Awraham Roet
FOTO’S: DAVE SINAI
65 jaar Israël
Verhalen van ’48 Bij het 65-jarig bestaan van de Staat Israël blikken drie Nederlandse Israëli’s terug op hun leven in het jaar dat de Joodse staat werd geboren. „Wij waren jong en het land was jong. Pas later kwamen de zorgen.” JAN FRANKE
D
e onlusten van 1947 tussen Arabische inwoners van Palestina en de Joodse bevolking. De onafhankelijkheidsbewegingen Haganah, Lechi en Etzel, de wapensmokkel, de tragedie met het schip Altalena, het vertrek van de Britten. Maar ook: het opbouwen van een nieuw bestaan in dat jonge land, waar vrijwel alle families door de Sjoa getekend waren. De geboorte van de staat Israël was een keerpunt in hun levens. Nu zijn ze op leeftijd – de jongste is 78, de oudste 85 – en kijken ze terug op die bewogen periode.
Awraham Roet Amsterdam, 1928 „Na de oorlog had ik het gevoel dat Nederland mij niet verdedigd had. Ik wilde er niet meer wonen. In maart 1946 nam ik de boot; via Tanger en Alexandrië voer ik naar Israël,” vertelt Avraham Roet. In zijn ruime woning
24 | C 27
NIW7327_Geboorte_Israel.indd 1
vol judaïca en kunst in Ramat Gan, even buiten Tel Aviv, zorgt hij voor een gastvrije ontvangst. Roet groeide op in Amsterdam in een zionistisch-orthodox gezin met zeven kinderen. Zijn grootvader en twee zusjes en een pleegbroer werden vermoord in de nazi-vernietigingskampen, maar hij overleefde, net als zijn ouders en drie broers, in de onderduik. „Ken je dat boek van Ed van Thijn, 18 adressen? Daar doet mijn onderduiktijd aan denken. Uiteindelijk zat ik met roodgeverfd
‘De mensen wonnen. Dat is het wonder van ’48’ 12 APRIL 2013
10-04-13 15:48