1 minute read

Inleiding

In de eerste eeuwen van onze jaartelling, lag het eiland waar later ons Urk van overbleef, midden in het meer “Flevo”. In dit meer monden de rivieren, Vecht, Gelderse IJssel en Eem uit. Het Flevomeer was een zoetwatermeer en moet ongeveer gelegen hebben in het zuidelijke deel van de latere Zuiderzee. Het was een uitgestrekt meer omringd door loofbos.

De vele stormvloeden die ons werelddeel na de IJstijd teisterden, brachten grote veranderingen aan in Noord Nederland. Marken, Wieringen, Urk en Schokland werden eilanden. Er werden vele plannen gemaakt om de Zuiderzee te temmen. De stormvloed van begin jaar 1916 en de gevolgen daarvan gaven tenslotte de doorslag.

Op 13 juni 1918 werd de “Wet tot afsluiting en droogmaking van de Zui¬ derzee” zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Op 29 juni 1920 (ik was toen ruim 4 maanden oud) werd begonnen met werk; als eerste de dijk naar Wieringen vanafde Noord-Hollandse kust.

Op 28 mei 1932, twee minuten over een werd de afsluitdijk met een grote hap keileem gedicht. De Zuiderzee was afgesloten. Urk verloor zijn zoute boorden en lag in een zee zonder eb en vloed. In 1939 raakten we eilanders af, door de sluiting van de dijk naar Lemmer.

Verhalen ofverhaaltjes die onder de titel “Brieven uit Gouda” reeds in Het Urkerland te lezen waren, heb ik uitgezocht en alleen de verhalen die over Urk midden in de Zuiderzee gingen zijn nu in een boek bij elkaar gebracht. Oude Urkers vinden een stukje nostalgie en de jonge Urkers kunnen lezen hoe ofwij daar midden in de Zuiderzee leefden.

Jan ten Napel, Gouda, april2006.

This article is from: