Gebiedsontwikkeling.krant Zomereditie 2019
GO
Een uitgave van: Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG) / Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft
Oratie Co Verdaas: biljarten op zee p. 3 Stop met wij/ zij-denken p. 4
Novi-directeur geeft regie aanwijzingen p. 6
Paul Depla, voorzitter G40-stedennetwerk
“Gemeenten: wees bescheiden in oplossingen”
Geen verstedelijking zonder ov p. 10
Op woensdag 3 juli gaf Co Verdaas, hoogleraar Gebiedsontwikkeling, zijn oratie aan de TU Delft. Hij pleit daarin onder meer voor een radicaal andere agenda voor gebiedsontwikke laars. Lees op pagina 3 een samenvatting door Co Verdaas van zijn eigen agenda voor de komende vijf jaar. Illustratie: Remón Mulder.
Auteur: Simon Kooistra
“Wij zijn er voor de doelstellingen, en de project ontwikkelaars voor de oplossingen.” Paul Depla, burgemeester van Breda, is voor een scherpe scheiding van verantwoordelijkheden. De kers verse voorzitter van het G40-stedennetwerk vertelt over zijn lobby voor middelgrote steden, het delen van ervaringen en de samenwerking met de markt. “Als stadsbestuur moeten we meer investeren in opdrachtgeverschap dan in uitvoeringskracht.”
“Geef als bestuur de inhoudelijke kaders aan, maar bemoei je niet met de oplossingen”, zegt Paul Depla. “Het is geen taak van een politicus om te bepalen of een gebouw rood of blauw moet zijn en zes of zeven verdiepingen moet tellen.” Dan, schertsend, vanwege de recente degradatie uit de eredivisie van de Bredase voetbalclub: “Mijn wethouder sport bemoeit zich ook niet met de opstelling van NAC, hoewel hij er misschien meer verstand van heeft.”
Interview
Depla noemt een voorbeeld uit zijn periode als wethouder ruimtelijke ordening in Nijmegen. “Er moest een nieuwe stadsbrug komen. De neiging bij sommige collega’s was om al vroegtijdig voor een bepaalde architect te kiezen. Nee, zei ik, we moeten aangeven wat we willen bereiken met deze brug: een verbinding maken tussen de Waalsprong en de stad, het rivierenlandschap tot zijn recht laten komen, ruimte bieden aan
verkeersmodaliteiten, zorgen dat er letterlijk geen onveilige ‘onderwereld’ ontstaat. Met die uitgangspunten hebben we de brug aanbesteed. Er kwamen drie ontwerpen door de selectie. Met het hele college bekeken we de maquettes. Direct bij binnenkomst gaven we onze eerste voorkeur aan. Iedereen bleek toen het meest gecharmeerd van de brug die het meest op de bestaande brug leek. We hadden te weinig oog voor de oplossingen die de andere bruggen boden. Dat veranderde na een presen tatie door Jan Brouwer, toenmalig Rijksadviseur voor infrastructuur. Hij analyseerde welke brug het beste onze bestuurlijke ambities diende. Wat we daarvan leerden: stuur krachtig op je doelstelling, maar laat deskundigen aangeven wat daarvoor de beste oplossing is.” Een ander voorbeeld komt uit een nog verder verleden. Adri Duivesteijn wilde als wethouder van Den Haag de gespleten stadsdelen van het ‘zand’ en ‘veen’ met Lees verder op volgende pagina