5 minute read

Hoeveel belasting betalen grote bedrijven?

Trailer Niemand die het weet, antwoordt Follow the Money in een doorwrocht artikel dat in november van dit jaar online verscheen. Deze vraag wordt al tientallen jaren gesteld, maar blijft nog steeds onbeantwoord. Hoe komt dat toch? Hoe kan dat nou?

FIRM, december 2020 Door: Hans van Mierlo

Advertisement

Waar gaat het om? Het Platform Authentieke Journalistiek publiceert al een jaar kritische financieel-economische artikelen online van Follow the Money. Daarvan is de bekende financieel journalist Eric Smit de voorman. Dit artikel begint zo: “Anno 2020 betalen grote bedrijven nog maar half zoveel belasting als veertig jaar geleden. En zelfs dit is mogelijk nog te optimistisch geschat.” De blinde vlekken rond de winsten en belastingen van het grootbedrijf groeien. En de door de regering ingestelde adviescommissie roept op tot meer transparantie. Zulke commissies worden al veertig jaar met grote regelmaat ingesteld. Voor mij begon het met de commissie-Ruding, die al in de jaren zeventig/tachtig voor de Europese Commissie de Schadelijke concurrentie in de Vennootschapsbelasting tussen de Europese lidstaten onderzocht.

Die commissie kwam met een analyse die er niet om loog. Ja, de Europese lidstaten beconcurreren elkaar met de tarieven in de VPB. Dat doen zij om zo een gunstig mogelijk vestigingsklimaat te scheppen om buitenlandse investeringen (FDI in het jargon) aan te trekken. Omdat alle lidstaten dit doen resulteert dat in een ware tarievenoorlog in een ‘Race to the Bottom’ waar alle lidstaten slechter van worden omdat ieders belastingopbrengsten daardoor steeds verder omlaag gaan. Dit staat in de economische speltheorie bekend als het ‘Prisoners Dilemma Game’. Ik heb dat in mijn onderwijs steeds het OPECprobleem genoemd. Dat was ook het centraal probleem in mijn Mastervak Tax Policy in the European Union dat ik lang voor zowel de opleidingen Fiscale Economie als Fiscaal Recht heb mogen geven. Is er een oplossing? De belastingopbrengst van grote Nederlandse bedrijven is in veertig jaar ruim gehalveerd. Betaalde het grootbedrijf in 1977 nog gemiddeld 51,1 procent Vennootschapsbelasting over zijn winsten, anno 2018 was dat minder dan 22,3 procent. En mogelijk is dat cijfer zelfs nog te rooskleurig. Het aandeel van de winst van multinationals dat afkomstig is van dochterondernemingen in het buitenland is in twintig jaar verdubbeld. Het is nauwelijks na te gaan of deze ‘winsten uit deelnemingen’ daadwerkelijk gemaakt zijn en daarmee legitiem zijn, of dat zij het gevolg zijn van boekhoudkundige trucs die bedoeld zijn om Vennootschapsbelasting te ontwijken. De laatste jaren zijn landen wereldwijd meer samen gaan werken om belastingontwijking tegen te gaan. In april van dit jaar verscheen het rapport van de adviescommissie-Ter Haar aan de regering. Volgens de commissie zijn de tot dusver genomen maatregelen nog ‘verre van waterdicht’. Bovendien kunnen ze doorgaans rekenen op felle tegenstand vanuit het bedrijfsleven. Belastingontwijking en -ontduiking door multinationals is al jaren punt van discussie. Volgens een schatting van expert Arjan Lejour loopt de Nederlandse overheid door belastingontwijking 1 tot 2,5 miljard Euro Vennootschapsbelasting mis. Het Platform Authentieke Journalistiek analyseerde het adviesrapport van de Commissie Ter Haar en sprak de opstellers van het rapport en diverse andere deskundigen. Ook werden CBS-cijfers over belastingafdracht van grote bedrijven geanalyseerd en werd de jaarrekening van een aantal van deze bedrijven uitgeplozen.

