
3 minute read
Pareltje V.L. van der Vinne
from HRLM 79
Magiestraets persoonen tot Keulen en Gemeene vrou-dracht tot Keulen (krijttekening, V.L. van der Vinne).
Pareltjes uit het Noord-Hollands Archief
Advertisement
Vincent Laurensz van der Vinne een Haarlemse kunstschilder op avontuur
Op 5 maart 1894 werd het gemeentearchief van Haarlem verrijkt met twee 17de-eeuwse handschriften, overhandigd door de heer W.O.E. van der Vinne van Lee. Een handgeschreven brief van archivaris A.J. Enschedé, die aan een van deze handschriften was toegevoegd, getuigt van deze overname.

Titelblad ‘Dagelijckse aentekeninge’.

Anne de Tournon de Meyres in habijt (krijttekening, V.L. van der Vinne).
Beide handschriften kunnen we bestempelen als reisdagboeken, een zogenaamde kladversie en een versie in netschrift van de hand van de Haarlemse kunstschilder Vincent Laurensz van der Vinne (1628-1702).
In de 17de eeuw was het gebruikelijk dat jonge mannen van stand een Grand Tour maakten door Europa, mede om kennis te maken met de klassieke kunsten en monumenten. Kunstschilders gingen veelal richting Italië om zich in Venetië, Florence en Rome onder te dompelen in het rijke kunstenaarsleven aldaar. Zo ook Vincent van der Vinne. In 1652 vertrok hij vanuit Haarlem samen met twee andere kunstschilders via het huidige Duitsland naar de Alpen. Van der Vinne heeft Italië nooit bereikt, maar de ervaringen die hij in de landen Duitsland, Zwitserland en Frankrijk opdeed, geven ons al een schat aan informatie. Hij beschrijft de landschappen, steden, gewoontes en zeden, verfraaid met tekeningen van eigen hand. Met dit reisdagboek krijgen we een prachtig inkijkje in het leven van de schilder tijdens zijn reis. Hij neemt ons mee naar Duitse steden als Keulen, Heidelberg en Worms. Daar voelde hij de naweeën van de Dertigjarige Oorlog. Sommige steden, zoals Mannheim, waren zelfs geheel verwoest. Ook was hij getuige van het feit dat een van de oudste universiteiten in Heidelberg na de oorlogsjaren eindelijk weer werd heropend.
Dat zo’n reis voor hemzelf ook niet zonder gevaar was, ondervond Van der Vinne aan den lijve in Zwitserland, tijdens een boerenopstand. Op zijn reis van Bazel naar Bern werd hij door boeren gevangen genomen, gefouilleerd en hardhandig ondervraagd. Van der Vinne en zijn medereizigers werden naar een herberg gebracht voor de nacht. De volgende morgen werd er door de boeren gestemd over wat er met de gevangenen moest gebeuren. De meesten wilden dat ze opgehangen werden. Op dat moment kwam er een hoofdman langs en Van der Vinne greep zijn kans. Hij sprak de hoofdman aan en legde uit dat hij en zijn medereizigers gevangen waren gezet, terwijl ze maar onschuldige handwerkslieden waren. De hoofdman bekeek hun handen en moest concluderen dat ze inderdaad schilders waren. Ondanks aanhoudende tegenstand van de boeren liet hij Van der Vinne en zijn metgezellen vrij. Zo ontsnapten ze op het nippertje aan de strop. In de Franse stad Tournon vond hij uiteindelijk meer rust en had hij ook nog eens veel klandizie. Hij bleef er zo’n vier maanden en schilderde naar eigen zeggen het merendeel van de adel. En na een aantal maanden in Parijs te zijn geweest, besloot Van der Vinne in 1655 terug te keren naar Haarlem.
Voor wie het avontuur helemaal wil lezen, is er een bewerking van het reisverslag, ingeleid door Bert Sliggers jr., onder de titel: Dagelijckse aentekeninge van Vincent Laurensz van der Vinne. Naast de twee originele handschriften beschikt het Noord-Hollands Archief ook over deze bewerking, eveneens te zien in de bibliotheek.✶

Boerenhuisjes in de buurt van Keulen (pentekening, V.L. van der Vinne). Zwitserse boeren tussen Liestal en Bazel inkt met rood krijt, V.L. van der Vinne).


Vrouwen te Strasbourg, links een bruid, rechts een vrouw in vrijsterdracht (pentekening met waterverf, V.L. van der Vinne).
Tournon aan de Rhône (pentekening, V.L. van der Vinne)

