SPELEN IN DE STAD PLAYING IN THE CITY BERTE DAAN KARIN PEETERS ANNA FINK
12 14 18
VOORWOORD / PREFACE INLEIDING / INTRODUCTION LEESWIJZER / READER’S GUIDE
24 SPEL ONTRAFELD / PLAYING UNRAVELLED 32 EEN WANDELING LANGS VIJF AMSTERDAMSE SPEELPLEKKEN / A WALK ALONG 5 PLAY AREAS IN AMSTERDAM
54
LEREN VAN KINDEREN / LEARNING FROM CHILDREN
106 SPEELWAARDEN IN DE STAD / PLAY VALUES IN THE CITY
236
EEN PERSPECTIEF OP SPELEN / A PERSPECTIVE ON PLAYING
248 250
BIBLIOTHEEK / LIBRARY COLOFON / COLOPHON
13
VOORWOORD / PREFACE LEKKER SPELEN IN EEN GEZOND AMSTERDAM
ENJOY PLAYING IN A HEALTHY AMSTERDAM
We weten allemaal dat spelen, sporten en bewegen leuk en gezond is, en voor kinderen in het bijzonder. Kinderen ontwikkelen zich fysiek en mentaal beter wanneer ze spelen, buiten zijn en contact hebben met elkaar. Het prikkelt hun fantasie, stimuleert de ontwikkeling van sociale vaardigheden en het verbetert de motoriek. Het is dus heel belangrijk voor een gezonde toekomst in Amsterdam.
It is common knowledge that playing, sports and movement are fun and healthy, especially for children. Their physical and mental development improves when they play, are outside and are in contact with each other. Playing sparks their imagination, stimulates the development of their social abilities and improves their motor skills. Therefore, playing is very important for a healthy future in Amsterdam.
Buiten spelen in een grote en groeiende stad is niet van-zelfsprekend. In een drukke en dicht bebouwde omgeving, met op veel plekken nu nog veel verkeer, is de speelruimte vaak beperkt. We moeten dus actief op zoek naar creatieve en innovatieve oplossingen voor voldoende, goede speelruimte in de stad. Oplossingen die passen bij kinderen, hun ouders en bij de stad.
Playing outside in a large and growing city doesn’t come naturally. In a busy and densely built up area, with all the traffic still present on most streets, there is often limited space for playing. So we need to actively search for creative and innovative solutions for sufficient, good playing space in the city. Suitable solutions for the needs of the children, their parents and the city.
Dit boek bevat kennis, inspiratie en concrete handvatten om een stad te maken die uitnodigt tot spelen en bewegen. Het zwengelt het gesprek aan tussen disciplines – van pedagoog tot ontwerper – en met de Amsterdammers, groot en klein. Laat je inspireren door dit boek en laat je verrassen door de gesprekken de het oplevert. Zo werken we aan een duurzame, gezonde toekomst voor alle bewoners van Amsterdam.
This book contains knowledge, inspiration and concrete suggestions to make a city which invites people to play and move. It opens the dialogue between disciplines – from teacher to designer – and with Amsterdammers, large and small. Get inspired by this book, and be surprised by the conversations it triggers. In this way, we can work towards a sustainable and healthy future for all Amsterdam residents.
Marieke van Doorninck
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid, Amsterdam
Deputy mayor Spatial Development and Sustainability, Amsterdam
15
INLEIDING Amsterdam is de plek waar anno 2019 zo’n 170.000 kinderen opgroeien. Het is de stad waar ze vrienden maken, leren fietsen, hun eerste hut bouwen, hun been breken, naar school gaan. De plek waar ze spelen, ontdekken en leren. Een belangrijk deel van deze ervaringen speelt zich af in de openbare ruimte. Maar kinderen zijn steeds minder zichtbaar in het straatbeeld. Ontwikkelingen als voorschool, naschool, de aantrekkingskracht van beeldschermen en gevoel van onveiligheid bij ouders beperken de aanwezigheid van stadskinderen in de openbare ruimte. Tegelijk bebouwen we onze steden steeds dichter en worden ze steeds drukker. Van spelende kinderen tot bootcampers, van buurtbewoners tot toeristen – de stedelijke openbare ruimte wordt door steeds meer mensen voor veel verschillende dingen tegelijk gebruikt.
alleen op de daarvoor aangewezen vierkante meters. Kinderen weten dat zelf het beste: in de rafelranden lonken de meeste speelmogelijkheden, de beste plekken om je te verstoppen. Willen wij als volwassenen de potentie van de publieke ruimte inzien en zelf meer gaan bewegen, dan hoeven we voor inspiratie alleen maar te kijken naar het spelen van kinderen. Die inspiratie is wat dit boek graag wil bieden aan iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met het thema spelen en bewegen in de openbare ruimte. Het laat zien dat de hele stad een speelplek kan zijn, nu en in de toekomst.
Amsterdam streeft naar een openbare ruimte die uitnodigend is voor al zijn gebruikers, in hun volle diversiteit. Inclusief kinderen. Want juist door met verschillende gebruikers in contact te komen, kunnen inwoners – kinderen en volwassenen – elkaar uitnodigen tot bewegen, samen dingen ontdekken, van elkaar leren en samen spelen. Het onderwerp spelen is in de loop der jaren al uitgebreid en vanuit vele perspectieven onderzocht. In deze uitgave staat het idee centraal dat goede openbare ruimte uitnodigt tot spelen en de stad daarmee aantrekkelijker en gezonder maakt voor iedereen. Voor kinderen heeft het bovendien invloed op de motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling. Dit boek bundelt kennis over het waarom, wat en hoe van spelen in de stad. Het boek geeft bovendien inzicht in de succesfactoren van de ruimtelijke inrichting van de stad die de drie ontwikkelingsvormen van het kind stimuleren en activeren. Aan de hand van Amsterdamse en internationale voorbeelden geeft het inzicht in de manier waarop kinderen deze speelplekken gebruiken en welke (ontwerp)ingrediënten en mogelijkheden zijn benut om uit te nodigen tot dit gebruik. Kijken we bij ‘spelen’ niet alleen naar aangewezen speelplekken, maar ook naar de waarde van spelen in de overige publieke ruimte, dan zien we hoe dit spel kan bijdragen aan de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte en vice versa. Spelen kan tenslotte overal, niet
In dit boek zie je op verschillende plekken gekleurde stippen – deze verbinden geschreven of getekende inhoud met elkaar. Zoek de stip met dezelfde kleur om verder te lezen/kijken.
17
INTRODUCTION Today, Amsterdam is the place where around 170,000 children grow up. It’s the city where they make friends, learn how to ride the bicycle, build their first hut, break their leg, and go to school. The place where they play, discover and learn. A significant part of these experiences is gained in public space. However, children are much less visible in the street scene than before. Developments like pre-school education, child care, the attraction of computer and tv screens, and a sense with the parents of not being safe, limit the presence of city children in public space. At the same time, we build our cities with higher density and traffic intensity. From children playing to ‘bootcampers’, from residents to tourists – the urban public space is utilised by more people for a growing number of purposes.
and the best places to hide. Do we, as adults, wish to acknowledge the power of public space, and start moving and exercising more ourselves, then we only have to look at the way children play for inspiration. This inspiration is what this publication aims to offer everyone who is professionally engaged with the topic of play and exercise in public space. It shows the whole city can be a playground, now and into the future.
The city of Amsterdam aims to create public space that is welcoming to all its users, in the full range of their diversity. Including children. By meeting different users, residents – children and adults alike – can encourage each other to move, discover together, learn from each other, and play together. Play is a topic that over the years, has been studied extensively and from many perspectives. This publication centres around the idea that a good use of public space elicits play, and makes the city healthier and more attractive to everyone. Moreover, for children, this use influences their motor learning and cognitive and social development. This book pools knowledge about the why, the what and how of playing in the city. Also, it provides insight into the critical factors for successful spatial planning of the city, that stimulate and activate the three forms of development of the child. Based on international cases and examples from Amsterdam, this publication shows how children use play areas and which (design) elements and opportunities are exploited to elicit this kind of use. If we not only consider designated play areas when we look at ‘playing’, but also at the importance of play in public space, then we will discover how play can contribute to the quality of staying in public space, and vice versa. In the end, playing is possible everywhere, and not strictly within the allotted square meters. Children know this the best: the fringes beckon the most substantial amount of opportunities for playing,
On various places in this book you will discover colored dots – these dots connect written or drawn content with each other. Look for the dots with the same color to continue reading.
19
LEESWIJZER Dit boek wil brede en gevarieerde kennis bieden en voorbeelden laten zien rond het inrichten van openbare ruimte als speelruimte. Ieder hoofdstuk onderzoekt vanuit een andere invalshoek de aspecten die belangrijk zijn bij kinderspel, de ontwikkeling van het kind en het maken van een aangename verblijfsplek. SPELEN ONTRAFELD Het hoofdstuk ‘Spelen ontrafeld’ biedt inzicht in de ontwikkeling van kinderen. Welke vaardigheden ontwikkelen kinderen door te spelen? Het hoofdstuk diept de drie factoren uit die ruimtelijke inrichting kan stimuleren: de motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling. Steeds legt het boek de link tussen hoe deze drie ontwikkelingsgebieden elkaar beïnvloeden, welke speelbehoeften per levensfase ontstaan en hoe hier rekening mee kan worden gehouden in het ontwerp van de buitenruimte. EEN WANDELING LANGS VIJF AMSTERDAMSE SPEELPLEKKEN De ontwikkeling van speelplekken in Amsterdam komt in beeld via een wandeling langs een aantal belangrijke speelplekken in de stad. Deze route duidt de ontwikkeling van spelen in de stad en ook de ruimtelijke consequenties hiervan in een steeds veranderende maatschappij. De wandeling vormt een route die pauzeert op het recent opgeleverde en drukbezochte Artisplein. Daarmee toont dit hoofdstuk enerzijds het belang van goede speelplekken in de stad, en roept het daarnaast de vraag op wat de gewenste manier is om toekomstige speelplekken van de stad in te vullen. LEREN VAN KINDEREN Voor kinderen blijkt het lastig hun voorkeuren voor een speelplek uit te spreken. Ze participeren middels hun spel. Ze doen! Dit hoofdstuk volgt daarom 11 Amsterdamse kinderen tijdens hun spel. De verslagen van deze wandelingen en de beelden vanuit dit perspectief zetten de lezer letterlijk in de kinderschoenen. Het laat zien wat de essentie van spel is voor kinderen. De analyse van deze wandelingen verbreedt daarmee het scala aan mogelijkheden om ruimten en routes meer aantrekkelijk voor kinderen in te richten. SPEELWAARDEN IN DE STAD Een breed scala aan hedendaagse voorbeelden van goede speelplekken komt aan bod in dit deel van het
boek. Naast ruimtelijke kwaliteit, spreken deze speelplekken al de genoemde drie ontwikkelingsgebieden van kinderen aan. Soms formeel, in een bedachte speelplek. Soms informeel en onverwacht, in de straat of op een plein. Van heel complex tot heel eenvoudig. In hoogstedelijk gebied tot in een rustige woonwijk. Maar altijd in de publieke ruimte, dus voor zowel jong als oud toegankelijk. Het onderzoek toont de succesfactoren van een goede speelplek en laat zien waarom een plek met plezier wordt gebruikt. Omdat een foto zelden de totale gebruiksmogelijkheid toont, is ervoor gekozen het volledige gebruik te duiden aan de hand van schetsen. De esthetiek van de vormgeving blijft in dit referentieonderzoek grotendeels buiten beschouwing, waardoor de speelelementen gemakkelijk vertaald kunnen worden naar een Amsterdamse context. De voorbeelden tonen welk motorisch, cogni-tief en sociaal spel er aangeboden wordt en betreffen allemaal bestaande plekken, waardoor er de mogelijkheid is om de projecten met eigen ogen te bekijken. De flap in de omslag van het boek helpt om themagewijs te navigeren en soortgelijke projecten en opgaven snel en makkelijk terug te vinden. EEN PERSPECTIEF OP SPELEN Het laatste hoofdstuk duidt de opgave en de urgentie voor een nieuwe aanpak om spelen in de stad aantrekkelijk te houden. In een verdichtende stad als Amsterdam is de opgave om te zoeken naar overlap van functies, interactie tussen gebruikers en ontwerpen die zijn afgestemd op het gebruik van het kind. Hieraan ontwerpen en werken, is meer dan het toepassen van de mooie voorbeelden van elders. Het is meer gelaagd, complexer en het vraagt om een ander perspectief en een andere aanpak. Daarom schijnt dit hoofdstuk licht op een aantal principes dat spel in de toekomst sterker als ontwerpelement in de stedelijke context kan benutten. Notitie over de foto’s: het boek begint en eindigt met foto’s uit het stadsarchief Amsterdam. Deze laten zien dat spelen van alle tijden is en dat vooral de stad en het stedelijk leven veranderd is. Daarmee zijn ook de grenzen die aan spelen en speelruimte worden opgelegd veranderd.
21
READER’S GUIDE This book intends to pool broad and varied knowledge, as well as show examples of playing in public space. From different angles, each chapter examines the distinct relevant aspects concerning playing, the development of the child and in creating pleasant places to stay. PLAYING UNRAVELLED The chapter Playing unravelled offers insights into the development of children. Which skills do children develop through playing? This chapter explores the three factors influenced by spatial design: the stimulation of motor learning, and cognitive and social development. The book continuously shows the connection between these areas of development, which specific needs for playing arise in each life stage, and how to include these different aspects in spatial design. A WALK ALONG 5 PLAY AREAS IN AMSTERDAM The evolution of play areas in Amsterdam becomes apparent during a visit to some critical playgrounds in the city. This walk exemplifies the development of playing in the city, as well as its spatial consequences in a continuously changing society. The route pauses at the bustling Artis square. In that way, this chapter points to the importance of high-quality play areas in the city on the one hand, while on the other hand posing the question about the preferred approach to the spatial interpretation of future play areas in the city. LEARNING FROM CHILDREN When we ask children to state their preferences about a playground, they will almost automatically choose the highest slides or the brightest colours. However, this outcome is the consequence of the manner of approaching children. Children are not always inclined to speak out, and not every child is proficient at drawing. The way children participate is primarily through play. They act! Therefore, this chapter follows 11 children from Amsterdam while they play. The reports of the walks and the images from the children’s’ perspective help the reader to understand it their way. It manifests what the essence of playing is for children. The analyses of the walks broaden the vast array of possibilities to design spaces and routes in a way that’s more appealing to children.
THE PLAY VALUES IN THE CITY An extensive range of contemporary examples of inspiring spaces for play is the subject of this part of the book. Apart from the quality of spaces, these playgrounds engage the motor, cognitive and social areas of development of children. Sometimes formally, when the play area was designed for this purpose. Sometimes informal and spontaneous, in the street or on a square. Ranging from very complex to evidently simple. Occurring in densely urban areas, to quiet commuter districts, and always in public space, and therefore accessible to young and old alike. Decoding the critical factors of success that define an excellent play area shows why children happily use these spaces and which play is offered that challenges motor, cognitive and social skills. An image seldom reveals the full potential of a site. Consequently, the choice has been made to clarify the use of an area and its critical factors for success employing a drawing. The aesthetic values of the design have been mainly disregarded, providing a way to translate specific elements to the conditions in Amsterdam. All of the examples on display are actual and realised spaces; cases from Amsterdam, but also other cities in the Netherlands, Europe and worldwide. The tab in the book cover helps to navigate by theme and to retrieve related projects and commissions quickly. A PERSPECTIVE ON PLAYING The final chapter explains the assignment and urgency of retaining the attractiveness of the city for playing. In an increasingly dense city like Amsterdam, the task is to find the overlap in functions, and in the interaction between users and designs accommodated to the preferences of adults as well as children. Addressing these aspects amounts to more than merely implementing the examples from elsewhere. Hence, this chapter sheds light onto several principles contributing to making even better use of play as an element of design in urban conditions. A note about the photographs: the books begins and ends with photos from the city-archive of Amsterdam. They show that playing itself is timeless and that it is the city and it’s urban life that are changing. Therefore also the limitations to playing and play spaces have transformed.
SPEL ONTRAFELD / PLAYING UNRAVELLED EEN WANDELING LANGS VIJF AMSTERDAMSE SPEELPLEKKEN / A WALK ALONG 5 PLAY AREAS IN AMSTERDAM
25
SPEL ONTRAFELD MOTORISCHE, COGNITIEVE EN SOCIALE ASPECTEN Het ontwerpen van openbare ruimte is complex. Veel factoren spelen een rol, waaronder duurzaamheid, gezondheid, veiligheid, beheer, rolstoeltoegankelijkheid en verkeer. Met het inrichten van een openbare ruimte met specifieke aandacht voor kinderen komt daar nog een laag overheen. Kinderen hebben veilige ruimte nodig die uitdaging biedt. Hoe maken we plekken die kinderen een gezonde, interessante en beweegvriendelijke omgeving bieden? Om hier antwoord op te vinden, is het belangrijk iets meer te weten over de ontwikkeling van kinderen. Kinderen maken elke dag ontwikkeling door. Hoe die ontwikkeling precies verloopt is per kind verschillend. De een loopt met tien maanden, de ander zet zijn eerste stap na anderhalf jaar. Aanleg én omgeving hebben daar invloed op. De ontwikkelgebieden van kinderen, die kunnen worden beïnvloed door ruimte en inrichting daarvan, zijn: de motorische, de cognitieve en de sociale ontwikkeling. Onder motorische ontwikkeling verstaan we: de ontwikkeling van het lichaam en het aangeleerde bewegen. Cognitieve ontwikkeling behelst de ontwikkeling van het denken, het waarnemen, het geheugen en de taal. En bij sociale ontwikkeling duiden we de ontwikkeling in relatie tot anderen, en hoe kinderen omgaan met de sociale omgeving. De ontwikkeling binnen deze drie gebieden staat nooit op zichzelf, maar verloopt parallel. MOTORISCHE ONTWIKKELING Bewegen is in veel gevallen een cruciaal onderdeel van spelen. Het is bovendien essentieel voor de motorische ontwikkeling van kinderen. Motorische ontwikkeling begint met het onder de knie krijgen van de basis in bewegingsvaardigheden. Die basis bestaat uit de motorische vaardigheden waarmee kinderen al vroeg in spelvorm in aanraking komen. Zoals: balanceren, stoeien, lopen, springen, landen, rollen, duikelen, draaien, gooien en vangen, klimmen, zwaaien en bewegen op muziek. Deze vaardigheden helpen de basis leggen voor een goed vertrouwen in het eigen lichaam. En plezier in bewegen is een stimulans voor een gezonde ontwikkeling en dat werkt door op latere leeftijd.
Op hoofdlijnen wordt in de literatuur onderscheid gemaakt tussen de verschillende motorische vaardigheden: evenwicht, grove motoriek, fijne motoriek, ontwikkeling van oog-hand-coördinatie, coördinatie en ruimtelijke oriëntatie. Bewegen draagt bij aan verschillende aspecten van de motorische ontwikkeling. Klimmen bijvoorbeeld draagt direct bij aan vier verschillende aspecten: ontwikkeling van de grove en fijne motoriek, oog-hand-coördinatie en ruimtelijke oriëntatie. Balanceren helpt met ruimtelijke oriëntatie. Glijden versterkt de ruimtelijke oriëntatie en de ontwikkeling van de grove motoriek. Verschillende spelvormen kunnen daarnaast kracht, uithoudingsvermogen en lenigheid verbeteren. Het scala is nagenoeg oneindig en het aantal bewegingen en speelmogelijkheden is in het beste geval net zo veelzijdig als het kind zelf. De aanwezigheid van anderen, die voordoen hoe een beweging moet, helpt daarbij. COGNITIEVE ONTWIKKELING Spelen stimuleert ook de cognitieve ontwikkeling van een kind. Het gaat dan niet alleen om het denken, het waarnemen, het geheugen en de taal, maar ook om bijvoorbeeld creativiteit. Kinderen onderzoeken de wereld actief en vormen er in verschillende stadia een eigen beeld van. In de klassieke cognitieve ontwikkelingspsychologie worden vier stadia onderscheiden waarin het kind op verschillende manieren cognitieve vaardigheden leert. In het kort: 0-2 jaar: zintuiglijke indrukken, 2-7 jaar: imitatie en fantasie, 7-11 jaar: zelf ontdekken en het maken van logische verbanden (met concreet materiaal). Vanaf 12 jaar: zelf abstract kunnen redeneren (concreet fysiek materiaal is niet meer dringend nodig). De publieke ruimte kan een sterke bijdrage leveren aan de cognitieve ontwikkeling van het kind door zich telkens anders te manifesteren. Daarmee oefent het waarnemen, denken en geheugen. Met name het spelen met zogenoemde ‘losse elementen’, zoals een emmer, een schep, zand, water, takken en stenen, stimuleren de cognitieve ontwikkeling. Deze manier van spelen daagt uit tot creatief denken, zoeken naar nieuwe mogelijkheden en oplossingen.
27 SOCIALE ONTWIKKELING Als derde stimuleert spelen de sociale vaardigheden van het kind. Kinderen oefenen hun communicatieve vaardigheden door te spelen en te imiteren. De meeste kinderen spelen graag samen. En tijdens samenspel leren ze van elkaar en wordt hun gevoel voor moraal gestimuleerd: wat is goed en wat is verkeerd? Samen spelen is daarmee een onmisbaar onderdeel van de sociale ontwikkeling van een maatschappij. De sociale ontwikkeling van kinderen kent een aantal fases, waarin telkens een sociale vaardigheid centraal staat. In grote lijnen draait het in je eerste twee levensjaren over het leren vertrouwen van je omgeving. De ouders staan hierin centraal, zij bieden het basisvertrouwen. Daarna, tussen 1,5 tot 3 jaar, ontwikkel je als kind een eigen wil en ‘ontdek’ je je autonomie. Van 3 tot 6 jaar leer je doelen bereiken, op eigen initiatief en met je eigen fascinaties. Tussen 6 en 12 jaar ontwikkelt de competentiedrang van een kind. Door interactie met andere kinderen ontstaat ook vertrouwen in het eigen kunnen. Tijdens de adolescentie nemen jongeren afscheid van hun kindertijd en groeien ze op den duur richting volwassenheid. Het zelfbeeld van pubers vormt zich door de omgang met vrienden en familie, maar ook door de reacties uit de omgeving, zoals die van leraren, sportcoaches en sociale media. Die ontwikkelingen hangen samen met de onzekerheid en wisselvalligheid die zo typisch hoort bij de puberteit: de ontwikkelingsfase die in het teken staat van identiteitsvorming en identiteitsverwarring. De publieke ruimte kan een bijdrage leveren aan de sociale ontwikkeling van kinderen door samenspel en interactie tussen gebruikers mogelijk te maken en te stimuleren. Een ruimte waar een actie van een groep een reactie van de ander kan oproepen. Waar de één de rol van toeschouwer kan innemen, en de ander het middelpunt van actie kan zijn. Én, in het geval van de jongste kinderen, waar hun ouders prettig kunnen verblijven, meespelen en elkaar kunnen ontmoeten. Zodat ze hun kinderen meenemen naar buiten, naar deze plekken.
BETEKENIS VOOR OPENBARE RUIMTE In iedere levens- en ontwikkelingsfase hebben kinderen te maken met andere uitdagingen en zoeken ze andere uitdagingen op. Voor ieder kind verschillen deze fasen en bijbehorende voorkeuren bovendien sterk. De interactie tussen kind en omgeving lokt het spel en het leren van spel uit. Fijne plekken met een hoge verblijfskwaliteit die gelaagd zijn in de factoren motorisch, cognitief en sociaal, bieden kinderen langdurig een meerwaarde. Bij de inrichting van de openbare ruimte kunnen ontwerpers inspelen op de wijze waarop kinderen in hun ontwikkelingsfasen hun uitdagingen en doelen selecteren. Biedt de plek een vertrouwde omgeving, of juist een uitdagende? Zijn er mogelijkheden om er je eigen wil en fantasie te vormen of ligt de uitdaging in een motorische bezigheid? Door bij het ontwerpen deze drie verschillende doelen Motorisch (M), Cognitief (C), en Sociaal (S) aan te spreken, kunnen kinderen blijven bewegen, ontdekken en ontmoeten. Of zoals een kind het zou verwoorden: Wat kan ik hier doen (M)? Gebeurt er iets spannends (C)? Zijn er anderen (S)?
29
PLAYING UNRAVELLED MOTOR CONTROL, COGNITIVE AND SOCIAL ASPECTS Designing for public space is complex. A significant number of aspects factor into it, including sustainability, health, public safety, management, accessibility for people with a disability and traffic. Having regard for the specific needs of children adds another layer of complexity to spatial design. Children require safe and challenging spaces. How can we create spaces that provide them with a healthy, exciting environment that invites children to get moving? It is rewarding to understand a little about the development of children to answer these questions.
contributes to distinct aspects: development of gross and fine motor skills, eye-hand coordination and spatial orientation. Balancing helps develop spatial orientation and equilibrium. Sliding strengthens spatial orientation and the development of gross motor skills. Different forms of play can also help improve power, stamina and agility. The scope is practically limitless, and the number of movements and opportunities for playing is at best as versatile as the child itself. The presence of others, who can show how to perform a specific movement, is beneficial.
Children experience development daily. This process differs from one child to the next. One can walk effortlessly at ten months, and the other diffidently put its foot in front of the other at age one and a half. Aptitude and milieu both are of influence. The areas of development impacted by space and spatial design, are motor learning, and cognitive and social development. Motor learning is the maturation of the body, learned movement and the process of improving motor skills through practice. Cognitive development includes the development of thinking, perception, memory and language. In social development, we explain the development in relation to others and how children interact with their social environment. Development within these three areas is never singular but unfolds as an aligned process.
COGNITIVE DEVELOPMENT Playing also stimulates the cognitive development of the child. This development not only concerns thinking, perceiving, memory and language but also creativity, for instance. Children actively examine the world and form their image of it in different stages of their development. In classical cognitive developmental psychology, four stages are recognised in which the child develops cognitive skills in different ways. In brief, age 0-2: sensory impressions, age 2-7: imitation and fantasy, age 7-11: discovering autonomously and creating logical connections (with tangible materials). Age 12 and over: being able to reason in an abstract sense (without the strict need for tangible materials).
MOTOR LEARNING Moving is predominantly a crucial part of playing. Moreover, for children, it’s essential for motor learning. Motor learning starts with mastering the basics of movement skills. These basics comprise motor skills that children learn playfully from an early age. Skills like balancing, frolicking, walking, jumping, landing, rolling, tumbling, turning, throwing and catching, climbing, swinging and moving to music. These skills help the child to grow confidence in its body. Moreover, enjoying moving is an impetus for healthy development, lasting into the adult years. Scientific literature mainly discerns between the different motor skills: balance, gross motor skills, fine motor skills, development of eye-hand coordination, coordination and spatial orientation. Moving adds to different aspects of motor learning. Climbing, for instance,
Public space can contribute considerably to the child’s cognitive development by manifesting itself in a continually varying manner. This constant change allows for practising observation, thinking and memory. Especially playing with ‘loose parts’, like a bucket, a scoop, sand, water, branches and stones, elicit cognitive development. Playing like this, evokes creative thinking, and finding new possibilities and solutions. SOCIAL DEVELOPMENT Playing also enhances the social skills of a child. Children practice their communicative skills by playing and imitating. Most children prefer to play together. During the interaction, they learn from one another, and their sense of morality is sparked: what is right and what is wrong? Playing together is an inevitable part of the social development of a society. The social development of children is divided into different phases, each centring around a distinct social skill. To a large extent, the first two years of life are all about learning
31 to trust your environment. This phase revolves around the parents, who provide an underlying feeling of security. Subsequently, between ages 1.5 to 3, the child develops its own will and ‘discovers’ its autonomy. Between ages 3 and 6, the child learns to accomplish objectives, at its own initiative and stemming from its own fascinations. Between ages 6 and 12, it develops competitiveness. Interaction with other children also creates confidence. During adolescence, they abandon their childhood and mature towards adulthood. The self-image of teenagers is formed by interaction with friends and family, but also through feedback from the broader environment, like teachers, sports trainers and social media. These developments are connected with the insecurity and volatility so typical for puberty, the developmental stage revolving around identity, its formation and its ability to create confusion. Public space can contribute to the social development of children by facilitating and eliciting interplay and interaction between users. Spaces, where the action of a group can evoke a reaction from the other. Where one can assume the role of the onlooker and the other can be at the centre of attention. Also, when it concerns the youngest children, a site where the parents like to stay, participate in playing with their children and where they can meet other people. That will motivate them to bring their children outside, and to these play areas. SIGNIFICANCE FOR PUBLIC SPACE In each stage of life and development, children are presented with specific challenges, and they will look for different challenges. These stages and their accompanying preferences vary distinctly for each child. The interaction between child and environment elicits play and learning how to play. Friendly sites, offering a high level of quality in the layers motor learning, cognitive and social development, guarantee children sustainable added value. In designing for the public space, designers can anticipate the way children select challenges and objectives in their respective stages of development. Does a site offer a familiar environment or a challenging one? Are there opportunities to shape your own will and fantasy or is the challenge a motor control activity?
By designing for these three select purposes – Motor control (M), Cognitive (C), and Social (S) – children will be able to keep moving, discovering and meeting others. Or, as a child would put it: ‘What can I do here?’ (M) ‘Is something exciting going on?’ (C) ‘Will there be others?’ (S)
33
EEN WANDELING LANGS VIJF AMSTERDAMSE SPEELPLEKKEN Dat kinderen spelen, is van alle tijden. In de oudste beschavingen (zoals de Egyptische, Griekse en Romeinse) zijn al voorbeelden van speelgoed aangetroffen zoals rammelaars of tollen. In de 16e eeuw ontstaat in Nederland een discussie over het nut van spelen. De aanhangers van Calvijn vinden dat kinderspelen verboden moeten worden, omdat het nutteloze bezigheden zijn. Luther daarentegen omschrijft het spel als nuttig voor de ontspanning.
Het onderwerp spelen is in de loop der jaren al uitgebreid en vanuit vele perspectieven onderzocht. Dat begint bijvoorbeeld al met Johan Huizinga (1872-1945), die schrijft over de spelende mens. Ledermann en Trachsel inventariseren in 1959 de ontwikkelingen op de speelplaats en bakenen fundamentele ideeën af over de structuur en de ruimtelijke eisen. Recente exposities als The Playground Project in Zürich (2016) of Playgrounds, Madrid (2014) inspireren op innovatieve en beeldende wijze. Daarnaast zijn er de vele technische handleidingen en beleidsadviezen van commerciële of overheidspartijen zoals de CROW, die vaak waardevolle input leveren. En ook de maatschappelijke inspanningen van initiatieven als de Bernard van Leer Foundation, Johan Cruijff Foundation en Jantje Beton dragen bij aan het verder ontwikkelen van kennis en perspectieven rond het onderwerp. Het perspectief op spelen verandert continu en dat geldt ook in een stad als Amsterdam. Aan de hand van een wandeling langs vijf Amsterdamse plekken, worden de verschuivingen van de opvattingen over het spelen in de stad inzichtelijk gemaakt.
“Niet de jeugd is misdadig, maar de samenleving want zij ontneemt de jeugd alle gelegenheid tot spelen, tot goede lichamelijke ontwikkeling. Geef de jeugd gelegenheid zich lichamelijk te ontwikkelen en dit te doen samengaan met haar geestelijke ontwikkeling, en ‘t zal de jeugd verheffen.” Uilke Jans Klaren
START: SPEELTUIN UJ KLAREN – HET BEGIN VAN DE SPEELTUIN IN AMSTERDAM Speeltuin UJ Klaren is een schitterend Amsterdams voorbeeld van de opkomst van georganiseerde speeltuinen. Kinderen speelden in de 19e eeuw op straat of in de tuin – of waren aan het werk in de fabriek. In 1874 kwam met de komst van het Kinderwetje meer aandacht voor het welzijn van kinderen in de stad. De gegoede burgerij financierde rond 1880 speeltuinen om kinderen uit arme gezinnen in de overlopende en verkrottende stad ook de ruimte te bieden voor motorische ontwikkeling. De speeltuinen werden vol goede moed aangelegd, maar raakten bij gebrek aan toezicht en onderhoud in verval. Een van de mensen die dit aan het hart ging was scheepstimmerman Uilke Jans Klaren (1852-1947). Volgens Klaren lag de oorzaak van veel sociale problematiek in de gebrekkige ruimtelijke omstandigheden waarin de kinderen opgroeiden. Vanaf 1898 zette Klaren dan ook in op een plan: een speeltuin die gemaakt en beheerd werd door de bewoners zelf. De gemeente ondersteunde dit initiatief en schonk de grond. Klaren was ervan overtuigd dat motorische ontwikkeling essentieel is voor
het verbeteren van de sociale toestand. Om die reden bood de speeltuin volop motorische speelelementen maar ook een clubhuis. Deze plek was de spil voor het organiseren van allerlei activiteiten (zoals leren figuurzagen) en het fundament voor het scheppen van een sociale band in de buurt. Rond de komst van de speeltuin ontstond een omslag in het denken over het leven in overvolle arbeidersbuurten. Door de hele stad heen werden speeltuinverenigingen opgericht. Speeltuin UJ Klaren bestaat nog steeds en de sociale band in de buurt is ook vandaag de dag sterk voelbaar. Vooral bijzonder was en is dat deze speeltuin het hele spectrum dekt: zowel motorisch, cognitief, als sociaal biedt het kinderen een ijzersterk programma. TWEEDE STOP: BERTELMANPLEIN – SPELEN OM DE HOEK Na de Tweede Wereldoorlog werden in Amsterdam veel nieuwe gezinnen gesticht. Een plan om op lege kavels en pleintjes in alle buurten in Amsterdam een openbare speelplaats te maken, bood speelruimte aan de kleinere kinderen in de overvolle wijken. Architect en stedenbouwkundige Jacoba Mulder was voorvechter van deze aanpak. Mulder was geïnteresseerd in de achtergronden van spel, en gaf in binnen- en buitenland tientallen lezingen met als thema spelen is bouwen aan het kind. Zij ontwikkelde vlak na de oorlog het concept van zandspeelplaatsjes voor de directe spelbehoefte. Naar eigen zeggen geïnspireerd door twee peuters, die ze zandtaartjes zag bakken met vieze aarde. Het Bertelmanplein was in de nieuwe aanpak een pilotproject. Architect Aldo van Eyck ontwierp voor het plein een breedgerande zandbak, waarin hij onder andere vier ronde stenen en een klimboogje plaatste. De speelplaats werd een doorslaand succes. De ontwerpen van Van Eyck weerspiegelden zijn ideeën over de relatie tussen de speelelementen. Met als uitgangspunt: niet één object centraal, maar hiërarchisch gelijkwaardige relaties tussen objecten. De elementen in de speelplekken zijn op meerdere manieren bruikbaar en altijd door meerdere kinderen tegelijk te gebruiken. Het beroemde klimrek in de vorm van een iglo stimuleerde de kleintjes om te klimmen of te kopjeduikelen, terwijl het de groteren uitnodigde om rond te hangen. Zo had de iglo – klein als hij is – een motorisch, cognitieve en sociale functie. Het speelplaatsenbeleid van Amsterdam was uniek en kreeg
“Al naar de leeftijd worden de spelen op verschillende terreinen gespeeld, hetzij in park of plantsoen, in zandbak of speelplaats in de wijk, hetzij op speelweide of sportterrein buiten de wijk.” A.U.P., 1934
“De termen, waarmee wij de elementen van het spel kunnen aanduiden, liggen voor een groot deel in de aesthetische sfeer. Het zijn de termen, waarmee wij ook effecten van schoonheid trachten uit te drukken: spanning, evenwicht, balancering, beurtwisseling, contrast, variatie, binding en ontknooping, oplossing. Het spel bindt en verlost. Het boeit. Het bant, dat wil zeggen betoovert. Het is vol van die twee edelste hoedanigheden, die de mensch in de dingen kan waarnemen en zelf kan uitdrukken: rythme en harmonie.” Johan Huizinga
35 op veel plekken in Nederland navolging. Uiteindelijk zijn er meer dan 800 speelplekken in Amsterdam uitgevoerd naar ontwerp van Aldo van Eyck. Veel van de speelplekken uit deze periode verdwenen of zijn in de loop der tijd aangepast. De overige worden gekoesterd in de stad. Niet voor niets staat bij het Rijksmuseum nog steeds één van de iglo’s van Van Eyck.
“The adventure playground is an attempt to give the city child a substitute for the play and development potential it has lost as the city has become a place where there is no space for the child's imagination and play. Access to all building sites is forbidden to unauthorized persons, there are no trees where the children can climb and play Tarzan. The railway station grounds and the common, where they used to be able to fight great battles and have strange adventures, do not exist any more. No! It is now not easy to be a child in the city when you feel the urge to be a caveman or a bushman.” John Bertelsen, door landschapsarchitect C.T. Sorensen. Hij was spelleider van de Kopenhaagse avonturenspeelplaats Emdrup. Dit ontwerp stamt uit 1946 en wordt gezien als de eerste geplande ‘avonturenspeelplaats’.
In 1997 werd het Attractiebesluit ingevoerd, waarbij de Keuringsdienst van Waren controles moest gaan uitvoeren in speeltuinen. Voortaan moesten speeltoestellen voldoen aan strenge veiligheidseisen. Glijbanen moesten bijvoorbeeld horizontaal beginnen en eindigen. Ook werden hekken geplaatst om schommels om botsingen te voorkomen.
meer natuurlijke en vrije speelplekken ontwikkeld zoals de Natureluur en het Woeste Westen. Het toont een kanteling in het denken over spelen, waarbij de voordelen van spelen in een natuurlijke ruimte intensief onderzocht worden en steeds meer nadruk krijgen. Ze laten zien dat dit soort speelmogelijkheden een steeds belangrijkere factor kunnen zijn voor gezondheid en motorische ontwikkeling.
DERDE STOP: JONGENSLAND (OOST) – BALDADIGHEID DE STRAAT UIT, OP NAAR AVONTUUR Voor groepen van iets oudere kinderen voldeden de kleine speelplekken vaak niet. Het werkte overlast in de hand in de dichtbebouwde buurten. De oudere kinderen stookten fikkie op straat en maakten plantsoenen kapot. begin jaren ’50 vonden in heel Europa steden het belangrijk deze ontwikkelingen tegen te gaan door speelplekken voor avontuur te maken op lege plekken in de stad. Onder toezicht konden de wat oudere kinderen zich daar uitleven met losse materialen en natuurlijke elementen. Om ‘de jeugd’ ook hier iets te doen te geven, ontwikkelde Amsterdam in dezelfde periode vergelijkbare plannen. De Jeugdbrigade van de Kinderpolitie richtte al in 1949 in Oost het Jongensland op. Hier konden de oudere kinderen (met name jongens) zelf heen varen met een roeibootje. Ze bouwden hele dorpen gebouwd met sloopmateriaal, zetten een potje thee op een zelfgemaakt vuurtje, en maakten naar hartenlust kabaal.
SPEELPLEK VIER: WESTERPARK – PUBLIEK BELANG GROTE GROENSTRUCTUREN Parken zijn essentieel voor het functioneren van de stad, maar ook voor de ontwikkeling van kinderen. Het Westerpark maakt onderdeel uit van het eerste officiële uitbreidingsplan van Amsterdam (1875). Kinderen kunnen hier in aanraking komen met veel verschillende andere gebruikers door de grote omvang van het park en zijn ligging tussen de stadsbuurten van Amsterdam-West. Dankzij die maat kan het park een gevarieerde programmering bieden. Het kent een variatie aan plekken met vele identiteiten, die een waardevolle bijdrage leveren aan de recreatieve en ecologische waarden in de stad. Beweging is één van de gebruiksmogelijkheden: routes en sportieve plekken moedigen sport aan. De grote vijver is in de zomer een pierenbad voor kinderen. Ook de verbindingen en hardlooproutes richting bijvoorbeeld het Brettenpad, waar de cultuurrijke parkruimte overgaat in de halfnatuurlijke stadsrand, dragen bij aan bewegen in de stad.
Het succes van Jongensland stond in contrast ten opzichte van de speelplekken die elders in de stad in de jaren ‘60 en ’70 werden gemaakt met speelelementen van hout. Deze plekken werden veelal zonder toezicht door kinderen bezocht. Vanwege gebrekkig onderhoud, ontstonden in de jaren ’80 ongelukken. Waarna de regels werden aangescherpt en veel speelplekken verdwenen. Speeltoestellen die terugkwamen in het straatbeeld waren overwegend gekeurde, onderhoudsvrije standaardelementen van metaal. Het Jongensland heeft deze fase overleefd en bestaat nog steeds, tegenwoordig onder de naam Jeugdland. Er is een sterke programmering: van huttendorp tot kinderboerderij, van workshops over natuur, cultuur en techniek tot jeugdlab, leeslab en kooklab. Jeugdland is gratis toegankelijk, en de meeste activiteiten zijn gratis. Naast Jeugdland zijn hierna nog
SPEELPLEK VIJF: ARTISPLEIN – SAMEN MET MARKTPARTIJEN ONTWIKKELEN VAN LAAGDREMPELIGE PUBLIEKE RUIMTE Artis biedt als private partij ruimte voor spelen en verblijven door een deel van de dierentuin overdag open te stellen als een openbaar plein voor de stad. Hier ben je in de luwte en voel je je tegelijk deel van de idylle van Artis. Bezoekers van het plein gaan er ook heen zonder de dierentuin zelf te bezoeken. Het is een ruimte die, verborgen in een hof, gratis toegankelijk en consumptievrij is – terwijl er koffie is voor wie dat wil. Voor de kinderen zijn verschillende speelmogelijkheden aanwezig: een waterelement met spuitertjes, stroompjes en stoom, of de volière die een polderlandschap met Hollandse weidevogels toont. De vloer is vormgegeven als een groot tapijt, waardoor het aanleiding kan zijn voor hinkelen, springen enz. Ook staan er losse
Online verder kijken: Amsterdam - Verzamelde Historische Filmbeelden uit 1957: Jongensland in Amsterdam Oost – nu ‘Jeugdland in Oost’
“Het opzoeken van grenzen (is voor) kinderen heel gezond en natuurlijk. Een kind leert zo zijn grenzen kennen. Hier kunnen kinderen ‘risicovol spelen', dat maakt het spannend en avontuurlijk.“ Martin Hup, directeur Het Woeste Westen, in een interview uit City Kidskrant No1. 2015
Op de oneffen bosgrond lopen en springen, in bomen klimmen, of balanceren op stenen, versterkt de kracht, het uithoudingsvermogen en het zelfvertrouwen van kinderen. Dit komt naar voren uit verschillende studies in diverse landen. Kinderen die in de natuur spelen hebben een grotere interesse en begrip voor natuur, hebben minder conflicten, en de kinderen helpen elkaar beter. Ze zijn verder emotioneel stabieler, kunnen zich beter concentreren, zijn minder vaak ziek en zijn motorisch verder dan kinderen die niet regelmatig in de natuur spelen. Hierbij moet wel de kanttekening gemaakt worden dat kinderen vooral van het spelen in de natuur kunnen profiteren als ze daar vaak, zonder toezicht en vrij kunnen spelen. Verderlezen: zie bronnen over natuurspeelen pagina 247.
37 Online verder kijken: William Whyte, Film: Social Life of Small Urban Spaces. Onderzoek naar hoe mensen de publieke ruimte gebruiken.
“Kinderen en ouders brengen steeds meer tijd samen door en zijn op steeds meer plekken samen aanwezig. Het is duidelijk dat de vrije exploratie van stadskinderen miniem is geworden. Ouders laten hun kinderen niet snel alleen op pad gaan [...]. Traditionele kinderdomeinen zoals speeltuinen hebben zich ontwikkeld tot gezinsruimten [...]. Het samen genieten van de stad schept een band tussen ouders en kinderen die waardevol is.” Lia Karsten en Naomi Felder: De nieuwe generatie stadskinderen.
De architect Simon Nicholson ontwikkelde in de jaren 70 de ‘Theory of loose parts’. Deze theorie baseert zich op de gedachte dat losse elementen in onze omgeving de creativiteit verhogen. De theorie stelt fundamentele vragen over ontwerp: hoeveel moet een ontwerper daadwerkelijk ontwerpen, en hoeveel laat hij over aan kinderen om te bedenken, uit te vinden en te bouwen? Simon Nicholson: The Theory of Loose Parts.
stoelen en tafels. Dat laatste element is belangrijker dan op het eerste gezicht lijkt. Sociologisch onderzoek heeft al in de jaren ’70 uitgewezen dat plekken waarin mensen zelf iets kunnen transformeren geliefder zijn. Het geldt zowel voor volwassenen als kinderen. De publiek-private ingreep om een gevarieerde publieke plek te scheppen geeft daarmee een enorme meerwaarde: in levendigheid, in commerciële meerwaarde voor horeca en in de interactie tussen gebruikers. SPEELPLEKKEN VAN DE TOEKOMST Amsterdam maakt momenteel een enorme groei door, vergelijkbaar met die uit de tijd van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP). Toen verdubbelde de omvang van de stad. En ook nu staat Amsterdam voor een schaalsprong. Dit keer zet Amsterdam vol in op de verdichting van de bestaande stad. Daar zijn voldoende mogelijkheden voor. Tegelijk vraagt dat om een fundamenteel andere blik op het gebruik van de openbare ruimte als ontmoetingsplek en als speelplek. Met het toenemend aantal inwoners moeten deze ongeschreven speel- en ontmoetingsplekken concurreren met programma’s voor woningbouw, energieopwekking of klimaatadaptatie. Omdat meerdere functies gebruik maken van de ruimte, is er efficiënt mee omgaan nu nóg sterker een randvoorwaarde. Spelen wordt daarmee een interdisciplinaire opgave. Dat maakt het proces in de totstandkoming van verblijfsruimten ingewikkeld, maar het biedt meteen ook kansen. Die kansen kunnen worden benut door kinderen en hun spel voldoende ruimte te geven. Het vraagt ook om creativiteit in de afwegingen tussen andere belangen zoals verkeer en parkeren. Belangrijk in het gesprek tussen die partijen is een kwalitatieve benadering van de ruimte. Gelukkig zien we ook daarin een kanteling: ook binnen en tussen de vakgebieden kent de kijk naar ruimtelijke opgaven meer en meer fluïditeit. Aantrekkelijkheid, speelmogelijkheden en toegankelijkheid bieden daarbij haakjes om met partijen het gesprek te voeren op een kwalitatief hoger niveau en op basis van de juiste voorbeelden en inzichten. Met volop mogelijkheden om speelruimte een meer vanzelfsprekend programmaonderdeel te maken van verblijfsruimte.
Linneausparkweg, Oostpoort
Beemsterstraat, Amsterdam-Noord
J.J. Cremerplein, Overtoomse Sluis
Sarphatipark, De Pijp
Kamperen in het Vondelpark, 1932
Spelen op het braakliggende Museumplein
Dammen op de Dam, 1997
Ontdekken van de bunkers op Museumplein
Marnixstraat, Jordaan
Nieuwe Leliestraat, Jordaan
Vondelpark, Vondelbuurt
Van Beuningenplein, Staatsliedenbuurt
Van Heutsz-Monument Olympiaplein, Oud-Zuid
Oudeschans
Nieuwe Oostenburgerstraat
Waterlooplein
47
A WALK ALONG 5 PLAY AREAS IN AMSTERDAM Children playing is a phenomenon of all ages. Even in the oldest cultures (like the Egyptian, Greek or Roman), examples have been found of toys, like spinning tops and rattles. In the 16th Century, a debate arose in the Netherlands about the use of playing. Calvijn supporters think it should be prohibited since it concerns useless activities. Luther, on the other hand, describes playing as useful to relaxation.
“Not youth is criminal, but society, for it deprives young people every opportunity for playing, for physical development. Allow young people to develop physically, and make this merge with mental development, and it will lift young people.” Uilke Jans Klaren
Play has been studied extensively and from various perspectives over the years. That starts with Johan Huizinga (1872-1945), for instance, writing about Homo Ludens. In 1959, Ledermann and Trachsel catalogued the developments of playgrounds and defined fundamental ideas about their structural and spatial requirements. Recent exhibitions like The Playground Project in Zürich (2016), or Playgrounds, Madrid (2014), inspire innovatively and imaginatively. Additional input – originating from numerous technical manuals and policy plans by commercial parties or the government, like CROW – is often valuable. Lastly, there are efforts and societal initiatives like the Bernard van Leer Foundation, Johan Cruijff Foundation en Jantje Beton – each contributing to the enhancement of knowledge and perspectives around the subject. How playing is perceived, changes continuously, which is also true for a city like Amsterdam. Guided by a walk to five sites typical for Amsterdam, these changes in opinions on playing in the city become tangible. THE START: THE UJ KLAREN PLAYGROUND – THE FIRST PLAYGROUNDS IN AMSTERDAM The UJ Klaren playground is a marvellous Amsterdam example of the rise of organised playgrounds. In the 19th century, children played in the streets or the garden - or they were put to work in the factories. The signing of the Kinderwetje in 1874 increased awareness around children’s welfare in the city. Around 1880, the well-to-do bourgeoisie financed playgrounds to give children from low-income families in the overflowing slums room for the development of their motor skills. The construction of playgrounds was undertaken with enthusiasm; however they started declining due to a lack of supervision and maintenance. One of the citizens who were concerned with this situation was shipwright Uilke Jans Klaren (1852-1947). According to Klaren, a great deal of the social issues was caused by the inadequate spatial conditions children had to grow up in. Therefore, in 1898, he set out to design a playground, constructed and kept by residents themselves. The city supported his initiative and granted him a piece of ground. Klaren was convinced that motor learning was essential for the improvement of the social situation. As a result, the playground provided generous attention to elements improving motor learning, as well as a clubhouse. The playground was
the pivot for the coordination of many activities (like learning how to fretsaw) and lay the foundation for the creation of social coherence in the neighbourhood. Just as the playground was founded, a turnaround crystallised in the vision on overcrowded working-class districts. Playgrounds were constructed throughout the city. Today, the UJ Klaren playground still exists, and the social cohesion is as strong as ever. What makes it unique is that this playground covers the whole gamut; it presents children with a compelling programme for motor learning and cognitive and social development. SECOND STOP: BERTELMANPLEIN – PLAYING AROUND THE CORNER After World War II, a lot of new families were started. A plan to construct a public playground in every vacant parcel and square in Amsterdam produced ample opportunity for playing for the younger children in the crowded neighbourhoods. Architect and town planner Jakoba ‘Ko’ Mulder championed the new approach. Mulder was mainly interested in the context of playing and lectured nationally and internationally on the topic of playing as ‘laying the foundation’ for children. Right after the war, she came up with the concept of sandpit playgrounds to fulfil the immediate needs for play – being inspired by seeing two toddlers making sculptures from dirt. Bertelman Square served as a trial for the new approach. Architect Aldo van Eyck designed a sandpit with wide borders, integrating four round stones and a climbing frame. The playground became a resounding success. Van Eyck’s designs reflected his ideas on the relationship between the elements in the playground. His principle was not to hinge the design on one, central object, but instead to create hierarchically equal relations between objects. The elements in the playground are multifunctional and can be used by multiple children at the same time. The famous climbing frame in the shape of an igloo inspired the little ones to climb or tumble, while it invited the older ones to just hang-out. Amsterdam’s playground policy was unique and followed in many Dutch towns. In total, over 800 playgrounds were constructed after Aldo van Eyck designs. Eventually, many have disappeared or have been adopted. The city cherishes the remaining ones. Beside the Rijksmuseum, there’s still a Van Eyck igloo - and for a reason.
“According to age, games are played on different terrains, be it in parks or public gardens, in sandpits or on playgrounds in neighbourhoods, be it on pastures or sports areas outside of the neighbourhood.” A.U.P., 1934
“The expression, with which we can identify the elements of playing, are for the most part in the aesthetic realm. They are the expressions, with which we also try to convey beauty: excitement, equilibrium, balance, taking turns, contrast, variation, bonding and detaching, solution. Playing binds and frees. It fascinates. It bans, namely, it enchants. It is filled with the two most noble capacities man can observe and express in things: rhythm and harmony.” Johan Huizinga
49
“The adventure playground is an attempt to give the city child a substitute for the play and development potential it has lost as the city has become a place where there is no space for the child’s imagination and play. Access to all building sites is forbidden to unauthorized persons, there are no trees where the children can climb and play Tarzan. The railway station grounds and the common, where they used to be able to fight great battles and have strange adventures, do not exist any more. No! It is now not easy to be a child in the city when you feel the urge to be a caveman or a bushman.” John Bertelsen, quoted by landscape architect C.T. Sorensen. Bertelsen was the manager of adventure playground Emdrup in Copenhagen. This design is from 1946 and is considered the first planned ‘adventure playground.’
In 1997, the Attractiebesluit was implemented, instructing the Keuringsdienst van Waren to inspect playgrounds. As of then, playground equipment had to meet strict safety requirements. Slides, for instance, had to begin and end horizontally. Also, fences were placed around swings to prevent collisions.
Continue to watch online: Amsterdam - Verzamelde Historische Filmbeelden, 1957: Jongensland in Amsterdam Oost – now ‘Jeugdland Oost’
THIRD STOP: JONGENSLAND (OOST) – WANTONNESS OUT OF THE STREETS SET OUT FOR ADVENTURE The smaller playgrounds were not sufficient for groups of more grown-up children. A definite incentive for trouble in the populated districts. The older kids lighted a fire in the streets and went about rampaging parks. At the start of the fifties, all over Europe cities acknowledge the importance of countering these developments by creating adventurous play areas at vacant sites. Under supervision, the older children could go about and enjoy themselves using the loose parts and materials at hand. To provide ‘the youth’ with a purpose, the city of Amsterdam materialised comparable plans. The Youth Brigade of the Kinderpolitie as early as 1949 founded Jongensland in Amsterdam Oost. Here, the older children (mainly boys) could go out on to the water in rowing boats. The boys built whole towns from scraps, put on a kettle on the fires they made themselves, and cause a racket at will. The success of Jongensland was in contrast to the play areas created on other sites in town. In most instances, these playgrounds lacked supervision. As a consquence of poor maintenance, several accidents happened in the eighties. The city introduced stricter rules, and many playgrounds were made redundant. Playground equipment that returned to the streets were, for the most part, certified, standard metal elements, in need of little maintenance. Jongensland survived this period; today it’s called Jeugdland. Jeugdland delivers an active programme, ranging from shanty towns to children’s zoos, and from workshops about nature, culture and technology, to a youth lab, reading lab and cooking lab. Admission to Jeugdland is free, and most activities are free of charge. Apart from Jeugdland, several natural and free-spirited play areas have been developed, like Natureluur and Woeste Westen. It shows the shift in the vision of playing, extensively researching, and putting more emphasis on the advantages of playing in a natural space. This development gives prominence to the idea that opportunities for playing like these can become increasingly important to health and motor learning.
PLAY AREA FOUR: WESTERPARK – THE IMPORTANCE OF VAST GREEN SPACES TO THE PUBLIC Parks are essential for the well-being of the city, as well as for the development of children. Westerpark is part of the first official expansion plan of Amsterdam (1875). Children can get acquainted with several groups of users, due to the size of the park and its situation in between the districts of Amsterdam-West. Under its scale, the park can present a programme full of variation; these are areas with different identities, contributing significantly to the recreational and ecological values in the city. Room to move is one of its uses: cycle lanes, walking routes and sports areas stimulate exercise. In summer, the large pond functions as a paddling pool. The road links and running routes in the direction of, for instance, Brettenpad - where the cultural landscape transitions into the semi-natural fringes of the urban area - are conducive to moving and exercising in the city.
PLAY AREA FIVE: ARTISPLEIN – DEVELOPING WELCOMING PUBLIC SPACE IN CONCERT WITH COMMERCIAL PARTIES As a private service provider, Artis offers space for play and stay by opening a part of the zoo as a public square for the city during the daytime. Here, you can feel sheltered, while remaining part of the idyll of Artis. People who come to visit the square, do so without even necessarily visiting the zoo itself. It is a space, hidden in a court, free of admission and compulsory refreshments - while coffee service is available. Different opportunities for playing are offered to children; a water element featuring sprayers, streams and steam, or the aviary, representing a polder landscape with Dutch waders and other typical polder birds. The surface is designed like a vast carpet, triggering children to jump around or play a game of hopscotch. Chairs and tables can be moved around at will - which is significant. Already in the seventies, sociological research has made it plausible that visitors favour spots where interventions are allowed, a fact found to be equally valid for children and adults. This combined public and private approach to attract a diverse clientele adds considerable value: commercially, for the eateries, and in terms of the interaction between users.
“Challenging boundaries is very healthy and natural for children. A child can discover its boundaries. Here, children can play in a ‘risky’ way, making it exciting and adventurous.” Martin Hup, manager Het Woeste Westen, in an interview in City Kidskrant No1. 2015.
Walking and jumping on the bumpy forest soil, climbing in trees or balancing on stones, enhances the power, endurance and confidence of children. Several studies in different countries show these benefits. Children playing in nature have a more substantial fascination with, and an understanding of nature, are less engaged in conflict, and help each other better. Also, they are more emotionally stable than children who don’t regularly play in nature. It is important to note that children profit most from playing in nature if they can do so freely and without supervision.
Continue to watch online: William Whyte, Film: Social Life of Small Urban Spaces research into how people use public space.
51
“Children and parents spend more and more time together and are together in more places. It is obvious that the free exploration of children in the city has become negligible. Parents don’t easily allow their children to go and about on their own [...]. The traditional children’s domains like playgrounds have evolved into family spaces [...]. Enjoying the city together creates a valuable bond between parents and children.” Lia Karsten and Naomi Felder: De nieuwe generatie stadskinderen.
Architect Simon Nicholson developed his ‘theory of loose parts’ in the seventies. This theory is based on the idea that loose elements in our environment improve our creativity. The theory poses fundamental questions about the subject: how much does a designer actually need to design, and how much can he leave to children to devise, discover or build? Simon Nicholson: The Theory of Loose Parts.
FUTURE PLAY AREAS Today, Amsterdam is proliferating, at a pace comparable to the period of the Algemeen Uitbreidingsplan (AUP). At the time, the city doubled in size. And again, it is presented with another exponential change. This time, Amsterdam engages fully in densifying the city, with ample opportunity to fulfil this ambition. At the same time, this development beckons a paradigm shift in perceiving the use of public space as a meeting point and play area. The increasing population numbers force these informal spots to compete with programmes for housing, the generation of energy or the adaption to climate changes. Since various functions claim the same space, it is imperative to plan efficiently. This process requires playing to be considered a multidisciplinary assignment. Such an approach complicates the design of public space but offers new opportunities as well. Granting space to children and playing, these will increase even more. That calls for creativity in balancing competing interests like traffic and parking. Prominent in the dialogue between the stakeholders is to approach public space from a perspective of quality. Fortunately, here too, we experience a shift in opinions: from within and in between areas of expertise the way public space is perceived has become more and more fluid. Attractiveness, opportunities for playing and accessibility provide a window to promote dialogue at a qualitatively higher level and based on the pertinent examples and insights. A process that will aid in incorporating play as an obvious component of planning for public space.
LEREN VAN KINDEREN / LEARNING FROM CHILDREN
55
LEREN VAN KINDEREN De hoofdrolspeler in de discussie over spelen in de hoofdstad is natuurlijk het Amsterdamse kind. Los van in welke wijk hun huis staat of in welke cultuur ze opgroeien: kinderen zijn deel van de stad. Om goed te begrijpen wat voor Amsterdamse kinderen anno 2019 belangrijk is bij het buiten spelen, zijn voor dit boek 11 Amsterdamse kinderen in de leeftijd van 3 tot 11 jaar gevolgd en geobserveerd tijdens het spelen in hun eigen woonomgeving. Op speelse wijze zijn ze met een camera op hun hoofd uitgedaagd om te laten zien hoe en waar zij buiten spelen. In hun eigen buurt lieten de kinderen hun favoriete speelplekken zien. Ze delen met ons hoe ze daarheen gaan, wat ze onderweg doen en op welke dingen ze letten. Dit kleine onderzoek laat een essentie zien van het spelen en verrijkt het gesprek over ontwerpen voor. AANTREKKELIJKHEID Kinderen letten op veel factoren binnen de openbare ruimte. Het lijkt een andere blik dan die van de volwassenen. Waar volwassenen vaak factoren benoemen als ‘aantrekkelijk groen’, ‘netheid’,’ voorzieningen’, ‘wifi’ enz., bepaalt aantrekkelijkheid voor kinderen: wat is er voor mij te doen? Zijn er dingen of vriendjes waar ik mee kan spelen? Niets meer, niets minder. Aan wind, regen of te weinig groen in de straat wordt haast geen woord vuil gemaakt. Laat staan dat het kinderen weerhoudt om te gaan spelen. Een lelijke container is een klimuitdaging. Grofvuil langs de weg een laboratorium. Het spel dat ze uitkiezen varieert per leeftijd en of ze alleen of samen met iemand spelen. Hoe meer speelmogelijkheden er zijn, hoe langer ze er hun aandacht, plezier en creativiteit in kwijt kunnen. Losse elementen zijn daarin cruciaal. Het meenemen van een bal, een step of stoepkrijt: dat is het gereedschap waarmee een kind ontdekt en (samen)spel ontplooit. Wanneer deze elementen er niet zijn, dan zoeken de kinderen er zelf naar. Ze doen dat met een scherp oog voor detail. Een takje, besjes van een struik, een hoop bladeren of een afgevallen knoop: alles is een alternatief speelobject. Welk geluid maakt het als ik het laat vallen? Laat het een streep achter op de stoep? Kan ik het plattrappen? Kan ik het ook in de dakgoot gooien als niemand kijkt? Dankzij hun fantasie en onderlinge interactie en rollenspel kunnen kinderen urenlang in hun spel opgaan.
VRIJHEID Kinderen maken de meeste speeluren rondom het eigen huis. Dat wil zeggen: in de eigen tuin (‘maar dan kom je niemand tegen!’), dus nog liever op de stoep, het pleintje of het parkje dichtbij huis. Kinderen voelen zich er vrij, omdat het een bekende omgeving is, een plek waar ze vriendjes tegen komen, een plek met bekende gezichten. Maar vooral omdat hun ouders het als veilig beschouwen en ze er dus ook in vrijheid laten spelen. Begeleiding is er niet. Toezicht is hoogstens indirect: via een whats-app groep met ouders in de buurt. Ook de wetenschap dat de buren thuis zijn en dus een oogje in het zeil houden, kan voldoende zijn. Ouders maken met de kinderen duidelijke afspraken tot hoever het ‘vrije speelgebied’ rijkt. Heldere ruimtelijke grenzen van straten/sloten/bouwblokken worden gebruikt om deze gebieden af te bakenen: ‘tot daar en niet verder’. Gaan ze erbuiten en vragen ze dat niet eerst, dan dreigt er bonje; het zal niet de eerste keer zijn dat wanneer de ouders roepen voor het eten de kinderen uitgewaaierd blijken te zijn. De grootte van het vrije speelgebied rondom varieert per leeftijd en het wel of niet mee hebben van een mobiele telefoon. En vooral ook aan hoe weerbaar de ouders hun kind inschatten. Hoe klein de vrije ruimte ook is, kinderen maken er hun vrijheid groter door beschutte plekken op te zoeken of ze te creëren. Plekken die niet teveel in het zicht zijn. Bosjes en klimbomen zijn hierbij van onschatbare waarde. Het zijn de plekken waar ze hun eigen wereld kunnen maken en zich onbespied wanen, op veilige afstand van het ‘normale’ functionele gebruik. Het zijn plekken waar ze ongemoeid samen met vriendjes of vriendinnetjes kunnen kletsen, een spel kunnen bedenken, iets kunnen knutselen – of waar ze rustig kunnen observeren en gluren. INFORMELE RUIMTE Vrijheid zoeken kinderen ook buiten de aangewezen plekken. Een hek, een schommel of een trapveldje geeft kinderen duidelijke signalen van vrijheid. ‘Hier mag ik spelen’. Als geen ander weten ze deze speelplekken te vinden, en met veel overgave worden de speelelementen benut, uitgeprobeerd en gebruikt. Het zijn plekken die namen krijgen als de slak of het dijkje. Plekken waar kinderen met een duidelijk doel
57 naar toe gaan en waar ze een mening over hebben: ‘die schommel is daar tof’ of ‘dan gaan we het klimparcours doen’. Plekken, kortom, waar ze – al dan niet onder toezicht – vrij kunnen spelen. Zonder te hoeven letten op langsrijdende auto’s of overstekende fietsers. Waar ouders rustig kunnen zitten of een cappuccino drinken – en ze dan niet teveel op hun lip zitten. Het kan soms wel een uitdaging zijn om bij zulke speelplekken te komen. Of anders gezegd: ‘saai’, in de ogen van het kind. Samen kletsend of steppend is 250 meter zo overbrugd. Aan de andere kant, over een strak aangeharkte stoep lopen of een route volgen met veel kruispunten of opstoppingen: dat doe je als kind niet zomaar. Maar met trappetjes onderweg – of geveltuintjes of gekke kabouters in de voortuinen – wordt het duidelijk wel weer leuker. Zeker voor de dromers onder ons. En met een alternatieve route voor de terugweg, nét weer even anders, is het zelfs nog beter. PERSPECTIEF VAN EEN KIND Kinderen hebben een ander perspectief dan volwassenen. Op twee manieren: het eerste is het verschil in ooghoogte en het daarmee samenhangende beperkte zicht. Het tweede aspect is de vaardigheid van kinderen om dingen anders te zien en te gebruiken. Wat hun ooghoogte betreft: het zicht van kinderen wordt vaak geblokkeerd door ruimtelijke objecten. Denk aan fietsen, kinderwagens, hagen of auto’s. Het maakt de wereld erachter niet of moeilijk zichtbaar. En daarmee is het voor het kind eigenlijk geen onderdeel van de directe belevingswereld. De meer beperkte scope en het gebrek aan overzicht zijn aandachtspunt bij gevaarlijke kruispunten. Tegelijk leveren deze andere ooghoogte bijzondere kansen op. Ruimtes met obstakels onder de ooghoogte van volwassenen, kunnen volwassenen nog overzien. Voor kinderen vormen het afgebakende ruimtes, waar ze zich veilig kunnen voelen. Daarnaast ervaren kinderen dingen anders dan volwassenen. Ze hebben geen problemen met schaalsprongen. In het kleine vinden ze al een scala aan speelmogelijkheden. Gevels met muurtjes en geveltuintjes zijn goede voorbeelden: een onuitputtelijke bron van kansen! Kinderen zijn keien in het anders gebruiken van voorwerpen. Schaalsprongen worden
letterlijk en figuurlijk makkelijk gemaakt: een putje doet dienst bij het knikkeren, maar later ook als grote plas met een gietertje en wat water. Een fietsenrek wordt tuimelrek en een markering voor een parkeerplek wordt een hinkelbaan. Op een trapje zien ze de wereld anders dan op de stoep. GELEERDE LESSEN Het kindperspectief benadrukt het verschil in perceptie tussen volwassenen en kinderen. Het laat ook zien dat het soms wringt. Waar ouders bijvoorbeeld graag overzichtelijke plekken willen om een oogje in het zeil te kunnen houden, zoeken kinderen juist beschutting om uit het zicht te zijn en ongestoord te kunnen spelen en ontdekken. Bovendien lijken volwassenen beïnvloed door een wensbeeld of een romantische voorstelling van wat spelen zou moeten zijn. De kinderen die tijdens het onderzoek gevolgd zijn, blijken wars van deze beelden. Ze spelen met wat voorhanden is en zijn per definitie op hun gemak zolang er voldoende speelmogelijkheden zijn. In welke vorm of maat dan ook, zolang het plekken zijn met voldoende afwisseling, blijft het voor hen interessant om er heen te gaan. Met andere woorden: kan ik er iets doen, is het er spannend en zijn er anderen?
59
LEARNING FROM CHILDREN The protagonist in the discussion on playing in the capital is, of course, the Amsterdam child. Disregarding the neighbourhood, they are from or the culture in which they are raised, children are a part of this city. To fully understand what is crucial for them when they play outside today, eleven children between the ages of 3 and 11 have been monitored and observed during play in their familiar environment. Playfully, they were challenged to show how and where they play outside, using a camera mounted on their heads. The children showed their favourite spots in their neighbourhoods. They share with us how they get there, what they do on their way to these spots, and what they pay attention to. This minor (and non-representative) research shows the essence of playing and empowers the discussion around the design for playing in public space. ATTRACTIVENESS Children take some different factors in public space into account. It seems they have a different perspective than adults. Where adults identify factors like ‘appealing greenery’, ‘tidiness’, ‘facilities’, ‘wifi’ and more, attractiveness for children is defined by: what can I do here? Is something exciting going on? Will there be others? Nothing more, nothing less. No attention is paid to the wind, rain, or a lack of greenery in the streets. An ugly container becomes a climbing challenge. Bulky waste along the roadside turns into a laboratory. The type of play they choose is dependent on age, and if they play by themselves or together. The more opportunities for playing there are, the longer they can expend their attention, joy and creativity. Loose parts are essential for this purpose. Your own ball, scooter or piece of chalk; those are the tools a child employs to discover and play (together). In the absence of these tools, children go looking for them. They do so with an eye for detail. A twig, berries found in the shrubs, a heap of leaves or a button on the ground; everything can be used to play with. What sound does it make when I drop it? Does it leave a mark on the pavement? Can I trample it completely? Can I throw it in the gutter - when nobody is paying attention? Owing to their fantasy, ability for interaction and inclination to assume a role, playing can fully absorb children.
FREEDOM Children spend the majority of the time they play around the house. In other words: in the garden of their home (‘but then you never meet anyone!’), or preferably on the pavement, the square or in the park close to home. Children feel free because it provides them with an environment they’re accustomed to, an opportunity to run into friends, a place with familiar faces. However, first and foremost, because their parents consider it safe and allow them to play freely. Children are unaccompanied. Supervision is indirect at best; through a WhatsApp-group with the other parents in the neighbourhood. Being aware the neighbours are home and will keep an eye on the street, can prove sufficient. Parents make precise arrangements with the children as to the extent of the ‘area where they can play freely’. Distinct borders - like streets, ditches, apartment buildings – are used to demarcate these areas; ‘till here, and no further’. Going outside of this designated area without checking with mum or dad first, means asking for trouble. It wouldn’t be the first time when the parents let their children know dinner is ready, their flock have fanned out past the area agreed upon. The size of the area where children can play freely varies with age and also depends on having their mobile phone with them or not. However, in the first place: on how resilient children are in the eyes of their parents. However limited their ‘free’ space is, children tend to enlarge it by looking for or creating spots that offer shelter. Places that are not too obvious or visible. Shrubs and trees to climb in are invaluable in this respect. These are the spaces where children can create their own world, without the feeling of adults spying on them, on a safe distance from the ‘normal’ functional use. These are the spots where they can have a chat where their friends, can invent a game, or build something together undisturbed - at the same time offering an ideal position to observe and peep themselves. INFORMAL SPACE Children seek their freedom outside of the designated areas too. A fence, a swing or a patch of open ground provides children with clear signs of freedom. ‘I am allowed to play here’. Like no other, they know where to find these spots. With abandon, they try, test and
61 use the objects and elements at hand. These are the spots that are named the snail or the dyke. Places children set out to with a clear objective and about which they have a concise opinion: ‘the swing they have there, is cool’ or ‘and then we’re going to climb to the top’. Places, where children can play freely, supervised or not. Where they can play without having to pay attention to passing cars or crossing cycles. At these spots, parents can just sit around and have a cappuccino - not feeling inclined to micromanage their offspring. Getting to these play areas can pose a challenge. Or ‘boring’, as a child would put it. When chatting or scootering, 250 meters are crossed easily. On the other hand, walking along a nice and tidy pavement or following a route full of crossings and congestion is not at all uncomplicated. However, little stairs on the way there - or facade gardens, or funny gnomes in facade gardens - can lighten up anyone’s day. Especially for the dreamers among us. Moreover, when an alternative route for the return home is available, offering just the slightest variation, it makes life that much more fun. THE PERSPECTIVE OF A CHILD The frame of mind of a child differs from that of adults. In a literal way too. Children see the world from a lower angle, which also limits their view. Secondly, children are adept at looking at and using things differently. As far as their eye level is concerned, the view of children is often impeded by objects. Bicycles, for instance, prams, hedges or cars. To children, all these objects obscure the world behind them, making it a place that’s difficult to relate to. Their limited eye level and lack of a clear view in certain situations, are taken into account when planning or managing dangerous crossings. At the same time, the difference in eye level opens up new directions for design. Adults can still oversee spaces where objects are under their eye level. For children, these objects clearly define spaces where they can feel safe. Furthermore, children experience things in a way that’s distinct from adults. They do not have a problem with sudden changes in scales. They are able to discover an array of opportunities for playing in what’s tiny and almost invisible to adults. A facade with a part of a wall sticking out, or a facade garden, are striking examples:
infinite sources of opportunities! Children are aces in using objects in a different way than intended. A jump in scale is made effortlessly: a drain is utilised when playing marbles, but can be turned into a pool with a watering can a little water. A bicycle parking rack becomes a climbing frame, and the markings for a parking spot turns into an opportunity to play a game of hopscotch. The world alters when seen from stairs instead of the pavement. LESSONS LEARNED The child’s perspective emphasises the difference in perception between adults and children. It also demonstrates the potential for friction. Where parents prefer places that are easily supervised, children look for sheltered spots to stay out of sight, and to continue playing and discovering uninterrupted. Moreover, adults seem to be influenced by a belief or romantic idea about what playing is. The children that were monitored during research seem averse to these notions. They play with what’s at hand, and by definition, feel at ease provided ample opportunities for playing are available to them. In whatever shape or form, as long as these spots present adequate variation, they remain attractive to children. In other words: what can I do there, is something exciting going on, and will there be others?
63
IMME EN LOLA (7 JAAR) Maar volgende week word ik 8 hoor Leuke speelplekken? Gaan we naar BALORIG dan? Oh buiten... Nou dan sowieso naar het dijkje toch? En we willen ook naar de grote speel-plek, krijgen we dan een camera op? Hoe werkt dat dan? Dan kom je van je werk om de kinderen op te halen, en dan kom je alleen thuis. Dan had ik net zo goed tot zes uur kunnen werken, maar ja zo werkt dat niet.
Even kijken bij de kippen!
Ik ben overal opgeweest! Gaan we nu? Kijk een kapotte slipper!
Over het buitenspelen met Imme en Lola (beide 7 jaar) wordt met veel enthousiasme voorgepraat. Zus Belle en haar vriendinnetje Zoë zijn 11 en vinden zich eigenlijk wat te oud om buiten te spelen. Toch gaan ze mee. Voor de ouders van Imme en Belle is hun woonomgeving de perfecte speelomgeving voor hun kinderen. Laagbouw met brede stoepen en een wat grotere groene speelplek op loopafstand, waar ook kinderpartijtjes gehouden kunnen worden. De kinderen mogen er vanaf hun zesde alleen naar toe. Dat doen ze haast nooit, maar altijd met vriendinnetjes die ze spontaan op straat tegenkomen. Of vanaf het schoolplein. Mobiele telefoontje hebben ze, maar die nemen ze eigenlijk nooit mee als ze buiten spelen. Er worden tijdafspraken gemaakt wanneer ze weer thuis moeten zijn. Maar dat vergeten ze regelmatig en dan gaan de ouders een rondje doen om ze uit de speeltuin te ‘plukken’. Dat loslaten is wel spannend en is door misverstanden wel eens misgegaan, maar dat zijn uitzonderingen. Het water, maar ook de snel rijdende scooters, zijn wel zorgenpuntjes voor de ouders. Hun eigen kinderen vertrouwen ze intussen wel, maar als ze met iemand spelen, dan heb je ook de verantwoor-delijkheid voor die andere kinderen. De kinderen hebben in de gang verschillende attributen staan die ze graag meenemen naar buiten. Stoepkrijt, Hoover board, step etc. Wanneer alle schoenen en jassen aangetrokken zijn, vertrekken we – al kletsend, rennend, steppend en in hoog tempo naar ‘het dijkje’. 1 De opening van het hek wordt niet gebruikt; er wordt overheen gesprongen. Na wat schommelen wordt er flink geouwehoerd op de glijbaan. Veel interactie tussen de kinderen, dingen uitproberen, gekdoen. Er ligt een bal, waar ze even mee voetballen. Vervolgens rennen ze naar een grote hoop bladeren. De meiden pakken een hoop op en “3, 2, 1, go!” gooien elkaar onder. En dus lopen we – ondanks de stoepen – over straat door richting speeltuin Amsteldorp. De zevenjarigen maken tempo en stoppen onderweg soms als ze iets zien liggen of om ongegeneerd bij iemand binnen te kijken. De 11-jarigen zijn vooral aan het kletsen en lopen wat meer achterop. ‘Pielen’ meer, door met hun Hoover board over trapjes proberen te rijden.
Langs het Von Liebigpad klimmen de kinderen in een boom, dat vinden ze allemaal leuk. 2 De kinderen gaan vervolgens door naar Speeltuin Amsteldorp. Het gladde asfalt en het feit dat er verder geen verkeer is maakt dat de kinderen hier hard willen rennen/steppen. We zijn daardoor snel in de speeltuin. De meiden van zeven, gaan gelijk op ‘struin’: alle hoge speeltoestellen in. Ook gaan ze samen van de kabelbaan. Imme en Lola verdwijnen uit het zicht richting de rand van de speeltuin. 4 Ze klimmen daarbij op het dak van een hokje gemaakt van pallets, slepen met takken, een goaltje, wat plastic; met alles zijn ze bezig waarbij ze alles op een plek verzamelen. De modder uit een klein kruiwagentje wordt met grof geweld gelost. Dan grijpt vader in. Vanuit de speeltuin gaan we nu huiswaarts. Onderweg biedt een brug de jongste meiden een mooie uitdaging. Half over de kop hangend stappen ze zijwaarts over de leuning. Trots benut Imme het einde van de brug als ‘hangplek’, terwijl Lola de leuning als ‘glijbaan’ gebruikt. 5 Het kleine speeltuintje is omringd door stekelstruiken. Maar dat maakt de kinderen niets uit. Ook onder de struiken zijn hutten gebouwd. Eigenlijk worden alle speelelementen door de meiden wel even gebruikt. Wanneer ze alles ‘gehad’ hebben, lopen ze door naar huis. De step zijn ze intussen beu, dus moet vader die tillen. Al lopend wordt er heel wat afgekletst en ontdekt. Zo vinden ze een oude wasmachine. Er wordt uitgeprobeerd of ze hem kunnen slopen. 6 En later, wanneer ze bijna thuis zijn, wordt er door de ramen van de buren gegluurd. Als we eenmaal binnen zijn, vertrekken de oudste meiden gelijk naar het huis van Zoë om verder te spelen (verder schrijven aan hun ‘script’), en ook Imme en Lola vertrekken naar hun kamer (om hutten te bouwen en te knutselen).
Ik kan niet hoger de takken zijn hier te dun...
Want klimmen is leuk! Niet op mijn schoot zitten! Ja maar anders val ik er af! Ok dan...
Waar is de poep die daar inzit gebleven? Ja maar het zand moet er uit! Maar eerst nog even langs het kleine speeltuintje ok?
Is altijd zo
Zou Thijs thuiszijn?
65
IMME EN LOLA (7 JAAR) GOOISEWEG speeltuin als ontmoetingsplek
4 bruggetje als speelobject
3
1
2
5 3
speeltuin en bosjes speelboom
2 bruggetje als speelobject
6
4
stoep en straat als speelruimte
zone voor spelen zonder ouderlijk toezicht
duikelrekken
5 speeltuin ‘het dijkje’
1
E ERZIJD WEE SP
6
67
JANNEKE EN KAUTAR (9 JAAR) De ouders van Janneke wonen hier zo’n 8 jaar. Ze ervaren hun woonomgeving als een zeer prettige plek om te spelen voor hun drie kinderen. Dit komt voornamelijk doordat ze zelf een tuintje hebben, maar ook omdat er voor een groentje is waar meer kinderen spelen uit de buurt. Daar kunnen/mogen hun kinderen vanaf 4 jaar alleen spelen. Middels de groepsapp hebben de ouders rondom het speelgroentje wel contact. Dat voelt prettig, want er gebeuren hier wel gekke dingen af en toe. Zo is er eens een explosie geweest. En als ouder vraag je je wel af, of je kind wel weerbaar genoeg is, mocht er iets gebeuren. Maar zo dicht bij huis, vinden de kinderen verrassend veel vertier. Met name de bosjes, daar vermaken de kinderen zich graag. Ze vinden langs de galerij van de flat allerlei ‘leftovers’, die ze gebruiken als materiaal om hun hutten mee aan te kleden. Soms is dat wat viezig, maar soms vinden ze ook mooi spul. Zoals die theepot: die heeft ze afgewassen en daar speelt Janneke nog steeds mee. Takken en stenen die ze verzamelen mogen niet mee naar binnen; daar is een speciaal plekje voor bij de voordeur. Als de kinderen verderweggaan, dan gaan papa of mama mee, vaak met de step. Bij Kauter thuis is dat anders. Zij mag wel gewoon naar Janneke toelopen, zoals ze vanochtend gedaan heeft.
Ze moeten niet hoog zijn maar zo... Kijk en deze heeft heel veel takken waar je je aan kan vasthouden.
Janneke en Kautar zijn klasgenootjes, beste vriendinnen en beide 9 jaar. Het broertje en zusje van Janneke hebben geen zin om mee te gaan en dus vertrekken ze samen naar het groentje. Trots laten ze hun meest favoriete bosjes zien. 1 En hoe je dan moet lopen, waar de stekelplanten zitten en in welke bomen je goed kan klimmen. Terwijl ik naar de rommel in de struiken kijk, leggen de meiden vol trots uit hoe ze hun ‘hut’ hebben ingericht en waarmee. Hoewel er op het groentje ook een schommel staat, is dat duidelijk minder geliefd. Op naar de volgende speelplek: het schoolplein van de OBS. Zij zitten op een andere school, maar ze voelen zich hier prima. In rap tempo nemen ze het parcour van speelelementen. 2 En na wat hangen doen ze ook nog even ‘de muur’. 3
Vervolgens lopen ze door naar de plek waar straks hun nieuwe school komt. Ze weten nog niet waar hun lokaal komt straks (ze hopen boven), maar ze vinden het wel heel mooi al. En dan hoeft papa en mama hen niet meer te brengen, maar kunnen ze zelf naar school. Dat zal ook wel fijn zijn. De route tussen de speelplekken wordt in stilte en snel afgewerkt. Geen spelaanleiding of huppel. Ook is het onwennig om te kletsen met een vreemde bij je. De meiden komen wat los als ze bij de speeltuin zijn tegenover Kautar haar flat. Haar moeder zwaait vanuit het raam, met een baby op haar arm. De meiden vinden de trampoline het allerleukst op de speelplek. Omdat het lekker rustig is (dat is normaal niet zo!) hebben ze daar nu alle ruimte en tijd voor. Ook de schommels en de tuimelrekken zijn populair. Ze vinden ook nog een stepje, waar ze even op steppen. Kautar vertelt dat ze in de zomer hier ook wel eens eten buiten op de picknick tafel. 4 Dan maakt mama allemaal lekkere hapjes en kan Kautar ook met haar jongere broertjes en zusjes spelen.
Winkeltje spelen enzo...
69
JANNEKE EN KAUTAR (9 JAAR)
1
speelbosjes hutten
1 zone voor spelen zonder ouderlijk toezicht
I.H. VAN HEEKWEG
2 3 2
schoolplein/ klimmuur
3
parcours lopen
speeltuin/klimmen/ springen/schommelen
4
buurthuis
speeltuintje
IJDOORNLAAN
4
71
ELSA EN FRANK (7 EN 5 JAAR) De moeder van Elsa en Frank is in de buurt opgegroeid. Heeft zelfs op dezelfde basisschool gezeten als hun kinderen nu. Er zit nog veel familie in de omgeving ook, al is oma recent verhuisd. Hierdoor is de familie erg gehecht aan de omgeving. Het heeft een dorps gevoel hier. Dat komt ook omdat iedereen zijn of haar stoeltje of picknicktafel op de stoep zet. Dat kan ook door die brede stoepen. Een tuin is niet zaligmakend, de kinderen zijn toch liever op straat, waar ze spontaan vriendjes tegenkomen. Dat gebeurt niet als je een trampoline achter in de tuin hebt staan. Elsa mag zelf al de buurt in, zij het met duidelijke afspraken. Frank mag dat nog niet. Die let ook nog niet zo goed op. Met ouders gaan ze regelmatig naar Park Frankendael en het Mariotteplein. Elsa en Frank willen me als eerste hun schoolplein laten zien. Na goed te zijn aangekleed lopen we daar via de stoep naar toe. Ze laten zien waar ze voetballen en spelen, maar hebben nu geen bal mee en spelen dus ook niet. Wel probeert Elsa over de stoeprand te balanceren terwijl we doorgaan naar het volgende plekje: de voorkant van de school. Daar geeft de gevel van het gebouw een mooie speelaanleiding, geroutineerd klimmen ze erop en springen ze er af. 1 Ze verstoppen zich nog even achter een boom. Als ik ze vraag wat er leuk is hier, halen ze hun schouders op. Ze vinden het nog maar raar, met iemand op stap. Om ze wat los te krijgen vraag ik naar het Mariotteplein, of ze me dat willen laten zien. Daarbij moeten we oversteken over de brug en langs het verkeerslicht. Al slenterend volgt Frank ons. Eenmaal aan de overkant dwalen we wat in stilte rond. Ken je hier kindjes vraag ik. Ook hier haalt Elsa haar schouders op. “Weetnie”. Als we zo een beetje staan, kom ik er achter dat Elsa eigenlijk niet weet hoe ze er moet komen, naar dat Mariotteplein. Dus zoek ik op googlemaps hoe we moeten lopen en wijs die richting aan. “Oh ja” zegt Elsa en ze steekt snel het grasveld over. Dwars er overheen, niet bang voor hondenpoep blijkbaar. Als we voor het hek staan van het plein, komen beide kinderen eindelijk wat los, rennen van me vandaan en beginnen ze op verschillende spelelementen te spelen. En aangezien er heel wat staan zijn ze flink even zoet.
Elsa klimt en schommelt, Frank laat zich in het zand vallen en rolt er wat in; ieder doet er zijn eigen ding. 2 Pas bij de groepsschommel trekken ze samen even op. Als ze alles ‘gehad hebben’, is het plan om richting Park Frankendael te lopen. Maar Frank droomt wat, vindt takjes en ziet allerlei dingen langs de stoepen staan, dus tempo zit er niet in. Als we terug bij de school zijn, worden de traptreden en vensterbanken wederom beklommen, maar nu met veel meer plezier. Frank staat op de brede vensterbank en tuurt door het klaslokaal. 1 Voorzichtig en in stapjes daalt hij van de gevel af en springt in de bosjes, waar hij een verloren kettinkje vindt en daar helemaal in opgaat. Elsa is intussen verdwenen in de bosjes en laat me later ‘schrikken’ door me van achter te benaderen terwijl ik haar voor me verwacht. We lachen en de spanning is nu wel wat gebroken. Via dezelfde stoep lopen we terug richting de fontein die ze me willen laten zien. Want daar is het in de zomer altijd zo leuk. Dan kunnen papa en mama lekker op het terrasje zitten en wij met het water spelen. Maar onderweg daar naar toe, zie ik hun eigenlijke gedrag op de stoep. Frank loopt met een stok wat in de planten van geveltuintjes te poeren, net zo lang tot er besjes van de struik op de grond vallen. Of hij maakt geluid door de tak over de grond/langs de gevel te laten schrapen. 3 Ondertussen heeft Elsa voor ons een verdwaald stoepkrijtje gevonden en tekent met cijfers een hinkelspel op de stoep en begint te hinkelen. Wanneer Frank maar niet opschiet, heeft ze haar hinkelspel al uitgebreid naar nummer 20. Eenmaal gearriveerd, herkent Frank de cijfers en begint ze voor te lezen. Maar dan is Elsa alweer verveeld verderop gaan lopen, terwijl ze met haar hand de blaadjes van de geveltuintjes voelt. Daarbij wijst ze me op de gekleurde stoeptegels. Eenmaal bij de fontein gaan ze even in het midden zitten. 4 Hier wordt wat gelummeld, wat met vingers in gaatjes gevoeld en wat rondgekeken. Om naar Park Frankendael te gaan is het nu al te laat. Op de terugweg naar huis ruikt Frank de geur van de slager waar we langslopen. Later verdwijnt hij met de camera op zijn hoofd in een bamboe struik. Om even te geinen. Maar eenmaal binnen is het gedaan met de pret...
En dan val jij dood neer, ok?
Kijk daar staat een skelet
Frankie loopt altijd wat langzamer
Kijk die nummers op de grond zijn hetzelfde als op de huizen Maar dat vind ik toch niet zo leuk meer nu met die nieuwe klimrekken enzo... Hoezo? Nou gewoon, als je dat een keer gedaan hebt dan is er daarna niets meer aan... Mag ik nu een boterham?
73
ELSA EN FRANK (7 EN 5 JAAR) fontijn als waterspeelplek
1
4 3
zone voor spelen zonder ouderlijk toezicht
“alleen met papa en mama”
brede stoep als speelruimte
2
3
4 schoolplein/ ’ballen’ bosjes als verstopplek
1
architectuur als speelobject
GALILEIPLANTSOEN
2
speelplein/klimmen/klauteren
75
LEON EN ALEX (8 EN 6 JAAR) De ouders van Leon en Alex zien hun woonomgeving als de perfecte plek om op te groeien. Om die reden zijn ze er ook gaan wonen, al hadden ze toen nog geen kinderen. Er zijn veel plekken zonder auto’s, waardoor hun kinderen veilig van A naar B kunnen. Die ruimte vinden ze belangrijker dan voorzieningen. Het grote voordeel: vanaf 3 jaar kunnen de kinderen al zelf een blokje om. De routes die de kinderen mogen lopen worden duidelijk afgebakend. Dat buitenspelen gaat heel spontaan, met een paar woorden en ze zijn buiten. Zonder plan. Ze kijken gewoon of er nog iemand buiten aan het spelen is, lopen naar hun vriendjes. Ze kunnen zo de hele dag onder de pannen zijn. Ze redden zichzelf, en als ze dorst of honger hebben of naar de WC moeten, dan zie je ze even. Het komt en het gaat, en dan heb je soms in ene 8 jongens over de vloer. Sociaal gezien is het hier daardoor interessanter dan in de binnenstad.
Maar dat is nog niet alles hoor!
Wat neem je mee, hoe ga je?
Ik app papa straks wel even dat die hem eruit haalt ok?
Yes! Ik heb al 250 stappen!
Dit is een leuk klimrek, want bovenop zit een huisje waar je samen in kan. Maar dat mag eigenlijk niet. Toe mam, mag het?
Voor we achterlangs vertrekken, laten de kinderen in de hal hun arsenaal aan pistolen en skeelers zien. Op hun buitenplaatsje, tussen de fietsen en space-scooters wordt een grote kist geopend waarin nog meer speelgoed zit. Als ik verwonderd reageer, wordt ook naar het plafond gewezen waar ook een skateboard hangt en pijl/bogen, surfplanken etc. 1 Na wat overleg vertrekken we als eerste richting het schoolplein. De kinderen rennen voor ons uit. Om naar school te komen wordt een voetgangersbrug overgestoken. Hier mogen ze zelfstandig ook wel naar toe, maar dan moeten ze het wel eerst zeggen thuis. Alex die wat met zijn bal aan het spelen is, verliest halverwege de brug zijn bal, waardoor die in het water valt. Hij is duidelijk verdrietig, want de bal is door de breedte van het water niet te pakken. Mijn voorstel stelt Alex gerust en hij volgt – zonder bal – zijn broertje naar het schoolplein. Die is daar al hard aan het stampen op een digitaal spel. 2 Wanneer de score weer op 0 komt te staan doet ook Alex mee en doen ze samen een wedstrijdje. Maar het leukste om op te klimmen blijkt de afvalcontainer. Het is een klimtocht via hekken en bossages. Een hele uitdaging, maar zowel Alex als Leon lukt het om erop te komen. Trots staan ze op het dak te springen. En waar Leon soepel naar beneden springt,
doet Alex zijn tocht naar beneden voorzichter. 2 Eenmaal beneden wil Alex ook het kunstwerk inklimmen dat op het plein staat. Met de aanwijzingen van zijn moeder komt hij steeds hoger. Een triomfantelijke blik als hij beneden is. De volgende plek is het speelveldje achter hun huis, dus gaan we weer de brug over. We komen een club skeelerende meiden tegen. Woorden worden niet gewisseld, maar het is duidelijk dat ze elkaar goed kennen. Op t veldje worden de schommels en wipwap even bij langs gegaan. Maar de meeste tijd spenderen ze in de voetbalkooi waar fortnite-pasjes worden gecombineerd met schoppen, schreeuwen en overspelen van de teruggevonden bal. 3 En waar gaan we nu naar toe vraag ik? En dus vertrekken we via de achtertuin, waar de bal wordt gewisseld met een step richting de derde speelplek. 4 Het tempo van de jongens is hoog, dus wanneer wij aankomen bij het witte klimelement, wat inderdaad iets wegheeft van een slak, hebben de jongens hun rijwielen al geparkeerd en zitten ze al bovenin. Ze benutten de railing – ooit bedoeld om er niet vanaf te vallen – als klimelement. Vervolgens worden de fiets en step weer opgepakt en racen ze richting het strand. Het is een hele afstand, maar al kletsend – schreeuwend soms – en andere kinderen begroetend, rijden ze voor ons uit. Het is duidelijk dat ze nog voldoende energie hebben. Ze stoppen abrupt bij de haaientanden en wachten daar op ons. 5 Na de oversteek parkeren ze hun rijwielen bij de fietsenstalling en rennen richting het strandje. Ze klimmen gelijk in het klimelement. Ze ouwehoeren wat en komen op verschillende plekken weer beneden, boven, beneden, boven, spelen met wat zand, kijken naar wat langslopende mensen etc. Leon vertelt van een leuk feestje. Met rode wangen komen we later terug thuis. Jassen worden op de bank gegooid en plannen voor de middag worden gesmeed. Zwemmen? Spelen bij die, of…
“Naar de slak!”
Daar bij Balorig heb ik overmorgen mijn feestje! Dat is nog leuker dan buitenspelen!
77
LEON EN ALEX (8 EN 6 JAAR) GAASPERPLAS 1 speeltuin: klimmen/graven/ schommelen/zwemmen
2 5 VALBURGDREEF
gevaarlijk kruispunt speelbosjes
3
speeltuin: klimmen/verstoppen
4
schoolplein: interactief spel/klimmen/duikelen
2
speeltuin: klimmen/ schommelen zone voor spelen zonder ouderlijk toezicht
fietspad: skeeleren/ steppen/fietsen/ rennen
4
5 autovrije straten/ speelstraat
1
“lopen koeien los, dus komen we niet�
3
voetballen
79
SAMUEL (3 JAAR)
Zullen we een croissantje halen bij het Zonnepleintje?
Kijk hier, en hier, en hier ook glas!
Deze ruiken lekker.
Er zijn restaurantjes.
Het buitenspelen met Samuel wordt goed voorbereid: kleren worden geselecteerd, laarzen gaan aan, nog even eten, helm op, route voorgesproken. Via de achtertuin en het achterpad gaan we op pad: Samuel wijst ons op zijn loopfiets de weg. 1 Bij de oversteekplek wordt goed op het verkeer gelet. Dat er geen enkele auto in de buurt is maakt niet uit. Stoppen, naar links en naar rechtskijken, dan pas oversteken. Samuel haalt zijn schouders op. Het blijkt een gewoonte die ze hebben meegenomen uit Rivierenbuurt waar ze eerder woonden. Daar was het altijd heel erg druk. Hier is dat wel anders: heel erg rustig. Dat is wel wennen. Meer vierkante meters in huis en een eigen tuin, dat zijn zeker voordelen, maar op straat is er echt niets te doen. Kijk nu, het is woensdagmiddag, maar er is niemand op straat, je hoort of ziet niemand. Die reuring en die sociale contacten die worden gemist. Hopelijk wordt dat met het voorjaar beter. Samuel mist vooral de sirenes. We lopen langs het pierenbad. Er staat geen water in en in het lichtblauwe beton schreeuwt ons tegemoet. De ouders, en ook Samuel letten goed op omdat er veel glas ligt. Trots wijst Samuel naar het glas wat hij heeft gespot. Het slechte onderhoud en de hoeveelheid hondenpoep in de wijk maakt buitenspelen stukken minder leuk. Al slalommend over het grote plein steken we over de stoep op, richting de buurttuin. Er is een stukje zonder stoep en dat is wel even spannend. Maar er lopen meer mensen op straat. In de tuin stapt Samuel van zijn fietsje. 2 Dat is salie, en dat is bloemkool, dat is… de moeder van Samuel wil graag meer uitleggen, maar Samuel zijn interesse ligt inmiddels elders en loopt naar zijn fietsje. Zijn ouders volgen hem. Via straatjes komen we nu dicht bij de bestemming. Ze lopen hier graag en vaker naar toe. Je hebt keuze om via verschillende routes er te komen, dus het is nooit saai. Wat het leuk maakt? Samuel sprint vooruit zodra de stoep breder wordt en hij onder de galerij kan rijden. De waterplas die er ligt wordt opvallend genoeg genegeerd. De bakker is zijn focus, want eten lonkt. Zijn tempo neemt af voor de openstaande deur. Geuren van versgebakken brood.
Als blijkt dat we niet het restaurantje binnengaan is ietwat Samuel teleurgesteld. In plaats daarvan wordt een croissant gehaald bij de bakker, die we opeten op een bankje op het plein. 3 Als t broodje op is, doen papa en mama tikkertje met Samuel. Samuel probeert met zijn fietsje de voormalige waterput op te rijden. Oh, zeggen de ouders tegen elkaar, grappig dat ie dat onthouden heeft. Op de terugweg wil Samuel de helm niet meer op. Tot gevolg mag hij niet meer op zijn loopfiets, want regels zijn regels. Spannend vindt Samuel het wanneer hij – met een hand mama vasthoudend – over een richel mag lopen. 4 Dan volgt een oversteekplek en wordt een handje vastgehouden. Zie je de brandweerkraan? Wacht ik zal je even optillen want dat zie je niet. Samuel wijst verheugd met zijn vinger omhoog en blijft stilstaan. Pas als hij zeker weet dat ie niet deze kant opkomt wil hij doorlopen. Op het Planetenplein gaat Samuel van de glijbaan en op de wipwap. 5 Daar vindt hij ook een grote tak die hij met zich meesleept de rest van de wandeling. Ook vindt hij elzenpropjes en blaadjes die hij allemaal meeneemt. Moeder vertelt waar hij op doelt, een laadje op zijn kamer waar hij zijn vondsten in bewaard. Nu Samuel zijn handen te vol zijn, moet papa helpen de tak te dragen. Later, wanneer hij alles in zijn zak heeft gestopt sleept hij hem zelf weer verder. Wanneer papa er per ongeluk op staat, breekt er een stuk van de tak af. Daarna, wanneer we op de stoep een hond tegenkomen kruipt Samuel tegen zijn vader aan. Maar de hond is niet geïnteresseerd in Samuel, maar in de tak. Die blijft dus liggen in het gras. Wanneer hij op de stoep een meisje tegenkomt van de opvang reageren zijn ouders, Samuel zegt niets. Later komt met veel kabaal een grote auto aan. Op de hoek blijven papa en Samuel staan om de Dodge goed te kunnen bekijken. Ondertussen ziet Samuel van alles in de tuinen; een kabouter, een uil, gereedschap, een kapotte fiets… 6 Allemaal zaken waar even naar gewezen wordt of even over wordt gepraat. Eenmaal thuis worden bij de voordeur alle schoenen nauwkeurig gecontroleerd op hondenpoep, laarzen buiten uitgetrokken en daarna gaan we naar binnen.
Hier was vroeger water.
Kijk nou ben ik groter dan mama!
Hoor je dat? Sirene!
Die moeten in het laatje!
Oppassen papa, dat mag je niet doen!!! Eng!
Wow, die was groot! Kijk dat is een Ford!
Mag ik nu een filmpje kijken?
81
SAMUEL (3 JAAR)
1
3 speelen/klimmen
6
architectuur als speelobject
5 attractieve privĂŠtuin
4
4
3 attractieve privĂŠtuin
2 buurttuin
1 stegenwereld
pierenbad, glas
METEORENWEG
restaurant/ bakker als doel/ bestemming
5
105
SPEELWAARDEN IN DE STAD / PLAY VALUES IN THE CITY
SPEELWAARDEN IN DE STAD / PLAY VALUES IN THE CITY
107
De essentie van spannende en aantrekkelijke speelplekken en speelmogelijkheden is dat ze op diverse manieren interessant zijn. En dus op meerdere fronten een speelwaarde hebben (zie ook: Spelen ontrafeld). De overlap tussen de motorische, cognitieve en sociale aspecten is wat een speelplek goed maakt. Dit boek biedt concrete handvatten om vanuit verschillende beleids- en ontwerpthema’s keuzes te maken voor spelen in de stad. Keuzes voor een inrichting van een openbare ruimte die uitnodigen tot spelen.
The essence of new and attractive play areas and opportunities for playing is that they are engaging in various ways. That essence delivers a multi-pronged increase in play value (see also: Playing unravelled). The overlap between aspects of motor learning and cognitive and social development defines the usability of a playground. This publication offers tools to be able to make choices for playing in the city from different policy and design themes. Choices for a spatial design that stimulate playing.
Deze referenties gaan uit van een zo breed mogelijk scala, omdat de stad heel grote complexe opgaven heeft, en tegelijk heel kleine eenvoudige plekken biedt. De referentiestudies geven bestaande plekken weer.
These references cover as full a scope as possible, since the city faces large and complex tasks while offering basic spaces at the same time. The reference studies focus on existing spaces.
FUJI KINDERDAGVERBLIJF / FUJI KINDERGARTEN JAPAN, TEZUKA ARCHITECTS
113
SPEL ALS ONTWERPOPGAVE / PLAYING AS A FUNCTION OF DESIGN De vorm van het schoolgebouw is zo gekozen en toegankelijk gemaakt, dat kinderen eindeloos op het cirkelvormige dak kunnen rondrennen. Lichtkoepels en trappen worden hier informele speelmogelijkheden en zitplekken, waarbij de bomen rondom het gebouw uitnodigen de natuur op een ander manier te ervaren. Spontaan ontstaan ‘extra’ vierkante meters, waar scholen anders om moeten strijden. Door het meenemen van spel als ontwerpopgave bij buitenruimte en gebouwen kan resulteren in verrassende, toegankelijke en prettige plekken, waarbij de hele school als speelterrein wordt benut en ervaren. Spel kan een inspirerend uitgangspunt zijn bij ontwerpopgaven voor gebouwen en buitenruimte. The school building is made accessible, and its form is chosen in such a way that children can run around the circular rooftop endlessly. Skylights and stairs become open opportunities for playing, with trees around the building inviting you to experience nature differently. Where schools would typically have to fight for ‘additional’ square meters, here they arise spontaneously. Incorporating play as a function of the design of public space and buildings can result in surprising, accessible and pleasant places, where the whole school is being used and experienced as a playground.
MOTORISCH / MOTOR >oneindig > rennen / running endlessly >boomklimmen > / climbing trees >klimmen > op daklichten / climbing onto the rooflights >trappen > als spel / using the stairs as an oppportunity for play COGNITIEF / COGNITIVE >overzicht > kunnen hebben / transparancy >zicht-relatie > tussen boven en onder via daklichten / seeing up and down through the skylights >natuur > op andere manier ervaren door in de boomtoppen te kunnen zijn / experiencing nature differently from the treetops SOCIAAL / SOCIAL >interactie > tussen boven, onder, binnen, buiten (open zicht-relaties) / interaction between up, down, inside, outside (open sightrelationships) >overzichtelijk > en daarmee veilige omgeving / transparancy provides feeling of security >toezicht > / supervision
Play can be an inspiring starting point for the design of buildings and public space.
“My point is: don’t control them, don’t protect them too much, and they need to tumble sometimes. They need to get some injury. And that makes them learn how to live in this world. I think architecture is capable of changing this world, and people’s lives. And this is one of the attempts to change the lives of children.” Takaharu Tezuka
WACHTERLIEDPLANTSOEN / ‘WACHTERLIED PARK’ AMSTERDAM, BUREAU SYBOLT MEINDERTSMA + VDVDP ARCHITECTEN
INTENSIEF PROGRAMMA / COMPREHENSIVE AGENDA In het ontwerp hebben verschillende functies, voorzieningen en spelelementen een plek gekregen. Dat is gedaan door samen met omwonenden na te denken over de invulling van het plantsoen. Zo is het plantsoen voor verschillende doelgroepen interessant en daarmee een ontmoetingsplek voor buurtbewoners. Voor de kleinere kinderen is er een afgesloten deel: veiligheid voor het kind en rust voor de ouder. De hele ondergrond van de plek is zacht en veilig om op te vallen en er is ruimtelijke samenhang. De omliggende woonbebouwing biedt toezicht, de bomen geven schaduw. De buurt heeft zelf meegedacht over de inrichting en op die manier is een plek ontstaan waarin iedereen zich herkent en thuis voelt. Een plek heeft als verblijfsplek een meerwaarde wanneer meerdere functies en (buurt)voorzieningen gecombineerd zijn met speelmogelijkheden.
The design accounts for different functions, facilities and elements of play. The design process involved inviting residents to contemplate how to fulfil the plans for the park. In this way, the park attracts different target groups and becomes a meeting point for locals. A secluded area is created for the younger children: providing safety to the child and peace and quiet for the parent. The place offers spatial coherence; the whole surface of the playground is soft and safe to fall onto. The surrounding built area provides supervision; the trees provide shadow. The neighbourhood itself was involved in the process of planning, and in this way, a place was formed with which everyone can identify themselves and feel at home. A public leisure space has additional value if it combines several functions and facilities with opportunities for playing.
115 MOTORISCH / MOTOR >hardlopen > op route door het park / running on track through park >rennen > en rollen op grasvelden met hoogteverschillen / running and rolling on meadows with topography >springen, > balanceren, draaien, zand kneden en schommelen / jumping, balancing, turning, molding sand and swinging COGNITIEF / COGNITIVE >omgaan > met dieren van de kinderboerderij / interacting with animals of the petting zoo SOCIAAL / SOCIAL >ontmoeten > van (andere) ouders op 1 lange bank / meeting (other) parents on one long bench >veilige > omgeving voor jonge kinderen, afsluitbaar / safe zone for young children, lockable >ruimte > om te picknicken / space to picnic
„De stedelijke buitenruimte moet worden gedeeld en zo veel mogelijk dubbel gebruikt. Dat sluit ook beter aan bij het gezinsleven vandaag de dag. [...] Activiteiten van gezinnen en kinderen lopen in tijd en ruimte voortdurend door elkaar.“ Lia Karsten en Naomi Felder: De nieuwe generatie stadskinderen.
PARK ‘N’ PLAY KOPENHAGEN, JAJA ARCHITECTS
117
VAN STOEP TOT DAK / FROM PAVEMENT TO ROOFTOPS Dit publiek toegankelijke dak is via een opvallende trap vanaf de straat te bereiken. De hoogte biedt uitzicht over de haven en een rustige, verkeersvrije, veilige speelplek in het centrum van de stad. Het gebruik van één ruimtelijk element op het dak – een handreling – knoopt verschillende speelactiviteiten aan elkaar. Het dak is dagelijks tussen 07.00 en 22.00 uur geopend. De diversiteit aan beweegmogelijkheden en zichtpunten zorgt ervoor dat deze plek aantrekkelijk is voor alle leeftijden; je komt hier om te spelen, te sporten of om over het stadsgedruis uit te kijken. Daken en verbindende elementen kunnen als een overkoepelende ruimtelijke ingreep speelmogelijkheden en de herkenbaarheid ervan verbinden.
This rooftop is accessible to the public from the street by a notable stairway. The elevation offers views of the harbour, as well as a quiet, safe playground in the centre of town, free of traffic. The use of one spatial element on the roof - a handrail - ties together various activities of play. The roof is open daily from 7hrs to 22hrs. The diversity opportunities for physical activity and in lines of sight, make this place attractive to all age groups; you go here to play, play sports or to enjoy the sights and sounds of the city. Roofs and connecting elements can connect opportunities for playing and their visibility as an overarching spatial intervention.
MOTORISCH / MOTOR >diversiteit > aan routes en klimelementen / variety of routes and climbing elements >traplopen > als spel / climbing stairs as a game >gezamenlijk > schommelen / swinging together >trampolinespringen > om de hoogte nog meer te versterken / bouncing on trampoline to increase the height even more COGNITIEF / COGNITIVE >één > herkenbaar element (rode reling) als route / one recognizable element (red railing) as a route >uitzicht > over de haven / a view over the harbor >andere > ervaring van wind, lucht en hoogte / experiencing wind, air and altitude differently SOCIAAL / SOCIAL >open > structuur, zicht-relaties / open structure, view >veilige > omgeving / safe environment >zicht > over de haven en diversiteit aan spelaanleidingen is interessant voor meerdere doelgroepen / a view over the port and diversity of play is interesting for several target groups
“Conceived as one continuous a red thread, the handrail leads people from street, up past the green façade and to the rooftop public space. It literally takes people by the hand and invites them up for a view of the city skyline. Here, it transforms from handrail to a sculptural installation that offers a palette of recreational activity.” Jaja Architects
KASTANJEPLEIN / ‘CHESTNUT SQUARE’ AMSTERDAM, ALICE HELENKLAKEN
119
SPEELKUNST / PLAYFUL ART
Langs een route richting het Oosterpark, is op het Kastanjeplein een bronzen kastanjenoot met vier schillen geplaatst. Dit kunstwerk verrijkt het plein en is tegelijk een speelmogelijkheid voor kinderen. De schillen zijn geliefd als klimelement, verstopplek of als zitplek. Ook zonder ‘officiële’ speelmogelijkheden is het plein een aantrekkelijke en spannende plek. Kunst in de openbare ruimte heeft de potentie mensen samen te brengen en uit te nodigen tot spelen.
Along a route to the Oosterpark, a bronze chestnut with four layers was placed on the Kastanjeplein. This work of art enriches the square and is an opportunity for playing at the same time. The layers are beloved elements of design, to climb on, hide behind or to sit on. Even without ‘official’ opportunities for playing, the square is an attractive and exciting place to be. Art in public space has the potential to bring people together and invite them to play.
MOTORISCH / MOTOR >klimmen > op onverwachtse vormen / climbing on changing forms >hangen > op en in de vormen / hanging on and hanging in the objects >springen > / jump off COGNITIEF / COGNITIVE >verstoppen > / hiding >je > kunt op alles klimmen / you can climb on everything >kunst > : de relatie tussen de kastanjebomen en de uitvergrootte bronzen kastanje laat je nadenken over schaal / art: the relationship between chestnut trees and the enlarged bronze chestnut makes you think about scale SOCIAAL / SOCIAL >kunst > geeft identiteit en daarmee aantrekkelijkheid / art provides an identity and therefore attractiveness
„How big is a child?“ Emma Whitaker
ARTISPLEIN / SQUARE OF ARTIS ZOO AMSTERDAM, MICHAEL VAN GESSEL
WOONKAMERS / LIVING ROOMS
Artis trekt als dierentuin dagelijks veel bezoekers en opent zich met het Artisplein naar de stad. Met horeca, zicht op dieren, schaduw van bomen en beschutting van gebouwen biedt het stadsplein een grote levendigheid. Een waterbekken met veelzijdige functies als fonteinen en trapjes nodigt uit om te kijken, te spelen en zelfs nat te worden. Door toepassing van losse stoelen en tafels, kunnen bezoekers naar eigen inzicht een plek zoeken om te zitten of te picknicken. Dat resulteert in multifunctioneel gebruik voor verschillende doelgroepen, diversiteit in activiteiten en een hoge verblijfskwaliteit. Beschutte ruimten bij dynamische plekken kunnen als rustpunten in de stad dienen.
As a zoo, Artis attracts large numbers of visitors daily and opens itself up to the city through the Artisplein. This public square offers a lively variety of restaurants, food stalls and terraces, views of the animals, shadow from the trees and a sheltered feeling in the presence of the surrounding buildings. A water reservoir with versatile functions like fountains and stairs, invites children and grown-ups to take a look, to play and even to get yourself wet. By using chairs and tables that can be moved around freely, visitors can choose where to sit or have a picknick. The result is a multifunctional use by various target groups, diversity in activities and a high level of opportunities for leisure. Sheltered places near dynamic sites can offer peace and quiet in the city.
121 MOTORISCH / MOTOR >met > water spelen / playing with water >voldoende > vrije ruimte om te kunnen rennen en fietsen / enough free space to run and cycle >vloer > ontworpen als tapijt en als aanleiding voor hinkelen, springen etc. / a floor designed as a carpet; an invitation to skip, jump, etc. COGNITIEF / COGNITIVE >contact > met dieren / contact with animals >nat > worden / getting wet >verrassing > van fonteinen / the surprise of fountains >vallend > water / falling water >losse > stoelen als spelaanleiding / loose chairs as an opportunity for playing SOCIAAL / SOCIAL >consumptievrije > ruimte / consumption-free space >koppeling > met horeca en dierentuin zorgt voor een levendige plek / link with a restaurant and a zoo creates a lively place
SPEELSTRAAT POTGIETERSTRAAT / PLAY STREET ‘POTGIETERSTRAAT’ AMSTERDAM, CARVE
HEROVEREN /RECAPTURE
Auto’s zijn uit de straat gehaald en de verkeersruimte is omgevormd tot speelruimte. Een groene haag bakent het naastliggende fiets- en wandelpad af. De aangrenzende school zorgt ervoor dat het ontstane pleintje intensief gebruik wordt. Zo ontstaat een bruisende plek, waar allerlei gebruikers met elkaar in contact zijn. Binnen de beperkte afmetingen bieden hoogteverschillen diversiteit en verschillende speelmogelijkheden. De doorlopende valondergrond geeft de plek een eenduidige uitstraling. Met een overzichtelijke en toch intieme ruimte als resultaat. Ruimte voor de auto kan op geschikte plekken plaatsmaken voor kinderen en spel.
Cars are taken off the street, and the traffic area is turned into a playground. A green hedge demarcates the adjacent cycle lane and walking route. The nearby school ensures the heavy use of the spontaneously formed square. This way, a bustling spot emerges, where all kinds of users are in contact with each other. Within the limited dimensions, differences in elevation offer variety and opportunities for playing. The uniform surface provides this space with an unchanging appearance, resulting in a transparent, but still intimate space. In suitable areas cars can make way for children and play.
123 MOTORISCH / MOTOR >hoogteverschillen > om op te glijden, klimmen en rennen / height differences for sliding, climbing and running >ondersteboven > hangen / hanging upside down >springen > / jumping >voetballen > / playing football >zitten > en liggen en rollen / sitting up, lying down and rolling over COGNITIEF / COGNITIVE >herkenbare > grenzen door eenduidige valondergrond / recognizable boundaries created by uniform surface >een > straat kan ook alleen voor fietsen en spelen zijn / a street can also be just for cycling and playing SOCIAAL / SOCIAL >doorlopende > langzaam verkeersroutes rondom biedt veel passanten: toezicht en grote diversiteit aan doelgroepen / many passers-by because of slow traffic routes all around; supervision and a large diversity of target groups
MIROIR D’EAU BORDEAUX, MICHEL CORAJOUD
125
VELE VORMEN VAN WATER / WATER IN MANY FORMS Een dun laagje water op dit hoogstedelijke plein zorgt voor spiegeling van de lucht en prikkelt om eroverheen te lopen. In de zomer wordt er elke 15 minuten mist gemaakt, waardoor de plek even volledig transformeert. Het nodigt niet alleen kinderen, maar ook volwassenen uit om te spelen. Water kan een ontwerpelement van de ruimte zijn in alle vormen: vloeibaar, stromend, stilstaand, als mist en als bron, als geluid en als spiegel.
The sky is reflected in a water film on this square in a dense urban area. The water entices to walk over it. During summer, a mist is formed every 15 minutes, completely transforming this space for a moment. Children and adults alike are invited to play around.
MOTORISCH / MOTOR >rennen > / running COGNITIEF / COGNITIVE >verkoeling > / refreshment >nat > worden / getting wet >transformatie > van een plek / transformation of a place >verstoppen > / hiding SOCIAAL / SOCIAL >diversiteit > in doelgroepen / diversity of target groups >gezamelijk > blote voeten / collective barefoot experience
In all its forms, water can be used as a spatial element of design: liquid, streaming, still, in the form of a mist or as a source, for its aural qualities and as a mirror.
„Water is a powerfull medium that incourages many skills and can be used in most of the learning areas for young children such as drama, carpentry, sand, creative art, music, manipulatives and math and science. Additionally it offers a soothing, therapeutic activity. Childrens attention and interest are held for a longer periods of time than with any other medium.” Eliason & Jenkins: Practical Guide to Early Childhood Curriculum.
WESTERPARK AMSTERDAM, GUSTAFSON PORTER + BOWMAN
EENS IN DE VIJFTIG JAAR / ONCE EVERY FIFTY YEARS Een echte stad heeft echt stedelijke plekken. Plekken met royale afmetingen, voldoende ruimte, een eigen identiteit – en goed verbonden met de omgeving. Het Westerpark is daar een treffend voorbeeld van. Dit grote stadspark biedt een hardlooproute van 5 km, heeft verbindingen richting natuurgebieden en kent een grote variatie aan plekken. Van een groot, ondiep waterbekken en heuvels tot horeca en een kinderspeeltuin voor kleine kinderen. De robuustheid en diversiteit aan functies maakt een breed gebruik in tijd mogelijk. Een plek als het Westerpark biedt de stad letterlijk en figuurlijk lucht voor de toekomst. Grote plekken in de stad zijn waardevol.
A real city has real urban spaces. Places of generous dimensions, with ample space, and its own identity – and well connected with its environment. The Westerpark is a striking example of such a place. This large city park offers a 5 kilometre long running route, is linked to natural areas and has a wide variety of spaces; ranging from a large, shallow basin, and hills, to eateries, and a playground for girls and boys. The robustness and the mixture of functions allow for widespread use in time. A place like Westerpark figuratively and literally provides air to the future of the city.
127 MOTORISCH / MOTOR >spelen > met water / playing with water >ruimte > om te rennen en te sporten / space for running and playing sports COGNITIEF / COGNITIVE >lopen > in het gras en pootjebaden / walking in the grass and paddling in the water >water > als scheidend of verbindend element, afhankelijk van seizoen / water as a separating or connecting element, depending on the season SOCIAAL / SOCIAL >diverse > doelgroepen door schaal van de plek / various target groups because of the scale of the place >ruimte > om te liggen en picknicken / space to lie down and picnic >WIFI >
Large spaces are valuable.
„We began to see the value of something called linked play. The playground became an environment and everything in the playground was a part of that environment.“ Daniel Jost: Changing Places. Resurrecting the ‚AdventureStyle‘ Playground. Landscape Architecture Magazine No.3, March 2010.
MARKTPLEIN / MARKET SQUARE NIEUWEGEIN, BUREAU B+B STEDENBOUW EN LANDSCHAPSARCHITECTUUR
129
SKATEN OP HET PLEIN / SKATING ON THE SQUARE Dit marktplein heeft scheve randen richting de verhoogde boombakken. Zo ontstaat een hoogteverschil dat ideaal is voor jonge skaters. Maar ook voor hele kleine kinderen, die deze hellingen als speelmogelijkheid gebruiken. Door te kiezen voor meerstammige bomen, prikkelt het groen om te klimmen en geeft het schaduw. Wanneer er geen markt is, kunnen de waterfonteintjes in het vloeroppervlak aangezet worden. Jong en oud beleven hier plezier aan. Diversiteit van het gebruik en van bezoekers levert plekken een meerwaarde op.
This market square has sloped edges, tilting towards the raised tree beds. These create a height difference, that’s ideal for young skaters. And for toddlers too, who can use the slopes as an opportunity for playing. By choosing trees that have multiple trunks, the foliage encourages climbing and provides shadow. When it isn’t a market day, the fountains on the floor of the square can be turned on. A pleasure for young and old alike. Diversity in utility and visitors lend added value to spaces.
MOTORISCH / MOTOR >skaten > voor beginners / skating for beginners >springen > van de bakken op de grond / jumping from the tree tubs onto the ground >klimmen > in meerstammige bomen / climbing in multi-stem trees >glijden > van de bakken / sliding off the tree tubs >rennen > door het water / running through the water COGNITIEF / COGNITIVE >waterspel > / water play >de > vloer verandert in een schuine wand / the floor turns into a sloping wall SOCIAAL / SOCIAL >subculturen > krijgen een plek midden in de stad / subcultures get their own space in the city centre >grote > diversiteit aan doelgroepen door meervoudig gebruik van de plek / large diversity of target groups because of the changing use of space
“Children's play has always been an integral part of city life [...]. The city of Venice has essentially no playgrounds; the city is a playground in itself. Children crawl on monuments and stairs, pay along the canals and if they don’t have a playmate nearby they can always kick a soccer-ball on one of the passing pedestrian.” Jan Gehl: Cities for People.
NETZVILLA / NET VILLA SCHWÄBISCH GMÜND, A24 LANDSCHAFT
135
ECHT HOOG / REALLY HIGH
Dit speelelement bestaat uit één grote netconstructie met meerdere verdiepingen. Kinderen en volwassenen kunnen helemaal tot de top klimmen. De glijbaan aan het einde maakt van de plek een actief parcours. Maar de plek is ook interessant als ontspannen hangplek. Het speelelement is aan de randen niet begrensd met een reling – en dat brengt spel en spanning met zich mee. Tegelijk zijn de risico’s beperkt door de ondergrond van los zand en de overzichtelijkheid van de plek. De mogelijkheid om tot op grote hoogte te klimmen biedt spanning en uitdaging.
This piece of playground equipment consists of a large net with several ‘storeys’. Children and adults can go all the way to the top. The slide at the end turns this place into an activating circuit. However, this place is also inviting as an easy-going hang-out. The equipment is not confined by rails at the edges – allowing for play and excitement. At the same time, the risks are limited by applying sand to the surface, and because of the transparency of the place.
MOTORISCH / MOTOR >klimmen > / climbing >glijden > / sliding COGNITIEF / COGNITIVE >op > grote hoogte zijn / being at high altitude >boven > elkaar zijn / being above or beneath one other >smallere > en groter wordende ruimtes / narrower and larger spaces >risicovol > spelen / learn how to play with risks SOCIAAL / SOCIAL >speelaanleiding > voor iedereen / an opportunity for playing for everyone >hangplek > / hangout
The possibility to go to great heights offers excitement and challenges.
„Hoogte kan spel, perspectieven en zelfs verbindingen doen veranderen omdat de normale volgorde van zaken is omgekeerd: kinderen kijken neer op volwassenen en volwassenen moeten naar boven kijken voor de kinderen. Hoge plaatsen kunnen ook geschikte uitzichten zijn voor kinderen om anderen te bekijken zonder zich bespied te voelen [...]. Ze worden ook gebruikt als populaire, sociale plaatesn voor kinderen om bij elkaar te komen en te praten.“ Helen Tovey: Laat ze buiten spelen.
AARDVARKEN IN HET BARTOKPARK / AARDVARK IN THE ‘BARTOKPARK’ ARNHEM, BURO HARRO + FLORENTIJN HOFMAN
137
ICONISCHE SCHAALSPRONGEN / ICONIC INCREMENTS De hoge iconische waarde en de schaalsprong van dit spelelement, schept herkenning en identiteit. Niets is voorspelbaar aan dit kunstobject. Je kunt je erachter verstoppen, erop klimmen. Het biedt ook een podium. Het humorvolle en tastbare ‘dier’ in combinatie met een zand-ondergrond daagt kinderen uit hun grenzen te ontdekken. De plaats functioneert als ontmoetingsplek en daarmee als motor in een transformatiegebied. Iconische spelelementen kunnen een plek aantrekkingskracht en identiteit geven.
The iconic value and ‘jump in scale’ of this playground equipment provide recognition and identity. Nothing is predictable around this art object. You can hide behind it, or climb on it. It can also act as a stage. The humorous and tactile ‘animal’, combined with the sandy surface, challenges children to explore their boundaries. The spot functions as a meeting place, and therefore as a motor behind transformation in this neighbourhood.
MOTORISCH / MOTOR >onconventionele > vormen verhogen concentratie / unconventional forms increase concentration >klimmen > / climbing >glijden > / sliding >risicovol > spelen / learning how to play with risks COGNITIEF / COGNITIVE >verstoppen > / hiding >schaalsprong > door de maat van het aardvarken / jump in scale due to the size of the aardvark >kunst > / art SOCIAAL / SOCIAL >ontmoeting > / a meeting >podium > / stage
Iconic playground equipment can provide attractiveness and identity to a place.
“Een voormalig braakliggend terrein in het centrum van Arnhem is getransformeerd tot een iconisch park. Een heidelandschap met in het midden daarvan een reusachtig Feestaardvarken, liggend op zijn rug. Buro Harro en het Departement van Tijdelijke Ordening (D.T.O) namen het initiatief om deze desolate plek om te vormen tot een stadspark. Toen kunstenaar Florentijn Hofman namens Burgers’ Zoo zich aansloot in deze ontwikkeling ontstond de vrolijkste en levendigste plek van de stad.” NRP Gulden Fenix 2015
KASTRUP ZEEBAD / KASTRUP SEA BATH KOPENHAGEN, WHITE ARKITEKTER
139
PLEK OM TE ZWEMMEN / SPACE FOR SWIMMING
Deze zwemplek is toegankelijk vanaf de wal via een open, cirkelvormige houtconstructie. De houten ondergrond en de verticale elementen zijn transparant. Zo kan licht over het water schijnen en is er een goede bescherming tegen de wind. Door de vormgeving en de afstand naar de kade is de verblijfskwaliteit ook in de winter hoog. Het water is voldoende diep. Voorzieningen als omkleedkamers, douches en kluisjes nemen drempels weg om buiten te zwemmen. Zwemplekken met goede faciliteiten en bescherming tegen de wind zijn hoogwaardige verblijfsplekken.
This swimming site is accessible from the embankment through an open, circular wooden construction. The wooden surface and vertical elements are transparent. These allow the light to reach the water and offers protection against the wind. Because of the design and the short distance to the quay, the quality of opportunities for leisure is also high in winter. The water is deep enough. Facilities like dressing rooms, showers and lockers remove the barriers to swim outdoors. Spots for swimming that offer excellent facilities, and protection against the wind, are high-quality leisure sites.
MOTORISCH / MOTOR >zwemmen > / swimming >van > de duikplank duiken / diving >traplopen > / climbing stairs COGNITIEF / COGNITIVE >je > in twee ruimtes begeven: die van het water en die van de constructie / moving between two spaces: the water and the construction >de > wind voelen / feeling the wind >verkoeling > van het water voelen / feeling the freshness of the water >veel > verschillende plekken binnen een omsloten ruimte / a lot of different spaces in one enclosed space SOCIAAL / SOCIAL >toezicht > houden op elkaar / supervising each other
IJSBAAN MUSEUMPLEIN / ICE SKATING RINK MUSEUM SQUARE AMSTERDAM, SVEN-INGVAR ANDERSSON
SEIZOENSGEBONDEN / SEASONAL
In de winter transformeert het waterbekken voor het Rijksmuseum tot ijsbaan. Dat levert tijdelijk een andere kijk op en een nieuw gebruik van de ruimte. De iconische locatie levert een bijzonder decor voor schaatsen, sierlijk of beginnend. De schaatsers en hun publiek dragen samen met de horeca bij aan een sfeervolle sociale interactie, die grote aantrekkingskracht heeft op toeristen en bewoners. Seizoenswisselingen zijn goed te benutten als aanleiding voor ontwerp.
In wintertime, the basin in front of the Rijksmuseum transforms into a skating rink. This transformation temporarily offers different views and new use of the space. The iconic location provides an extraordinary background to the graceful or novice skating activities. The ice skaters and their onlookers, together with the eateries, contribute to an intimate social interaction, that attracts tourists and locals alike. The change of seasons can be a starting point for design.
141 MOTORISCH / MOTOR >glijden, > duwen, trekken, pirrouettes maken, botsen / sliding, pushing, pulling, making a pirouette, colliding COGNITIEF / COGNITIVE >leren > vallen / learning how to fall >gladde > ondergrond waarnemen / becoming aware of slippery surface >de > afstand van een ander waarnemen / experiencing each others distance >schaatsen > in de winter, zwemmen in de zomer / skating in winter, swimming in summer SOCIAAL / SOCIAL >sfeervolle, > feestelijke situatie / atmospheric, festive situation >elkaar > overeind-helpen na een valpartij / helping each other to get up after slipping >contact > met onbekenden / interaction with strangers
„Changes in the natural world create new and exciting play material such as snow and ice, leaves and sticks, shadows and reflections, pudles and mud. Materials transform in seemingly magical ways, such as when water becomes ice, trapping air bubbles inside [...]. Such tranformations are significant in childrens learning. They involve an understanding of cause and effect, of permanence or reversibility.“ Helen Tovey: Playing Outdoors, Spaces and Places, Risk and Challange.
GLIJBAAN STATION OVERVECHT / SLIDE TRAIN STATION ‘OVERVECHT’ UTRECHT
143
MENGEN / MIXING
Op een plek die gewoonlijk in beslag wordt genomen door forensen is een glijbaan naast de trap geplaatst. De spelaanleiding lokt interactie uit tussen verschillende gebruikers. Het biedt humor op een plek die anders uitsluitend functioneel gebruikt wordt. De speelmogelijkheid is letterlijk in de dagelijkse routine geplaatst. Zo ontstaat op het OV-station een onverwacht spel tussen gebruikers. Speelmogelijkheden in de dagelijkse routes van mensen voegen humor toe aan functionaliteit.
A slide is placed at a space that is usually occupied by commuters. This opportunity for playing inspires interaction between different users. It elicits a touch of humour at a place that is otherwise only used functionally. The play opportunity has literally been incorporated into the daily routine. This incorporation creates playfulness between users at a public transport station in an unexpected way. Opportunities for playing in the daily routines of people adds humour to functionality.
MOTORISCH / MOTOR >glijden > / sliding >traplopen > / climbing stairs >omhoog > klimmen via de glijbaan / climbing up the slide COGNITIEF / COGNITIVE >verschil > in snelheid / different speeds >verschillende > manieren van afdalen / different ways of ascending >speelaanleiding > in de dagelijkse route / an opportunity for playing in the daily routine SOCIAAL / SOCIAL >wedstrijdje > doen / competition >kijken > / observing
TIMMERDORP JEUGDLAND MAAKLAND / CONSTRUCTION PLAYGROUND ‘JEUGDLAND MAAKLAND’ AMSTERDAM
145
EIGEN CREATIES / OWN CREATIONS
Bij Jeugdland is een timmerdorp. Een terugkerend evenement dat op vrijwel elke plek gemaakt kan worden: tijdens vakanties of in vaste vorm. Met inzet van een stapel pallets, spijkers en hamers leren kinderen (met of zonder begeleiding) hier bouwen en samenwerken. Ze ervaren er hoe bijzonder het is om zelf iets te maken. Het succes van deze plekken staat of valt bij de steun van vrijwilligers en de continuïteit van het programma. Het elke week aanbieden van een activiteit op een vast tijdstip – ook in weer en wind – stimuleert het ‘vinden’ van de plek. Op die manier kan de plaats een permanente meerwaarde in de stad krijgen. Plekken waar kinderen kunnen bouwen en slopen, zijn plekken waar ze samenwerken.
Nearby Jeugdland, there’s a ‘construction playground’. A recurrent event that can be set up at almost every thinkable site; during holidays or as a permanent attraction. By using stacked pallets, nails and hammers, children (with or without parental supervision) learn about building and about cooperating. They experience firsthand how special it is to create something yourself. The success of sites like these depends on the support of volunteers and the continuity of the programme. Offering an activity at the same time each week, in all weather conditions, increases the likelihood of the spot being ‘found’. In this way, the place can offer a permanent form of added value to the city.
MOTORISCH / MOTOR >sjouwen, > timmeren, zagen / lugging, carpentry, sawing >bouwen > en slopen / building and demolishing COGNITIEF / COGNITIVE >eigen > ideeën werkelijkheid zien worden / seeing your ideas come to fruition >ruimtes > maken / creating space >leren > van begeleiders en elkaar / learning from supervisors and each other >verantwoordelijkheid > nemen / taking responsibility >grenzen > leren kennen / discovering boundaries SOCIAAL / SOCIAL >leren > samenwerken / learning how to coorporate
Sites, where children can build and demolish, are sites where children cooperate.
„Adventure playgrounds are places where children of all ages can develop their own ideas of play [...] to experiment with earth, fire, water and timber, to work with real tools without fear of undue criticism or censure. In these playgrounds their love of freedom to take calculated risks is recognized and can be enjoyed under tolerant and sympathetic guidance.“ M. Allen: Planning for play.
WOESTE WESTEN AMSTERDAM
147
ONGEZIEN SPELEN / PLAYING OUT OF SIGHT
Het Woeste Westen is een grote natuurspeelplaats in Amsterdam. Voor kinderen oneindig groot, doordat het terrein niet volledig is te overzien. Kinderen zonder zwemdiploma kunnen het park onder toezicht exploreren, kinderen met diploma kunnen zelf op struintocht. Ze kunnen er bijvoorbeeld vlotten en bruggen bouwen om de sloot over te steken. Dit ongeziene spelen heeft grote waarde voor de ontwikkeling van het kind. Ook voor ouders is dit een fijne plek, waar koffie is en waar lekker gezeten en gekletst kan worden. Wanneer ouders het naar hun zin hebben en kunnen vertrouwen op de veiligheid van de plek, kunnen kinderen ongezien spelen.
Woeste Westen is a large natural playground in Amsterdam. Infinitely large for children, because they don’t have a full view of the area. Children who haven’t acquired a swimming certificate yet can explore the park under supervision; children who do have a certificate can wander the terrain on their own. That allows them, for instance, to build rafts or bridges to cross the ditches. Unsupervised play contributes significantly to the development of the child. The playground is attractive for the parents as well, because they can have a cup of coffee or a conversation, and just sit around and relax.
MOTORISCH / MOTOR >timmeren, > bouwen, knopen / carpentry, building, knotting >varen, > spetteren / rafting, splashing COGNITIEF / COGNITIVE >vies > worden / getting dirty >drijfvermogen > en zwaartekracht waarnemen / experiencing buoyancy and gravity >eigen > ideeën werkelijkheid zien worden / seeing your ideas come to fruition >inventiviteit > ontwikkelen / developing inventivity >oriëntatievermogen > ontwikkelen / developing your orientation SOCIAAL / SOCIAL >leren > samenwerken / cooperating >verantwoordelijkheid > nemen / taking responsibility >grenzen > leren kennen / discovering boundaries
When parents are having a good time and can trust the safety of a site, children can play unsupervised.
“Thoughtful parents take great interest in trying to discover what the child’s needs are, in distinction to their own. For example, a child’s need for an environment where he can indulge his love of sand, water, and the resulting muddy mixture conflicts with his mother’s desire to keep his clothes clean and his mouth free of tasty mud. A wise mother can set realistic priorities and relax her own demands somewhat for the sake of her child.” R. Dattner: Design for Play.
EISBACH / ‘EISBACH’ RIVER MÜNCHEN
149
SPORT ALS SPEKTAKEL / SPORTS AS A SPECTACLE
In hartje München kan in de rivier de Eisbach gesurft worden. Daarvoor is een permanente golf gemaakt in een publiek park. Het water is koud en de golf is alleen geschikt voor ervaren surfers. Op de kleinere golf ernaast kunnen ook de beginnende surfers aan de slag. Dat maakt deze plek populair. De ligging en het zicht op de op de sportieve kunsten biedt inspiratie en spektakel, zowel aan de surfers als aan toevallige voorbijgangers van alle leeftijden en niveaus. (Top)sport zichtbaar maken in de stad helpt om elkaar te stimuleren en te inspireren.
In the bustling centre of München, it’s possible to surf in the Eisbach river. For this purpose, a constant wave has been created in a public park. The water is cold, and only experienced surfers can master the wave. Novices can practice on the smaller wave next to the bigger one, which has made this a favourite place. The location and the views of the sportive arts offer inspiration and spectacle to surfers and passers-by of all ages and backgrounds. Making (professional) sports visible in the city helps to stimulate and inspire one another.
MOTORISCH / MOTOR >surfen > op verschillende niveaus / surfing on different levels >balanceren, > duwen, zwemmen, klimmen / balancing, pushing, swimming, climbing COGNITIEF / COGNITIVE >leren > door te kijken naar professionals en elkaar / learning by looking at professionals and each other SOCIAAL / SOCIAL >kunsten > kunnen laten zien / ability to perform >spektakel > gezamelijk aanschouwen / watching the spectacle together
FAST TRACK RUSSIA, SALTO ARCHITECTS
RUIMTE CLAIMEN / CLAIMING SPACE
Deze lange trampoline is een kunstwerk vol humor. Wat in eerste instantie een pad lijkt, blijkt na het betreden één groot spel van beweging en zwaartekracht. De schaal en de wijze van inpassen van het speelelement getuigt van lef. Als route past het ook goed binnen de bebouwde omgeving. De route daagt kinderen en volwassen uit letterlijk even uit de dagelijkse routine te springen. Een enorme meerwaarde, die wel intensief beheer vraagt. Creatief benutten van ruimte voor spel, maakt verrassende plekken en routes.
This elongated trampoline actually represents a work of art full of humour. What at first glance seems to be a path, becomes a giant game of movement and gravity after stepping on it. The scale and manner of incorporating this piece of equipment is a feat of considerable courage. It also sits well as a route within the built-up area. This route challenges children and adults to break out of their daily routines. This solution presents massive added value, though it does require concerted management.
155 MOTORISCH / MOTOR >springen > / jumping >rennen > / running >salto’s > maken / making summersaults COGNITIEF / COGNITIVE >op > verschillende ooghoogtes zijn / being at different eye levels >bijzondere > beweging waarnemen door het continu springen / experiencing the special movement of going up and down SOCIAAL / SOCIAL >een > plek met humor nodigt uit tot gezamenlijk gebruik / places that make you laugh invite to use themtogether
Creative use of opportunities for playing produces surprising spaces and routes.
