
8 minute read
Een warme tussenverdieping: woonproject De Voute
Rita Vanthournoudt en Yaisa Nuyten hebben thuis allebei een kind met een mentale beperking. Rita heeft een dochter van 47 jaar, Yaisa een zoon van 21. Met het woonproject De Voute werken ze samen met een kerngroep aan de toekomst van hun kinderen. Ze vertellen ons meer over de insteek en plannen van het project.
Wat ligt aan de basis van dit woonproject?
Rita: ’De aanleiding was onze dochter. De tijd staat niet stil. We worden allemaal een dagje ouder. Mijn man en ik stelden ons dan ook vragen bij de toekomst en die van onze dochter. Mensen met een zware achterstand kunnen vaak vlot terecht in een instelling. Maar wanneer de beperking van lichtere aard is, zoals bij onze dochter, is dat niet zo evident. Als ouder kan je bijna niet anders dan zelf het initiatief nemen, bijvoorbeeld door een woonproject uit de grond te stampen.’
Hoe begin je daaraan?
Rita: ’We zijn zo’n anderhalf jaar geleden begonnen, in 1 e instantie door heel veel onderzoek te doen. We kwamen met een heleboel mensen en organisaties in contact die ons tips, advies en informatie gaven over locatiemogelijkheden, soorten zorgverlening, regelgeving, bereikbaarheid enzoverder. In het begin zit je met heel veel vragen. Welke locatie zou hiervoor geschikt zijn in Deerlijk? Wie zouden onze bewoners kunnen zijn? Hoe financieren we dit verhaal? Wat zijn de wensen, mogelijkheden en beperkingen? En het rijtje met vragen is nog veel groter. Je kan je wel voorstellen dat er heel wat bij komt kijken. We hebben een aantal gelijkaardige projecten in de buurt bezocht om een beter idee te krijgen over waar wij wel of net niet naartoe willen met ons eigen woonproject.’
Dat lijkt ons een pittig project om van 0 te realiseren. Dat kan je niet alleen trekken, toch?
Rita: ‘Nee, uiteraard niet. We kwamen snel tot de vaststelling dat we een groep ouders en sympathisanten nodig hebben om dit allemaal mogelijk te maken. Achter de schermen hebben we het bestuur van onze vzw. Daarnaast zijn er per thema werkgroepen samengesteld (ouderwerking, bouw, public relations ...). Die werkgroepen bestaan vooral uit ouders en vrijwilligers. We zijn daarvoor nog altijd op zoek naar versterking. Met hoe meer we zijn, hoe meer en sneller we stappen kunnen zetten en hoe vlotter alles dus verloopt.’
Kandidaat-bewoners vinden, hoe verloopt dat?
Rita: ‘Via verschillende kanalen, waaronder vzw De Living, kregen we namen van kandidaat-bewoners door. We organiseerden ook een infoavond om het project een 1 e keer toe te lichten. Sommige mensen haakten toen af omdat het bijvoorbeeld nog niet meteen als een noodzaak aanvoelde voor hun eigen situatie, wat uiteraard begrijpbaar is. De laatste tijd kwamen er op korte termijn een paar nieuwe kandidaten bij. Intussen zitten we aan zo’n 7-tal geïnteresseerde kandidaat-bewoners. We streven naar 10 à 12 personen in totaal.’
Vanwaar de keuze voor dat aantal?
Yaisa: ’Alles boven de 15 bewoners valt niet meer onder de categorie ‘oudervereniging’, maar is geclassificeerd als een voorzieningsorganisatie. Dat is niet onze doelstelling, vandaar dat we spreken over minimum 8 en maximum 12 bewoners. We willen niet dat bewoners zomaar een nummer worden en de groepsdynamiek moet ook goed zitten, dat is belangrijk. Tegelijk hebben we wel een bepaald aantal bewoners nodig om de zorg betaalbaar te houden. Als de groep te klein is, kan je maar een beperkt aantal zorguren inkopen. Dus daar moeten we ook rekening mee houden.’
Hebben jullie een zicht op hoeveel mensen hier op vandaag nood aan hebben?
Rita: ’Concrete cijfers hebben we niet, maar we weten dat we met meer zijn dan je zou denken. Alleen is zo’n woonproject niet voor iedereen direct nodig. En soms kunnen ouders of kandidaat-bewoners de stap simpelweg nog niet zetten door bepaalde omstandigheden.’
Yaisa, jij bent met Rita in contact gekomen omdat je een zoon met een beperking hebt. Hij is dus 1 van de kandidaat-bewoners. Hoe voelt het als ouder om deel te nemen aan dit project?
Yaisa: ’Als ouder is het wat zoeken. Mensen met een beperking krijgen sowieso heel wat minder kansen in hun leven. Zo kan en mag mijn zoon bijvoorbeeld geen rijbewijs halen. Je wil je kind niettemin zoveel mogelijk gunnen uit het aanbod van wat wél nog kan, zoals zelfstandig gaan wonen. Dit woonproject biedt hem die kans tot zelfstandigheid.’
Rita: ‘Wij hebben 4 kinderen en elk van hen heeft wensen en dromen. Dat willen we hen niet afnemen, omdat ze als mantelzorger voor hun zus aangesteld worden. Je moet dus ergens een oplossing vinden voor ieders bestwil en toekomst.’
Rita, hoe kijkt jouw dochter naar dit woonproject?
Rita: ’Onze dochter is een creatief type en knutselt heel vaak. Ook als er vergaderingen van vzw De Voute bij ons thuis plaatsvinden. Hoewel ze dan volop aan het knutselen is, hoort ze toch alles. In het begin was haar reactie niet zo positief. Dan zei ze: ‘Je gaat me toch niet buitengooien hé?’. Maar dat is geëvolueerd en gedraaid. Nu koopt ze spulletjes voor zichzelf, voor de inrichting van haar eigen plekje later.’
Yaisa: ‘Bij mijn zoon zijn vriendschappen moeilijk. Vrienden uitnodigen is niet evident, omdat hij snel overprikkelt raakt. In het woonproject zal elke bewoner de ruimte krijgen om op zijn of haar eigen tempo en tijd sociaal contact te ondernemen met de medebewoners.’
Een woonproject op hun maat dus, dat is mooi. Even iets helemaal anders. Vanwaar de keuze voor de naam ‘De Voute’?
Rita: ’Er passeerden heel wat suggesties op onze vergaderingen. Maar ‘De Voute’ kwam telkens terug en bleef hangen. Het is de warme tussenverdieping die je vroeger weleens in woningen vond. Het kamertje boven de kelder zoals we zeggen.’
Een warm project is het zeker. Hoe zorgen jullie ervoor dat iedereen er in de toekomst warmpjes bij zit, als we het zo mogen verwoorden?
Rita: ’Op vandaag is het onze prioriteit om verder contact te leggen met mogelijke partners wat het budget en de subsidiëring betreft. We streven naar een balans van 1/3 huur, 1/3 zorg en 1/3 eigen budget. Dat is ook de verhouding die andere projecten van dit genre aanhouden als leidraad.’
Yaisa: ’In het woonproject willen we ook alles in solidariteit doen. Met respect en liefde voor elkaar. Een voorbeeld: wanneer iemand een beperking heeft, stelt men de zorgnood aan de hand van een puntensysteem vast. De kostprijs van die zorgnood is dan ook voor iedere bewoner anders. Die punten gooien we in 1 pot en verdelen we over alle bewoners gelijk. Zo brengt iedereen een gelijk deel in en houden we de kosten ook betaalbaar.’
Zo’n woonproject beschikt ook over een aantal (verplichte) voorzieningen. Hoe moeten we ons de inrichting inbeelden?
Rita: ’We hebben de intentie om voor iedere bewoner een eigen woonstudio te voorzien. Uiteraard met eigen sanitaire voorzieningen, een woon- en slaapruimte en eventueel een kitchenette. De rest van het gebouw zal bestaan uit gemeenschappelijke ruimtes zoals de keuken, living, berging, TV-hoek, tuin en noem maar op. De bedoeling is om te werken met een soort dagplanning en doorschuifsysteem van de taken. Zo heeft elke bewoner verantwoordelijkheden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je het eten klaar moet maken, al dan niet onder leiding van een hulpverlener of vrijwilliger.’
Yaisa: ’Om een idee te geven: het IQ van onze doelgroep varieert tussen dat van een 6- en 10-jarige. Ons woonproject en de toekomstige inrichting ervan is op die doelgroep afgestemd. Dat zijn mensen met een beperking die begeleiding nodig hebben, maar wel nog in staat zijn om zelfstandig te wonen.’
Rita: ’De aanwezigheid van een hulpverlener tijdens de nacht is bijvoorbeeld niet nodig. Al willen we het wel zo duurzaam mogelijk aanpakken en de ruimte voor dergelijke ondersteuning voorzien, mocht het ooit wél nodig zijn. Want de zorgnoden zijn heel sterk afhankelijk van de groep bewoners en zal dus telkens op maat te bepalen zijn.’
Jullie zijn zelf ouders van een kind met een beperking, dus jullie ervaren het waarschijnlijk ook als een vorm van loslaten?
Rita: ‘We zagen tijdens ons onderzoek bij een ander, gelijkaardig project dat ze met een applicatie werkten. Via die app konden de bewoners hun dagplanning raadplegen, maar hadden de ouders ook toegang en dus de mogelijkheid om alles te volgen. Zo konden ze bijvoorbeeld zien dat er iemand van familiehulp langsging, dat er boodschappen gedaan werden of wat er die dag van animatie georganiseerd werd. Ook al woonde hun kind niet meer thuis, die app gaf de ouders toch nog een beetje datzelfde geruststellend thuisgevoel. Het gevoel dat ze dichtbij waren en alles goed verliep.’
Wat is de volgende stap?
Rita: ’Zowel de bouw als de financiën zijn een verhaal van lange adem. Naast budgettaire ondersteuning en fondsenwerving, gaan we binnenkort op zoek naar een geschikte bouwheer om de bouw te realiseren. Hoe vlot alles verloopt, is afhankelijk van hoeveel mensen hun schouders hieronder zetten. We mogen op z’n minst over een termijn van 5 jaar spreken voor de effectieve realisatie van ons woonproject. Eenmaal het project er is, zal onze vzw vooral nog als syndicus optreden: de organisatie van zorg- en vrijwilligerswerking, eventuele problemen binnen de groepsdynamiek opvolgen, inclusie met de buurt stimuleren enzoverder. We gaan ons niet vervelen (glimlacht) .’
Rita en Yaisa, bedankt voor jullie tijd. Willen jullie nog iets meegeven als afsluiter?
Rita en Yaisa: ‘We blijven actief op zoek naar iedereen die dit project een warm hart toedraagt en zin heeft om te helpen. Wie meer wil weten, kan terecht op onze website www.devoute.be, facebookpagina www.facebook.com/devoute.deerlijk of telefonisch op het nummer 0477 18 72 29 (Rita).’