Folia18_63

Page 21

Rachida Abousalama (24) vierdejaars lerarenopleiding Engels (HvA) ‘Werken bij de oppascentrale is de ideale bijbaan voor studenten. Het is flexibel en het betaalt goed. Ik hoorde erover van vriendinnen en ik werk sinds 2004 bij de oppascentrale. In het begin paste ik ongeveer drie keer per week op, vaak overdag. Dan verschoonde ik luiers, haalde ik de kinderen uit bed, kleedde ik ze aan en gaf ik ze eten. Bij goed weer ging ik ook vaak de deur uit met ze. Dat wordt vaak aangeraden door de ouders, ze geven onmiddellijk de huissleutel mee. Vanaf 2005 zit ik ook in het bestuur van de oppascentrale. Sindsdien pas ik een stuk minder vaak op. Ik vind het mooi om te merken dat de band tussen oppassers en families soms heel hecht wordt. De gezinnen kunnen namelijk hun voorkeur uitspreken voor een bepaalde oppas. Dan wordt diegene als eerste gebeld. Ik heb zelf twee à drie families waar ik ongeveer één keer per week op pas. Zelfs als ik eigenlijk niet kan, ga ik soms alsnog wanneer ik hoor dat een van die gezinnen nog een oppas nodig heeft.’

Felia Boerwinkel (23) master holocaust- en genocidestudies ‘Ik ben tweeëneenhalf jaar geleden begonnen bij de oppascentrale. Het werk is flexibel, je geeft per week je rooster door. Er is één familie in het bijzonder waar ik graag kom. Zij hebben een jong meisje en zij is fantastisch. Maar eigenlijk zijn alle kinderen meestal wel leuk. Net als de ouders trouwens. Vaak blijf ik nog even hangen om een praatje te maken. Het gebeurde laatst voor het eerst dat een stel een uur te laat thuis kwam, zonder excuses aan te bieden. Daar baalde ik goed van, want ik had die avond nog een afspraak. Ik pas altijd ’s avonds op, want dan kan ik overdag studeren. Ouders vinden het fijn als je nog even met de kinderen bent, dus dan kom ik voordat de kinderen naar bed gaan. Het is afwisselend werk. De ene keer pas je op een baby, de andere keer heb je een gesprek met een jongen van twaalf jaar. Daarnaast vind ik het leuk dat je in zo veel verschillende, soms heel luxe, huizen oppast en in verschillende delen van Amsterdam komt.’

de telefoon, maar je hebt geen idee hoe ze eruitzien. We willen dit soort feestjes vaker organiseren. Het contact met de gezinnen is toch erg belangrijk.’ Op het feestje herkenden de kinderen ‘hun’ oppassers al snel. Met maar 47 oppassers in dienst is dat niet lastig. Dit komt mede doordat de selectie van de studenten streng is. Kruijff: ‘De oppas is ons visitekaartje. Wij zijn de tussenpersoon van twee onbekende partijen en het gaat over kinderen. We moeten er zeker van zijn dat de oppas goed is.’ Kandidaten moeten oppaservaring hebben en goed Engels spreken. Lammé: ‘Ook krijgen we wel eens gekke verzoeken. Een Russisch sprekende oppas bijvoorbeeld. Als we zo iemand in het bestand hebben, proberen we dat te regelen. Of we krijgen het verzoek of iemand op een kat kan passen. Maar daar beginnen we niet aan.’ In tegenstelling tot de studenten kunnen gezinnen zich gewoon aanmelden via de website. Zorgt dit niet voor

problemen? ‘Het gebeurt niet vaak,’ vertelt Kruijff, ‘maar als er klachten zijn, gaan ze meestal over het niet nakomen van afspraken.’ Te laat komen is de meest gehoorde klacht. ‘Ook horen we wel eens dat ouders aangeschoten thuiskomen, maar de meeste oppassers vinden dat niet zo erg.’ Er staan een paar gezinnen in het bestand die lastig zijn, waarover de oppassers onderling praten. ‘Het is ooit voorgekomen dat een oppas werd beschuldigd van te veel snoep eten,’ lacht Kruijff, ‘maar dat is echt zeldzaam.’ vaderfiguur

Oppassen wordt vaak gezien als vrouwenwerk. Toch zitten er twee mannen in het bestuur. ‘Maar ik heb maar één keer opgepast,’ bekent Lammé. ‘En als ik eerlijk ben, zou ik mezelf niet aannemen. Ik heb gewoon te weinig ervaring. Maar ik kan prima met

kinderen omgaan, hoor.’ Kruijff is op het moment de enige mannelijke oppas, terwijl er toch af en toe specifiek om een man wordt gevraagd. ‘Dat zijn vaak gezinnen met een zoontje. Of families waarvan de vader in het buitenland zit. Dan wil de moeder een soort vaderfiguur als oppas.’ Kruijff vertelt dat hij met één familie een goeie band had. Toen ze terugverhuisden naar de VS zocht hij ze zelfs daar op. Het gaat na zestig jaar nog steeds goed met de centrale. In 95 procent van de aanvragen kan een oppas worden geregeld. Dat de centrale weinig bekendheid geniet, is een bewuste keuze. Aan marketing wordt dan ook niet veel gedaan. ‘Wij bestaan stilletjes,’ aldus Robert. ‘We moeten het vooral hebben van mond-tot-mondreclame. In sommige straten hebben we wel tien klanten.’ l Voor meer informatie: www.oppascentralekriterion.nl

Folia 18 | 21


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Folia18_63 by Folia - Issuu