“To create intelligent infrastructure that is emotional and corresponds to the local context, giving the user a different experience of moving and perceiving the environment.” Artist-statement ‘Fast-Track’ by Maarja Kask, Karli Luik, and Ralf Lõoke
ZALIGEBRUG NIJMEGEN, NEXT ARCHITECTS
157
KLIMAAT ERVAREN / EXPERIENCING THE CLIMATE
Deze stepping stones zijn onderdeel van een pad in de uiterwaarden. Door de stenen op een uitdagende onderlinge afstand te plaatsen, kun je het water van de rivier beleven. Kinderen en volwassenen ervaren de omgeving en de uitdaging van het pad telkens anders dankzij de fluctuaties in het waterniveau. Deze veranderingen zorgen voor een blijvende aantrekkingskracht van het pad. Door ze zelf zo dichtbij te ervaren, worden veranderingen in het klimaat zichtbaar en voelbaar. Waar natuurlijk water paden transformeert, ontstaan spannende en avontuurlijke routes.
These stepping stones are part of a footpath in the floodplains. By placing the stones at challenging intervals, you can experience the water that flows through the river. Children and adults undergo the environment and the challenges the footpath pose each time differently, because of the fluctuations in the water level. These changes provide a perpetual attraction. By experiencing the changes first hand, climate change becomes visible and tangible. Where natural water transforms current footpaths, exciting and adventurous trails spring up.
MOTORISCH / MOTOR >grote > stappen maken / making strides >evenwicht > leren bewaren / learning how to keep your balance COGNITIEF / COGNITIVE >verschillende > waterstanden ervaren / experiencing different water levels >water > zien spiegelen / seeing reflections in the water SOCIAAL / SOCIAL >op > elkaar leren wachten / learn to wait for each other >elkaar > passeren levert spanning op / passing each other creates excitement
VARKENSBAAI SLOTERPLAS / URBAN BEACH ‘VARKENSBAAI SLOTERPLAS’ AMSTERDAM
159
ZAND TUSSEN JE TENEN / SAND BETWEEN YOUR TOES Deze plek is door het vele zand en de nabijheid van water voor jong en oud aantrekkelijk. Voor ouders met jonge kinderen is het een veilige overzichtelijke plek. Voor oudere kinderen is er voldoende ruimte om er als groep te verblijven. In het zand en in het water kun je ook samen spelen met een bal of frisbee. Sanitaire voorzieningen zijn essentieel voor een langer verblijf. Stadsstranden dragen enorm bij aan het vakantiegevoel in eigen stad. Dat maakt ze van grote waarde als ontmoetingsplek voor een brede doelgroep. (Tijdelijke) stadsstranden creëren het gevoel van vakantie in eigen stad.
The vast amounts of sand and the proximity of water attract the young and the grown-ups alike. For parents of young children, it is a safe spot, that’s easy to supervise. Also, it offers older children enough space to spend time in groups. The sand and the water encourages playing together, using a ball or a frisbee. Toilet facilities are essential in enabling more extended stays. Urban beaches contribute considerably to the feeling of going on holiday to your city. That gives them an excellent value as meeting points for a broad target group.
MOTORISCH / MOTOR >zwemmen > / swimming >rennen > / running >kastelen > bouwen / building castles >elkaar > ingraven / covering each other in sand COGNITIEF / COGNITIVE >temperatuur > waarnemen (water en zand) / observing the temperature (water and sand) >ingegraven > zijn / being covered in sand SOCIAAL / SOCIAL >alle > leeftijden en culturen door elkaar / all ages and cultures mixed
(Temporary) urban beaches create the feeling of going on holiday to your city.
„More interesting are things with movement that is unpredictable or related more closely to the actions of the person in or on it. [...]. This motion is at once complex and personal, and teaches the children the valueable lesson that their every action affects every other person – a lesson many of us have yet to learn.“ R. Dattner: Design for Play.
PINSCREEN INSTALLATION MONTPELLIER, BYME
161
VERVORMEN MET EIGEN KRACHT / TRANSFORM ON YOUR OWN Kinderen kunnen deze wand met hun eigen kracht transformeren en aanpassen. Door de mogelijkheid van vervorming creëren ze iets unieks. Tegelijk gaan ze een interactie aan met mensen achter de wand. Bij gebruik van deze speel- en ontmoetingsplek krijgen kinderen inzicht in ruimtelijke verhoudingen en in hun eigen ruimte en schaal. Elementen die vervormbaar zijn, hebben een hoge aantrekkingskracht.
Children can use their strength to transform and adapt this wall to their liking. By offering the possibility to distort, they can create something unique. At the same time, they interact with the people behind the wall. Thanks to this playground and meeting point-in-one, children develop an understanding of the spatial distribution and their own space and scale.
MOTORISCH / MOTOR >duwen > / pushing >trekken > / pulling COGNITIEF / COGNITIVE >eigen > schaal waarnemen / observing your own scale >aanraking > van natuurlijke materialen (hout) / experiencing the touch of natural materials (wood) SOCIAAL / SOCIAL >interactie > met mensen die je niet ziet (aan de achterkant) / interaction with people you don’t see (at the back)
Elements that can be distorted present a high degree of attraction.
„The pleasure of being the cause of an event is an expression of the child‘s satisfaction with himself and his ability to control himself and his environment to some extent.“ R. Dattner: Design for Play.
MOTORIKPARK / MOTOR PARK WIEN
163
APEKOOIEN / FEET OFF THE GROUND
Dit park is vormgegeven als ĂŠĂŠn lang parcours dat jong en oud uitdaagt. Je kunt er klimmen en klauteren, spelen met je evenwicht en elkaar je fysieke krachten tonen. Door de diversiteit in uitdagingsniveaus en de kans om met elkaar in competitie te gaan, is de plek aantrekkelijk voor meerdere gebruikers en groepen. Jong en oud vindt uitdaging in parcoursen.
This park is designed as one long course. It challenges young and old to climb and scramble, playing with their balance and showing their strength. The diversity in challenge levels and the opportunity to compete with one another, make this an attractive site for numerous users and groups. Courses challenge young and old.
MOTORISCH / MOTOR >evenwicht > leren bewaren / learning how to keep your balance >hangen > en optrekken / hanging and doing pull ups >grote > stappen maken / making strides COGNITIEF / COGNITIVE >evenwicht > / balancing >afstanden > inschatten / estimating distances SOCIAAL / SOCIAL >op > elkaar leren wachten / learning to wait for each other
CONTAINERBAD / CONTAINER POOL AMSTERDAM, DAAN’S HANDIGE JONGENS WINKEL
165
POP-UP MEUBILAIR / POP-UP FURNITURE
Een oude container is hier getransformeerd tot een publiek bad. Een vuur verwarmt het water. Door gebruik van dit soort kleine maar verrassende mobiele elementen, transformeert een plek tijdelijk volledig tot ontmoetings- en speelplek. Dit geeft een buurt of wijk extra aantrekkingskracht en levendigheid. En dat kan bijvoorbeeld een transformatieproces in de stad ondersteunen. Reizende verrassingselementen veranderen tijdelijk de beleving en de speelmogelijkheden van een plek.
Here, an old container has been transformed into a public pool. A fire heats the water. By using these kinds of small, but surprising mobile elements, a site can be wholly transformed temporarily into a meeting point or a playground. This temporary situation lends added attractiveness and vitality to a neighbourhood or district, supporting, for instance, a process of transformation in the city. Travelling elements of surprise temporarily change the experience and opportunities for playing.
MOTORISCH / MOTOR >spartelen > / splashing in the water >springen > / jumping >badderen > / bathing COGNITIEF / COGNITIVE >temperatuur > waarnemen / observing the temperature >oorzaak > - gevolg waarnemen (vuur verwarmt het water) / experiencing cause and effect (fire heating the water) >bewustwording > van transformatiemogelijkheden / awareness of transformation possibilities SOCIAAL / SOCIAL >een > plek transformeren / transforming a place >samenkomen > door een tijdelijk, aantrekkelijk element / coming together because of an attractive temporary element
„In play, the behaviour of the society is reproduced in miniature form.“ R. Dattner: Design for Play.
NET HASSELT HASSELT, NUMEN
167
RUIMTE BOVEN DE STRAAT / SPACE ABOVE THE STREET Dit dichte net, gespannen over een steeg, biedt een verticale spelaanleiding en een effectieve en uitdagende plek voor spel. Hoogtes scheppen blijdschap en roepen gevoelens op van kracht, opwinding, uitdaging en controle in het publieke domein. Het is ook een populaire sociale plaats, om bij elkaar te komen en te praten. De ruimte boven straten en stegen kan als plek voor spel en ontmoeting dienen.
This tight net strung over an alley offers a vertical opportunity for playing, as well as a compelling and challenging playground. The different heights stir up feelings of joy, and power, excitement, challenge and being in control, in the public space. It’s a favourite social hang-out too, to gather and chat with each other.
MOTORISCH / MOTOR >klimmen > / climbing >glijden > / sliding >hangen > / hanging >optrekken > / pulling up COGNITIEF / COGNITIVE >verandering > van perspectief / a change of perspective >spelen > kan overal / playing is possible everywhere >begrip > van hoogte en zwaartekracht / understanding of heights and gravity SOCIAAL / SOCIAL >ontmoeten > / meeting >observeren > / observing
The space above the streets and alleys can serve as a place for play and meeting each other.
„Te vaak zijn speelgebieden letterlijk en figuurlijk ‘plat’, met een horizon die zelden boven een meter komt. Hoogte kan spel, perspectieven en zelfs verbindingen doen veranderen omdat de normale volgorde van zaken is omgekeerd.” Helen Tovey: Laat ze buiten spelen.
21 SWINGS MONTREAL, DAILY TOUS LES JOURS
169
WACHTTIJD ALS SPEELTIJD / THE WAITING GAME
Deze schommels bij de bushalte nodigen mensen uit om tijdens het wachten te bewegen. De schaal (maar liefst 21 stuks), het geluid en de sociale interactie die het zwaaien met zich meebrengt, veranderen een saaie wachtplek in een plek waar het fijn spelen en verblijven is. Dat maakt het openbaar vervoer aantrekkelijker en de wachttijd gevoelsmatig korter. Met spelmogelijkheden bij wachtplekken zoals stations en bus- en tramhaltes kan wachttijd tot speeltijd worden.
MOTORISCH / MOTOR >schommelen > / swinging >luieren > / idling COGNITIEF / COGNITIVE >beweging > activeert muziek / movement activates music SOCIAAL / SOCIAL >interactie > met andere gebruikers / interaction with other users >wachttijd > wordt speeltijd / waiting time becomes playing time
These swings next to a bus stop sway people to get moving while they wait. The scale of the place (with 21 swings in total!), the sounds and the social interaction during swinging, transform a boring place where people wait into an attractive spot for play and leisure. The transformation adds to the popularity of public transport and gives the feeling of shortening the waiting time. Opportunities for playing at places where people have to wait like bus and tram stops can help change waiting time into playing time.
„The play of children is endlessly fascinating, and brings to many of us memories of our own childhood. Old persons, particulary, enjoy watching children play, and this should be taken into account in selecting the location of a new play facility.“ R. Dattner: Design for Play.
AUTOVRIJE ZONDAG / CAR-FREE SUNDAY AMSTERDAM
175
EVEN GEEN AUTO / CAR-FREE MEANS CAREFREE
Een evenement als een autovrije zondag transformeert een drukke stad voor een paar uur tot speeltuin. Hoe fijn is het om dan oneindig te rolschaatsen, wandelen of hard te lopen?! Naast extra spel- en bewegingsruimte schept het ook bewustzijn en biedt het een verandering van waarneming van de stad. Zo zijn – bijvoorbeeld in een vakantieperiode – plekken ‘beleefbaar’ die normaal voor voetgangers ontoegankelijk zijn. Autovrije momenten verlenen de stad tijdelijk extra speel- en bewegingsruimte.
An event like a Car-free Sunday transforms a busy city into a playground for a few hours. How nice would it be to rollerskate, stroll or run carefree? Apart from the additional spaces to play and exercise, it also creates awareness and offers an opportunity to experience the city differently. In this way, sites can be ‘experienced’ – for instance during holidays – in a way that’s otherwise prohibited for pedestrians.
MOTORISCH / MOTOR >wandelen > / walking >hardlopen > / running >rolschaatsen > / roller skating >fietsen > / riding a bike COGNITIEF / COGNITIVE >verandering > ruimtelijke waarneming van de stad / change of the spatial perception of the city >inzien > van belang van ruimte voor voetganger en fietser / understanding the importance of space for pedestrians and cyclists SOCIAAL / SOCIAL >evenement, > brengt verschillende doelgroepen bijeen / an event that brings together different target groups
Car-free moments temporarily provide the city with additional spaces to play and exercise.
“We said those days are our days! We take the street back into our hands. [...] The police took us and said: ‘You were a bit irresponsible doing this as young parents!’ and of course they were right! But it was at the same time fun and nothing happened.” BBC Radio Interview with Maartje van Putten, BicycleDutch
LEVEL UP STREET PAVILLION RIJEKA, B. MAHON + J. PARVIAINEN + S. TULSHAN + S. SETT + V. BOROVIC
177
MOOIE HANGPLEKKEN / NICE HANGOUTS
Een blinde gevel is met een relatief eenvoudige constructie omgevormd tot een verticale ontmoetingsplek midden in de stad. De verschillende hoogtes bieden een diversiteit aan plekken en perspectieven. Je kan er samenkomen, ontspannen en het stadsgedruis observeren. Door het benutten van de verticale ruimte en de transparantie van de constructie neemt de relaxplek beperkt ruimte in en biedt het voldoende toezicht. Extra uitdagend dankzij een alternatieve route naar het dakterras. Door toevoeging van eenvoudige bouwwerken veranderen ongebruikte gevels in ontmoetingsplekken.
A blind facade has been transformed into a vertical haunt in the dead centre of town, using a relatively simple construction. The different heights offer a variety of spaces and perspectives. That makes it the place to gather together, relax and observe the traffic and the bustle of the city. By using the vertical space and the transparency of the construction, this hang-out occupies only a limited amount of space and is easy to supervise. The alternative route to the terraced roof adds to the challenge. By adding simple constructions, unused facades are turned into meeting points.
MOTORISCH / MOTOR >hangen > / hanging >klimmen > langs de constructie / climbing alongside the construction >schommelen > / rocking >traplopen > / climbing stairs COGNITIEF / COGNITIVE >bijzondere > toegang tot dak / special entrance to the roof >boven > elkaar zijn / being above eachother SOCIAAL / SOCIAL >ontmoetingen > / encounters >kletsen > / chatting >eigen > plek in het stadsgeruis / exclusive spot within the hectic city
AMSTERDECKS AMSTERDAM, RADEMACHER DE VRIES ARCHITECTEN
179
TOEGANKELIJK WATER / ACCESSIBLE WATER
Dit reizende project maakt het water in de stad toegankelijk door lage steigers. De waterkwaliteit in Amsterdam gaat vooruit. Dat biedt de kans het Amsterdamse water meer als onderdeel van de verblijfsruimte te benutten en beleven. Van pootje baden tot op de kano stappen: toegankelijkheid van water vergroot de speelmogelijkheden in de stad enorm. Door het schone water in de stad toegankelijk te maken, kan er meer in en rondom gespeeld worden.
This travelling project provides access to water in the city employing low jetties. The quality of the water in Amsterdam is improving. That opens up opportunities to use and experience the water in the city as a leisure space. From paddling to canoeing: the accessibility of water improves the opportunities for playing considerably. By providing access to the fresh water in the city, it offers spaces to play in and around.
MOTORISCH / MOTOR >zwemmen > / swimming >springen > / jumping >klauteren > / scrambling COGNITIEF / COGNITIVE >waterkwaliteit > inzien / becoming aware of water quality SOCIAAL / SOCIAL >bijeenkomen > op terras / meeting on the terrace >samen > zwemmen / swimming together
MARIOTTEPLEIN / ‘MARIOTTE SQUARE’ AMSTERDAM
181
ELKE WEEK EEN ANDER PLEIN / A DIFFERENT SQUARE EACH WEEK Deze speelplek is aantrekkelijk door een sterke programmering, gerund door een groep enthousiaste vrijwilligers. Periodieke activiteiten transformeren het plein en bieden steeds een andere speeltuin. Hier is dat bijvoorbeeld een kartonnen-dozen-kasteel. Wisselende groepen bewoners organiseren tegen lage kosten evenementen. Op die manier kan de speelruimte tijdelijk – en het buurtcontact langdurig – verrijkt worden. Leegte op pleinen biedt mogelijkheden voor tijdelijke en lokale programmering.
This playground is attractive, due to an active programme, run by a team of passionate volunteers. Regular activities transform the square and offer a different playground each time. Like a castle, made out of cardboard boxes, for example. Different groups of residents organise events at low costs. These have a temporary effect on the play area – and a lasting one on the interaction in the neighbourhood.
MOTORISCH / MOTOR >bouwen > met kartonnen dozen / building with cardboard boxes >klimmen > / climbing >verstoppen > / hiding >rennen > / running COGNITIEF / COGNITIVE >zelf > iets bouwen / building by yourself >telkens > veranderende ruimte / everchanging space SOCIAAL / SOCIAL >sterke > vrijwilligersgroep zorgt voor sociale cohesie in de buurt / an engaged group of volunteers creates social cohesion within the neighbourhood
The free space of squares offer possibilities for temporary and local programming.
„De continue verandering van de ‘Scene’ draagt zichtbaar bij aan de tevredenheid, en de levendige atmosfeer. Kinderen hebben een omgeving nodig die hun ontwikkeling en groei kan bijbenen.“ A. Bengtsson: Adventure Playgrounds.
POKEMON GO
183
BUITENSPELEN BEGINT SOMS MET SCHERMTIJD / OUTDOOR PLAY SOMETIMES STARTS WITH SCREEN TIME Pokemon Go is waarschijnlijk het meest bekende digitale spel dat de digitale en de fysieke leefomgeving aan elkaar koppelt. Het zet kinderen en volwassen letterlijk in beweging en laat ze de stad ervaren op een andere manier. Ook andere digitale hulpmiddelen, zoals sportof puzzel-apps, kunnen de fysieke omgeving verrijken met informatie, spelaanleidingen en interactie. IOT (internet of things) kan bijdragen aan het (tijdelijk) activeren van speelplekken.
Pokemon Go possibly is the most popular game that connects the digital to the physical world. It literally moves people and enables them to experience the city differently. Other digital aids, too, like sports or puzzle apps, can enrich the physical environment with information, opportunities for playing and interaction.
MOTORISCH / MOTOR >wandelen > / going for a walk >rennen > / running COGNITIEF / COGNITIVE >probleemoplossend > vermogen / problem solving skills >ruimtelijk > inzicht / spatial insight >fantasie > / fantasy >eigen > plek maken / creating your own place SOCIAAL / SOCIAL >samenwerken > / collaborating >onderhandelen > / bargaining
IOT (internet of things) can contribute to the (temporary) activation of play areas.
„In een digitale wereld wanen kinderen zich onbespied. Geen wonder dat games en tablets zo popuair zijn.� Froukje Hajer. Werk maken van spelen. Oproep voor speelbeleid.
VUURPLAATS DE NATURELUUR / FIRE PIT ‘DE NATURELUUR’ AMSTERDAM
LEREN OMGAAN MET RISICO’S / LEARN HOW TO DEAL WITH RISKS In deze natuurspeeltuin kunnen kinderen onder toezicht leren omgaan met vuur. Bijvoorbeeld om hun eigen maaltje te bereiden. In andere steden (bijvoorbeeld Zürich) is deze speelaanleiding veel gangbaarder. Daar zijn op veel stedelijke pleintjes vuurmogelijkheden gecreëerd, waardoor ze in alle seizoenen en ook tijdens de avonden levendige ontmoetingsplekken vormen. Zo leren kinderen gecontroleerd en veilig risico’s in te schatten en ermee om te gaan. De aantrekkingskracht van vuur kan spel en ontmoeting tot stand brengen.
This natural playground helps children how to play with fire supervised. To cook their meal, for instance. In other cities (like Zürich), this opportunity for playing is much more common. Many squares in the city have room to light a fire, turning these spots into lively meeting points during all seasons and at night. It provides children with a possibility to assess risks and deal with them safely and under supervision.
185 MOTORISCH / MOTOR >vuur > maken: hout sjouwen, stapelen / making fire: collecting and stacking wood >fijne > motoriek door brood aan een stok boven het vuur te houden / improving fine motor skills by holding a bread on a stick above the flames COGNITIEF / COGNITIVE >leren > omgaan met risico’s / learning how to deal with risk >leren > zelf eten klaar te maken / learning to prepare food by yourself SOCIAAL / SOCIAL >vuur > als magneet, brengt mensen bijeen / fire as a magnet, bringing people together
The attraction of fire can facilitate play and meeting each other.
“The world of nature is not a ‘scene’ or even a landscape. Nature for the child is sheer sensory experience.” E. Cobb: The Ecology of the Imagination in Childhood.
BAKSTEEN GEVEL ALS KLIMMUUR UNIVERSAL STUDIOS ORLANDO / BRICKWALL FACADE AS CLIMBING WALL UNIVERSAL STUDIOS ORLANDO ORLANDO
187
DE PLINT ALS PUBLIEKE RUIMTE / THE PLINTH AS A PUBLIC SPACE Een stad heeft veel verticaal oppervlak in muren. Door deze oppervlakken op strategische routes en plekken te benutten als klimobject, worden looproutes verrijkt met speelmogelijkheden. Dat maakt ze voor kinderen aantrekkelijker en afwisselender. Opnemen van klimelementen in de eerste 1,5 meter van de plint maakt het inpassen ervan subtiel en veilig. Plinten van gebouwen kunnen door toevoeging van hoogteverschillen en richels speelmogelijkheden bieden.
A lot of a city’s surface consists of vertical space in the form of walls. By using these surfaces on strategic routes as objects to climb on, walking routes are substantially enriched with opportunities for playing. In this way, routes are more diverse and attractive to children. Including elements for climbing in the first 1.5 metres of the base ensures that fitting them into vertical surfaces can be done subtly and safely.
MOTORISCH / MOTOR >klimmen > / climbing >springen > / jumping >balanceren > / balancing >aan > eigen gewicht optrekken / lifting your own weight COGNITIEF / COGNITIVE >waarneming > van muren en gevels als spelelement / perception of walls and facades as a play element >free > running SOCIAAL / SOCIAL >klimmen > vraagt om samenwerking / climbing elicits collaboration >interactie > tussen voorbijgangers en klimmers / interaction with passersby and climbers
The bases of buildings can provide opportunities for playing by adding height differences and ridge.
„As any child knows, but adults seldom remember, almost any building creates opportunities for play. There are steps to jump from, walls to hit balls against, railings to slide down, fire escapes to swing from or use for basketball games [...], and ledges to climb along.“ R. Dattner: Design for play.
KLIMBOOM / CLIMBING TREE AMSTERDAM
BOMEN ALS KLIMOBJECT / TREES AS OBJECTS FOR CLIMBING Klimbomen zijn natuurlijke speelmogelijkheden voor kinderen die ook goed passen in een verder stedelijke omgeving. Ze bieden meerwaarde als vegetatie, schaduw en verkoeling, maar ook als klim- en verstopplek. Een klimboom is vaak een meerstammige boom, die laag vertakt, bij aanplant voldoende omvang heeft, en die niet te steil groeit. Klimbomen kunnen op veel plekken een waardevolle speelmogelijkheid zijn.
Trees to climb in, provide natural opportunities for playing, and are easy to fit into a predominantly urban environment. They offer added value in the form of vegetation, shade and cooling, but also present possibilities to climb or to play hide and seek. The trees used, often have multiple trunks, low branches, sufficient volume during planting, and doesn’t grow too steep.
189 MOTORISCH / MOTOR >klimmen > - de natuurlijke vorm vraagt om afwisseling in motoriek / climbing - the natural shapes stimulate motor skills >springen > / jumping >balanceren > / balancing >rennen > / running >verstoppen > / hiding COGNITIEF / COGNITIVE >verandering > in hoogte-perspectief / change in hight-perspective >op > elkaar letten / taking care of eachother SOCIAAL / SOCIAL >natuurspel > zorgt dat kinderen beter samenwerken / natural play enhances collaboration amongst children
Trees to climb in offer substantial opportunities for playing at many sites.
„I am fascinated by how original their world is, how free of all convention, and by how their words pour out of them; it would be inexcusable to force them to concentrate or to restrict their behavior at all.“ Riccardo Dalisi: Architetettura d‘animazione. Cultura di proletariato e lavoro di quartiere a napoli.
TIJDELIJKE ATLETIEKBAAN MARINETERREIN / TEMPORARY ATHLETICS TRACK ‘MARINETERREIN’ AMSTERDAM
195
DAAG ELKAAR UIT / CHALLENGE EACH OTHER
Deze tijdelijke atletiekbaan, geverfd op het bestaande wegdek, is aangelegd in het kader van de EK Atletiek 2016. De baan nodigt gebruikers op een laagdrempelige manier uit om te bewegen en competitie aan te gaan. De ongebruikelijke plek van het speelelement op de weg maakt sport zichtbaar in de publieke ruimte. Het daagt diverse doelgroepen uit en maakt de kans interactie groter. Digitale meetinstrumenten zoals stopwatches, stappentellers of flitspalen versterken het competitieve element en dragen zo bij aan de aantrekkelijkheid van de spelaanleiding. Elementen die competitie uitlokken, kunnen gebruikers samenbrengen.
This temporary athletics track, painted on the surface of the existing road, was constructed as part of the 2016 European Athletics Championships. In an accessible way, the track encourages users to exercise and compete. The unusual location of this opportunity for playing contributes to the visibility of sports in public space. It challenges various target groups and improves the chances for interaction. Digital instruments like chronometers, pedometers or speed cameras reinforce the competitive element and contribute to the attraction of this play opportunity. Elements that trigger competition can bring users together.
MOTORISCH / MOTOR >sprinten > / sprinting COGNITIEF / COGNITIVE >uitdagen > / challenging >spel > op straat / playing in the streets SOCIAAL / SOCIAL >twee > banen geeft mogelijkheid tot competitie / two lanes create opportunities for competition
ROPE FOREST KOPENHAGEN, KEINICKE & OVERGAARD ARKITEKTER
197
HANGEN EN SLINGEREN / DANGLING AND SWINGING Deze kunstinstallatie bestaat uit 3500 touwen die hangen onder een afdak. Zo ontstaat een ‘touwenbos’. Gebruikers kunnen spelenderwijs zelf knopen in de touwen maken, erin schommelen. Of als Tarzan van de ene naar de andere kant door het lianenwoud slingeren. Gewoon een beetje zitten kletsen en hangen kan natuurlijk ook prima. Hangende elementen kunnen voor spannende speelen ontmoetingsmogelijkheden zorgen.
This art installation comprises 3500 ropes hanging from under an overhang, creating a ‘forest’. Users can play-fully tie knots in the ropes, sway in them, or – like Tarzan – swing from one end to the other, right through the liana woods. Of course, it’s also perfectly all right to just sit around and chat.
MOTORISCH / MOTOR >schommelen > / dangling >slingeren > / swinging >knopen > / knotting >optrekken > / pulling up COGNITIEF / COGNITIVE >evenwicht > / balance >bijzondere > ervaring door de grootsheid van het touwenbos / special experience through the scale of the ‘rope forest’ SOCIAAL / SOCIAL >één > soort spel verbindt gebruikers / one type of play connects all users
Hanging elements can create exciting places to play and meet.
“Play was a matter of balance, [...], and play also always challenged children to react to things and be part of a team. But play should also contain an element of surprise. To avoid beeing to repetitive, playground equipment always had to allow new situations to come up.“ G. Burkhalter: The Playground Project. Kunsthalle Zürich.
SCRAPSTORE PLAYPOD GREAT BRITTAIN
199
EEN CONTAINER MET ROMMEL / A CONTAINER FULL OF RUBBISH De Scrapstore playpod is een zeecontainer voor schoolpleinen met daarin ‘afval’ als oude banden, doek, stukken hout enz. Dat daagt kinderen uit om met deze elementen aan de slag te gaan. De vele variabelen en de beschikbaarheid van de ruimte (het schoolplein) creëren een veelheid aan mogelijkheden tot ontdekken en inventiviteit. Voorbeelden als deze laten zien dat kinderen zo meer samenwerken en meer bewegen dan op een gewoon schoolplein. Docenten die met de containers werken, ervaren dat kinderen in de les rustiger zijn. Losse onderdelen, waar kinderen zelf naar eigen inzicht mee kunnen creëren en bouwen, bieden oneindig veel speelmogelijkheden.
MOTORISCH / MOTOR >bouwen > / building >verbinden > / connecting COGNITIEF / COGNITIVE >inventiviteit > wordt uitgelokt door losse elementen / loose elements trigger invention SOCIAAL / SOCIAL >inventief > spel vergt rollen en overleg / inventive play asks for roleplay and consultation >elkaar > helpen / helping eachother >samen > opruimen / cleaning up together
The Scrapstore Playpod is a shipping container for schoolyards containing scraps like used tires, cloth, pieces of wood et cetera. The scraps challenge children to experiment and create. The many variables and the availability of space (the schoolyard) inspires a wealth of opportunities for discovery and invention. Examples like these, show that children are swayed towards cooperation and physical effort more quickly than at a regular schoolyard. Teachers already working with the Playpods, experience that children in their classes are quieter than in other classes. Loose elements that allow children to create and build with at their discretion offer unlimited opportunities for playing. „Creative play is an opportunity for children to manipulate their environment to achieve their own ends and to sense the fact that the world around them can be changed and need not to be taken as given. Materials that would normally appear as ‚junk‘ in other people‘s eyes are very relevant to much creative and imaginative play. [...] These materials were often used individually as props to the imagination and many times functioned as the initial stimulus, setting the child thinking along a particular line.“ M. Allen: Planning for play.
RODELSTRATEN / SLEIGHING STREETS VIENNA
201
GLIJDEN OP STRAAT / SLIPPING AND SLIDING IN THE STREETS In Wenen zijn 5 ‘rodelstraten’. Zout strooien gebeurt hier tijdens vorstperiodes niet. Zo wordt beheer bewust ingezet om seizoensgebonden spel te faciliteren. Rodelstraten zijn in vlakke steden als Amsterdam lastiger te realiseren. Maar door op plekken een laagje water op te spuiten kan je bij lichte vorst al snel schaatsen. Deze speelmogelijkheid is vanwege andere eisen wellicht niet 1 op 1 toe te passen in andere steden, maar in de toekomst zou dit een mooie denkbare uitbreiding van speelmogelijkheden aan de stad kunnen geven. Een straat kan bij gladheid tijdelijk transformeren tot schaatsbaan.
Vienna has five ‘luging streets’. In these streets, gritting is withheld during frosts. Management is focussed consciously on facilitating seasonal play. Luging streets are harder to create in flat cities like Amsterdam. However, by spraying a thin layer of water on the road surface, it’s possible to skate even after a light frost. For different cities, this opportunity for playing may not be suitable one-to-one due to local requirements, but in the future, this could provide an appealing extension of opportunities for playing. During frosts, a street can temporarily transform into a skating rink.
MOTORISCH / MOTOR >sleetje > rijden / sleigh riding >naar > boven lopen / walking up COGNITIEF / COGNITIVE >omgaan > met gladheid / dealing with slippery surfaces >besef > van verandering van ruimte door weersomstandigheden / recognising the change in space by change in weather SOCIAAL / SOCIAL >ijspret, > evenement / fun on ice, event
JEU DE BOULES
203
LANGDURIG VERBLIJF DOOR TRAGE SPELLEN / SLOW GAMES INVITE TO STAY LONGER Jeu de boules of petanque is een eeuwenoud spel dat de laatste jaren ook in Nederland weer door een bredere doelgroep opgepikt is. Spellen als deze dagen ook de oudere mens uit naar buiten te gaan en te bewegen. Halfverharde ondergronden kunnen er eenvoudig voor benut worden. Hier is ook het faciliteren van zitmogelijkheden belangrijk. Trage spellen in de publieke ruimte zijn een uitnodiging tot interactie en langer verblijf.
Boules or pĂŠtanque is an ancient game that has regained popularity in the Netherlands with a varied target group. Games like these also challenge the elderly to go out and move. Half paved surfaces are easy to use for this purpose. Facilitating places to sit are also relevant here. Slow games in public space are an invitation to interaction and more extended stays.
MOTORISCH / MOTOR >gooien > / throwing >lopen > / walking >bukken > / bending down COGNITIEF / COGNITIVE >meten > / measuring SOCIAAL / SOCIAL >samenkomen > in langzaam tempo / gathering at a slow pace >discussie > voeren / discussing >eigenaarschap > van een plek door groepen die vaak samen komen / ownership of a place by groups gathering regularly
BREDE STOEP / WIDE SIDEWALK AMSTERDAM
205
STOEPEN OM TE SPELEN / PAVEMENTS FOR PLAYING
Deze brede stoep biedt achter een buffer van geparkeerde auto’s veilige verkeersruimte én fantastische speelruimte. De breedte maakt variabel gebruik mogelijk en biedt plek voor zelf meegenomen speelgoed. Het verrijken van de stoep met geveltuintjes en zitmogelijkheden voor ouders geeft een extra dimensie aan de speelmogelijkheid. Vooral de zonzijde van de straat is voor ouders aantrekkelijk als zitplek. Met volop toezicht, maar ook gelegenheid om elkaar te ontmoeten. Ruimte voor brede stoepen biedt speel- en ontmoetingsruimte direct voor de deur.
Behind a buffer of parked cars, this wide pavement offers an area that’s safe from traffic and an extraordinary opportunity for playing. The width allows for varied use and provides room to play with your own toys. Adorning the pavement with facade gardens and room to sit for the parents adds a dimension to this opportunity for playing. The sunny side of the street has seats that appeal to the parents in particular. Providing adequate supervision, but also the opportunity to meet each other.
MOTORISCH / MOTOR >steppen > / stepping >fietsen > / cycling >lopen > / walking >rennen > / running COGNITIEF / COGNITIVE >gevarieerd > straatbeeld door ruimte voor meubels en tuintjes / space for furniture and gardens create diverse appearance of the street SOCIAAL / SOCIAL >identiteit > / identity >levendige > straten door plek voor de ouders / space for parents create lively streets >spelen > met de buurkinderen / playing with the neighbourhood children >ogen > op straat / eyes on the street
Room for wide pavements offer opportunities for playing and a meeting point at the doorstep.
“The children saw potentialities in situations, materials and environment that were unseen by the designer.” M. Allen: Planning for play.
SCHAAKBORD MAX EUWEPLEIN / CHESS BOARD ‘MAX EUWE SQUARE’ AMSTERDAM
207
RUIMTE VOOR CONCENTRATIE / SPACES FOR CONCENTRATION Interesse in het schaak- of damspel verbindt mensen dwars door de samenleving heen – ongeacht leeftijd of achtergrond. Denksporten als deze functioneren als een soort internationale taal. Schaken in de publieke ruimte faciliteren, biedt allerlei individuen de kans tegen elkaar uit te komen. Een aantrekkelijk schouwspel voor omstanders. Deze beschutte plek naast een doorgaande route en horeca is daarom erg geliefd. Plekken waar denksport kan worden beoefend, zijn plekken waar diverse groepen samenkomen.
MOTORISCH / MOTOR >staan > / standing >bukken > / bending down COGNITIEF / COGNITIVE >schaken > / playing chess SOCIAAL / SOCIAL >samenkomen > in traag tempo / gathering at a slow pace >samenkomen > van individuen uit verschillende doelgroepen / gathering of diverse groups
An interest in the games of chess or draughts connects people throughout society – disregarding age and background. Mind sports like these act as an international language of sorts. Facilitating the possibility to play chess in public space offers a range of individuals a chance to compete against each other. A spectacle for onlookers. Due to its location next to a busy traffic route and close to eateries, this sheltered site is trendy. Spaces made available for mind sports are places where different groups gather.
„Studenten weten niet beter dan geparochialiseerde plekken op te zoeken, werkers verkiezen. Stedelijke ambiance, bohémians prefereren echte publieke plekken.” Jos Gadet: Publieke ruimte. Parochiale plekken.
BEWEEGBARE SPEELSCHAPEN DAK HOFBOGEN / MOVABLE MODEL SHEEP ROOFTOP ‘HOFBOGEN’ ROTTERDAM
209
VERPLAATSBARE ONDERDELEN / MOVEABLE PARTS
Dit daklandschap is aantrekkelijk als speelplek, omdat het toegankelijk is, er wat te doen is, het een bijzondere plek is én omdat er beheer en sociale controle is. Dat laatste gebeurt door het dak te laten bewonen door iemand die af en toe een oogje in het zeil houdt. Een kudde kunststof schapen – verzwaard met zand om diefstal te voorkomen – nodigt uit tot eigen ruimtelijke interventies. Losse onderdelen in de openbare ruimte stimuleren de eigen fantasie.
What makes this rooftop landscape attractive is its accessibility and its capability to keep visitors occupied. It’s a special place due to the effective management and social control. To enable management and control, the roof is inhabited by someone who monitors the situation from time to time. A flock of synthetic sheep – weighted down with sand to prevent theft – encourage spatial interventions on an individual level. Individual components in public space stimulate the fantasy of the individual.
MOTORISCH / MOTOR >tillen > / carrying >slepen > / dragging >‘haasje’ > over / playing leapfrog COGNITIEF / COGNITIVE >veranderen > van de ruimte / manipulating space SOCIAAL / SOCIAL >samen > nieuwe opstellingen bedenken en uitvoeren / creating new constellations together
IMPULSION – ‘UN TERRAIN DE JEUX LUMINIEUX’ MONTREAL, LATERAL OFFICE
215
SPELEN IN HET DONKER / PLAYING IN THE DARK
Deze lichtinstallatie in de openbare ruimte bestaat uit 30 verlichte wippen en videoprojecties op de gevels van nabijgelegen gebouwen. Gebruik van de wip activeert het lichtspel (inclusief geluid). Dat maakt de plek ook tijdens avonduren aantrekkelijk voor jong en oud. Verlichting biedt kansen als speelmogelijkheid.
This light installation in the public space is constructed of 30 lit seesaws, and video projections on the facades of buildings nearby. Use of the seesaw activates the light show (sound included). This use makes it an attractive spot for young and old at night too.
MOTORISCH / MOTOR >balanceren > / balancing >wippen > / rocking >afzetten > op de grond / pushing off from the floor COGNITIEF / COGNITIVE >veranderen > van de ruimte / adapting space >samen > muziek maken / making music together SOCIAAL / SOCIAL >samenwerken > / collaborating >afhankelijkheid > / dependence
Lighting offers opportunities for playing.
“Darkness lends itself to imagination, making it a perfect backdrop for telling tales.” Jane Yolen: Owl moon.
SLACK LINE AMSTERDAM
217
BOOM ALS ANKER / A TREE AS AN ANCHOR
Slacklinen is het koorddansen op een spankabel (vaak zelf meegebracht) tussen twee bomen, een paar decimeter boven de grond. Dit sportieve spel groeit aan populariteit. Kinderen en volwassenen beoefenen het met name in parken, met gras als valondergrond. De afstand tussen de bomen en een juiste bescherming voor de boombast maken deze vorm van spelen mogelijk. Door boomstammen onderaan te beschermen, kan gebruik gemaakt worden van zelf meegebrachte slack-lines.
Slacklining is tightroping on an anchored cable (often brought from home), strung between two trees, suspended just above the ground. This athletic game is quickly gaining popularity. Children and adults play it mostly in parks, where grass acts as a surface to safely fall onto. The distance between the trees and the right protection of the bark of the trees allow for this form of playing.
MOTORISCH / MOTOR >balanceren > / balancing >vallen > / falling >opstappen > / getting on to COGNITIEF / COGNITIVE >een > plek toe-eigenen / claiming a place >evenwicht > ontwikkelen / developing balance SOCIAAL / SOCIAL >elkaar > helpen een nieuwe vaardigheid te leren / helping each other to learn new skills >attractie > voor toeschouwers / spectacle
By making sure the bark of trees are protected at the bottom, your own slacklines can be used.
„Man only plays when he is human in the full sense of the world, and he is only completely human when he is playing.“ Friedrich Schiller
PERCUSSIESPEL / PERCUSSION GAME AMSTERDAM
219
MELODIE GEVEN AAN DE STAD / MAKING THE CITY SING Het maken van muziek en geluid in de publieke ruimte biedt de gebruiker de mogelijkheid de locatie tijdelijk te transformeren. Actief als maker van muziek, passief als luisteraar. Muziekinstrumenten zijn aantrekkelijk voor jong en oud. Ook kunnen mensen met een fysieke beperking ze vaak goed gebruiken. Vaste speelmogelijkheid die uitnodigen tot geluid maken, geven ritme aan de stad. Geluid kunnen maken nodigt uit tot gebruik van een plek.
MOTORISCH / MOTOR >fijne > motoriek / fine motor skills COGNITIEF / COGNITIVE >muziek > maken / making music >tonen > horen / hearing sounds SOCIAAL / SOCIAL >geschikt > voor mensen met een beperking / accessible for people with disabilities
Making music or sound in the public space offers the user the possibility to transform a location temporarily. Actively, as a producer of music, or in a passive way, as a listener. Musical instruments appeal to young and old. They are also accessible to people with a physical disability. A place where sounds can be produced is an inviting place.
„En de kinderen houden van de geluiden, die door het aanraken van verschillende objecten totstandkomen. Soms, als je het lawaai hoort, voel je je als bij een inheemse stam. De kinderen slaan op lege tonnen en andere metalen objecten en schreeuwen de hele tijd. Hier komt blijkbaar iets los, das tijdens de zangles niet losgemaakt wordt.� John Bertelsen
HUTTEN IN BOSJES / HUTS IN THE BUSHES AMSTERDAM
221
BOSJES ALS VERSTOPPLEK / HIDING IN THE BUSHES
Bosjes hebben een grote ecologische en klimatologische waarde in de stad. En bovendien een grote belevingswaarde voor kinderen. Door de grootte kunnen kinderen er zich makkelijk achter verstoppen of er een hut in bouwen. Zo is het mogelijk een eigen wereld te creëren dicht bij hun eigen woonomgeving. Een interessante invulling van bijvoorbeeld schoolvakanties. Bosjes en de zelfgebouwde elementen daarin hebben een grote natuurlijke én belevingswaarde.
Shrubs present a considerable ecological and climatological value in the city, and for children, an opportunity for experience at a high level. Their size allows kids to hide behind them, or to build a hut in them. Shrubs make it possible to create your own world, close to your own neighbourhood. An exciting way to spend holidays, for example.
MOTORISCH / MOTOR >verstoppen > / hiding >rennen > / running >klimmen > / climbing >bouwen > / building COGNITIEF / COGNITIVE >probleemoplossend > vermogen / problem sovling skills >ruimtelijk > inzicht / spatial comprehension >fantasie > / fantasy >natuurbeleving > / experiencing nature >eigen > plek maken / making your own place SOCIAAL / SOCIAL >samenwerken > / collaborating >rollenspel > / role playing
Shrubs and homemade elements in them are an attribute to a residential area, because of their natural traits and their value for the playexperience.
„Young children spend most of their play time close to home, finding things to do wherever they can. Buildings provide many possibilities for play, although they are usually unintentional.“ R. Dattner: Design for play.
DRINKBRON / SOURCE ZÜRICH
223
EEN NETWERK VAN DRINKBRONNEN / A NETWORK OF SOURCES Een netwerk van openbare waterbronnen maakt van straathoeken zowel een speelplek als gezond drinkpunt. Kortom, altijd en overal verfrissing en spel: voor kinderen en volwassenen. Bijzondere spuitmechanieken maken dergelijke bronnen nog aantrekkelijker als speelelement. Een netwerk van drinkbronnen versterkt dynamiek en verblijfskwaliteit in de stad.
A network of public water sources turns street corners into play opportunities as well as healthy watering places. In other words, refreshment and play everywhere you go: for children and adults alike. Special sprayers add to the attraction of these sources as objects for play.
MOTORISCH / MOTOR >opvangen > / catching >natspuiten > / splashing >wegduiken > voor water / diving for water COGNITIEF / COGNITIVE >verfrissing > / refreshment >water > drinken wordt normaal / making a habit of drinking water >gevoel > van water op de huid / the feeling of water on the skin SOCIAAL / SOCIAL >ontmoeting > / encounter >elkaar > natspetteren / making each other wet
A network of sources reinforces the dynamic and the level of leisure in a city.
„The most interesting place in a typical playground is the drinking fountain, the site of an endless stream of activity and water.“ R. Dattner: Design for play.
DAK MUSASHINO KINDERGARTEN / ROOF OF MUSASHINO KINDERGARTEN JAPAN, RYUJI MIYASATO
225
SCHADUW ALS SPEELMOGELIJKHEID / SHADE AS AN OPPORTUNITY FOR PLAYING Voor kinderen is een schaduw vaak niet een afdruk van zichzelf door de zon, maar een maatje om mee te spelen. Patronen, ontworpen in overkappingen of muren, kunnen op zonnige dagen van schaduw een speelmogelijkheid maken. Schaduw en licht bieden bij overkappingen of muren een steeds veranderende speelmogelijkheid.
For children, their shadow is not a cut-out of themselves created by the sun, but a mate to play with. Patterns, incorporated in an overhang or a wall, can turn shadows into opportunities for playing in sunny days. Shadows and light provide ever-changing opportunities for playing when incorporated in an overhang or wall.
MOTORISCH / MOTOR >overtrekken > van schaduwen met stoepkrijt / tracing the shadows with chalk >hinkelen > over lichtvlekken / playing hopscotch with light spots COGNITIEF / COGNITIVE >onderzoekende > ervaringen opdoen met zon / the sun as inspiration for exploratory experiences >herkennen > van zon als bron van licht, warmte en energie / recognising the sun as a source of light, warmth and energy >verplaatsing > van schaduw / movement of shadows SOCIAAL / SOCIAL >samen > schaduw spel ontwikkelen / creating a shadow play together
„Play should be able to develop in a circle; it has to have ‘thrilling’ moments as well as hiding places and short cuts.“ Roger Caillois: Men, Play, and Games.
KINDERMOESTUIN / CHILDREN’S ALLOTMENT GARDEN AMSTERDAM
227
TUINIEREN ALS EET- EN SPEELPLEZIER / GARDENING FOR FUN EATING AND PLAYING Zelf werken in een moestuin of tuinieren draagt bij aan de positieve houding van kinderen tegenover gezond voedsel. Elk kind wil zijn of haar zelfgekweekte worteltje natuurlijk wel proeven! Tuinieren vormt een geweldige belevenis om het proces van zaaien tot oogsten tot een smakelijk einde te brengen. Eetbare planten en plek voor initiatieven voor moestuinen en schooltuinieren kunnen bijdragen aan de waardering door kinderen van gezond voedsel.
Gardening or tending to the kitchen garden themselves contribute to a positive attitude of children towards healthy food. Naturally, each child wants to taste the carrot they’ve grown themselves! Gardening presents a tremendous opportunity to experience a tasty end to the whole growth process from sowing to harvesting.
MOTORISCH / MOTOR >spitten > / digging >plukken > van vruchten / collecting fruit COGNITIEF / COGNITIVE >vieze > handen krijgen / getting your hands dirty >eten > in je mond stoppen / putting food in your mouth >respect > voor de natuur / respecting nature SOCIAAL / SOCIAL >samen > koken en eten / cooking and eating together
Edible plants and room for initiatives for kitchen- and school gardens can help children develop an appreciation of healthy foods.
“If you have a garden and a library, you have everything you need.” Cicero: Ad Familiares IX 4 to Varro.
BLADERBERG / LEAF HEAP AMSTERDAM
229
SEIZOENGEBONDEN SPEELMOGELIJKHEID / SEASONAL OPPORTUNITIES FOR PLAYING Een simpele bladerberg langs de kant van de weg vormt een natuurlijke speelmogelijkheid. Een spontane uitnodiging om te klauteren, rollen of rond te gooien. Seizoensgebonden elementen kunnen ontwerp en beheer bepalen.
MOTORISCH / MOTOR >klimmen > / climbing >je > laten vallen / letting yourself fall >gooien > van blad / throwing leafs >wegrennen > / running away
Verzamelde bladeren op een plek scheppen een tijdelijke speelmogelijkheid.
COGNITIEF / COGNITIVE >natuurlijke > elementen als spelaanleiding in verder aangeharkte omgeving / natural opportunities for playing in a structured environment >tijdelijke > transformatie van een plek / temporary transformation of a place
Just a heap of leaves on the side of the road offers a natural opportunity for playing. A spontaneous invitation to climb and scramble, roll around or to throw around. Seasonal elements can determine design and management. Leaves collected at a particular spot can create a temporary opportunity for playing.
SOCIAAL / SOCIAL >‘bladergevecht’ > / ‘fighting with leafs’
„The child who plays with real sticks and leaves transforms them in his imagination into whatever he wants and creates another, more personal, reality not bounded by the real and commonplace. In this respect play is similar to magic, and it is not surprising that both children and primitive societies are much influenced by magical thinking, for in play the normal rules of cause and effect are suspended.“ R. Dattner: Design for play.
DRAAIENDE STEEN SPEELPLEK LOHSEPARK / ROTATING STONE PLAYGROUND ‘LOHSEPARK’ HAMBURG, VOGT LANDSCHAFTSARCHITEKTEN
231
HET ONMOGELIJKE BEWEGEN / IMPOSSIBLE MOVES In deze speeltuin is bewust ingezet op het stimuleren van cognitieve vaardigheden. Zo lukt het de eenjarige tot zijn eigen verrassing een zware kei rond te draaien, zonder dat enige techniek zichtbaar is. Het kind verandert onverwachts de ruimte en is zich dan bewust van z’n eigen kracht. Zo lokken verrassing en verbazing de ontwikkeling van vaardigheden uit. (Onzichtbare) techniek kan een verrassing creëren.
This playground has a conscious aim to enhance cognitive skills. A toddler will be surprised by being able to hurl around a boulder, without any visible technical intervention. The child changes the space unexpectedly and in that way will develop a sense of its strength. Surprise and wonder will trigger the development of skills.
MOTORISCH / MOTOR >draaien > / turning >klimmen > / climbing COGNITIEF / COGNITIVE >een > zware steen die vederlicht blijkt levert verwondering / a heavy stone that seems to move weightlessly creates surprise SOCIAAL / SOCIAL >verwondering > roept interactie met ouder op / surprise elicits interaction with the parent
(Invisible) technical interventions can create a surprise.
„Nothing ever becomes real till it is experienced.“ Keats
PLAS OP STRAAT / PUDDLE ON THE STREET AMSTERDAM
233
VIES WORDEN / GETTING YOURSELF DIRTY
Een plas op straat biedt kinderen ruimte om spontaan in het water te lopen, rond te stampen en lekker nat en vies te worden. De variaties in het water transformeren ruimtes tijdelijk met spiegelingen en rimpelingen. In een stad met dichte bebouwing zijn waterbuffers nodig, net als een goede waterberging. Dat biedt kansen voor spelaanleidingen, zeker als kinderen ook vies mogen worden. Door bijvoorbeeld stenen op verschillende hoogtes te leggen, ontstaan bij regen nieuwe routes. Plekken voor waterretentie kunnen ruimte voor spelen bieden en tegelijk een bijdrage leveren aan vergroening van buurten.
A puddle in the street will entice children to spontaneously jump around in the water, and get themselves wet and dirty. The variations in the surface and volume of the puddle, transform this space temporarily, creating reflections and ripples. A high-density city needs water storages and healthy possibilities for water retention. At the same time, that generates opportunities for playing, especially if children are allowed to get themselves dirty. By placing cobbles or (paving or stepping) stones at different heights, new routes spring up when it rains.
MOTORIEK / MOTORIC >plassen > stampen / stamping into the puddle >rennen > / running >spetteren > / splashing COGNITIE / COGNITION >diepte > in ruimte door spiegeling / reflection creates depth of space >vies > worden / becoming dirty >‘slecht > weer’ als voorwaarde voor spel verandert het idee over wat ‘slecht weer’ is / ‘bad weather’ as a precondition for play changes the idea about the definition of ‘bad weather’ SOCIAAL / SOCIAL >een > klein feest door regen / a little party in the rain
Places where water is stored or retained, can provide spaces for play and also contribute to more ‘green’ neighbourhoods.
“Children enjoy chaos and make their own order out of it. Children enjoy being dirty and untidy; most adults hate it. We have to decide whether we are to make playgrounds for children or playgrounds that please the grown-ups.” M. Allen: Planning for play.
EEN PERSPECTIEF OP SPELEN / A PERSPECTIVE ON PLAYING
237
EEN PERSPECTIEF OP SPELEN Kinderen groeien anno 2019 anders op dan in het verleden. Meer dan ooit worden kinderen begeleid in de stappen die ze nemen. Daarmee is hun vrije ruimte minimaal geworden. Tegelijk krijgen en vinden kinderen die vrije ruimte steeds meer in de digitale wereld. Daar kunnen ze zelf dingen ontdekken. Ook in de openbare ruimte is het belangrijk dat er ruimte is om te ontdekken – in de ‘echte’ wereld: buiten het schoolplein of de buitenschoolse opvang. Het vraagt een andere aantrekkingskracht, een ander soort programma en een meer integraal ontwerp. Voorgaande hoofdstukken hebben laten zien dat de crux zit in het investeren in plekken en in ontwerpen die toegankelijk en aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen en leeftijden. Zodat de plekken voldoende variatie en de juiste speelmogelijkheden bieden voor kinderen. En zodat ouders er ook graag heen gaan en mensen elkaar kunnen ontmoeten. Naast de praktische handvatten en inspiraties uit de voorbeelden in dit boek, zijn er in dit hoofdstuk 12 behulpzame principes opgenomen om het spelen ook in de toekomst een volwaardige plek in de stad te geven: 1. HOE MEER DOELEN, HOE INTERESSANTER EEN PLEK Plekken met speelmogelijkheden die motorisch, cognitief én sociaal interessant zijn, hebben de meeste speelwaarde en zijn vaak succesvol. Met denken vanuit de speelwaarde van een plek, is de waaier aan ontwerpkeuzen significant breder dan bij het denken in doelgroepen of in leeftijdscategorieën. Speelplekken die op verschillende manieren te gebruiken zijn, zijn aantrekkelijk voor verschillende typen gebruikers in verschillende levensfasen. Wat locaties voor ouders en begeleiders aantrekkelijk maakt om wat langer te kunnen verblijven, is als het een aangename plek (in de zon, maar met schaduwplekken) is. Rookvrij, fijne zitplekken, mooie bomen en planten en geen hinder van het verkeer, zoals geluid en luchtvervuiling. Faciliteiten als een WC, een verschoon-, verkleed-, of picknickplek dragen ook sterk bij. Met andere woorden: de verblijfskwaliteit van de ruimte is van belang voor de ouders en begeleiders: dat maakt een plek interessanter voor meerdere gezinsleden. Menging van functies kan hierbij de
aantrekkingskracht van speel- en verblijfsplekken vergroten. Bijvoorbeeld met horeca, een stadsboerderij of een gym. Verschillend type ruimtegebruik door de dag heen dragen daaraan bij. Een dergelijke mix maakt daarnaast het delen van beheertaken of georganiseerd toezicht mogelijk. 2. SPELEN ALS AANLEIDING VOOR TOTAALONTWERP Net als water, infrastructuur of parkeren vraagt spelen nadrukkelijk ruimte. Spelen in de stad draagt bij aan leefkwaliteit én ruimtelijke kwaliteit van plekken en valt daarmee onder allerlei beleidsvelden. Speelruimte kan dus een uitgangspunt vormen voor zowel ontwerp- en beheeropgaven voor de openbare ruimte, als in de sociale opgaven in een buurt. Door spelen vanaf het begin van de opgave op te nemen, is het mogelijk spel op grotere schaal te integreren. Op die manier ontstaan plekken die aantrekkelijk en onderscheidend zijn. Spelen mag daarin zelfs de boventoon voeren. Daarmee kan het verrassende ideeën opleveren voor het totaalontwerp. 3. ZOEK NAAR NIEUWE STANDPLAATSEN EN ROUTES Leren we kijken als een kind, dan liggen de kansen letterlijk voor het oprapen. Kinderen spelen met alles wat ze onderweg tegenkomen. Een schommel bij een halte maakt van wachttijd een feestje – en kan daarmee de drempel om met het hele gezin voor openbaar vervoer te kiezen wellicht verlagen. Een steegje met blinde gevels wordt een spannende interactieve lichtroute. Of wat te denken van een waterberging als avonturenroute? Als we ernaar kijken zoals een kind ernaar kijkt, kunnen we er in allerlei openbare ruimtes op velerlei manieren gebruiken! 4. AFKIJKEN EN ELKAAR INSPIREREN Kinderen verschillen van elkaar. Toch kunnen we zeggen dat kinderen er over het algemeen van profiteren als ze in aanraking komen met spel en beweging die ze
239 anders wellicht uit de weg gaan. Kinderen die weinig met sport in aanraking komen, kunnen bijvoorbeeld een impuls krijgen op Krajicek Courts. Daar kun je leren tennissen, aan de hand van trainers die aan de courts verbonden zijn. Kom je nooit in de natuur? Leuk om je eigen fikkie te leren stoken op een van de natuurspeelplekken die Amsterdam rijk is. En heb je nog nooit een hamer aangeraakt? In het spijkerdorp leer je in een week je eigen hut bouwen. Kinderen steken daarbij het meeste op door te kijken naar anderen en dat ook zelf te proberen. Het zelf doen, met andere woorden. Dat roept om faciliteiten maar ook om begeleiding. Net zo goed als om inspiratiebronnen en iconen: denk aan een topvoetballer die zijn tricks en skills laat zien op een trapveldjes bij jou in de buurt.
omgeving meer motorische activiteit uit dan een bedachte speelplek. De meerwaarde van natuurlijk spelen in de stad is daarmee evident. Groen in en rondom woonbuurten maakt de omgeving aantrekkelijk en toegerust op extreem weer (verwerking van regenbuien), vermindert met schaduw de temperatuur in de stad en is goed voor de gezondheid. Benut deze natuurlijke elementen dan ook voor spelen. Bijvoorbeeld door het toepassen van klimbomen in plaats van hoogstambomen. Of door waterberging een toegevoegde functie te geven als speelplek. Voldoende robuustheid van de natuurlijke elementen en/of herstelperiodes zijn daarbij wel een voorwaarde om natuurlijke elementen ook als speelaanleiding te kunnen gebruiken.
5. VEILIG RISICOVOL SPELEN
7. SPELEN HEEFT OOK LEEGTE NODIG
Naast de behoefte aan veilige speelplekken, is het voor kinderen goed om, waar nodig met toezicht, risicovol te leren spelen. Juist omdat de risico’s in de stad groot zijn (verkeer, intolerantie, ongelijkheid) is het belangrijk dat kinderen hier al van jongs af aan mee leren omgaan. Kinderen kunnen hun grenzen leren kennen door te spelen. Het geeft ze de kans sociale vaardigheden te ontwikkelen en zelfvertrouwen te krijgen. Er is een tendens richting overbescherming. Deze ontwikkeling komt voort uit de geprojecteerde angst van de ouders; het feitelijke gevaar in het openbare domein is niet overal en altijd zo groot als we denken. Belangrijk is om ouders te prikkelen hun kinderen weer bewust met risico’s te laten omgaan. Net zoals VeiligheidNL dat sinds 2016 doet kunnen we dat doen door bij elke ruimtelijke ingreep te overwegen: is dit zo veilig mogelijk, of zo veilig als nodig?
Lege plekken geven kinderen de mogelijkheid zelf een invulling om te spelen te bedenken. Het nodigt kinderen uit de ruimte naar eigen inzicht te gebruiken en daarmee blijken zulke plekken beter gebruikt dan tot in detail ingevulde speelplekken. De leegte kan tijdelijk zijn en hoeft ook niet groot te zijn. Zolang kinderen er maar zelf met losse (en/of meegebrachte) elementen de ruimte kunnen benutten. Een container of box in de openbare ruimte (toegankelijk met een sleutel of code), waarin speel- en sport elementen kunnen worden opgeborgen, kan een meerwaarde hebben - zeker in dicht bebouwde gebieden. Op schoolpleinen kan een container met losse elementen een lege ruimte omtoveren tot een geweldig speelspektakel. Ook tijdelijke plekken – timmerdorpen, tijdelijke (kunst)installaties of bouwplaatsen tijdens de bouwvak – kunnen met leegte en losse elementen waardevolle speelruimte creëren voor kinderen.
6. AANRAKING MET NATUUR Kinderen die in de natuur spelen blijken een grotere interesse in en begrip voor natuur te ontwikkelen. En omdat kinderen in de natuur uitgedaagd worden om elkaar te helpen, helpt spelen in een natuurlijke omgeving om sociale vaardigheden te ontwikkelen. Verder blijkt spelen in de natuur bij te dragen aan concentratievermogen en lokt een natuurlijke
8. BEHEER ALS SPELAANLEIDING Beheer en onderhoud zijn essentieel voor het behoud van veilige en goede speelplekken. Ook buiten de aangewezen speelplekken kan beheer een grote meerwaarde geven voor tijdelijke en informele speelmogelijkheden. Zo veegt de stad Wenen enkele straten bewust niet bij sneeuwval om rodelstraten te creëren.
241 Datzelfde is mogelijk met bladeren in de herfst: veeg ze niet van de straat en ze bieden een geweldige plek om in te vallen of je erin te verstoppen. Of door zelfgebouwde hutten laten staan tot het einde van de vakantie: als heerlijke ‘vakantiehuizen’ voor kinderen. Natuurlijk zijn er veel aspecten om rekening mee te houden, zoals veiligheid voor voetgangers en verkeer of het voorkomen van rioolverstoppingen. Sommige voorstellen, zoals de rodelstraten, zijn niet een-op-een te vertalen naar de Amsterdamse situatie. Toch kunnen dergelijke ideeën waardevol zijn om vrijuit te kunnen denken over spel. Ze dagen ons uit anders te kijken naar de beschikbare ruimte in de stad. 9. OGEN EN HANDEN OP STRAAT Sociale aspecten bepalen het gevoel van veiligheid en toegankelijkheid van een plek. Dat wil zeggen: de aanwezigheid (of afwezigheid) van mensen, het onderlinge oogcontact en de interactie. Naast een goede stedenbouwkundige opzet van een verblijfsplek, blijft het van belang ook deze zachte kanten mee te nemen. Heeft de plek toezicht vanuit woningen? Vanaf de straat? Ook tijdens de avonden? Woningen met entrees op de begane grond zorgen ervoor dat informeel toezicht op de allerkleinsten eenvoudig is. Zeker als de stoep aan de noordzijde breed genoeg is om de zon te vangen, en zo aantrekkelijker is voor ouders om te verblijven. Hoewel ‘gated communities’ in een stad als Amsterdam niet gewenst en passend zijn, kan het werken met openingstijden de veiligheid en kosten beter beheersbaar maken. En, paradoxaal: juist in een afgeschermde ruimte hebben kleine kinderen meer vrijheid. 10. INVESTEREN IN NIET-RUIMTELIJKE ELEMENTEN Hoe mooi een speelplek ook is, als een kind er van zijn ouders niet mag komen, dan zijn die wereld en speelmogelijkheden buiten bereik. Maatschappelijke inzet om kinderen te stimuleren om naar buiten te gaan en ze hierin te begeleiden, zijn dus net zo belangrijk als fysieke investeringen. Want zonder vrijwilligers geen spijkerdorp, en zonder know-how uit de welzijnssector, sport en onderwijs geen beeld van welke kinderen in
een kwetsbare positie verkeren. Een goede speelplek vergt kortom een koppeling tussen de sociale en de fysieke kant van beleidsvelden. Betrek daarom naast omwonenden ook de sociale en de fysieke expertiese bij de planvorming van een verblijfs- en speelruimte. Weeg samen af of de kosten van een fysieke ingreep in relatie staan tot het ondersteunen van buurtinitiatieven of tijdelijke evenementen voor kinderen. 11. NEEM DE MORES VAN DE WIJK MEE De samenstelling van de bevolking en hoe deze mensen hun wijk gebruiken, heeft grote invloed op de mogelijkheden voor de openbare ruimte en speelplekken. Wat in de ene wijk een succes is, flopt ergens anders. En waar op de ene plek een grote roep is naar groen en natuurlijk spelen, hebben bewoners in andere buurten juist een voorkeur voor verharde pleinen. Ook ontwikkelen wijken zich anders. Waar de ene wijk vergrijst, worden in de andere wijk juist veel kinderen geboren. Omarm deze verschillen en bekijk welke behoeften er leven. Nu en in de nabije toekomst. Benut de verschillen om de diversiteit in de identiteiten van stad te benadrukken. Daarmee kan het gevoel van eigenaarschap bij bewoners en ondernemers in een buurt worden versterkt. 12. KIJK ALS EEN KIND Kinderen hebben een fundamenteel ander perspectief op de wereld. Letterlijk, omdat ze de omgeving vanaf een andere ooghoogte beleven. En figuurlijk, omdat ze anders door de stad bewegen, andere wensen en behoeftes kennen en geneigd zijn overal naar speelmogelijkheden te zoeken. Betrek kinderen daarom in de planvorming van een verblijfs- en speelplek. Niet via een vragenlijst of enquête, maar door ze op de plek te laten spelen. Of neem als ontwerper zelf het perspectief in van een kind. Observaties of instrumenten als Urban 95 en Auf Augenhöhe 1.20m kunnen helpen deze bewustwording bij overheden en ontwerpers te creëren. Bedenk het antwoord op de vragen die elk kind zichzelf stelt: ‘Kan ik er iets doen? Is het er spannend? Zijn er anderen?’
243
A PERSPECTIVE ON PLAYING Growing up today is different from the past. More than ever, children are guided with every step they take. That minimises their freedom. At the same time, children look for and increasingly find their freedom in the digital realm. That’s where they can discover for themselves. Public space – the ‘real’ world – should also offer possibilities to discover: outside of the school playground or child care. To achieve these possibilities, a different kind of desirability, another type of programme and more of an integral design are called for. The previous chapters demonstrated that the crux of the issue is to invest in spaces and designs that are attractive to all target groups and ages. In that way, spots can provide sufficient variation and the right opportunities for playing for children. It also attracts parents and invites people to go out and meet each other. Apart from the practical tools, and inspiration from the examples, this book formulates twelve critical principles to create sustainable, full room for playing in the city.
1. THE MORE GOALS, THE MORE INTERESTING A PLACE Places offering opportunities for playing that are interesting for motor learning, and cognitive and social development, provide the best play value and are successful most often. Starting off the process with play value in mind, instead of focussing on target or age groups, broadens the spectrum of design choices considerably. Play areas that can be utilised in diverse ways are attractive to various types of users in different life stages. A fun spot (with room to sit in the sun, but in the shades too), adds to the desirability of locations for parents and accompanying adults. They are tempted to stay even longer, when a location is smoke-free, offers good seats, lovely trees, and is free of busy traffic and air pollution. Facilities like a baby changing room, changing stalls or a picnic place can also contribute substantially. In other words, the leisure quality of spaces matter to parents and accompanying adults – making a site more attractive to more family members. A diverse use throughout the day, and improving the sense of ownership with the users, contribute as well. Other examples are: sharing management tasks or organised supervision.
2. PLAYING AS AN OPPORTUNITY FOR TOTAL DESIGN Like water, infrastructure or parking, playing claims its space in the city emphatically. Taking the added value of playing into account, playing is not the responsibility of one field in policy making but can be part of urban design, water management, landscape architecture or the management of public space. Incorporating playing in assignments from the beginning clears the way to integrate play on a larger scale. Play may even be allowed to be the leading principle. In that way, it can create surprising ideas for total design.
3. LOOK FOR NEW LOCATIONS AND ROUTES If we learn to see as children, the opportunities are ripe for the picking. Children play with whatever they come across on their way. A swing at a bus or tram stop turns waiting time into playtime – maybe even removing obstacles for the whole family to travel by public transport. An alley with blind facades transforms into an exciting, interactive light route. Or how about a water storage as an adventure area? If we see it as children do, we can profit from it in countless ways in public space!
4. IMITATE AND INSPIRE EACH OTHER Children differ from each other. Still, we can claim that in general children profit from participating in games and movement they would otherwise possibly shy away from. By generating opportunities for playing that are attractive to motor learning and cognitive and social development, these opportunities gain added value. Children who don’t participate in sports that much, might be inspired at one of the Krajicek Courts, for instance. There, you can learn how to play tennis, coached by the professionals working for the Krajicek Courts. Are you never in nature? How nice would it be to light your fire at one of the nature playgrounds in Amsterdam? Also, did you never touch a hammer in your life? In a ‘construction playground,’ you learn how to build your own hut. Children learn the most from other children and from adults: watching how others
245 go about and trying to imitate that. Doing it yourself, in other words. That calls for facilities, but also for coaching – as well as for role models and icons; like the professional football player, showing his tricks and skills on the patch of ground in your neighbourhood.
5. SAFELY ENGAGING IN RISKY PLAY Besides the need for safe play areas, it’s also beneficial for children to learn how to engage in risky play – under supervision if needed. Because risks are more severe in the city (traffic, bigotry, inequality), it’s vital that children can acclimatise to them at friendly places from a young age. Children explore their boundaries by playing; it furnishes them with an opportunity to develop social skills and confidence. Currently, there is a tendency to overprotect. This development stems from their parents’ projected fear. In fact, the safety in the public domain has never been at this level. It’s imperative to challenge parents to enable their children to tackle risks again consciously. Just like VeiligheidNL does since 2016, we can consider with every intervention in public space: is this as safe as possible, or as safe as needed?
6. IN TOUCH WITH NATURE Children playing in nature appear to develop an elevated interest in and understanding of nature. Also, because children in nature are challenged to help each other, playing in a natural environment helps to refine social skills. Furthermore, playing in nature turns out to contribute to the ability to focus, and a natural environment elicits motor learning more effectively than a constructed play area. The added value of ‘natural’ playing in the city is clear. The same goes for the quality of living, considering greenery around housing improves the desirability of the residential area. It also aids in preparing an urban area for extreme weather (drainage after rain showers), helps decrease the temperature in the city by providing shade and provides health benefits. Why not also use these natural elements natural playing? For instance, by planting trees to climb in, instead of standard or pyramid trees. Or by extending the function of water
storages by letting them double as play areas. Sufficient robustness of the natural elements and recovery periods are a prerequisite for deploying natural elements as opportunities for playing.
7. PLAYING ALSO NEEDS EMPTY SPACE Vacant sites grant children a possibility to invent their interpretation of playing. It invites children to do the interpreting themselves, inevitably ensuring these places find a better and broader use than play areas designed in detail. The vacant site can be temporary and doesn’t require much space. As long as children can utilise the space with loose parts – and elements they brought along with them. A central storage room in public space (accessible with a key or code) can have added value, especially in densely populated areas. At school playgrounds, a container filled with scraps can transform an empty space into a paradise for playing. Temporary spaces – construction playgrounds, temporary (art) installations, or building sites during holidays – can generate valuable room for playing, using empty space and loose parts.
8. MANAGEMENT AS AN STIMULUS FOR PLAYING Management and maintenance are paramount for safe playgrounds of high quality. Focused maintenance can even be of substantial added value outside of the designated play areas in the city. The city of Vienna consciously withholds gritting during frosts to enable the creation of ‘luging streets’. The same approach is possible with leaves in autumn; not sweeping them creates amazing heaps, where children can fall onto or hide in. Alternatively, keep simple huts until the end of the holidays; like ‘holiday houses’ for children. Of course, there are many aspects to take into account, like traffic safety or preventing sewage blocking. Some of the suggestions, like the luging streets, are not suitable to imitate directly in Amsterdam. On the other hand, ideas like these can be valuable contributions to approach playing with an open mind. They challenge us to view the available space in the city differently.
247 9. EYES AND HANDS IN THE STREETS
11. INCLUDE A NEIGHBOURHOODS’ OWN CUSTOMS
Social aspects determine the feeling of safety and the accessibility of a site. In other words, the presence (or lack) of people, eye contact between users and interaction. Besides a relevant concept of urban design of a site, it’s also essential to consider the ‘soft aspects’. Can you supervise the spot from the nearby housing? Or from the street? And does that include the evening hours? Houses that have entrances on the ground floor make informal supervision of toddlers easier. Especially when the pavement on the north side is wide enough to catch the sunlight, making it more desirable for parents to stay. Barring the notion that ‘gated communities’ are not preferred in or fitting for a city like Amsterdam, establishing a scheme of opening hours can aid in enhancing safety and decreasing costs. Moreover, paradoxically, particularly in shielded spaces, children can experience more freedom.
The composition of the populace and how these people utilise their district has considerable influence on the possibilities for public space and play areas. What’s successful in one quarter, fails somewhere else. Moreover, where one district needs greenery and opportunities for natural playing, another prefers paved squares. Neighbourhoods develop in different ways too. Where the populace is ageing in one district, many births occur in another. Embrace these differences and assess specific needs. Now, and shortly. Use differences to emphasise diversity in the identities of the city. That will reinforce the feeling of ownership of residents.
10. INVESTING IN NON-SPATIAL ELEMENTS However lovely a playground is, if parents do not allow children to go there, this world and its opportunities for play are out of reach. Social investments to stimulate and coach children to go outside are just as important as physical investments. Without volunteers, no construction playgrounds. And without the expertise of the professionals in welfare, sports and education, no full picture of the children in a vulnerable position. In other words, a play area of high quality needs a link between the social and physical aspects of policy-making; preferably partnering with professionals who have expertise in both fields. For that reason, make sure to include residents as well as the social and physical aspects in planning for and designing a leisure or play area. Weigh the costs of physical intervention against supporting local initiatives of temporary events for children.
12. SEE IT AS A CHILD DOES Children have a fundamentally different perspective on the world. Literally, due to experiencing their environment from a different eye level. And figuratively, because they move through the city differently, have different wants and needs and are inclined to look for opportunities for playing everywhere. Therefore, it’s imperative to include children in planning and designing leisure and play areas. Not by having them fill out questionnaires or have them surveyed, but by letting them play at a site. Alternatively, adapt to a child’s perspective literally. Tools like Urban 95 and Auf Augenhöhe 1.20m facilitate in creating awareness with officials and designers. Adapt to the perspective of a child and observe their behaviour when they play, so they can show us how they utilise public space as a playground, and if there are things we overlook. Answer yourself the questions every child always asks itself: ‘What can I do here? Is something exciting going on? Will there be others?’
249
VERDERLEZEN / KEEP ON READING ONTWERPTOOLS EN RICHTLIJNEN / DESIGN TOOLS AND GUIDELINES
AMSTERDAM EN SPELEN IN DE OPENBARE RUIMTE / AMSTERDAM AND PLAYING IN PUBLIC SPACE
Jacobs, J. (1961). The Death and Life of Great American Cities: Random House. CROW (2000). Handboek ‘Ontwerpen voor kinderen’. Gemeente Rotterdam (2012). Handleiding Rotterdamse norm voor Buitenspeelruimte. Stadt Zürich (2014). Handbuch ‘Platz zum Spielen’. Das Spielplatzkonzept von Grün Stadt Zürich. Gent (2015). Visietekst en actieplan ‘Gent, kind- en jeugdvriendelijke stad’. Maas, R., Kuitert, K., (2016). Prettige Plekken, Handboek Mens en Openbare ruimte Karsten, L., Felder, N. (2016). De nieuwe generatie stadskinderen. Rotterdam NAI010 Uitgevers. Nacto (2016). Global Street Design Guide. Urhahn (2017). De Beweegvriendelijke stad. ARUP (2017). Cities Alive: Designing for urban childhoods. Gehl, J. (2017). Space to Grow. Ten principles that support happy, healthy families in a playful, friendly city. Krihnamurthy, S., Steenhuis, C., Reijnders, D. (2018). Mix & Match – Tools to design urban play. Gemeente Amsterdam (2018). Ruimte voor sport en bewegen. Thematische studie. Gemeente Amsterdam (2018). Schoolvoorbeelden Inspiratieboek. Helleman, G. (2019). Speelbare steden, een model en gereedschapskist: Buiten Spelen No. 1. Stipo (2019). City at eye level for kids (conceptversie, verschijnt juni 2019, check)
Gemeente Amsterdam (2016). Beweegatlas Amsterdam. Gemeente Amsterdam (2016). Amsterdamse beweeglogica. De bewegende stad. Steenhuis, M. (2017). De nieuwe grachtengordel. Thoth. Gemeente Amsterdam (2018). De speelplaatsen van Aldo van Eyck in Amsterdam.
OVERIGE LITERATUUR SPELEN, SPEELPLEKKEN EN DE KINDVRIENDELIJKE STAD / OTHER LITERATURE ON PLAY, PLAYGROUNDS AND THE CHILDFRIENDLY CITY Huizinga, J. (1938). Homo Ludens: Tjeenk Willink. Allen, M. (1968). Planning for play. London, Thames and Hudson. Rauschenberg, R. (1968). Proposal for Public Parks. New York, TECHNE1. Nicholson, S. (1971). The theory of loose parts: Landscape. Architecture Quarterly, October. Bengtsson, A. (1972). Adventure Playgrounds, London: Crosby Lockwood & Son Ltd. Dattner, R. (1974). Design for Play. Cambridge Massachusetts, MIT Press. City of Vancouver (1992). High density housing for families with children guidlines. Frost, Joe L. (2010). A History of Children’s Play and Play Environments: Toward a Contemporary Child-Saving Movement. Routlegde. Refshauge, A. (2013). Evidence-Based Playground Design. Lessons Learned from Theory to Practice: Landscape research. Burkhalter, G. (2016). The Playground Project: Kunsthalle Zürich. Hajer, F. (2016). Werk maken van spelen. Oproep voor speelbeleid: Kind Spel Ruimte. Krishnamurthy, S. (2018). Childfriendly urban design observations on public space from Eindhoven (NL) and Jerusalem (IL).
ONDERZOEK NAAR ONTWIKKELING VAN KINDEREN / RESEARCH ON THE DEVELOPMENT OF CHILDREN Piaget, J. (1950). The Psychology Of The Child. Ingram Publisher Services US. Hart, R. (1979). Childrens experience of place. A Developmental Study. Irvington Publishers. Korczak, J. (1984). Hoe houd je van een kind. S.W.P. Uitgeverij. Kuik, S. (1996). Mag ik op je rug. Maklu. Gugerli-Dolder, B. (2004). Was Kinder beweglich macht. Wahrnehmungs- und Bewegungsförderung im Kindergarten. Verlag Pestalozzianum. Both, K. (2015). Kinderen in Beweging. De wereld van het jonge kind. Verhulst, F. (2017). De ontwikkeling van het kind. Koninklijke van Gorckum. Ostaijen, M. (2018). Wij zijn ons. Vantilt Uitgeverij. Sigman, D. (2019). A Movement for Movement. API Play.
SPELEN IN NATUURLIJKE OMGEVING / PLAYING IN NATURAL ENVIRONMENTS Ward, C. (1961). Adventure Playground. A Parable of Anarchy. Freedom Press. Hogan, P. (2001). Playgrounds for free. The Utilization of Used and Surplus Materials in Playground Construction. The MIT Press. Fjørtoft, I. (2001). The Natural Environment as a Playground for Children. The Impact of Outdoor Play Activities in Pre-Primary School Children. Early Childhood Education Journal. Vol. 29 No. 2 Winter 2001. O’Connor (2003). Skrammellegepladsen: Denmark's first adventure play area. Proceedings of the 2002 Northeastern Recreation Research Symposium. U.S. Department of Agriculture, Forest Service, Northeastern Research Station. p. 79–85. Louv, R. (2007). Het laatste kind in het bos: Jan van Arkel Jost, D. (2010). Changing Places. Resurrecting the ‚Adventure-Style‘ Playground“, Washington: Landscape Architecture Magazine no.3 Tovey, H. (2011). Laat ze buiten spelen. Pleidooi voor gezonde risico’s. Maklu. Wauquiez, S. (2014). Was bringen Naturerlebnisse Kindern? Argumente, Erfahrungsberichte, Forschungsergebnisse. Onck, S. (2015). Avontuur in de stad. Interview Martin van Rooijen. City Kidskrant Nr. 1. p.7
COLOFON OVER DE AUTEURS Dit boek is tot stand gekomen door kruisbestuiving tussen experts uit de ruimtelijke en sociale werkvelden van de gemeente Amsterdam. Deze brede waaier aan kennis is door het team van Berte Daan (architect en landschapsontwerper), Karin Peeters (stadssocioloog en stedenbouwkundig ontwerper) en Anna Fink (landschapsarchitect en boekenmaker) gebundeld en aangevuld vanuit hun kennis, ervaring en onderzoek. Ook relevante literatuur en externe experts zijn in de totstandkoming van dit boek betrokken, naast vele ervaringsdeskundige vaders en moeders.
ABOUT THE AUTHORS This book was conceived by the crosspollination between specialists in spatial design and professionals with expertise in social topics from the city of Amsterdam. The team of Berte Daan (architect and landscape designer), Karin Peeters (urban sociologist and urban planner) and Anna Fink (landscape architect and book making) has pooled this whole spectrum of knowledge and supplemented it with their expertise, experience and research. Relevant literature was included, and external experts were consulted - as well as many parents, the experiential experts.
IN OPDRACHT VAN / COMMISSIONED BY Gemeente Amsterdam ONDERZOEK, TEKST EN ANALYSETEKENINGEN / RESEARCH, TEXT AND ANALYSIS DRAWINGS Berte Daan en Karin Peeters MET DANK AAN / THANKS TO Katharina Peischl; Jules van Veen; projectleider Anne Meijer en het projectteam van de Gemeente Amsterdam: Imke van Moorselaar, An-Jes Oudshoorn, Nelleke Penninx, Katinka Pricken, Marijn Sleurink en Floor Zwiers; Urhahn; alle deelnemers van het ‘MicroSymposium Spelen in de Stad, 11 April 2019’; de kinderen en hun ouders die hebben deelgenomen aan de wandlingen VORMGEVING EN BEELDREDACTIE / GRAPHIC DESIGN AND IMAGE EDITING Anna Fink FOTOGRAFIE / PHOTOGRAPHY Beeldbank stadsarchief Gemeente Amsterdam: pag. 2-10; 38-45; 251-259 Karin Peeters en 11 kinderen uit Amsterdam: pag. 65-103 Jeroen Hofman: pag. 108-111; 130-133; 150-153; 170-173; 190-193; 210-213 DRUKWERK / PRINTING Wilco Art Books, Amersfoort Copyright © 2019 Gemeente Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved.
“Wat kan ik hier doen?” “Gebeurt er iets spannends?” “Zijn er anderen?” Buiten spelen is en blijft leuk, als de antwoorden op deze vragen positief zijn! Dat vertellen ook Amsterdamse kinderen en hun ouders in dit boek. Vanuit deze vragen biedt Spelen in de Stad een scala aan kennis, inspiratie en praktische handvatten om de stad te zien, ontwerpen en gebruiken als potentiële speel- en ontmoetingsruimte.
‘What can I do here?’ ‘Is something exciting going on?’ ‘Will there be others?’ Playing outside is fun, when the answers to these questions are positive! Amsterdam children and their parents point this out too, in this book. Based on these three questions Playing in the City offers a range of knowledge, inspiration and practical tools on how to view, design and use the city as a potential space for play and interaction.
In opdracht van de Gemeente Amsterdam. Commissioned by the City of Amsterdam.