Op 15 april 2020 publiceerde de adviescommissie onder leiding van topambtenaar Bernard ter Haar haar

Prof Dr J.G.A. van Mierlo is hoogleraar Openbare Financiën aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Universiteit Maastricht. Hij was van 1994 tot dit jaar Directeur van de Maastrichtse Bachelor- en Masteropleiding Fiscale Economie. Daarnaast is hij expert in onderwijs en praktijk van (ook Fiscaal) Beleidsevaluatieonderzoek.

Hij zou op vrijdag 3 juli van dit jaar zijn afscheidsrede hebben gehouden in de Aula van de Universiteit Maastricht. Die rede staat nu geagendeerd voor 1 juli 2021.

E-mail: h.vanmierlo@maastrichtuniversity.nl

conclusies. De commissie adviseert een basispakket van zeven maatregelen dat de Nederlandse schatkist per jaar zo’n 600 miljoen Euro extra belasting van multinationals moet opleveren. Daarbij wordt het vestgingsklimaat in het oog gehouden. Voorzitter Ter Haar benadrukt dat de analyse van de commissie in deze ‘economisch zware (Corona-) tijden’ extra relevant is. Het rapport brengt een bal aan het rollen. Vijf maanden later, op Prinsjesdag, belooft de regering twee van de zeven voorgestelde maatregelen nog deze kabinetsperiode uit te werken. Samen zouden die het gros van de 600 miljoen euro belastingwinst opleveren. Maar de commissie wijst ook nog op een ander en ingewikkelder probleem: wij hebben op dit moment nog te weinig zicht op hoeveel belasting multinationals sowieso over hun totale winsten betalen. Dat maakt het lastig om te beoordelen of bedrijven ten opzichte van hun wereldwinst wel hun ‘fair share’ betalen.

Wat weten we wel en wat weten we niet? Uit de openbare gegevens van de jaarrekeningen van grootbedrijven maakt de commissie haar berekeningen. Maar er zijn door het CBS ook berekeningen gemaakt aan de hand van de belastingaangiftecijfers van de jaren 2010 tot 2017 van het Ministerie van Financiën. Zelf heeft het CBS cijfers die nog een stuk verder teruggaan; sinds 1977 houdt het CBS de daadwerkelijke belastingafdracht van grote bedrijven bij. Daaruit blijkt dat de effectieve vennootschapsbelastingdruk over de laatste vier decennia meer dan gehalveerd is. In 1977 betaalde het grootbedrijf nog gemiddeld 51,1 procent VPB over zijn winsten, in 2018 was dat gedaald tot zo’n 22,3 procent. De verklaring daarvoor is de genoemde ‘race to the bottom’ in de tarievensfeer. Daardoor hebben alle overheden uiteindelijk minder belastinginkomsten.

Deze cyclus van schadelijke belastingconcurrentie is alleen te stoppen wanneer landen internationaal gaan samenwerken met hun belastingbeleid. De commissieTer Haar geeft daarom het advies dat Nederland voorop moet lopen in de internationale samenwerking op het gebied van de winstbelastingen. Ik zie dat niet zo snel gebeuren omdat Nederland op dit gebied van oudsher terughoudend is. Het directe deel van de winst is precies te berekenen. Maar een steeds groter deel van de winst van grote bedrijven komt uit deelnemingen. Niemand weet precies hoeveel belasting over deze buitenlandse winsten wordt geheven. Nederlandse aangiftedata geven geen inzicht in hoeveel belasting Nederlandse bedrijven wereldwijd betalen. Deze blinde vlek wordt rap groter zo blijkt uit de CBS-cijfers. Er is dus een groot gebrek aan transparantie. Daarom kunnen wij geruststellen dat de formele belastingdruk van grote internationaal opererende bedrijven wel is gehalveerd, maar de onzichtbaarheid van de gemaakte winsten lijkt verdubbeld. Daardoor weten wij niks van de effectieve belastingdruk.

Conclusie De oplossing begint bij meer transparantie over de wereldwijd gemaakte winsten. Ook daarvoor is meer internationale samenwerking nodig. Dan pas komt internationale fiscale beleidssamenwerking aan de orde. Er is dus nog een lange weg te gaan.

This article is from: