Félicia Atkinson - Je Suis Le Petit Chevalier Forestdrones uit Brussel
Op de mooiste lenteochtend van januari 2012 – de zon priemt door de ramen ad random psychedelische patronen op ons netvlies – mogen we in een prachtig stukje Brussel op café met Félicia Atkinson. Atkinson heeft een studie antropologie en een kunstopleiding achter de rug. Beide studies bleken achteraf essentieel voor haar kunstenaarschap. Félicia Atkinson: “Ik ben opgegroeid in Parijs, als enig kind. Ik was behoorlijk eenzaam (lachje) en bracht nogal wat tijd door in mijn verbeelding, met allerlei zelfverzon nen personages. Mijn oma was Poolse en elke zomerva kantie brachten we in Polen door. Frankrijk en Polen waren toen totaal tegengestelde werelden. Polen was nog communistisch – mijn oma had zelfs geen telefoon. Doordat ik nooit perfect Pools heb gesproken, leerde ik al snel dat je een omgeving niet perfect hoeft te verstaan om haar te kunnen begrijpen. Dat geldt volgens mij ook voor muziek. Ik speelde wel harp en piano, maar ik hield er geen rekening mee dat muziek ooit een bepalend element zou worden in mijn leven. Juist omdat ik erg timide was, ging ik theater studeren. Daar heb ik improvisatie ontdekt. Improviseren was het enige wat me interesseerde. Ik las wel veel theaterteksten, maar de pure reproductie daarvan heeft me nooit geïnteresseerd. Ik wilde die teksten wel beluisteren, maar ze nooit reproduceren. Heruitvinden: dat wilde ik toen al doen.”
Metafoor
Félicia Atkinson, alias Je Suis Le Petit Chevalier, is een in Brussel aangespoelde Parisienne die grossiert in – we citeren de website – ‘forestdrones’, maar net zo goed (muzikale) installaties en kwetsbaar schilderwerk maakt. auteur: Stijn Buyst / beeld: Caroline Lessire (portret) en Félicia Atkinson (werk)
52
“Ik bracht veel tijd door in het Musée de l’Homme en vanuit die fascinatie ben ik antropologie gaan studeren. Van die immense collecties uit andere beschavingen zitten zeker nog invloeden in mijn werk. Daarna ging ik kunst studeren in Parijs. Die opleiding was héél bourgeois en serieus. En wat vooral treffend was: die mensen waren totaal niet met muziek bezig. Enfin, ik hield helemaal niet van school. (lacht) Maar ik heb toen wél een jaar hedendaagse dans gevolgd bij Boris Charmatz. Dat project – Bocal – was heel experimentele dans, geïnspireerd door het Black Mountain College (kunstuniversiteit in Asheville, North Carolina, waar onder anderen Merce Cunningham en John Cage actief waren, sb). Daar heb ik de muziek herontdekt. Christian Wolff (Amerikaans experimenteel componist, die onlangs nog door Sonic Youth werd opgepikt voor ‘Goodbye 20th Century’, sb) kwam een workshop muziek geven. We speelden ‘Treatise’ van Cornelius Cardew – een grafische partituur voor ‘non-instrumenten’ als stenen en de stem. In die workshop kwam het voor mij allemaal samen: hedendaagse muziek, antropologie, sonografie, improvisatie. (verrukt) Dat was perfect.” “Ik trad toen vaak op met Sylvain Chauveau, maar ik gebruikte alleen nog maar mijn stem. Ondertussen had ik ook Elise Ladoué ontmoet, met wie ik een groep oprichtte: Stretchandrelax. We maakten muziek met alles wat we vonden, behalve instrumenten.” Zit er tegenwoordig nog een residu van die antropologie in je muziek? FA: “Ja. Voor mij zijn kunst en muziek nooit pure fictie – dit is een beetje gecompliceerd hoor – maar altijd een metafoor. Het gaat altijd over een realiteit, die de muzikale ervaring overstijgt… Ik wil het zeker niet sjamanisme noemen – dat zou een beetje fake zijn, aangezien ik gewoon in Brussel woon. Maar ik heb wél geleerd dat muziek en tekenkunst kunnen communiceren over het onzichtbare; kunst kan rapporteren over het universum. Dat zit ook in mijn manier van werken: door heel veel
klanken op elkaar te stapelen ontstaat er iets nieuws en onverwachts. De naam ‘Je Suis Le Petit Chevalier’ heb ik gekozen omdat ik een oorlogsidioom wilde creëren. Door de ‘zachte’, beperkte materialen waarmee ik werk – kleurpotloden, waterverf, Garageband, goedkope pedalen en een Microkorg – worden mijn muziek en kunst vaak gezien als lieflijk. Dat klopt gedeeltelijk, maar er zit zeker ook geweld in… Geweld hoeft niet per se monumentaal te zijn, het kan ook klein en venijnig zijn. Die nietgesofisticeerde materialen worden volgens mij juist heel sterk en geraffineerd door de manier waarop ik ermee werk.”
Verstopt geluid
‘Je Suis Le Petit Chevalier’ is een liedje van Nico, niet? FA: “Natuurlijk. Haar zoontje zong dat liedje. Ik ben ook van jongsaf gefascineerd door de kinderkruistochten. Mijn vader had een plaat van Pierre Henry, ‘Apocalypse De Jean’. Daarin zat ook een kind dat op een heel angstaanjagende manier praat. Dat is mij altijd bijgebleven.” Ondanks dat pseudoniem, release je ook nog steeds als Félicia Atkinson. FA: “Ik ben een grote fan van Bonnie ‘Prince’ Billy. Hij wisselt ook regelmatig van artiestennaam: Palace, Palace Brothers… Dat brengt een vrijheid om verschillende dingen te doen. Als JSLPC werk ik veel met gitaar, terwijl het werk onder mijn eigen naam veel kubistischer en monotoon is.” Je releast niet alleen onder verschillende namen, maar ook op heel veel verschillende dragers – cd-r, zines, tapes, vinyl… Heb je een favoriet formaat? FA: “Ik hou toch vooral van de analoge dragers: tapes en vinyl.” Ik heb vaak de indruk dat artiesten die de ene tape na de andere uitbrengen, pas écht stress krijgen als ze iets moeten maken dat op vinyl zal uitkomen. FA: “Dat is zeker waar. Er is dan ook veel meer geld mee gemoeid. Cassettes zijn ideaal om snel en goedkoop dingen uit te brengen. Het formaat van een vinylplaat vereist toch net iets meer werk en voorbereiding.” Je hebt net ‘The Owls’ uitgebracht, een mooi uitgegeven cassette in een ‘Wunderkammer’-doosje (‘Wunderkammer’ is het Duitse woord voor rariteitenkabinet, red.). Beschouw je zoiets als een deel van je beeldend werk of is het een release als elke andere? FA: “Die Wunderkammer-cassette is een samenwerking met Le Bon Accueil, de galerie in Rennes waar momenteel een tentoonstelling van me loopt. Zij vragen aan elke artiest om vijftig van die doosjes te maken. Het zit dus tussen de multiple van de hedendaagse kunst en muziek in. Dat interesseerde me omdat mensen uit het kunstmilieu doorgaans heel weinig muziek beluisteren, laat staan cassettes.” Ben je dan niet bang dat die vijftig gelimiteerde exemplaren allemaal bij verzamelaars terechtkomen die zelfs geen cassettespeler meer hebben? FA: “Dat vind ik niet erg. Ik beschouw die Wunderkammer als een kleine schat. Het is zoals met vreemde talen: ik vind het prima als mensen die cassette niet beluisteren of begrijpen. Het gaat om een geluid dat verstopt zit in dat object, die cassette. Dat die magnetische band bij aanraking met de koppen van die machine klank vrijgeeft, dat is het basisidee: het is een quasi-magisch contact. Door
discografie Je Suis Le Petit Chevalier - An Age of Wonder (Shelter Press / La Station Radar, 2012, lp) Je Suis Le Petit Chevalier – L'enfant Sauvage (Aguirre, 2011, lp) Je Suis Le Petit Chevalier – Discovering Mathematics 2 (No Kings, 2011, cassette) Je Suis Le Petit Chevalier – A Shelter in Bolinas, (Digitalis, 2011, cassette) Je Suis Le Petit Chevalier – Tropical Malady, (I had an Accident, 2010, cassette) Félicia Atkinson - O-re-gon (Home Normal, 2011, cd) Félicia Atkinson - The Driver (Hibernate, 2011, lp) Félicia Atkinson - Les Bois Rouges (Unread records, 2011, cassette) Félicia Atkinson - Lakes and Losses (Kaugummi, 2010, cd-r) lees lees meer over Sylvain Chauveau in gonzo 107 lees meer over Jefre CantuLedesma in gonzo 104 lees meer over Aguirre records in gonzo 105 luister luister naar 'Franny Without Zooey' van Félicia Atkinson op mtg 95 www feliciaatkinson.be jesuislepetitchevalier.bandcamp.com/(Seattle's Only Newspaper)
53