Oefenvragen en antwoorden bij blok 3 een wereld van verschil
1. Wat is een multinational? Een multinational is een bedrijf met vestigingen in meerdere landen 2. Noem 5 multinationals Shell, Yamaha, Philips, McDonald’s, Heineken, Sony. 3. Noem drie redenen waarom multinationals in verschillende landen
fabrieken neerzetten. Een bedrijf kijkt naar de lonen in het land, kijkt of er vraag is naar het product, kijkt of het dicht bij de grondstoffen kan zijn, kijkt of vervoer goed mogelijk is. 4. Leg uit wat lage lonen landen zijn.
Lage lonen landen zijn landen waar de mensen heel erg weinig verdienen. (Soms minder dan twintig euro per maand) 5. Geef drie voorbeelden van lage lonen landen
Je kunt denken aan al de derde wereldlanden en ook sommige Oost Europese landen. Bijvoorbeeld: Vietnam, Indonesië, India, Brazilië, Hongarije, enz. 6. Welke landen zijn in deze les de “Aziatische tijgers?”
Japan, Zuid Korea, Hongkong, Taiwan, Singapore. 7. Waarom worden deze zo genoemd? Aziatische tijgers”zijn landen in Azië met een sterke economie. Deze landen bouwden een sterke eigen industrie en exporteren veel producten. 8. Waarom heeft Heineken een fabriek in Ho Chi Minhstad? De lonen zijn hier laag en het grote China is vlakbij. Heineken hoopt dat alle Chinezen haar product willen kopen. 9. Sommige bedrijven verkopen alleen via internet. Waarom doen ze dat?
Verkopen via internet is voor een bedrijf goedkoper. Ze hebben dan minder personeel nodig en hoeven geen huur voor een winkelpand te betalen. 10. Wat zijn de voordelen van kopen via internet voor consumenten? Je kunt op elk uur van de dag winkelen. Je hoeft niet uit je luie stoel, je kunt het product misschien iets goedkoper krijgen dan in de echte winkel, je kan makkelijker veel winkels “bezoeken.” Je kunt makkelijker producten vergelijken. 11. Wat zijn de nadelen? Je kunt het product niet “echt” zien. Een foto kan mooier zijn dan het echte product. Je mist misschien de “fun”van het shoppen.Je weet nooit zeker of het product na betaling echt bezorgd gaat worden. 12. Een “gewone”winkel (denk aan de fietsenzaak op de hoek), kan ook een
website hebben. Wat zou er op kunnen staan? De producten die de winkel heet, de prijzen ervan, informatie over de producten, de openingstijden van de winkel, het adres van de winkel.
13. Waarom heeft een “gewone winkel” ook iets aan een eigen website? Zo weten meer mensen waar de winkel is. Veel mensen kijken eerst op internet voor ze iets gaan kopen.
14. Bekijk de PowerPoint van de les nog eens!
15. Lees de links op onze aardrijkskunde pagina!