4 minute read

ANN VAN GYSEL PROGRAMMADIRECTEUR BOUWKUNDE

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

De Belg wordt geboren met een baksteen in de maag, zegt het spreekwoord. Maar bouwen doet hij ook vaak met beton. De slimme mix van cement, water, zand, grind of steenslag is het belangrijkste materiaal van de derde bedrijfssector in België, goed voor een omzet van 47 miljard euro. In blokken, geprefabriceerde elementen of ter plaatse gestort, beton is alom. De specialiste in deze materie is prof. Ann Van Gysel (Campus De Nayer). Lang voor de integratie van de ingenieursopleidingen in KU Leuven legde zij al de fundering van het nieuwe programma Bouwkunde.

Prof.Van Gysel studeerde voor burgerlijk ingenieur Bouwkunde aan de UGent. Van 1990 tot 1996 werkte ze als assistente in het Laboratorium Magnel voor Betononderzoek. Haar aandacht ging naar staalvezelbeton en beton met een hoge sterkte. Daarover promoveerde ze ook tot doctor in de Toegepaste Wetenschappen.

In 1996 stapte Ann over naar de toenmalige industriële hogeschool De Nayer. Er was een vacature voor een docent Betonconstructies, een gedroomde kans voor een ambitieuze bouwkundige. “Als je in die tijd aan een hogeschool begon, moest je wel van alle markten thuis zijn”, merkt Ann op. “Naast Betontechnologie en Ontwerp van betonconstructies stond ik bijvoorbeeld ook in Hydraulica, Waterbouw en Bruggenbouw”.

Prof. Ann Van Gysel

©Joren De Weerdt

De eerste steen

Kort na de start bij De Nayer dient zich een nieuwe opportuniteit aan. Anns voorganger Willy De Vylder en Prof. Luc Vanhooymissen, een collega van KAHO Sint-Lieven (nu Technologiecampus Gent) vatten het plan op om een boek te schrijven over ‘Gewapend beton’. Ann springt mee op de kar en in 2002 verschijnt het langverwachte basiswerk voor bouwkundigen, van student tot professional.

“Het boek was in menig opzicht een mijlpaal”, zegt Ann. “Niet alleen inhoudelijk, maar ook in de manier waarop het ontstond. Ontstaan uit de samenwerking van docenten uit Oostende (nu Campus Brugge), Gent en De Nayer was het een multicampusproject avant la lettre. De banden die toen gesmeed zijn, hebben ertoe geleid dat we na de integratie van de opleiding Bouwkunde met voorsprong zijn kunnen starten”.

Voortrekker

In 2007 wordt Ann opleidingscoördinator Bouwkunde op haar campus. Ze stort zich meteen op het zelfevaluatierapport (ZER) van de opleiding als aanloop naar de academisering. Dankzij de goede contacten kunnen de opleidingen in Oostende, Gent en Sint-Katelijne-Waver een gemeenschappelijk domeinspecifiek referentiekader opstellen, wat door de visitatiecommissie zeer wordt geapprecieerd. Het ZER en de bijbehorende visitatie leiden o.m. tot de invoering van een stage als volwaardig onderdeel van de masteropleiding. Ook op dit punt spelen Ann en haar collega’s Bouwkunde een voortrekkersrol.

In 2011 gaan de Permanente Onderwijscommissies (POC) van start. Ann wordt de eerste programmadirecteur van de opleiding Bouwkunde. “Het betekende de verankering van onze samenwerking. We kenden elkaar al goed en konden ons onmiddellijk concentreren op het uittekenen van de gemeenschappelijke leerlijnen”.

Wanneer in 2017 de programmahervorming wordt gelanceerd, komt de POC Bouwkunde niet onbeslagen op het ijs. “Onze prioriteiten waren van meet af aan duidelijk”, bevestigt Ann. “Om te beginnen diende Bouwkunde vaste voet aan de grond te krijgen in het eerste gemeenschappelijke bachelorjaar. En ten tweede was het noodzakelijk dat in de wetenschappelijke en technologische basisvorming de praktijkgerichtheid werd gegarandeerd. Nu het nieuwe programma in het eerste jaar is gestart, meen ik te mogen zeggen dat aan beide voorwaarden is voldaan. Belangrijke vernieuwingen zoals ‘Technologie vanaf dag 1’ en de ‘Ingenieursbelevingen’ zijn daar een goed voorbeeld van. Via het ontwikkelen van professionele competenties stomen we studenten klaar voor hun latere loopbaan”.

Intelligent en flexibel ontwerp

In tegenstelling tot de andere opleidingen richt Bouwkunde in het bachelor programma geen opties meer in. “Dat is een bewuste keuze”, aldus Ann. “We willen immers dat al onze bachelors de nodige bagage hebben om in het masterprogramma beide afstudeer richtingen te kunnen kiezen: Bouwkunde pur sang of Landmeten/Geomatica. Daarom hebben we de vroegere opties geïntegreerd in onze bacheloropleiding. Door de goede samenwerking tussen de campussen is er heel wat studenten- en docentenmobiliteit en kunnen we efficiënt de expertise van elke campus aan onze studenten aanbieden.” Na de bachelor kiest de student in functie van zijn/haar interesse: multicampusmodules en keuzevakken, een masterproef in of met een bedrijf of binnen een onderzoeksgroep, een bedrijfsstage… om zich voor te bereiden op het ‘echte’ leven als industrieel ingenieur Bouwkunde”.

Dit academiejaar loopt de tweede ambtstermijn van de programmadirecteur af. Eén zaak is zeker: bouwmeester Ann Van Gysel laat haar opvolger een intelligent ontworpen en stevig gefundeerde constructie na, uit gewapend beton”.

Yves Persoons

This article is from: