4 minute read

Next Article
Licht op de stad

Licht op de stad

Hoewel de migratie van deze twee geboren Brusselaars slechts over een afstand van pakweg 50 km liep, noemen ze zich graag artistes-nomades : het laatste heeft alles te maken met hun reis-karakter, het eerste met hun actieve leven, Clem als kunstschilder en Annie als zangeres.

Zo’n twaalf jaar geleden streken ze neer in Geraardsbergen, na een eerste deel van hun leven in Brussel te hebben gewoond. Toen ze de kleine stad zagen, waren ze direct verkocht: als kunstschilder begon Clem zijn nieuwe woonplaats meteen uit te beelden in zijn werken. Zoals hij dat altijd al gedaan had, vermengde hij de kunstdoeken met mythische taferelen die hij vaak terugvindt bij o.a. Wagner.

‘Wagner was een uitmuntend componist, wat zeg ik: hij is absoluut de grootste componist ooit! Hij is dat d’ailleurs nog steeds in zijn muziekstukken waarin hij verder leeft (hij lacht). Wagner is van het niveau van Nietsche: een zelfde soort denker, een filosoof. Een anarchist ook.’

Dit jaar vieren we de 200ste verjaardag van Wagner en op Clem’s voorstel maken de leerlingen van basisschool De Dender werkjes daarrond.

‘Daarvan zullen ze des te meer opnieuw glans in hun ogen krijgen, omdat het hen zal helpen op een open manier naar de wereld te kijken. En daar worden we allemaal beter van: het kan ons helpen om terug naar een mooiere wereld te evolueren, meen ik.’

In een eerdere ontmoeting met de jonge mensen van die school, had Clem hen door de expo van ‘De Schatten van Toetanchamon’, in Brussel, gegidst. Als kunstschilder kon hij hen maar al te makkelijk meenemen in de creatieve levensstijl van de Egyptenaren. Om de kennismaking met zo’n rijke Egyptische cultuur af te ronden, mochten de leerlingen tekeningen en schilderwerken daarover maken. Clem liet hen even verbeelden dat de Dender de Nijl zou zijn, ‘want een rivier is steeds aanvoerder van andere invloeden, van een grenzeloze creativiteit. Een rivier in een stad is een heel belangrijk symbool.’ De kinderen konden dan hun creativiteit de volle loop laten om dat zinnebeeld op papier te zetten. In het teken van Wagner’s tweehonderdste verjaardag stelde Clem al soortgelijke opdracht voor: ‘Dat zou dan een mooie overgang voor die kinderen betekenen, van de lagere school naar het secundair kunnen.’

Clem is er vast van overtuigd dat tekenen en schilderen van essentieel belang zijn in het leven. Het helpt je om verder na te denken, om niet vast te gaan zitten in denk- of leefpatronen. Dat kan je van alle creatieve uitingen zeggen, en niet in het minst van zang: Clem’s levenspartner, An- nie, is zangeres. Ze doet dat o.a. bij het koor van Gaudicanto (een zestigkoppig koor, met wekelijkse zangplaats in Grimminge, red.), waar ze zich goed thuis voelt. Het zingen als soliste vindt ze nog uitdagender. Een uitdaging die ze graag aangaat. ‘Als ik op zo’n voorstelling dan door een bekend pianist wordt gefeliciteerd, doet mij dat heel veel deugd. Het voelt mij dan alsof ik een beetje zou zweven, maar ik hou de voeten goed op de grond’, vult Annie vlot aan. Momenteel bereiden ze samen Clem’s volgende schilderstentoonstelling voor, die loopt van 28 juni tot 28 juli in Contemporary Art Gallery ‘Espace Blanche’, Brussel (vlakbij de Grote Markt).

In zijn schilderijen verwerkt Clem zichten op de stad Geraardsbergen met mythische taferelen.

‘Exposities doe ik al veertig jaar lang, én heel graag.’ Eerder dit jaar exposeerde hij al in Londen en Istanboel. ‘Mijn allereerste expo was op bijna dezelfde plaats in Brussel, in de toenmalige Gallerie L’ Archange (‘aartsengel’) die ook het symbool is voor de stad Brussel. En vanop die plaats waar toen voor het eerst mijn schilderwerken werden tentoongesteld, kon ik Barbara horen zingen, in een van de kelder-cafés waar ze toen optrad. Dat bracht mij meteen in een heel bijzondere sfeer: het was alsof ik mij bevond op de Parijse Saint-Germain-des-Prés (Parijse woonwijk aan linkeroever van de Seine, red.), waar kunstenaars een eigen stadsambiance hadden weten op te bouwen.’ Clem kijkt vanin de tuin even het begin van een mooie zomer-avond in, over de daken van de huizen. Maar hij vervolgt snel vurig: ‘De stem is sans aucun doute een van de mooiste muziekinstrumenten die we hebben. Het is beslist geen toeval dat ik mijn leven deel met een zangeres.’ Souriant kijkt hij nu naar Annie, die ons nog wat koffie schenkt. De zomer kan niet meer stuk. (WiSch)

This article is from: