De Landschotse Heide ligt tussen Middelbeers en Vessem en is sinds 1973 beschermd natuurgebied. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft dit heidelandschap een opmerkelijke rol gespeeld. Vliegveld Welschap werd in die periode door de Duitse bezetter gebruikt als opleidingsbasis voor bommenwerpers. De oefenbommen moesten natuurlijk ergens geworpen worden, dus daar was een oefenterrein voor nodig. Dat werd zo´n tien kilometer verderop ingericht, op De Landschotse Heide. Hier konden piloten oefenen in het bombarderen van schepen. De Duitsers creëerden op de heide een aantal schepen in het landschap
van ongeveer 50 meter lang en 7 meter breed. Deze ´oefenboten´ bestonden uit aarden ruggen, omgeven door een sloot. Om het vanuit de lucht nog realistischer te laten lijken, werd daar bovenop nog een soort houten kajuit geplaatst. De heide werd onder water gezet, zodat de vormen van schepen boven de waterspiegel uitstaken. De piloten wierpen betonnen bommen met in de zijkant uitsparingen waarin glaasjes met fosfor waren geplaatst. Door de val brak het glas en ontvlamde de fosfor, wat voor een hevige rookpluim zorgde. Zo kon men vanuit de lucht en vanuit de observatiebunker in
Hoogeloon zien of de oefenbommen hun doel hadden geraakt. Na de bevrijding is een groot deel van de heide ontgonnen. Bij verschillende boeren in de omgeving zie je de betonnen bommen nog altijd staan als erfdecoratie. De bunker, van waaruit waarnemingen werden verricht, staat nog altijd aan de Ir. Mettropweg in Hoogeloon. Ook een aantal van deze oefenschepen is nog altijd duidelijk zichtbaar.
11 Content_Magazine_Juni_2014_DEF.indd 11
23-05-14 14:24