Publicatie Christoffel & Kate Bisschop: Verlangen naar vroeger

Page 1

CHRISTOFFEL & KATE BISSCHOP VERLANGEN NAAR VROEGER

FRIES MUSEUM, LEEUWARDEN

WAANDERS UITGEVERS, ZWOLLE

INHOUD Voorwoord | Kris Callens 9 Inleiding | Marlies Stoter 13 De jonge Christoffel en zijn vrienden | Marlies Stoter 19 Christoffel Bisschop – binnenshuis op zijn best | Anne-Marie Segeren 29 Kate Bisschop-Swift – uit de schaduw | Hanna Klarenbeek en Anne-Marie Segeren 55 Hindeloopen in scène gezet | Eveline Holsappel 73 Het echtpaar Bisschop en de markt voor eigentijdse kunst | Evelien de Visser 95 Curator Kate en Museum Bisschop | Marlies Stoter 103

Uit de kunstverzameling in villa Frisia 120

Papegaaitje, leef je nog? | Femke Diercks 123

Anna in het kraambed | Jos Koldeweij 125

Het puttertje van Kate Bisschop | Elze van der Vies 127

Van wandtapijt tot ateliergordijn | Hillie Smit 129

Hout voor de Nederlandse markt | Ron Brand 131

Een geheimzinnige heilige uit Brabant | Jos Koldeweij 133

Nawerk 137

Noten 138

Geboorte- en sterfjaren van genoemde personen 148

Bronnen en literatuur 150

Fondsen en partners 158

Colofon 159

WEER KLEUR OP DE WANGEN

Het voorjaar kwam laat in 1898. Na een zachte winter roerde maart zijn staart en eind april waren de beuken nog kaal.1 Geen wonder dat Kate en Christoffel Bisschop zich op 22 april van dat jaar warm aangekleed hadden voor een fotosessie op het gazon bij hun Haagse huis (zie p. 6-7). Het idee om het kunstenaarspaar in en achter een antieke arrenslee te laten poseren kwam vast niet van henzelf, en echt vrolijk zien ze er niet uit. Vermoedelijk bevond de jonge fotograaf zich onder de gasten die voor de zeventigste verjaardag van Christoffel Bisschop naar villa Frisia waren gekomen.2 In het Van Stolkpark hing hier en daar de vlag uit en vele vrienden en bewonderaars van de schilder beklommen de hoge stoep van het huis. Ze ontmoetten elkaar in het grote atelier, waar ze het glas hieven. Steeds opnieuw klingelde de bel omdat nieuwe bezoekers zich aandienden of omdat er een bloemenhulde of gelukstelegram in ontvangst moest worden genomen. Die dag mocht Hendrik Willem Mesdag zijn collega toespreken. Hij herinnerde alle aanwezigen aan wat ‘de schilder van het schitterend effect van zonneglans en kleurenpracht’ al bijna vijftig jaar betekend had, niet alleen voor de groei en bloei van de Haagse kunstenaarsvereniging Pulchri Studio, maar zeker ook voor de vaderlandse kunst. Mesdag hoopte dat Christoffel Bisschop zijn ereplek in de kunstenaarswereld nog vele jaren kon vasthouden.3

Zeven jaar later organiseerde Kate Bisschop, zelf ook een bevlogen en gewaardeerd kunstenaar, een overzicht van de schilderijen en aquarellen van haar man in hun woonplaats.4 Ze adoreerde Christoffel en ze zag zijn recente overlijden als een kans om zijn werk voor een laatste keer goed voor het voetlicht te brengen. Het ontging bezoekers en recensenten van de presentatie in Pulchri Studio niet dat voor dit eerbetoon werken uit de aanzienlijkste huizen en paleizen tevoorschijn waren gekomen. Ook koningin-moeder Emma bezocht de eretentoonstelling en liet zich door Kate langs de schilderijen voeren.5 Emma kwam daar het portret van haar dochter tegen, dat voor even Paleis Lange Voorhout

