3 minute read

Karbonkel SCHPJS TLLN

Karbonkel

SCHPJS TLLN

Advertisement

Van je geloof vallen - ken je die uitdrukking?

Mij overkwam het een paar keer. Maar om het de Schepper van Hemel en Aarde nou ál te hard aan te rekenen dat we het in 1974 nét niet bolwerkten tegen die Duitsers, of dat die Lieve Meid er toch met die stoere zeeman vandoor ging, tja... Onze Oosterburen waren nog geen dertig jaar daarvóór al eens fors in Totaltrauer gedompeld, en zeelui hebben nu eenmaal altijd een streepje voor gehad, van Noach tot Petrus… Maar de laatste en definitiefste maal vond plaats toen ik – na heel lang piekeren, tobben en kniezen – me uiteindelijk niet langer kon vinden in het idee dat er een God zou zijn, die al honderden miljoenen jaren geleden de Wet van de Jungle had geschapen. Waarin een gulzig brullende tyrannosaurus zijn duizenden-één vlijmscherpe tanden in de rug van een wanhopig gillend stegosaurusjonkie zette. In een myriaden durende hunt-and-destroymission – in een soort eeuwige jachtvelden avant la lettre. Dat wij, door de zondeval, zelf een wolf waren geworden, was leerstellig nog wel te behappen, al was het parallelle verval der leeuwen en wolven tot roofdieren een wel erg zware straf voor de diéren, die er verder toch ook niets aan doen konden dat Adam die appel had aangepakt en verorberd. Wel begrepen ze waarschijnlijk nu ineens waarom ze met al die klauwen en kaken geschapen waren. Voor de reebokken en lammeren in de velden was het al helemáál een flinke tegenvaller, natuurlijk. Maar dat zat dan in ónze Schuld (en edele Opdracht) meegebakken: in een om mensen (de trotse ‘kroon op de schepping’) gecreëerde wereld voelde dat niet onlogisch aan – al dat steppe- en savanneleed was gewoon de openluchtvariant van onze latere zondagse kippebout. En doordat wij ooit zondeloos paradijselijke vruchtjes en zaden aten, moesten er vervolgens, in de Nieuwe Orde, heel wat dieren gebrandzoenofferd worden – niet bepaald conform de oprichtingsstatuten van de Bond der Vegetaristen natuurlijk, maar de Wet is de Wet – So it shall be written, so it shall be done. Eigenlijk werden de beestjes zo twéé keer gestraft, horen we je denken. En je hoort dat ons niet ontkennen, vervolgens. Maar het idee, dat die slachtpartijen dus ook al ver vóór de Mensch er was plaatsvonden, stuitte in mijn toch al niet heel erg met de wekelijks aangehoorde preken meejubelende brein op een opbottend verzet. Zodat er langzaam een pad voor mijn ogen verscheen dat niet langer tot in alle eeuwigheid zou dóórlopen. Dat rond die tijd werd aangetoond, dat het ganse heelal ooit noodzakelijkerwijs ten onder zou gaan, hielp ook niet echt. Mijn Eeuwige Levensaspiraties (wie heeft ze niet?) vloeiden langzaam weg – als bloed uit een koosjere of halal-snede, onverdoofd aangebracht volgens ontornbare voorschriften, of uit de vele wonden van een naar het elektrisch eindpunt van zijn reis geschopte big. Of van een van die vele andere beestjes, die we maar beter niet kunnen tellen voor het slapen gaan. Dit hele probleem werd overigens door de moderne, monotheïstische geloven van meet af aan opgelost met de ijzeren leerstelling dat er vóór de mens niéts was – hooguit vijf dagen nieuwbouw van alles om ons heen (inclusief de verst verwijderde sterrenstelsels, voor het uitzicht), en toen kregen we de sleutel. Vandaar het kabaal in orthodoxe kringen, toen ineens geroepen werd dat die hele wereld al wél veel langer bestond. Nog steeds zijn er legioenen mensen die blijven hameren op die voor hun zeker-, redelijk- en eeuwigheid zo onmisbare fundering van hun Vaste Burcht. En die bereid zijn hun centrale plaats in het heelal te verdedigen met alle middelen. Waarbij jij en ik zomaar ineens de rol van zoen-, pleng-, brand- of slachtoffer kunnen gaan moeten spelen. Je bent gewaarschuwd, dus. Is er ook goed nieuws? Zeker. Het wordt een prachtige zomer, bijvoorbeeld. En in China mag je weer drie kinderen krijgen. Wat dan waarschijnlijk weer minder goed nieuws voor de neushoorns is, maar die zijn toch al bijna op. En wie weet hoe ver onze jongens komen (al vult op het moment van schrijven dezes de ziekenboeg zich langzaam). Misschien zijn de wonderen zelf wel niét de wereld uit… En ergens in geloven kan een hoop plezier geven, natuurlijk. Dus juich gerust, maar wel verantwoord – wat dat ook moge betekenen!

Karbonkel is publicist, geschiedenisfreak en Haarlemoloog. Hij laat zijn licht schijnen op zaken van Wisselende Importantie...

This article is from: