1 JUNI
1 SEPTEMBER 2012| JAARGANG 41 – N° X | MAANDBLAD
België - Belgique P.B. 1090 Brussel 9 P 003849
Kunstenares Eefje Craenen kwam afgelopen maand naar Essegem om jonge kinderen inzicht te geven in het hoe en waarom van kunst. Met een reeks foto’s werden de kinderen geprikkeld door een verrassende beeldtaal die steeds opnieuw refereert naar de kunstenaar zelf. Vervolgens gingen de kinderen zelf aan de slag in een workshop waar materiaal, fantasie, creativiteit en het zoeken naar beeldende oplossingen centraal stonden! Dit is het resultaat!
Steunof postabonnementen rek.n°: 437-0166051-25 melding: Gazet van Jette vanaf 10 euro Oplage: 23 000 ex. V.U. Herman Van den Nest GC Essegem vzw Leopold-I-straat 329 1090 Jette 02 427 80 39 essegem@vgc.be www.essegem.be
Ik en den Theo spreken muziek op het Plazeyfestival Een gesprek met Piet Maris Het is zaterdagmiddag en we praten met Piet in de zaal La Cannete in de buurt van Anneessens. Over een paar uur start de Zinnekeparade en iedereen is in drukke voorbereiding. We treffen een onherkenbaar zwart geschminkte Piet Maris. Zijn ‘La Nouvelle Harmonie Bruxelloise d’Accordeons’ neemt deel aan de parade. Zoals steeds goed geluimd en sakkerend op het feit dat hij er als een Zwarte Piet bijloopt. Dat hadden ze op voorhand niet gecommuniceerd. Je broer Bart is ook een gerenommeerd muzikant. Stammen jullie uit een muzikaal geslacht? We zijn thuis met vijf en allen hebben we iets met muziek, maar alleen mijn broer en ik zijn professioneel muzikant. Mijn ouders waren de bezielers van een volksdansgroep en muziek was bijgevolg vanaf het prille begin aanwezig.
Zelf speel je accordeon, wat voor die tijd toch geen voor de hand liggende keuze is. Ik zou spontaan denken aan een elektrische gitaar? Ik was van kleins af gebiologeerd door de accordeon. Van mijn ouders moest ik pianoles volgen. Dat zou een goede basis vormen om later accordeonspeler te worden. Toen mijn pianolerares me vroeg waarom ik voor piano gekozen had, was dat dan ook mijn uitleg. Waardoor ik het bij hem al van het eerste moment verkorven had (lacht). Pas op mijn zeventiende had ik mijn eerste echte exemplaar vast. Eerst deed ik aan zelfstudie, later heb ik academie in avondonderwijs gevolgd.
Hoe ben je in Brussel terecht gekomen? Ik belandde pas na mijn studies in Brussel en meer specifiek na een kleine cafétour met een zigeuner. Ik vond het hier fantastisch om spelen. Ik voelde ook dat de muziek hier leefde. Niet zoals in Vlaanderen, waar bandjes in de garage repeteren, enkel omdat ze dat graag doen en later bekend willen
worden. Muziek is hier op een natuurlijke manier aanwezig en maakt deel uit van het leven in de stad. Iedere week zie je wel ergens een paar Marokkaanse trommelaars en andere muzikanten voor de deur staan bij een of ander trouwfeest. In 1996 ben ik naar Brussel verhuisd en dat was voor mezelf een belangrijke en noodzakelijke stap. Toen heb ik ook de muzikanten van Jaune Toujours samengebracht.
Is het dat wat je zo aanspreekt in Brussel? Die mengelmoes van culturen die allemaal hun eigen muziek maken? Het contact tussen de verschillende culturen is wat Brussel zo uniek maakt en dat is een absoluut voordeel dat wat mij betreft niet genoeg gestimuleerd kan worden. Mensen zijn vaak bang dat nieuwe invloeden andere waarden zullen verdringen, maar in feite zorgen de nieuwe elementen voor een verbetering van het geheel. Uitwisseling en kruisbestuiving zijn voor mij een must, zeker ook op muzikaal vlak. Mijn drang naar culturele diversiteit komt niet alleen voort vervolg op p. 2