De Wondere Pluim, Antwerpen (2008)

Page 50

De kabouter die wou groeien Op een dag liep Jos in het bos. Hij was de kleinste kabouter van het dorp en was daar niet gelukkig mee. Hij ging raad vragen aan de andere kabouters. Ze zeiden: ‘Je moet naar de slimste en oudste kabouter gaan.’ ‘Maar hoe?’, vroeg Jos. ‘Hier, pak deze kaart. Je moet eerst langs de Kronkelbrug over de krokodillen, daarna kom je aan een splitsing. Maar ik weet niet meer of je naar links of naar rechts moet.’ Jos ging op weg. Hij kwam aan de Kronkelbrug over de krokodillen. Daar ging hij met een wip over. Toen kwam hij aan de splitsing en dacht: ‘Welke kant?’ Hij ging even zitten op een groene paddenstoel. Hij hoorde een stem. ‘Wie zit er op mijn hoofd, au!’ ‘Sorry!’ ‘Het is niets’, zei de paddenstoel. Jos begon te huilen. De paddenstoel zei: ‘Wat is er?’ ‘Ik ben de weg kwijt! Ik weet niet welke kant.’ ‘Waar moet je naartoe?’ ‘Naar de slimste en oudste kabouter.’ ‘Ah, dat weet ik. Het is naar rechts.’ Jos kwam bij de paddenstoel van de slimste en oudste kabouter en klopte aan. ‘Wie is daar?’ ‘Jos’, zei Jos.

50 | De Wondere Pluim | 2008 |


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.