ROEREND Iedereen is het roerend eens: ons patrimonium moet bewaard en beschermd worden. Het moeten niet eens ‘monumenten’ zijn. Een omwalde hofstede, een paar arbeidershuisjes, een veldkapel. Hun vertrouwd beeld op ons netvlies gegrift. Identiteit of nostalgie in baksteen, hout en beton? Laat een ander maar uitleggen dat de kerk, de molen, de sjouwer ooit op de slooplijst zouden staan. Dat heet onroerend erfgoed. Grondvast, geworteld in ons collectief geheugen en als het meezit, koninklijk beschermd. Waarom krijgt roerend patrimonium meestal niet dezelfde waardering en zorg? Verhalen, geschriften, beelden, voorwerpen die mede de geschiedenis van personen, families, verenigingen vertellen. Onze zoektocht leverde een onverhoopt aantal verenigingsvlaggen op. Sommige zagen al jaren het daglicht niet meer, gekreukeld en het wapperen verleerd, maar nog steeds trots hun lading dekkend. Er bestaat ongetwijfeld meer van dat. Laat het niet verdwijnen in de grijparmen van onze wegwerpmaatschappij. Ons dorp moet deze winter geen brown-out vrezen. Bewaar de kaarsen maar voor de gezelligheid. Zet tablet en mobieltje eens uit en test even of u nog een sinterklaas- of kerstliedje kent. Dat heet dan ont-roerend erfgoed. Dit is zowaar de laatste column ‘oude stijl’. Er wacht u een verrassend nieuwjaarsgeschenk. Sst…, surprise!
1 ‘t Aaltje
AALBEKE IN DE OORLOG (2) Op 18 oktober 1914 begon de slag aan de IJzer, waarbij vele duizenden Belgische soldaten sneuvelden of gewond werden. Eind oktober liet men de IJzervlakte onder water zetten en kwam de Duitse opmars tot stilstand. De ca. 25 km brede frontzone zou de komende drie jaar vrijwel niet meer veranderen. Het ‘Vrije België’ beperkte zich tot het gebied achter de IJzer. De Duitsers groeven zich in op de andere oever. Dit ’operatiegebied’, waar de krijgswet van toepassing was, liep van Diksmuide over Torhout en Roeselare naar Menen. Daarachter lag het ‘etappengebied’.
Organisatie van de bezetting Omdat de Belgische regering naar Le Havre was getrokken en koning Albert bij zijn troepen bleef, lag de politieke en bestuurlijke organisatie van het land helemaal overhoop. De Duitse bezetter installeerde in Brussel een generaalgouvernement dat het bestuur overnam. Het grootste deel van Oost– en WestVlaanderen werd etappengebied, een rust– en bevoorradingsgebied waar de Duitse legerleiding zorgde voor de logistiek: hospitalen, magazijnen, onderhoud van materiaal, munitieopslag, bakkerijen, post en telegrafie enz. De gemeenten ten zuiden van Kortrijk, waaronder Aalbeke, maakten vanaf november 1914 deel uit van het etappengebied van het Vierde Leger. Tegelijk lag de grens met het operatiegebied vlakbij: die volgde de weg Brugge-Kortrijk om
november– december 2014
Tijdens de Eerste Wereldoorlog konden de Aalbekenaren betalen met ‘eigen geld’. 31ste jaargang nr. 183