‘Het beleid heeft gefaald’ Hoogleraar sociologie Jan Willem Duyvendak deed vier jaar onderzoek naar immigratie en de Nederlandse identiteit. De integratie gaat goed volgens hem, ondanks het beleid. ‘We hebben het nog steeds over migranten alsof ze gisteren aankwamen, dat is ongelooflijk!’ tekst Marieke Buijs / foto’s Jan-Maarten Hupkes
‘D
é Nederlander bestaat niet.’ Aanstaand koningin Máxima haalde zich een stortvloed aan verwijten op de hals toen ze bij de presentatie van een rapport over de Nederlandse identiteit de veelzijdigheid van het Nederlanderschap trachtte te vatten. Nederlanders voelden zich aangevallen, de brievensecties van kranten stonden vol verontwaardiging en pogingen dat Nederlanderschap te definiëren. Zo schreef mevrouw J. Jansen uit Bunnik in het AD: ‘Wij Nederlanders die hier de bezetting hebben meegemaakt, denken en voelen heel anders dan degenen die dit niet hebben meegemaakt. Die zware onderdrukking was niet te doen. Heel gelukkig waren wij, en zijn wij nog steeds, bevrijd te zijn. En vooral ook Nederlander te mogen zijn.’
Hoogleraar sociologie Jan Willem Duyvendak (53) vindt de commotie over Máxima’s uitspraak tekenend voor het denken over burgerschap in Nederland. ‘Het thema identiteit, Nederlanderschap, leeft ontzettend, maar niemand weet precies te definiëren wat dat Nederlanderschap is. Vaak wordt daarom teruggegrepen op het verleden en de vaderlandse geschiedenis, zoals
26
FoliaMagazine
mevrouw Jansen ook doet.’ Het roerige eerste decennium van de eenentwintigste eeuw, met de aanslagen van 11 september en de politieke moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, heeft zijn sporen nagelaten in de Nederlandse maatschappij. Duyvendak onderzocht hoe die heftige ontwikkelingen de Nederlandse politiek en samenleving troffen. En dan vooral wanneer het gaat om het denken over immigratie en ‘Ne-
‘Het integratiebeleid is tegenstrijdig’ derlanderschap’. Samen met collega-hoogleraren Evelien Tonkens en Peter Geschiere gaf Duyvendak leiding aan een groep sociologen en antropologen die vier jaar lang onderzoek deden naar de Nederlandse identiteit. Het team bestudeerde krantenberichten, ging undercover in NieuwWest en analyseerde interviews met Turkse en Marokkaanse jongeren van de tweede generatie. Nu maakt Duyvendak de balans op. Aan zijn met stapels boeken overwoekerde werktafel in het Spinhuis vertelt Duyvendak
over zijn onderzoek naar onze maatschappij. Hij praat gemakkelijk en levendig, maar pauzeert een enkele keer om zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Duyvendak verklaart waar de obsessie met de Nederlandse identiteit vandaan komt. ‘Onder druk van globalisering en migratie hebben we het gevoel dat we nu moeten definiëren wat echt Nederlandschap is, voordat het te laat is. Daarom willen we de canon van onze geschiedenis vastleggen en een Nationaal Historisch Museum oprichten.’ NEGAtIEVE NOStALGIE Sommige politici geloven dat het definiëren van wat Nederlands is, migranten helpt te integreren. Dan weten ze immers waar ze naar zouden moeten streven. Maar Duyvendak ziet een ander, negatief effect van die nostalgie. ‘Wanneer je