Steeds meer en steeds vaker krijgt stedelijk gebied te kampen met twee aspecten van klimaatverandering;
wateroverlast en watertekort.
In Nederland wordt veel water in najaar en winter naar de zee afgevoerd, terwijl in voorjaar en zomer aanvoer van water nodig is en watertekorten kunnen optreden. Als er in de zomermaanden hevige neerslag valt, wordt dit snel afgevoerd om wateroverlast te voorkomen. Door klimaatverandering zullen de extremen toenemen, waardoor de kans op wateroverlast én watertekort groter wordt.
Het is daarom voor de hand liggend om na te gaan in hoeverre watertekorten en wateroverschotten met elkaar zijn te verbinden door een vorm van ‘actief voorraadbeheer’ toe te passen, om de nadelige gevolgen van extremer weer te beperken.