Folia 30 jaargang 2014 2015

Page 1

NUMMER 30 · JA ARGANG 66 · 10 JUNI 2015 ·

JOSÉ VAN DIJCK ‘Twitteren? Dat doe ik niet meer.’

F O L I AW E B . N L · H VA & U VA

UITSTELGEDRAG Bevroren van angst tussen de studieboeken

ENERGIE De zon heeft nog flink wat over

VOL OP DE TWEEDE VIOOL Het Sweelinck op weg naar Het Concertgebouw


ADVERTENTIE

Goed voorbereid een nieuw studiejaar in?

CheCk je studieGids! welke vakken heb je volgend jaar? hoeveel studiepunten krijg je voor een vak? wat voor tentamen kun je verwachten? en wat moet je weten en kunnen om straks je diploma te behalen? al deze informatie – en meer – staat in de studiegids van je opleiding. nu beschikbaar op je opleidingspagina op dLwo, of studiegids.hva.nl.

CreatinG toMorrow


8 Pagina

ACTUEEL

Gevoelige snaren Het oudste studentenorkest van Nederland oefent keihard voor een Mahler-uitvoering in Het Concertgebouw. Krijgen ze de pittige symfonie op tijd in de vingers en houden ze de dirigent tevreden?

16

INTERVIE W

JosĂŠ van Dijck De president van de KNAW over haar voorganger, vrouwen in de wetenschap, de positie van de kleine talen en haar populariteit in Noord-Brabant.

22

F O T O R E P O R TA G E

Dagje UvA Was u er ook bij, zaterdag 6 juni? Een impressie van de Universiteitsdag en de Dag van de Amsterdamse Student. Heel Amsterdam leek die dag uit te lopen voor de UvA.

3


4

Colofon

FOLIA 30

Inhoud

Weekblad voor de HvA en UvA

26

Folia is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD A’dam, telefoon 020-5253981, e­mail redactie@folia.nl Hoofdredacteur Altan Erdogan Chef redactie Mirna van Dijk Art direction Vruchtvlees Cover Mats van Soolingen Redactie (print/web) Willem van Ewijk, Yannick Fritschy, Daniël Rommens (beeldredactie), Carlijn Schepers, Nina Schuyffel, Henk Strikkers, Bob van Toor, Stephan Vegelien, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Asis Aynan, Bob Bronshoff, Emma Curvers, Vera Duivenvoorden, Idris van Heffen, Hannah Fuellenkemper, Marc Kolle, Marc Kruse, Sebastiaan van de Water

Daar is de zon In potentie is de zon onze krachtigste energievoorziener. Op het Science Park werkt men aan de grootste uitdagingen waar de wetenschap nu voor staat: zonnecellen moeten rendabeler worden.

32

Eindredactie / Correctie Mirna van Dijk, Cecile Elffers Opmaak Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Linda Duits, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Sebas Veeke Bestuur Esther Crabbendam,

31

Damiaan Denys, Geleyn Meijer, Freek Rebel, Alexander Rinnooy Kan (vz), Bert Westenbrink Secretariaat Stephanie Gude Directeur Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare, België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zand-

Okay Glass, tidy up!

voort@bureauvanvliet.nl Voor advertenties binnen UvA en HvA: stephanie@folia.nl Folia probeert altijd de rechthebbenden van fotomateriaal te contac-

Pik vangen

teren. Hebben wij u niet kunnen bereiken? Mail dan naar redactie@ folia.nl.

Emma Curvers weet het zeker: vrouwen smachten net zoveel als mannen.

Students help keep public areas clean using Google Glass, and teach area managers to do the same.


Redactioneel Gapend gat

40

Altan Erdogan, hoofdredacteur Folia

DOSSIER

Van uitstel komt… Iedereen schuift weleens een saaie taak voor zich uit. Niks aan de hand. Maar wat als uitstellen je leven beheerst? En wat valt eraan te doen? ‘Mijn bureau werd een nare plek.’

En verder... 6-7 Het moment/ Navraag/De week 13 Column Asis Aynan 31 Emma Curvers 36 Op de tong 37 Lunchen met 38 Toehoorders 39 Promoties/Hora est 44 Stage 45 Prikbord/Brief

46 Wat doe je nu? 47 Overigens

Het was wederom raak, afgelopen vrijdag op de stoep en de trappen van het Maagdenhuis. Een groepje actievoerders van De Nieuwe Universiteit, inclusief zwarte kleding en onvermijdelijke bivakmutsen, blok­ keerde de hoofdingang. Dit keer was de actie gericht tegen uitbuiting van medewerkers en het grote aantal ‘wegwerpcontracten’. ‘Flexwerk je moeder’ stond er op een van de spandoeken. Wiens moeder dan precies ­ en waarom – bleef ietwat onduidelijk, maar medewerkers van UvA en HvA die balend naar de zij­ingang werden gedirigeerd, wisten genoeg: ‘Nee, niet wéér, hè?!’ Met de verbaasde toeristen en de stratenmakers die onverstoorbaar verdergingen met het vlak maken van de stoep, leek het beeld van de rituele rondedans op het Spui compleet: beetje blokkade, beetje boosheid, maar verder geen vuiltje aan de lucht. Het wachten was ook dit keer op oliemannetje Edgar du Perron van het College van Bestuur. Dat wil zeggen: totdat een drietal frisgekapte en olijk kijkende studenten ten tonele verscheen. Alle drie blond, één kokerrokje, één korte broek, fris gesteven witte shirtjes. Kordaat stapten ze op de blokkade af, liberaal­blauwe foldertjes op glanspapier in de hand. ‘De Vrije Student bezet geen gebouwen, maar be­ stormt de studentenraad’ stond erop. Lichte paniek bij de actievoerders, hier hadden ze niet op gerekend. In gesprek met ‘die JOVD’ers’ dan maar? Tussen toeristen en stratenmakers poogden DNU en de liberale studentenpartij er een spontaan openluchtde­ batje van te maken. Zelden sloegen zoveel statements en meningen over en weer te pletter op dovemansoren en uit steen gehouwen wereldbeelden. Edgar du Perron kwam die middag niet opdagen. Wel twitterde hij om half vier: ‘#maagdenhuis Spijtig dat vandaag voor te harde actievorm is gekozen. Dat bedreigt het proces van vernieuwing: ‘Het is toch nooit genoeg.’ De stratenmakers op het Spui waren toen al klaar met hun werk, het gat in de stoep was keurig ge­ dicht. Dat wel.

www.foliaweb.nl @Folia FoliaNL FoliaTV

5


6

FOLIA 30

Het Moment

De rugbyspelers van Amsterdam en Nijmegen schoppen elkaar bont en blauw, poepen op de tent van de tegenstander en lopen naakt als ze gescoord hebben. Het Groot Nederlands Studenten Kampioenschap – dit jaar in Amsterdam – heeft zo zijn eigen ongeschreven regels. Amsterdam wist de hegemonie van de Hanzestad ook in 2015 niet te breken. ‘Ze trainen daar overdreven veel,’ reageerden de Amsterdammers. tekst en foto Sebastiaan van de Water

Navraag Roosmarijn Goldbach

tekst Dirk Wolthekker

Student logica Roosmarijn Goldbach won zaterdag de UvA-scriptieprijs met haar masterscriptie Modelling Democratic Deliberation. Ze ontwierp een wiskundig model om te onderzoeken hoe een democratische keuze het beste tot stand komt. Je scriptie klinkt ingewikkeld. ‘Het is een heel abstract onderwerp. Het gaat om de vraag wanneer een zogenoemde deliberatieve democratie het meest effectief is. In zo’n democratie staat overleg, kennisdeling en het uitwisselen van argumenten en beweegredenen centraal. Een collectieve beslissing kan tot stand komen enkel door te stemmen, maar ook door daaraan voorafgaand uitgebreid te delibereren. Daar kun je een wiskundig model op loslaten waaruit je kunt concluderen of enkel stemmen voldoende

is, dan wel voorafgaande delibereratie effectiever is.’

Wanneer is een deliberatieve democratie effectief? ‘Het hang heel erg af van het onderwerp waarover moet worden beslist. Delibereren is heel belangrijk en nuttig als er meer dan twee alternatieven zijn. Als je kunt kiezen tussen a en b, haalt een van beide standpunten de meerderheid. Maar als je moet kiezen tussen a, b en c, dan kan voorkomen dat een meerderheid a boven b verkiest, een meerder-

heid b boven c en een meerderheid c boven a. Om een legitieme uitkomst te krijgen, is overleg heel belangrijk.’

Heeft de democratiseringsbeweging aan de UvA iets aan je onderzoek? ‘Ik denk wel dat de democratiseringsbeweging iets heeft aan de politiek-filosofische theorie van de deliberatieve democratie, omdat daarin het voeren van een dialoog op basis van wederzijds respect en het zich inleven in elkaars standpunt en beweegreden heel belangrijk is.’


7

9.5 3475

is het cijfer waarmee Roosmarijn Goldbach, winnaar van de UvA-scriptieprijs, afstudeerde.

euro bracht de veiling op, die HvA-studenten voor Nepal organiseerden.

Het Maagdenhuis vrijdag 5 juni foto Daniël Rommens

De Week Meedoen

V

oor de derde maal op rij beten de Amsterdamse studentsporters in het stof op het Groot Nederlands Studenten Kampioenschap. In eigen huis nota bene, wat wel betekende dat we op een steenworp afstand toch uit konden blinken in onze sterkste tak van sport. Op nog geen vijf kilometer van USC Universum was een elftal ex-bezetters, dat zelfs nog met bivakmuts herkenbaar is, voor de zwaarbeproefde deur van het Maagdenhuis catenaccio aan het spelen. Niemand kwam er doorheen. Dat, in combinatie met het spandoek ‘Flexwerk je moeder’, leverde een 6 voor de uitgangswaarde en een 2 voor de uitvoering op. Gemiddeld

17

is het rugnummer van UvA-student geschiedenis Tessel Middag, die momenteel meedoet aan het WK vrouwenvoetbal.

tekst Henk Strikkers en Bob van Toor

een 4 voor de gehele kür. Laat dat nu exact het aantal vaste contracten zijn dat je bij de geesteswetenschappenfaculteit nog kunt lospeuteren. We willen geen slechte verliezers zijn, maar wij hebben iets veel leukers: een actieweek! Althans, dat vertelde info@uva.nl ons. We voelden ons in onze persoonlijke e-sfeer en op onze pik getrapt, maar ook een beetje opgewonden: even hoorden we allemaal bij team Bezetter. Zelfs de HvA hoorde erbij, maar daar scoort men wel echt. Het opkomstpercentage bij de medezeggenschapsverkiezingen lag maar liefst 155 procent hoger dan vorig jaar, een door studenten opgezette veiling voor

Nepal bracht maar liefst 3500 euro op en de HvA krijgt ook nog eens 50 procent inspraak in de procedure voor de nieuwe rector, zonder ook maar een seconde te hebben bezet. De UvA lijkt op een panisch laverend zeilmeisje dat ieder moment gekaapt kan worden door elke vedette die in de verlenging nog even het erepodium van protest wil aantikken. Laat ze een voorbeeld nemen aan de Olympische Spelen en hun gulden motto. Dus stap in die commissies, agendeer er schoonmakers, flexcontracten en desnoods je moeder. Maar zie in wat de Olympische Spelen zo’n succesvol evenement maakt: meedoen is belangrijker dan winnen.


8

Actueel Sweelinckorkest


10 JUNI 2015

Ook de tweede viool wil hogerop Studenten op weg naar Het Concertgebouw

tekst Willem van Ewijk foto’s Bob Bronshoff

Om Gustav Mahler goed te kunnen spelen moet je zijn emotie begrijpen, zegt de Cubaans-Amerikaanse dirigent Libia Hernández. Maar de leden van het Sweelinckorkest studeren te weinig om zich echt in de romanticus te verdiepen. Zal het ze lukken Mahlers vierde symfonie tot een goed einde te brengen?

‘H

ebben jullie gestudeerd? Nee, hè?’ Libia Hernández zet haar handen in haar zij. Zoals iedere donderdagavond repeteert het Sweelinckorkest in de Amsterdamse Singelkerk. De dirigent heeft de cellisten en contrabassisten gevraagd een uur eerder te komen. Het ritme loopt nog niet, zegt Hernández tegen het groepje. Ze zitten op oude houten stoeltjes, en kijken haar met verbaasde ogen aan. ‘We hebben nog anderhalve week. Dit moet kloppen. Beloven jullie dit te gaan studeren? Please,’ zegt ze. Intussen druppelen de andere orkestleden binnen, violisten vooral. Ze gaan in de kerkbankjes zitten. Geconcentreerd openen ze hun rugzakken en halen bakjes salade van de Albert Heijn to go tevoorschijn. Alle hoofden gaan omhoog als Eckhardt Ubbens binnenkomt, de 23-jarige student sociologie die sinds een paar weken de tweede violen aanvoert. Hij legt zijn vioolkoffer op een houten bankje. Ubbens kijkt even naar zijn viool, voelt aan de snaren, en doet de koffer weer dicht. Dan haalt ook hij, met de jas nog aan, een bakje salade uit zijn tas. ‘Pikante Italiaanse kip’, staat er op het etiket.

‘Mezzoforte,’ zegt Hernández op de achtergrond. Ze begeleidt de strijkers met de hand en zingt de noten voor. ‘Just one finger. Doe het met één vinger.’ Vijfentwintig jaar geleden kwam de Cubaans-Amerikaanse voor het eerst naar Nederland, toen ze als bassist voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest ging spelen, en nog altijd mengt ze haar Nederlands met frases Amerikaans. Erg honkvast is Hernández dan ook nooit geweest. Ze leerde dirigeren op conservatoria in Moskou en Den Haag, en werkte vervolgens als dirigent voor de opera in Dortmund en Staatskapelle Weimar. De leden van het UvA-Orkest J.Pzn. Sweelinck, allemaal studenten van de UvA, de HvA en de VU, kozen haar zes jaar geleden na audities tot dirigent.

Alles loopt achter Al na een paar minuten staan de saladebakjes leeg op de kerkbank. Dan klinkt de kakofonie die altijd klinkt voor aanvang van een concert, als strijkers en blazers hun instrumenten stemmen. Seringe Huisman, een 22-jarige tweede violist, en student

9


10

Aanvoerder van de tweede violen Eckhardt Ubbens in een onderonsje met voorzitter Seringe Huisman.

biologie en Latijns-Amerikastudies aan de UvA, staat naast Hernández op het houten plateau, ook wel de bok genoemd, en neemt het woord. ‘Het enige dat ik wil zeggen is dat je niet moet vergeten kaarten te kopen. Het gaat erg hard met de kaartverkoop. Anders hebben je ouders straks geen kaartjes meer,’ zegt ze. De studenten zullen op 16 juni de vierde symfonie van Gustav Mahler ten gehore brengen in Het Concertgebouw. Nog maar drie repetities voor de uitvoering is er veel werk te doen, zo blijkt als Huisman gaat zitten en Hernández het woord neemt. ‘Luister thuis naar de muziek, kijk filmpjes op YouTube,’ zegt Hernández, en ze kijkt over de hoofden van de musici. Ze zoekt oogcontact, tevergeefs. De studenten zijn nog druk bezig de papiertjes van hun partij te rangschikken en die op de muziekstandaard te zetten. De zware houten kerkdeuren gaan open. Een meisje met blond haar en limoengroene Nikes komt haastig binnenlopen. Ze gaat achteraan zitten bij de tweede violen, plaatst een bakje salade naast haar stoel en zet haar instrument zonder te stemmen aan de kin. ‘Willen we een zes?’ vraagt Hernández haar muzikanten. ‘Ik hoor het verschil, en de mensen ook. We kunnen er een tien

van maken.’ De studenten knikken van ja, maar lijken niet echt onder de indruk van de toespraak van Hernández. Natuurlijk moeten ze beter spelen, weten ze. Maar vanavond hebben ze nog drie uur repetitie voor de boeg. Daarna zijn er nog twee repetities. Het zal wel goed gaan. Het is tot nu toe altijd goed gegaan: het Sweelinckorkest is het oudste symfonieorkest van Amsterdam, opgericht in 1878. De zesentachtig studenten treden ieder jaar op in het Muziekgebouw aan ’t IJ en in Het Concertgebouw. Onlangs gingen ze nog op tournee langs de grote orkestzalen van de landen aan de Oostzee. ‘Oké, eerste noot lang,’ besluit Hernández en ze geeft de maat aan. De kerk wordt gevuld met dromerige Disneymuziek. Mahler schreef zijn compositie in 1892, de periode van de late Romantiek. De componist schreef dat hij zich met de vierde symfonie wilde verplaatsten ‘in het denken en voelen van lang vervlogen tijden’. Het eind van het stuk toont het beeld dat een kind van de hemel heeft. Wie in het eerste deel van het stuk de ogen sluit, ziet groene weides, vol herten en bloemen. Maar niet vanavond. Want telkens weer onderbreekt de dirigent haar musici, alsof het voetballers zijn die aanvalscombinaties oefenen, en zij de coach. ‘Jongens, alles loopt achter,’ zegt ze gehaast.

‘Koorddansen, dat is het. En alles moet samen’


11

Libia Hernandez dirigeert het orkest terwijl sopraan Charlotte Janssen Mahler vertolkt.

‘Pa-da-daah. Het is goed, het is ritmisch. Maar we moeten met veel meer pit spelen.’ ‘Mag ik vanaf maat twaalf,’ vraagt Hernández op strenge toon. Even lijkt het alsof de muziek zal doorspelen tot het einde. Dan laat ze haar armen zakken en is alles stil. ‘Sorry,’ zegt ze, ‘nooit een accent op de one. Never an accent on the one.’ Als de weemoedige melodie net iets van vrolijkheid begint te krijgen, onderbreekt Hernández weer. Ze kijkt de tweede violisten aan. ‘Jullie zijn belangrijker dan de eerste violen. Die leunen op jullie,’ zegt ze. ‘Maar jullie moeten dan wel heel ritmisch spelen.’

plaats wisselen met de tweede violisten.’ Ze wordt geflankeerd door Annette, een vrolijke altvioliste met bril en sproeten, en door Iza, een meer timide tweede violiste met blond haar. ‘De eerste violisten spelen alle mooie melodieën’, zegt Annette. De andere twee knikken. Het zou goed zijn als ze net als de tweede violisten echt een keer gingen werken, lijken het drietal te willen zeggen. Waar is aanvoerder Eckhardt Ubbens? ‘Als tweede violist heb je een andere stem,’ zei die nog voor aanvang van de repetitie, tussen twee happen Italiaanse kip door. Volgens hem is de een niet belangrijker dan de ander. Het is vooral van belang dat de twee elkaar goed aanvoelen. Het is precies wat Libia Hernández zegt, nadat ze het tweede deel van de repetitie zijn ingegaan. De tweede violisten moeten volgens haar niet te veel vrijheid nemen, en goed in het ritme blijven. Ze neemt een hap adem: ‘Dit is koorddansen. Dat is het. En alles moet samen. Niet alleen. Geen selfies. Het is een absurd concept misschien,’ zegt de dirigent. Maar de strijkers moeten beter op elkaar ingespeeld raken, vindt ze. Alsof je met zijn tweeën over een koord loopt, samen de evenwichtsstok vasthoudend, zo precies moet het geluid van de instrumenten samenvallen. Pas als dat gebeurt klinkt er muziek, legt

‘Dit is een heel achttiende-eeuwse, heel extreme emotie’

Geen selfies Een paar tweede violisten zit met wat altviolisten in een hoekje van de kerk. Het is pauze. Libia Hernández en Seringe Huisman zijn door een zijdeurtje de zaal uitgelopen, de gang op. ‘Voor een auditie,’ zegt altviolist Rodo Nijhoff. Snel ritst hij zijn tas dicht en beent achter het duo aan, de zaal uit. Iemand haalt een pak DubbelFrisss tevoorschijn. ‘Zodra ik voorzitter ben,’ zegt Dora Brouwer, de student rechten en Nederlands die Seringe Huisman zal opvolgen als voorzitter van het Sweelinckorkest, ‘wil ik voorstellen dat de eerste violisten af en toe van


12

FOLIA 30

Hernández uit. ‘Zie je dat er soms een geluid is, van oké, Mahler is hier! Alleen klank,’ zegt Hernández, ‘niet “ik”’. De muziek laait op. In snelle bewegingen spelen de violisten hoge dreigende tonen. Hernández houdt haar hand omhoog. ‘What kind of emotion is this?’ vraagt ze. ‘Dit is een heel achttiende-eeuwse, heel Duitse, heel Mahler, heel extreme emotie.’ Volgens Hernández is het niet makkelijk om Gustav Mahler te spelen. ‘Hij was Boheems, Oost-Europees. Hij was joods, maar moest katholiek worden. Hij heeft veel beleefd,’ zal Hernández na afloop van de repetitie uitleggen. Moe van drie uur lang haar armen bewegen, op zoek naar metaforen om haar orkest te motiveren, leunt ze tegen een piano. Ze is buiten gehoorsafstand van de musici. ‘Om Mahler te spelen moet je zijn emotie begrijpen,’ zegt Hernández. Zelf leest ze veel van wat Mahler heeft geschreven, vooral zijn brieven. ‘Ik denk dat we dan in de buurt kunnen komen,’ zegt ze. ‘Over de vierde symfonie schrijft Mahler: “Het werk is als een schone droom die tenslotte in het niets opgaat.”’ Zijn de studenten niet te jong en te onervaren om dit soort muziek te maken? ‘Studenten hebben genoeg drama,’ zegt Hernández vastbesloten.

zoveel gesekst tussen deze talentvolle muzikanten als Annette doet geloven? ‘Ik ben er zelf ook schuldig aan,’ bevestigt Seringe Huisman. Ze klinkt gehaast, dirigent Hernández heeft de studenten gevraagd om weer te gaan zitten om de laatste twee delen van de symfonie in te studeren. Huisman heeft een relatie met een eerste violist. Ze wijst naar een jongen met halflang donkerblond haar. Hij heeft een zwart-witte streepjestrui aan en zit al klaar op een van de oude houten stoeltjes. ‘We oefenen samen. Dat is wel echt heel handig. Dan leer je elkaar nog beter aanvoelen. Eigenlijk zou iedereen dat moeten doen,’ zegt Seringe Huisman. ‘Maar daar is niet altijd tijd voor.’ Een uur later, tegen het einde van de repetitie, lukt het Hernández al aardig om de ego’s weg te poetsen en de orkestleden te dwingen in harmonie te spelen. ‘Samen!’ roept Hernández. ‘Meer body language,’ zegt ze erbij. Zelfs in lichaamstaal moet het orkest eenheid uitstralen. De twee cellisten in de hoek moeten meer met hun hoofd schudden. Wiebelend met hals en romp volgen ze de beweging van hun strijkstok. Ze gniffelen. ‘Kijk naar elkaar,’ zegt de dirigent. Hernández zal de avond nog vaak onderbreken met beeldspraak. Bijvoorbeeld: ‘Het derde deel van Mahler is heel veel strelen. Lange noten. Wisselende noten, zodat het niet te kortademig is.’ De studenten horen Hernández kalm aan, zetten hun viool weer aan de kin en spelen verder. Alhoewel ze het liefst ononderbroken doorspelen, zal Eckhardt Ubbens na afloop zeggen, zijn de studenten blij met Hernández’ manier van dirigeren. ‘Ze is heel passievol,’ zegt Ubbens, en hij staart naar de bok waar zijn dirigent een map met de partituur op A3-formaat van de standaard haalt. ‘Hoe zij het doet gaat het sneller dan dat ze in detail allerlei technische dingen uitlegt. De simpelste metafoor kan allesomvattend zijn.’ Hernández heeft op haar beurt weer veel begrip voor haar musici. ‘Hoeveel tijd heb je als student om te oefenen?’ vraagt ze zich af, leunend op de piano. ‘Meestal is het heel goed, maar je moet een beetje streng zijn.’ Naar het einde van het vierde deel onderbreekt Hernández niet meer. ‘Er klinkt geluid,’ zou Hernández zeggen. ‘Je hoort Mahler.’ Ze zwaait met haar armen door de lucht als een zwaan, zwaar en lenig tegelijk. De muziek stopt. Iedereen staat op en is klaar om naar bar Lunar te gaan. ‘Good,’ besluit Hernández. ↙

Wordt er echt zoveel gesekst tussen deze musici?

Avondje zuipen Tijdens de pauze vertelt Annette dat er bij het Sweelinck vijf stelletjes zijn. Ze zit ontspannen weggezakt in de kerkbankjes. Kort geleden zijn er twee getrouwd, Pepijn en Clara. ‘Die wonen nu samen in San Francisco.’ Dan heeft ze de relaties met de invallers nog niet meegerekend, die ‘van buiten komen’ en dus ‘interessanter zijn’. Volgens de vrolijke altvioliste zijn de muzikanten van het Sweelinckorkest gewoon normale studenten. Na de repetities borrelen ze in bar Lunar aan de Halvemaansteeg. Ze organiseren ieder jaar een Kamermuziekavond: dan leggen ze allemaal 35 euro in, gaan ze dineren, en tussen de gangen door maken groepjes orkestleden muziek. ‘Eigenlijk is het gewoon weer een excuus voor een avondje zuipen,’ zegt altviolist Rodo Nijhoff. ‘Heb je al van het Nederlands Studentenorkest gehoord?’ vraagt Annette. Ieder jaar in februari komen de beste honderd studentenmusici samen in een boerderij in het Brabantse Someren, legt ze uit. In een bootcamp van tien dagen studeren ze een concert in. Om de moed erin te houden geeft iedere avond het bestuur van een van de deelnemende studentenorkesten een feestje. Vervolgens geven ze elf concerten op een rij, en daarna gaan ze nog een week toeren in het buitenland. Dat geeft nog meer kans om vlees van buiten te ontmoeten, zeggen de brutale ogen van Annette. Toch maar even aan de voorzitter vragen. Wordt er echt

Het UvA-Orkest J.Pzn. Sweelinck speelt Dukas, Wagenaar, Schönberg en de vierde symfonie van Gustav Mahler, op vrijdag 12 juni om 20.15 uur in de Geertekerk te Utrecht en op dinsdag 16 juni om 20.15 uur in Het Concertgebouw. sweelinckorkest.nl


10 JUNI 2015

ASIS AYNAN Illegaal V

orige week had ik drie optredens, waar ik over mijn werk werd bevraagd. Ik wilde op deze plek over die vertoningen schrijven. Op de laatste dag van de week stond dat voor(in)genomen idee me te­ gen. Om verwaande schrijverij tegen te gaan, dacht ik aan de vroege jaren negentig. In die tijd kwam een vriend van me naar Nederland. Hij verbleef hier illegaal, hij was niet de enige. Het duurde niet lang voor hij een baan vond, als afwasser bij een Ita­ liaan. In het sjieke restaurant werd hij Georgio genoemd. De naam paste hem: kort, bonkig en hij liep over van het testosteron. We speelden vaak ronda, een Marokkaans kaartspel. Dan vertelde hij over zijn dromen. Illegalen hadden een grote aantrekkingskracht op mij. Zo trok ik weken met hen op in Brussel en in Haarlem kwam ik regelmatig in een pension achter het busstation, waar Algerijnen zonder papieren zich verzamelden. Het was opvallend dat ze vooral met elkaar optrokken, en de sfeer was immer positief – ondanks hun benarde positie. Toch school de bekoring niet alleen in die goed gekruide atmosfeer. Op een dag werd het mij duidelijk. In de keu­ ken stond op het vuur de bouillon te borrelen. Het was ramadan, en we wachtten op de zonsondergang, zodat we het vasten konden verbreken. Samen keken we op de bank naar Goede tijden, slechte tijden. Op het scherm was een stelletje vurig aan het zoenen. De illegale vriend sprong op, slaakte een hijgkreet en kreunde zachtjes na. De scène had hem laten klaarkomen. Ik was met stomheid geslagen. Toen hij Europa had bereikt, verscheurde hij zijn paspoort. Hij had zich stateloos gescheurd, dan kon hij nergens naar worden terugge­ stuurd. De landsgrenzen die op papier waren getrokken bestonden niet meer voor hem. Maar naast topografische lijnen werd hij in zijn illegale situatie ook niet meer beknopt door culturele grenzen, die door ge­ meenschappen worden getrokken: zedelijkheid. Mijn hang naar die onmetelijke vrijheid was de belangrijkste reden om met die vrije jongens op te trekken.

De illegale vriend sprong op; GTST had hem laten klaarkomen

13


14

Opinie

FOLIA 30

GEKOZEN RECTOR? JA, GRAAG Is het rendementsdenken aan de

W

vrijheid aan de UvA juist heel

aar staat de UvA voor? Voor vastgoedbeleid? Vast niet. Voor kwaliteit van onderwijs? Vast wel! Maar dat biedt niet meteen houvast als inmiddels een derde van de bevolking hoger onderwijs volgt. Dat wordt steeds grootschaliger en tegelijk meer gepersonaliseerd en ook nog eens internationaal georiënteerd. Staat de UvA ook voor kwaliteit van onderzoek? Vast wel! Maar daar is ook weinig houvast. Er heeft zich ook daar een internationaliseringsslag voorgedaan. De UvA doet het daarin goed, maar de uitdagingen voor onderwijs en onderzoek zijn zo groot en zo verschillend, dat de bestuurlijke structuur daarop toegesneden moet worden.

groot is. Maar er moet wel een

Hartstocht

UvA verder doorgeschoten dan op andere universiteiten? Nee, betogen Jan Bergstra en Arnold Smeulders. Zij menen dat de

andere bestuursstructuur komen. illustratie Marc Kolle

Na de eerste Maagdenhuisbezetting in mei 1969 werd de universiteit een democratie vanuit de eerste geleding: studenten en tijdelijke medewerkers. Omstreeks 1999 werd die democratie onder minimaal protest weer afgeschaft: de gekozen faculteitsraden verdwenen en de Universiteitsraad werd omgezet in een Centrale Ondernemingsraad en Centrale Studentenraad. Vanaf dat moment trad de tweede geleding van de UvA naar voren: de bestuurders en de facilitaire staf. De universiteit werd een bedrijf – soms met positief resultaat zoals in de Watergraafsmeer, waar een bètafaculteit is gerealiseerd waar studenten massaal op af komen. Intussen komt de derde geleding op: die van docenten en onderzoekers, die hun kennis aan de UvA in grote zelfstandigheid kunnen etaleren, uitleven en uitwisselen, vergelijkbaar met een maatschap van advocaten of medisch specialisten. Alle bestuurlijke modellen hebben nadelen. Wild aan een


10 JUNI 2015

stuur draaien – hetzij terug naar krachtig bestuur, hetzij terug naar democratie – lost weinig op. Daarom bepleiten wij een organisatiemodel waarin deze drie geledingen elk blijvend aan bod komen. Elke geleding richt zich op verschillende aspecten van de universiteit en alle drie met evenveel hartstocht. Het organisatiemodel start met de constatering dat de drie geledingen alle nodig zijn om de universiteit goed te laten draaien: de gemeenschap van studenten en tijdelijke medewerkers, het bedrijf van bestuurders en faciliterende medewerkers en de maatschap van professionals in onderzoek en onderwijs. Er moet voor worden gewaakt dat niet een van deze drie modellen te dominant wordt, zoals dat de afgelopen decennia bij toerbeurt het geval was.

CvB van vijf leden Daarom bestaat het CvB in ons model uit vijf leden: een voorzitter, drie rectoren en een lid voor de faciliteiten. De voorzitter en het faciliterende lid worden benoemd door de raden van toezicht van UvA en HvA, want uitgangspunt van het model

Wild aan een stuur draaien lost weinig op is dat de samenwerking met de HvA overeind blijft. De winst daarvan ligt nu nog vooral op facilitair gebied, maar zal in de toekomst ook onderwijs- en onderzoekinhoudelijk zichtbaar worden, gedifferentieerd per vakgebied. De voorzitter zal voor het geheel verantwoordelijk zijn en doorzettingsmacht moeten behouden voor de gehele bedrijfsvoering. Het faciliterende lid is verantwoordelijk voor de financiën en controle. Naast deze twee benoemde functionarissen komen er drie gekozen rectoren: een rector onderwijs UvA, een rector onderwijs HvA en een rector onderzoek UvA en HvA. De rectoren worden gekozen uit de hoogleraren, lectoren en hoofddocenten van UvA en HvA. De rector voor het onderzoek stippelt het onderzoeksbeleid uit en doet dat bij en via NWO, KNAW, Brussel, de topsectoren en de industrie, in binnen- en buitenland. De twee rectoren voor het onderwijs bewerkstelligen met en via het ministerie van OCW en de werkvloer goed onderwijs, inclusief de organisatie van docenten en nieuwe onderwijsvormen zoals de MOOC’s. Ook in de raden van toezicht zijn deze drie geledingen van UvA en HvA vertegenwoordigd. De decanen en domeinvoorzitters, ten slotte, vormen samen met

het CvB het managementteam van UvA en HvA. Een voordeel van een gekozen rector is dat een breed draagvlak is ingebouwd. Een voordeel van de gesplitste functies voor de rectoren beantwoordt aan de geheel andere inhoud van beide functies en waarborgt beter de balans tussen onderwijs en onderzoek. Op de werkvloer blijven de functies vaak in één persoon verenigd. Een voordeel van de hervorming van de raden van toezicht is dat er geen ruimte is voor bestuurlijk regentschap zonder contact met de bewoners van universiteit en hogeschool. Een managementteam van CvB en decanen accentueert de gezamenlijke waarden en normen van UvA en HvA.

Alternatief Een alternatief is ook nog mogelijk: maak de faculteiten veel zelfstandiger. Denk daarbij aan het Imperial College for Science and Technology of de London School of Economics. Decanen krijgen dan een leidinggevende rol in de koers van de UvA, landelijk en Europees. Naast een benoemde decaan met meer bevoegdheden, zou dan ook een gekozen, facultaire vicerector kunnen staan voor onderzoek en een gekozen, facultaire vicerector voor onderwijs. Samen met de VU (en HvA) zouden we voor dit alternatieve model groot en sterk genoeg zijn, alleen niet. Groot en sterk ook op Europese schaal, en uiteindelijk is dat gunstig voor iedereen: studenten en tijdelijke medewerkers, bestuurders en stafmedewerkers. ↙

De auteurs zijn hoogleraren informatica aan de UvA

15


16

FOLIA 30

‘IN BOXTEL ZIEN ZE ME NOG STEEDS ALS EEN VAN HEN’ tekst Dirk Wolthekker foto’s Milette Raats

UvA-hoogleraar vergelijkende mediastudies José van Dijck werd in mei de eerste vrouwelijke president van de KNAW. In de bestuurskamer van het Trippenhuis vertelt ze over haar leven en de wetenschap.


17

10 JUNI 2015

José van Dijck GEBOREN IN BOXTEL, 1960


18

FOLIA 30

‘Ik zit niet meer op Twitter, want dat slurpt tijd’ Boxtel ‘Het Brabantse dorp waar ik in 1960 ben geboren. Ik kom uit een groot gezin van acht kinderen en heb een heerlijke jeugd gehad met een toneelclub, een basketbalclub, een filmclub en veel vriendjes. Hillary Clinton zei eens: “It takes a village to raise a child.” Zo heb ik Boxtel ook ervaren. Ik ben er nu al vijfendertig jaar weg, maar ik word nog steeds als een van hen beschouwd. Bij mijn benoeming heb ik veel reacties uit Boxtel en Brabant gehad. Ik kreeg een brief van de Brabantse commissaris van de koning. Hij had er met de hand bijgeschreven: “Boxtel is trots op je”.’

Nederlands ‘Dat studeerde ik in Utrecht, samen met driehonderd eerstejaars; dat kun je je nu niet meer voorstellen. Een heel goede universiteit, mijn oudere zus studeerde er al en dat speelde zeker mee bij mijn keuze. De studie bestond uit letterkunde, taalkunde en taalbeheersing. Heel veel studiegenoten zijn in de media terechtgekomen. Dat zegt misschien iets over de verschuiving van het vakgebied in de richting van communicatie en mediastudies, waar ik zelf uiteindelijk ook terechtkwam.’

Louis Couperus ‘Voor literatuurwetenschap, mijn andere studie, schreef ik een scriptie over de negentiende-eeuwse naturalistische roman zoals die van Couperus. In bijvoorbeeld Eline Vere spelen

erfelijkheid en milieu een belangrijke rol. Couperus schreef daar, net als Flaubert trouwens, heel indringend over. Wetenschap, literatuur en kunst komen in die romans bij elkaar. Door middel van kunst en dus ook literatuur, kun je leren reflecteren op discussies die ook een wetenschappelijke lading hebben.’

University of California ‘Daar ben ik gepromoveerd, in San Diego. In 1978 werd in de Verenigde Staten de eerste reageerbuisbaby geboren. Dat leidde tot heel veel ophef, commotie en boosheid. Die technologische innovatie leidde echter tot snelle veranderingen in normen, waarden en opvattingen. Voor mijn promotieonderzoek onderzocht ik het effect van technologische innovatie op het publieke debat en de verhalen, beelden en argumenten die daarin worden gebruikt. Wat ik erg leerzaam vond, was dat ik ook docent was en aan eerstejaarsstudenten van zeer uiteenlopende etnische achtergronden colleges writing & composition moest geven. Heel intensief, maar ook heel inspirerend.’

Emancipatie ‘Bij mijn benoeming tot president van de KNAW heeft het mij zeer verbaasd dat er zo de nadruk op werd gelegd dat ik de eerste vrouwelijke president zou worden. Laat ik het zo zeggen: ik ben pas tevreden als het niemand meer opvalt dat een vrouw president van de KNAW is. Het aandeel van vrouwen in de Nederlandse weten-

schap is nog steeds veel te laag. Met name onder hoofddocenten en hoogleraren bevinden zich veel te weinig vrouwen. Om een positie te bereiken moet je veel vlieguren maken, publiceren, onderzoeksaanvragen schrijven. Voor veel vrouwen blijkt het lastig intensieve zorgtaken te combineren met een wetenschappelijke topbaan.’

Parttime ‘Ik heb altijd voltijds gewerkt, maar ik heb geen kinderen en dat maakt natuurlijk wel uit. Toch merk ik dat steeds meer vrouwen in de wetenschap ook voltijds blijven werken als ze kinderen krijgen. Ik heb daar respect voor, want het vergt enorm veel discipline en doorzettingsvermogen om in de wetenschap te blijven meedraaien in die zware periode als de kinderen klein zijn. Overigens ben ik bij de KNAW “parttime president”, want ik blijf twee dagen per week onderzoeker en docent bij de UvA. Dat geeft me veel energie.’

Mediastudies ‘Emancipatie slaat in dit geval ook op mijn eigen vakgebied: mediastudies in de geestes- en communicatiewetenschappen. Mediastudies is uitgegroeid tot een volwassen onderzoeksgebied dat ondanks de grote studentenaantallen een hoog niveau heeft bereikt. Er is enorm geïnvesteerd in onderzoek en kwaliteit, waardoor we nu in de top 10 staan van de QS World Rankings by subject.’


19

10 JUNI 2015

‘Wetenschappers en kunstenaars kunnen veel van elkaar leren’ Geesteswetenschappen

cv José van Dijck 1960 Geboren in Boxtel 1982 Nederlandse taal en letterkunde – UU 1985 Vergelijkende literatuurwetenschap – UU 1992 Promotie University of California San Diego 1991-1995 Universitair docent journalistiek RUG 1995-2001 Universitair hoofddocent visuele cultuur UM 2001-nu Hoogleraar vergelijkende mediastudies UvA 2008-2011 Decaan Faculteit der Geesteswetenschappen UvA 2012 Gasthoogleraar University of Technology, Sydney 2013 Gasthoogleraar Annenberg School for communication, Philadelphia 2015 President KNAW

‘Die hebben de afgelopen jaren steeds meer moeten doen met steeds minder geld. Dat wreekt zich op den duur. Toch zie ik ook kansen, zeker voor de aan de KNAW gelieerde instituten op het gebied van de geesteswetenschappen. Ten eerste is het de bedoeling dat het NIAS voor advanced studies in the humanities, het Meertens Instituut voor Nederlandse taal en (volks)cultuur en het Huygens Instituut voor Nederlandse geschiedenis naar het centrum van Amsterdam komen. We hopen dat we een deel van het Bushuis en het Spinhuis kunnen huren van de UvA. Die clustering zal een enorme boost geven aan geesteswetenschappen.’

Digital humanities ‘Veel disciplines binnen de geesteswetenschappen breiden hun onderzoeksgebied uit met digitale bronnen en methoden, en dat is een goede investering in de toekomst. Door de digitalisering en ontsluiting van onderzoeksbronnen – zowel tekst, beeld als geluid – kunnen we nieuwe vragen opwerpen en beantwoorden. Niet alleen komt er op die manier meer kennis tot onze beschikking, maar je kunt verschillende bronnen nu ook makkelijker bij elkaar brengen en er patronen in ontdekken. Dat biedt nieuwe uitdagingen.’

8-8-4 ‘Deze nieuwe jaarindeling van de UvA is vooral bij geesteswetenschappen op verzet gestuit. Ik heb tijdens

mijn decanaat veel energie moeten steken in de implementatie ervan, maar het is geen geheim dat ik er destijds tegen was. Ik zag toen al aankomen dat de intensieve logistiek van drie blokken per semester (8-84) zou leiden tot meer bureaucratie. Ook de vele toetsmomenten, toetsdossiers en de krappere deadlines voor herkansingen leiden tot verhoogde werkdruk.’

Kleine talen ‘Er wordt gedaan alsof het een probleem van nu is, maar de kleine talen zijn altijd een zorgenkindje geweest en zullen dat ook wel blijven, vanwege de vaak minimale instroom. Er is de afgelopen jaren gewerkt aan een scenario waarin de kleine talen opgaan in regiostudies, en dat kan heel positief uitpakken. Aan andere universiteiten is er al ervaring mee opgedaan. Ook is er tien jaar geleden een plan gemaakt voor de landelijke verdeling van kleine talen, om zoveel mogelijk talen te kunnen blijven aanbieden.’

Bruno Latour ‘Een Franse socioloog en filosoof naar wie ik geregeld refereer in mijn onderzoek. Een interessant aspect van Latours onderzoek is zijn focus op de interactie tussen mensen en technologie. Mensen worden steeds afhankelijker van apparaten, technologie en ICT. Dat gaat vaak goed, maar het mislukt ook regelmatig omdat menselijk gedrag en handelen niet per se te sturen zijn door apparaten


ADVERTENTIES

Stoppen hoeft niet! Behaal Kunst- en Cultuurwetenschappen MA in deeltijd

Ben jij op zoek naar een flexibele bijbaan in de nacht? Wij zoeken nachtreceptionisten voor bekende hotels in Amsterdam!

Voltijds studeren na de bachelor voor jou geen optie? De Open Universiteit biedt een erkende universitaire master in deeltijd.

Solliciteer via: www.ivorenwachters.nl/student/inschrijven

wo

10 11 12

do

vr

20:00 20:00 20:00

agenda wo 10 - di 16 juni

• cultuurgeschiedenis, filosofie, kunstgeschiedenis, letterkunde • studeren naast werk en vrije tijd • binnen 2-4 jaar • start in september en februari

www.crea.uva.nl

horizons documentary - free / € 5 inspratie diversen - gratis

Meer informatie? T 045 - 576 2375 E nicole.gruisen@ou.nl

www.ou.nl/master-cultuur

improv graduation comedy- € 4 / € 10

Open Universiteit

www.ou.nl

6215249

Scherp debat, theater, repetitiestudio of fotocursus. Als student kun je nergens in Amsterdam beter terecht dan bij CREA!

AMSTERDAMS KENNISCENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJKE INNOVATIE

JAARCONGRES VERANDERING ALS CULTUUR DONDERDAG 25 JUNI, 12.00 – 17.30 UUR, BENNO PREMSELAHUIS Burgerparticipatie, cultuuronderzoek, cultuurverandering, laaggeletterheid en organisatie integriteit in de metropoolregio Amsterdam. Deze thema’s stonden het afgelopen jaar centraal bij het lectoraat Management van Cultuurverandering. Praat op 25 juni mee over de laatste inzichten op het gebied van cultuur in wijken en organisaties. SPREKERS: ► Alex Straathof, lector Management van Cultuurverandering (HvA) ► Carl Rohde, trendwatcher en socioloog ► Marli Huijer, Denker des Vaderlands

Kijk voor het programma en aanmelden op www.hva.nl/akmi


21

10 JUNI 2015

‘De beste ideeën ontstaan als je met iets anders bezig bent’ en technologie. Facebook en Twitter zijn groot geworden, maar sociale netwerken als Hyves en Myspace zijn van de radar verdwenen. Waar ligt dat aan? Hoe werkt dat ecosysteem van sociale mediaplatformen precies? Het onderzoek naar technologische innovaties op mediagebied vind ik heel interessant.’

Twitter ‘Een echoput en een megafoon tegelijk. Twitter fungeert als de barometer van de publieke opinie en genereert soundbites in het kwadraat. Het is een massamedium voor personen, dat maakt het zo fascinerend. Daarbij moet je overigens niet vergeten dat vijftig procent van alle Twittervolgers bots zijn. Als je het goed doet is het je persoonlijke pr-machine. Televisieredacties laten zich bij het uitnodigen van gasten voor programma’s mede leiden door het aantal volgers dat iemand op Twitter heeft. Zelf zit ik er niet meer op. Het slurpt tijd.’

Sydney ‘De stad waar ik in 2012, na mijn decanaat aan de FGw, gasthoogleraar ben geweest. Een mooie stad en Australië is een schitterend land met een prachtige natuur, mooi weer en heel veel buitenactiviteiten. Voor wetenschappers heeft zo’n uitgestrekt land ook nadelen: vakgenoten met wie je wil overleggen of samenwerken zitten vaak ver weg, en ook Europa of Amerika is een hele dag vliegen. Je moet het altijd hebben van contact met lokale collega’s.’

KNAW 2018 ‘Ik wil de komende jaren een paar dingen op de rails zetten. De KNAW is nu opgesplitst in twee afdelingen – de afdeling letterkunde en de afdeling natuurkunde – en die bestaan dan weer uit twaalf secties. Dat zijn nu min of meer gescheiden werelden, maar ik zou willen dat er meer verbindingen komen. Meer contacten en wederzijdse inspiratie tussen disciplines in alfa, bèta en gamma, maar ook meer verbinding tussen wetenschap en kunst. De KNAW heeft tegenwoordig ook een Akademie van Kunsten en de leden daarvan – allen werkzaam in de kunsten – wil ik expliciet bij de forumfunctie van de KNAW betrekken. Als het gaat om creativiteit, inspiratie, een onderzoekende geest en de verhouding meester-gezel kunnen kunstenaars en wetenschappers ook van elkaar leren.’

De Jonge Akademie ‘De jongerenafdeling van de KNAW. De Jonge Akademie bestaat dit jaar tien jaar en ik vind het een geweldige club jonge wetenschappers. Ze werken niet in secties en afdelingen, maar doen dingen echt samen, over de grenzen van disciplines heen: het bepalen van standpunten, bijeenkomsten, manifestaties. Het werkt vernieuwend en is in die zin vergelijkbaar met de Veni-Vidi-Vici-vernieuwingsimpuls van NWO.’

De Nachtwacht ‘Die heeft hier gehangen van 1815

tot 1885, toen het Trippenhuis fungeerde als nationaal museum, de “Nationale Konstgalerij”. Napoleon stond erom bekend zijn rijk af te schuimen naar kunstwerken die hij zou kunnen meenemen naar Frankrijk. Het verhaal gaat dat toen hij zijn broer Lodewijk in Amsterdam bezocht, hij ook in het Trippenhuis is geweest. De Nachtwacht en De Schuttersmaaltijd van Van der Helst zouden toen snel van de wand zijn gehaald, omgekeerd op de grond gelegd en weggemoffeld onder een tapijt. Napoleon keek eroverheen en zodoende bleven de schilderijen voor Nederland behouden.’

Hans Clevers ‘Geneticus en mijn voorganger als president van de KNAW. Frits van Oostrom, weer een voorganger van Hans, noemde hem de Messi van de Nederlandse wetenschap. Dat is helemaal waar. Er zijn weinig prijzen die Hans nog niet heeft gewonnen. Hij is echt een van onze topspelers en gaat ongetwijfeld nog een keer de Nobelprijs winnen.’

Zomervakantie ‘Die wordt heel rustig dit jaar, misschien een weekje naar Frankrijk. Verder wil ik vooral veel lezen en natuurlijk schrijven, want dat zal er de komende jaren helaas minder van komen. En veel wandelen en fietsen, want de beste ideeën ontstaan altijd als je even met iets anders bezig bent.’ ↙


22

Objectief

Dagje universiteit foto’s Vera Duivenvoorden en Marc Kruse Alumni, medewerkers, kinderen, studenten en Amsterdammers; de Universiteit van Amsterdam haalde zaterdag flink de banden aan met, nou ja, met iedereen eigenlijk. De academische gemeenschap gooide de poorten eens goed open, want het was zowel de Dag van de Amsterdamse Student als de Universiteitsdag. Op onder meer het Roeterseiland, Binnengasthuisterrein en Science Park moet de argeloze voorbijganger zich af en toe in een mix van De Efteling, Ikea en de Open Monumentendagen hebben gewaand: heel veel kinderen, ballenbakken, goochelmagie, rondvaarten en rondleidingen.

FOLIA 30


10 JUNI 2015

23


24

Objectief

FOLIA 30


10 JUNI 2015

25


26

FOLIA 30

Wetenschap De zon


10 JUNI 2015

Een ongekende kracht tekst Yannick Fritschy fotografie NASA/GSFC/SDO en DigiDaan

Op het Science Park wordt hard gewerkt aan een volledig nieuwe type zonnecel met een hoger rendement. Die gaat eruitzien als een soort flatgebouw op nanoschaal, opgebouwd uit meerdere laagjes. Maar dan nog benutten we bij lange na niet de potentie van de zon.

D

e kolen raken op en we hebben nog geen alternatief. Van windmolenparken tot kernfusiereactoren, al tientallen jaren wordt op alle mogelijke terreinen gezocht naar een duurzame en efficiĂŤnte energiebron die de fossiele brandstoffen voorgoed kan vervangen. Dat terwijl we al eeuwenlang weten dat je stroom kunt opwekken uit een onuitputtelijke bron, waar iedereen ter wereld toegang toe heeft. Zonne-energie wordt daarom gezien als de energiebron van de toekomst. Maar de zon mag dan wel voor niets opgaan, vooralsnog leveren zonnepanelen onvoldoende op om massaal ingevoerd te worden. Bovendien zit er een fundamentele grens aan het rendement van traditionele zonnecellen, en die is momenteel bijna bereikt. Om zonne-energie eindelijk echt rendabel te maken, werken bij onderzoeksinstituut Amolf op het Science

Park tientallen wetenschappers aan een volledig nieuw type zonnecel. Hoe die eruit gaat zien, weten ze zelf ook nog niet precies, maar waarschijnlijk bestaat hij uit meerdere laagjes bovenop elkaar. Reken dus ergens in de komende jaren op de doorbraak van de 3D-zonnecel.

Halfgeleiders De zon gebruiken als energiebron is in de natuur een doodgewone zaak. Planten, algen en bepaalde bacteriĂŤn vangen voortdurend zonlicht op. Met de energie die dat oplevert zetten ze kooldioxide via enkele tussenstappen om in koolhydraten en zuurstof, die ze nodig hebben om te groeien. Dit fotosyntheseproces is echter niet bijster efficiĂŤnt: 3 tot 6 procent van het inkomende licht wordt omgezet in energie, de rest gaat verloren in de vorm van warmte. Bovendien willen we dat zonne-ener-

27


28

FOLIA 30

Albert Polman en zijn drive-inlaboratorium tijdens de theatershow Voor niets gaat de zon op

gie geen koolhydraten en zuurstof, maar elektriciteit oplevert. Planten kun je dus niet zomaar als zonnepaneel inzetten. Er zijn gelukkig ook materialen die zonlicht wel rechtstreeks in stroom kunnen omzetten. Dat zijn halfgeleiders: materialen die alleen onder bepaalde omstandigheden stroom geleiden. Met het juiste type halfgeleider kun je een zonnecel maken. Het

HET ENERGIEPROBLEEM De basisfinanciering van het zonnecel­ programma van Amolf is voor tien jaar verze­ kerd. Toch vindt Polman dat er op veel grotere schaal moet worden ingezet op zonne­energie. ‘Vergelijk het met het man­on­the­moon pro­ gramma, waar Amerika destijds vol op inzette. Net zo zou er volledig moeten worden ingezet op zonne­energie. Zon en wind zijn de enige vormen van duurzame energie die op korte termijn kolen kunnen vervangen. Kernfusie is nog lang niet zo ver, en ook verbranding van biomassa is onvoldoende. En we hebben ruim­ te genoeg op aarde om zonnepanelen neer te zetten. Zonne­energie is schoon, en is voor consumenten nu al goedkoper dan fossiele energiebronnen.’

licht dat op zo’n halfgeleider terechtkomt, zorgt er dan voor dat er elektronen worden vrijgemaakt en in een bepaalde richting gaan bewegen, zodat er een stroom wordt opgewekt. De huidige zonnecellen bestaan uit silicium, aangevuld met andere stoffen die het materiaal halfgeleidend maken. Die cellen benutten ongeveer 20 procent van het inkomende zonlicht; de rest gaat verloren, voornamelijk in de vorm van warmte. Dat is dus een behoorlijk resultaat in vergelijking met wat bloemen en planten voor elkaar krijgen. Als je dan ook nog bedenkt dat de zon een onuitputtelijke bron is, die bovendien gratis, milieuvriendelijk en overal toegankelijk is, vraag je je af waarom de mensheid niet al lang volledig is overgestapt op zonne-energie. Er zitten echter nogal wat moeilijkheden tussen de ontwikkeling van één rendabele zonnecel en de invoering van zonnepanelen in de praktijk. In het lab zijn al zonnecellen gemaakt die meer dan 30 procent rendement opleveren, maar die bestaan uit materialen die te duur zijn om op grote schaal toe te passen. Een ander probleem is dat het aanbod van zonne-energie variabel is. Op korte termijn, vanwege het dag-nachtritme en verschillen in weersomstandigheden, maar ook op lange termijn vanwege de verschillende seizoenen. ’s Winters is er korter zonlicht, maar verbruiken we juist veel meer stroom. Daarom moet een efficiënt systeem van zonnepanelen niet alleen zonne-energie kunnen opvangen, maar ook kunnen opslaan. Daarvoor heb je accu’s nodig, en de combinatie van accu’s en zonnepanelen is nog relatief duur.


29

10 JUNI 2015

Er moet dus nog heel wat gebeuren voordat de zon de al zestig jaar gedroomde rol van duurzame energiebron kan vervullen. Toch zijn de Amolf-wetenschappers positief over de huidige ontwikkelingen. ‘Zonne-energie groeit enorm snel. De prijs van zonnepanelen is de laatste jaren dramatisch gedaald,’ zegt Erik Garnett, leider van de onderzoeksgroep Nanoscale Solar Cells. Albert Polman, leider van de groep Photonic Materials en voormalig Amolf-directeur, sluit zich daarbij aan. ‘In Zuid-Duitsland is er al een dag geweest waarop meer dan de helft van de energie van zon en wind afkomstig was,’ zegt hij. ‘De beste zonnepanelen die je nu voor op je dak kunt kopen leveren 21 procent rendement. Wie nu investeert in zonnepanelen heeft zijn investering in acht jaar terugverdiend en daarna nog twintig jaar gratis stroom. Zonne-energie is daarmee voor consumenten goedkoper dan conventionele stroom uit fossiele bronnen. Maar niet iedereen realiseert zich dat nog.’ De investering in zonnepanelen is ook niet voor elke consument betaalbaar, en voor de stroomvoorziening van grote fabriekscomplexen is meer nodig dan een paar panelen. Daarom moet het rendement van zonnecellen omhoog gestuwd worden en tegelijkertijd de prijs verlaagd. De huidige silicium zonnecellen hebben echter een maximaal rendement van 30 procent die inherent is aan het materiaal. De rest van het zonlicht zal altijd omgezet worden in warmte of dwars door de cel heen bewegen. Dus is het belangrijk om te zoeken naar andere materialen, die een hoger omzetmaximum hebben. De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar zonnecellen met de zogeheten perovskietstructuur. Zo’n vijf jaar geleden werd perovskiet voor het eerst toegepast in zonnecellen, en de efficiëntie van die cellen loopt nu al tegen de 20 procent. Garnett: ‘Rond perovskiet-zonnecellen heerst een enorme hype, omdat de efficiëntie de afgelopen jaren zo snel gegroeid is. Het is echter nog niet gelukt het perovskiet in deze cellen langer dan een paar dagen stabiel te houden.’

AMOLF Onderzoeksinstituut Amolf is onderdeel van de stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Mate­ rie (FOM). Het begon in 1949 als Laboratorium voor Massascheiding en Analyse. In de beginperiode werd met name onderzoek naar uranium verricht. Later werd het onderzoeksgebied verbreed, wat ertoe leid­ de dat de naam in 1966 veranderde in FOM­Instituut voor Atoom­ en Molecuulfysica, kortweg Amolf. Tegenwoordig is het instituut gevestigd op het Science Park en richt het zich op twee onder­ zoekthema’s: fysica van biomoleculaire systemen en nanofotonica, oftewel het bewerken van licht op de schaal van nanometers. Het onderzoek naar zonne­energie komt daaruit voort. Op Amolf werken zo’n 140 jonge onderzoekers (PhD­studenten, post­ docs en masterstudenten) en een ondersteunend team van 60 personen. Amolf werkt veel samen met de industrie. Het instituut vormt samen met UvA, VU en het Energieonderzoekcentrum Nederland (ECN) het Solardam consortium, het grootse net­ werk van zonne­energieonderzoekers in Nederland.

THEATER Albert Polman houdt zich niet alleen binnen de muren van het Amolf met zonne­energie bezig. In april stond hij twee dagen in theater Frascati met

Driedimensionaal

de show Voor niets gaat de zon op. Daarin liet hij

Naast perovskiet bekijken de Amolf-wetenschappers andere kandidaat-materialen. Bruno Ehrler, groepsleider Hybrid Solar Cells, zoekt bijvoorbeeld naar een geschikte combinatie van organische en anorganische materialen. ‘Met organische materialen is het mogelijk lichtdeeltjes te splitsen, waardoor het maximaal rendement van de zonnecel ruim boven de 30 procent kan komen,’ zegt hij. Op verschillende fronten zoekt men dus naar de beste materialen voor het zonnepaneel van de toekomst. Maar elk materiaal heeft zo zijn kwaliteiten en tekortkomingen. Daarom is het ultieme doel van de Amolf-wetenschappers om een zonnecel te bouwen die uit meerdere materialen bestaat, zodat de beste eigenschappen van verschillende materialen gecombineerd kunnen worden. Polman: ‘De traditionele → zonnecel is eendimensionaal. Wij proberen hem drie-

met een drive­inlaboratorium zien hoe de nieuwste zonneceltechnologie werkt. ‘Ik doe dat omdat ik het leuk vind, maar vooral omdat ik ook een boodschap wil uitdragen aan het grote publiek. We worden gefinancierd door de overheid, en het is belangrijk dat we ons onderzoek onder de aandacht brengen,’ vertelt Polman. In zijn theatervoorstelling droomt hij dat de wereld in tien jaar tijd overschakelt op zonne­energie. ‘In werkelijkheid zal dat niet zo snel gaan, maar dat het gaat gebeuren, dat weet ik.’ Polmans eerstvolgende voorstelling is op 28 septem­ ber in de Stadsschouwburg Utrecht.


30

FOLIA 30

dimensionaal te maken, door op de schaal van nanometers laagjes op elkaar te leggen.’ Dat zorgt voor nieuwe mogelijkheden, maar ook voor nieuwe moeilijkheden. Garnett: ‘Met een traditionele zonnecel hoef je het licht alleen op te vangen en in stroom om te zetten. Nu moeten we het ook nog op de schaal van nanometers tussen de laagjes de goede kant op leiden.’ Want net als bij een regenboog, breekt het licht door toedoen van de eerste laag in verschillende kleuren. Al die kleuren moeten vervolgens de juiste kant op worden geleid, anders gaat er tussen de laagjes een heleboel energie verloren. Het bouwen van een 3D-zonnecel is dus een technologische uitdaging, die bovendien op sommige vlakken nieuwe fundamentele kennis vereist. ‘Het splitsen van een lichtdeeltje met hoge energie in meerdere laag-energetische deeltjes is iets dat al jarenlang niet goed begrepen wordt. Nu is het echter opeens van groot belang,’ zegt Ehrler. De zonnecel van de toekomst is dus waarschijnlijk een flatgebouw op nanoschaal, maar uit welk materiaal de verdiepingen zullen bestaan, is nog een open vraag. ‘Silicium blijft voorlopig de basis, omdat de huidige zonnepanelen daar al uit bestaan. Het zou kunnen dat een stabiele vorm van perovskiet

daarbij komt, maar het kan net zo goed een heel ander materiaal worden,’ zegt Garnett. Ondanks dat de wetenschappers dus nog niet weten wat het eindresultaat zal zijn, zijn ze hoopvol over de uitkomsten van hun onderzoek. ‘Je weet nooit precies waar je onderzoek op uitkomt, maar we zijn zeker op de goede weg. Het onderzoek naar zonnecellen heeft overigens ook al veel afgeleide ontdekkingen opgeleverd, bijvoorbeeld een nieuw soort microscoop die nu commercieel verkrijgbaar is,’ zegt Polman. ‘En het wonderlijke aan de zonneceltechnologie is dat een verbetering van de efficiëntie met 1 procent al enorme gevolgen heeft. Omdat de wereldwijde zonne-energiemarkt bijna honderd miljard euro per jaar omzet, kan die kleine verbetering miljarden euro’s opleveren.’ Vooruitblikkend denken de onderzoekers dat we de komende vijf jaar in ieder geval nog met de huidige zonnecellen zullen moeten doorkomen, maar dat daarna alles mogelijk is. Ze verwachten dat we ergens in de komende vijf tot tien jaar de doorbraak van nieuwe typen zonnecellen gaan meemaken. Daarna zal het hard gaan: ‘Het kan niet anders dan dat de maatschappij de komende decennia op een grootschalige manier zal overschakelen op zonne-energie.’ ↙

Een kleine verbetering aan zonnecellen kan al miljarden euro’s opleveren


10 JUNI 2015

EMMA CURVERS Catching dick ‘I

can still catch a dick anytime’ – hoewel ik nog niet getest heb of ’t ook wáár is, hoor ik mezelf dit de laatste dagen zo nu en dan zeggen. Vergeten m’n benen te scheren dit jaar? Can still catch a dick anytime. Beweging met name gezocht bij het lopend buffet? Can still catch a dick anytime. De frase is afkomstig van Amy Schumer: de comédienne gaf bij het ontvangen van haar Glamour Award vorige week aan dat haar tachtig kilo geen enkele belemmering vormde voor een succesvolle sekspraktijk. Amy’s speech wordt natuurlijk vooral geroemd omdat ze die gaf bij de awardshow van een vrouwenblad, het epicentrum van de Kerk voor Vrouwverbetering dus, die gewoonlijk predikt dat je je gezicht moet ‘shapen’ als een soort fresco en je heupen inpakken met bob­ belverminderende folie en de geur van je vagina (bah!) verbloemen met vaginaparfum. Belangrijker dan dat nog vind ik de talige vernieuwing. Bij ‘scoren’ denk je toch met name aan mannen. Mannen die hard­ nekkig proberen een lid van dat tegenstribbelende vrouwvolk over te halen tot seks, tot er eentje, zuchtend en oogrollend, akkoord gaat en Ik vertrek uitzet. Proberen proberen proberen – score! Goed dan, in vredesnaam. Niet dus. Vrouwen smachten minstens zoveel, ze hebben alleen nog geen jachtjargon. Nu is het nog een beetje werken aan de Neder­ landse implementatie van deze frase; ik zag ‘pik vangen’ al langsko­ men. Het beeldende van een atmosfeer die vol is van piemels die je alleen nog maar hoeft te vangen is natuurlijk prachtig. Je steekt je hand omhoog en er vliegt er vanzelf een in. Ik zie zelfs iets voor me met een schepnet… Een beetje jammer misschien dat ‘pik vangen’ ook min of meer uitgaat van het idee dat mannen hersendood achter hun immer tot seks bereide piemels aanlopen, maar ach, de tijd is rijp voor actieve vrouwenkroegpraat. Ik doe het ervoor. ↙

Vrouwen smachten minstens zoveel, ze hebben alleen nog geen jachtjargon

31


32

FOLIA 30

International

Students, teachers and scholars make up a crucial part of Amsterdam. Their news and views.

THROUGH THE LOOKING GLASS With Google Glass, the future is officially here ­ and we’d better put it to good use. HvA MediaLAB interns Sanjay, Marvin and José have developed an innovative application for the high­tech specs to help the port of Amsterdam stay tidy. text Bob van Toor photo Daniël Rommens

B

illowing smoke from towering chimneys, majestic ships the size of a city anchored between squat factories and serene expanses of grey waves. While a reverie about Amsterdam’s Westpoort harbour triggers many images, the little patch of grass by the roadside is probably not among them. And yet it’s these areas of public space that the harbour takes such careful ef-

forts to keep tidy. As the largest business area in Europe, Westpoort has to be spic and span to attract as many high-profile businesses as possible.

Geeky aura And that’s where technology comes into the Port of Amsterdam’s Maintenance headquarters – affectionately called ‘the Farmhouse’ for its redbrick exterior,

something that appears relatively rustic in this otherwise high-tech area. The dichotomy between the high-tech and the supremely mundane is even more pronounced inside, as the Port has given the HvA’s MediaLAB a simple, but challenging assignment: to integrate smart eyewear technology in the labour-intensive process of public space maintenance. Smart eyewear, in this case, is Google


33

10 JUNI 2015

Marvin and Sanjay explain how to grade the area – an A+, in this case.

Glass, the highly anticipated spectacles that have been available to the public for one year. Apart from lending their wearer an instant and very satisfying geeky aura reminiscent of Star Trek and X-Men, they feature a tiny display in front of the right eye, controlled by the lightest touches to the rim, a camera, and countless possibilities – most, as yet, undiscovered. On this grey and windy Tuesday morning, two of the futuristic € 1500,devices are perched upon the noses of the HvA interns, poring over tablets and laptops in deep concentration at the Farmhouse. With just a few weeks to go before the official presentation of their project, they are about to conduct the major test of the product they have been working

on for over four months. ‘The Port of Amsterdam is responsible for the maintenance of the public space,’ explains Sanjay Twisk (23), who hopes to graduate from his degree in Communication & Multimedia Design in Rotterdam with the MediaLAB project. ‘To ensure that contractor Pantar keeps all these hundreds of areas swept, the grass cut and bins emptied, they work with a contract of image-based specifications of tidiness. Every aspect, such as fallen leaves on

system, using example images showing the extent of clutter allowed for the area to get a certain grade,’ the student says, swiping through the photographs in the Port’s app to demonstrate. To the naked eye, the difference between a blossom-strewn C-grade lawn is almost indistinguishable from the slightly more cluttered D-grade – but the latter means a scolding and possible fines for the contractor. ‘We had no idea there was this hugely complex system behind swept streets, either’, admits Marvin Straathof (22, Media & Culture) with a dry smile. ‘When we started this project we were simply briefed that we would assist the Port of Amsterdam in checking public space.’ Meanwhile, their colleague José Carlos Quintas (25) is working diligently

‘It looks more professional if you don’t screw up your other eye’ grass or litter in a street gutter, is graded from A+, very tidy, to D. All areas are graded through this nationally applied


34

FOLIA 30

Sanjay, José and Marvin wearing a small fortune in smart eyewear

to debug the nearly finished new app, alternating between glancing through his electronic specs and down to his laptop screen. On exchange from a design degree in his native Brazil, he instantly knew which project he wanted to do his internship on when the list of possibilities was presented last November. ‘I decided to work with Google Glass. It’s so cool!’ he says, before switching his own pair back on with a swift upwards nod. ‘It looks more professional if you don’t screw up your other eye’, he helpfully suggests when the photographer tries a pair. ‘First we tried to develop a system that recognizes broken or dirty traffic signs from the area managers’ cars,’ says Sanjay. ‘That proved technically unattainable. The maintenance of public space could make far more use of Google Glass’ capabilities. Currently, assessors carry a tablet to the thirty or forty areas in the monthly sample tests. They have to look down and read text for every assessment criterion. We can optimize that process, enabling them to see all information and the specific area in their line of vision, and to grade it with the touch of a finger.’ For the past six weeks they’ve worked to get the Glass software to actually work, Sanjay says. ‘Today we will see if it works the way we hope – and whether the assessors can work with it, of course.’

‘Now try giving a D’, Marvin suggests. The Glass automatically takes a GPS-tagged picture of a sub-par location – a potentially important piece of evidence in case of disagreements between the Port and Pantar. With a solemn gesture, Broekema fires up his new gadget once more, and bravely fiddles with the interface, touching and sliding his index finger along the earpiece to Sanjay’s instructions. ‘When you’re a bit older, like me, it takes longer to learn these things,’ he says afterwards. ‘But I’m willing to learn: it’s actually a lot of fun, and it will be so much easier than lugging a tablet everywhere. I can even do this from my car, with one hand at the wheel.’ ‘No legislation prohibiting that yet’, Sanjay adds happily. After extensive testing, more instructions and a variety of curbs, streets and underbrush, the group contentedly head back. Broekema takes off the device. ‘Even after this short while, I have a good idea of how to work with it,’ he says. ‘It’s quite ingenious – and who can say they get to wear smart eyewear on the job?’ Well, maybe the vague element of science fiction it lends any situation? That’s an added bonus, he admits. Then suddenly his hand shoots up to his bare scalp. ‘Wait, has anyone seen my reading glasses?’ ↙

Cross-eyed Area manager Mans Broekema comes in; the time to test is here. ‘How do I switch it on – just tap it? Ha! Funny.’ A short car-ride and a few failed attempts later, the Glasses’ database thankfully recognises a flower-filled field the manager has set his sights on. With the concentrated and slightly cross-eyed look Google Glass users tend to assume, he surveys the area; first for small pieces of clutter, then for anything larger. There are very few of either, and A pluses are cordially rewarded.

Opinions, questions, suggestions, or want to share your ‘Keys to the city’? Email bob@folia.nl


35

10 JUNI 2015

Keys to the city ORFEE MELSEN

(34, teacher Intercultural Communication) From: Belgium Favourite haunt

‘The Brakke Grond, where good food, fries, Belgian beers and culture go hand in hand. Its performances and exhibitions more often than not provide deepened food for thought.’

Inspiration Eden

‘At the old squats run by old and new hippies and other socially engaged people, you’ll find good and cheap vegetarian food, interesting talks and movies, heartfulness and raw beauty. More than once I’ve been surprised by excellent free concerts at OT301 or Mezrab. I take my guests there too, because the squats represent an important history of this tolerant city untold by its merchants.’

Those crazy Dutch

‘My Belgian accent is generally perceived as cute’

‘I’m used to more personal space in conversations – the Dutch can stand very close – and more private space in public, where an opinion can be offered about even the smallest of actions. My Belgian accent is generally perceived as cute, and I think the Dutch are equally cute in their straightforward belief in their view of the world.’

Feels like home

‘Bread of proper density and crust isn’t always easy to find here. A sourdough bread with a super-crunchy crust and croissants dripping in butter can, however, be found and savoured at Bakhuys or Fournil de Sébastien.’

Best bite

‘Beter & Leuk, the lunch place near my work, just off Wibautstraat, where slow and good food go together with clothes, colour and smiles. At Trust, a “pay as you feel”-place on the Albert Cuyp market, you can get the best green smoothie ever!’

Hidden treasure

‘The Brazilian samba and forro dancing scene in Amsterdam has introduced me to unexpected spheres, is good for one’s heart and will make you a lot of sweet friends.’

Guilty pleasure Hidden treasure

‘I love to taste the different oysters on Noordermarkt on Saturday.’


36

FOLIA 30

Op de tong

THE STUDENT HOTEL In Nieuw-West staat sinds kort een luxueuze studentencampus met 709 kamers van een Engelse vastgoedontwikkelaar. Voor € 595,- per maand kun je er een kamer huren. ‘A home away from home’ is hier het motto. In de zomer, als de studenten weg zijn, gaat het hotel open voor gewone toeristen.

FISH & CHIPS Fish & chips is hét Britse snackbarvoedsel. De vis, meestal heekfilet, wordt gedrenkt in beslag en daarna gefrituurd. De bijbehorende chips zijn slapper dan gewone patat. De vette hap wordt traditioneel op een krant geserveerd. The Kitchen legt het gerecht op een nepkrantje met fish & chips-weetjes.

CANNELLONI Cannelloni is Italiaans voor ‘grote pijpen’. Het gerecht bestaat uit pastarolletjes met vulling. Cannelloni met spinazie, ricotta en citroen zijn populair, maar je kunt ze ook met gehakt en tomatensaus maken. Manicotti (mouwen) is bijna hetzelfde gerecht als cannelloni, alleen is de pasta dan geribbeld.

Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt bij plaatsing tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail je recensie (met prijzen) naar redactie@folia.nl en de originele bon naar Folia, Stephanie Gude, Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD Amsterdam.

The Kitchen

Van de Sande Bakhuijzenstraat 4 Je moet aan de bar bestellen, je eten ophalen en zelfs je eigen afwas opruimen. Zelf koken hoeft nog net niet in restaurant The Kitchen op de luxe studentencampus c.q. hotel The Student Hotel in Nieuw-West. De internationale studenten hupsen goedgemutst heen en weer rond de bar, waar het bier vandaag slechts 1 euro kost: het is vandaag feest, want het semester is voorbij. We beginnen met een biertje, een cola en een portie bitterballen. Het bier is goed getapt, de cola zit in een blikje en de bitterballen (€ 4,50) komen er zo aan. We krijgen een keukenbuzzer mee, die ons straks gaat vertellen wanneer we onze snack kunnen ophalen bij de keuken. Prima ballen en vooral goed scherpe mosterd! We bekijken het menu. Ons oogt valt op de beefburger en de fish & chips (beide € 7,50). Voor de prijs hoef je het niet te laten; het doet ons denken aan het Crea Café. Omdat we genoeg budget hebben, besluiten we een extra hoofdgerecht te nemen van de weekkaart: cannelloni (€ 8,50). Intussen vult het restaurant zich met gasten, zowel studenten als buurtbewoners, die allemaal aandachtig hun keukenbuzzer in de gaten houden. Als er een afgaat reageert iedereen, net zoals met mobieltjes in de tram. De beefburger is lelijk, maar lekker. De friet met schil is mooi én lekker. De fish is prima. Over de cannelloni zijn we minder te spreken. Hoewel de ingrediënten kloppen, zijn de pastarolletjes niet echt warm en wat aan de droge kant. Maar dit gerecht is het enige minpunt; al met al biedt The Kitchen veel voor weinig. ↙ tekst en foto Daniël Rommens


37

10 JUNI 2015

Lunchen met... Lunchen in de binnentuin van de Oudemanhuispoort: die kans laat je niet schieten. Dus besloten Julia von Graevenitz en May van Waas hun saucijzenbroodjes niet binnen bij hun conferentie, maar buiten op een schaduwrijk plekje te nuttigen.

Wie gaat er nou binnen zitten? tekst en foto’s Daniël Rommens

H

et is dertig graden. Half studerend Amsterdam ligt schaars gekleed op apegapen in de zon. Wie gaat er nu nog binnen zitten op de universiteit? Nou, UvA-socioloog Bowen Paulle bijvoorbeeld. Hij nodigde mensen van binnen en buiten de academische wereld uit om te praten over kansarme jongeren. In plaats van studenten lunchen er vandaag dus vreemdelingen in de Oudemanhuispoort, met een saucijzenbroodje en verse jus d’orange. Filmmakers Julia von Graevenitz en May van Waas zagen het niet zo zitten om bij de andere conferentieleden binnen aan tafel te gaan lunchen en kozen voor een bankje in de binnentuin van het historische UvA-pand. Na twee jaar lang met een filmcamera achter kansarme jongeren aan gerend te hebben, lijkt dit middagmaal een verdiend moment van rust voor het tweetal. Een groter contrast met hun dagelijkse praktijk lijkt niet denkbaar, toch? ‘Nee hoor. Eigenlijk is het verschil tussen die twee werelden niet zo groot. De toekomstdromen van de jongeren die wij filmen zijn niet zo anders dan die van de studenten die hier rondlopen,’ vertelt Julia. ‘Door middel van de films kunnen de jongeren zichzelf een spiegel voorhouden over hun eigen leven en tegelijkertijd aan anderen laten zien wat het inhoudt om in een achtergestelde situatie te leven.’ De dames vinden het fijn dat de UvA ook mensen van buiten de academische wereld betrekt bij de conferentie. De universiteit heeft volgens hen immers ook een verantwoordelijkheid naar de maatschappij. Zo leren de filmmakers van academici over best practices in het werken met kansarme jongeren

Julia von Graevenitz en May van Waas Filmmakers en deelnemers aan de conferentie Towards a wise, compassionate, and just city. Oudemanhuispoort, 5 juni, 13.00-13.15 uur

en leren de academici iets van de mensen uit de praktijk. ‘Wat wij doen met de jongeren, hen een podium bieden, doet de UvA op deze manier nu met ons. Wij krijgen een kans om onze kennis hier te delen en anderen te inspireren,’ legt May uit, terwijl ze de laatste hap van haar saucijzenbroodje neemt. ‘Misschien ook wel om te laten zien dat het voor veel mensen niet vanzelfsprekend is om op zo’n mooie plek te studeren of te werken.’ ↙


38

Toehoorders Werkcollege Eeuwig jong door Sameha Bouhalhoul, vrijdag 5 juni, 13.40 uur, Muller­Lulofshuis

FOLIA 30

e beginnen over vijf minuten,’ zegt Sameha Bouhalhoul. ‘Ik zet alvast een muziekje op: geniet.’ Terwijl studenten het lokaal binnenlopen, vult een YouTubefilmpje van raizanger Rachid Taha het lokaal met zomerse klanken. Hier en daar beginnen schouders onwillekeurig mee te wiegen, die van Bouhalhoul – zwarte hoofddoek, Jay-Z op haar T-shirt – niet het minst. ‘Holy shit, hiervan krijg ik voor het

eerst in vijf jaar weer zin om naar Marokko te gaan,’ zegt een student. Muziek en jongerencultuur staan centraal in de les van Bouhalhoul, die het woord dan ook vooral aan haar studenten laat. Hun presentaties – van Provo tot punk – zijn tot nu toe van hoog niveau geweest, met live muziek en echte hanenkammen. Ook vandaag dansen zes studenten binnen in djellaba, onder tromgeroffel en schelle ululatie. De oorspronkelijk Algerijnse volksmuziek botste met de vrome Algerijnse elite. Censuur, fatwa’s en een presidentiële ban waren het gevolg; de muziek werd op cassettebandjes via Parijs Marokkaanse en Tunesische grenzen over gesmokkeld. Student Mahad is voor zijn presentatie verkleed als raizanger Cheb Hasni. ‘Hij was gescheiden, zong over vrede, maar ook over drank en seks,’ vertelt Mahad. ‘Op de vlucht uit funda-

mentalistisch Algerije was hij in een koffiehuis neergeknald.’ Bouhalhoul, die geïnteresseerd mee zat te knikken, kijkt even op. ‘Of, nou ja: doodgeschoten. Hij was 26,’ zegt Mahad. ‘Zo jong!’ prevelen sommige studenten. Na een heuse muziekquiz volgt vrolijke herkenning – nu bij iedereen in het lokaal – bij de raihit Aïcha. Bouhalhoul playbackt de tekst vrolijk mee, en geeft nog een kort verdiepingscollege over rai en rai’n’b. Als afsluiting vergast de docent haar klas op nog meer muziek: in duet met student en singer-songwriter Nadine zingt ze haar klas toe, blozend maar loepzuiver. De klas luistert ademloos en zingt het refrein (‘I know that I will be fine’) zachtjes mee. Op een cassettebandje zou je het met liefde een grens over smokkelen. ↙

Lino Sleegers

Djuna Josepa

Mahad Hassan

Vrouwen: 17 op 20 Tattas: 9 op 20 Scrabblewoorden: cheba, rai’n’b, identiteitsversterking

‘W

27, culturele & maatschappelijke vorming ‘Ik heb veel respect voor Sameha: haar verkiezing tot Docent van het Jaar van dit domein was terecht. Het voelt soms alsof ze een van de studenten is, maar ze is heel procesgericht. Muziek ligt dichtbij iedereen, en de presentaties waren heel creatief. Maar we krijgen ook uitgebreide feedback en worden kritisch beoordeeld. Voor de presentaties mochten we een jeugdcultuur kiezen waar we onszelf mee associeerden – ik ben voor de provo’s gegaan – óf juist een die we uitdagend vonden.’

21, culturele & maatschappelijke vorming ‘Ik kende deze muziek helemaal niet, maar iedereen herkende de zonnige sfeer; zeker nu het buiten dertig graden is. Waarom iedereen toch aanwezig was? Dat is bij dit vak altijd wel zo. Omdat iedereen graag nieuwe muziek leert kennen, en door Sameha. Ze is enthousiast, en weet heel veel van het onderwerp. Het vak is heel divers – iedereen brengt kennis over muziek mee uit zijn eigen achtergrond – en bruikbaar: de nieuwe kennis over hiphop kon ik meteen toepassen op de kinderen die ik tijdens mijn stage begeleidt.’

tekst en foto’s Bob van Toor

23, culturele & maatschappelijke vorming ‘Ik heb gekozen voor rai als thema voor mijn presentatie, omdat ik het een uitdagend onderwerp vond; ik wist er nog niks van. Iedereen zoekt wel de uitdaging op in dit vak, met verkleedkleren en optredens bij hun presentaties; ik had gelukkig nog een baret en een jasje liggen van een bruiloft. De lessen zijn daardoor nooit saai. Dat de docent aan het eind voor ons optrad was apart, ik had haar nog nooit horen zingen. Ik vond het mooi, maar heb niet meegezongen. Ik ben meer van het luisteren.’


Promoties

10 JUNI 2015

Hora est

Donderdag 11/6

Bita Nickkholgh

12.00 uur: Lijing Yang – Politicologie Rule of Morality versus Rule of Law? (Agnietenkapel) 14.00 uur: Marije Smits – Geneeskunde Pediatric Esophageal Motility Disorders. (Agnietenkapel)

Geneeskunde

Vrijdag 12/6

10.00 uur: Jacob Creswell – Geneeskunde Early and Increased Tuberculosis Case Detection: Implementation, Measurement and Evaluation (Agnietenkapel) 12.00 uur: Daniel Mayerson – Theoretische natuurkunde Paths Toward Understanding Black Holes (Agnietenkapel) 13.00 uur: Amaya López Bustinduy – Geneeskunde The Burden of Schistosomiasis in African Children (Aula) 14.00 uur: Bita Nickkholgh – Geneeskunde Genetic Causes and Treatment of Spermatogenic Failure (Agnietenkapel)

Dinsdag 16/6

10.00 uur: Xiye Yang – Econometrie Essays on High Frequency Financial Econometrics (Agnietenkapel) 12.00 uur: Marjolein Meinders – Geneeskunde Studies on Megakaryopoiesis and Platelet Function (Agnietenkapel) 14.00 uur: Marije van der Paardt – Geneeskunde Advances in MRI for Colorectal Cancer and Bowel Motility (Agnietenkapel)

Woensdag 17/6

10.00 uur: Rosemarie Aben – Geneeskunde Spinning the Higgs. (Agnietenkapel) 12.00 uur: Mandy de Wilde – Sociologie Brave New Neighbourhood. Affective Citizenship in Dutch Territorial Governance (Agnietenkapel) 13.00 uur: David Neville – Psychologie Forms of Memory: Investigating the Computational Basis of Semantic-Episodic Memory Interactions (Aula) 14.00 uur: Gang Huang – Wiskunde Limit Theorems for Markov-Modulated and Reflected Diffusion Processes (Agnietenkapel) Uitgebreide informatie: uva.nl/nieuws-agenda

39

Vrijdag 12 juni 2015, 14.00 uur, Agnietenkapel

Bevinding ‘We hebben een methode ontwikkeld waar-

mee we mannen met te weinig sperma in de toekomst weer vruchtbaar hopen te kunnen maken. Als we spermatogoniale stamcellen uit de testikels van de man halen, kunnen we ze buiten zijn lichaam kweken en vermenigvuldigen. Vervolgens hopen we ze weer bij de man te kunnen inbrengen, zodat ze daar weer zaadcellen kunnen maken. Dit kan een belangrijke nieuwe vruchtbaarheidsbehandeling worden. Als een stel geen kinderen kan krijgen omdat de man geen zaadcellen in zijn sperma heeft, wordt er nu nog voor gekozen om zaadcellen uit de testikels te halen en hier ivf mee te doen. Hiervoor moeten de eierstokken van een vrouw worden gehyperstimuleerd en de kans op zwangerschap blijft beperkt, ongeveer 25 procent. De stamcelmethode is in potentie veel effectiever en, heel belangrijk, minder belastend voor de vrouw.’

‘Dit kan een belangrijke nieuwe vruchtbaarheidsbehandeling worden’ Leuk ‘De behandelmethode staat nog in de kinderschoe-

nen, maar we hopen uiteindelijk veel mannen hiermee te kunnen helpen. Ik heb zelf als dokter in een vruchtbaarheidskliniek gewerkt in Iran. Daar zag ik dat de huidige vruchtbaarheidsmethodes slecht werken en wat een frustratie dit bij paren oproept. Het is leuk dat we nu een stapje dichterbij een echte oplossing zijn gekomen.’

Moeilijk

‘De behandelmethodes kunnen nog niet meteen worden toegepast. Er moet nog veel onderzoek worden gedaan. We hebben ontdekt dat het DNA van de stamcellen tijdens de kweek onveranderd blijft. De genetische integriteit blijft in stand, zoals we dat noemen. Maar er zijn wel epigenetische veranderingen. Dat wil zeggen: de genen blijven hetzelfde, maar welk gen actief is of niet verandert. Of dit ook consequenties heeft voor de veiligheid van de behandeling moet verder onderzocht worden in dierproeven.’ ↙ Willem van Ewijk


40

FOLIA 30


41

10 JUNI 2015

tekst Carlijn Schepers

foto’s Vera Duivenvoorden

illustratie Idris van Heffen

Morgen begin ik écht Wie kent het niet: je gaat ’s ochtends vol goede moed achter je computer zitten, klaar voor een productieve studiedag. En van het ene op het andere moment is de dag weer voorbij en heb je van alles gedaan, behalve gestudeerd. Maar wat als je het uitstellen echt niet meer onder controle hebt? ‘Het wordt toch tijd dat ik een keer afstudeer.’

S

pringende katten, katten in dozen, katten die een lichtje op de muur willen vangen, katten die vrolijk badderen, katten met honden, katten met papegaaien, chagrijnige katten, maar vooral heel veel schattige katten die schattige dingen doen. Úren vermaken studenten zich op het internet. Ondertussen wordt er niet gestudeerd en kan het uitstelgedrag in het ergste geval gezondheidsklachten of flinke studievertraging opleveren. Studie-ontwijkend gedrag – soggen is inmiddels al een werkwoord geworden – kan vele vormen aannemen. Niet alleen het internet afstruinen op zoek naar afleiding valt eronder, ook huishoudelijke klusjes en andere dingen die ‘o zo belangrijk zijn’ en ‘echt niet op een later moment kunnen’. Het zijn allemaal activiteiten die een bepaalde kortetermijnbehoefte bevredigen en de aandacht afleiden van het studeren. Het Engelse woord voor uitstelgedrag, procrastination, wordt ook wel eens gebruikt om het fenomeen aan te duiden – evenals de Nederlandse variant: procrastinatie. De Latijnse oorsprong hiervan betekent letterlijk ‘op morgen schuiven’.

Studievertraging Wijlen taalprofessor Mason Cooley uit Amerika, schrijver van korte wijsheden, zei ooit: ‘Procrastination makes easy things hard, hard things harder.’ Martha Farmache, masterstudent forensische wetenschap aan de UvA, ondervond dit aan den

lijve. ‘Ik begon in 2008 aan deze studie en heb nog steeds geen diploma,’ verzucht ze. ‘Ik ben nu 35, het wordt toch tijd dat ik een keer afstudeer.’ Natuurlijk heeft haar studievertraging niet alleen met uitstelgedrag te maken. Martha moest ook lange tijd de mantelzorg voor haar moeder op zich nemen. Toch is het wel een groot onderdeel ervan. ‘Ik zat vaak van ’s ochtends tot ’s avonds achter mijn computer, maar aan het einde van de dag had ik niets aan de studie gedaan. Wel was ik weer op de hoogte van alle nieuwssites, had ik vele afleveringen van mijn favoriete series gekeken en uren gegamed. Mijn bureau werd op den duur echt een nare plek.’ Naar schatting vertoont 80 tot 95 procent van de studenten wel eens uitstelgedrag, ziet driekwart zichzelf als uitsteller en is het uitstelgedrag consistent en problematisch in 50 procent van de gevallen. Dit concludeerde professor Piers Steel van de University of Calgary in 2007 in Psychological Bulletin. Hij definieert uitstelgedrag als het toegeven aan andere activiteiten dan voorgenomen studieactiviteiten en wetend dat je hierdoor slechter af bent. Uitstelgedrag is volgens Steel falende zelfcontrole. Verschillende studenten gaven in zijn onderzoek aan dat hun studieontwijkende gedrag wel een derde van hun dagelijkse activiteiten in beslag neemt. Van de Nederlandse studenten heeft ruim een derde last van uitstelgedrag, zo komt naar voren uit een landelijke enquête uit 2012 onder 5500 studenten door vijftien hogeronderwijsbladen. →


42

FOLIA 30

Maar het is niet per se een studentenprobleem, ook werkenden kunnen notoire uitstellers zijn. Uit onderzoek van Edwin van Hooft, docent en onderzoeker aan de UvA, onder een representatieve groep van de Nederlandse bevolking, blijkt dat slechts 4,5 procent nóóit uitstelgedrag vertoont. ‘Uit ander onderzoek komt naar voren dat een vijfde van de volwassenen problematische of chronische uitstellers is.’ Dat meer studenten dan werkenden ermee kampen, heeft volgens Van Hooft twee redenen. De eerste is: naarmate mensen ouder worden, vermindert het uitstelgedrag. ‘Dat is het goede nieuws: het gaat over.’ De tweede is dat de taken van studenten meer uitnodigen tot uitstelgedrag: ze zijn moeilijk, niet altijd leuk en de deadlines zijn vaak ver weg. ‘Het schrijven van een scriptie is bij uitstek een activiteit die veel studenten uitstellen. Het is groot, complex, je hebt geen

deadlines, je doet het vaak alleen en de consequenties zijn alleen voor jezelf.’ Dat is volgens Van Hooft ook het verschil met werken: ‘Als een klant wacht of de leidinggevende druk uitoefent, stel je minder snel uit. Dan heeft het namelijk ook consequenties voor anderen.’

Afstudeergroep Afgelopen oktober besloot Martha dat het zo niet langer kon en vroeg ze haar psycholoog – waar ze ook voor haar thuissituatie liep – wanhopig om hulp. Die stuurde haar door naar het Bureau Studentenpsychologen van de UvA. Nu zit ze in een van hun afstudeergroepjes en gaat het beter. ‘De sociale controle is erg prettig. Een groot onderdeel van het uitstellen van mijn scriptie was dat ik het alleen moest doen.’ Die controle bij de afstudeergroep van ongeveer twaalf

‘Een vroegafstudeerbeloning werkt beter dan een langstudeerboete’

DRUK VERL AGEN Ook Edwin van Hooft ondervond als onder­ zoeker van uitstelgedrag hoe het is om een taak uit te stellen. ‘Ik werd uitgenodigd om mijn onderzoeksvoorstel aan de commissie te presenteren. In de mail stond dat ik “excel­ lent” moest zijn en moest aantonen dat ik tot “de beste vijf procent van de bevolking” hoor. Toen merkte ik dat ik de voorbereiding van de presentatie steeds voor me uit schoof. Dus paste ik de oplossing uit mijn onderzoek op mezelf toe: ik framede de activiteit anders. In plaats van het zien als iets waarin ik het beste van mezelf moest laten zien, maakte ik ervan dat ik gewoon gezellig ging vertellen over mijn onderzoek en dat ik alleen maar zou leren van de discussie die daarop zou volgen. Zo verlaag­ de ik kunstmatig de druk.’ Hij legt uit hoe het werkt: ‘Je stelt een taak uit om een negatief gevoel te vermijden, maar uiteindelijk voelt dit toch niet fijn. Dus wat nu als je de taak voor jezelf leuker probeert te maken? Dan krijg je er een beter gevoel van en wordt deze minder bedreigend. Dit zorgt voor minder uitstelgedrag en stress, en zo gaat hetgene wat je moet doen ook nog beter.’

ROOS VAN DER MARKT (23) was ooit een fanatieke sogger, maar kreeg het onder controle. Ze schreef tijdens haar examenperiode een blog voor NRC Handelsblad, onder andere over haar studieontwijkende gedrag. Inmiddels studeert ze algemene cultuurwetenschappen aan de UvA en behoort haar uitstelgedrag tot het verleden. ‘Het was echt erg tijdens de eindexamens. In plaats van studeren ging ik het huis opruimen, mijn muziek in iTunes sorteren, oude vakantiefoto’s doorkijken…’ Inmiddels heeft ze een tactiek die werkt: ze studeert alleen in de bieb, niet thuis, haar telefoon zet ze op vliegtuigstand, ze logt zich uit voorzorg uit op Facebook – zodat ze zich weer herinnert dat ze er niet op mag als ze er toch naartoe surft – en met muziek in haar oren wordt ze niet afgeleid door geluiden uit haar omgeving. ‘Ik denk dat het ook komt doordat ik nu iets studeer wat ik leuk vind; tijdens mijn eindexamen had ik natuurlijk ook vakken die ik saai vond. Dan zocht ik vaker afleiding.’


43

10 JUNI 2015

studenten is vrij letterlijk. Iedereen heeft een coach en coacht een ander. Bij de wekelijkse meetings vertellen de studenten wat de persoon die ze coachen die week heeft gedaan. ‘Dat kan best confronterend zijn.’ Vervolgens geeft de groep de student plusjes en minnetjes, die op een groot vel worden geschreven. ‘Bij te veel minnetjes en als je te weinig motivatie toont, kan je eruit worden gezet.’ Martha kwam hier achter de oorzaak van haar studieontwijkende gedrag. ‘Eerst dacht ik dat ik gewoon lui was. Eigenlijk haatte ik mezelf een beetje. Toen ontdekte ik dat ik het studeren steeds uitstelde om niet geconfronteerd te worden met mijn angsten. Ik was vooral bang om te schrijven. Ik durfde het scriptiedocument gewoon niet te openen op mijn computer, dan bevroor ik. Toen kreeg ik de tip te beginnen in een schriftje. Dat hielp.’ Ook leerde Martha realistische doelen

te stellen. ‘Het is productiever om drie uur per dag hard en geconcentreerd te werken, dan acht uur krampachtig.’

Beloning ‘Iedereen lijdt wel een beetje aan uitstelgedrag,’ zegt Esther Boucher, een van de studentenpsychologen van de UvA. ‘Tien procent van de studenten die hier binnenkwamen in 2013, deed dit vanwege uitstelgedrag. Maar vaak spelen er ook andere problemen mee, zoals depressie. Dan worden ze anders gecategoriseerd.’ De psychologische processen die ten grondslag liggen aan studieontwijkend gedrag, hebben volgens Boucher te maken met de beloning. ‘Die is vaak ver weg: een goed cijfer, een vak halen of je diploma. Dus stel je de taak sneller uit. Bovendien worden studenten → blootgesteld aan een enorme hoeveelheid verleidingen: een

‘Uitstellers hebben meer stress, slapen slechter en eten ongezonder’

TIEN ANTI-UITSTELTIPS

JORRIT GROOT (23), masterstudent Television & CrossMedia Culture, moet door zijn uitstelgedrag weleens nachten doorhalen. ‘Dat komt omdat ik er altijd naar neig zo laat mogelijk te beginnen, eigenlijk pas als de deadline al in zicht is. En als er dan iets tussendoor komt, moet ik wel eens ’s nachts dingen inhalen. Maar dan heb ik het ervoor chill gehad, dus is het niet zo erg.’ Zeker tentamens nodigen volgens Jorrit uit tot soggen, omdat het momentopnames zijn en je ze kunt herkansen. ‘Een paper van tweeduizend woorden op het laatste moment schrijven is lastiger.’ Als hij op de UvA aan het studeren is, doet hij van alles tussendoor: facebooken, dingen kopen, nieuwe muziek ontdekken of filmpjes kijken. Toch komt hij er tot nu toe aardig mee weg. ‘Ik heb één keer een vak niet gehaald, maar dat was ook omdat ik toen bezig was met het organiseren van een festival.’ Zijn tip aan alle soggers: ‘Ga een keer flink op je bek. Dan pas je je gedrag vanzelf aan.’

• Probeer inzicht te krijgen in je uitstelgedrag en vervolgens de oorzaken ervan aan te pakken. • Stel concrete, realistische doelen en hak een complexe taak in kleine, behapbare stappen. • Deel je doelen met anderen of werk samen voor sociale controle. Zo stuurde een studente van Edwin van Hooft steeds delen van haar scriptie naar haar vader, zodat ze druk voelde. • Beloon jezelf voor het behalen van je (sub)doelen en probeer positief te denken. • Maak van studeren een routine, bijvoorbeeld door elke dag op dezelfde tijd te beginnen. Dan wordt het vanzelfsprekend, zoals tandenpoetsen. • Maak een planning, maar houd voldoende ruimte vrij voor andere activiteiten, anders werkt het demotiverend. • Wees geduldig. Een scriptie schrijf je nu eenmaal niet in een paar weken en een tentamen leer je niet in een uur. • Werk in een motiverende omgeving: vermijd afleiding zoals tv (uitzetten), je mobiel (stil, uit of in vliegtuigmodus zetten), huisgenoten (ga naar de bieb) of sociale media. • Verlaag de prestatiedruk. Focus niet alleen op het hoge cij­ fer dat je wilt halen, maar zie de taak als een leerervaring. • Maak een noodplan voor blootstelling aan verleidingen. Bijvoorbeeld dat je niet opneemt als die ene vriend belt om iets leuks te gaan doen. Zo ben je mentaal voor­ bereid en reageer je niet impulsief.


44

FOLIA 30

druk sociaal leven, sociale media, drank, drugs. Het is moeilijker om nee te zeggen tegen iets wat je meteen een prettig gevoel geeft, dan om ja te zeggen tegen iets waar je pas maanden later bevrediging van krijgt.’ Boucher heeft een lijst gemaakt met alle oorzaken die uitstelgedrag kan hebben. Het zijn er meer dan tien. ‘Het is bijna nooit zo dat iemand studieontwijkend gedrag vertoont omdat hij geen zin heeft of gewoonweg niet wil.’ Oorzaken kunnen zijn: faalangst, niet weten hoe je moet plannen, de verkeerde studie doen, gezinsproblemen, een depressie, te weinig studievaardigheden, ADHD, dyslexie, als de studie niet het centrale punt maar het sluitstuk van iemands leven is en last but not least alcohol en drugs. ‘Het is algemeen bekend dat studenten hier veel mee in aanraking komen en dat deze middelen in de dagen na gebruik kunnen zorgen voor een laag energieniveau. Dit alles kan leiden tot studieontwijkend gedrag en vervolgens studievertraging of gezondheidsklachten.’ Volgens Van Hooft zit uitstelgedrag deels in de genen en wordt het deels veroorzaakt door de aard van de taak. ‘Als je impulsief bent, gevoelig voor verveling en weinig zelfcontrole hebt, ben je vatbaarder. En mannen stellen een klein beetje meer uit dan vrouwen.’ Ook zegt hij dat vaak wordt gedacht dat faalangst en perfectionisme zorgen voor uitstelgedrag. ‘Dat is zo, maar die zaken kunnen ook het tegenovergestelde teweegbrengen: juist heel hard gaan studeren.’

Soorten soggers Iedere uitsteller is anders. Er zijn volgens Kinge Siljee vier soorten soggers. Siljee is oprichter van Studiemeesters: een bedrijf dat studenten helpt bij hun studie, scriptie en het bestrijden van uitstelgedrag. Er is de ontspannen sogger, die zichzelf wijsmaakt het beste onder druk te werken en daardoor dingen op het laatste moment en waarschijnlijk slordiger doet. ‘Dit is de klassieke variant en komt het meest voor. Deze soggers hebben vaak geen zin om te studeren en geven een terrasje pakken, een goede serie kijken of uitslapen voorrang.’ Er is de bange sogger, die studeren uitstelt wegens faalangst of vrees voor de toekomst: een master of baan na de studie. ‘Dit zijn bijvoorbeeld perfectionisten die liever niets doen dan falen.’ Ook is er de twijfelsogger: iemand die bang is beslissingen te nemen, over bijvoorbeeld het onderwerp van een scriptie. De vierde categorie noemt Siljee Groucho Marx-soggers. Zij hebben het idee dat er niet genoeg van ze wordt verwacht of worden niet voldoende gemotiveerd. ‘Voor hen is de studie niet interessant of pittig genoeg.’ Ze zijn vernoemd naar de komiek die geen lid wilde worden van een club die zulke lage standaarden heeft dat ze hem als lid zouden accepteren. Volgens Siljee blijkt uit onderzoek van Studiemeesters dat uitstelgedrag effect heeft op de gezondheid van studenten. ‘Ze hebben meer stress, slapen slechter, eten ongezonder, sporten minder en hun sociale welzijn lijdt eronder. Ook is de kans groter dat ze depressieve klachten of angststoornissen ontwikkelen.’ Siljee ziet daarnaast een verschil tussen studies wat betreft het aanwakkeren van uitstelgedrag. ‘Bij bètastudies is het over het algemeen beduidend minder, omdat er meer docenten per student zijn, de deadlines korter zijn en mijn ervaring is dat er meer positief gestimuleerd wordt, in plaats van motivatie door middel van negatief studieadvies, een minimum aantal studiepunten om over te gaan of iets dergelijks.’ De studie rechten zit volgens Siljee aan de andere kant van het spectrum, met veel studenten, deadlines die verder weg liggen (dus langetermijnbeloning), minder docenten en negatieve motivaties. ‘Sowieso is een positieve beloning goed bij uitstelgedrag. Een vroegafstudeerbeloning zou veel beter werken dan een langstudeerboete.’ ↙

STAGE Resy van Rooijen

(19)

Studie Sport, Management & Ondernemen (HvA) Stage Running Holland Verdiensten 0 euro per maand Sterren ***** ‘Ik had een ander beeld van mijn stage toen ik ermee begon. Running Holland is een hardloopschool in Amsterdam en als opdracht moet ik een hardloopgroep voor studenten oprichten. Dat klinkt leuk, maar blijkt lastiger dan ik dacht. Studenten zijn moeilijk te bereiken: ze vormen geen homogene groep en vinden sporten snel te duur. Ze nemen niet, zoals kinderen, alles aan van hun ouders, waardoor het lastig is om het via onze huidige klanten – allemaal volwassenen – te spelen. Ik heb contact gezocht met de UvA en de VU, maar zij hebben hun eigen sportscholen en zien ons als concurrent, dus willen liever niet samenwerken. Ik heb daarom posters opgehangen en reclame via Facebook gemaakt. Voor de eerste cursus hebben zich maar drie studenten aangemeld. De tweede cursus gaat alleen door als we dit aantal overstijgen. Naast het feit dat de opdracht tegenvalt, word ik ook niet begeleid zoals ik zou willen. Running Holland is een eenmanszaak en ik zit alleen met de eigenaar en twee andere stagiairs op een kantoor. Ik word niet echt geïnspireerd, krijg weinig opbouwende feedback en zit eigenlijk alleen maar achter de computer. Toch is het niet allemaal verspilde tijd. Ik heb geleerd hoe ik contact met andere bedrijven kan leggen en sponsors moet zoeken. En ik weet nu in ieder geval wat ik níet wil. Dat is ook wat waard.’ ↙ Nina Schuyffel


45

15 APRIL 2015

Prikbord HvA-UvA

UvA

Democratisering

Ter ondersteuning van het democratiserings- en hervormingsproces binnen de UvA is deze week de website democratisering.uva.nl live gegaan. Het is een initiatief van vicerector Edgar du Perron. Uitgangspunt van de informatie op de website is het tienpuntenplan. De site biedt ook updates over initiatieven die samenhangen met democratisering, en achtergrondinformatie. De bedoeling is de site vanaf nu verder te laten groeien. Bijdragen via democratisering@uva.nl. De Engelstalige website volgt deze week. Meer info op democratisering.uva.nl.

Jong UvA/HvA

Beachvolleybaltoernooi

Tentamens gehaald? Klaar voor de vakantie? Schud dan eerst nog even je benen los, want als afsluiting van het collegejaar organiseren Jong UvA en Jong HvA op 18 juni een beachvolleybaltoernooi voor alle studenten van de UvA en de HvA. Inschrijven kan individueel of per team, voor eten en drinken wordt gezorgd, de avond begint met een clinic en wordt afgesloten met een prijsuitreiking en een feestelijke borrel. Locatie: sportvelden van het USC en eetcafé Oerknal bij het Science Park.

ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl Onderzoek

NIAS

Het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (NIAS) roept kandidaten op zich aan te melden voor een van de fellowships 2016/2017. Gegadigden moeten zijn verbonden aan een van de Nederlandse universiteiten en na hun promotie tenminste drie jaar wetenschapservaring hebben om in aanmerking te komen voor een fellowship. Het NIAS zit nu in Wassenaar (foto), maar verhuist in de zomer van 2016 mogelijk naar Amsterdam. De deadline voor het indienen van een voorstel is 15 augustus. Meer info op nias.nl.

ADVERTENTIE

Brief

H

eeft de verkiezing van de Campusdichter wel plaatsgevonden? Ik was er toch bij? Waren er ook andere kandidaten? En zo ja, wie waren dat dan? Natuurlijk, the winner takes it all, maar om met de andere kandidaten geheel anoniem te verdwijnen in de nevel van de autoriteit van een jury met zwaargewichten en academische titels, daar pas ik toch voor. Met alle respect voor jury’s en degenen die jury’s samenstellen, maar een minimum aan transparantie lijkt me wel geboden. Uit het niets van de wijsheid van de jury is er een ‘winnaar’. Er wordt een begrip uit de sport geleend om aan de keuze een air van objectiviteit te verlenen, want bij een wedstrijd zijn er duidelijke normen zoals wie het eerst over de eindstreep komt of het aantal ballen dat er in het net belandt. Wat een jury doet is iemand benoemen, wat arbitrair is zoals elke afweging. Als het publiek, de campus zogezegd, dan niet mee beslist, laat dan tenminste zien wat er op de weegschalen lag. Wie de Mottenfokkers bijdrage wil lezen, hij schrijft sinds 2007 elke dag een gedicht op mottenfokker.nl Wilbert Cornelissen (De Mottenfokker)


46

Wat doe je nu?

FOLIA 30

Natuur- en scheikundedocent

‘A

l tijdens mijn bachelor voorzag ik dat de banen binnen de forensische wetenschap niet voor het oprapen lagen, dus koos ik voor de educatieve minor. Zodat ik met een docentbevoegdheid na mijn studie wél ergens aan de slag zou kunnen. Gelukkig gebeurde dat ook. Nadat ik eerst via een detacheringsbureau bij verschillende scholen had gewerkt, kon ik in 2012 beginnen bij het Wellantcollege Westplas Mavo als scheikunde- en natuurkundedocent. Destijds werkte ik daar parttime en deed ik mijn master Forensic Science ernaast. Sinds mijn afstuderen in september 2013 kon ik er fulltime aan de slag. Voor dit werk heb ik meer aan mijn bachelor scheikunde dan aan mijn master Forensic Science – eigenlijk sluit het daarbij helemaal niet aan. Natuurlijk vind ik dat jammer, maar ik ben allang blij dat ik een baan heb. Veel van mijn oud-klasgenoten moesten na hun studie noodgedwongen nog een stage lopen of kwamen in hele andere branches terecht. Dat heeft ermee te maken dat er meer mensen afstuderen dan er banen zijn, maar ook dat de belangrijkste potentiële werkplek voor ons, het Nederlands Forensisch Instituut, door bezuinigin-

‘Ik ben allang blij dat ik een baan heb’ Naam Julia Wever Leeftijd 25 Studie BA scheikunde, MA Forensic Science (UvA) Afgestudeerd op waardes drugs en alcohol in postmortaal bloed Werkt sinds 2012 bij Wellantcollege Westplas Mavo Salaris € 2750,- bruto per maand

gen een vacaturestop heeft. Bovendien is er vooral vraag naar mensen met een specialisatie, zoals chemische scheikunde, die daarnaast een aantal forensische vakken hebben gevolgd. Bij Forensic Science word je vooral breed opgeleid. Eigenlijk de enige oud-studenten die ik ken die iets forensisch zijn gaan doen, zijn daarvoor uitgeweken naar het buitenland. Ik heb mijn toekomst nog niet helemaal uitgestippeld, maar het zou best kunnen dat ik alsnog een baan vind die beter aansluit bij mijn master. Heel af en toe kijk ik naar vacatures, maar voorlopig ben ik hier nog erg tevreden. De zekerheid van een vast contract geef je bovendien niet zo gemakkelijk op. Het werk als docent is elke dag anders en ik geniet erg van het contact met de leerlingen. Ik vind het leuk dat je de lessen zelf mag indelen, zolang de leerlingen alle stof maar hebben gehad voor het examen. Soms gebruik ik mijn achtergrond nog wel, dan geef ik ze bijvoorbeeld een extra opdracht forensische scheikunde tussendoor. Nee, ik zou er echt niet aan moeten denken dit in te ruilen voor een saaie kantoorbaan.’ ↙ tekst Carlijn Schepers foto Mats van Soolingen


47

10 JUNI 2015

Overigens

In Amsterdam is veel te weinig ondernemerschapsonderwijs

De stelling

Volgens gemeenteonderzoek hebben Amsterdamse onderwijsinstellingen te weinig economische impact, mede door gebrek aan ondernemerschapsonderwijs bij bètafaculteiten. Peter Sloot

Jeroen Kluck

Willem van Winden

Hoogleraar Computational Science

Lector water in en om de stad

Lector Amsterdamse kenniseconomie

‘Onzin. De stelling is gebaseerd op de bewering dat er geen ondernemerschapsonderwijs is op de bètafaculteiten en medische faculteiten. Dat is gewoon onjuist. Zo biedt de UvA de Tesla-minor aan met als motto: “Bringing together science, business, and society”. Verder is er in Amsterdam de Innovation Exchange Amsterdam als incubator van start-ups. Ik nodig Neelie Kroes en Folia graag uit om zich in het Science Park te komen vergapen aan het grote aantal start-ups gekoppeld aan de faculteiten. Maar los daarvan meen ik dat we een groot risico lopen door ons te veel te concentreren op valorisatie en business in de wetenschap. Het is tijd voor een diepere reflectie en daarom loont het misschien een column van Vincent Icke in de NRC te herlezen, getiteld: “Valorisatie versus appreciatie”. Hier is een quote ter leering ende vermaeck: “De barbaren die steeds maar weer zaniken over nut en relevantie zien niet dat de zuivere wetenschap de kurk is waarop de moderne wereld drijft.”’

‘Oneens. Bij Domein Techniek hebben we een Start-up Tech Centre, met daarin onder andere de minor “Start up your own business in technology” en de mogelijkheid om daar in het afstuderen mee door te gaan. Daarnaast zijn er incubators: bedrijven speciaal ingericht op het begeleiden van start-ups. Al deze programma’s sluiten het beste aan bij studenten Engineering en Product Design, maar in de praktijk blijkt dat ze worden gevuld door allerlei verschillende studenten, die uit allerlei vakgebieden afkomstig zijn. Zo werd ik het afgelopen jaar verrast door het feit dat studenten een minorprijs wonnen met een plan voor een waterkering in een deur. Dat vind ik als lector water in en om de stad natuurlijk erg leuk. Kortom, er gebeurt al veel. Of het voldoende is, vind ik lastig te beoordelen. Misschien zijn de positieve effecten nog niet zichtbaar, omdat de programma’s pas enige jaren bestaan. Het kost immers tijd om economische impact te hebben. Het is in elk geval goed om ondernemerschap onder de aandacht te brengen.’

‘Deels mee eens. Ik ben niet bekend met het gemeenteonderzoek en weet niet precies hoeveel ondernemerschapsonderwijs er nu is op de bètafaculteiten, maar ik denk wel dat het beter zou kunnen. Neem een voorbeeld aan Delft: daar hebben studenten de vereniging YES!Delft opgericht, die veel bijeenkomsten organiseert om universitaire start-ups te helpen. Zo’n initiatief van onderaf lijkt me beter dan dat je van hoogleraren verwacht dat ze de kar gaan trekken. Die zijn immers vooral met onderzoek bezig. Aan de HvA is dat anders: daar is ondernemen een van de speerpunten. De minor ondernemerschap is heel populair en meer dan de helft van de studenten wil een eigen bedrijf beginnen. Het zou goed zijn als ondernemen ook aan de UvA meer in het onderwijs wordt geïmplementeerd. Het wetenschappelijk onderwijs moet prioriteit houden, maar een klein vak dat duidelijk maakt dat ondernemen ook een optie is, kan geen kwaad. Veel mensen denken dat zoiets ten koste gaat van de academische waarde. Maar in de VS zie je aan MIT dat wetenschap en ondernemen prima samen kunnen gaan.’ ↙ Yannick Fritschy


INGEZONDEN MEDEDELING

BSA NIET GEHAALD? Heb jij een negatief Bindend Studieadvies gekregen, maar ben je het er niet mee eens? Er zijn meerdere redenen waarvoor je uitstel kunt krijgen, zoals ziekte, zwangerschap of familie-omstandigheden. Er kunnen ook andere

redenen zijn om een BSA/BAS aan te vechten, bijvoorbeeld als je studieadviseur je (aantoonbaar) verkeerd heeft voorgelicht. Het ASVA Rechtsbureau helpt je gratis met je beroep! Meer info? www.asva.nl/rechtsbureau


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.