4 minute read

Barbara

Next Article

De Franse Barbara was van Joodse afkomst en moet tijdens de bezetting door de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog met haar familie onderduiken. Na de oorlog geeft een buurvrouw-zanglerares aan Barbara de kans om haar prille zangtalent te ontwikkelen en krijgt ze zang- en pianolessen in de Ecole Supérieure de Musique. Ze zingt ook in een populair cabaret in Parijs. Haar ranke gestalte, zwarte kledij en gitzwarte haren versterken meteen de typische, melancholische stijl die haar eigen is en die het beeld oproept van een teleurgestelde liefde. In 1950 komt ze in Brussel wonen. Ze maakt meteen deel uit van de Brusselse kunstenaarsgemeenschap en krijgt van haar artistieke vrienden een concertzaal ter beschikking waar ze o.a. de liederen van Edith Piaf en Juliette Gréco brengt. Haar carrière ontwikkelt zich echter langzaam en het is moeillijk om de eindjes aan elkaar te knopen.

Terug in Parijs, in 1952, ontmoet ze Jacques Brel. Het wordt een hechte vriendschap tussen de twee en ze vertolken samen enkele van Brel’s nummers. In die tijd ontmoet ze ook George Brassens. Intussen vormt zich een trouw publiek voor haar optredens die ze in kleine zaaltjes geeft. Het zijn vooral studenten van het Quartier Latin in Parijs die zich rond haar scharen.

In 1957 keert ze terug naar Brussel, neemt er haar eerste plaat op en wordt echt beroemd door optredens in de toenmalige muziektempel Bobino bij Montparnasse in Parijs. Met een nieuw repertoire weet ze een vast publiek verder rond zich te verzamelen en in 1964 tekent ze een platencontract bij Philips Records, het platenlabel dat in 1950 was opgericht door de Nederlandse electronicaconcern Philips.

In haar eigen composities wordt ze vooral geïnspireerd door toenmalige grote vedetten Mireille en Charles Trenet. De liedjes van Barbara versterken het melancholische karakter van haar repertoire. De lyrische poëtische teksten, haar dramatiek en de diepgang van de emotie in haar stem zijn drie van Barbara’s eigenschappen die haar verzekeren van een publiek die haar dertig jaar volgt. Beroemde nummers uit die tijd zijn ‘Ma plus belle histoire d’amour c’est vous’, ‘L’aigle noir’, ‘Nantes’, ‘La solitude’ en ‘Une petite cantate’. Het album ‘Barbara chante Barbara’, uitgegeven in 1965, wordt een groot succes en bij de uitreiking van een belangrijke muziekprijs breekt ze de trofee in stukken en deelt ze uit aan haar technici, om haar dankbaarheid te tonen. Op vrijwillige basis doet ze schenkingen en gaat ze haar beroemdheid gebruiken om hulp te bieden aan arme kinderen.

Van 1969 tot 1977 wordt ze actrice en speelt onder meer samen met Brel in zijn film ‘Franz’ (1971) waarvoor ze ook de muziek schrijft. In 1977 sluit ze haar acteertalent af in de film ‘Je suis né à Venise’ in een regie van danser en choreograaf Maurice Béjart. Ze blijft in de jaren zeventig muzikaal actief en gaat op tournee in Japan, Canada, België, Israël, Nederland en Zwitserland. Begin jaren tachtig verschijnt haar album ‘Seule’, dat in 1981 een van de best verkochte platen wordt. In 1982 ontangt ze de Grand Prix du Disque voor haar bijdrage aan de Franse cultuur. Eind jaren tachtig gaat ze zich actief inzetten voor fondsenwerving voor het onderzoek in de strijd naar aids en in 1988 ontvangt ze de Légion d’ Honneur, de hoogste en belangrijkste Franse nationale onderscheiding. Haar memoires begint ze te schrijven in 1996. Ze zouden pas na haar overlijden in 1997 verschijnen. De herinneringen aan de Franse chansonnière blijven echter levendig: de gemeente Saint-Marcellin in het Franse departement Isère (regio Rhône-Alpes) waar Barbara en haar familie tijdens de Tweede Wereldoorlog onderdoken, besluit in 1998 om een plein naar haar te noemen en organiseert nog steeds activiteiten rond haar oeuvre en persoonlijkheid.

Op deze link haar grootste succes: http://youtu.be/qjetz4xJZ9o. Een intro op de ontmoeting Barbara-Brel: http://www.filmsdocumentaires.com/films/1342-tusauras-qui-je-suis

Walter Aelvoet
This article is from: