
6 minute read
Hollandse Glorie
from HRLM 78
De charme van de viskraam
Het nuttigen van een lekker stukje vis op de vrijdagmiddag is een oer-Hollandse traditie. De kramen en stallen zijn niet weg te denken uit het Nederlandse straatbeeld. Zes befaamde Haarlemmers op het gebied van vis vertellen over hoe ze het vak inrolden, maar ook over het maatschappelijk belang van hun werk en waarom ze doorgaan tot het einde.
Advertisement
ALBERT GERLOFSMA De Visstek Zomerkade

“Het is alweer vijfentwintig jaar geleden dat ik begon als visboer. Ik was een jaartje of dertien toen ik als bijbaantje mijn oom hielp op zaterdag op de markt. Vis is een mooi product van de zee wat geheel natuurlijk is en waarmee niet is gerommeld.”
“De eerste dag dat ik in deze kraam stond viel het vies tegen. Ik ging naar huis met een verkoop van zestig euro, dat was wel even anders dan ik was gewend op de markt toen ik samen met mijn oom en neef werkte. Uiteindelijk is het goed gekomen.‘s Morgens ga ik naar de vismarkt in IJmuiden en dan zoek ik allemaal moois bij elkaar en breng dat vervolgens naar mijn stalletje. Vroeger was het voornamelijk schol, kabeljauw en schelvis, maar je merkt dat mensen anders gaan eten. Nu komen er veel andere soorten vis bij zoals Dorade, zeebaars, tonijn en zalmforel. Gelukkig eten ze ook nog zalm, kabeljauw, lekkerbek en kibbeling. Het is mooi om te zien dat hobbykoks aan de slag gaan met vongole, scheermesjes en coquilles.”
“Dit werk zal mij nooit gaan vervelen. Het is afwisselend en ik doe het al jaren. Ik zit in een gezellige buurt en iedereen kent elkaar. Elke dag heb ik wel een gezellig praatje en zie ik mensen genieten van het product dat ik verkoop.”
DIANA WAASDORP Visspecialist De Dolfijn Botermarkt
“Eigenlijk wist ik niet wat ik wilde. Deze kiosk is een familiebedrijf en zo ging ik op zestienjarige leeftijd met mijn vader mee naar de vismarkt. In die tijd werkte ik op de zaterdag, tien jaar later kwam ik vast in dienst.”
“Tegelijkertijd ben ik terug naar school gegaan en heb ik een opleiding tot visspecialist gedaan. Begin vorig jaar heb ik de zaak overgenomen van mijn ouders. Het werk heeft een menselijk aspect. Gisteren kwam er een vrouw langs die vertelde een tijd in het ziekenhuis te hebben gelegen. Ik heb haar toen een maaltijd gegeven, zodat ze zich niet druk hoeft te maken over eten. Toen begon ze te huilen. Je bent niet alleen een verkoopster, je bent een luisterend oor voor mensen. Dat huiselijke gevoel is voor ons enorm belangrijk.”
“Naast het huiselijke gevoel is de kwaliteit van onze producten ook belangrijk. Zonder mijn collega’s was ik nergens. Elke dag halen we onze verse producten uit IJmuiden, omdat we het graag dicht bij huis houden. Ik heb een wereldteam om mij heen staan.”

FRANCIS JAK Vishandel Jak op de Grote Markt

“Opa Jak is voor de oorlog begonnen met de viskar, daarna namen mijn ouders het over en gaven zij uiteindelijk het stokje door aan mijn man André en mij. Vroeger wilde ik de zaak niet overnemen. Het was niet echt een beroep voor vrouwen.”
“Wij denken dat er nog meer waardering is voor de viskar dan vroeger. Er wordt meer vis gegeten, dus we hebben ook een uitgebreider assortiment. Denk bijvoorbeeld aan inktvis of zeebaars. Daarnaast willen mensen een goed stuk vis om iets culinairs van te maken. Mensen eten anders en bakken geen scharretjes meer in de schuur. Tegenwoordig wordt er uitgebreid gebarbecued. Klanten experimenteren de laatste jaren ook meer, wat ervoor zorgt dat wij de keuze bieden tussen zestig soorten vis, waaronder ook inktvis en dorade. De haring is en blijft wel een groot favoriet als gezonde snack.”
“Het werk is erg variërend en dat maakt het leuk. Zo is het altijd maar hopen op goed weer en mooie vis. André en ik willen zo goed mogelijke kwaliteit neerzetten. Alles moet er mooi en netjes uit zien. Wij stoppen er heel veel passie in.”
WILLY HEIJSE Willy’s Vis Wilsonsplein
“Vanuit de schoolbanken rolde ik op vijftienjarige leeftijd de viswereld in. Jarenlang leerde ik fileren en deed ik bij verschillende bedrijven ervaring op. Mijn toenmalige baas opende een viswinkel en daar leerde ik schotels maken en haring fileren.”
“In IJmuiden leerde ik de vorige eigenaar kennen van mijn huidige kraam. Jaap kwam bij mij haring halen samen met zijn vrouw. Hij vertelde dat hij zijn kraam ging verkopen, maar geen geschikte koper kon vinden. Ik zei meteen dat ik morgen kwam kijken. Hij was verbaasd dat ik niet wilde weten hoeveel geld ik ging verdienen. Als het goed gaat verdien ik aardig, en zo niet dan niet. Het was niet gezellig toen destijds. Ik kwam terecht in de duisternis tussen de junkies achter de Stadsschouwburg. Toch klaagde ik niet, want wie A zegt, zegt B. Inmiddels is de kraam gerestaureerd en maken we hier van alles mee. Hier lachen en huilen we.”
“Je bent net een maatschappelijk werker voor jong en oud. De mensen maken dit werk fantastisch. Ik ga hier mee door tot ik in de kist lig, of ik ga in een polonaise het bejaardentehuis in. Ik moet bezig blijven.”

PHILIP VAN DEN HEUVEL Balk Visch aan ’t Spaarne Friese Varkensmarkt
“Samen met mijn vrouw sta ik hier al een kleine zeventien jaar. Beiden komen we uit de casinowereld. Toen kwam ik iemand tegen die vertelde dat er een stal te koop stond. Het was een oud en armoedig schuurtje, tranen van geluk sprongen in de ogen van mijn vrouw Chantal.”
“Zij bleef in het casino werken, en ik zou de haringstal runnen. Snel had ik al in de gaten dat ik het niet alleen zou redden. Eerst kwam ze mij gedeeltelijk helpen, maar snel werd het druk. De stal bestaat al vijfenzeventig jaar en stond altijd al goed bekend. Vrijdag is bijvoorbeeld onze drukste dag. Van oudsher is vrijdag visdag en iedereen komt wat lekkers halen en is goed gemutst. Dat is het essentiële verschil. Werken in een casino is leuk, maar mensen verliezen hun geld en er hangt toch een sippe sfeer. De haringstal is een kroeg zonder alcohol.”

“We hebben eigenlijk alleen maar blije klanten. Soms overlijdt er een familielid van de klant en dan delen we ook het verdriet. Dat maakt het werk zo speciaal en dankbaar.”
MARLON RIJBROEK Visch aan ’t Parck Frederikspark
“Het begon als een bijbaantje op de zaterdag toen ik zeventien was. Toen leerde ik iemand kennen die op zaterdag op de Albert Cuyp markt stond en nog iemand zocht om te helpen. Eenmaal klaar met school kreeg ik het aanbod om te blijven. Elf jaar lang heb ik daar gewerkt en het vak geleerd.”
“Als een schroevendraaier mij ziet, rent hij gillend weg. Ik ben absoluut niet goed met mijn handen, maar wel met vis. Na in Amsterdam te hebben gewerkt heb ik nog een viskraam op de Zomerkade in Haarlem gehad en was ik manager bij een visrestaurant. Daarna begon ik met een online vishandel, alleen daar was toen geen droog brood in te verdienen. Zo kwam ik terecht in het Haarlemse horecacircuit, maar ook bij de viskraam aan het Frederikspark. De vorige eigenaar had de kraam te koop gezet en die heb ik toen van hem overgekocht. Daarbij heb ik wat leuke dames om mij heen verzameld die mij helpen. De online viswinkel is inmiddels een succes, dus ik bestuur de viskraam deels op afstand.”
“Van de gemeente heb ik laatst gehoord dat ik onbeperkt aan het Frederikspark mag blijven staan. Sommige kramen in Haarlem hebben dat geluk helaas niet. Zij hebben generaties lang wat opgebouwd en raken dat kwijt. Jammer dat er zo aan de kramen getornd wordt.”
