10 minute read

Jos Rare vaders

Next Article
Toen Gaslek 1984

Toen Gaslek 1984

Jos

Rare vaders

Advertisement

Onze motivatie was eigenlijk heel simpel: ieder kind heeft recht op twee rare ooms met een verkleedzolder. Gelukkig was pleegzorg het met ons eens en nadat we door een aantal hoepels waren gesprongen, werden we een jaar of acht geleden de weekendpleegvaders van twee meiden. Toen waren het dreumesen van zes en negen, nu zijn het echte pubers van veertien en zeventien. Het is verbazingwekkend hoe snel ze een onmisbaar onderdeel zijn geworden van ons bestaan. Voor corona verliep de zondagmiddag vaak zo: - “Is dit Ajax?” vraagt de jongste. - “Yep.” - “Tegen wie spelen ze?” Nog voor ik kan antwoorden, zegt ze, wijzend naar de linkerbovenhoek van het scherm: “HEE, is dat Heemstede?” “Nee, dat is Heereveen.” Lachend draai ik mijn hoofd terug naar het scherm. Als de wedstrijd is afgelopen, doe ik de tv uit en draai ik me weer naar haar toe. “Heb je alles?” - “Jaha”, ze antwoordt zonder me aan te kijken, want ze is te druk met iets op haar telefoon. TikTok waarschijnlijk. - “Vuile vaat in de afwasmachine en niet erop?” - “Dat moet toch?” - “Inderdaad, maar heb je dat ook gedaan?” - “Jaha.” - “Oké, dame. Telefoon weg, tas van boven halen, oplader zoeken en schoenen aan.” Ze sloft de huiskamer uit. Ik loop nog een rondje door de kamer om te controleren of hier echt geen vergeten opladers meer slingeren. Dat zou niet de eerste keer zijn. Ze wandelt de kamer weer binnen met haar schoenen in de hand. Ze ploft neer op de bank om ze aan te trekken. We horen gestommel op de trap en haar oudere zus en mijn man komen de kamer binnen stormen. Blijkbaar is er wild gestoeid op de gang. - “Kneus!” roept ze tegen hem en bijna gooit ze de kamerdeur voor zijn neus dicht, maar hij is haar te snel af. - “Zullen we?” vraagt mijn man als iedereen weer is gekalmeerd. Na het gebruikelijke jassen, tassen, fietsen-ritueel stappen ze de straat op. Ze klimmen op hun zwaarbeladen fietsen en rijden zwabberend weg. Tot ver voorbij de groenteboer joelen ze ons na. En wij joelen natuurlijk terug. - “En?” vraag ik mijn man, nadat ik de voordeur heb dichtgedaan. Hij kijkt op zijn telefoon. “Ach, als we de trein van vijf uur halen is dat prima.” Een uurtje later staan we voor de deur van Paradiso. We worden verwelkomd door twee drag queens en na een bezoekje aan de garderobe staan we even na zessen met ons eerste biertje op de verhoging bij de bar. De zaal is afgeladen met springerige mannen. Hun feest is blijkbaar al een tijdje aan de gang. Een beetje schaapachtig staan we te knipperen tegen de pulserende verlichting. De muziek dendert over ons heen. We zijn er wel, maar we zijn er ook niet. Mijn man draait zich naar mij toe. - “Heb jij die schone kleren nog uit de droger gehaald en in de tas gedaan?” roept hij. - “Tuurlijk”, schreeuw ik terug, “die wilden ze morgen aan naar school.” Op dat moment komt er een mooie jongen langslopen. Hij heeft zijn shirt al uitgedaan. - “Pfff, even inkomen, hoor”, zegt mijn man lachend. Ik neem zijn lege bierglas over en beweeg me naar de bar. Ik voorzie dat we nog een paar biertjes nodig hebben voordat we het vaderschap volledig van ons hebben afgeschud.

Jos Ahlers is naast schrijver, spreker en ondernemer voorzitter van COC Kennemerland.

�ZORGEN MET LIEFDE

Eén op de vier Nederlanders is mantelzorger. Dat betekent in officiële termen dat hij of zij voor langere tijd zorgt voor iemand uit zijn of haar sociale netwerk. Dat kan een familielid zijn, maar ook een vriend of vriendin, buurman of buurvrouw. Veel mantelzorgers beseffen zich niet dat ze het zijn: ze doen het gewoon.

Meestal gaat het prima en wordt de zorg door de mantelzorger ook niet als te zwaar ervaren. Maar soms wordt de benodigde hulp zo intensief en zo langdurig dat het dagelijks leven van degene die de zorg geeft in het teken komt te staan van de mantelzorg. Gelukkig zijn er in heel Nederland mantelzorgorganisaties die mantelzorgers kunnen ondersteunen in hun taak wanneer het (te) zwaar wordt. In Haarlem is dat Tandem en in Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Castricum is dat MaatjeZ.

Voor meer info over mantelzorg en over mantelzorgondersteuning: Maatjez: www.maatjez.nl en Tandem: www.tandemmantelzorg.nl

Vijf portretten van mantelzorgers en hun naasten uit Haarlem en omstreken. Vijf voorbeelden van hoe ‘zorgen met liefde’ er uitziet.

Peter en Tilly (beiden 76) 57 jaar getrouwd

Peter zorgt inmiddels 24 jaar voor zijn vrouw Tilly die op haar 52ste Alzheimer kreeg. Samen wonen ze op een boot. “Ik had natuurlijk niet verwacht dat mijn leven er uit zou zien zoals het is geworden”, zegt Peter, “maar ik zorg met heel veel plezier voor Tilly. Het geeft me elke dag weer voldoening.” Gelukkig kan hij af en toe een beroep doen op de buren als hij even boodschappen moet doen of een ommetje wil maken. Van een verzorgingshuis is geen sprake. “O nee, ik zal haar nóóit in een verzorgingshuis doen…hoe lang ik het nog volhoud weet ik niet, we zijn nu toch al allebei in de 70. Ik hoop dat ik lang genoeg blijf leven en voor Tilly kan blijven zorgen totdat zij er niet meer is.”

‘Het geeft me elke dag weer voldoening’

Michaëla (54) en Teco (56) Zus en broer

Michaëla, zelf opgeleid als orthopedagoog, zorgt al veertien jaar voor haar broer Teco die Down syndroom heeft. Teco woont bij zijn vader in Haarlem. “Teco is eigenlijk mijn werkgever”, lacht Michaëla, die een deel van de uren dat zij voor haar broer zorgt betaald krijgt uit zijn Persoons Gebonden Budget (PGB). “Ik zou naast de zorg voor Teco geen volledige baan kunnen hebben. We zijn samen opgegroeid, hij is mijn grote broer. Het is heel fijn om dit voor hem te kunnen doen. We kennen elkaar tenslotte door en door.” “We houden de band vast”, beaamt Teco, terwijl hij zijn hoofd op de schouder van zijn zus legt.

‘Het is fijn om dit voor hem te kunnen doen’

Iris (47) en Jan (83) Schoondochter en schoonvader

Iris is getrouwd met René, de zoon van Jan. Jan en Iris waren bij de eerste ontmoeting onmiddellijk dol op elkaar en dat is nooit veranderd. Ook niet nu Jan, na de dood van zijn vrouw Nel, lijdt aan Alzheimer. Jan zit inmiddels in een verpleegtehuis in Haarlem, maar Iris gaat er zo vaak mogelijk heen of haalt hem op. “Ik ben er twee keer per week”, zegt Iris, “en één keer per week haal ik hem op, dan eet hij bij ons. Het liefst zou ik nog vaker gaan, maar door de coronamaatregelen kan dat niet. Soms is Jan wat verdrietig, omdat hij zich realiseert dat hij Alzheimer heeft en achteruit gaat. Dan word ik gebeld door het tehuis en ga ik er zo snel mogelijk heen. Dan doen we een spelletje of praten wat.”

‘Het liefst ga ik vaker, maar door corona kan dat niet’

Bianca (34) en Simone (45), Sterre (7), Belle (8) en Sophia (7) Inmiddels vriendinnen

Bianca is de moeder van de tweeling Sterre en Sophia, Simone is de moeder van Belle. Ze hebben elkaar leren kennen door Buurtgezinnen. Dit is een organisatie die gezinnen die het (even) zwaar hebben (vraaggezinnen) koppelt aan een warm en stabiel gezin in de buurt (steungezinnen). Bianca: “Ik heb chronische rugpijn en het viel me af en toe zwaar om een leuke moeder voor mijn dochters te zijn. Via een vriendin hoorde ik van buurtgezinnen, daar heb ik me toen aangemeld.” Via buurtgezinnen kwam Bianca in contact met Simone en haar dochter Belle die wel wat tijd over hadden voor Sterre en Sophia. Sinds twee jaar zien ze elkaar ieder geval één keer in de twee weken. “Dan haalt Simone mijn meiden van school en zijn ze een middag daar, vaak eten ze er ook.” De meiden zijn inmiddels ‘vriendinnen voor het leven’. Maar ook Bianca en Simone zijn inmiddels goed bevriend en hebben buurtgezinnen allang niet meer nodig om elkaar te zien.

‘Het viel me zwaar om een leuke moeder voor mijn dochters te zijn’

De gedichten op deze pagina zijn ingezonden voor de gedichtenwedstrijd ‘Zorgen met Liefde’ die mantelzorgorganisatie MaatjeZ onlangs organiseerde. De jury, bestaande uit Jan Pieterse (puntdichter), Jantine Geels (Cultuurhuis Heemskerk), Martijn Smit (burgemeester Beverwijk) en Krijn Rijke (wethouder WMO Heemskerk), selecteerde deze vijf gedichten als winnaars uit 230 inzendingen.

VERVAL VAN VADERS

Ik kleed hem aan hij weegt nauwelijks nog zijn vroegere helft dit zijn dus de magere jaren

hij omarmt mij niet uit liefde maar als een dronken man die zo verdrinken kan

van het bed naar de gang duurt een zomer lang op een schoteltje bij het raam koffie gemorst maar niet verkeerd

vader die de pamper draagt en alleen maar koekjes vraagt het is wennen om niet te wenen

vooral niet wenen

nu

Paul Vincent

ZORGMANTEL

Uitgediend en afgedragen een lap, een lor, een vod waaraan herinneringen kleven als kauwgum op een grauwe steen

afgeleefd en uitgedaan een lap, een lor, een vod waaraan het zweet kleeft van een sleets geworden rug

gerafeld en uiteengevallen een lap, een lor, een vod waarin de jaren zuchten van toegewijde zorg

ik ruik je klamme zweet je opgedroogde tranen ik hoor je kreunen onversaagd meer klagen deed je niet

ik streel je, strijk over je versleten afgeleefde huid koester je, vertroetel je troost je en draag je

Nel Goudriaan

KOM IN MIJN ARMEN

Kom in mijn armen, schat zet je voeten op mijn voet we dansen elkaar naar het moment dat niets meer er toe doet

jaren samen wiegen ons nader jouw hand in de mijne, wij lijf aan lijf wang tegen wang, van binnen zo bang blijf, in hemelsnaam, blijf

vergeet dat bed, pillen, spuiten toiletgang, hulp, beker met tuit bezoekjes, oplopende rustmomenten het niets meer kunnen tot besluit

kom in mijn armen, schat zoek mijn ogen, doorzie mijn blik dit moment telt vast voor eeuwig het is houden van, jij en ik

Annek Groot

DE VERSTREKKENDE HOEKIGHEID VAN ZORG

… en ook horizontaal blijft hij met accidenteel discomfort in essentie een mens,

trekt hij zich op aan reflecties over een verticaal bestaan

en aan de papegaai.

Ik help hem

hoop ik.

IN MINEUR

De nacht lost schemerig tussen bomen op. Lamplicht valt uit het raam op de schuur die scheef staat te wachten. Hij is vroeg opgestaan. Met tegenzin groet hij terug, of ik een vreemde ben. Ik lees boosheid van zijn gezicht, wat weinig goeds voorspelt. Stug wast hij af, slaat met kwast door sop, klettert bekers op borden zonder vrees voor breken. Hij staart naar buiten waar schemering hangt. Hij heeft slecht geslapen, piekert veel, wijst naar het hoofd dat zo veel vergeet: gewoon een naam, niet moeilijk toch, glijdt zo maar uit zijn brein. Dat maakt hem kwaad, woedend kan hij beter zeggen. Waarom hij, in vredesnaam, waarom hij…?

Bob Tiesema

Marcel (43) en Jukka (8) Vader en zoon

Jukka is, als helft van een tweeling, te vroeg geboren na 25 weken zwangerschap. Dit heeft bij Jukka geleid tot complicaties zoals autisme, continu epileptische activiteiten en een verstandelijke beperking. Hij kan niet praten, maar Marcel snapt zijn non-verbale communicatie heel goed. Hij ziet, net als de moeder van Jukka, zijn blijdschap en zijn verdriet waar dat door anderen niet altijd begrepen wordt. Marcel is naast de vader van Jukka ook één van de initiatiefnemers van de One Stop Shop voor mantelouders. “Het systeem is niet altijd even duidelijk wanneer je als mantelouder op zoek bent naar ondersteuning, je wordt vaak van het kastje naar de muur gestuurd en je komt in een oerwoud van wet- en regelgeving terecht. We hebben nu, middels de One Stop Shop, samen met mantelzorgorganisatie Tandem een manier gevonden om specifieke hulpvragen van mantelouders te bundelen. Op die manier worden ouders sneller en beter geholpen en blijft de opgedane kennis centraal beschikbaar.” ✶

‘Als mantelouder word je vaak van het kastje naar de muur gestuurd’

This article is from: