ConnectING 4 - juni 2017

Page 1

27 jaar Studentenraad - Louis van Hoye en Joeri ENGINEERSDebaenst STILL DO IT WITH VISION Magazine van de Faculteit NR.KUIngenieurswetenschappenIndustriëleLeuven4-JUNI2017 •Engineering & Technologie: nieuwe lerarenopleiding •Umicore Nova: nieuwe elektrische racewagen •Punch Two: nieuwe zonnewagen •Groen Licht •MasterproefVlaanderenineennieuw jasje •Faculty •Wetenschapscommunicatie•OnderzoekWorldwide Viermaandelijks • maart-april-mei-juni 2017 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P919663

Pag.NationalPolinaofWithDAYSINTERNATIONALProf.DeborahE.Shalev,AzrieliCollegeEngineeringJerusalemandShynkarenko,ZaporizhzhyaTechnicalUniversity,Ukraine26-27

COLOFON ConnectING is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt. Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan FIIW Redactieraad: Sofie Craps, voorzitter, Hilde Bonte, Niels De Brier, Wim Dewulf, Greet Langie, René Peeters, Louis van Hoye, Rens Vervaeke Eindredactie: Yves Persoons Redactiesecretariaat: Inge Van Cauter Redactieadres FaculteitConnectINGIndustriële Ingenieurswetenschappen Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203 3001 Heverlee 016 32 33 connecting@kuleuven.be36  www.iiw.kuleuven.be Foto's: Silvie Bonne, Delphine Dhaenens, Rob Stevens, Filip Van Loock Grafisch ontwerp:  www.altera.be Drukwerk: Drukkerij Van der Poorten 100% klimaatneutrale drukkerij  www.vanderpoorten.be

INHOUD • Woord vooraf 3 • Nieuws uit de faculteit 4 • Studenten in de kijker 9 • Docenten in de kijker 15 • Onderzoekers in de kijker 20 • Faculty worldwide 24 • Kunst en wetenschap 28 • Alumni in de kijker 30 • Wetenschapcommunicatie 32 • Nieuws van Alumni 33 2

In september starten we aan de faculteit met een nieuwe lerarenopleiding Engineering & Technologie. Sinds de invoering van STEM in het onderwijs, is de nood aan leerkrachten die wetenschappen, technologie, engineering én wiskunde geïntegreerd kunnen aanbieden groot. Multidisciplinair werken vergt specifieke vakdidactieken. En laat die manier van werken nu net dat zijn waar industrieel ingenieurs sterk in zijn. Geen beter bewijs dan de vele projecten die onze studenten het afgelopen semester met succes afrondden. Dat hebben ze ook buiten de campussen mogen ervaren. De nieuwe elektrische wagen, de Umicore Nova en de nieuwe zonnewagen, de Punch Two, werden aan de pers voorgesteld door de studententeams. In Nederland scoorden we behoorlijk tijdens de eerste deelname aan de betonkanorace. Sterke staaltjes technologie die maar realiseerbaar waren met een STEM-bril op. Het enthousiasme en de inzet van onze studenten inspireert ook de docenten en onderzoekers. Een van hen bouwde met zijn zoon in de vrije tijd gewoon zelf zijn wagen om naar een meer duurzaam type. Drones zijn nog zo’n interessant transportmiddel. De pakjeskoeriers wezen gewaarschuwd. Maar deze vliegende objecten kunnen ook voor heel andere doeleinden ingezet worden. Voor fruitinspectie in de land- en tuinbouw bijvoorbeeld. Binnen dat thema staat in dit nummer ook het onderzoek naar de Aziatische fruitvlieg in de kijker. Deze vliegjes bedreigen hele fruitoogsten en bijgevolg ook de wijnoogst. Met de promoties van bijna 1000 achter de rug, is dat iets dat we kunnen missen! Ik wens jullie een aangename zomer vol leesplezier! Prof. Bert Lauwers, Decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen TECHNOLOGIE

WOORD VOORAF 3CONNECT ING TER LAND, TER ZEE EN IN DE ENGINEERINGLUCHT &

NIEUWS UIT DE FACULTEIT 4

Tijdens het oplossen van concrete technologische problemen leren leerlingen inzien hoe essentieel en waardevol het samenspel is tussen de verschillende STEM-componenten.

EEN LERARENOPLEIDINGNIEUWE

Op die manier maak je – ongeacht het vak dat je geeft – voor leerlingen het verschil.

… tot een STEM-aanpakgeïntegreerde

Van een STEM-component…specifieke

De bestaande specifieke lerarenopleidingen (of SLO’s) binnen de Groep Wetenschap & Technologie richtten zich tot nu op een specifieke STEM. Zo heb je de SLO wiskunde of de SLO natuurwetenschappen waar je kan kiezen tussen aardrijkskunde, biologie, chemie of fysica.

Stage als whole school experience De lerarenopleiding Engineering & Technology wordt ingericht op Technologie campus Gent. Als multicampusfaculteit zetten we in op blended onderwijs en streven we naar een slimme en optimale combinatie van afstands- en contact onderwijs. Daarnaast neemt de stage bijna de helft van de opleiding in beslag. De stage is een whole school experience gericht op praktijkgerichte training. Niet alleen lesgeven, maar ook schooltaken buiten klasverband en ondersteuning bieden aan leerlingen met leerstoornissen, kans armoede, functiebeperking etc. behoren tot het stagepakket.

EEN KUOPLEIDINGLERAREN-AANLEUVEN

Deze aanpak vereist een aparte didactiek en dus ook een aparte lerarenopleiding. Coördinator Guy Durinck geeft tekst en uitleg.

 www.iiw.kuleuven.be/slo Sofie Craps

“We leren leerlingen inzien hoe essentieel en waardevol het samenspel is tussen de verschillende STEMcomponenten.”

De Faculteit Industriële Ingenieursweten schappen vult dit rijtje nu aan met de SLO Engineering & Technologie. In deze SLO gaat de aandacht naar een gepaste didactiek rond technologische toepassingen en de typische ingenieursvaardigheden.

Technologie en teamwork Interdisciplinariteit is een belangrijk begrip in een STEM-context. In de opleiding worden leraars-in-spe getraind om hiermee om te gaan. De vakdidactiek zoomt in op technologie in het onderwijs en op werken in team. Via projectwerk leren leerlingen samenwerken, ontwerpen en creëren in een praktijkgerichte omgeving met aandacht voor duurzaamheid.

5CONNECT ING

Door de invoering van STEM in het secundair onderwijs, zijn ook leraars nodig die sterk zijn in een geïntegreerde aanpak van technologische georiënteerde vakken.

Om leraar te worden volg je een traject van studiepunten in een lerarenopleiding. Aan KU Leuven is dit een vakspecifieke leraren opleiding. Dat betekent dat je een degelijke vorming krijgt in de vakdidactiek die aansluit bij je voor opleiding en bij de vakken die je in het onderwijs mag geven. Op het einde van de opleiding krijg je een diploma van leraar. In combinatie met je masterdiploma geeft je dat lesbevoegdheid in het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs, maar ook als docent in het hoger onderwijs. Ook in het bedrijfsleven heb je met dit diploma een extra troef. Het is immers een meer waarde om opleidingen te geven, seminaries, presentaties …

7TH INTERNATIONAL CONFERENCE ON INDUSTRIAL COMPUTED TOMOGRAPHY

Prof. Wim Dewulf, Conference Chairman and Dr. Kim Kiekens, Conference Manager, welcomed more than 100 contributors from science and industry on new developments and applications. ICT 2017 created an unique opportunity for knowledge exchange and networking in the domains of three-dimensional inspection, quality control, non-destructive testing, and materials characterization using X-ray Computed Tomography. More than 20 leading companies participated at the industrial partner exhibition on campus. Keynote speakers such as Dr. Tom Craeghs (Materialise) and Prof. Johan Kastner (University of Applied Sciences Upper Austria) highlighted the potential of Computed Tomography in 3D-printing and new CT-methods for research and industry. Networking opportunities were organised in the finest historical locations in Leuven. Yves Persoons

6

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

Prof. Wim Dewulf, Conference Chairman and Dr. Kim Kiekens, Conference Manager

From all International Conferences on Industrial Computed Tomography, the 7th edition at Campus Group T in Leuven was the most successful.

BE ENMETFORBOLDCHANGEBLOEMENTAART

PUZZELBOM WINT EE4-PRIJS

EE staat voor Engineering Experiences. Het zijn leerbelevenissen waarin de studenten uitgedaagd worden om zelfstandig en in teamverband ingenieuze opdrachten uit te voeren. De tweedejaars Elektronica-ICT konden zich uitleven in de ontwikkeling van een origineel spel. ‘Learning by gaming’, heet dat. Tijdens de finaledag was een ware explosie van creativiteit te zien: van ijsbergen tot visvijvers, van automatische piano’s tot een puzzelbom binnen de 2 minuten te ontmantelen door het oplossen van een complex van puzzels. “Een huzarenstukje”, aldus projectcoördinator Gert Van Loock. Yves Persoons

Op 8 maart, internationale vrouwen dag, werden de vrouwelijke collega’s letterlijk in de bloemetjes gezet. Onder het motto Be Bold For Change gaf Emilia Motoasca op Techno logiecampus Gent een korte presentatie over de vrouw in/en de universiteit. De vicevoorzitter Vrouw & Universiteit nodigde iedereen daarna uit voor taart en koffie. Je bent een vrouw of je bent het niet. An Devuyst

Wouter Heerwegh, Soline Genaey, Ciheng Meng en Maxim Deloof ontwikkelden een elektronische bom. Niet om te ontploffen, maar wel om zo snel en efficiënt mogelijk te ontmantelen. Met ‘cube you’ won het internationale team op 23 mei 2017 de prijs voor het beste EE4-project van de bacheloropleiding Elektronica-ICT op Campus Groep T.

7CONNECT ING

Bracke

Peter Bracke, clustermanager Groen Licht Vlaanderen: “Geconnecteerde verlichting maakt veel mogelijk, waaronder verlichting op maat van mensen. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat verlichting en visueel comfort een grote impact hebben op mensen (human centric lighting). Denken we bijvoorbeeld aan de zorgsector waar duidelijk gebleken is dat via aangepast licht overdag het slaappatroon ‘s nachts van ouderen sterk verbeterd kan worden. Met intelligente ledverlichting is dit mogelijk: the right light, at the right time, at the right place”.

INNOVATIEF BEDRIJFSNETWERK GROEN LICHT VLAANDEREN VAN START 8 Initiatiefnemers van vzw Groen Licht Vlaanderen: vlnr: Wouter Ryckaert, Frédéric Leloup, Catherine Lootens,

Oprichting vzw Groen Licht Vlaanderen Tegelijkertijd met de start van het innovatief bedrijfsnetwerk wordt de mature verlichtings cluster van 70 bedrijven omgevormd tot een vzw. De vereniging wil de kennis rond verlichting bij bedrijven te verhogen en (toegepast) onderzoek te stimuleren om onbenut economisch potentieel te ontsluiten. Binnen de raad van bestuur nemen KU Leuven en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) een structurele rol aangevuld met een afvaardiging van de bedrijfswereld.

Prof. Wouter Ryckaert, bestuurder van de vzw: “De vereniging zal als verlichtings cluster het centrale aanspreekpunt zijn ten aanzien van andere organisaties, de federale en Vlaamse overheid en de Europese instellingen en zal hierbij de volledige waardeketen vertegenwoordigen. Groen Licht Vlaanderen is gegroeid in de schoot van het Laboratorium voor Licht technologie (KU Leuven Technologiecampus Gent) als Vlaams Innovatie Samenwerkings verband. Met een aandeel van 40% in het beslissingsproces zal KU Leuven een prominente rol blijven spelen binnen de vzw Groen Licht Vlaanderen.” Wouter Ryckaert Groen Licht Vlaanderen wordt het innovatieve bedrijfsnetwerk voor digitalisering en duurzame geconnecteerde LED-verlichting. Het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) steunt zo 14 speerpuntenclusters. Op 3 april werd het netwerk gelanceerd met een kick off in het Havenhuis in Antwerpen. Peter en Peter Hanselaer

Samenwerking rond digitalisering van verlichting In de nabije toekomst zal een verlichtingstoestel meer doen dan enkel licht produceren. Het toestel van de toekomst zal een aantal sensoren (temperatuur, camera, aanwezigheid, daglicht, monitoring luchtkwaliteit …) en voldoende intelligentie bevatten. Verlichting is overal aanwezig waardoor het uitermate geschikt is om netwerkconnecties te integreren zodat verregaande integratie via het IoT (Internet of Things) mogelijk is. Dit realiseren is een enorme uitdaging voor de verlichtingssector. Een multidisciplinaire samenwerking via een open innovatie concept is de enige manier om de economische opportuniteiten te valoriseren. Het onderwerp overstijgt namelijk de expertise van elke deelsector. Om deze transitie te doen slagen en eventueel te versnellen is er nood aan een katalysator en een coach: Groen Licht Vlaanderen zal deze rollen vervullen.

Innovatieve bedrijfsnetwerken willen een dynamiek op gang brengen binnen een groep van ondernemingen. Via een intense samenwerking tussen de ondernemingen en kenniscentra wordt een concreet actieplan uitgevoerd die de deelnemende bedrijven een economische meerwaarde oplevert. Groen Licht Vlaanderen krijgt als één van de 14 speerpunten steun van het Vlaamse Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).

Catherine Lootens, clustermanager: “In 2004 begon Groen Licht Vlaanderen als klein project dat gesteund werd door 12 bedrijven. Stelselmatig bouwden we het netwerk uit tot een mature verlichtingscluster van meer dan 70 aangesloten organisaties! Groen Licht Vlaanderen is vandaag een aanspreekpunt voor bedrijven en overheden.”

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

Na een gesprek met een paar teamleden was ik direct verkocht. Niet alleen door de auto, maar door het hele project en de enorme praktijkervaring die je als toekomstig ingenieur kunt verwerven. Niet alleen technologisch, maar ook op vele andere gebieden: management, ondernemen, teamspirit, competitie, leidinggeven, vakoverschrijdend denken en werken. >

Op 1 juni 2017 pakte het Formula Electric Belgium Team uit met een gloednieuwe zelfgebouwde elektrische wagen: de Umicore Nova, het product van negen maanden hard werken door meer dan 30 studenten van de campussen Groep T Leuven, De Nayer en Thomas More in Sint-Katelijne-Waver.

Dat is het, daar ga ik voor”. Toen Gert de Umicore Isaac in het atrium van Campus Groep T zag staan, sloeg de vonk onmiddellijk over.

“Uiteraard wist ik van het bestaan van het Formula Electric Belgium Team af – wie niet trouwens op Campus Groep T –maar het was de eerste keer dat ik mij realiseerde dat ik ook zelf deel kon uit maken van zo’n bijzondere onderneming.

Teamleider Gert-Jan Paulus en Lode Van Assche, hoofd van het Powertrain Department

De opvolger van de Umicore Isaac is meer dan ooit een huzarenstukje van aanstormend ingenieurstalent. Gert-Jan Paulus, masterstudent van Campus Groep T en student van het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs, leidde als teammanager alles in goede banen.

En hij kijkt meer dan wie uit naar schitterende resultaten tijdens de Formula Student Competitie in de zomer.

STUDENT IN DE KIJKER

9CONNECT ING

FORMULA ELECTRIC BELGIUM LANCEERT UMICORE NOVA

De gloednieuwe Umicore Nova is alvast een knap staaltje van technologische innovatie. Gert-Jan is bijzonder trots op de monocoque waarop het chassis van de wagen bevestigd is. Compleet nieuw is ook de vierwielaandrijving, waardoor de grip van de banden op de weg verhoogt en er nog sneller geaccelereerd kan worden. Dat vergde dan weer een aanpassing van de sturing en de software en – last but not least –een nieuwe motor.

Daarom ben ik aanwezig op alle vergade ringen van departementen om tijdig de noden of problemen te registreren en knopen door te hakken. Overleg én overtuigingskracht zijn in deze onmisbaar. Bovendien is er ook veel geld mee gemoeid, al bij al zo’n 500.000 euro, dus het financiële management is ook een cruciaal aspect van mijn job”. Zelf doen “De grote uitdaging bestaat erin om je als team op elk moment uit de slag te kunnen trekken”, vervolgt Gert-Jan. “Aan enthousiasme en motivatie ontbreekt het uiteraard niet, maar uiteindelijk sta je er alleen voor. Akkoord, er is veel support van alumni, van het Postgraduaat Innoverend Ondernemen, van de faculteit en de campus, maar uiteindelijk houdt niemand je handje vast en zegt hoe je complexe zaken moet aanpakken zoals de design van de wagen, de technologische innovaties of de assemblage van meer dan 4000 onderdelen. Veel tijd om te improviseren of te discussiëren is er niet.

Yves Persoons Formula Electric Belgium Team

GERT-JAN PAULUS LANCEERT UMICORE NOVA 10 Het

Kortom, alles wat je tot een volwaardig ingenieur maakt. Daar komt nog bij dat je vele van deze competenties en skills niet uit een boekje kunt leren. Of tijdens een cursus op de schoolbanken. Je moet ze jezelf eigen maken, al doende, met vallen en opstaan.We hebben – en ook dat moet gezegd –het immense voordeel te kunnen studeren aan een faculteit en op een campus die de vrijheid biedt en de voedingsbodem creeërt om de kiemen van ingenieurstalent tot ontwikkeling te laten komen”. Visie en betrokkenheid Aanvankelijk koesterde Gert-Jan niet onmiddellijk de ambitie om teammanager te worden. “Eerst was ik van plan om een technische functie op te nemen in de chassis-, powertrain- of elektronicaafdeling. Maar na tal van jaren jeugdwerk wist ik dat een managementjob mij ook wel zou liggen. Dat vertelde ik tijdens het sollicitatiegesprek en het verhaal sloeg onmiddellijk aan bij de andere teamleden”. Op de vraag hoe je een complex team als Formula Electric Belgium – verspreid over 2 campussen –kunt managen, heeft Gert-Jan direct een antwoord klaar. “Alles begint met een heldere visie waar je met het team heen wil, een gerichte strategie en een doordachte planning hoe je deze visie in de praktijk kunt brengen. Maar dat is niet voldoende. Je moet goed contact onderhouden met elk lid van het team, weten wat er omgaat en zorgen dat iedereen zijn zegje kan doen en effectief gehoord wordt. Dat doe je niet van achter een bureautafel, maar wel op de vloer.

Het hoogtepunt wordt de internationale Formula Student Competition in de zomer waar de beste raceteams ter wereld het tegen elkaar opnemen in o.m. Nederland, Tsjechië, Hongarije en Duitsland. Op het programma van het team staan verder nog STEM-workshops op jongeren te sensibiliseren voor wetenschap, technologie en de ingenieursstudie. Zo is over een paar jaar hopelijk de opvolging verzekerd.

Alles moet van meet af aan goed zitten.”

Verschillende roeiteams doorstonden de kwalificatierondes en mochten aantreden in de halve finales. Het beste resultaat was een verdiende tweede plaats in de 200 meter race bij de mannen. Het is duidelijk dat dit fantastische weekend de betonkano microbe opnieuw heeft doen opleven, zodat de traditie om jaarlijks deel te nemen aan de betonkanorace weer hoog op de agenda staat.

Volledige

STUDENTEN BOUWKUNDE TECHNOLOGIECAMPUS DE NAYER NEMEN DEEL

Sharon Van Damme AAN DE BETONKANORACE IN ENSCHEDE www.betonkanorace2017.nl/wat-is-de-bkr/ uitslagen: www.betonkanorace2017.nl/race-info-nl/uitslagen/

Het weekend van 13 mei 2017 was een weekend waar de studenten van bouwkundekring al een poosje naar uitkeken. Na een stilte van 5 jaar namen ze opnieuw deel aan de een betonkanorace die jaarlijks georganiseerd op initiatief van de Nederlandse betonvereniging. Universiteiten en hogescholen uit binnen- en buitenland (Nederland, Duitsland, België en Polen) vaardigen teams af om te strijden voor de beste plaatsen. De kano’s, die geheel uit beton vervaardigd zijn, worden door de studenten ontworpen en gebouwd. De bouwkunde studenten van technologiecampus De Nayer waren de enige Belgische deelnemers en namen in verschillende competities deel met twee kano’s. Zonder hoge verwachtingen, maar met erg veel enthousiasme, vertrokken ze richting de universiteit van Twente om er een topweekend van te maken.

11CONNECT ING IN DE PRIJZEN Verder studeren als industrieel ingenieur? Ontdek de mogelijkheden voor pas afgestudeerden of voor wie al even aan het werk is aan onze faculteit. Behaal een bijkomend masterdiploma! • Advanced Master in Welding Engineering • Aangepast traject in Master in de industriële wetenschappen: kunststofverwerking Specialiseer je verder via permanente vorming! Kort- of langlopend, ook in avondonderwijs. • Innoverend ondernemen voor ingenieurs • Research Valorisation in Engineering Technology • Off Shore Wind Energy • Preventieadviseur • WINWINprojecten Geboren lesgever of coach? Behaal je pedagogisch bekwaamheidsbewijs. Ook via blended learning! • Lerarenopleiding Engineering & Technologie Gebeten door toegepast onderzoek? Bekijk dan zeker de (internationale) onderzoeksprojecten. • Doctoraatsopleiding Arenberg Doctoral School  www.iiw.kuleuven.be/verder-studeren

Louis’ job laat hem bovendien toe zijn favoriete hobby te beoefenen: alpinisme, de ultieme karaktertest om jezelf letterlijk en figuurlijk te overstijgen.

Maar zelfs op Europa’s hoogste toppen is Louis nog met de studentenraad en de alumni begaan. Hij zetelt in de Raad van Bestuur van de Alumnivereniging Ingenieurs KU Leuven en is tevens actief in de Stuurgroep Alumniwerking van Campus Groep T.

Profiel Meer dan een kwarteeuw later vinden we Joeri terug aan het roer van de studenten raad. Niet zomaar een studentenraad van een campus ergens te lande, maar wel de studentenraad van de derde grootste faculteit van de KU Leuven. “StII is ontstaan uit StAL, de studentenraad van de Associatie KU Leuven, en vertegen woordigt 6000 ingenieursstudenten, verspreid over heel Vlaanderen”, legt Joeri uit. “Belgen, internationale studenten, meisjes en jongens uit alle studierichtingen, elk met hun eigen noden, vragen en bezorgdheden. Het is onze taak al deze besognes te groeperen, te kanaliseren en te communiceren naar het Faculteits bestuur, maar ook naar de POC’s of – indien nodig –naar STURA KU Leuven, de overkoepelende studentenraad van de hele universiteit. We hebben er zeven vertegenwoordigers en kunnen bijgevolg onze stem in het kapittel laten horen”.

DE STUDENTENRAAD NA 27 JAAR: ENGINEERS STILL DO IT WITH VISION

Dezelfde avond nog in het studenten café lanceerde Louis van Hoye de slogan ‘Engineers do it with vision’.

Yves Persoons

In 1990 zag de secretaris van de studentenvereniging Industria in een Leuvense bioscoop een reclamespot van Groep T. “Engineers with vision”, luidde de boodschap, een kwaliteit die je toelaat om meer te zien en verder te kijken. “Dat kan wel zijn”, dacht de secretaris .”Maar met alleen kijken en zien kom je niet vooruit. Je moet er ook iets mee doen”.

Er liggen trouwens opnieuw een aantal dossiers op tafel die Louis als ancien vertrouwd in de oren klinken: de studieduurverlenging van de masters, het profiel van de industrieel ingenieur na de integratie, de eigenheid van de campussen. “Nil nove sub sole”, lijkt het wel. Net zoals het motto van 27 jaar geleden: “Engineers do it with vision’. Nu meer dan ooit.

Momenteel is hij een onafhankelijk interim manager met een eigen bedrijf waar hij naar eigen zeggen helemaal zijn ding kan doen. “Ik begeleid organisaties doorheen veranderingsprocessen. Niet door hen abstracte theorieën of kant-en-klare modellen te verkopen, maar door de medewerkers op de vloer te onder steunen en te coachen. Soft skills zijn daarbij vaak belangrijker dat technische snufjes of knowhow.”

“Belgen, internationale studenten, meisjes en jongens uit alle studierichtingen, elk met hun eigen noden, vragen en bezorgdheden. Het is onze taak al deze besognes te groeperen, te kanaliseren en te communiceren.”

“Het was de aanloop naar de invoering van de bachelor-master-structuur die zou leiden naar de academisering van de ingenieursopleiding en uiteindelijk tot de integratie ervan in de universiteit.

12 STUDENTEN IN DE KIJKER

Duizendpoot Na 1992 doorzwom Louis als industrieel ingenieur vele watertjes. Van de ver pakkings- tot de staalindustrie, van de machinebouw tot ICT, van KMO’s tot multinationals, van Frankrijk tot Tsjechië, van productie tot consulting, van puur ingenieurswerk tot echt ondernemerschap.

“Toen trokken we en masse naar Brussel om te gaan betogen voor de waarde van ons diploma en het niveau van onze opleiding”, vertelt Louis.

Nu lijkt dat allemaal vanzelfsprekend, maar evident was dat in de pioniersjaren niet, zelfs niet in onze eigen kringen”.

Een zaak is zeker: de woelige tijden die Louis begin de jaren negentig meemaakte, zijn inmiddels geluwd.

Het werd meteen het motto van de eerste onafhankelijke studentenraad in Vlaanderen en inspireerde ontelbare industrieel ingenieurs. Die spirit van toen is er nog: ze leeft verder bij StII, de overkoepelende studentenraad van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen en zijn voorzitter Joeri Debaenst.

13CONNECT ING

Louis van Hoye en Joeri Debaenst

De Punch Two neemt in oktober deel aan de Bridgestone World Solar Challenge, een tweejaarlijkse tocht van meer dan 3000 kilometer dwars door Australië.

Op 21 juni stelde het Belgische Solar Team zijn nieuwe zonnewagen voor. 21 ingenieursstudenten van de KU Leuven hebben een jaar lang aan de wagen gewerkt. In oktober nemen ze deel aan het zonnewagenskampioenschapwereld-voorinAustralië.

NIEUWE ZONNEWAGEN VOOR

Op 21 juni reed de Punch Two een testrit in het stukje Australië in Planckendael. Yves Persoons

Zevende Belgische zonnewagen Eenentwintig studenten van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven bouwden een jaar lang aan de zevende Belgische zonnewagen. Van ontwerp en financiën tot productie en assemblage, het resultaat is de Punch Two: een wagen die volledig op zonneenergie rijdt. Op 21 juni, de langste dag van het jaar en het begin van de zomer, stelden ze hun wagen voor aan de pers.

14 STUDENTEN IN DE KIJKER

STUDENTEN SOLAR TEAM STELLEN

Een testrit in Planckendael

DOCENTEN IN DE KIJKER De CIRP Conference on Life Cycle Engineering is een jaarlijkse internationale conferentie georganiseerd sinds 1994 vanuit de in 1951 gestichte International Academy for Production Engineering (https://www.cirp.net). Deze conferentie reeks besteedt vooral aandacht aan duurzaam produceren vanuit product en productieproces oogpunt en dit zowel vanuit technisch, economisch als ecologisch perspectief. Relevante domeinen hierbij zijn o.a. ecodesign, energie- en grondstofefficiëntie, life cycle assessment, hergebruik en recyclage, circulaire kringlopen, productieplanning, innovatieve businessmodellen… . Tijdens de conferentie van 2011 werd de Leo Award in het leven geroepen om jonge wetenschappers te belonen voor hun uitzonderlijke wetenschappelijke publicaties. Dit jaar vond de 24ste editie plaats in Kamakura, Japan (http://cirp-lce2017.jspe.or.jp) met als titel: “Next stage of sustainable manufacturing in IoT Era”. Uit een 200-tal inzendingen mochten 145 auteurs uit 21 landen hun werk presenteren. De inzending van Karel Kellens, Raya Mertens, Dimos Paraskevas, Wim Dewulf en Joost R. Duflou – Environmental Impact of Additive Manufacturing Processes: Does Am Contribute to a More Sustainable Way of Part Manufacturing? – en de bijhorende presentatie op 8 maart, ging over de duurzaamheidsaspecten van additive manufacturing en de bijhorende aandachtspunten van de huidige technologieën. Ze werd bekroond met de CIRP LCE2017 best paper “LEO” award (http://cirp-leo-award.net), genoemd naar Leo Alting, de stichter van de conferentie aan de DTU in Kopenhagen, waar volgend jaar ook de 25ste editie van deze conferentie zal doorgaan. De publicatie is online beschikbaar in de CIRP Procedia:  pii/S2212827116313130www.sciencedirect.com/science/article/ BEST PAPER “LEO” AWARD Ontdek de postgraduaten van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven 2017-2018 15CONNECT ING • Big Data & Analytics in Business Managementand(Engelstalig) • Financiewezen –Corporate Finance • Operations Management • Vastgoedkunde 0ntdek ook onze avondopleiding bedrijfseconomie en management. www.feb.kuleuven.be/permanente-vorming

DOCENT IN DE KIJKER 16

The Matrix Dit academiejaar startte de nieuwe evaluatieprocedure. “We stelden een beoordelingsmatrix op uit drie delen”, legt Geert uit. “Het hele proces om tot het eindresultaat te komen, telt als eerste deel het zwaarste door (40 %). De overige twee delen (telkens voor 30 %) zijn de tekst van de masterproef zelf en de presentatie met beoordeling door een jury.” “Per onderdeel beschrijft een matrix een aantal indicatoren met richtlijnen voor scores. We kozen er expliciet voor het eind resultaat niet automatisch uit de matrices te laten rollen. Het eindresultaat wordt bepaald na discussie tussen de jury en de begeleiders die de evaluatie controleren.”

Een globale eindscore geeft niet zo’n gedetailleerde inkijk. De studenten krijgen uiteraard de beoordelingsmatrix op voorhand te zien. Ze weten heel duidelijk waarop ze zullen geëvalueerd worden.”

“De werkgroep die vicedecaan Greet Langie oprichtte en waar ik nadien voorzitter van werd, had drie belangrijke doelen voor ogen. De doelstellingen en de leer resultaten van de masterproef moesten vastgelegd worden. Daarna konden we ook de evaluatiemethoden onder de loep nemen zodat de puntenverdeling en de beoordelingscriteria dezelfde zijn, ongeacht de opleiding of campus waarin je afstudeert.

“Het systeem is meteen ook een handig instrument voor feedback naar studenten. Het volledig overzicht geeft een mooi beeld in de punten waar de studenten (minder) sterk in zijn. Een student kan een hele goede presentatie hebben gegeven, maar een minder goede tekst hebben ingeleverd.

Een masterproef waardig Waar een masterproef moet aan voldoen? Ook dat is nu geëxpliciteerd. De werk groep – met leden van alle campussen en opleidingen – stelde een gezamenlijke visie op en legde inhoudelijk een aantal basisregels vast, zoals de criteria waaraan een onderwerp moet voldoen.

Via hét sluitstuk van de master opleiding toont de industrieel ingenieur in spe aan dat hij zelfstandig én op academisch niveau een toegepast onderzoeksprobleem kan oplossen. Met de nodige creativiteit en door nieuwe ingenieurskennis te vergaren realiseert de student een innovatieve, technologische oplossing voor dat probleem. Tot daar het algemene leerdoel van de masterproef. Een duidelijke missie De methodieken om de masterproef aan te pakken verschillen nogal van campus tot campus, zelfs van opleiding tot opleiding.

Feedback naar studenten

“Dat is eigenlijk niet erg”, stelt Geert Van Ham. “Wat wel een probleem is, is de variatie in het evalueren. Aangezien we op de verschillende campussen een zelfde opleiding aanbieden, moet het bijzonder reglement voor de masterproef hetzelfde zijn.”

Typisch voor masterproeven door industrieel ingenieurs is de fase van operationalisering. Net zoals voor elk ander aspect verbonden aan een masterproef (diepgang en inzicht verwerven, ontwerpen en/of ontwikkelen, ethisch handelen, ondernemen, samen werken in team etc.), werden ook hiervoor indicatoren vastgelegd.

Tenslotte wilden we een aantal aspecten van het masterproefproces gelijktrekken om ons efficiënter te kunnen organiseren.”

GEEN KEURSLIJF, MAAR EENTJE OM IN TE BEWEGEN DE MASTERPROEF IN EEN NIEUW JASJE

“We wilden geen keurslijf”, zegt Geert Van Ham. “Al drong een zeker stroomlijning zich op.”

Voor elke KU Leuven-opleiding geldt: geen diploma zonder masterproef. De masterproeven die ingeleverd werden aan onze faculteit durfden al eens erg verschillen tussen opleidingen en tussen campussen. Een werkgroep onder voorzitter Geert Van Ham boog zich geruime tijd over de verschillen en tekende een kader uit waarbinnen opleidingen en campussen nog een zekere vrijheid van aanpak behouden.

Sofie Craps

Een student, docent, bedrijf of organisatie kan een voorstel tot masterproefonderwerp indienen. De masterproefcoördinator keurt de onderwerpen goed. Studenten duiden vervolgens het onderwerp van hun voorkeur aan. Het toewijzingsproces kan automatisch verlopen zodat zoveel mogelijk studenten het onderwerp dat hun eerste keuze uitdraagt, kunnen opnemen. We testten dit systeem in de opleidingen bio-weten schappen en industriële wetenschappen: chemie en biochemie. De resultaten waren erg positief. Dit jaar wordt de tool verder uitgetest in de opleidingen bouwkunde en elektronica-ICT. Als alles goed gaat, rollen we het systeem volgend jaar over alle opleidingen uit. Dat is weer een stap vooruit in de multicampuswerking.”

17CONNECT ING Geert Van Ham

De operationalisering is echter voor elke opleiding anders. In een specialisatie in elektromechanica is de stap van concept naar realisatie bijvoorbeeld makkelijker te zetten dan in biochemie. We hielden daar rekening mee bij de formulering van de indicatoren. Concrete realisaties De werkgroep zat duidelijk niet stil en kan een mooie lijst realisaties voorleggen. De ECTS-fiche, uniform voor alle master proeven, bijvoorbeeld. Dat maakt het onderhoud van de fiches een stuk gemakkelijker en de evaluatieprocedures efficiënter. Of de tekst-template voor de scriptie waar studenten volgend jaar mee aan de slag gaan. De template bevat een handige leidraad over hoe een master proef opgebouwd moet worden, maar ook richtlijnen rond vormelijke aspecten zoals correct verwijzen en refereren.

Stof tot nadenken De masterproeftool is ook een stuk klantvriendelijker voor bedrijven. Ook al verlopen meer en meer masterproeven in een van de onderzoeksgroepen: het aanpakken en oplossen van een bedrijfs probleem via een masterproef blijft voor onze opleiding belangrijk. Het koppelen van een bedrijfsstage in de zomervakantie aan de masterproef is moeilijk geworden, onder andere door de regelgeving rond de spreiding van de vakken. “Voor het profiel van onze industrieel ingenieurs, is dit wel een gemis”, besluit Geert. “Maar hoe we dat best aanpakken, daar denkt een andere werkgroep over na.”

“De masterproeventool is nog zo’n mooie realisatie”, zegt Geert niet zonder trots. “De tool is een online hulpmiddel om masterproefonderwerpen in te dienen, goed te keuren, te kiezen én toe te wijzen.

Deze professionele vaardigheden komen expliciet aan bod in het opleidingsonderdeel Probleem oplossen en ontwerpen op Tech nologiecampus Oostende. De studenten uit de derde fase van de bachelor in de industriële wetenschappen, afstudeer richting: elektromechanica worden ingedeeld in teams van vier à vijf studenten. Wekelijks krijgt het team een andere opdracht. Er worden telkens vijf contacturen voorzien voor de praktische uitwerking. De begeleiding varieert naargelang de opdracht. Daardoor komt elk team in de loop van het semester in contact met verschillende begeleidende docenten. Een ingenieur moet niet alleen technisch sterk staan. Ook sociale vaardigheden zijn cruciaal. Deze competenties vereisen echter een eigen evaluatiesysteem. Self- en peer assessment kunnen een betrouwbaar beoordelingssysteem zijn, zo ervaren ze in Technologiecampus Oostende. Pol Coudeville vertelt er graag over.

Zoals in elke opleiding aan KU Leuven, wordt ook in de opleidingen tot industrieel ingenieur de nodige aan dacht besteed aan persoonsontwikkeling. De vorming van sociale competenties zitten ingebed in de leerresultaten. Al meteen in de bacheloropleiding, en ook later in de masteropleiding, trainen we de studenten in deze vaardigheden.

Naast technische competenties, zijn namelijk ook andere vaardigheden cruciaal zoals initiatief nemen, verantwoordelijkheidszin hebben, stiptheid, discipline en flexibiliteit vertonen, empathisch vermogen hebben, met conflicten kunnen omgaan, planmatig kunnen werken, delegeren en opvolgen, besluitvorming organiseren, samenwerking stimuleren en enthousiasmeren.

18

EVALUEREN VAN ‘SOCIALE’ COMPETENTIES

DOCENT IN DE KIJKER

19CONNECT ING

Voordelen van het evaluatiesysteem Het ontwikkelde systeem kan ingezet worden voor verschillende opleidings onderdelen waar de studententeams dezelfde samenstelling hebben. Het systeem is docent-onafhankelijk en ook bruikbaar binnen andere opleidingen. De resultaten leveren belangrijke informatie op voor de studieloopbaanbegeleiding: ze helpen de docenten bij de globale evaluatie van de individuele studenten. Het formatief karakter van het assessment met een feedbackmoment, helpt de student bij het inschatten van de eigen sterktes en zwaktes. Ondanks het competentiegericht onderwijs krijgt deze maar al te vaak een globale score waarin alle leerresultaten vervat zitten. Dit systeem geeft een verfijndere en betrouwbare benchmark van de social skills. Het biedt de student ook de mogelijkheid om meer in te zetten op bepaalde vaardigheden en de ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid.

Evaluatie via self- en peer assessement

Pol

Via een opengevouwd radardiagramma krijgen studenten een beter beeld over hun sterke en minder sterke sociale vaardigheden. Een 10-tal competenties (X-as) worden gequoteerd (Y-as). In dit voorbeeld beoordeelt de groep (blauw) de student lager dan de gemiddelde student (groen). De student (rood) lijkt er zich van bewust dat zijn competenties de middelmaat niet halen. Hij schat zich ook systematisch lager in dan het gemiddelde. Enkel voor competentie 4 heeft hij zich duidelijk overschat. Competentie 2, 8, 9 en 10 moeten besproken worden. 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 10 n stud31 n zzstud31 n gem n 95%n 95%+ 12345678910

Een laatste en ook niet onbelangrijk effect bij deze evaluatie is de efficiëntie. Er is weinig tijd nodig voor het afnemen en verwerken van de resultaten. Vooral de feedback neemt tijd in beslag, maar dat is dan weer een pluspunt bij de begeleiding van de student. Coudeville

Via de self- en peer-assessmenttool binnen Toledo wordt op twee verschillende tijdstippen geëvalueerd. De studenten beoordelen elkaar en zichzelf telkens op een schaal van één tot vier voor de verschillende competenties. De evaluatieprocedure laat toe om voor elke student de score per competentie te situeren tussen de 95%-betrouwbaarheidsgrenzen (zie zwarte stippenlijnen in figuur kader) ten opzichte van de teamgenoten en de volledige groep studenten. Ook de globale score van alle competenties samen kan op een gelijkaardige manier vergeleken worden met de team- en groepsresultaten. Terugkoppeling en bijsturing Kort na elke bevraging volgt feedback over het resultaat en een individuele, vertrouwelijke bespreking. Via een radardiagram kan de student de evaluatieresultaten aflezen en interpreteren, zowel de evaluatie door zichzelf, door het team, als het groeps gemiddelde (zie kader). De bespreking van de resultaten gebeurt snel na de eerste evaluatie. Dit geeft de student de mogelijkheid zijn houding bij te sturen zodat het zelfbeeld (eigen evaluatie) meer in overeenstemming komt met de evaluatie door de teamgenoten. De tweede evaluatie, op een later tijdstip, laat de student toe om het rendement van de inspanningen te verifiëren.

JE VERWACHTINGEN EN ZELFBEELD BIJSTUREN

Prof. Toon Goedemé en Jon Verbeke, twee onder zoekers die meer weten over UAS-onderzoek, geven ons meer uitleg. Professor Toon Goedemé is onderzoekshoofd van EAVISE en doctorandus Jon Verbeke werkt momenteel aan een autonome UAS voor fruittelling en schreef in 2012 zelfs mee aan een eerste wetsvoorstel rond UAS.

ONDERZOEKERS IN DE KIJKER 20

Als we alle verhalen mogen geloven dan zijn er binnenkort drones die je pakjes persoonlijk komen afgeven, drones die voedsel afleveren en (voor een deel) zelf opgegeten kunnen worden, mini-drones die fruitbloemen bevruchten i.p.v. bijen, films die uitsluitend met drones worden gefilmd en heeft iedereen thuis een persoonlijke drone voor leuke familiefilmpjes of voor het ophalen van je vergeten sleutels. De mogelijkheden zijn eindeloos, maar zijn ze haalbaar? Hoe ver staat de wetenschap inzake drone onderzoek?

Prof. Toon Goedemé en Jon Verbeke

ONDERZOEK NAAR DRONES IN VOLLE VLUCHT

Om de civiele toepassingen van de drones uit het onderzoek te benadrukken, wordt er gesproken over een Unmanned Aerial Vehicle (UAV) of Unmanned Aerial System (UAS).

Binnen wetenschappelijk onderzoek wordt er eerder zelden gesproken over drones. Drone is namelijk een Amerikaanse term die gebruikt wordt binnen het leger.

Dit terwijl je anders een dure hoge stelling moet opbouwen, erop klimmen en manueel moet kijken. Veel werk als er geen onderhoud nodig blijkt te zijn. Dezelfde toepassing gebeurt bij windturbines. Met een UAS kan je makkelijk blad per blad bekijken wat veel tijd bespaart in vergelijking met het manuele alternatief. Eén van de mooiste voorbeelden is de treinramp van Wetteren. Deze is achteraf in kaart gebracht met een UAS waardoor het terrein 2 dagen vroeger vrij gegeven kon worden. UAS hebben ook steeds betere camera’s. Dit kunnen zowel gewone digitale camera’s als infrarood of thermische camera’s zijn. Hierdoor zijn toepassingen binnen brandweer, camera bewaking en voor landmeters een grote meerwaarde waar EAVISE aan werkt.

21CONNECT ING

In de wetgeving wordt er dan weer gesproken over een Remotely Piloted Aircraft System (RPAS). Dit zijn allemaal afkortingen die een onbemand luchtvaarttuig beschrijven die je kan sturen of aansturen, vanaf de grond of via een computer (autonome UAS). Zowel een zeppelin, multicopter, fixed-wing vliegtuig als erg kleine insectachtige luchtvaarttuigen vallen onder deze definitie.

Meerwaarde voor de maatschappij Voor Jon zijn er al veel voorbeelden van voordelen die UAS hebben voor de maatschappij. Vooral voor moeilijker te bereiken plaatsen is er een grote meerwaarde terug te vinden, vult prof. Goedemé aan. Zo kan je met een UAS met camera makkelijk nagaan hoe intact industriële schoorstenen zijn en of ze eventueel onderhoud nodig hebben.

Er zijn echter ook uitdagingen vanuit de maatschappij zelf die het moeilijk maken om met UAS een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Zo is er sinds april 2016 een wetgeving met betrekking rond UAS die onderzoek bemoeilijken. Elk toestel moet verzekerd en geregistreerd zijn wat moeilijk is bij modellen die je wilt uittesten of waarvan je regelmatig een nieuwe versie moet maken om problemen op te lossen. Daarnaast is een pilootvergunning te duur om studenten met een UAS te laten oefenen. Ook vereisen sommige toepassingen en prototypes slechts een korte actieve periode zoals bijvoorbeeld de UAS van Jon zijn onderzoek. Eigenaars van boomgaarden, maar ook bedrijven in het algemeen hebben drones slechts een paar keer per jaar nodig. Jon ziet hierdoor een groot potentieel in serviceproviders. Zij hebben UAS met verschillende toepassings mogelijkheden in voorraad die volledig conform wetgeving zijn en kunnen snel ingehuurd worden voor korte opdrachten. Bijdrage van een ingenieur Door de brede opleiding en een hands-on approach beheersen ingenieurs verschillende disciplines. Een ingenieur staat sterk op vlak van ontwerp en productie, sales (kent het product), advies voor wetgeving, autonome navigatie en ontwikkeling van nieuwe software die ook getest en verbeterd moet worden. Het constant testen en ontwikkelen van nieuwe abstracte ideeën en de toepassing ervan maakt van ingenieur echt een topberoep. De toekomst van de UAS In de inleiding werden er een paar toekomstige mogelijkheden met drones opgesomd die niet meer zo veraf zijn. Filmen met een UAS is reeds mogelijk en wordt al veel gebruikt. EAVISE doet onderzoek naar een volautonome UAS die zelf het beste gezichts punt opzoekt om acteurs te filmen, waarbij aan cinematografische regels voldaan is, zodat het filmpje er professioneel uitziet. Hoewel er nog obstakels zijn, maakt de UAS steeds meer en meer deel uit van ons dagelijks leven. Is het niet in de vorm van een UAS dan wel de artificiële intelligentie die ontwikkeld is voor een UAS en gebruikt wordt binnen andere uitvoeringen. Zal de UAS een blijvend onderdeel van onze maatschappij worden na de huidige hype? Deze vraag zal de komende jaren zeker beantwoord worden. Sharon Van Damme

Uitdaging van het onderzoek Afhankelijk van je onderzoek is het niet nodig om een UAS-model vanaf nul op te bouwen. Meestal worden commerciële UAS gebruikt die dan verder uitgerust worden met bijkomende elementen rond software en/of artificiële intelligentie. Afhankelijk van de toe te voegen elementen kies je een UAS met de capaciteiten die het mogelijk maken om de nodige aanpassingen uit te voeren. Met andere woorden: op een te kleine UAS kan je moeilijk extra elementen toevoegen. Hierdoor komt de uitdaging van UASonderzoek niet zozeer te liggen op het bouwen van een model, maar op de vernieuwde of nieuwe intelligentie die je aan het model toevoegt. De onderzoeksgroep EAVISE geleid door prof. Goedemé concentreert zich op deze artificiële intelligentie. Het is een hele uitdaging om intelligentie te ontwikkelen die op een UAS gebruikt kan worden. Om in de lucht te kunnen blijven, moet het gewicht en het vermogenverbruik van alle extra componenten beperkt blijven. Een multicopter draagt immers via zijn propellers zijn eigen gewicht. . Momenteel is de vliegtijd van een UAS vaak beperkt tot 20-25 minuten en hun nuttige last tot een paar kilogram. Deze beperkingen maken het uitdagend om intelligentie te ontwikkelen die zo klein en licht mogelijk is, die weinig verbruikt en die tegelijkertijd de nodige complexe berekeningen kan maken. Werkt de intelligentie goed op een UAS dan kan deze ook in andere toepassingen met beperkingen nuttig zijn. Bij het doctoraatsonderzoek van Jon Verbeke is het wel nodig om een UAS zelf te maken omdat deze eigenschappen moet hebben die op de meeste modellen niet aanwezig zijn. Zijn onder zoek gaat over fruitinspectie door middel van een autonome UAS. De UAS vliegt autonoom door de gangen van een boomgaard en maakt door middel van zijwaartse camera’s beelden van de vruchten in de boom. Je ziet niet enkel hoeveel vruchten er aanwezig zijn maar ook de grootte van de vrucht kan nu bekeken worden. Hierdoor kan je een meer correcte oogstschatting maken en wordt over- en onderschatting vermeden wat een grote impact heeft op de winsten voor fruittelers. Om dit mogelijk te maken moet deze UAS zijwaartse camera’s (bladniveau) hebben alsook sensoren die ervoor zorgen dat de UAS geen botsingen maakt met de bomen of te hoog of te laag vliegt. Een hele uitdaging om te bouwen omdat het model moet kunnen vliegen met alle intelligentie en benodigdheden aan boord, wat extra gewicht met zich meebrengt terwijl het in de relatief nauwe gang van de fruitboomgaard moet passen.

Prof. Yves Vanlandewijck, Dr. Joeri Verellen and Luc Janssens

IN FOCUS

RESEARCHERS SCIENTISTS AND ENGINEERS GIVE MOMENTUM TO RESEARCH

Performance-determining factors

“Our unit examines how to activate people with a functional impairment or physical handicap again through tailored movements”, Dr. Verellen explains. “We support and guide patients in their rehabilitation process, both people like you and me and top athletes from all over the world.” The international reputation the Leuven researchers enjoy is illustrated by Prof. Vanlandewijck’s chairmanship of the Sports Science Committee of the International Paralympic Committee, the IOC’s counterpart.

We are talking to Prof. Yves Vanlandewijck and Dr. Joeri Verellen from the Adapted Physical Activity of the Faculty of Kinesiology and Rehabilitation Sciences unit at the KU Leuven. One of the engineers they are speaking of is Luc Janssens of the Information Technology team on Campus GROUP T.

Dr. Verellen conducted research as part of his PhD work into what he refers to as ‘performance-determining factors’ for the handcycle. He studied the most efficient way of generating power, the vehicle ergonomics, the strain on the athlete’s shoulders, and so on, all this with the objective of improving the athletic performance. To measure the forces, Dr. Verellen consulted Luc Janssens who had previously participated in various research projects in the biomedical sector.

“Solid technological support makes or breaks the research at our faculty. As a scientist, it is impossible to keep track of all the fast-paced technological develop ments. So we need engineers to bring our projects to a favorable conclusion.”

22

Technologiecampus Gent Zinc protoporphyrin IX formation in relation to the colouring of nitrite-free dry fermented sausages

• Prof. dr. ir. Christiaan Michiels (co-promotor)

• Professor Raf Dewil (promotor / supervisor)

Team players “And, last but not least, engineers who participate in research projects must be real team players”, Luc Janssens believes. “After all, you must be able to collaborate with many people at once. This means consulting, arguing, meeting, compromising, and so on, in short, a whole assortment of communication skills, including the ability to listen. Inquisitiveness is yet another important quality. Often, you will be confronted with problems or techniques you do not fully master. Before I joined Dr. Verellen’s project, I hardly knew what a handcycle was.

“These are, precisely because of their physical or psychological impairment, often people with whom contact or communication is not always as straightforward. It requires a large capacity for empathy from the researchers and the engineers to make it as comfortable as possible for the patient and to ensure that the therapy or the experiment is conducted in optimal circumstances.”

• Prof. dr. ir. Hubert Paelinck (co-promotor)

On Campus GROUP T, Luc Janssens has an enthusiastic team of engineers and scientists available to him. He sings the praises of the e-Media Lab which meanwhile has become quite proficient at Health Engineering research. Other recipients of his praise include the colleagues of the ICT department for their unrelenting professional service to everybody engaged in scientific research.”

Yves Persoons

Marijke9/05/2017Lenaerts Technologiecampus De Nayer

• Prof. dr. ir. Thomas Van Gerven (co-promotor)

Coster Technologiecampus De Nayer

Learning quickly and getting familiar with these new things should then become your focus.”

• Dr. Sylvie Chollet (co-promotor), ISA

Bjorn24/03/2017Gielen

Hannelore27/04/2017De Maere

• Prof. dr. Ilse Fraeye (promotor)

AANDOCTORATENFIIW

Characterization of microbial communities in floral nectar and assessing their impact on nectar chemistry and performance of biological control agents of pest insects

• Prof. dr. ir. Leen Thomassen (co-promotor)

• Professor Lise Appels (co-promotor / co-supervisor)

• Professor Bart Lievens (promotor / supervisor)

• Professor Hans Jacquemyn (co-promotor / co-supervisor) ING

Multidisciplinary projects Luc Janssens agrees entirely with Prof. Vanlandewijck: “These kinds of multidisciplinary projects require scientists and engineers to speak the same language and complement each other well. For engineers, it is crucial that they understand the terminology and can translate it to a concrete instrument. The user interface we built for the researcher must generate data that can be processed statistically and from which significant conclusions can be drawn. Conclusions that, in turn, may find their way to publications which then may lay at the foundation of new technologies or better therapies.”

• Prof. dr. Leen Braeken (promotor)

Potential of electrochemical oxidation for anaerobic toxicity reduction of 4-chlorophenol containing wastewater

“My task consisted of translating the research methodology into a measuring system, in this case an ergonometer with assorted sensors to measure the forces that are exerted on the handles”, Luc Janssens explains. “This included gathering data, building a user interface and processing the data. The interpretation of the results was done together with the scientists.”

Jonas9/05/2017De

Technologiecampus Diepenbeek Particle Engineering by Sonocrystallization: Controlling particle size and shape by a targeted application of ultrasound

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

But there is more. In such projects, the engineer not only works with researchers and scientists. “The other parties that are at least as involved are the patients and/or test subjects”, Luc Janssens continues.

23CONNECT

Fruitvliegen zijn als de pest. Dat vind ik toch als ik op zomerse dagen een stuk overrijp fruit ophef waarna een hele zwerm opvliegt. Maar over die beestjes moeten we ons geen zorgen maken, zegt Dieter Baets. Het is de Aziatische variant die ons het hoofd doet breken. Deze bastards zijn iedereen te snel af, leggen eieren in onrijp fruit en vernielen zo hele oogsten.

FACULTY WORLDWIDE 24

AZIATISCHE FRUITVLIEG

Die masterproef is de tuinbouwsector niet ontgaan. Dieter werd afgelopen jaar beloond met de Biobestprijs en de Boerenbond Persprijs. “Erkenning voor al dat werk is heel plezant. Het was een motivatie om verder onderzoek te verrichten via een doctoraat”, aldus Dieter. “Waar ik in de masterproef vooral focuste op monitoring en insecticiden als bestrijdingsmiddel, hoop ik in mijn doctoraat een deel van de oplossing te kunnen bieden in de biologische bestrijding van de Drosophila suzukii.” Een stukje van de puzzel De Boerenbondprijs opent makkelijker deuren bij boeren om mijn veldproeven te kunnen uitvoeren.

“De huidige biocontrole door middel van natuurlijke vijanden, wordt met succes in serres toegepast”, legt Dieter uit. “De teelten waar ik onderzoek op voer, zoals kersen, bevinden zich in open lucht.

Dat maakt biocontrole met natuurlijke vijanden moeilijker. Het zal dus belangrijk zijn lokstoffen te vinden die deze natuurlijke vijanden op het veld kunnen houden.”

Kreng Drosophila suzukii. Dieter laat het over de tong rollen alsof het de meest evidente term uit de Nederlandse taal betreft. Ik daag hem uit het vijf keer snel na elkaar te zeggen en hij slaagt daarin met glans. Ik stap de wagen huiswaarts in vol overtuiging dat Drosophila suzukii goed uitspreken makkelijker is dan het verschil herkennen tussen de gewone en de Aziatische fruitvlieg (voor alle duidelijkheid: niet mogelijk met het blote oog). Nog voor ik de parking uit ben, ligt mijn tong in de knoop. Een verraderlijk kreng is het, die fruitvlieg.

Sofie Craps 25CONNECT ING

Oh rampspoed! Het was de collega-vriend van zijn vader die Dieter erop wees dat nog heel wat te onderzoeken valt over de Drosophila suzukii, ook wel gekend als de Aziatische fruitvlieg. Die fruitvlieg, ontdekt in Japan, komt vermoedelijk uit de Himalaya en vormt een echte plaag. In 2008 kwam het kleine vliegje via Spanje en Italië Europa binnen en verspreidde zich in geen tijd over het continent. In 2011 landde het ook in België. Behandelen is niet evident, de schade voor de fruitoogst enorm. Wijnliefhebbers herinneren zich 2014 wellicht als een rampjaar in de wijnbouw. De dader? Inderdaad… En dit jaar lijkt weer een moeilijk jaar te worden. U weze gewaarschuwd. Gat in de fruitmarkt “Door de snelle verspreiding heeft de Drosophila suzukii nog geen natuurlijke vijanden”, legt Dieter uit. “En bijkomend vond deze fruitvlieg een gat in de markt: ze nestelt zich in fruit vooraleer andere het aanvallen. Met een verharde legboor legt ze eitjes in het fruit zodat de larven van binnenuit zich tegoed doen aan frambozen, aardbeien, druiven, kersen etc. Het fruit is dus opgegeten vooraleer het rijp is.”

Dieters eerste grote veldproef bestudeert welke insecten er in België te vinden zijn om de Aziatische fruitvlieg te bestrijden, zoals sluipwespen, en hoe deze in de gewassen ingezet kunnen worden.

“Voor een volledige set veldproeven heb je een aantal jaren nodig. Dat zal waarschijnlijk niet lukken binnen de termijn van een doctoraat. Ik hoop wel een aanzet voor mogelijke oplossingen te kunnen geven. Voor de bestrijding van Drosophila suzukii zal er sowieso een geïntegreerde aanpak nodig zijn die alle beschikbare bestrijdingsmethoden combineert. Daarom werk ik vanuit Technologiecampus De Nayer, waar ik het doctoraat afleg, nauw samen met biologen en bio-ingenieurs om multidisciplinair de plaag aan te pakken.”

Van ambulancier tot fruitvliegexpert Wereldwijd zoekt men naar oplossingen voor dit recente fenomeen. Dat maakt het voor Dieter alleen maar spannender. Je merkt dat hij weet waarover hij praat. De land- en tuinbouw is zijn habitat. Ouders, grootouders, nonkels: allemaal zijn ze in de sector actief: van de echte tuinbouw pur sang in sla en tomaten tot het onderzoek in proeftuinen en op het ministerie. Dieter startte een opleiding bio-ingenieurswetenschappen in Gent. Maar hij vond er zijn draai niet en keerde weer korter huiswaarts. Op Technologie campus Geel verdiepte hij zich als industrieel ingenieur biowetenschappen in de tuin bouw. En tegelijk werkte hij zijn opleiding als ambulancier bij de brandweer af.

TEN AANVAL TEGEN DE

Erkenning “Hard gewerkt heb ik die zomer in Kent”, blikt Dieter terug. “Maar ik heb zo veel bijgeleerd! Kent is erg internationaal gericht. Voor buitenlandse stagestudenten stellen ze een hele straat met kamers ter beschikking op het domein van East Malling. De begeleiding was erg goed. Ik kreeg al snel eindverantwoordelijkheid in een project met een insecticide- en een monitoringsproef. Die gegevens kon ik nadien gebruiken voor het programmeren van een Drosophila suzukii populatie model voor mijn masterproef.”

Een man met de voeten in de aarde, maar ambitieus. Die indruk krijg ik als Dieter hoor vertellen. Over zijn drang om tijdens zijn opleiding naar het buitenland te trekken. Over zijn stage in het proefcentrum in Hoogstraten voor zijn bachelorproject. Daar was het – tijdens het opvolgen van de monitoring van de fruitvlieg gedurende een half jaar – dat alles in de plooi viel. Dankzij de contacten van docent Dirk De Roose, kon hij drie maanden zomerstage volgen aan het East Malling Research in Engeland, gekend om het toponderzoek rond – jawel – de Aziatische fruitvlieg. Het onderwerp voor de masterproef lag daarmee ook vast.

Prof. Deborah E. Shalev

INTERNATIONAL DAYS ON CAMPUSTECHNOLOGYDENAYER

Every year in March there is an international week on Campus De Nayer. During these days speakers from all over the world travel to the campus to give lectures about their specialities. It is a big event with speakers from Israel, France, Germany, Ukraine, United States, Lithuania, Slovakia, United Kingdom, Portugal, the Netherlands, Ethiopia, Turkey and China. This year even some students from Dortmund travelled to Campus De Nayer to attend lectures given by the campus staff as well as the international guests. International lecturer Prof. Deborah E. Shalev from the Azrieli College of Engineering Jerusalem (Israel) and Erasmus student Polina Shynkarenko from Zaporizhzhya National Technical University (Ukraine) tell us why they think international days are“Itimportant.istheopportunity to meet new people from other countries that makes the international days such an important and educational event. It widens your view of the world”, says Polina. “In one day, you get to hear different speakers who can introduce you to new domains you have never heard off. With every speaker, you learn something new and you can even find new insights within yourself.”

Prof. Shalev adds: “research is done by, with and for people. It is essential that people meet each other and learn from these contacts by exchanging ideas and knowledge to advance, improve and build out interdisciplinary and international science. International Days on Campus De Nayer with its many participants and diverse speakers, is the ideal event to maximize this interaction. The beauty of science is that it is a universal language that transcends political and personal views. Science, and especially engineering is part of humankind.”

FACULTY WORLDWIDE 26

27CONNECT ING

“It is widely used in numerous applications and thereby helps society. Engineering is society and science.” Another asset of the Inter national Days is that it brings the world to the students. Not everyone has the option to go on an Erasmus exchange. International Days is accessible for all students of the campus. In a short period, you can have the international experience with countries like the Netherlands, Lithuania, Turkey, China and so on without the costs of an Accordingexchange. to Prof. Shalev also the guest speakers of the International Days benefit from the event. They find out more about how other colleges organize education, conduct research and invest in materials for laboratories. Prof. Shalev is planning to use the idea and concept of the International Days on Campus De Nayer as an example and to introduce a similar event at the Azrieli College of Engineering.

Sharon Van Damme Polina Shynkarenko

Demuynck is één van de deelnemers. Hij laat zich inspireren door het werk van Katrien Van Nimmen, lid van de onderzoeksgroepen Bouwmechanica & Bouwmaterialen (Dept. Burgerlijke Bouwkunde, Technologie cluster Bouw, Technologiecampus Gent) en Bouwmechanica (Dept. Burgerlijke Bouwkunde). Ze bestudeert het effect van de (chaotische) bewegingen van een mensenmassa op hedendaagse slanke bouwkundige structuren zoals voetgangers bruggen, stadions, congrespaleizen, … Hun gezamenlijk werk (in uitvoering) bestaat uit een model van een slanke brug, voorzien van een keramieken bekleding en een menigte van losse keramische elementjes. De foto toont een werkmaquette in mdf. Een motortje onderwerpt het geheel aan een trilling en wekt zo de interactie op tussen de bewegende mensenmassa en het hedendaags bouwwerk. Voor de realisatie van het stalen frame van de brug stellen Patrick van Rymenant van de opleiding Master na master in Welding Engineering (Technologiecampus De Nayer) en Peter Minne (Technologiecampus Gent) labo ruimte ter beschikking.

‘AANNEMERINGENIEURSWETENSCHAPPEN:INDUSTRIËLEINDEKUNSTEN’?

KUNST EN WETENSCHAP 28 PiLoT1

De faculteit laat zien dat academisch onderzoek downto-earth resultaten oplevert voor de industrie en blijft tegelijk inspirerende projecten waar professionele bacheloren ingenieursopleidingen samen met onderzoekers tegenaan kunnen gaan, met open armen ontvangen. Onverwachte concepten van kunstenaars vormen een dankbaar vertrekpunt: hun vonk geeft aanleiding tot een intensieve samenwerking, een uitstekende oefening in dwarsverbanden én in ondernemingsvaardigheden.

Zouden de ondertussen afgestudeerde professionals niet spontaan glimlachen als ze toevallig nog eens ter plekke zijn en hun werk er zien staan?

Past: Lotus Ondertussen is de uit Cortenstaal opge trokken bloem centraal op het grasplein een vertrouwd beeld. Haar verhaal begint bij de heraanleg van het binnenplein van de Technologiecampus Gent. Op de sokkel van waar ooit een fabriekstoren herinnerde aan de vroegere textielactiviteit op het terrein, mag een nieuw kunstwerk komen. Enkele straten verder krijgen studenten van LUCA School of Arts campus SintLucas Gent de gelegenheid om een schaalmodel van hun voorstel in te dienen. Rob Buelens ontwerpt een stalen Lotus-bloem, voorzien van spots die een wachtwoord voor gecodeerde bood schappen kunnen verzenden. Een app laat ontcijfering toe. De docenten van Odisee Hogeschool en de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van KU Leuven brengen zoveel mogelijk technische aspecten onder in projectwerk voor studenten. Op die manier krijgen zij de mogelijkheid om een actieve rol in de realisatie te spelen. De technische diensten onderzoekers bieden hulp: de lijst van personen die een steentje bijdragen, is lang. Ze zijn allen mede-eigenaar van het resultaat.

Drie voorbeelden illustreren deze stelling. We bieden een blik op een afgewerkt project, één in volle wording en lichten een tipje van de sluier op van hoe er inbreng voor het Lichtfestival editie 2018 in voorbereiding is.

DE FACULTEIT

Present: PiLoT1 Dit academiejaar loopt onder de noemer ‘PiLoT’ een nieuwe samenwerking tussen de afdeling beeldende kunsten van SLAC/Academie Beeldende Kunst en KU Leuven. Het vakoverschrijdend atelier en het atelier interactieve media van het SLAC werken rond het thema ‘Chaos’ waarin kunst en wetenschap elkaar ontmoeten en Keramiekkunstenaarverrijken.Dirk

Kunst en technologie blijven elkaar vlot vinden. Misschien gingen ze gewoon altijd al hand in hand? Dimitri Coppens

Studenten, onderzoekers en personeel kansen bieden om te participeren en zorgen voor een gepaste ondersteuning: het maakt van de onderwijsinstellingen leer- en werkomgevingen waar zowel plaats is voor onbevangen creatieve ideeën als voor intensief oefenen in technologie, veiligheid, financiering, timing, organisatie.

Witse Volders begeleidt geduldig de eerste stappen met een lastoorts.

Future: Lichtfestival 2018 Begin 2018 vindt de vierde editie van lichtfestival Gent plaats. Een gezamenlijke open oproep van LUCA School of Arts, KU Leuven Technologie campus Gent, Campus Sint-Lucas Architectuur en Odisee levert een tiental inzendingen op van studenten. Zij gaan interdisciplinair aan de slag voor een concreet projectvoorstel.

29CONNECT ING

“Ik beschouw het als een waardevolle uitdaging mijn wetenschappelijk vorsen te duiden tot ver buiten de muren van de faculteit.”

Kunst, technologie en architectuur zijn dan ook de drie verweven basis ingrediënten voor dit indrukwekkend stedelijke evenement.

Op de vraag naar zijn ervaring, antwoordt de kunstenaar: “Zowel het menselijk lichaam als architectuur hebben me altijd al geboeid. Katriens onderzoek over de interactie tussen bouwwerken en gebruikers voelde ik direct kinetisch en esthetisch aan. Het was me niet direct duidelijk hoe ik beweging kon krijgen in een keramisch concept. Hier kwam Dimitri in het verhaal voor technische, maar toch ook al erg esthetische ondersteuning. Op deze wijze komt er iets tot stand dat ik nooit alleen kan hebben gemaakt. Onze ontmoetingen waren constructief, to the point, inspirerend en gezellig. Alsof er ergens in mij toch ook een beetje een ingenieur-architect schuil gaat …” De onderzoekster getuigt: “Ik beschouw het als een waardevolle uitdaging mijn wetenschappelijk vorsen te duiden tot ver buiten de muren van de faculteit. Mede door mijn voorliefde voor kunst, voelde ik me meteen aangesproken door het PiLoTinitiatief. Het was alleen nog hopen dat het thema “mens-geïnduceerde trillingen van bouwkundige constructies” kunstenaars kon prikkelen. En jawel, al snel werd een interdisciplinair team gevormd: Dirk, meester in de keramiek; Dimitri, veelzijdige techneut; en ikzelf als “muze”, waarbij ik dit project mocht bezielen met de waarheden en mysteries binnen mijn vakgebied. Een serie bruisende gesprekken vormden de rode draad doorheen een heel natuurlijk en tegelijk onvoorspelbaar ontwikkelings proces. Versteld staande van het vakmanschap van Dirk en Dimitri, kan ik niet wachten om het eindresultaat te Eindbewonderen!”meikrijgt de brug een plaats tussen de andere werken ontstaan uit PiLoT1, op een toonmoment in de Verbeeckzaal in het STUK in Leuven.

Dimitri Coppens

BENZINEWAGEN

ALUMNUS IN DE KIJKER Het perfecte duo Het project was ambitieus, maar niet zo gek als je de achtergrond van beide heren kent. Renaat is industrieel ingenieur elektro techniek gespecialiseerd in zwakstroom. Na een loopbaan als adjunct-departements hoofd op Technologiecampus Oostende, is hij er nu nog actief betrokken als promotor bij een onderzoeksproject.

Alles volgens de richtlijnen Renaat en Klaas ontmantelden alle over bodige onderdelen van de verbrandingsmotor. Ze bestudeerden en berekenden om een elektrische motor en maar liefst 200 kilogram batterij te kunnen installeren.

30 VAN

OVER EEN UIT DE HAND GELOPEN HOBBY VAN VADER EN ZOON

Een fijn projectje waarin Renaat en Klaas De Craemer een elektrische kart bouwden, maakte hun dromen alleen maar groter. ‘Waarom geen benzinewagen ombouwen tot een puur elektrisch aangedreven wagen?’, dachten vader en zoon op een mooie zomeravond. Of het zou lukken was niet zeker. Toch dook het duo vier jaar lang bijna elk weekend de garage in. Ze slaagden erin om hun Mazda MX-5 om te bouwen tot een erkend elektrisch voertuig op de weg.

Klaas is als doctor burgerlijk ingenieur elektrotechniek, optie micro-elektronica actief bij VITO in Energyville Genk. Hij werkt als onderzoeker rond batterijopslagsystemen en energiemanagement. Een perfecte combinatie van kennis en vaardigheden voor een project als dit. En wat de interesse betreft: op boys and their toys staat geen leeftijd. De vader-zoon-relatie was ook goed om elkaar mee te trekken en te motiveren als iemand er even geen zin meer in had.

TOT ELEKTRISCH VOERTUIG OP DE WEG

Een wagen die amper 30 kilo zwaarder is dan de originele Mazda uit 1994 die ze hiervoor speciaal aan kochten. Maar wel een volledig elektrisch aangedreven exemplaar dat ruim 110 kilometer rijbereik heeft, 150 kilometer per uur haalt en een verbruik heeft van 180 Wattuur (Wh) per kilometer. Een lege batterij is na 7 uren in het stopcontact volledig opgeladen. Yes, we can! In Duitsland werd de wagen ingeschreven en twee dagen lang grondig getest. Na een kleine aanpassing en het doorlopen van de hele papierwinkel, volgde de goedkeuring. ‘Dat was misschien wel het mooiste moment’, zegt Renaat. ‘Een echt ‘yes, we can!’ gevoel. Of beter ‘jawohl, wir machen das!’’ De wagen werd ons land ingevoerd waarna nog een validatie procedure en een tweedehandskeuring volgden. En toen mochten ze de baan op. Tot dan was er niemand in België in geslaagd om met een zelf omgebouwd voertuig en de nodige keuringsattesten en toelatingen op de openbare weg te mogen rijden.

Daarbij hielden ze rekening met de Europese regelgeving rond veiligheid en Hettestcriteria.resultaat?

Enkele aanvullingen staan wel al op de planning. Zo willen ze meer gegevens op een display laten verschijnen en ze tegelijk registreren. Een eigen laadstation, compatibel met de oplaadpalen in het straatbeeld, namen ze ondertussen al in gebruik. Vader en zoon zitten duidelijk niet stil. En dan moet de zomer nog beginnen… Sofie Craps

31CONNECT ING

Door de ombouw weegt de wagen ongeveer 30 kg meer dan oorspronkelijk. Bij de plaatsing van de batterijen werd de gewichtsverdeling van de wagen gerespecteerd. De aandrijving gebeurt met een industriële asynchrone motor, herwikkeld naar een lagere bedrijfsspanning. Met de voorziene koeling kan de motor continu 40 kW leveren, de vermogenssturing en de aanwezige batterijen laten toe om te pieken op 70 kW. Het batterijpakket is opgebouwd uit LFPcellen en kan ongeveer 21 kWh aan energie opslaan. Het verbruik van de wagen, op secundaire wegen en aan legale snelheden, bedraagt ongeveer 180 Wh per km. De verwarming en rembekrachtiging zijn elektrisch. De in de wagen ingebouwde systemen staan in verbinding via een CAN-bus en worden gemonitord door een embedded “Raspberry Pi” computer. Een scherm toont aan de bestuurder een aantal gegevens en laat toe om instellingen aan te passen. De batterijlader en het protocol om te laden zijn compatibel met de openbare laadstations. Een laadstation werd gebouwd op basis van het open source hardware en software platform van OpenEVSE.

“Het mooiste moment was toen we de goedkeuring kregen in Duitsland. Dat gaf een echt ‘yes, we can! gevoel!” Renaat De Craemer

VOOR DE KENNERS…

Nagenieten Project geslaagd dus! Een volgend idee hebben de heren nog niet echt. Eerst willen ze even genieten van deze wagen.

Speciaal voor de zelf ontworpen zonnewagentjes is er een Challenge-prijs. Ook de bezoekers hebben een vinger in de pap: zij beslisten over de ‘public award’. Yves Persoons

In mei 2017 namen de beste teams het tegen elkaar op tijdens de finaledag op Campus Groep T. Een professionele jury kende prijzen toe voor duurzaamheid, technisch vernuft en commercialiseerbaarheid.

SOLAR OLYMPICS 2017: SPELEN MET DE ZON

32

Met de Solar Olympics willen ze jongeren tussen 12 en 18 jaar sensibiliseren voor duurzame energie. De opdracht van de wedstrijd luidt: ontwerp en bouw een gadget dat werkt op zonne-energie. Scholen over heel België konden zich kandidaat stellen. De geselecteerde teams krijgen een zonnepaneel, een batterij en een budget om hun voorstel in de praktijk te brengen. Het Solar Team zorgt daarbij voor de nodige technische ondersteuning.

WETENSCHAPSCOMMUNICATIE

In 2017 waren de Solar Olympics aan hun 13de editie toe. De ‘olympiade’ is inmiddels uitgegroeid tot één van de paradepaardjes in de wetenschaps- en technologie communicatie van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. De organisatoren zijn de ingenieursstudenten van het Punch Powertrain Solar Team, de bouwers van de zonnewagen waarmee ze in 2017 deelnemen aan het wereldkampioenschap in Australië.

VBI HETGINGBOS IN De KULeuven heeft een groot stuk bos in het noorden van Limburg, waar de bioingenieursfaculteit al vele jaren onderzoek verricht en beheer uitvoert. Eén van de grotere, langdurige onderzoeken en beheersplannen die er momenteel lopen, is het omvormen van dit typische Kempische naaldbos naar een ecologisch erg waardevol gemengd, ongelijksoortig en ongelijkjarig loof- en naaldbos. Hiervoor worden elk jaar gerichte dunningen uitgevoerd, maar ook een paar honderd boompjes geplant. Op zondag 11 december trok VBI met een groepje leden en sympathisanten op pad in het universiteitsbos Beverbeek te Achel om dit project te steunen. We hadden 600 boompjes aangekocht, inclusief wildvraatbescherming, die we onder de vakkundige (bege)leiding van de experten van de afdeling Bos, Natuur en Landschap gingen planten. Deze omvorming is een werk van lange adem en vergt nog aardig wat onderzoek, waar nu ook VBI zijn steentje heeft toe bijgedragen. De dag werd afgesloten met het eten van enkele hectaren steppegras. Bedankt aan alle behulpzame handen onder onze leden voor het harde werk en aan prof. Bart Muys en Eric van Beek van afdeling Bos, Natuur en Landschap voor de leerrijke toelichting! Meer informatie over de omvorming van het bos of enkele sfeerfoto’s vindt u op de website.  vbi-kuleuven.be/bosactieNielsLangenaekenenNiels De Brier 33CONNECT ING NIEUWS VAN ALUMNI

SCHOLIEREN

https://youtu.be/lhhI-WjQgEoGertVanhees WETENSCHAPSCOMMUNICATIE

Dus hebben wij, het docententeam, eerst zelf een machine gebouwd bestaande uit wel 12 mechanismen. De afloop verliep … bijna perfect ” geeft Gert Vanhees eerlijk toe. Hij (KU Leuven) en Wim Deferme (UHasselt) zijn de trekkers van het initiatief. De mechanismen zijn o.a. een trekbank met proefstaaf uit papier, een zakkende ‘Woodpecker toy’, de ‘wieg van Newton’, een ballon die opblaast m.b.v. een chemische reactie, een capacitieve sensor die water detecteert en een instabiele magneetbrug uit mecano. De uitdaging bestond er vooral in om deze mechanismen aan elkaar te koppelen op een slimme manier en de machine zo lang mogelijk in werking te houden. Maar ook het tunen van elk mechanisme is al een uitdaging op zich. Gert verduidelijkt met een voorbeeld: ‘De capacitieve sensor meet het waterniveau in een beker m.b.v. een Arduino interface en deze stuurt op zijn beurt een servomotor aan. De leerlingen gingen zelfstandig aan de slag in het programmeerwerk, met succes.’ Ze werden verdeeld in 4 groepen om er een competitie van te maken. ‘Dit werkt steeds aanstekelijk bij de jongeren.’ De uiteindelijke winnaar was niet automatisch de groep met de meest onafhankelijk werkende machine. Nee, er waren ook bonus punten te verdienen voor het aanwenden van een zo groot mogelijke verscheidenheid aan domeinen. ‘We mogen spreken van een geslaagde eerste editie. De winnende groep was zelfs zo inventief dat ze zelf enkele nieuwe mechanismen creëerden m.b.v. de aangereikte materialen. Dat is net één van de competenties die we zoeken bij een ingenieursstudent.’ De leerlingen waren ook enthousiast over het aangeboden initiatief door de faculteit. Waarschijnlijk zien we hen allen terug op de campus volgend academiejaar. Een kort filmpje van het event kan je vinden op  PROEVEN VAN DE INGENIEURSOPLEIDING OP HET TAST-INGS EVENT BOUWEN HUN EIGEN ‘RUBE GOLDBERG’ MACHINE.

Een ‘Rube Goldberg’ machine is opgebouwd uit een aaneen schakeling van mechanismen. D.m.v. een domino-effect triggert het eerste mechanisme de daaropvolgende. In het geval van deze machine zijn de dominostenen dus werkelijke mechanismen uit de verschillende wetenschapsdomeinen: mechanica, fysica, chemie, elektriciteit, elektronica/IT en bouwkunde. Op deze wijze proeven de scholieren als het ware van de verscheidenheid aan wetenschaps- en technologiedomeinen die in de opleiding aan bod komen en herkennen ze tegelijkertijd de verschillende afstudeerrichtingen die de campus aanbiedt. De materialen nodig voor de machine werden ter beschikking gesteld door een aantal gemotiveerde docenten uit de verschillende afstudeerrichtingen.

“We wilden ons voor deze eerste editie zeker stellen dat de leerlingen een succesvol parcours konden afleggen.

34

Scholieren uit het middelbaar onderwijs laten proeven van de ingenieursopleiding op een boeiende, actieve en vooral ludieke wijze. Dat is het uitgangspunt van het TAST-INGs event dat de docenten van Technologiecampus Diepenbeek voor ogen hebben. Het full-day event, dat voor het eerst plaats vond dit academiejaar op 1 maart 2017, werd gehouden in het Technologiecentrum verbonden aan de campus. Dit vormde meteen een inspirerende omgeving waar de potentiële ingenieursstudenten een wel heel bijzondere taak toegewezen kregen. Bouw je eigen ‘Rube Goldberg’ machine.

Word

3

3 Bouw

> Alumninet Blijf

3

3

Deel

Je kan je lidmaatschap (25 euro) combineren met een lidmaatschap van de ie-net ingenieursvereniging. www.alum.kuleuven.be in contact lid van Alumni Ingenieurs KU Leuven of hernieuw je lidmaatschap 3 3 keer per jaar ConnectIng in je brievenbus, uitgegeven door de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in samenwerking met de alumnikringen Maandelijkse Campuskrant KU Leuven met alumnibijlage Sponsoring van promotiebijeenkomsten Steun aan leden via hulpfondsen en studiebeurzen Uitnodigingen op heel wat universitaire activiteiten en exclusieve events 3 Kortingen op oa Festival van Vlaanderen en andere Samenaankoop KU Leuven-voordelen zoals kortingen op Kinepolis filmtickets, pretparkbezoeken e.a. aan je kennis. BlijfVerruimervaringen.jenetwerk.verbonden.

35CONNECT ING 1

3

Tijdens

OKTOBER 2017: DAG VAN DE INGENIEUR de Open Bedrijvendag op zondag 1 oktober 2017 nodigt de Vereniging Alumni Ingenieurs KU Leuven de afgestudeerde industrieel ingenieurs uit op de campussen in Gent, Brugge en Leuven. Een unieke gelegenheid om de campussen te (her)ontdekken en de studiegenoten van toen terug te zien. Op de Technologiecampus Gent zetten de onderzoeksgroepen chemie en biochemie de deuren open. Op het programma staan o.m. rondleidingen in de labs, de pilootbrouwerij, de piloot infrastructuur voor de productie van vleeswaren, het centrum voor de analyse van smaak-en geurcomponenten en een bezoek aan de laboratoria BioTEC en chemische en biochemische procestechnologie. In Brugge toont men trots de gloednieuwe campus, de laboratoria en de onderzoeksinfrastructuur die focust op 3 speerpunten: bouwkunde, mechatronica en nieuwe materialen. Campus Groep T in Leuven mikt in het bijzonder op de ingenieurs-ondernemers. Jonge starters krijgen een forum om hun bedrijf voor te stellen aan het brede publiek. En aan de collega’s-alumni uiteraard. De Open Bedrijvendag staat dan ook helemaal in het teken van innoverend ondernemend door Meeringenieurs.info:  www.iiw.kuleuven.be/events/openbedrijvendagYvesPersoons

1 VANOKTOBER10TOT17U De Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven opent de deuren op Voka Open Bedrijvendag! WIJ DOEN MEE! WELKOM OP Campus TechnologiecampusBruggeGentCampusGroepTLeuven www.iiw.kuleuven.bewww.openbedrijvendag.be

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.