klusje werkje karweitje. wind storm orkaan. helpen bijstaan – ondersteunen. collecteren (geld) inzamelen (geld) ophalen. 5. poetsen schoonmaken reinigen. 6. trillen bibberen beven. 7. gissen raden gokken. 8. aangenaam fijn prettig. 9. aanvang begin start. 10. loon salaris honorarium. 11. snel vlug rap. 12. verpleger verpleegkundige verpleger ziekenbroeder. 1. 2. 3. 4.