Samen over het muurtje kijken
De nieuwe Vlaamse regering is uit de startblokken, de cultuursector heeft een nieuwe minister. Spannende tijden voor ons, maar ook voor de ambtenaren van het departement Cultuur, Jeugd & Media. Carolien Coenen, met een wat atypisch profiel als ingenieur, staat aan het hoofd van de afdeling Cultuur. Bij haar klopt een hart voor al wat de wereld mooier maakt. Net als Mieke Ackx, verantwoordelijke sociaal-cultureel werk en bovenlokaal, gelooft ze in al die mensen en organisaties die verbinden in een gefragmenteerde samenleving. Met Wascabi blikken ze vooruit op de nieuwe regeerperiode.
Welke vinden jullie de belangrijkste uitdagingen voor cultuur in het algemeen, en het sociaal-cultureel volwassenenwerk en de amateurkunsten in het bijzonder?
Carolien Coenen: “De verdere digitale transformatie van de cultuursector, de opkomst van artificiële intelligentie en immersieve digitale toepassingen. Ik zie ook een uitdaging in het samenwerken en kennisdelen in de sector, en in internationale werking. Kwaliteitsvolle infrastructuur, gedeelde ruimtes, dat wordt in deze regeerperiode
zeker een prioriteit. We zien tot slot ook de interdisciplinariteit toenemen. Je kan kunstenaars niet meer in vakjes stoppen. Hoe gaan we daar mee om?”
Mieke Ackx: “Ook in de amateurkunsten zie je dat. We hebben nu die opdeling in al die kunstvormen met hun eigen koepels. Hoe gaan zij inspelen op die nieuwe, hybride kunstvormen? Voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk en de amateurkunsten zijn er nu nieuwe decreten. We hopen dus op decretale rust. Naar verbetering streven

is goed, maar de grootste uitdaging is nu toch die nieuwe decreten toepassen.”
Coenen: “We bekijken wat daarvoor nodig is. Moeten we bijkomende infosessies over een bepaald instrument inlassen? Kunnen we flankerende maatregelen nemen om de sector te ondersteunen? We zetten ook in op het verzamelen van data, want we willen weten waar de hiaten zitten. We willen nadrukkelijk een kennisorganisatie zijn.”
Jullie hebben ongetwijfeld meegewerkt aan de beleidsnota van de nieuwe minister. Hoe is dat in zijn werk gegaan?
Ackx: “In de administratie bereiden we altijd een regeerbijdrage voor die de regeringsonderhandelaars een overzicht geeft van de prioriteiten voor onze beleidsvelden. Wij hebben ook fiches klaar met een overzicht van lopende dossiers van het departement. De nieuwe minister en het nieuwe kabinet kennen dan meteen de stand van zaken en de uitdagingen voor de komende jaren en kun-

nen snel opstarten. We bekijken het nieuwe regeerakkoord: zitten daar andere accenten in? Hoe ziet onze nieuwe minister haar beleid, welke klemtonen wil zij leggen? Dat alles vormt de basis voor onze aanzet voor de beleidsnota, die het kabinet dan schrijft.”

Leidt de wissel van coalitiepartners tot een trendbreuk?
Coenen: “De onderhandelaars hebben in het regeerakkoord voor zichzelf duidelijk bepaald waar deze Vlaamse regering voor staat, en dat is toch vooral een voortzetting van de vorige regeerperiode. Die continuïteit vindt de administratie ook belangrijk. Maar de minister gaat uiteraard eigen accenten leggen. Wat ze ons zeker al heeft meegegeven, is dat ze graag samenwerking wil over haar beleidsdomeinen van Welzijn,
Gelijke Kansen en Cultuur heen.”
Hoe zien jullie die interdisciplinariteit in de praktijk?
Coenen: “Dat is te vroeg om hier nu al in detail op in te gaan. Ons transversaal team zal deze linken leggen, in nauw overleg met de collega’s die het sectorale beleid opvolgen. Dat wordt boeiend! Wij zijn er immers van overtuigd dat cultuur een belangrijke bijdrage kan leveren aan beleidsvelden zoals welzijn, economie, onderwijs of gezondheid. Daar-
“We moeten er over waken dat we de cultuursector niet instrumentaliseren. Uitgangspunt voor het cultuurbeleid
blijft de intrinsieke waarde van cultuur”
- Carolien Coenen
bij moeten we er wel over waken dat we de cultuursector niet instrumentaliseren. Als uitgangspunt voor het cultuurbeleid blijven we de intrinsieke waarde van cultuur hanteren.
Wij gaan de minister van Cultuur niet afschaffen, hoor! Linken leggen met andere departementen doen we overigens al veel langer. De eerste vraag van onze secretaris-generaal is altijd: heb je al over het muurtje gekeken?”
De organisaties in het sociaal-cultureel volwassenenwerk hebben het gevoel dat hun autonomie onder druk staat. In de commissie Cultuur hoorden we scherpe parlementaire vragen over onze rol. Zien jullie die tendens?
Ackx: “In de vorige legislatuur zijn er inderdaad pittige vragen gesteld, ook in de commissie. Dat is gezond
in een parlementair systeem als het onze. Het is beter dat vragen in dat forum worden gesteld, waar minister, administratie en sector de juiste informatie kunnen geven, dan dat verhalen een eigen leven leiden op sociale media. De sector moet zich niet aangetast voelen in zijn autonomie, zolang de checks & balances werken. En wij hebben als administratie bewezen dat we staan voor een weloverwogen opvolging van het beleid. Een kritische sector moet ook wederwoord kunnen verdragen. In het nieuwe decreet is heel duidelijk niet geraakt aan het civiel perspectief. We kunnen de sector alleen maar op het hart drukken zich niet te snel geviseerd te voelen. De checks & balances werken. Laat ons met zijn allen zorgen dat ze blijven werken.”
In de amateurkunstensector heerst dan weer onrust over de beheersovereenkomsten die vanaf de nieuwe beleidsperiode met elke koepel onderhandeld kunnen worden.
Coenen: “De beheersovereenkomst is een gekend instrument in de erfgoedsector en de kunstensector. Ze creëert duidelijkheid over de doelstellingen en de verwachtingen, die je aan het eind van de rit ook kan evalueren. Maar iets nieuws is altijd een beetje spannend.”
Ackx: “Het is vooral een kans om als volwassen partners in dialoog te gaan en afspraken te maken, zodat organisaties daar achteraf niet op afgerekend worden. Het is geen manier om een sector te muilkorven, het is een manier om zakelijk af te spreken.”
De werkdruk ligt ook bij jullie hoog, de administratie kreeg een aantal besparingsrondes te verteren. Moeten jullie taken laten
vallen omdat er te weinig mensen zijn?
Ackx: “Elke ambtenaar in ons departement is gedreven. Als leidinggevende moet ik mijn mensen bijna tegen zichzelf beschermen, zodat ze niet opbranden. Hoe minder mensen we hebben, hoe meer de overblijvers dat proberen te compenseren. Dat is niet houdbaar.”
Coenen: “Tegelijk ga je ook nadenken over hoe je dingen beter en efficiënter kan organiseren. Ook AI past in dat plaatje. Er komen immers altijd nieuwe ideeën en nieuwe beleidsinstrumenten bij, er gebeuren altijd onvoorziene dingen. Wie had in 2019 verwacht dat we een jaar later met de pandemie zouden zitten? Je moet als administratie onder alle omstandigheden wendbaar zijn.”
Ackx: “Het cliché van de ambtenaar die zijn uurtjes komt kloppen, is al lang voorbijgestreefd. Je ziet dat weerspiegeld in de veranderende profielen. We zoeken ambtenaren met expertise en kennis, die inhoudelijk én zakelijk sterk staan.”
Krijg je door dit veranderende profiel ook een ander soort interactie met de organisaties?
Coenen: “Onze nieuwe secretaris-generaal ziet bovenbouworganisaties als partners. Wij hebben onze kennis, zij hebben hun kennis, wij kunnen elkaar versterken en daarbij vertrekken we beide vanuit het belang van onze sector. Dat belang van samenwerken zit ook in de beleidsnota. Onze maatschappij is zo complex, er zijn zoveel – ook internationale – factoren waar we geen greep op hebben. Wij moeten als klein Vlaanderen de krachten bundelen.”
Ackx: “Collega’s voldoende het veld in krijgen, dat blijft wel een uitda-
ging. Op cruciale sectormomenten zoals Wascabi moeten mijn mensen aanwezig zijn om met iedereen in gesprek te gaan. Er moet een zekere betrokkenheid zijn, al gaan we ook niet overal de deuren plat lopen. We mogen niet rechter en partij zijn.”
In de vorige regeerperiode was er commotie rond consultancy. Hebben jullie het gevoel dat consultants kerntaken van het departement uitvoeren?
Ackx: “Niet echt. Onze materies zijn moeilijk te vermarkten. Voor een deelonderzoek kan je een consultant inschakelen, soms omdat de collega’s te weinig tijd hebben. Maar het kan ook goed zijn om een onbevooroordeelde blik binnen te trekken.”
Een van jullie prioriteiten is ruimte. In de beleidsnota Jeugd is sprake van een masterplan Jeugdinfrastructuur. Hoe zit dat voor Cultuur?
Coenen: “Het gaat om een gezamenlijke visienota voor de cultuur- en de jeugdinfrastructuur. Dat wordt bij ons door één team opgevolgd. We hebben het geluk dat de bevoegde ministers van dezelfde partij zijn, daar kunnen we tot een mooi samenspel komen.”
Jullie kondigen ook actie aan op digitaal terrein?
Coenen: “De nieuwe afdeling Digitalisering heeft daar een heel belangrijke rol in. Op termijn gaan we onze digitale systemen Kiosk en AXI uitfaseren. We zijn volop bezig met de implementatie van een nieuw systeem. Wij zullen de sector daar uiteraard in begeleiden, met handleidingen en infosessies.”
Ackx: “We moeten met die hele digitalisering wel attent blijven voor
bepaalde doelgroepen. Je kan de overheadkosten voor een organisatie beperken door bijvoorbeeld lidkaarten te digitaliseren. Maar een zestiger pikt misschien liever een papieren lidkaart op bij de plaatselijke voorzitter. We moeten aandacht blijven hebben voor dergelijke behoeften. We mogen digitalisering niet zo ver doordrijven dat mensen uit de boot vallen. We moeten een manier vinden om de digiborns te verzoenen met de boomers.”
“In het nieuwe decreet is heel duidelijk niet geprutst aan het civiel perspectief”
- Mieke Ackx
Coenen: “Samen dingen doen, samen dingen realiseren, het belangrijkste blijft toch mensen samenbrengen.”
