2 minute read

Mooi verhaal

Maarten van der Wal: Interventie-radioloog

Maarten van der Wal is interventieradioloog en werkt al sinds 2007 in Franciscus. Als interventieradioloog voer je een behandeling op beeld uit met behulp van röntgen- of echoapparaat of met een CT-scan.

‘Sinds kort behandelen we ook kleine tumoren bij de nier, de zogenoemde nierablaties. Tumor-ablatie behandelingen zijn niet nieuw, maar wel in ons ziekenhuis. De behandeling is voor patiënten met nierkanker. Dit doen we in nauwe samenwerking met de urologen in regionaal verband met Maasstad Ziekenhuis, IJssellland Ziekenhuis en Erasmus MC. Voor grotere tumoren is nog wel een klassieke operatie nodig.

De behandeling vindt plaats op de CT-scan. Tijdens de behandeling ligt de patiënt op de buik. Eerst neem ik nog een stukje weefsel van de tumor af voor microscopisch onderzoek, om te kijken of het echt kanker is. Dat doen wij omdat wij de tumor op dit moment alleen nog maar via de scan hebben gezien. Wij moeten nog bewijzen dat het echt om kanker gaat. Hierna breng ik een speciaal soort naald in om de tumor te verwijderen. Deze naald geeft een soort magnetron straling af; de microwave methode. Deze microwave methode geeft een heel exact resultaat. Door te bepalen hoeveel vermogen je erin stuurt en hoelang, kun je nauwkeurig bepalen dat je de tumor weghaalt. De rest van de nier en nierfunctie blijven hierbij intact.

Het voordeel van deze techniek is dat de patiënten een korte opname hebben. Daarbij gaat het via een heel klein prikgaatje en hoeft er dus geen snee gemaakt te worden. De meeste mensen voelen zich al vrij snel na de behandeling zo fit, dat zij al vragen of ze eind van de middag naar huis kunnen. Het is een veilige methode met een laag complicatierisico. De patiënten waarbij we de nierablatie gedaan hebben zijn ook allemaal heel tevreden en hebben weinig pijn.

In de komende jaren wordt er hard aan gewerkt om mensen met longkanker en mensen met uitzaaiingen van dikke darm kanker ook op deze manier te helpen. Dat gaat een enorme vlucht nemen.’

This article is from: