9 minute read

Rondetafelgesprek

Next Article
Goes voor elkaar

Goes voor elkaar

‘Corona of niet, wij houden jongeren bij de les’

Met de start van het online onderwijs tijdens de eerste coronagolf dachten veel mensen dat de RBL-consulenten Amy Haerkens en Richard de Wit duimen gingen draaien. Het tegendeel is waar. ‘Wij zetten alles op alles om jongeren letterlijk bij de les te houden.’

Advertisement

Amy en Richard werken bij het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL). Als RBLconsulent houden zij en hun collega’s toezicht op het naleven van de Leerplichtwet voor kinderen tot 18 jaar. Daarnaast zetten zij zich in om voortijdig schoolverlaten zo veel mogelijk te voorkomen. Dit doen zij door jongeren tot 23 jaar te stimuleren een startkwalificatie te behalen. Dat is een havo- of vwo-diploma of een mbo-diploma op niveau 2. Tot slot gaat hun aandacht uit naar jongeren die voortijdig van school zijn gegaan. ‘Normaal bestaat ons werk hoofdzakelijk uit persoonlijk contact, zowel met de jongeren als met de docenten en andere hulpverleners, zoals de jeugdverpleegkundige op school. Door het coronavirus is dit nu allemaal heel erg beperkt.’

Onder de radar duiken

Toen in het voorjaar alle scholen sloten en het online onderwijs van start ging, was dit voor enkele jongeren het moment om een stapje terug te doen. Of, zoals Amy het verwoordt: om even van de radar te gaan. ‘Aandacht voor verzuim werd door het online onderwijs natuurlijk wat lastiger. Jongeren hoefden natuurlijk niet meer op school te zijn. Samen met docenten bleven we hierop alert. Studenten die niet inlogden en online niet meededen, werden zeker opgemerkt. Zij kregen een telefoontje van school en als dat niet werkte van ons. Dat was voor de meeste jongeren een duidelijk signaal dat ze nog steeds in beeld waren en dat was in vrijwel alle gevallen voldoende om ze er weer bij de les te halen.’

Stutten en steunen

Natuurlijk stuitten Amy en Richard in hun gesprekken met jongeren niet alleen op onwil. Er speelden ook andere zaken, zéker toen de scholen weer (deels) hun deuren openden. ‘Online zag je dat sommige leerlingen opbloeiden, juist omdat ze niet fysiek op school moesten zijn. Andere leerlingen haakten online juist af, omdat zelfstandig werken voor hen moeilijk was. Nu de scholen weer open zijn, zien we dat sommige leerlingen angstig zijn, bijvoorbeeld om het coronavirus mee naar huis te nemen. Anderen missen een duidelijke structuur, zéker nu sommige lessen wel en andere niet op school plaatsvinden. De essentie van ons werk is dat wij proberen een verbinding te leggen tussen de leerling en de school. Dat doen we met aandacht. We kijken wat er nodig is om een leerling onderwijs te laten volgen. We ‘stutten en steunen’ en dat doen we bij iedereen op een andere manier. Het is maatwerk. De stelregel daarbij is: mankeer je niets, dan moet je naar school.’

Stages en werk vinden

Niet alleen schoolgaande jongeren ervaren de gevolgen van corona, ook jongeren die een leerwerkplek zoeken en de voortijdig schoolverlaters. ‘We melden deze groepen aan bij het Werkgeversservicepunt. Daarmee werken we goed samen. Nu veel bedrijven het economisch zwaar hebben, is het lastig om leerwerkplekken en stageplaatsen te vinden. Voortijdig schoolverlaters zitten vaak bij de eerste mensen die hun baan verliezen. Wij proberen hun situatie waar mogelijk te stabiliseren. Verder zien we dat de voortijdig schoolverlaters, die alsnog een opleiding overwogen nu toch afhaken omdat zij online onderwijs niet zien zitten.’

Oog voor elkaar

De aandachtspunten van Amy en Richard voor de komende periode zijn vooral het onderhouden van contact met jongeren die dat nodig hebben. Dat doen ze door maatwerk te leveren en steeds op te komen voor hun belangen, zodat zij hun recht op onderwijs kunnen verzilveren. Daarnaast is aandacht voor elkaar belangrijk. ‘Ook binnen ons team ervaren we de gevolgen van corona. Waar je vroeger rond de koffieautomaat samen kwam en even je hart kon luchten, werken we nu allemaal thuis. Aandacht voor elkaar is belangrijk. Het is daarom fijn dat we soms digitaal overleg hebben en zelfs een enkele keer een digitaal koffiemomentje. Zo blijven we bij elkaar en elkaars werk betrokken.’

Rondetafelgesprek

De deelnemers zijn Laura Waverijn (VVD), Judy Hooymeyer (GroenLinks) en Stan Meulblok (Partij voor Goes).

Laura Waverijn Judy Hooymeyer

Aandacht hebben voor elkaar kan op veel manieren

Alleen

Toevallig wonen de drie gesprekspartners zonder partner. En dat voelt soms alleen, maar het woord ‘eenzaam’ vinden ze te sterk klinken. ‘Alleen wonen voelt soms ook heel alleen’, vindt Stan Meulblok. ‘Daar ga ik niet zielig over doen, ik onderneem veel. Maar deze tijd, met al zijn beperkingen, benadrukt dat alleen zijn wel.’ ‘Na de scheiding vond ik het vooral wennen om alleen op pad te gaan’, zegt Laura Waverijn. ‘Dat is een stap die je moet zetten. Als je jong en fit bent, doe je dat meestal makkelijker dan wanneer je dat niet bent. Terwijl het zo belangrijk is om iets te ondernemen en onder de mensen te blijven.’ Judy Hooymeyer wandelt veel en spreekt dan mensen aan. ‘Iedereen heeft behoefte aan een praatje. Als ik veel alleen thuis zit, merk ik dat ik tegen mezelf praat. Mijn ervaring is dat je tijdens een ommetje best makkelijk mensen kunt aanspreken. Vooral als ze een hond hebben. Sinds twee jaar spreek ik elke

Een raadslid en twee fractievoorzitters buigen zich tijdens een rondetafelgesprek over het thema #aandachtvoorelkaar. Dit thema is nu actueler dan ooit, maar ook in ‘gewone’ tijden is het belangrijk om naar elkaar om te kijken.

Stan Meulblok

dag iemand aan die ik niet ken, “hoe gaat het met u”, vraag ik dan. Daar heeft nog nooit iemand negatief op gereageerd.’

Eenzaamheid kan iedereen overkomen

Al voelen de gesprekspartners zich niet eenzaam, het is wel een thema dat zij belangrijk vinden. Stan: ‘Voorheen dacht ik bij eenzaamheid aan ouderen. Dat komt mede door de maatschappelijke ontwikkelingen waarbij ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Op enig moment komt de partner te overlijden, kinderen werken en wonen soms ver weg. Dergelijke situaties zijn bekend. Maar eenzaamheid is iets van alle leeftijden en alle bevolkingsgroepen. Het kan iedereen overkomen.’ ‘Juist daarom is het belangrijk om, binnen de maatregelen, contact te blijven zoeken’, vult Laura aan. ‘Drink een kop koffie met elkaar en voer gesprekken, luister naar elkaar.’ Er zijn veel verenigingen waar je lid van kunt worden. Je kunt elkaar ook vrijblijvend ontmoeten bij onder meer wijkverenigingen.

‘Ik zie dat mensen meer oog voor elkaar hebben.’

De gemeente ondersteunt dergelijke ontmoetingsplekken, maar zou er wellicht nog meer bekendheid aan kunnen geven.

Echt luisteren

Aandacht voor elkaar betekent dat ook de gemeente als organisatie aandacht moet hebben voor haar inwoners. Deze zomer maakte de gemeente bekend dat er een proef van een jaar komt met een burgerpanel. ‘Dat is een mooi initiatief’, vindt Laura. ‘Daarmee toont de gemeente dat zij dienstbaar wil zijn aan haar inwoners. Maar aandacht hebben gaat over veel meer dan burgerparticipatie. Bijvoorbeeld dat ambtenaren echt luisteren naar de vragen, kwesties en voorstellen waar inwoners mee komen. Dat een klantmanager niet meteen “nee” roept, maar serieus over zo’n zaak wil nadenken en meedenken.’ De drie politici menen dat er voldoende ruimte moet zijn voor initiatieven uit de bevolking zodat deze ook ontwikkeld kunnen worden. Daarmee geef je mensen perspectief, iets wat de gemeente moet ondersteunen. Zeker in een tijd vol beperkingen. Want er zijn genoeg mensen die nieuwe kansen zien. Laura: ‘Het zou mooi zijn als we in onze communicatie die kansen en creativiteit kunnen tonen. Media creëren in feite een angstgevoel en dat is niet wat je als gemeente zou moeten willen. Daar zouden we positieve creativiteit tegenover kunnen zetten.’

Eigen bubbel

Alle beperkingen die deze tijd met zich meebrengt, zetten zaken langzamerhand op scherp. Mensen lijken een korter lontje te krijgen. Sociale media, nooit echt plekken voor nuanceringen, lijken geregeld te ontploffen door negatieve reacties. Spanningen stijgen door de restricties.

Judy ervaart dat gesprekken in media en de samenleving polariseren. ‘Er wordt vaak in wij-zij gedacht en gesproken. Dat is jammer. Daarom is het belangrijk om de dialoog aan te gaan. Er is altijd een reden waarom iemand reageert zoals hij reageert. Iedereen leeft in zijn eigen bubbel, het is niet altijd makkelijk om met een open instelling naar mensen met een totaal ander wereldbeeld te luisteren. Maar het is wel belangrijk om te doen.’ Stan en Laura merken juist dat de huidige tijd saamhorigheid te weeg brengt. Stan: ‘Ik zie dat mensen meer oog voor elkaar hebben. Dat buren naar elkaar om kijken, of naar een alleenstaande.’

Signalen opvolgen

Aandacht voor elkaar betekent ook handelen als je merkt dat het niet goed gaat met iemand. ‘Op scholen kun je signaleren als de kleding van kinderen minder van kwaliteit wordt, als er in het lunchtrommeltje minder zit dat voorheen’, noemt Stan. ‘Ik weet dat er zzp’ers zijn die al maanden weinig tot niets verdienen. Maar om te signaleren dat het niet goed gaat, is soms lastig. Het is voor veel Zeeuwen een heel grote stap om te erkennen dat het financieel niet meer gaat of dat ze eenzaam zijn. Zij zijn gewend hun eigen boontjes te doppen.’ Laura benoemt het woud aan regelingen die er zijn. ‘Als je eenmaal in het systeem zit, krijg je bericht als er een regeling is waar je wat aan kunt hebben. Maar wie niet eerder een beroep op al die toeslagen, potjes en uitkeringen heeft gedaan, kan zijn weg maar moeilijk vinden. Ook daar zouden we meer aandacht aan moeten geven.’

‘Ik spreek elke dag iemand aan die ik niet ken. Daar heeft nog nooit iemand negatief op gereageerd.’

‘Het zou mooi zijn als we hier positieve creativiteit tegenover kunnen zetten.’

Bezoek aan ouderen

Tegelijkertijd is het de vraag hoe de gemeente die financiën op peil kan houden. De uitgaven voor Jeugdzorg rijzen nu al de pan uit. Stan: ‘En we gaan de winter in. Als de maatregelen strikt blijven, betekent dat mogelijk nog meer spanning in huis en in sommige gezinnen meer problemen. Daarom ook is het goed dat de scholen, voor zover mogelijk, openblijven.’ Dat er deze keer voor gekozen is om bezoek toe te staan in woon-zorgcentra vinden de drie gesprekspartners terecht. Laten de ouderen, familie en mantelzorgers zelf kiezen of en wie er op bezoek komt, met alle maatregelen die erbij horen. Nu wordt er nog te vaak over de hoofden van mensen besluiten genomen. ‘Ik heb een broer met het Syndroom van Down’, vertelt Judy. ‘Pas onlangs mocht ik hem voor het eerst weer bezoeken, maar knuffelen was er niet bij. Het is hem niet uit te leggen waarom dit allemaal gebeurt. Dat is schrijnend.’

Duidelijke en eerlijke berichtgeving

Aandacht voor elkaar betekent ook dat er duidelijke informatie wordt verstrekt waar inwoners echt wat aan hebben. Want, zo concluderen de drie gesprekspartners, daar is altijd behoefte aan. ‘Het leven gaat door en we zullen dit gezamenlijk moeten doorstaan. Geen angstverhalen, maar eerlijke berichtgeving die waar mogelijk positief is en de kansen beschrijft.’

This article is from: