Jongens waren we ‘Lezers zijn echt zo dom niet.’ Philip Huff, UvA-student en auteur van het goed ontvangen boek Dagen van gras, heeft maling aan boeken waarin alles wordt uitgelegd. Hij dook voor Folia in zijn boekenkast en selecteerde zijn favoriete boeken met het thema van de Boekenweek 2010: ‘Titaantjes, opgroeien in de letteren’ in zijn achterhoofd. Marit van Kooij
Titaantjes
Nescio (1918) ‘Titaantjes is het leukste verhaal over opgroeien. In veertig bladzijden leer je vijf jongens kennen en je begrijpt waarom ze naar de wereld kijken zoals ze doen. Dat is heel knap van de schrijver, niet iedereen kan dat. Wat Titaantjes zo’n ontzettend mooi boek maakt, is dat het taalgebruik perfect samenvalt met de sfeer in het boek. Je ziet de zolderkamer van die Koekenbakker voor je. Uiteindelijk gaat Titaantjes over het verval van jeugdige idealen. Ik vind het fascinerend om te zien hoe jonge mensen ieder hun eigen drive en dromen hebben en wat daar wel of niet van terechtkomt. Dat is opgroeien volgens mij.’
Red ons, Maria Montanelli
Herman Koch (1989) ‘Het bewijs dat Herman Koch vóór Het diner ook al heel goede boeken schreef. Red ons, Maria Montanelli schreef hij twintig jaar geleden, en het gaat over een jongen van ongeveer zeventien jaar die opgroeit in Amsterdam Oud-Zuid. Toen ik het las, was ik nog nooit in Oud-Zuid geweest. Ik wist er dus niets vanaf, maar ik vond het toch briljant hoe Koch dat bekakte en hypocriete sfeertje af wist te zeiken. Het verhaal is grappig, maar toch leiden de personages een dramatisch leven. Een tragedie als een komedie, dus. Of andersom, natuurlijk.’
The God Boy
Ian Cross (1957) ‘Dit boek is een klassieker in literatuurland Nieuw-Zeeland, maar is in de rest van de wereld natuurlijk heerlijk obscuur. Het gaat over de dertienjarige Jimmy die een probleem heeft met God. In honderdzestig pagina’s doet hij uit de doeken hoe dat probleem ontstaan is. Doordat het allemaal door een jongen van dertien wordt verteld, moet je zelf goed je best doen het verhaal in elkaar te zetten. En door het taalgebruik van Jimmy kom je heel dicht op zijn huid te zitten, ben je echt in zijn dorp, in het Nieuw-Zeeland van de jaren vijftig, in the middle of fucking nowhere dus. Ga er maar aan staan.’
Dagen van Gras
Philip Huff (2009) ‘Een recensent van HP/De Tijd noemde mijn debuut een “sympathiek boek” omdat ik veel over de Beatles schreef. Tja. Ik heb die muziek niet in het boek verwerkt om de sympathie van ouwe lullen te krijgen. Mijn boek gaat over opgroeien. Als jongen. En popmuziek past daar bij. Het is het verhaal van een jongen die troost zoekt in muziek en drugs en die daardoor in een psychose raakt en opgenomen moet worden. Of ik blij ben met de positieve recensies? Ja, natuurlijk. Uiteindelijk schrijf je toch een boek omdat je iets wilt zeggen, omdat je een verhaal hebt te vertellen.’ yyy
Dit is jouw huis
Maartje Wortel (2009) ‘Ik houd erg van korte verhalen. Natuurlijk kunnen dikke boeken ook goed zijn, maar ik ben dan snel geneigd te denken “had je dat er niet uit kunnen laten?” In een kort verhaal maakt de plot niet zo veel uit. Het gaat om de sfeer, niet alles wordt uitgelegd. En dat hoeft ook niet, want lezers zijn echt zo dom niet. Maartje Wortel heeft in haar boek een paar ontzettend mooie verhalen weten te schrijven, veelal over mensen van onze leeftijd. Omdat het zo kort is, blijf je achter met het idee dat alles wat je gelezen hebt, belangrijk is.’
Debutanten
Inmiddels is Dagen van gras van Philip Huff toe aan de vierde druk. Hoe vergaat het andere jonge auteurs? De Balie organiseert op woensdag 10 maart een Debutantenbal. Debutanten als Philip Huff, Hanna Bervoets en Maartje Wortel vertellen hun visie op literatuur, schrijven en het gebruik van de nieuwe media. Studenten betalen 5 euro, aanvang 20.00 uur.
Folia 17