MARLIES STOTER

13
INLEIDING
Kate Bisschop-Swift, Hoekje in het atelier van Christoffel Bisschop in villa Frisia in Scheveningen, 1914, olieverf op paneel, 32,5 × 24,5 cm. Fries Museum – Collectie Provincie Fryslân – Schenking Kate Bisschop-Swift

Net zoals veel tijdgenoten begon Christoffel Bisschop zijn carrière met het schilderen van historiserende genretaferelen, geïnspireerd op zeventiende-eeuwse meesters. Zijn werk werd goed ontvangen, maar heel onderscheidend was het tussen 1850 en 1860 nog niet. In 1860 reisde Christoffel naar het Friese plaatsje Hindeloopen, bekend vanwege zijn kleurrijke streekdracht en opvallende interieurs. Bewust was hij op zoek naar zijn eigen stijl. Op latere leeftijd vertelde hij hierover: ‘In Leeuwarden, waar ik woonde, kwam dikwijls een vrouwtje uit Hinlopen bij m’n moeder; om boodschappen. Nu, en die kwam dan in haar Hinlopensche kleeren; zoo de dorps-Friesche kleeren aan weet u; en toen kwam ik op ’t idee, dat dáár in Hinlopen wel eens iets typigs, echt-typigs kon zitten. En ik ging naar Hinlopen; huurde d’r zoo’n huisje om in te werken. En toen begon ik maar weet u. Na een tijdje kwam er een kunstkooper uit Petersburg en die zei “hap!” En nog een andere. En sedert dien heb ik m’n genre gevonden, weet u.’1

Christoffels genretaferelen met figuren in Hindelooper en Friese kostuums werden publiekslievelingen op tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Zijn geromantiseerde beeld van het eenvoudige leven dat nog niet zo lang geleden verdwenen leek, wekte een verlangen op naar de goede oude tijd. Sporadisch richtte hij zijn schildersoog op zijn eigen tijd en omgeving. Niet alleen in zijn werk, maar ook in zijn eigen huis was dat verlangen naar vroeger te zien. Ook toen eind negentiende eeuw Christoffels kunst snel uit de mode raakte, bleef hij vasthouden aan dat wat ooit was.

DE EERSTE STAPPEN IN HINDELOOPEN

In september 1860 stuurde Christoffel Zondag te Hindeloopen, het eerste schilderij met zijn nieuw gevonden onderwerp, naar de Tentoonstelling van Levende Meesters in Amsterdam.2 (afb. 11) In een typisch Hindelooper interieur bestuderen twee vrouwen in Hindelooper kleding een grote bijbel. Christoffels inzending was een daverend succes. Een recensent schreef: ‘De Hinlopensche meisjes

ANNE-MARIE SEGEREN

29
CHRISTOFFEL BISSCHOP –BINNENSHUIS OP ZIJN BEST
10. Deelnamekaart van Christoffel Bisschop aan de Wereldtentoonstelling van Parijs in 1878. Particuliere collectie – Met dank aan J. Bruintjes
48 CHRISTOFFEL BISSCHOP –BINNENSHUIS OP ZIJN BEST
49 CHRISTOFFEL BISSCHOP –BINNENSHUIS OP ZIJN BEST
30. Christoffel Bisschop, Het zonnige hoekje, ca. 1888, dekverf en waterverf op papier, 760 × 507 mm. Rijksmuseum, Amsterdam –Legaat van de heer en mevrouw Drucker-Fraser, Montreux Ñ 31. Christoffel Bisschop, Ledige wieg (alternatieve titel In gedachten), 1883-1892, olieverf op doek, 128,5 × 92,5 cm. Fries Museum – Collectie Koninklijk Fries Genootschap –Legaat P.J. Suringar 1892

EEN FRIESE COLUMBUS

Het bezoek dat Christoffel Bisschop tijdens een reis naar Friesland in 1860 bracht aan het stadje Hindeloopen, werd jaren later door een journalist vergeleken met de ontdekkingsreis van zijn naamgenoot Christoffel Columbus naar Amerika.1 Het was alsof het stadje in de Friese Zuidwesthoek daar in totale afzondering lag te wachten op de komst van de schilder uit Den Haag. Maar Christoffel was noch de eerste noch de enige bezoeker die gefascineerd raakte door het eigenaardige stadje met zijn kleurrijke interieurs en kleding. Het is dan ook geen toeval dat hij juist daar de inspiratie vond voor de schilderijen die hem beroemd zouden maken.

TELOORGANG VAN HET FRIESE ERFGOED

De geschiedenis van Hindeloopen, gelegen aan een uitstekende punt in de voormalige Zuiderzee, gaat terug tot de middeleeuwen. Hoewel de meeste inwoners geld verdienden met handel en zeevaart, had het stadje geen eigen haven. Vanaf de zeventiende eeuw gebruikten de Hindelooper kapiteins Amsterdam als vertrekpunt voor hun reizen naar Scandinavië en het Oostzeegebied. Bij terugkomst kochten ze daar luxegoederen die door de handel met de Verenigde Oost-Indische Compagnie in overvloed aanwezig waren: kommen en schalen van Chinees en Japans porselein en sits uit India. Deze kleurige beschilderde of bedrukte katoen verwerkten de Hindelooper vrouwen rijkelijk in hun interieur en kleding. (afb. 50) Door de handel met de Oostzee vonden ook bankjes uit Danzig, Russische kommen en andere souvenirs hun weg naar de Hindelooper pronkkamers. In deze kamer aan de achterkant van het huis stonden de mooiste meubels en bezittingen te pronk. Aan het einde van de achttiende eeuw nam door de teruglopende handel en de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog de welvaart in Hindeloopen echter snel af. Toen in 1823 de Leidse student Jacob van Lennep de stad vol verwachting bezocht, trof hij een vrijwel uitgestorven stad aan. Hij schreef teleurgesteld: ‘De Hinloopensche vrouwen (die wij niet zagen) zijn, als bekend is, zeer vreemd gekleed.’2 Van Lennep kwam te laat: de

EVELINE HOLSAPPEL

73
IN
HINDELOOPEN
SCÈNE GEZET
Christoffel Bisschop, Winter in Friesland (detail van afb. 54), ca. 1876, olieverf op doek, 80,8 × 134,5 cm. Fries Museum – Aankoop met steun van de Vrienden van het Fries Museum

rouw. (afb. 63) Dit strookt echter niet met haar wit met rode sitsen mouwen en de rode onderrok. Ook de blauwe kleur van de kleding van de zittende vrouw bij Winter in Friesland wijst erop dat zij in de rouw is, maar dan zou haar onderrok blauw of zwart moeten zijn en niet felrood. Christoffel liet zich dus meer leiden door esthetische overwegingen dan door de vermeende werkelijkheid en koos daarom voor contrast en kleurigheid. Vooral zijn gebruik van de kleur rood viel op. ‘Het rood van Bisschop is vlammend’, schreef een journalist in 1902.25 Voor de weergave van mannenkleding gebruikt hij vaak een blauw baeitje (baaitje), een mannenvest van wollen damast met rode bloemen uit zijn eigen verzameling. (afb. 62) Hij laat de zwarte jas die de Hindelooper mannen over het vest dragen weg, zodat het kleurrijke vest goed zichtbaar is. Hij speelt met de verschillende onderdelen; hoe authentiek de scènes ook lijken, het is een werkelijkheid die in scène is gezet.

KENNER EN VERZAMELAAR

De keuzes voor zijn weergave van het Hindelooper kostuum kwamen niet voort uit onwetendheid. Toen in 1871 een journalist de vrouw links op De trouwdag aanzag voor de bruid, corrigeerde Christoffel hem. Hij liet weten dat een bruid in Hindeloopen gekleed gaat ‘in het wit snoer’, met een witte sondook om haar hoofd. De journalist schreef vervolgens bewonderend dat ‘men in Nederland wel met een kaarsje zal kunnen zoeken naar hen, die deze interessante bijzonderheid van kleedij kennen’.26 In 1898 was Christoffel lid van de Commissie van bijstand voor de Tentoonstelling van Nationale Kleederdrachten die dat jaar in Amsterdam plaatsvond.27 Christoffel verwierf zijn kennis tijdens verschillende bezoeken aan Hindeloopen, waar hij de interieurs en kleding bestudeerde en objecten voor zijn verzameling kocht. Tijdens een van zijn eerste bezoeken aan de stad in 1860 schreef zijn vriend Desiré von Franckenberg hem: ‘zyt gy nu weder aan nieuwe hindeloopers bezig en hebt gy daar nog veel studies kunnen maken en costumes kunnen meebrengen’.28 Uit inventarissen blijkt dat de meeste meubels en vele stukken keramiek uit Hindeloopen al in zijn bezit waren voor zijn

huwelijk met Kate in 1869. Dit geldt mogelijk ook voor de kleding, waarover staat vermeld: ‘De Hindelooper kleding is alles gekocht te Hindeloopen gedeeltelijk van de familie Kat en gedeeltelijk van verschillende Hindeloopers. Ook zijn enkele stukken ten geschenke ontvangen van de familie Nauta te Hindeloopen.’29

FOCUS OP HINDELOOPEN

Eind negentiende eeuw kreeg Hindeloopen, mede door het succes van de Hindelooper kamer, een bijna mythische status. Het zou een compleet uniek stadje zijn. Toch schreven bezoekers aan Friesland vanaf de zestiende eeuw niets opmerkelijks over Hindeloopen. Over de kleding merkte men op dat de dracht niet veel afweek van de kleding in andere visserssteden in de Zuidwesthoek, zoals Molkwerum, Warns en Koudum. Pas in de negentiende eeuw werd er geschreven over de inrichting van de huizen, maar ook in dat opzicht leek Hindeloopen niet echt af te wijken van de omringende plaatsen. Over de meubels gaat het romantische verhaal dat de Hindelooper zeelui het kale hout beschilderden als tijdverdrijf, wanneer zij tijdens de lange wintermaanden thuis waren. Christoffel bevestigde dit beeld in zijn schilderij van een Hindelooper man die thuis een wieg beschildert. (afb. 64) Onderzoek heeft echter uitgewezen dat de meubelen werden gemaakt door zogenoemde witwerkers, die uitsluitend met naaldhout werkten. Vaak beschilderden ze hun producten zelf. Naast de witwerkers die in de grote steden in Nederland waren gevestigd, was er ook lokale productie in Friesland. Een andere manier waarop de beschilderde meubels in het Hindelooper interieur terechtkwamen is door tweedehandsmeubels te kopen op boedelverkopingen en die over te schilderen met patronen en motieven naar de heersende mode. Ook de rode lessenaar die veelvuldig voorkomt op Christoffels schilderijen en die hij voor zijn huwelijk in 1869 in Hindeloopen kocht, is overgeschilderd in de negentiende eeuw. (afb. 61) Meubelen die het stempel ‘Hindeloopen’ krijgen, komen ook gewoon voor in inventarissen op andere plekken in Nederland, bijvoorbeeld de flap-aan-de-wand. De houten beschilderde wieg die Christoffel zo vaak schildert, blijkt slechts zelden voor te komen in Hindelooper boedelinventarissen, want baby’s in Hindeloopen sliepen gewoonlijk in een wieg

90 HINDELOOPEN IN SCÈNE GEZET
64. Christoffel Bisschop, Jongen die een wieg beschildert, 1899-1901, olieverf op doek, 72 × 94 cm. Fries Museum – Collectie Provincie Fryslân – Schenking Kate Bisschop-Swift
91 HINDELOOPEN IN SCÈNE GEZET

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.