Dorette Evers ✖ 44 jaar ☛ fotografe
woont in Amsterdam
met haar man Hans en zoon Doede (8) “Ik ga bijna elke dag wel even naar de straattuin, kijken of er alweer bollen zijn opgekomen. Of er al een beetje groen te ontdekken valt. Vorig jaar plaatste ik negen moestuinbakken bij mij in de straat, ik wilde meer leven in de buurt. Ruim negen jaar woon ik hier, mijn vriend zelfs nog langer, maar mijn buurtgenoten kende ik nauwelijks. Iedereen groet elkaar wel op straat, en sommigen kennen elkaar ook, maar echt contact tussen verschillende groepen was er niet. Bovendien kon ons buurtpleintje wel een opknapbeurt gebruiken, daarom bedacht ik deze tuintjes. De gemeente wilde wel financieel meehelpen. Als de bakken weer in volle bloei staan, geef ik de planten twee keer per week water. Een beetje improviseren is dat wel, want de straat heeft natuurlijk geen waterkraan. Daarom koppel ik de tuinslang aan mijn eigen douchekraan, de slang hang ik over het balkon naar buiten. We wonen drie hoog, dus dat is nogal een afstand, maar er zijn altijd wel een paar mensen die spontaan helpen. Ik heb er zelf veel lol in. Het is ook fijn om lekker met mijn handen in de aarde te wroeten, ook al heb ik helemaal geen groene vingers. Er is hier een aardige buurman die af en toe advies geeft, zelf heeft hij een grote moestuin. Ongevraagd zette hij al eens wat plantjes in de bakken. Vroeger kende ik hem nauwelijks, maar door die bloemen maak je snel een praatje. Ontluikende bloemknoppen, daar reageert iedereen op. Ik leer nu zó veel verschillende mensen kennen, ik ken inmiddels alle buurtgenoten van gezicht en vele ook van naam. Een paar keer organiseerden we al een feestje op het plein, iedereen kookte iets lekkers. Een hechte gemeenschap zijn we niet, maar dat komt misschien nog wel. Steeds vaker hoor ik mensen zeggen dat ze zich meer met de buurt verbonden voelen. Als je iets per se wilt, lukt het ook wel. Je moet gewoon klein beginnen. Binnenkort krijgen we zelfs een waterkraan in de straat, een initiatief van de woningbouwvereniging.”