Werkconferentie aardgasvrije regio Arnhem-Nijmegen

Page 1

Werkconferentie aardgasvrije regio Arnhem-Nijmegen Nederland gaat van gas los In 2050 moeten al onze woningen en bedrijven op een andere manier worden verwarmd. We hebben dus iets meer dan dertig jaar om deze klus te klaren. Het is een mega-opgave en daarbij hebben we iedereen en alle technieken nodig. De regio Arnhem-Nijmegen moet ook aan de slag Het voordeel is dat in beide steden warmtenetten zijn aangelegd die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de uitfasering van aardgas. Werkconferentie Op de werkconferentie van 24 mei op Landgoed Avegoor waren 75 vertegenwoordigers van overheden, bouwbedrijven, woningcorporaties, warmtebedrijven en burgerinitiatieven aanwezig. Het doel was te komen tot een gedeelde aanpak voor de warmtetransitie. Tijdens de opening vertelde Jan van der Meer over de warmtetransitie in Nederland. Jan is aangesteld als warmteregisseur voor de regio ArnhemNijmegen om versnelling te brengen in deze transitie. Na zijn inleiding werden opvattingen, plannen en ideeën uitgewisseld en de diepte ingegaan met wijken die als eerste over kunnen schakelen op all electric oplossingen dan wel warmtenetten. De warmtekansenkaart voor Arnhem en Nijmegen werd gepresenteerd en de kansen besproken. Tijdens het bestuurlijk gedeelte op 31 mei werden deze kansen toegelicht en besproken. Afgesproken werd om in vervolgsessies de kansen proberen om te zetten naar concrete projecten. De warmteregisseur noemde vier redenen waarom we van aardgas af moeten: 1. Klimaatakkoord Parijs. Om mondiaal binnen 1,5°C tot 2°C klimaatopwarming te blijven moet de CO2-uitstoot tot 2050 grotendeels zijn afgebouwd. Dit betekent dat we afscheid moeten nemen van aardgas, een fossiele brandstof. 2. Vanwege de aardbevingen in Groningen. Als daar de nationale gaskraan dicht moet dan zal dat ook bij ons thuis moeten. 3. Geopolitieke redenen. We willen niet voor onze energievoorziening afhankelijk zijn van bijvoorbeeld Rusland. 4. De gasnetwerken zijn aan vervanging toe. Deze zijn in de jaren ’60 en ’70 aangelegd en moeten geleidelijk aan worden vervangen. Het is niet doelmatig om deze te vervangen als aardgas in de nieuwe afschrijftermijn onwenselijk is of opraakt. Volgens Jan van der Meer is er dus voor elke politieke kleur wel een reden om dit te willen. Doe je het niet voor het klimaat, doe het dan voor Groningen. Doe je het niet voor Groningen, doe het dan om geopolitieke redenen. Samenwerkingsovereenkomst In 2014 hebben vijf partijen – provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem en Nijmegen, Nuon en Alliander – een samenwerkingsovereenkomst getekend. Doel was te komen tot warmtenetten voor in totaal 90.000 woningen of het equivalent daarvan. In totaal zijn er reeds 26.000 woningequivalenten in de regio Arnhem-Nijmegen aangesloten. De warmteregisseur gaat versnelling brengen in het realiseren van dit doel maar tegelijkertijd is geconstateerd dat er behoefte bestaat aan een bredere scope. Het doel wordt steeds meer om aardgas uit te faseren in de gebouwde omgeving. Dat kan niet alleen met warmtenetten maar moet ook met all electric maatregelen of in beperkte mate met biogas. De warmteregisseur heeft voor de vijf samenwerkende partijen een plan van aanpak opgesteld voor zijn werkzaamheden in de komende twee jaar. Dit Plan van Aanpak is hier te downloaden. ….. Aanpak Arnhem In Arnhem, Duiven en Westervoort zijn al zo’n 25.000 woningequivalenten aangesloten op een warmtenet, dat gevoed wordt met warmte van de afvalenergiecentrale AVR te Duiven. Dit grote warmtenet zorgt voor een CO2-reductie van zo’n 85% ten opzichte van de situatie dat deze woningen zouden worden verwarmd met gasgestookte ketels. Arnhem wil het warmtenet graag uitbreiden, onder meer naar het Rijnstate ziekenhuis en Burgers’ Zoo: de noordtak. Arnhem laat verder door CE Delft een inventarisatie maken van de meest kosteneffectieve alternatieven voor aardgas per wijk. Uitfaseren van aardgas is ook een sociale opgave, bewoners kunnen bijvoorbeeld niet meer koken op aardgas. De gemeente heeft twee wijken aangewezen om hierover met bewoners in gesprek te gaan: Spijkerkwartier en Immerloo. Er is een samenwerkingsovereenkomst getekend met Alliander DGO om met een bottom-up


benadering te proberen de bewoners in deze wijken warm te krijgen voor de warmtetransitie. Hieruit volgt een ‘Arnhemse aanpak’ die vervolgens in de overige wijken kan worden toegepast. Aanpak Nijmegen Het warmtenet in Nijmegen is gestart met de levering van warmte aan de nieuwbouwwijken Waalsprong en Waalfront. Afvalenergiecentrale ARN levert de warmte. Intussen zijn zo’n 4.600 woningen van de 14.000 aangesloten, maar er is potentie voor totaal zo’n 30.000 woningequivalenten in Nijmegen. Naast nieuwbouw, moet het warmtenet een rol gaan betekenen in de bestaande stad voor zowel woonhuizen als bedrijfspanden. Het idee is het warmtenet door de bestaande stad te leiden via een soort warmterotonde. Nijmegen heeft door CE Delft een inventarisatie laten maken naar de meest effectieve warmteoplossing per wijk. De gemeente heeft de Green Deal aardgasvrije wijken ondertekend en in die deal de wijk Hengstdal aangewezen als een van de eerste wijken om de verkenning naar een aardgasvrije wijk te starten. Deze wijk is voorbestemd om helemaal all electric te worden. Naast Hengstdal, gaan we ook aan de slag in de wijken Bottendaal en Zwanenveld. Voor deze pilotwijken gaan we samen met de stakeholders uit de buurt verkennen hoe we kunnen komen tot een aardgasvrije wijk middels een warmtenet of een all electric oplossing. Deep dive sessies Deep-dives sessies zijn bijeenkomsten waarin met professionals dieper in de materie wordt gedoken. Tijdens de werkconferentie werden de resultaten van de deep-dive sessie voor een tweetal wijken gepresenteerd: Hengstdal in Nijmegen om op all electric over te gaan en Elderveld in Arnhem voor een warmtenet. De verdiepingssessies hebben veel informatie, knelpunten en dilemma’s naar boven gebracht. Hengstdal Nijmegen Eppie Fokkema van het Gelders Energie Akkoord vertelde over de deep dive sessies met Hengstdal. Een moeilijke wijk om all electric te krijgen vanwege de woningen uit de jaren ’20 en ’30 en het beschermd stadsgezicht. De kosten zijn dan ook aanzienlijk en daarom is het belangrijk dat de prijzen naar beneden gaan. Dat kan bijvoorbeeld via opschaling en gezamenlijk aanbesteden. Er is een strategie bedacht voor een gefaseerde aanpak. Mensen moeten dan wel in 2030 warmtepomp-ready zijn. Vanaf dat moment is namelijk het aardgasnetwerk afgeschreven. Elderveld Arnhem Carla Roghair van Alliander Liandon en Marc van de Burght van de gemeente Arnhem gaven de presentatie. Met deze deep dive werd beoogd te onderzoeken of Elderveld aangesloten kan worden op het Arnhemse warmtenet en wat de kansen zijn voor een all electric aanpak. In de voorbereidende sessies heeft Liander aangegeven het gasnet op korte termijn alleen te willen vervangen in slechts een deel van de wijk. Het gaat om een deel met gestapelde bouw, winkelcentrum en een kleine buurt met grondgebonden woningen. Voor beide opties is een eerste financiële verkenning gemaakt. Geadviseerd wordt om de case verder te verdiepen met een HEAT-sessie om gezamenlijk te bekijken of een warmtenet uit kan in Elderveld. Hengstdal Dit is de eerste wijk in Nijmegen waar een verkenning is gestart om te komen tot een volledige all electric aanpak. Dat is geen gemakkelijke opgave omdat hier ook woningen staan uit de jaren ’20 en ’30 en de wijk is gedeeltelijk beschermd stadsgezicht. Dat betekent dat niet overal een gevel ervoor kan worden geplaatst en de isolatie al gauw aan de binnenkant moet plaatsvinden. Als all electric in deze wijk kan, dan kan het overal, werd door iemand geopperd. Aansluiten op een warmtenet is vooralsnog geen optie. Het warmtenet ligt daarvoor te ver weg, warmte is in het Cegoia-model vergeven aan andere wijken en het net is lastig te realiseren in deze buurt vanwege smalle straten en de bomenstructuur. Liander heeft goed naar de aardgasleidingen en de gasaansluitingen gekeken en geconstateerd dat deze nog niet aan vervanging toe zijn. Wel zijn ze rond 2030 afgeschreven en dat heeft de werkgroep dan ook maar aangehouden als einddatum voor het aardgas in de wijk. Voor verzwaring van het elektriciteitsnetwerk moet gerekend worden op zo’n twee miljoen aan kosten die met de huidige systematiek worden gesocialiseerd op alle huishoudens in het Liander-gebied. Het architectenbureau Twee Snoeken uit Den Bosch heeft in opdracht van woningcorporatie de Gemeenschap en op eigen initiatief een aantal woningtypes uit de wijk gedigitaliseerd met hun programma Woonconnect. Vervolgens hebben ze berekeningen gemaakt hoe deze woningen aardgasvrij kunnen worden gemaakt en wat de kosten daarvan zijn. In totaal hebben ze voor 80% van de 3500 woningen (waarvan 1/3 koopwoningen) een berekening kunnen maken. De kosten zijn behoorlijk. De


gemiddelde kosten variëren van €47.000 tot €61.000,- (afhankelijk van soort warmtepomp) met €30.000 tot €40.000 onrendabel. Daarbij is echter niet gerekend met schaalvoordelen, de EPV-vergoeding (investering voor een deel te verrekenen met de huurder) en levensduurverlenging waardoor de gemiddelde onrendabele top in werkelijkheid lager zal zijn. De totale kosten komen in het uiterste geval neer op €192 miljoen voor 80% van de woningvoorraad in Hengstdal. Omdat iedereen inziet dat dit op dit moment geen reële optie is, is door het bureau Over Morgen nagedacht over een gefaseerde aanpak. De corporaties Standvast en de Gemeenschap en particuliere woningeigenaren kunnen tot aan 2030 beginnen met pilots voor woningen die meteen aardgasvrij worden. Deze pilots kunnen steeds grotere projecten worden. Door gezamenlijk aan te besteden kunnen de kosten omlaag en kunnen mogelijk particulieren aanhaken. Particulieren kunnen individuele no regret maatregelen treffen zoals vloerisolatie en koken op inductie. Bij grotere renovaties kan men denken aan nieuwe kozijnen met driedubbelglas, dakisolatie etc. Tot aan 2030 moet in ieder geval de warmtevraag teruggebracht worden en in 2030 moet dan iedereen als het ware warmtepompproof zijn. De woningen kunnen dan massaal (via collectieve inkoop) aan de warmtepomp of over op een techniek die misschien rond die tijd nog beter is. Of zo’n strategie werkbaar is wordt de komende tijd verder uitgewerkt. Elderveld Met deze deep dive werd beoogd te kijken of Elderveld aangesloten kan worden op het Arnhemse warmtenet en wat de kansen zijn voor all electric. In de voorbereidende sessies heeft Liander aangegeven het gasnet op korte termijn niet te willen vervangen. Veel leidingen en gasaansluitingen zijn juist een paar jaar geleden vervangen. Er is vervolgens gekozen voor slechts een deel van de wijk, met gestapelde bouw en een winkelcentrum. Vooral de appartementencomplexen van wooncorporatie Volkshuisvesting zijn interessant vanwege collectieve ketels in deze flats. Deze zijn makkelijk aan te sluiten op een warmtenet en vormen daarmee het zogeheten laaghangend fruit. Verder zijn er een aantal VVE’s in het beoogde gebied en een buurtje met grondgebonden particuliere woningen uit de jaren ’80. Naast het winkelcentrum is er nog wat maatschappelijk vastgoed van de gemeente. Voor een goede vergelijking is eveneens gekeken naar de kosten voor een all electric aanpak. Die zijn behoorlijk. Ingeschat wordt dat het gemiddeld zal liggen tussen de €30.000,- en €50.000,- per woning. De kostenstructuur voor een collectief warmtenet is anders. Het gaat dan om de kosten van een transportleiding, het distributienet in de wijk en de inpandige kosten in de woning. Dat laatste zal ongeveer €10.000,- tot €15.000,- per woning kosten. Het warmtenet in totaal komt neer op zo’n €13 miljoen en dat moet worden terugverdiend met een Bijdrage Aansluitkosten per woning en het tarief voor de warmte. Een voorzichtige eerste inschatting is dat hier een onrendabele top op zit van zo’n €2-4 miljoen. Advies is om met woningcorporaties en particulieren met Alliander een HEAT-sessie te organiseren. Met deze tool kan gezamenlijk een businesscase worden gemaakt. Het laat namelijk heel inzichtelijk zien dat als iedereen meedoet de kosten per aansluiting zullen dalen. Warmtekansenkaart Het Bureau Over Morgen heeft in opdracht van het warmteprogramma een warmtekansenkaart gemaakt voor Arnhem en Nijmegen. Deze is gepresenteerd tijdens de werkconferentie. Op de kaart is te zien waar laaghangend fruit zit voor het warmtenet en voor all electric toepassingen. Bij warmte gaat het om grote warmtevragers als ziekenhuizen, kantoren en flatgebouwen. Indien daar ook blokverwarming bij zit dan behoort zo’n gebouw bij de grootste kanshebbers voor een warmtenet. Rondom het laaghangend fruit zijn contouren getekend waardoor er zogeheten warmte-eilanden ontstaan, waarmee ook het aanhangend fruit kan worden meegeteld voor het warmtenet. In totaal komt Over Morgen tot warmte-eilanden voor in totaal 165.000 woningequivalenten (inclusief de glastuinbouw in Next Garden met 28.000 WEQ) waarmee ruimschoots de doelstelling van 90.000 WEQ gehaald kan worden. Bij all electric gaat het met name om rijtjeswoningen tussen 1950 en 1990 met een hoog gasverbruik. Daarbij wordt op de kaart onderscheid gemaakt tussen corporatiebezit en particulier bezit. Op de kaart zijn tevens de (potentiele) warmtebronnen te zien, de tracés van de warmtenetten en de beoogde tracés. Verder is te zien waar verouderde gasnetten en gasaansluitingen zitten en voor Arnhem en Nijmegen zijn ook de cegoia-kaarten van CE delft opgenomen zodat met die kennis erbij heel goed een ontwikkelstrategie valt te maken. Op termijn is de kaart verder te verbeteren met concretere kennis over het verbruik in de woningvoorraad van o.a. de woningcorporaties. Nu is het verbruik weergegeven op basis van kengetallen. Ook is de kaart uit te breiden met de investeringsmomenten van corporaties en gemeente. Op deze manier ontstaat een handzame atlas die voor particulieren en bedrijven goed valt te raadplegen. De provincie neemt de tool over en zal op termijn de gegevens openbaar maken.


In een viertal sessies zijn de gedefinieerde kansen besproken en uiteindelijk zijn er 16 kansen voor warmte en all electric in Nijmegen geformuleerd en 24 voor Arnhem. Deze zullen in een later stadium verder worden uitgewerkt en verbonden worden aan verschillende trekkers.

Kansen Nijmegen Voorbeeld Dukenburg Het stadsdeel Dukenburg vormt een bijzondere kans om aardgas uit te faseren. Hier komen namelijk een aantal zaken bij elkaar. Op sommige plekken moet het gasnet en de gasaansluitingen worden vervangen. Er is veel corporatiebezit. Het stadsdeel is in de jaren ’70 gebouwd en toe aan grootschalige renovatie. Er liggen hier kansen voor het warmtenet (vooral de hoogbouw) en voor all electric (rijtjeswoningen) waardoor mensen straks zelfs kunnen kiezen. Volgens het onderzoek van CE Delft liggen hier tevens kansen voor geothermie. Advies is om te gaan voor een integrale gebiedsgerichte aanpak. Kansen voor Arnhem Voorbeeld Immerloo De wijk Immerloo valt uiteen in Immerloo I met laagbouw en Immerloo II met hoogbouw. Het hoogbouwgedeelte van woningcorporatie Volkshuisvesting is ongetwijfeld laaghangend fruit voor het Arnhemse warmtenet. Er ligt nu al een klein warmtenetje op een WKK-installatie. Deze is aan vervanging toe en het warmtenet van Nuon ligt in de buurt. De vraag is of Immerloo I ook aangesloten dient te worden op het warmtenet. Daar liggen ook kansen voor all electric. Een nadere verkenning moet uitwijzen wat de beste methode is. Workshops: Geothermie – door Harmen Mijnlieff van TNO Bij geothermie gaat het om warmte in de bodem. Grofweg kan men uitgaan van een toename van de temperatuur met 30°C per kilometer. Dus voor een hogetemperatuurwarmtenet moet je al gauw naar een diepte van meer dan 3 km. De regio lijkt kansrijk te zijn voor geothermie op een diepte van ongeveer 5 km in de Kolenkalk laag. Indien een put kan worden geslagen, gaat deze grofweg 30 jaar mee. De eerste opgave is seismisch onderzoek. Dat onderzoek alleen al kost een paar miljoen en een boring al gauw € 40 miljoen. Het is nog een lange weg te gaan tot er daadwerkelijke winning kan plaatsvinden met veel financiële risico’s. Smart grids in all electric wijken – door Martijn Bongaerts van Alliander De warmtetransitie met all electric oplossingen brengt meer vraag naar elektriciteit met zich mee. Dit gaat gepaard met flinke verzwaringen van het elektriciteitsnet. Wie gaat de verzwaring van het elektriciteitsnet betalen als er meer elektriciteit wordt gevraagd? Er zijn ook slimme oplossingen mogelijk zoals buurtbatterijen en ‘peaktrashing’ (energie van zonnepanelen wordt afgetopt op het moment dat er


te weinig vraag naar elektriciteit is en transportcapaciteit duurder is dan de waarde van de zonnestroom). Goed nieuws is dat de prijs van accu’s momenteel met 20% per jaar dalen. Partijen moeten hun energiekeuzes maken in overleg met de netbeheerders zodat het maatschappelijk belang via de netbeheerder meer betrokken wordt en we als maatschappij de goedkoopste oplossingen kunnen vinden. Open infrastructuur warmtenetten – door Silke Nieuwenhuis van Nuon De stap naar stadswarmte levert in de regio Arnhem-Nijmegen meteen een CO2-reductie op van zo’n 75 tot 85%. Stadswarmte ontwikkelt zich vervolgens stapsgewijs naar volledige CO2-vrije warmte. Nuon wil het net openen voor nieuwe duurzamere bronnen. Op termijn kunnen mensen dan kiezen uit verschillende typen warmte: of je kiest voor bijvoorbeeld warmte van de afvalenergiecentrale of warmte uit een biomassacentrale. Bestaande bronnen moeten wel worden gecompenseerd als ze een stapje opzij moeten doen voor nieuwe duurzamere bronnen. Wie de warmtenetten moet beheren en bezitten blijft een punt van discussie en daar zal op Rijksniveau een standpunt over moeten worden ingenomen. Lage temperatuur warmtewinning – door Barry Scholten van IF Technology Op steeds meer plaatsen wordt warmte en koude uit oppervlaktewater in combinatie met een gemaal, een WKO-installatie of warmtepomp gebruikt om gebouwen te verwarmen of te koelen. Er is in Nederland een groot potentieel aan energie uit oppervlaktewater en gebouwen die zich binnen 100 meter van het oppervlaktewater bevinden. Binnen deze afstand zijn de investeringen voor aanleg van het energiesysteem meestal binnen 8 á 10 jaar terugverdiend. In Arnhem ligt een gemaal die in combinatie met een warmtepomp warmte en koude kan leveren aan 1.400 woningequivalenten in de wijken Vredenburg en Kronenburg. Met een hogetemperatuur warmtepomp kan warmte van 70°C geleverd worden. Het commerciële vastgoed in de wijk heeft een grote koelvraag en de wijk kampt met hitte-stress. Met dit systeem kunnen de koelmachines van de daken, zullen de zonnepanelen op het dak beter renderen en zal het gebied koeler worden. Er wordt gesproken met partijen in het gebied. Wellicht zijn er mogelijkheden om het hoge temperatuur warmtenet van Nuon erbij te betrekken voor hybride oplossingen en keuze mogelijkheden voor de afnemers. De rol van afvalverbranding in de warmtetransitie – door Michiel Timmerije van AVR De twee afvalenergiecentrales in Duiven (AVR) en Weurt (ARN) leveren de warmte aan de twee warmtenetten in de regio. Met deze netten worden CO2-reducties bereikt tot 75% (ARN) tot 85% (AVR). Op de ladder van Lansink staat verbranden voor energieopwek nog boven storten. Dus indien afval niet meer op een andere manier kan worden verwerkt dan is het maken van energie uit afval een goede oplossing. Ook als we veel meer gaan recyclen blijven er altijd nog restfracties over. In feite is het inzetten van afvalverbranding voor een warmtenet het sluitstuk van de circulaire economie want er wordt nog iets nuttigs gedaan met de vrijkomende warmte. Een lock-in situatie is te voorkomen door te gaan voor een regionaal warmtenet en invoeding op termijn van duurzame bronnen als geothermie. Het zou mooi zijn als de regiogemeenten hun afval zodanig aanbesteden dat het in de regio blijft. NOM renovaties – door Nico van Ginkel van Portaal Portaal is partner van de Energiesprong en heeft in de regio Arnhem-Nijmegen veel ervaring opgedaan met Nul-op-de-Meter (NOM) woningen in zowel nieuwbouw als oudbouw. Het is een open en eerlijk verhaal van de (leer)ervaringen. De belangrijkste lessen:
 - het concept staat onder druk: nu nog te duur, bewoners zijn ontevreden over het uitvoeringsproces en tevreden over het eindresultaat; - het inzetten van een kwaliteitsteam heeft de resultaten aanzienlijk verbeterd; - het samenwerken met bijvoorbeeld andere woningbouwcorporaties om samen te kunnen leren is niet vanzelfsprekend; en dat is jammer! Bestuurlijke sessie Zo’n 25 bestuurders waren aanwezig bij het bestuurlijk gedeelte van de werkconferentie op 31 mei in een zaal van het provinciehuis. Gedeputeerde Jan Jacob van Dijk zat de bijeenkomst voor. De warmteregisseur hield een inleiding over datgene wat besproken is tijdens de werkconferentie op 24 mei in Avegoor. Hij eindigde zijn presentatie met een sterk pleidooi om gezamenlijk te komen tot actie. Daarbij nam hij Amsterdam als voorbeeld waar corporaties, Nuon, Alliander, het Rijk en de gemeente Amsterdam een citydeal hebben gesloten. De bestuurders konden stemmen op een aantal vragen. Op de vraag wat bestuurders graag als uitkomst zien van de bestuurlijke sessie was het antwoord verdeeld. Een derde wil dat regiogemeenten eveneens


aan de slag gaan met aardgasvrije wijken. Een derde deel wil meer regie van Arnhem en Nijmegen voor de uitwerking van de kansen voor aardgasvrije wijken en een derde wil meer commitment bij corporaties voor gezamenlijke deals. De warmtetransitie wordt pas een succes als alle partijen samenwerken en iedere partij een stap zet; over de eigen schaduw heenstapt. Het Rijk heeft daarbij een doorslaggevende rol. Zo zou de transportinfrastructuur van warmtenetten moeten worden bekostigd door het Rijk, omdat anders de businesscases van warmtenetten maar moeilijk rond komen. Ook verhoging van de gasprijs helpt om de concurrentiepositie van de alternatieven voor aardgas te versterken. De Amsterdamse citydeal werd door de warmteregisseur genoemd als voorbeeld hoe partijen tot een gezamenlijke deal kunnen komen. In de citydeal hebben een vijftal corporaties, Nuon, Alliander, het Rijk en de gemeente Amsterdam afgesproken dat corporaties nog dit jaar 10.000 woningen aanwijzen die van aardgas af moeten middels all alectric maatregelen dan wel middels aansluiting op een warmtenet. Binnen dit aantal zit minstens een wijk van 2.500 woningen en alle 10.000 woningen moeten voor 2020 zijn aangepakt. Tijdens het voortraject hebben de betrokken partijen een rekenexercitie achter de rug waarin is berekend wat het betekent om zelfs 100.000 corporatiewoningen aan te sluiten op het warmtenet. In de berekeningen is meegenomen dat huurders een korting krijgen van 10% op het warmtetarief en dat corporaties niet meer kwijt mogen zijn dan de vermeden ketelkosten. Voor dertig jaar is dat netto contact €3.000,-. Dus de aansluitkosten mochten niet hoger zijn dan dit bedrag. De warmtebedrijven kwamen echter niet verder dan €5.500,- waarmee een tekort ontstond van €2.500,- per woning. Dit bedrag is te overbruggen indien alle partijen een stap zetten. Daarvoor is een handig schema gemaakt: de lessen uit Amsterdam. Indien alle partijen een stap zetten en iets inleveren dan is zo’n businesscase te maken. De warmteregisseur legde de nodige stappen per partij uit en sprak de wens uit dat ook in deze regio de partijen willen komen tot een gezamenlijke deal. Het zou het warmtepact van de regio Arnhem-Nijmegen kunnen worden. Een aantal noties en uitspraken: • Keuzevrijheid klant? Binnen een warmtenetgebied kan zo’n 10% voor een warmtepomp kiezen zonder het bestaande elektriciteitsnet te zwaar te belasten. • De warmtenetten worden gevoed met warmte van afvalenergiecentrales. Hoe duurzaam en toekomstbestendig is dat? Volgens de ladder van Lansink is het verbranden van afval tbv energielevering beter dan storten. Haal je alleen maar elektriciteit uit het afval dan haal je maar 30% energie uit het afval. Lever je ook warmte dan neemt dit maar liefst toe tot 80-90%. Veel afval komt van recyclebedrijven die na het recyclingsproces restafval overhouden. Dus er zullen altijd wel restfracties overblijven. Afval is tevens een Europese markt geworden. De verbrandingscapaciteit in Europa is in balans met het aanbod aan afval, alleen de meeste AVI’s staan in Noord-west Europa. De AVR en ARN verwerken ook afval uit Groot-Brittannië en Italië waar men onvoldoende verbrandingscapaciteit heeft. Onderzocht is dat het transport naar en verbranden in onze regio nog altijd meer milieuwinst oplevert dan het storten daar. Je zou ook kunnen stellen dat deze landen de fase van verbranden beter over kunnen slaan en rechtstreeks toe kunnen werken naar een circulaire economie. Voor nu is het brandstof bij de AVI’s van bevriende naties en komt de energie niet uit kolen of olie van veel verder weg liggende en vijandige landen. Tot slot is er nog geothermie die ingezet kan worden indien verbranden van afval inderdaad eindig is. • Open netten? Verschillende sprekers vinden dat de netten open moeten zijn, dat er geen monopolieposities moeten zijn en dat er concurrentie op die netten plaats moet kunnen vinden zodat de consument een keuze heeft en de prijs kan dalen. Volgens Nuon gaat de vergelijking met elektriciteits- en gasnetten niet op, omdat warmtenetten te klein van omvang zijn. Mag het ook gefaseerd zijn? We willen open netten, maar laten we eerst starten met een warmtenet. Open kan altijd nog in de toekomst. Een aanwezige vindt dat warmte niet in handen moet zijn van commerciële bedrijven maar dat dit een belangrijke asset zou moeten zijn van de overheid. Deze discussie vindt ook plaats aan de Landelijke Warmtetafel. • Businesscase? De businesscases voor warmtenetten zijn lastig rond te krijgen. De backbone (transportnet) drukt zwaar op individuele businesscases. Het zou mooi zijn als het Rijk deze kosten socialiseert, bijvoorbeeld via een subsidie. Door CE Delft is uitgerekend dat de kosten voor transportnetten in Nederland bij 25% van de huishoudens op warmtenetten neerkomt op €30 miljoen kapitaalslasten per jaar. Dat valt in het niet bij de miljarden euro’s SDE subsidie die per


• •

jaar wordt uitgekeerd. Bovendien is de verhouding subsidie versus CO2-reductie bij warmtenetten erg positief. Belang van grote spelers in de businesscase? Vanwege de enorme volumes gasverbruik zijn spelers als ziekenhuizen ideaal voor afname van je product maar slecht voor de businesscase omdat deze grootverbruikers meestal een lage gasprijs betalen waarmee je moet concurreren. Andere kleinere afnemers op het warmtenet moeten dit als het ware compenseren. Referentiekader? Corporaties zijn gewend om in businesscases voor warmtenetten de prijzen te vergelijken met de oude situatie met gas. Maar dat zou eigenlijk niet meer moeten omdat we van aardgas af willen en gas dus niet meer kan dienen als referentiekader. Particuliere sector? Waarom wordt niet ook een beroep gedaan op de particuliere sector? Nu worden corporaties gezien als laaghangend fruit, moeten zij weer de kastanjes uit het vuur halen en betalen ze de hoofdprijs met de onrendabele top. Zo betalen de huurders, de meest kwetsbaren, een hogere prijs dan de particulieren die later volgen. Hoe leg je dat uit? Corporaties hebben echter veel bezit, de initiatiefnemers hebben daardoor een beperkt aantal partijen waarmee overlegd moet worden en corporaties kunnen beter en meer investeren met langere terugverdientijden (geduld investeerders). Particulieren kun je ook niet dwingen, terwijl met corporaties prestatieafspraken te maken zijn. Indien corporaties met groot onderhoud en renovatie aan de slag gaan, zouden particulieren in de nabije omgeving daarop mee kunnen liften. Maar veelal is het zo dat wie wacht uiteindelijk beter af is. Dus hoe zorgen we ervoor dat wachten niet wordt beloond? Een transitiefonds kan helpen om de onrendabele toppen te kunnen financieren. Isoleren? Bij all electric moeten de woningen eerst vergaand geïsoleerd zijn alvorens de techniek met bijvoorbeeld warmtepompen kan worden toegepast. Bij warmtenetten is het exact andersom. Dan voer je eerst de techniek in en ben je van het gas af, waarna je de woning verder kunt isoleren. Wordt er rekening gehouden met een veranderde warmtevraag? Nuon houdt in hun businesscases rekening met een lager wordende warmtevraag omdat de woningen steeds beter geïsoleerd worden. Hoe lager de warmtevraag in de woningen hoe lager de piekbelasting wordt in de winter en dat is gunstig voor de businesscase en de duurzaamheid (want minder verstook van gas in de hulpwarmtecentrales). Er geldt bovendien dat als er meer woningen op het warmtenet verder worden geïsoleerd, het warmtenet verder kan worden verdicht met de aansluiting van meer woningen. Regiogemeenten? In Westervoort is een derde van de woningvoorraad aangesloten op het warmtenet. Er wordt hulp aangeboden door wijken te begeleiden met het project Wijk van de Toekomst. In Overbetuwe zijn allerlei projecten maar nog geen strategie om grootschalig aardgas uit te faseren. Datzelfde geldt voor Zevenaar. Het is daarvoor een te grote opgave. Duiven wil wel maar is er ook voorzichtig in. Lingewaard heeft het speerpunt om de glastuinbouw Next Garden aangesloten te krijgen op het warmtenet. Vanwege dit project zijn ze ook gaan kijken in de omgeving. Zo is de wijk Zilverkamp toe aan een revitalisatie en moet het gasnet worden vervangen. Een ideale kanshebber dus voor aansluiting op het warmtenet. Het Rijnstate Ziekenhuis wil graag aangesloten worden op het warmtenet (noordtak Arnhem) en wil graag meewerken met corporaties door de warmtevraag te bundelen. Ze hebben wel haast.

Gedeputeerde Jan Jacob van Dijk sluit de bijeenkomst af met de conclusie dat er een tweetal vervolgbijeenkomsten moeten worden georganiseerd onder leiding van de warmteregisseur: - een bijeenkomst met regiogemeenten om te bepalen wat zij nodig hebben voor de warmtetransitie; - een bijeenkomst met woningcorporaties die graag verder willen met het warmtenet maar nog zitten met een aantal vragen. Hopelijk weten we na de zomer ook wat het nieuwe kabinet van plan is. Na de sessies kunnen we dan weer plenair bij elkaar komen.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.