2 minute read

Museum Haarlem Strips

MUSEUM HAARLEM

Advertisement

Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door HRLM Ambassadeurs.

STRIPS UIT ROOMSE TIJDEN

Een priester komt een nieuwe drukpers zegenen. Een andere controleert of de dameshals in een advertentie niet te laag is uitgesneden. Het is heel gewoon in de jaren vijftig bij De Spaarnestad, dan een van de grootste katholieke uitgeverijen van tijdschriften. Museum Haarlem toont wat katholieken en strips met elkaar te maken hebben en hoe de illustratoren – veelal in vaste dienst – daarmee omgingen.

Twee grote gebouwen, verbonden door een luchtbrug, markeren medio vorige eeuw de Nassaulaan. In het rechter, het ‘Libellehuis’, zitten de redacties en administratie. Het linker, met een torentje, is de drukkerij. Het torentje is het domein van de tekenaars. Frans Piët, Bert Bus, Nico van Dam, Jacques Bouwman, Harry Balm, Ben Bulters en anderen werken daar aan illustraties en strips voor onder meer de Beatrijs, Libelle, Katholieke Illustratie, Panorama, Sjors, Okki en Taptoe. Zij zijn de namen achter strips als Sjors van de Rebellenclub, Olaf Noord, Archie, De droom van Daro de durfal, Pier Paniek en Suzie Rebel, en achter talloze illustraties bij verhalen in de tijdschriften. Hun aanvangssalaris in 1947 was 51 gulden per week. Hun werktijden: van half negen tot zes, op zaterdag tot half een. Veertien dagen vakantie plus de katholieke feestdagen. Andere namen van tekenaars voor de Spaarnestadbladen zijn onder anderen Carol Voges, Boy ten Hove, Theo Funke Küpper, Piet Broos, Henk Rotgans, Hans Ducro en Frans Lammers.

Katholieken en strips, het is een vruchtbare combinatie. Veel jeugdbladen, zoals Okki en Taptoe, hebben voorlopers die dateren van rond 1900. Ze worden gevuld met stichtelijke verhalen, spelletjes en tekeningen. Priesters komen nu en dan de inhoud inspecteren. De samenleving is nog sterk verzuild. Ook katholicisme en racisme gaan lange tijd heel goed samen; de witte kijk op zwarte mensen speelt een grote rol in kinderboeken en strips. Mede dankzij de missionarissen die door de katholieke kerk naar Afrika zijn uitgezonden om ‘heidense wilden’ te bekeren. Zo doet ‘het negertje’, met dikke lippen, oorringen en gebrekkig sprekend, zijn intrede in de strip. Zie Sjimmie, het vriendje van Sjors, jarenlang op die manier getekend door Frans Piët.

Pas in de jaren zeventig, wanneer er een eind komt aan de verzuiling, raken de Spaarnestadbladen hun katholieke signatuur kwijt. De Spaarnestad is dan al gefuseerd met De Geïllustreerde Pers, uitgever van o.a. Margriet, Revue, Pep en Donald Duck, waaruit de VNU is ontstaan. In diezelfde periode wordt de Nassaulaan verruild voor Schalkwijk. Nog vele fusies en overnames zullen volgen, onder meer in 2001 door het Finse Sanoma. Het ‘Libellehuis’ krijgt na de verhuizing een woonbestemming. Het drukkerijcomplex, met het torentje van de tekenaars, wordt gesloopt. En Sjimmie is, dankzij de opvolgers van Frans Piët, een gewoon Surinaams jongetje geworden. Een van de vele covers die Nico van Dam maakte voor Panorama.

Sjors van de Rebellenclub.

STUDIO SPAARNESTAD, STRIPS MET EEN LOONSTROOKJE

Nu te zien: tot oktober Waar: Museum Haarlem Meer info: www.museumhaarlem.nl

This article is from: