
12 minute read
Haarlemse Muren
from HRLM 74
Haarlemse muren als canvas voor prikkelende teksten van schrijvers uit de stad. Dode én levende...
Advertisement
Haarlem bloemenstad. Bloemen. Hm. Een mooi imago, maar wel wat karig voor een stad die heel wat schrijvers heeft grootgebracht en waar de boekdrukkunst zo ongeveer is uitgevonden. Die literaire geschiedenis, daar mag best eens wat meer mee gepronkt worden, vinden Bas Kamps, Karlijn Waterman en Jean-Paul Mombers. Het Haarlemse trio bedacht er wat voor. Muren her en der in de stad gebruiken als canvas door ze in prachtletters te beschilderen met citaten van grote Haarlemse schrijvers: Haarlemse Muren.
Ze staan buiten, met z’n drietjes. Pal voor de Burger King bij Haarlem station. Het is het beginpunt van de literaire wandeling die ons (het drietal, de fotograaf en mij) te wachten staat. “Kijk”, zegt Bas Kamps. Zijn vinger wijst naar een wit stukje in een van de stenen op de buitenmuur. “Een fossiel. Een schelpje dat waarschijnlijk stamt uit het Krijt. Misschien wel honderd miljoen jaar oud. Prachtig toch? Vaak als je goed naar muren kijkt, tref je allerlei moois.” Laat dat nou net zijn waar we het vandaag over gaan hebben. Muren. Haarlemse muren. Mooie Haarlemse muren.
VANUIT ANTWERPEN OVERGEWAAID
Het idee ontstond zo’n twee jaar terug toen Bas Kamps in Antwerpen was. Hij zag er de literaire muren, beschilderd met quotes van Willem Elsschot. Het aanzicht verwonderde hem. Dit moeten we ook in mijn stad hebben, bedacht hij. Leuk idee, maar een idee komt niet ver als je zomaar een eenling bent die wat wil, wist Bas als zijnde een gewone Haarlemse burger.


Dus zocht hij contact met stichting Literair Haarlem. Karlijn Waterman, bestuurslid van die club, stak haar vinger op toen tijdens een vergadering Bas’ idee voor literaire muren in de stad opgegooid werd: “Ik wil dit doen”, sprak ze. En zo werd zomaar een bedenksel iets wat echt uitgevoerd zou worden.
Karlijn schakelde op haar beurt weer grafisch vormgever en letterontwerper Jean-Paul Mombers in. Jean-Paul is gespecialiseerd in letters, logo’s en grafische vormgeving. Op muren had hij nog nooit iets gemaakt, maar desalniettemin was hij wel voor het project te porren. Niet per se omdat hij nou zoveel met literatuur heeft, wel omdat hiermee óók de Haarlemse drukkunst en letterkunst in de etalage gezet kon worden. De traditie van Laurens Janszoon Coster (lees: ‘Lautje’, beschouwd als de uitvinder van de boekdrukkunst) in ere houden. En van drukkerij Joh Enschedé, waar niet alleen boeken, dagbladen, postzegels en geld werden gedrukt werden, maar waar ook letters werden ontworpen. Dus om de druktraditie in stand te houden, zei ook Jean-Paul ‘Ja’. En zo was het gouden trio compleet. Er was de aanjager (Bas), de organisator (Karlijn) en de praktisch uitvoerder (Jean-Paul).
MEN GAAT OP REIS OM THUIS TE KOMEN
Terug naar de literaire wandeling. Van de voorkant van het station loopt het drietal naar de achterkant: het Kennemerplein. Op de grijze stalen muur waarachter de fietsenstalling schuilgaat, staat met grote zwarte letters geschilderd ‘Men gaat op reis om thuis te komen’. Een citaat van de Haarlemse schrijver Godfried Bomans (2 maart 1913 - 22 december 1971), dit jaar vijftig jaar dood. Op de muur ernaast, niet ver van de grote stationsklok staat een even groot tweede citaat van zijn hand: ’Ook deze tijd zal ooit de goede oude tijd worden.’
“We kiezen de teksten niet zomaar uit’’, zegt Karlijn Waterman. “Ze moeten aan het denken zetten, voor iedereen begrijpelijk zijn en passen bij de plaats waar ze staan. De link ‘reizen’ is bij het station natuurlijk snel gemaakt. Daarbij leidt de autoweg die hiervoor ligt (N200) van en naar het strand. Echt een doorreisweg, waar veel niet-Haarlemmers rijden. We hopen dat die reizende automobilisten hier voor het stoplicht staan, de tekst zien, en denken: goh, ja.”
Bas Kamps gaat verder: “De goede-oude-tijd-quote hangt ook niet voor niets naast de grote klok natuurlijk. Iedereen vult de betekenis ervan op een eigen manier in. Ik denk bij deze aan de coronatijd. Want we kunnen het ons nu misschien niet voorstellen, maar ik geloof dat sommige mensen ooit echt op de lockdown zullen terugkijken als ‘die goede oude tijd’. Deze crisis was voor hen vervreemdend, maar ook mooi en intiem.”
NET ALS MINISTECK
Letterontwerper Jean-Paul trekt ondertussen wat opgevouwen schetsen uit z’n turquoise

Kitsch Kitchen-schoudertas. “Vier dagen heeft het ons gekost ze erop te schilderen”, zegt hij omhoogkijkend naar zijn eigen letter- en schilderwerk.
“We begonnen met Hemelvaartsdag. Kijk”, hij laat zijn vinger over de stalen muur glijden, waarvan de structuur wat weg heeft van een honingraat. “Het is geen egale wand, maar het zijn allemaal kleine vakjes. ‘Net Ministeck’, zei mijn vrouw. Weet je wel, dat speelgoed. Ik vond het een geniale opmerking. Zo ben ik aan de slag gegaan. Als met Ministeck. Ik heb de stalen vakjes in Photoshop op gelijke grootte nagemaakt en door ze in te kleuren heb ik een lettertype ontworpen, van A-Z. De Mobo heet het. Mooi hè?”
Voor een leek lijken de zwarte letters wat op het klassieke lettertype Times New Roman. “Klopt”, vindt Jean-Paul “De basis is hetzelfde. Ook dat zijn letters met een schreef. Uiteindelijk hebben we de tekst binnen mijn Mobo-lettertype op de vakjes van deze muren beschilderd. Met twee soorten verf en met behulp van een hoogwerker die we gelukkig gesponsord kregen.”
SPONSOREN
De sponsors en samenwerkingen zijn belangrijk voor het project, want het drietal en stichting Literair Haarlem doet alles vrijwillig. Maar verf en verfmateriaal kosten geld. Dus niet alleen de hoogwerker, maar ook de rest van de benodigde spullen werden gesponsord. Door het Prins Bernhard Cultuurfonds bijvoorbeeld, maar ook verfgroothandel ProCoatings, bouwbedrijf Filippo/Hoogwerkt, het Godfried Bomans Genootschap en illustrator Eric Coolen deden een duit in het zakje. “Er is al gauw een paar honderd euro per muur nodig”, zegt Karlijn. En daar is niet alles mee gedaan. Voor het bewerken van de muren is uiteraard ook altijd toestemming van de muureigenaar nodig. Wie of wat dat ook moge zijn. Dus zijn de initiatiefnemers continu aan het netwerken met huiseigenaren of grote partijen als de gemeente, de Nederlandse Spoorwegen, Spaarnelanden, en de bibliotheek. Karlijn: “Ik had van tevoren niet kunnen bedenken hoeveel hierbij komt kijken. Soms voel ik me een soort salesman. Aan de ene kant heel leuk, want ik leer veel mensen kennen. Aan de andere kant soms wat ongemakkelijk. Eén keer belde ik spontaan bij iemand aan die een mooie muur had, met de vraag of diegene het leuk zou vinden er een tekst op te krijgen. Nog voor ik mijn verhaal af kon maken werd ik bruut afgekapt: ‘Nee hoor, meneer. Niet geïnteresseerd.’ Haha! Ik voelde me alsof ik abonnementen voor de lotto verkocht. Nu doe ik altijd eerst een briefje in de bus. Dat helpt.”
IS DIT NOU ZO BELANGRIJK
Is het eigenlijk wel zo dat Haarlem een indrukwekkendere literaire traditie heeft dan andere steden? Daar hoeft Karlijn niet lang over na te denken: “Ja! Haarlem is een boekenstad.” Maar wie zijn dan die Haarlemse ›

DIRCK VOLCKERTSZOON COORNHERT
Tijdens zijn leven heeft Dirck Volckertszoon Coornhert (Amsterdam 1522 - Gouda 1590) revolutionaire politieke en religieuze veranderingen meegemaakt: de Opstand van de Nederlanden tegen de koning van Spanje en de godsdiensttwisten tussen katholieken en protestanten. Op politiek gebied stond hij ondubbelzinnig aan de kant van Willem van Oranje en de vrijheidsstrijd. Op religieus gebied koos hij niet voor één partij. Hij veroordeelde de ontspoorde theologie en de corruptie in de katholieke kerk, maar verzette zich ook heftig tegen de dogma’s van het nieuwe geloof van zijn tijd, het calvinisme. Calvinisten predikten volgens hem een veel te somber en negatief mensbeeld en probeerden bovendien andersdenkenden uit te schakelen en het openbare bestuur naar hun hand te zetten. De zestiende eeuw staat bekend als een tijd van hartstochtelijke theologische discussies. Coornhert doet er volop aan mee. Zijn overtuiging is dat je niet iets moet geloven uit traditie of omdat anderen dat van je verlangen. Je moet zélf je standpunt bepalen door de Bijbel te lezen en je gezonde verstand te gebruiken bij het afwegen van uiteenlopende interpretaties. Nadenken over verschillen of discussiëren over meningen is goed, want zo leer je jezelf én de waarheid kennen. Daarom schrijft hij in een brief aan een vriend: ‘Wie niet twijfelt, leert niet. Want blijvend op zijn oude plaats gaat hij niet voort, komt niet waar hij nog nooit was, en ziet niet wat hij nog nooit zag. Waaraan zou hij dan moeten twijfelen?’ Dat betekent overigens niet dat Coornhert een principiële twijfelaar was, die geen zekerheden wilde erkennen. Integendeel. Voor de Nederlandse geschiedenis is hij juist actueel gebleven door zijn gedachten over twee zekerheden waaraan hij volstrekt niet twijfelde. Allereerst het belang van de universele omgangsregel die hij als het fundament van elke filosofie en godsdienst beschouwde en als de grondslag van een goede samenleving: ‘Behandel altijd een ander zoals je zelf behandeld wenst te worden.’ Daaruit volgt een tweede regel: je mag nooit aan iemand anders jouw geloof opdringen, niet aan christenen die niet bij jouw kerk of sekte horen, en ook niet aan joden of atheïsten. Er woonden toen in onze streken geen moslims, anders had hij hen zeker genoemd. Principiële en consequente tolerantie dus. Geen gewetensdwang door een individu, een overheid of een dominante kerk of geloofsrichting. Absolute vrijheid van geloof voor iedereen. Coornhert heeft, met onderbrekingen, heel wat jaren in Haarlem gewoond, werkte er als etser en graveur, was er mede-oprichter van een drukkerij, notaris, en secretaris van het stadsbestuur en de burgemeesters. In 1581 schoot hij de plaatselijke katholieken te hulp met een verzoekschrift aan Prins Willem, waarin garanties werden gevraagd voor een vrije uitoefening van de katholieke eredienst. Het verzoek, waarin Coornhert met kracht van argumenten pleitte voor godsdienstvrijheid en religievrede, bleef zonder resultaat. Op last van de Staten van Holland en de Haarlemse burgemeesters werd de katholieke eredienst verboden. schrijvers en dichters? “Nou bijvoorbeeld: Godfried Bomans, Harry Mulisch, Lodewijk van Deyssel, Jessica Durlacher, Renate Dorrestein, Nicolaas Beets (Hildebrand), Lodewijk Wiener, Geerten en Doeschka Meijsing, Louis Ferron, Lennaert Nijgh, Jan Kal, Nicolien Mizee, P.F. Thomese, Pieter Steinz en Ischa Meijer.”
Bas: “En nog veel meer. Onze eigen stadsdichters bijvoorbeeld, zoals Willemien Spook en Sylvia Hubers. Die mogen ook wel eens wat beter vereeuwigd worden. De gemeente kiest af en toe een nieuwe, maar helpt ze verder eigenlijk weinig met een podium. Een muur voor elke nieuwe stadsdichter zou perfect zijn.” Jean-Paul gaat verder: “En dan dus ook nog onze rijke grafische traditie: dus niet alleen de grote drukkers en uitgeverijen, maar denk ook aan iemand als Joost Swarte. Bekend van zijn stripachtige tekeningen, maar hij maakte ook letters.”
DE STINKENDE BAKENESSERGRACHT
Inmiddels lopen we door naar de volgende stop in de wandeling, de Bakenessergracht. Waar een volgend murenproject op het punt staat te beginnen. Onderweg worden her en der potentiële muren aangewezen. “Kijk, deze zou perfect zijn.” “En deze ook.” “En wat denk je van deze?” “Het hoeft allemaal niet zo groot te zijn, hè?” Eenmaal bij de gracht begint Bas te vertellen: “De gemeente had in 1937 het plan om de


Bakenessergracht te dempen. Ze vonden het een stinkgracht, er zwommen ratten in en daarbij was er veel werkloosheid. Dus dit was een leuk werkverschaffingsplan. Maar toen kwam er op 8 juni 1937 een ingezonden brief in Haarlems Dagblad, een pleidooi voor het behoud van de gracht. Geschreven in prachtige volzinnen. Ondertekend door de Rijnlandse Academie. ‘Een gracht dempen als werkverschaffing is een slecht plan en het is de ratten goed recht daar te zwemmen’, was de strekking. De brief bracht zoveel teweeg dat de gracht behouden bleef. Later bleek de Rijnlandse Academie helemaal niet te bestaan, Harry Prenen en Godfried Bomans hadden het ingestuurd. Geweldig hè? Het is een prachtig voorbeeld van interactie tussen burgers, media en politiek.”
Bas vist een kopie van de vergeelde krantenpagina in kwestie uit een plastic mapje en houdt hem voor de witte muur van het woonhuis waar we stil zijn blijven staan. “Dit moet ’t worden. We laten hem groot drukken op goed materiaal en hangen hem dan hier op. Zodat iedereen kan zien aan wie we het behoud van de Bakenessergracht – het mooiste stukje van Haarlem – te danken hebben. Aan de Rijnlandse Academie, aan Harry Prenen en Godfried Bomans.”
WIE NIET TWIJFELT, LEERT NIET
We lopen verder, via de Begijnesteeg – waar we nog even stilstaan bij glas-in-loodkunst van Joost Swarte – naar de Jansstraat. Want daar begon het, daar staat de eerste muur. Die werd nog feestelijk ingeluid door burgervader Jos Wienen. Toepasselijk, want hij is groot fan van Dirk Volkertszoon Coornhert (1522-1590) en van diens hand is het geschilderde citaat: ’Wie niet twijfelt, leert niet’. Een tekst die in de tijd van schrijven op vrijheid van religie sloeg, maar nu ook anders geïnterpreteerd kan worden.
“Het woord twijfel heb ik expres in een ander lettertype uitgewerkt, en in het cursief, zie je? Ik heb getwijfeld.” Dit laatste spreekt Jean-Paul nadrukkelijk en langzaam uit. “Het gebruikte lettertje is Haarlems, want het komt uit de koker van Joh. Enschedé.” De muur is wit, de letters gitzwart en sierlijk. “Een Duits lettertype, de Fette Fraktur, uit de tijd van Coornhert”, licht de artiest toe. De geschetste potloodlijntjes zijn nog zichtbaar. Jean-Paul: “Dat doe ik expres, dan zie je dat het ambacht is. Wist je dat handgeschreven teksten beter blijven hangen dan gedrukte?”
MIDAS DEKKERS
In stilstand kijkt Jean-Paul nog even naar zijn werk, de eerste muuropdracht die hij ooit deed. “Werken op een muur is fantastisch. Het reliëf, de onvoorspelbaarheid. Kijk”, hij wijst naar bruine druipsels die onder een stukje staal over de muur lopen. “Roest. En dan daaronder die ronde afdrukken van mensen die hier gevoetbald of dergelijke hebben. Dat vind ik nou kunst.” Via de Wijngaardtuin steken we door naar de Smedestraat. “Wist je dat Midas Dekkers hier geboren is?” zegt Bas dan. “Ergens in een kroeg, onder de bar.” We lopen langs Du Theatre. Eigenaar Tjerk Schreurs is er bezig spullen uit een busje de zaak in te sjouwen. “Oh! Even vragen”, zegt Bas waarna hij doelgericht het café in stapt. Een paar minuten later komt hij buiten. “Geregeld. Hier op de buitenmuur komt een quote van Midas Dekkers.” Het salesman spelen gaat hem schijnbaar steeds gemakkelijker af.
“Nu is het de bedoeling dat het een sneeuwbaleffect krijgt”, zegt Karlijn. “Dat mensen geïnspireerd raken, zien hoe vakkundig de teksten zijn gemaakt en zelf met ideeën komen. Er staan alweer twee projecten in de steigers: bij een muur van het Mendelcollege en aan de Zonnelaan, in het van Loghemcomplex inTuinwijk-Zuid. Maar alle nieuwe ideeën voor teksten, muren en sponsoren zijn welkom. Net als de literatuur, is dit project oneindig.” ✶
PRIJSVRAAG Wie raadt hoeveel geschilderde vakjes de twee Bomans-teksten op de stalen (Ministeck-achtige) muren op het station in totaal beslaan? Stuur je antwoord naar: handlettering@mombers.nl.
De inzending die het dichtste bij zit wint een workshop handlettering bij Happy Handlettering Haarlem (HHH), van Jean-Paul Mombers.
14 juli
Education for Impact

HBO-bachelors* in Creative Media, Business Psychology & Business Informatics. Geslaagd voor HAVO-VWO-IB