Vijftig hoogtepunten uit de Russische literatuur is een standaardwerk met gedetailleerde samenvattingen en diepgaande analyses van de meest bekende werken uit de Russische literatuur (romans, novellen, dichtwerken, toneelstukken).
In tegenstelling tot de meeste andere literatuurboeken is Vijftig hoogtepunten niet opgebouwd rond de auteurs maar rond hun werken. De twee delen beslaan samen een periode van anderhalve eeuw – van Jevgeni Onegin tot De Goelag Archipel. Het eerste deel, gewijd aan de “Gouden Eeuw” van de Russische literatuur, bevat beschrijvingen van werken van o.a. Poesjkin, Gogol, Toergenev, Dostoevski en Tolstoj, terwijl het tweede deel, gewijd aan de “Zilveren Eeuw” en de Sovjet-periode, zich concentreert op werken van o.a. Tsjechov, Pasternak, Boelgakov, Nabokov en Solzjenitsyn.