud, maar ook over de leervormen, zegt Maenhout. “Momenteel maken we gebruik van blended learning: een mengvorm van fysieke lesdagen en e-learning. Het blijkt namelijk dat inspirerende bijeenkomsten onder leiding van een docent voor de meeste cursisten toch een duidelijke meerwaarde hebben. Pas geleden hebben we het zogeheten atelier gelanceerd: een soort werkplaats waar de deelnemers werken aan eigen casussen rond een bepaald thema en waar discussies en creativiteit opborrelen, bijvoorbeeld over data of contracten.” En haar persoonlijke toekomst? Hoe lang wil Maenhout nog de scepter zwaaien bij het opleidingsinstituut? “Wateropleidingen zie ik als mijn kind. Door de jaren heen heb ik altijd aan jobcarving gedaan, waardoor mijn werk geenszins saai is geworden. ­Relatiebeheer, nieuwe titels opzetten, bedrijfsanalyses maken, de organisatie leiden… En de laatste tijd houd ik me veel bezig met de World Water Academy, onze internationale tak waarmee we wereldwijd praktische waterexpertise willen delen.” Ze besluit: “De waterwereld mag trots zijn op haar eigen trainingsinstituut. Daarmee wordt de sector aantrekkelijk voor jongeren, omdat die – als ik even mag generaliseren – geïnteresseerd zijn in maatschappelijk relevant werk én zichzelf willen blijven ontwikkelen. En dat is hard nodig, omdat we alleen met genoeg goede mensen de mondiale waterproblemen het hoofd kunnen bieden.”•

‘HET GAAT OM VERTROUWEN EN DAT VRAAGT OM PERMANENT ONDERHOUD’

Meer dan

> 250 actieve docenten op dit moment

3,9 >

is het gemiddelde cijfer dat cursisten geven aan Water­ opleidingen (op een schaal van 1 tot 5)

19


(ADVERTENTIES)

AC T I E F I N M E E R DA N 3 5 L A N D E N

Alligator wateropslag

Mobiele vloeistofopslag

Alligator Bagtank

Biogas opslag

Albers Alligator levert al meer dan 35 jaar kwaliteitsproducten voor (tijdelijke) opslag van WATER, AFVALWATER, BIOGAS en industriële vloeistoffen. Degelijk, duurzaam en bedrijfszeker.

SINDS 1901

Wageningen, T 0317 419 144, info@albersalligator.com, www.albersalligator.com

Abcite® De ultieme bescherming tegen corrosie ► Uitstekende corrosiewering (C5-M en IM3 High) ► Zeer goede chemische resistentie ► In één laag aan te brengen, geen primer nodig ► Goede UV- en weersbestendigheid ► Oplosmiddelvrij ► Drinkwaterattest voor meerdere Europese landen www.eurolacke.nl/abcite


21 TEKST BARBARA SCHILPEROORT

YOUNG WATERPROFESSIONALS

IN

THE

Harm van Zuijlen (38), proces­ operator/beheerder bij de Rioolwater­ zuiveringsinstallatie (Rwzi) van het Waterschap Rivierenland Locatie: de slibvergisting van de Rwzi Nijmegen

PICTURE

‘ELKE DAG LEER IK WEL IETS BIJ’ WIE ‘Ik woon naast de rivier,’ schreef Harm van Zuijlen in zijn sollicitatiebrief aan het Waterschap Rivierenland. Na zijn technische opleiding aan de MTS werkte hij onder meer bij Stork en een klein gespecialiseerd bedrijf dat machines leverde voor een champignonkwekerij. Maar hij wilde wat anders. Die ene zin trok inderdaad de aandacht. In 2012 ging hij aan het werk bij de kleine waterzuiveringen van het waterschap in Maasbommel en Dreumel. Na drie jaar lang aanvullende cursussen te hebben gevolgd, stapte hij over naar de functie van procesoperator van de rwzi Nijmegen. “Daar ben ik onder meer verantwoordelijk voor het onderhouden van terrein en gebouwen. Én natuurlijk voor het gaande houden van de processen van de rioolwaterzuivering. Want die moeten te allen tijde kunnen blijven doorgaan. Het proces staat voorop!”

WAAR “Bij de slibvergisting waar we het slib uit het rioolwater via allerlei processen omzetten in biogas en elektriciteit. Daar komt veel bij kijken, geen twee dagen verlopen hetzelfde. Een lekkage, een storing, een verstopte pomp, mensen komen met vragen. Momenteel wekken we acht miljoen kilowattuur per jaar op, waarvan we er zelf zeven ­gebruiken voor onze processen. Het resterende deel leveren we aan het elektriciteitsnet. Met allerlei nieuwe projecten willen NR4 MEI 2019

we nog meer elektriciteit opwekken. Onze buurman is een grote vuilverbrander. Samen ontwikkelen we een ‘luier­ project’: hij verwerkt het plastic, wij de inhoud.” De biogasinstallatie en deze vernieuwende projecten waar hij ook bij betrokken is, vindt hij het leukste onderdeel van zijn werk. Het is een grote centrale met tien mensen in vaste dienst. “We zijn een hecht team, iedereen staat voor elkaar klaar. Het is belangrijk om goed te kunnen samenwerken omdat we sámen die zuivering draaiend moeten houden. Ook dat maakt dat ik elke dag met plezier naar mijn werk ga.”

(TOEKOMST)DROOM “Deze functie omvat zoveel, ik ben er nog lang niet op uitgekeken. Er zijn nieuwe ontwikkelingen, elke dag leer ik wel iets bij. Al negen jaar woon ik in de uiterwaarden van de Waal. Dat heeft soms ook nadelen. Toen de rivier vorig jaar januari zo hoog stond, moest ik met een bootje de boodschappen doen. En moesten we met een bootje naar de hogerop geparkeerde auto voordat we onze zonen naar school konden brengen. Maar het is een fantastische plek voor onze 3 jongens (van 10, 8 en 6 jaar) om op te groeien. En voor het uitoefenen van onze ietwat uit de hand gelopen hobby: het fokken van alpaca’s en organiseren van wandelingen door de uiterwaarden!” •


22

De focus van InspirAgua ligt op het versterken van de uitvoeringskracht van regionale waterbeheerders

Boost voor samenwerking met Colombia De waterschappen gaan onder de vlag van de Blue Deal regionale waterbeheerders in Colombia langjarig ondersteunen. Hierbij staat het versterken van de uitvoeringskracht voorop. Maar het is geen eenrich­ tingsverkeer.

“D TEKST HANS KLIP BEELD InspirAqua

e medewerkers van de Colom­ biaanse waterbeheersorganisaties zijn uitstekend geschoold en wassen onze experts nog weleens de oren.” Ellen Bollen-Weide wil daarmee maar zeggen dat er sprake is van gelijkwaardigheid bij de samenwerking. Medewerkers die naar het Zuid-Amerikaanse land zijn uitgezonden, krijgen volgens haar een bredere blik. “Zij gaan nadenken over andere wateroplossingen dan we in Nederland gewend zijn. Ik zie dat medewerkers na terugkeer altijd vraagtekens zetten bij hoe het hier gaat. Ze worden door deze

buitenlandse ervaring beter in hun werk.” Bollen-Weide werkt als hydroloog bij Waterschap Rijn en IJssel en is programmanager van InspirAgua, het Blue Deal-­programma van de waterschappen in Colombia. De ­ondersteuning van de watersector in dit land heeft een flinke boost gekregen, doordat de waterschappen partnerschappen met vijf clusters van regionale waterbeheerders zijn aangegaan. Hiervoor werden in maart de overeenkomsten getekend. Het gaat om de stroomgebieden van de Rio Magdalena – de belangrijkste rivier in Colombia – en de Rio Cauca.


B

De samenwerking met Colombia heeft al een wat langere aanloop, vertelt Bollen-Weide. “In 2010 waren er grote overstromingen in Colombia. Kort daarna bezocht koning Willem-­ Alexander het land en toen is tussen de regeringen een intentieovereenkomst getekend dat Nederland op waterterrein zou helpen. In dit kader hebben onze ingenieursbureaus adviesrapporten geschreven, waarin zij concepten als Ruimte voor de Rivier aanbevolen. Maar het was natuurlijk ook de bedoeling dat er wat ging gebeuren.” Dit resulteerde onder meer in een project in de miljoenenstad Cali, waar sinds 2016 Nederlandse waterschappen ondersteuning bieden. “Door de Blue Deal krijgen bestaande initiatieven in vijf regio’s organisatorisch een veel robuustere basis”, stelt B ­ ollen-Weide. “Ook werken de waterschappen voor het eerst samen met de regio’s Huila en Santander.” Uiteenlopende expertises Zo’n veertig medewerkers uit tien verschillende waterschappen hebben zich voorbereid om mee te werken aan InspirAgua. “Zij hebben uiteen­lopende expertises”, zegt Bollen-Weide: “We kunnen niet alleen afvalwatertechnologen, hydrologen en dergelijke inzetten, maar ook specialisten in projectmanagement en financiën.” De focus ligt op het versterken van de uitvoeringskracht van de regionale waterbeheerders. “Onze ondersteuning is er in Colombia eigenlijk altijd op gericht dat zaken die er al zijn, goed gaan werken. Een zeer grote uitdaging is de afvalwaterbehandeNR4 MEI 2019

BLUE DEAL ‘ONZE EXPERTS WORDEN OOK NOG WELEENS DE OREN GEWASSEN’ Ellen Bollen-Weide

ling. Er staan wel zuiveringen, her en der ook grote, maar het gros doet het slecht of zelfs niet. Dat heeft vooral te maken met onvoldoende kennis en vaardigheden en ontoereikende ­organisatiekracht om zo’n zuivering te runnen.” Maatwerk De Nederlandse deskundigen brengen het drielagenmodel voor watergovernance in. Het gaat erom dat een waterbeheersorganisatie op inhoudelijk, institutioneel en relationeel gebied zijn zaakjes op orde moet hebben. Bollen-Weide: “Denk bij relationeel bijvoorbeeld aan transparant w ­ erken en het betrekken van de lokale gemeenschap. Samen met de Colombiaanse partner bekijken we steeds wat de belangrijkste aspecten zijn om te verbeteren. Vervolgens zetten we daarvoor medewerkers met relevante kennis en ervaring in.” Het is altijd maatwerk, benadrukt Bollen-Weide. Zij noemt als voorbeelden de implementatie van een waterbeheerplan en de naleving van vergunningen. “Zoiets kost niet het meeste geld, maar is vaak wel het ingewikkeldst om te organiseren.” Een expert is een of twee weken in Colombia en geeft advies over verbeteringen. Daarna gaan medewerkers van de waterbeheerder en bewoners ermee aan de slag. “Na een tijdje komen wij terug en zetten samen volgende stappen”, zegt Bollen-­Weide. “We zorgen er tevens voor dat de vijf clusters van regionale waterbeheerders hun ervaringen uitwisselen, ­zodat zij van elkaar kunnen leren. Deze ervaringen maken ze ook ­wereldkundig op nationale podia.”

BLUE DEAL GESTART IN NEGEN LANDEN

De Blue Deal is op 8 april officieel van start gegaan en loopt tot en met 2030. Het programma richt zich op langdurige partnerschappen tussen waterschap­ pen en buitenlandse waterbeheerders. De ­waterschappen (verenigd onder de internationale vlag van Dutch ­Water ­Authorities) en de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Infrastructuur en Waterstaat willen hiermee minstens twintig miljoen mensen in veertig stroom­ gebieden beter beschermen tegen water­ overlast en een betere toegang geven tot schoon en voldoende water. Zij investeren 75 miljoen euro in de Blue Deal. Bij de start zijn overeenkomsten over elf partnerschappen in negen landen ­afgesloten: • Afrika: in Burkina Faso, Ethiopië (twee partnerschappen), Ghana, Mali, ­Mozambique en Zuid-Afrika en met de Volta Basin Authority. • Europa: in Roemenië. • Zuid-Amerika: behalve in Colombia ook in Argentinië. • Later dit jaar komen er waarschijnlijk nog zes partnerschappen bij: • Afrika: in Ethiopië, Kenia en Swaziland en bij het Victoriameer. • Azië: in Vietnam. • Zuid-Amerika: in Peru. Centraal staat het versterken van de uitvoeringskracht van de lokale partners bij drie cruciale onderdelen van goed waterbeheer: voldoende kennis en exper­ tise, een goed functionerende organisatie en samenwerking met de belangrijk­ ste stakeholders. De Blue Deal wordt gekenmerkt door een groeimodel. In de eerste jaren worden vooral bestaande samenwerkingsprojecten van de water­ schappen ondergebracht in het program­ ma. Daarna volgen steeds meer nieuwe ­partnerschappen.

23


24

O

Hoogstandje

H

DE LOSWALLEN WORDEN ALVAST AANGELEGD TEKST BERT WESTENBRINK | FOTOGRAFIE MARCEL MOLLE


25

De werkzaamheden aan versterking van de Markermeerdijken zijn begonnen. Het is nog niet het echte werk, want het wachten is nog altijd op de finale u ­ itspraak van de Raad van State in de bodemprocedure die ­Stichting Zuyderzeedijk en anderen hebben aangespannen tegen de dijkversterking. Die tast, aldus de bezwaarmakers, de cultuurhistorische kenmerken van de monumentale dijken aan en schaadt de natuur. Hun alternatief: pompen in de Houtribdijk. Zolang het vonnis niet is uitgesproken, mag er aan de Markermeer­ dijken niet worden ­gesleuteld. Maar Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier kreeg van de rechter wel ­toestemming om te beginnen met de voor­bereidingen. Dat is ­nodig, zegt het ­hoogheemraadschap, want de dijken tussen Hoorn en ­Durgerdam moeten in 2021-2022 veilig zijn. Op 11 maart ging de A ­ lliantie M ­ arkermeerdijken aan de slag. Eerste werkzaamheden: aanbrengen van buitendijkse ­loswallen, de tijdelijke werkgebieden waar schepen tijdens de versterking laden en lossen. Er komen tien loswallen. Sommige worden zestig meter lang en honderd meter breed, maar ze kunnen ook bestaan uit een ­drijvend platform. Om de loswallen bereikbaar te maken moeten er vaargeulen komen, 35 meter breed en 3,5 meter diep. De geulen worden uitgegraven door een kraan op een werkschip. Vanaf de loswallen wordt de dijk straks versterkt. Aanvoer van materiaal als zand, klei, grond en stenen gebeurt voor meer dan 90 procent via het water. De Alliantie wil zo overlast van de werkzaamheden tot een m ­ inimum beperken.

NR4 MEI 2019


26

G Rioolinspecteur gaat nauwkeuriger vastleggen

Vanaf 2020 bevat een rioolinspectierapport veel meer details. Gemeenten kunnen daardoor beter inschatten waar en wanneer actie nodig is. De nieuwe werkwijze draagt bij aan een meer risico gestuurd rioolbeheer. Verwacht: inspectiekosten omhoog, beheerkosten omlaag.

TEKST LOES ELSHOF | BEELD ISTOCKPHOTO E.A.

emiddeld een keer in de tien of twaalf jaar - zo nodig vaker - laat een beheerder het rioolstelsel inspecteren. Deze inspectie is noodzakelijk om knelpunten tijdig op te sporen en te kunnen aanpakken. Via putten op straat brengt een inspecteur met een stok of rijdende robot opnameapparatuur en meetinstrumenten (zoals een hellinghoekmeter en GPS) in de ondergrondse buizen. De inspecteur stelt vast of er barsten, verzakkingen, obstakels of door­ boringen van leidingen zijn, en wat de ernst of omvang van gebreken is. De bevindingen komen in een digitaal rapport. Op basis hiervan neemt de riool­ beheerder beslissingen: repareren, vervangen of nog even aanzien. Voor inspectie bestaat sinds 2003 een Europese norm die in 2011 herzien, maar Nederland werkte met een aparte norm, de NEN 3399. Bij de NEN 3399 classificeert de inspecteur de knelpunten in klasses met bandbreedtes. Terwijl inspecteurs en beheerders goed uit de voeten konden met de NEN 3399 uit 2004, blijken zij de laatste update uit 2015 nauwelijks te gebruiken. Geen details bij NEN Eric Oosterom, programmamanager bij stichting RIONED, licht toe: “In de NEN 3399 uit 2015 werd de vastlegging vereenvoudigd. Hierbij werden veel k ­ lasses geschrapt, maar dit pakte niet goed uit. Beheerders misten details. Er werd ­bijvoorbeeld genoteerd dat er water in de buis was, zonder hoeveelheid. Terwijl een beheerder misschien denkt: ‘10 procent water in de buis vind ik niet erg’.” Een ander voorbeeld: een kunststoffen buis kan vervormen. De inspecteur ziet dit en noteert ‘vervorming’. “Maar een paar procent vervorming hoeft geen probleem te zijn. Is het vijftien procent of meer, dan moet je de buis extra in de gaten houden of zelfs direct ingrijpen.” De minder genuanceerde vastlegging leidde tot veel extra werk, is de ervaring van Alex Buijs, rioolbeheerder bij de g ­ emeente ­Breda. “Een ingehakte inlaat op een be­


R

tonnen rioolbuis is vaak wat rafelig. Meestal is dat geen probleem, maar zonder informatie over de ernst moest ik continu de video’s bekijken om te bepalen of ingrijpen noodzakelijk is.” Dit bleek een tijdrovende, en daarmee kostbare klus voor gemeenten. Waarom werkte Nederland niet volgens de Europese norm (EN 13508-2)? Oosterom: “Nederland is een van de eerste landen die in de jaren negentig al gestructureerd de staat van het ­riool in kaart bracht. Apparatuur kon in die tijd nog niet zo exact meten en dus werd gewerkt met bandbreedtes.” In millimeters Afgelopen jaar hebben beheerders, rioolinspecteurs, aannemers en andere deskundigen gezamenlijk een nieuwe leidraad voor de rioolinspectie opgesteld. Ditmaal op basis van de Europese norm uit 2011. Met de ­Europese norm worden waarnemingen vastgelegd in exacte data, in millimeters of procenten. “Bijvoorbeeld een scheur met een lengte van 0,5 m, op het breedste punt 4 mm. Zo kan de beheerder informatie filteren en een aandachtspunt volgen door de tijd”, zegt Oosterom. De leidraad is vanaf april digitaal en op papier beschikbaar. Vanaf 1 januari 2020 vervalt de NEN 3399 en worden alle rioolinspecties op de EN 13508-2 gebaseerd. Petra van der Werf begeleidt namens RIONED het transitieproces naar de nieuwe norm. “De discussies in de werkgroep waren heel inhoudelijk. Bij beslissingen is goed nagedacht hoe iets voor alle partijen uitpakt.” NR4 MEI 2019

RIOOLINSPECTEUR

‘ DE LEIDRAAD GAAT VEEL DUIDELIJKHEID GEVEN’ Ook Buijs was deelnemer. “We hebben gekeken naar acceptabele toleranties van alle mogelijke waarnemingen – ook waarnemingen kunnen iets onnauwkeurig zijn. De leidraad maakt duidelijk hoe je de norm toepast. De software van de beheerder deelt de meetwaarden uit het rapport in klassen die de werkgroep heeft opgesteld.” Betere maatregelen Doordat de inspecteur meer tijd kwijt is aan het vastleggen van data, valt een inspectierapport w ­ aarschijnlijk duurder uit, verwacht Han van ­Rijssen, directiesecretaris van de Vereniging Afvalbedrijven. “Door de marktwerking is de kostenstijging niet goed te voorspellen.” Wel verwachten Van Rijssen en Oosterom dat de rioolbeheerkosten omlaaggaan. “Gegevens zijn beter te extrapoleren. Gemeenten kunnen betere maatregelen treffen en zo langer gebruikmaken van de infrastructuur”, meent Oosterom. Van Rijssen vult aan: “Onderzoekskosten verdien je terug in het verdere ­beheer en onderhoud. In Nederland ligt voor tientallen miljarden aan rioolinfrastructuur.” Ook de beheerder is positief. “Veroudering van het stelsel is beter te volgen. Daardoor zijn minder vervolginspecties nodig. ­Beheerders kunnen veel nauwkeuriger aangeven wat zij acceptabel vinden en wanneer zij willen ingrijpen. De leidraad gaat veel duidelijkheid ­geven. De nieuwe werkwijze is eveneens een hulpmiddel bij de overgang naar een meer risico gestuurd rioolbeheer”, zegt Buijs.

Eric Oosterom

Alex Buijs

Petra van der Werf

Han van Rijssen

Aandacht voor communicatie Komende maanden is er veel ­aandacht voor de c­ ommunicatie met beheerders en bedrijven. Inspectie­bedrijven gaan hun software aanpassen, medewerkers instrueren en klanten informeren. ­Wateropleidingen zorgt voor bijscholing. Van der Werf: “Beheerders worden ­aangemoedigd om de nieuwe norm voor te s­ chrijven in hun bestekken. Vanaf de zomer organiseren de ­Vereniging Afvalbedrijven en RIONED op vijf tot zes locaties in Nederland ­informatiebijeenkomsten.” Met deze leidraad loopt Nederland volgens Oosterom voor in Europa. Hij verwacht dat de Nederlandse aanpak ook in andere landen ingang zal vinden. Dat zou niet de eerste keer zijn: “Ook de Nederlandse methode voor het reinigen van leidingen en het onderhouden van kolken wordt door andere landen overgenomen.”•

27


28

Naar de Mississippi voor wedstrijdervaring Waterkeringbeheerders Wijnand Evers en Frank Jansen van Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) vlogen naar Memphis om te zien hoe hun Amerikaanse collega’s omgaan met hoogwater op de Mississippi. ‘’Ze waren in control.’’ TEKST PAULINE VAN KEMPEN | BEELD WDOD


M Wijnand Evers demonstreert zijn prikstok

NR4 MEI 2019

NAAR DE MISSISSIPPI

M

emphis, de grootste stad van de Amerikaanse staat Tennessee, de woonplaats van rocklegende Elvis Presley, muziekstad van de wereld. Wijnand Evers en Frank Jansen hebben er weinig van meegekregen. Ze waren er begin maart met een heel andere missie: kennis en ervaring delen met de collega-dijkbeheerders die de Mississippi in bedwang moeten houden. De Amerikanen verwachtten die week de derde hoogste waterstand ooit op de Lower Mississippi en nodigden collega’s uit ­Nederland en Engeland uit om een paar dagen mee te lopen met de United States Army Corps of Engineers (USACE). ­Zondagmorgen 3 maart stapten Evers en Jansen in het vliegtuig, vrijdagmorgen 8 maart waren ze weer terug. Vanuit Memphis trokken ze vier dagen langs de rivier, soms wel 500 kilometer per dag, door vijf verschillende staten. Veel tijd om de stad te bekijken was er dus niet. ‘’Tussen zeven en acht uur ’s avonds waren we weer in het hotel, dan aten we en vervolgens waren we tot twaalf uur bezig met ons verslag’’, vertelt Jansen. Het is de bedoeling dat de mannen van ­Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) het geleerde terugkoppelen naar hun collega’s. Evers en Jansen zijn behalve lid van een nationaal crisisteam ook kartrekkers van een internationaal team van waterkeringsdeskundigen dat snel ingezet kan worden in noodsituaties (zie kader). Eerder al keken de twee in Duitsland (Elbe) en Engeland (Somerset) en volgden ze ­trainingen in Frankrijk en Italië. ‘’Zo proberen we wedstrijdervaring op te doen’’, verklaart Evers. ‘’Als de echte wedstrijd komt, willen we er klaar voor zijn. De kans dat je in Nederland echt hoogwater meemaakt is niet zo groot; de laatste keer was in 1995. En er is geen hogeschool of zoiets, dus >

29


30

NAAR DE MISSISSIPPI ‘ALS DE ECHTE WEDSTRIJD KOMT, WILLEN WE ER KLAAR VOOR ZIJN’ we moeten onze kennis en ervaring internationaal ophalen.’’ Tegelijk met de WDOD’ers reisden ook mensen van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Rijkswaterstaat af naar Memphis, elk met een eigen program­ ma. Jansen en Evers reden met een collega van de toezichthoudende USACE langs de Lower Mississippi om te zien hoe het met dijken gesteld was. Ook bezochten ze een aantal Levee Boards: besturen van grond­ eigenaren die verantwoordelijk zijn voor de aanleg en het onderhoud van de vaak immense dijken. In control Opmerkelijk was de rust die de Amerikanen uitstraalden, vond Evers. ‘’Ze waren in control.’’ Dat was mede te danken aan de maatregelen die sinds 2011 zijn genomen. Een van de grootste en meest verwoestende overstromingen van de afgelopen eeuw op het Amerikaanse continent teisterde toen de regio. ‘’De maatregelen blijken te werken: er zijn tot nu toe geen overstromingen meer geweest.’’ Bij Cairo, een stuk noordelijker langs de Mississippi, zagen de ­Nederlanders hoe het voor hen herkenbare probleem van zandmeevoerende wellen (piping) daar wordt opgelost. Die worden veroorzaakt doordat het water zich bij hoge druk een weg baant onder de dijk door, waarbij zand wordt meegevoerd. Hierdoor ontstaan langgerekte holtes (pijpen) in de dijk, die voor zwakke plekken kunnen zorgen. Om dit tegen te gaan, hebben de Amerikanen ‘ontlastwellen’ geplaatst: diepe filters aan de landzijde die de druk wegnemen. Het water wordt

Frank Jansen en Wijnand Evers

vervolgens via slootjes afgevoerd. Een betrekkelijk simpele oplossing die in Nederland nog nauwelijks wordt toegepast. Daarnaast plaatsen ze, met succes, bentonietschermen. Evers: ‘’Dat doen we in Nederland ook wel, maar er is niet altijd ruimte voor.’’ Interessant vonden de WDOD’ers ook hoe de Amerikanen de zandmeevoerende wellen classificeren. ‘’Zij hebben verschillende standaarden voor de hoeveelheid zand die wordt meegevoerd en voor de diameters van de pijp. Wij geven alleen de omvang aan. Maar als je het beter kunt benoemen, weet je ook of je snel moet reageren of dat je meer tijd hebt. Eigenlijk zouden we daarvoor een landelijke standaard moeten maken’’, aldus Evers. Een ander probleem vormden de afschuivingen, waarbij de klei van de dijk onderuit zakt naar het water. ‘’Dat komt omdat de klei heel plastisch is’’, weet Evers. ‘’Het leek wel gum.’’ Om dat te verhelpen, voegen de Amerikanen kalksteen (limestone) toe, waardoor de plasticiteit verandert. Daarmee wordt de dijk opnieuw opgebouwd.

de grasmat bewust verschralen. ‘’We voegen geen voedingsstoffen toe, zodat de wortels dieper groeien. Op die manier ontwikkelt zich een sterkere grasmat.’’ Naast het delen van kennis was het opbouwen van een netwerk misschien wel het belangrijkste doel van de missie, benadrukken de mannen. En dat is gelukt, mede dankzij de lange autoritten die alle gelegenheid boden tot gesprek. ‘’Als je iemand kent, neem je makkelijker contact op’’, meent Evers. ‘’Zo ontstaat er vanzelf een internationaal team met goede wedstrijdspelers.’’•

Prikstokken De Nederlanders kwamen niet alleen wat halen, ze brachten ook wat mee. Hun prikstokken bijvoorbeeld, in tweeën gezaagd omdat ze anders niet in de koffer pasten. De Amerikaanse collega’s kenden die niet, maar willen ze nu ook. Ook nieuw voor hen was hoe wij hier naar de gewassen kijken om te zien hoe het met de grond gesteld is. Evers: ‘’Als er bijvoorbeeld pitrus op de dijk groeit, kun je ervan uitgaan dat het daar zeer nat is.’’ En hoe wij

Tijdens hoogwatersituaties en/of ­calamiteiten kan er in Nederland een beroep gedaan worden op het CET-w (Crisis ExpertTeam-Waterkeringen) voor extra ondersteuning. Dit team bestaat uit ervaren waterkeringsdeskundigen van de waterschappen en Rijkswaterstaat. Het doel van het CET-w is van elkaar te leren en elkaar te helpen. Een onderdeel van het CET-w is het ITAF (Inspection Team for Averting Floods). Dit team, dat nog in oprichting is, kan inter­ nationaal ingezet worden bij een hulp­ vraag op het gebied van waterveiligheid.

Een Amerikaanse inspecteur plaatst een zogeheten ontlastwel

INSPECTION TEAM FOR AVERTING FLOODS


(ADVERTENTIES)

GRIP OP UW WATERLEIDINGNET

DOOR INNOVATIE MET SMART TECHNOLOGY Slimmer Asset Management: detecteer en registreer eenvoudig de conditie van uw afsluiters Bekijk projecten en video’s op: www.imbema.com/water

Water opleidingen

25 jaar

bedankt voor het vertrouwen 50.179 cursisten

802 docenten

365

cursustitels

3192

uitvoeringen

678

maatwerkopdrachten

Wateropleidingen = vakmanschap! Al 25 jaar, en nog vele jaren meer.


32

Proef hydroturbine sluis Antwerpen succesvol Het Havenbedrijf Antwerpen heeft een succesvolle proef gehouden met een turbine voor de opwekking van elektriciteit in de Kallosluis, een van de zeven zeesluizen in de haven.

Actualisatie praktijkcodes drinkwater: snelfiltratie

Waterbedrijven gebruiken praktijkcodes als handvatten voor een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering. Het Platform Bedrijfsvoering zorgt ervoor dat deze documenten structureel worden geactualiseerd. Medewerkers van waterbedrijven hebben via het KWR-intranet ‘Watnet’ toegang tot de documenten, die worden aangeduid als ‘Praktijkcode Drinkwater’. Zo kunnen de bedrijven deze ‘PCD’s’ in hun eigen werk gebruiken en ook bijdragen aan het actueel houden ervan. Medio oktober 2018 is de praktijkcode ‘Snelfiltratie in open filters; Snelfilters onder atmosferische druk in gesloten gebouwen’ (PCD 10:2018) vastgesteld en beschik-

“Aanvankelijk schatten we dat de turbine 100 kW zou kunnen opwekken”, zegt woordvoerder Reinhard Byl. “Nu blijkt dat dit 150 kW is.” De energie-opbrengst kan per jaar 240 kWh bedragen. Omdat de Kallosluis jaarlijks zo’n 500 kWh gebruikt voor bijvoorbeeld het bewegen van de sluisdeuren en het verpompen van water, zijn twee van deze turbines in principe voldoende om de sluis energie­ neutraal te kunnen gebruiken. Het Vlaamse mechanisch constructiebedrijf De Meyer en het Nederlandse Water2Energy ontwikkelden het turbineconcept. De installatie van de turbine moeten we zien als een experiment,

aldus Byl van het Havenbedrijf ­Antwerpen dat de transitie naar een circulaire en koolstofarme economie als een van de ambities heeft. “Op dit moment staat het rende­ ment van de turbine niet in verhouding tot de nodige investering”, zegt Byl. “Dat is niet vreemd, omdat dit wereldwijd de eerste keer is dat dit concept is toegepast. We zijn vooralsnog niet van plan om meer van deze turbines te plaatsen bij de Kallosluis of andere grote sluizen in Antwerpen.” Voor zover bij het Havenbedrijf Antwerpen bekend is, zijn er nergens anders soortgelijke projecten in voorbereiding of uitvoering. Dat kan veranderen, want de proef heeft laten zien dat dit soort turbines technisch gezien goed functioneert en boven verwachting veel energie kan genereren. Dit biedt mogelijkheden om, vooral bij nieuwe sluizen, om hydroturbines te installeren.

baar gekomen. Dit is de eerste editie van een praktijkcode op het gebied van de snelfiltratie. Eerdere sector-brede documenten op het gebied van deze processtap voor de verwijdering van deeltjes en ammonium, en voor biologische en/of fysisch-chemische ontijzering en ontmanganing dateerden van meerdere decennia terug. Deze documenten zijn als uitgangspunt genomen voor de opgestelde praktijkcode. Daarnaast zijn hiervoor gebruikt onderzoeksrapporten uit de afgelopen jaren en voor snelfiltratie relevante d ­ ocumenten van in de projectgroep participerende drinkwaterbedrijven (bijvoorbeeld bedrijfsvoorschriften). Bovendien is gebruik gemaakt van het ‘Arbeitsblatt’ op het gebied van snelfil­

tratie van de Duitse technisch-­ wetenschappelijke vereniging DVGW (de ‘Deutsche Vereinigung des Gas- und Wasserfaches’), gezien de stand der techniek in Duitsland op het gebied van de drinkwaterbereiding en de actua­ liteit van de Duitse werkbladen. In de praktijkcode wordt achtereenvolgens ingegaan op regelgeving, ontwerpeisen, realisatie, bedrijfsvoering en onderhoud van snelfilters c.q. snelfiltratie. Een overzicht met ‘Praktijkcodes drinkwater’ met de onderliggende documenten is in te zien na inloggen via de www.watnet.nl. Een en ander wordt momenteel overgezet naar de vrij toegankelijke website www.PraktijkcodesDrinkwater.nl Voor meer informatie: Martin Meerkerk van KWR (030) 60 69 591


WATERTECHNIEK

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

Ammonium monitor voor afvalwater Technische Alliantie voert de MS3500 ammonium monitor van het Britse bedrijf Multisensor Systems. Dit instrument is specifiek ontwikkeld voor meten van ammonium in behandeld en ruw of onbehandeld afvalwater.

Seepex: nieuw systeem voor slibtransport Seepex heeft een nieuw technologie ontwikkeld voor het transport van ontwaterd zuiveringsslib. Het systeem maakt gebruik van excentrische verdringerpompen in combinatie met perslucht. Een pomp perst het slib in een pijpleiding. Als hierin een bepaalde hoeveelheid slib is gepompt, gaat de pomp uit en wordt er perslucht in de leiding geblazen. Deze stuwt de prop slib verder de pijpleiding door. Het systeem is dus enigszins vergelijkbaar met buizenpost en staat bekend onder de naam Smart Air Injection (SAI). Het is geschikt voor slib met een drogestofgehalte van 20 tot 40 procent. Naast een excentrische verdringerpomp ­bestaat SAI uit een tank voor perslucht en een compressor om deze te vullen plus uiteraard de nodige afsluiters. Daarnaast is een kleine verdringerpompen nodig, die een smeermiddel, bijvoorbeeld een polymeer­ oplossing, tussen de wand van de pijpleiding en het slib perst. Door het smeren is minder energie nodig om het slib door de leiding te persen.

NR4 MEI 2019

SAI heeft, claimt producent Seepex, voordelen ten opzichte van de methoden die nu op afvalwaterzuiveringen gebruikt worden voor slibtransport. Het is minder complex en makkelijker te onderhouden dan bijvoorbeeld een systeem bestaande uit silo’s, transportbanden en wormtransporteurs. Dit systeem heeft bovendien als nadelen de geuroverlast en de kans dat het slib door de inwerking van regenwater te nat wordt. Een systeem met buizen heeft deze nadelen niet. Daar staat tegenover dat de huidige pijpleidingsystemen zeer hoge drukken vereisen om het slib er doorheen te kunnen persen. De benodigde druk kan oplopen tot 100 bar, waardoor grote pompen en dikwandige pijpen nodig zijn. Bij SAI is de druk maximaal 16 bar, hetgeen resulteert in aanzienlijk lagere investeringskosten. Bovendien kan het slib hierin tot 1.000 meter verpompt worden, hetgeen aanzienlijk verder is dan in de huidige pijpleidingsystemen. SAI is sinds vorig jaar in gebruik bij Thames Water; een bedrijf dat drinkwater produceert en afvalwater verwerkt in een groot deel van het zuidwesten van Engeland.

Het meetinstrument biedt real time monitoring ten behoeve van procesbesturing, bescherming van de installaties voor waterzuivering en bescherming van het milieu. De MS3500 kent verschillende toepassingen, zoals monitoring van ruw afvalwater, processturing bij afvalwaterbehandeling, effluentmonitoring na behandeling van afvalwater en ammonium monitoring bij slibontwatering. Monsters kunnen zonder voorbehandeling worden geanalyseerd. Door toepassing van een contactloos meetsysteem worden fouling, corrosie van elektrodes en afname van de gevoeligheid van de sensor voorkomen ongeacht de eigenschappen van het afvalwater. De MS3500 is ondergebracht in een geclimatiseerde behuizing, die buiten geplaatst kan worden. Het systeem kan op locatie worden geïnstalleerd zonder dat een beschermingssysteem voor het milieu nodig is. Het systeem bestaat onder andere uit een bemonsteringskamer die gevuld wordt door een vacuüm­ pomp, die het water van een diepte van 6 meter kan opzuigen. Daarnaast zijn er een sensorkop, pneumatiek en componenten voor besturing en communicatie. De frequentie van de monster­ name ligt tussen de 30 en 60 minuten. Het detectiebereik is 1 tot 200 ppm bij een nauwkeurigheid van +/- 2%.

33


0 34

H2O-PLATFORM (ADVERTORIALS) Hoe waterschappen controle houden over langdurige projecten Planning & control is voor waterschappen relevanter dan ooit. De afgelopen jaren besteedden waterschappen veel aandacht aan transparantere bedrijfsvoering, decentraal en integraal management en prestatieverbeteringen. Tegelijkertijd gingen ze op zoek naar meer structuur in hun werkzaamheden én de bijbehorende IT-systemen. Met een duidelijk doel: meer bedrijfsmatig werken. Ondanks de flinke verbeteringen die dit oplevert, blijft een fenomeen bijzonder hardnekkig: langlopende projecten vormen nog steeds een uitdaging voor waterschappen. Met name omdat korte- en langetermijncontrol daarin samen komen. Hoe zorg je als waterschap voor continuïteit en control van de financiële planning in die projecten? Inzicht is hierin key. Daarom is het uitermate belangrijk dat de finance-afdeling van uw waterschap beschikt over tools die de afdeling daarin ondersteunen.

AllSolutions Helsinkilaan 2 3446 AH WOERDEN

Telefoon +31 (0)348 430 110 E-Mail info@allsolutions.nl Web www.allsolutions.nl

Om het proces van planning & control voor waterschappen te vereenvoudigen, ontwikkelde AllSolutions de module ‘Budgetteren en Begroten’. De waterschappen Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard werkten mee aan de totstandkoming ervan. Met de module kunnen waterschappen de kapitaallasten voor meerdere jaren berekenen op basis van de gerealiseerde kosten en verwachte toekomstige uitgaven van het project. Daarnaast berekent de module de rente in de periode tot oplevering en de toekomstige kapitaallasten (de afschrijving en rente) op basis van de opleverdatum. Zo houden de waterschappen controle over hun projecten en budgetten, ook als ze lang duren. Meer weten over de speciale module voor waterschappen? Neem contact op!

Watson-Marlow lanceert Qdos pomp met 12-24V DC voeding Voortbouwend op de zeer succesvolle Qdos serie, brengt Watson-Marlow Fluid Technology Group (WMFTG) een versie voor mobiele en afgelegen toepassingen op de markt die kan worden aangedreven met een 12-24V DC voedingsbron.

Watson-Marlow Pumps BV Industrieweg 130a 3044 AT ROTTERDAM

Telefoon +31 10 462 1688 E-Mail info@wmftg.nl Web www.watson-marlow.com/nl

Deze nieuwe slangenpomp is geschikt voor afgelegen statische en mobiele met accu gevoede toepassingen en wordt typisch gebruikt voor coating van zaden en irrigatie van gewassen, waterzuivering/bemonstering op afstand, zuivering van drinkwater en pompwerkzaamheden op vrachtwagens,… Voor toepassingen op afgelegen locaties kan de pomp werken op accu’s die via zonnecellen, andere duurzame energiebronnen of scheidingsrelais worden opgeladen. Dit product is betrouwbaar, werkt autonoom en heeft geen aanvullende componenten nodig. De Qdos slangenpomp is nu de eerste keus waar het chemische dosering betreft in toepassingen en op locaties waar praktische toegang tot het elektriciteitsnet niet mogelijk is.


(ADVERTENTIE)

Innovatie, de basis voor de vierde industriële revolutie Men kan zeggen dat tegenslag en noodzaak aan de basis van innovatie staan. Innovatie is een actie of een proces van verandering, het creëren van een revolutie op elk gebied of elke methodologie heeft de mensheid altijd in staat gesteld om te gedijen, evolueren en groeien. Dit is ook de basis voor de industriële revoluties van de afgelopen decennia. Terwijl de eerste revolutie zich richtte op mechanische innovatie, de tweede een technische revolutie verschafte, de derde het vermogen van digitale automatisering liet zien, en de vierde revolutie de effectiviteit van autonome datagedreven machines toont. Naarmate de digitale en fysieke werelden elkaar beïnvloeden, is de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) en machine learning een gegeven. Momenteel hervormen deze technologieën industrieën en regelgevingskaders overal ter wereld. Door de fusie van de fysieke en digitale wereld past de vierde industriële revolutie opnieuw het idee van innovatie toe. Wereldwijde trendrapporten stellen dat de digitalisering van de watersector een blijvende trend is en de komende jaren relevant blijft. Tevens pleiten veel gereguleerde waterorganisaties, zoals de Unie van Waterschappen, voor het gebruik van slimme watertechnologie. Dit betekent dat machines en waternetwerken worden uitgebreid aan de hand van internetconnectiviteit en kunstmatige intelligentie (IoT, Cloud Computing en Cyber Physical Systems), die watersystemen analyseren en beslissingen kunnen nemen op basis van verzamelde gegevens en patronen. Door deze technologieën toe te passen, wordt het steeds makkelijker om apparatuur, machines, complete fabrieken en andere industriële omgevingen en processen te identificeren of beheersen. Hoewel deze innovatieve ontwikkelingen in de lift zitten, staat de wereld voor moeilijke uitdagingen, zoals klimaatverandering en een groeiende bevolking. Om deze reden is het van belang dat de men primaire bronnen, zoals water, veiligsteld. De vierde revolutie levert de industrie de effectiviteit van autonome digitale innovatie, zoals AI en M2M en kan de industrie duurzaam ondersteunen. Toonaangevende innovatieve en grensverleggende startups over de hele wereld zoeken naar nieuwe duurzame oplossingen. Zodoende heeft de Israëlische startup Kando een smart afvalwaterbewakingssysteem bedacht, dat baanbrekend is in het managen en reguleren van afvalwaterstromen. Vanuit het besef dat elke waterdruppel telt, zijn talloze landen op diverse continenten begonnen met het terugwinnen van afvalwater. Maar ernstige vervuiling is een bedreiging voor het hele watersysteem. De methode die Kando heeft ontwikkeld, biedt een revolutionaire oplossing voor dit probleem. Het maakt gebruik van kunstmatige intelligentie in combinatie met onderhoudsvriendelijke en overal toepasbare IoT-units. Hiermee wordt het ondergrondse afvalwaterstelsel, waar miljoenen mensen van afhankelijk zijn, beheerd. Dit biedt de mogelijkheid om real time toegang te krijgen tot gegevens van vervuilende bronnen en deze direct aan te pakken, waardoor mensenlevens kunnen worden gered, water en miljarden euro’s kunnen worden bespaard. Neem voor meer informatie contact op met Metske de Haan: metske@kando.co.il


0 36

NEW BUSINESS

Powered by Water Alliance | from idea to business

NIEUWE WATERTECHNOLOGIE VAN NEDERLANDSE BODEM VOORAF | Volop kansen in het buitenland Op de WaterCampus hebben we vorige maand de roadshow Water, Energy and Food gehad. Het was een interessante bijeenkomst met onder andere input van RVO en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Thema: Dubai Expo 2020. Dat evenement staat voor volgend jaar op de agenda, nog even weg dus, maar het is goed je daar nu al op te oriënteren. In Dubai, of beter: in de golfregio, liggen veel kansen. Het is er warm. Water is er schaars en kostbaar en er wordt veel geïnvesteerd. Er is veel vraag naar systemen die water zuiveren, veilig maken, besparen of recyclen. Landustrie haalde er vorig jaar een miljoenenorder binnen, met de levering van 48 oppervlaktebeluchters voor een ­afvalwaterzuiveringsinstallatie in Dubai. Holland Water doet met het Bifipro-systeem goede zaken in het bestrijden van legionella in natte koeltorens in de regio. Ook Hydraloop timmert er aan de weg. De bedrijven waren afgelopen jaren ook actief met Water Alliance op onder andere de International Water Summit in Abu Dhabi. Met als resultaat goede business. Goed voorbeeld doet goed volgen, zaak dus dat de watertechnologiesector met het bedrijfsleven zich gaat profileren in de regio en Dubai Expo 2020 is daar een mooie gelegenheid voor. Er komt een imposant Holland Paviljoen. Met een nader in te vullen aantal activiteiten zal Nederland Waterland op de kaart worden gezet. En vergeet niet ook in contact te komen met de ruim 190 andere landen die daar zullen zijn! Een ander belangrijk jaarlijks evenement is het Blue Tech Forum, dat deze keer op 5 en 6 juni in Londen wordt gehouden. Stad en land zijn in de ban van Brexit, maar Blue Tech Forum richt zich op de internationale markt. Thema dit jaar is ‘Innovating Towards Resilient Water Systems’, kansen dus voor innovatieve Nederlandse watertechnologie. Op het forum kunnen bedrijven hun innovaties pitchen voor interessante doelgroepen. Het evenement trekt een breed publiek, variërend van grote zakelijke watergebruikers, multinationals en gemeenten, industriële eind­ gebruikers, watertechnologiebedrijven, investeerders, academici en onderzoeksinstituten. Een gevarieerd gezelschap dat interessant is voor bedrijven die stappen willen maken op de internationale markt. LG Sonic en Desah zijn in ieder geval van de partij met Water Alliance in Londen. In juni organiseren we als Water Alliance nog een eigen symposium. We richten ons op de verschillende fasen die bedrijven doormaken als ze groeien van start-up tot een bedrijf met 30 of meer medewerkers. Groeien gaat niet alleen over technologie, je moet ook kennis hebben over zaken als financiering, export, netwerken, marketing en vooral ondernemerschap. Het zijn net zo goed succesfactoren als de technologie zelf. We gaan elke fase in de groei toelichten op het symposium en bedrijven bij elkaar brengen in parallelsessies. Zo leer je van ons en van elkaar hoe je succesvol kunt groeien met je bedrijf. Interessant en leerzaam, ik hoop u op 27 juni te treffen! Volg ons nieuws hierover. Hein Molenkamp Managing director Water Alliance h.molenkamp@wateralliance.nl

Water Alliance is een samenwerkingsverband van overheid, kennisinstellingen én bedrijfsleven op het gebied van watertechnologie in Nederland. Water Alliance richt zich vooral op het midden- en kleinbedrijf in de innovatieve en duurzame watertechnologie die wereldwijd vermarkt kan worden. Water Alliance ondersteunt de bedrijven op het gebied van (internationale) matchmaking, netwerken en business development.

wateralliance Agora 4 8934 CJ Leeuwarden 058-2849044 www.wateralliance.nl


WATERNETWERK NEW BUSINESS

Powered by Water Alliance NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

BW PRODUCTS EN NORDIC WATER SLAAN HANDEN INEEN

BW Products maakt onder andere polijstingsinstallaties voor rwzi’s

Brightwork Products en Nordic Water gaan samenwerken. Combinatie van kennis en internationaal netwerk biedt meer kansen. Brightwork Products (BW Products) en Nordic Water gaan samenwerken om nieuwe producten te ontwikkelen voor de waterzuivering en om elkaars producten te verkopen. Hiertoe hebben ze op de Aqua Nederland Vakbeurs afgelopen maart een contract getekend. “Op deze manier kunnen we onze klanten beter helpen en ­bovendien nieuwe groepen klanten benaderen”, zegt Hans Wouters, algemeen directeur van BW Products. Zijn bedrijf ontwerpt met name ­installaties die worden toegepast in de ­waterzuivering. Een bekende innovatie is de Sand-Cycle technologie, die in 2017 is geïntroduceerd. Deze is ontwikkeld om continue zandfilters te monitoren, waardoor het zuiveringsproces geoptimaliseerd kan worden en de operationele kosten kunnen ­dalen. Voor deze technologie NR5 /MEI NR4 MEI2019 2013

kreeg het bedrijf twee jaar geleden in ­Birmingham de Water Industry Award. Tot het aanbod van BW Products behoren verder ook polijstingsinstallaties voor toepassing in awzi’s en rwzi’s, installaties voor biologische nitrificatie en denitrificatie en voor de behandeling van spoelwater van zandfilters. Middelen BW Products is geen groot bedrijf en beschikt daardoor niet over veel middelen om internationaal op te treden. Hier komt Nordic Water in beeld. Deze Zweedse onderneming is in vele landen actief op het gebied van water­behandeling. Tot de projecten van het bedrijf behoren geurbestrijding bij 53 bezinktanks van een rwzi van ­Thames Water in Engeland en filtratie van proceswater bij een ­ethyleenkraker van Shell in Singapore. Ronald Piepers, algemeen directeur van de Benelux-vestiging, licht de ratio van de samenwerking met BW Products toe: “Wij bieden hen kennis en een netwerk voor verkoop en ser-

vice in Europa en daarbuiten. Voor ons is bovendien de kennis en ervaring van BW Products interessant. Wij kunnen elkaar bijstaan bij het ontwikkelen van nieuwe technologie en producten.” Dit kan door samen innovaties tot stand te brengen, maar ook door bestaande technieken en producten te combineren. Een voorbeeld hiervan is de Sand-Cycle technologie, die Nordic Water nu kan toepassen in de eigen zuiveringsinstallaties. De bedrijven gaan ook samenwerken voor het verwijderen van medicijnresten uit afvalwater, zegt Wouters. “Dat is een actueel probleem, waarvoor in steeds meer landen oplossingen worden gevraagd. De kennis van BW Products en Nordic Water over de zogeheten nageschakelde continue filtratie-installaties kan hiervoor uitkomst bieden. Dit kunnen we in komende onderzoekstrajecten verder ontwikkelen.” Een onderzoek hiervoor gaat binnenkort van start op de demo-site van de WaterCampus op de rwzi in Leeuwarden.

37 0


0 38

NEW BUSINESS Powered by Water Alliance

DROP2DRINK NA VALIDATIE KLAAR VOOR VERKOOP

Met een gewicht van 29 kilo is de Drop2Drink makkelijk te installeren

Johan Bel

Mijn Waterfabriek heeft met de ­Drop2Drink een installatie ontwikkeld, die uit regen- of grondwater drinkwater kan maken. “Nu water schaars wordt, neemt de behoefte aan zo’n installatie toe”, zegt ont­ werper Johan Bel. De Drop2Drink unit behandelt regenwater, grondwater of anderszins onbetrouwbaar water dusdanig, dat het microbiologisch veilig wordt gemaakt voor consumptie. De unit is eind vorig jaar geïntroduceerd. Momenteel is er één installatie in operationeel bedrijf op een Nederlands vakantiepark. ­Onderzoeksinstituut KWR gaat deze de komende maanden valideren. Daarna is de Drop2Drink rijp voor de verkoop. De installatie kent vier zuiveringsstappen, namelijk achtereenvolgens microfiltratie, actief koolfiltratie, ultrafiltratie en UV-technologie. De membranen van de ultrafiltratie worden automatisch iedere dag getest op integriteit, waardoor de waterkwaliteit

te allen tijde is gewaarborgd. Monitoring op afstand van de prestaties en de manier van functioneren is mogelijk dankzij een internetaansluiting. De capaciteit van de unit is 30 l/min bij een druk van 2,5 tot 6 bar. “Dit maakt de Drop2Drink geschikt voor huishoudens en andere kleine gebruikers”, legt Bel uit. “Ik kan me goed voorstellen dat we in de toekomst installaties met andere capaciteiten gaan aanbieden. Maar eerst moet het huidige model volledig uitontwikkeld en gevalideerd zijn.” Extra voorfiltering Dankzij de Drop2Drink is het mogelijk te besparen op water dat anders af­ genomen moet worden van een drinkwaterbedrijf. In de huidige c­ onfiguratie kan hiervoor niet al te zeer vervuild water worden gebruikt; zoals regen-, oppervlakte- of grondwater. “Met extra voorfiltering is het ook mogelijk om afvalwater te gebruiken. Dat is een optie die we later waarschijnlijk gaan aanbieden.”

De Drop2Drink is niet direct bedoeld voor de Nederlandse markt. “Het Drinkwaterbesluit voorziet alleen in waterleverantie door de tien drink­ waterbedrijven. Ik denk wel dat dit gaat veranderen, maar daar ­wachten wij niet op. Wij moeten het nu h ­ ebben van export. Dan hoeven we niet meteen te denken aan Afrika. Ook in België is het op sommige plaatsen moeilijk om drinkwater te krijgen.” Kansen Belangstelling uit landen als ­Australië, Mozambique en Peru laat zien dat daar voldoende kansen liggen om de Drop2Drink aan de man te brengen. In Europa is er ook een markt voor de Drop2Drink; bijvoorbeeld in gebieden met een gebrekkige of afwezige infrastructuur voor drinkwater of voor afgelegen gebouwen. Mocht de vraag op andere continenten groot worden, dan voorziet Bel assem­blage in het buitenland. “Maar de kerntechnologie zullen we denk ik wel in Nederland blijven produceren.”


WATERNETWERK NEW BUSINESS

Powered by Water Alliance NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

Een titanium plaatje wordt via verschillende stappen omgevormd tot een membraan

METALMEMBRANES REINIGT MEMBRANEN MET UV-LICHT Metalen membranen zijn te r­ einigen met licht. Metalmembranes uit Leeuwarden heeft een methode ontwikkeld om de membranen die het produceert door middel van UV-licht te reinigen. Membranen reinigen met UV-licht, het kan. Het oppervlak van het materiaal waaruit de membranen bestaan wordt voorzien van een laagje ­titanium­dioxide. Onder invloed van UV-licht werkt dit als een katalysator, die chemische reacties stimuleert, die op hun beurt organische verbindingen afbreken. Langs deze weg kunnen bacteriën en de organische stoffen waarmee deze zich voeden worden afgebroken. Metalmembranes gaat hiervoor installaties leveren, zegt Sybrand Metz, chief technology officer van het b ­ edrijf. “We gaan een interne UV-lichtbron toevoegen aan onze membranen, waardoor deze zelfreinigend worden. Een groot voordeel hiervan is dat er geen chemicaliën meer nodig zijn voor het schoonmaken. Doordat dit proces continu is, raken de poriën van de membranen niet meer langzaamaan verstopt. De flux neemt daardoor niet af, hetgeen betekent dat de productie gelijk blijft en de energiekosten om water door de membranen te pompen niet toeneemt.” NR5 /MEI NR4 MEI2019 2013

Voordelen Deze technologie heeft voordelen in verschillende vormen van waterzuivering. Hierbij kunnen we denken aan toepassing in cartridge filters voor processen waarin niet heel grote volumes schoon water geproduceerd worden, zoals in systemen voor legionellapreventie. Daarnaast voorziet Metalmembranes toepassing in bijvoorbeeld demiwatersystemen en bepaalde andere industriële toepassingen. “Normaal gesproken moet een cartridge filter na drie tot zes maanden worden vervangen of gereinigd, omdat ze dichtslibben door biologische vervuiling. Dat hoeft straks niet meer, hetgeen een kostenvoordeel met zich meebrengt op het gebied van onderhoud.” Poreuze laag De innovatie sluit goed aan op eerdere vernieuwingen, die Metalmembranes heeft ontwikkeld. Deze betreffen

de manier van produceren. Op een ­oppervlak van bijvoorbeeld aluminium of titanium wordt door middel van plasma elektrolytische oxidatie een poreuze laag metaaloxide g ­ evormd. Vervolgens wordt het metaal dat onder deze laag ligt gedeeltelijk verwijderd door middel van een elektrochemische bewerking. Het resultaat is een metalen plaat, met daarin openingen die zijn afgedicht met een laag metaaloxide. Deze laag fungeert als membraan. Door gebruik te maken van titanium ontstaat op deze wijze een membraan van titaniumoxide, dat zoals gezegd een reinigende werking krijgt door het te bestralen met UV-licht. Een voordeel ten opzichte van membranen van kunststof is dat het gebruik van titanium een membraan oplevert dat zwaarder belast kan worden, bijvoorbeeld door een hogere druk, en dat chemisch beter resistent is.

39 0


40

iStockphoto

MEDICIJNRESTEN VERWIJDEREN BIJ DE BRON MET CATCHAMED CatchAmed is een interessante methode om ervoor te zorgen dat medicijnen effectief uit afvalwater kunnen worden verwijderd in de bron, het toilet. Er is nog wel vervolgonderzoek nodig om gebruik te optimaliseren. Medicijnen die via urine en ontlasting in het afvalwater terecht komen, kunnen negatieve gevolgen hebben voor het milieu. En als het water uiteindelijk weer dient als drinkwater, moeten ze verwijderd worden. De rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) zijn oorspronkelijk echter niet ontworpen voor het verwijderen van dergelijke stoffen. ­Ongeveer 70 procent van de geneesmiddelen kan in een rwzi worden verwijderd, maar de rest wordt met het gezuiverde afvalwater op oppervlaktewater geloosd. Logisch dat er steeds meer aandacht voor het onderwerp is. Hoe kunnen we die medicijnen efficiënt en effectief uit het water verwijderen? In plaats van een extra zuiveringsproces op een rwzi, zou je het probleem misschien al kunnen pakken bij de bron, dus in het toilet. KWR deed – in het kader van Topconsortia voor Kennis en Innovatie-project (TKI) – onderzoek naar de mogelijkheden naar het ontwikkelen van een adsorbens. Dat is een stof die deeltjes aan zich kan hechten, in dit geval dus medicijnresten uit het water. Met dit adsorbens is onderzoek uitgevoerd in een kantoorgebouw en in een ziekenhuis. Het concept blijkt technisch haalbaar en mensen die meededen aan het

onderzoek bleken bereid een extra handeling te verrichten voor het milieu. Direct bij de bron Omdat medicijnen uit urine in het afvalwater sterk verdund en gemengd worden met allerlei andere stoffen, is het relatief lastig om ze op een RWZI efficiënt uit het water te verwijderen. Direct bij de bron kan dit effectiever. In het ­toilet, waar het menselijk lichaam de niet-verbruikte hoeveelheid medicijn uitscheidt, is er sprake van een beperkter aantal verschillende stoffen en van hogere concentraties. Een mogelijkheid om het probleem bij de bron aan te pakken is het toepassen van het principe van affiniteitsad­ sorptie, ook wel het sleutel-slotprincipe genoemd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van groepen in de molecuulstructuur van een geneesmiddel, die een specifieke interactie aangaan met bepaalde groepen die op het oppervlak van een adsorbens zijn aangebracht. Het is als een sleutel die in een slot past. Omdat deze adsorptie is gebaseerd op een specifieke interactie tussen het adsorbens en bepaalde onderdelen van het


WATERWETENSCHAP

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

Principe van affiniteitsadsorptie (Sleutel-Slot principe)

medicijn, wordt dit proces niet gehinderd door de aanwezigheid van andere stoffen, zoals Natuurlijk Organisch ­Materiaal (NOM). Bij andere adsorbentia, zoals actieve kool, concurreert dit NOM om de beschikbare adsorptieplekken, waardoor de adsorptiecapaciteit van medicijnen afneemt. Mensen zijn bereid mee te werken Voor het onderzoek testen we materialen uit die het medi­ cijn diclofenac zouden kunnen adsorberen. Sibelco, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het maken van materialen, heeft verschillende dragermaterialen getest die gebruikt zouden kunnen worden. Uiteindelijk is gekozen voor aluminosilicaat. Het materiaal werd ‘CatchAmed’ genoemd. Voor een succesvolle toepassing is het belangrijk dat mensen bereid zijn om het adsorbens op het toilet te gebruiken. Om te achterhalen of medewerkers, maar ook patiënten gevraagd kan worden iets extra’s te doen voor het milieu moest blijken uit twee pilot-onderzoeken. We vroegen iedereen in het kantoorgebouw van Waterschapsbedrijf en Waterschap Limburg in Roermond en personeel en patiënten in het Universitair Medisch Centrum van Utrecht om het adsorbens te gebruiken bij toiletbezoek. Dus ook mensen die geen diclofenac of andere medicijnen gebruikten. Het idee was dat op die manier het CatchAmed in het afvalwater ook diclofenac zou kunnen binden van mensen die wel het medicijn gebruiken, maar niet het adsorbens hebben toegevoegd. Uit de reacties van personeel, patiënten en bezoekers van het ziekenhuis bleek dat de meeste mensen zich nooit hadden gerealiseerd dat het gebruik van medicijnen leidt tot de aanwezigheid van medicijnen in het oppervlaktewater en dat veel mensen best bereid waren iets extra’s te doen om dit te voorkomen. Er waren geen negatieve reacties van mensen die het te veel moeite vonden. Ook op het kantoor in Roermond waren de reacties positief. Vervolgonderzoek is nodig Het grootste nadeel van het gebruik van CatchAmed in de NR4 MEI 2019

vorm die in de pilot is gebruikt, was dat het hechtte aan het sanitair en de urinalen. Hiervoor moet een oplossing worden gevonden. We gaan in het geplande vervolgonderzoek kijken of het bijvoorbeeld via een toiletblokje met een andere stof gecombineerd kan worden. CatchAmed is een interessante methode om ervoor te zorgen dat medicijnen effectief uit afvalwater kunnen worden verwijderd. Aanvullend onderzoek is nodig om adsorbentia te ontwikkelen voor andere typen medicijnen en om de adsorbentia en het gebruik ervan te optimaliseren. Sibelco, één van de projectpartners, heeft inmiddels een octrooi aangevraagd op de productie van het adsorbens. Roberta Hofman-Caris, Patrick Bäuerlein (KWR), Harry Tolkamp (KWR/Waterschap Limburg), Bartek Prusisz (Sibelco) Een uitgebreide versie van dit artikel is te vinden op H2O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.h2owaternetwerk.nl (onder H2O-vakartikelen).

SAMENVATTING KWR doet onderzoek naar methoden om te voorkomen dat medicijnresten terechtkomen in het afvalwater en daarmee dus in het oppervlaktewater. Bij de methode CatchAmed wordt een middel ingezet dat medicijnresten aan zich kan binden bij de bron, dus in het toilet. Bij twee pilots bleek dat mensen bereid waren hier een extra handeling voor te verrichten door een bolletje in het toilet te gooien. Hoewel de methode veelbelovend is, is nog wel vervolgonderzoek nodig om te gebruik te optimaliseren.

41


42

Foto The Great Bubble Barrier

Bellenscherm om plastic af te vangen in de IJssel bij Kampen

HET LEERTEAM: GEZAMENLIJKE INNOVATIE VAN BEHEER VAN RIVIEREN EN KANALEN Het beheer van rivieren en kanalen is een kerntaak van Rijkswaterstaat. Doel is het bevaarbaar en veilig houden van deze wateren. Dat gebeurt vaak weinig innovatief. Rijkswaterstaat heeft voor de IJssel en de Twentekanalen een nieuwe werkvorm uitgeprobeerd om innovatie van beheer en onderhoud te stimuleren: het Leerteam. Het Leerteam is opgenomen in het prestatiecontract ‘IJsseldelta en Twentekanalen’ (2014-2019)’. De teamleden zijn medewerkers van Rijkswaterstaat, de aannemerscombinatie BAM/Van den Herik en Deltares. Het team heeft de beschikking over een basisbudget, en de leden ontmoeten elkaar tweewekelijks. Regelmatig doen andere partijen en experts mee aan de overleggen. Meerdere malen per jaar zijn er inspiratiesessies met een bredere groep. Zo kan er tijdens de hele contractperiode structureel worden gewerkt aan innovatie. Nieuw in het prestatiecontract is verder dat Rijkswaterstaat en de aannemerscombinatie pilots in de IJssel en Twentekanalen toestaan en deze zelfs stimuleren. Pilots leveren een grote leerwinst op, over de technische kant maar ook over zaken als vergunningen, draagvlak en investeringsbereidheid. Ook is expliciet gemaakt dat geslaagde pilots kunnen leiden tot wijzigingen in het beheer. Het Leerteam is voortgekomen uit het programma Self Supporting Rivier Systeem (SSRS) van Rijkswaterstaat. Dat mikt op een breder gedragen en duurzamer rivierbeheer:

betere benutting van de natuurlijke dynamiek van de rivier, ruimte voor initiatieven vanuit de samenleving en gelijkwaardige samenwerking tussen betrokken partijen. Meerwaarde Een Leerteam zoekt actief naar innovaties, maakt een selectie en verkent wat nodig is om innovaties verder te helpen. Innovaties komen van bedrijven en overheidsinstellingen. Op dit moment werkt het Leerteam aan de volgende innovaties • flexibele kribben (pilot in 2019); • vegetatiebeheer met schapen (drie pilots voltooid); • bomenschermen ter voorkoming van aanzanding in de vaargeul en oevererosie (pilot in 2019); • bellenscherm om plastic af te vangen (pilot voltooid); • aquatic drone voor monitoring (gekoppeld aan de pilots ‘flexibele kribben’ en ‘bomenschermen’); • energie uit stromend water (voorstadium). Innovaties hebben elk hun eigen samenstelling aan partijen, en één partij die de kar trekt. Cofinanciering van


43

WATERWETENSCHAP

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

Foto De Meteoor Beton BV

Xstream-blokken, bouwstenen van flexibele kribben; deze kribben zijn aanpasbaar en kunnen bij schade gemakkelijk hersteld worden

pilots kan komen uit eigen middelen van deelnemende instellingen en bedrijven (geld, apparatuur/faciliteiten, uren), daarnaast zijn subsidies mogelijk uit bijvoorbeeld de topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI). Innovatieklimaat Gezien de ingezette innovaties is het Leerteam IJssel/ Twentekanalen erin geslaagd een gunstig innovatieklimaat voor beheer en onderhoud te realiseren. Cruciaal daarvoor waren de experimenteerruimte en het systematisch samenbrengen van diverse soorten kennis – afkomstig van teamleden, van onderzoeksinstellingen en van kennis­ dragers uit het gebied (landeigenaren, lokale media of bijvoorbeeld het Herdersgilde). Belangrijk was ook om te zoeken naar gedeelde ­belangen. Daarvoor is het noodzakelijk om bij elke innovatie de meerwaarde helder te krijgen alsmede de mogelijkheden om kosten te verlagen en baten te vergroten. Een andere succesfactor is de lange looptijd. De langdurige samenwerking maakt het ontstaan van collegialiteit en het delen van elkaars netwerk mogelijk. Meerdere innovaties kunnen tegelijkertijd aan bod komen, ook innovaties met een lange doorlooptijd. De tijdelijke coalities bij individuele pilots worden ondersteund door een langjarig samenwerkingsverband waarin ook breder gekeken wordt. Naar meer Leerteams Het Leerteam IJssel/Twentekanalen was zelf ook een pilot, en op basis van de ervaringen kan het concept Leerteam nu ook zelf een volgende fase ingaan; daarbij gaat het, net als bij andere innovaties, over verdere ontwikkeling en institutionele inbedding. Uiteindelijk moet een Leerteam zo aantrekkelijk zijn en zoveel opleveren, dat partijen ook zonder een contract samen aan innovatie willen werken. Eén van de uitdagingen voor de toekomst is dat het vaak heel lastig blijkt om kosten en baten van innovaties scherp te krijgen. Pilots nemen niet alle onzekerheden weg. Er kan een impasse ontstaan: meer kennis is nodig voor iemand wil investeren, maar tegelijkertijd zijn er eerst investeringen nodig om die kennis te genereren. Dat kan bijvoorbeeld aan het licht komen als zich voor een innovatie geen ‘kartrekker’ aandient. Rijkswaterstaat neemt momenteel Leerteams op in nieuwe prestatiecontracten en zelfs aanlegprojecten. Er is nagedacht over de contractuele constructie en over NR4 MEI 2019

kennis­management in een Leerteam, en er is een innovatieportfolio opgesteld. Daarin zijn de uitdagingen van het rivierbeheer beschreven, mogelijke innovaties c.q. oplossingen en voor elke innovatie de status en welke verdere stappen nodig zijn. Met het portfolio kunnen toekomstige Leerteams gerichter van start gaan. Heleen Vreugdenhil (Deltares, Technische Universiteit Delft), Astrid Bout (Radboud Universiteit, Rijkswaterstaat), Yuri Wolf (Rijkswaterstaat), Koen Olde Monnikhof (Rijksuniversiteit Groningen), Marja Hamilton (Rijkswaterstaat) Een uitgebreide versie van dit artikel is te vinden op H2O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.h2owaternetwerk.nl (onder H2O-vakartikelen).

SAMENVATTING In het prestatiecontract Beheer en Onderhoud ­IJsseldelta en Twentekanalen is in 2014 een ‘Leerteam’ ­opgenomen. In het Leerteam gingen de contractpartijen samen op zoek naar innovaties om het beheer van deze rijks­water­ en duurzamer en betaalbaarder te maken. Dit eerste Leerteam was een succes, en Rijkwaterstaat neemt inmiddels Leerteams op in nieuwe onderhoudscontracten. Die kunnen gerichter van start op basis van de ervaringen in IJssel en Twentekanalen, verzameld in een innovatieportfolio.


(ADVERTENTIES)

r DC aa V erb 4 v

-2 le 12 af nu n

va

Nauwkeurige, veelzijdige doseerpompen • Reduceert de kosten van chemicaliën door een hogere doseernauwkeurigheid • Gemakkelijk te installeren geen randapparatuur nodig Vervang uw pompkop in seconden zonder extra gereedschap REVOLUTIONAIRE POMPKOPTECHNOLOGIE

wmftg.com/qdos-pumps-nl +31 10 462 1688


45

Kijk op de website van H2O! h2owaternetwerk.nl Microbiologische wateranalyses binnen 1,5 uur Met mobiele DNA-technieken is het ­mogelijk om snel (binnen 1,5 uur) en lokaal nauwkeurig te analyseren of water besmet is met ziekteverwekkers. Orvion en WE Consult hebben methoden ontwikkeld en getest voor waterkwaliteitsmonitoring in Mozambique. Door Annelise Herman, Aleida de Vos van Steenwijk (Orvion), Tesse Bijleveld (WE Consult)

Gevolgen van overstromingen voor het drinkwaterleidingnet KWR heeft onderzocht welke delen van het drinkwaterdistributienet potentieel kwetsbaar zijn voor overstromingen. Grote effecten op de drinkwaterlevering (los van eventuele effecten op de productielocaties) zijn alleen te verwachten voor grootschalige overstromingen die gepaard gaan met extreme weersomstandigheden en dijkdoorbraken. Bij lokale overstromingen zullen gevolgen beperkt zijn. Door Jojanneke van Vossen-van den Berg en Bas Wols (KWR Watercycle Research Institute)

Het Leerteam: samen innoveren in het beheer en onderhoud van rivieren en kanalen In het prestatiecontract Beheer en ­Onderhoud IJsseldelta en ­Twentekanalen is een ‘Leerteam’ opgenomen. De contractpartijen gaan hierin gezamenlijk op zoek naar innovaties om het beheer en ­onderhoud van het gebied duurzamer en betaalbaarder te maken. De effectiviteit van het Leerteam kan onder andere vergroot worden door onder andere de gecreëerde meerwaarde beter inzichtelijk te maken en verder in te zetten op doorwerking van innovaties. Door Heleen Vreugdenhil (Deltares, Technische Universiteit Delft) Astrid Bout (Radboud Universiteit, Rijkswaterstaat), Yuri Wolf (Rijkswaterstaat), Koen Olde Monnikhof (Rijksuniversiteit Groningen), Marja Hamilton (Rijkswaterstaat)

NR4 MEI 2019

iStockphoto

Meer weten?

Naast vakblad H2O is er een complete website met het meest actuele ­(water) nieuws, watervacatures en H2Ovak­artikelen, voor wie de verdieping zoekt. Deze H2O- vakartikelen zijn geschreven door waterprofessionals. Op deze pagina een overzicht van de meest recente artikelen die op de site www.h2o-waternetwerk.nl zijn ­verschenen. De verbreding van citizen science in de watersector Burgers worden in toenemende mate betrokken bij onderzoeksprojecten in de watersector. Deze vergelijkende studie laat zien dat citizen science niet alleen extra data oplevert, maar ook een positief effect heeft op het waterbewustzijn en op het vertrouwen van burgers in drinkwater­ bedrijven en de kwaliteit van (kraan)water. Door Stijn Brouwer, Laurens Hessels (KWR Watercycle Research Institute), Leon Kors (Waternet), Hedwig van Berlo (WML), Ruud van Nieuwenhuijze (Brabant Water)

Ondergrondse wateropslag in aquifers als bron voor irrigatie: kostentechnisch interessant? Ondergrondse wateropslag kan een ­oplossing zijn voor een tekort aan zoet ­oppervlaktewater voor de tuinbouw in droge perioden. De realisatie, bedrijfs­voering en werkelijke kosten van vier recent ontwikkelde, zeer uiteenlopende systemen hiervoor zijn gedurende meerdere jaren gemonitord. Door Koen Zuurbier (Allied Waters, KWW Watercycle Research Institute), Govert ter Mors (Universiteit Utrecht, thans Nelen en ­Schuurmans), Friso van Bijnen (Arcadis, thans AECOM)

Medicijnen binden in het toilet: ­CatchAmed In een TKI-project is het adsorbens ­CatchAmed ontwikkeld, dat specifiek bepaalde medicijnen uit het water kan binden. In plaats van een extra z­uiveringsproces op een RWZI zouden medicijnen zo ook al bij de bron, in het toilet, zodanig kunnen worden vastgelegd dat ze op een RWZI goed te verwijderen zijn. Door Roberta Hofman-Caris, Patrick Bäuerlein (KWR Watercycle Research Institute), Harry Tolkamp (KWR Watercycle Research Institute, waterschap Limburg), Bartek ­ Prusisz (Sibelco)

Bemonsterings- en voorbehandelings­ effecten bij kwantificering zware metalen en zilvernanodeeltjes in oppervlakte­ water Recentelijk is een nieuwe en ­makkelijke voorbehandelingsmethode (‘cloud point-extractie’) voor het bepalen van zilvernanodeeltjes ontwikkeld en voor het eerst in een aantal monsters van een ­Nederlandse waterstroom toegepast. Naast de bepaling van zilvernanodeeltjes zijn met behulp van inductief ­gekoppelde plasmamassaspectrometrie ook ­elementconcentraties in dezelfde monsters na diverse monstervoorbehande­ lingen vastgesteld. Door Rob Ritsema (Stichting Waterproef), Petra Krystek (TNO, Vrije Universiteit), ­Andreas ­Wimmer, Michael Schuster (Technische ­Universiteit München)

De relatie tussen kalkafzetting, mangaan en klanttevredenheid In het algemeen zijn de klanten van Vitens erg tevreden over hun drinkwater. Toch zijn er verschillen. Het duidelijkst komt dit naar voren in de mate van kalkafzetting van het water. Uit de klantonderzoeken is duidelijk naar voren gekomen dat investeren in ­waterkwaliteitsverbeteringen voor klantgerichte parameters leidt tot een hogere klanttevredenheid. Martijn Tas, Marcel Lips (Vitens)

Van elk nieuw artikel op H2O-Online een ­melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o. De ambitie om een H2O-vakartikel te schrijven? Kijk op onze website voor de auteursinstructies. En stuur uw artikel naar redactie@h2owaternetwerk.nl


(ADVERTENTIES)

Voor waterprofessionals. Elke dag.

Läckeby warmtewisselaars: recuperatie en hergebruik van water en energie

Teveel warmte gaat nog verloren in bedrijven. Zorgeloos warmte recupereren uit diverse slibstromen, maar ook uit andere hoog viskeuze vloeistofstromen. Onderhoudsvriendelijk, verstoppingsongevoelig, minimale footprint.

H2O media

H2O online: actueel waternieuws op website en social media. H2O nieuwsbrief: twee keer per week met het laatste waternieuws, vacatures, vakartikelen en wateragenda. H2O vakblad: maandelijkse vakinformatie over de watersector. Met interviews, achtergronden, reportages en vakartikelen.

Water Matters: kennismagazine met wetenschappelijke artikelen over belangrijk onderzoek met uitzicht op praktische toepassing. Als bijlage bij H2O vakblad, in Nederlands en Engels (online).

Roto-Sieve trommelzeven: verwijderen van vaste deeltjes en vezels uit afvalwater en proceswater

Roterende trommelzeven voor de verwijdering van vaste stoffen uit diverse afvalwater- en proceswaterstromen. Doeltreffend, duurzaam en onderhoudsvriendelijk.

Watervacatures.nl voor alle vacatures in de watersector (info@watervacatures.nl)

H2O is een uitgave van Koninklijk Nederlands Waternetwerk Aanmelden of abonneren via h2owaternetwerk.nl Adverteren: dm@mooijmanmarketing.nl

Task Industriële Milieutechnieken – Kerkhofstraat 33 - 2220 Heist-opden-Berg – België - +32 15 242115 - info@task.be – www.task.be Exclusief Benelux verdeler Roto-Sieve en Läckeby Zweden


WATERNETWERK

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS ­

Agenda@Waternetwerk KNW-activiteiten Meer info en aanmelden: www.h2owaternetwerk.nl tenzij anders vermeld. 9 MEI, VEENENDAAL Community of Practice Beheer en ­Onderhoud en Klimaatverandering – zijn we op de toekomst voorbereid? 10 MEI, AMERSFOORT Kunstmatige intelligentie en de water­ sector. KNW voorjaarscongres i.s.m. Wateropleidingen 14 MEI, DELFT NKWK congres 5 jaar opbrengsten en ontwikkelingen https://waterenklimaat.nl/conferentie/ 16 MEI, DEN HAAG Cocreatie in internationale context: ­kennismaken met internationaal werken aan water voor aankomende en jonge ­waterprofessionals 6 JUNI, ZWOLLE Flexwerken met jongKNW en jong Zwolle. 23 MEI, DE BILT Sleutels tot succes bij klimaatadaptatie – symposium. 23-27 JUNI, DELFT Anaerobic Digestion Conference AD2016 www.ad16conference.com 16 SEPTEMBER, PETTEN Excursie: Van Zwakke Hondsbossche en Pettemer Zeewering naar sterke ­Hondsbossche Duinen.

Wilt u een activiteit voor waterprofessionals aanmelden voor de H2O-agenda? Mail dan naar: info@waternetwerk.nl

NR4 MEI 2019

Excursie: hoe kwamen de Hondsbossche Duinen tot stand? Er is een intensief traject voorafgegaan aan de keuze om de laatste Zwakke Schakel van de Nederlandse kust te versterken met zand: Building with nature. Tijdens de middagexcursie op 16 september neem je kennis van de overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, geven een kijkje in de keuken van de intensieve voorbereiding, samenwerking, planproces en tonen natuurlijk met trots het resultaat. Anita Willig en Ben Eenkhoorn van het Hoogheemraadschap Hollands Noorder­ kwartier zullen je het verhaal vertellen over de totstandkoming en vervolgens de ontwikkeling van dit fraaie stukje nieuw Nederland. Uiteraard ga je het ook zelf beleven. Stap de oude Pettemerzeedijk over en ervaar hoe het is om op een breed, natuurlijk ingericht strand- en duingebied te lopen. Aanmelden kan via www.h2owaternetwerk.nl, zie KNW events.

Bouwen aan het dak van de toekomst Met partners van het Nationaal Daken Plan en Nieuwe Vrienden bouwen we verder op het zaaigoed van 28 maart en zetten we het Nationaal dakplan stevig in de steigers door maatschappelijke opgaven en nieuwe invalshoeken en doelgroepen te verbinden. De Werkconferentie wordt georganiseerd samen met KNW en STOWA. Om alvast te noteren in je agenda: 25 september.

Klimaatadaptatie: sleutels tot succes Dé Risicodialoog voor klimaatadaptatie bestaat niet, dus de verwachting is ook dat dé aanpak niet bestaat. Wat kunnen we leren van succesvolle maatwerkprojecten, wat zijn hun sleutels tot succes? Op donderdag 23 mei 2019 staan deze vragen ­centraal tijdens een symposium in de Bilt, op het landgoed van Sweco Nederland. “Wat we met dit symposium willen bereiken is dat we elkaar inspireren vanuit ‘sleutels tot succes’, zodat we met elkaar steeds beter in staat zijn om aan de slag te gaan met klimaatverandering.” Aanmelden via KNW Events op www.h2owaternetwerk.nl.

Save the date: op 29 november KNW Najaarscongres over Klimaat en Droogte

47



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.