
4 minute read
EEN (VIRTUELE) DAG MET EEN INGENIEUR
ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER
‘Woorden wekken, voorbeelden strekken’, zegt het spreekwoord. Toegepast op de ingenieursopleiding betekent dat: hoeveel hoorcolleges je ook geeft over de taken en verantwoordelijkheden van de industrieel ingenieur, er gaat niets boven een ingenieur in levende lijve aan het werk te zien. Dat is precies wat ‘Dag met een ingenieur’ in het eerste bachelorjaar beoogt. Bart Van Riet, praktijkassistent op Campus Groep T en lid van het docententeam, geeft tekst en uitleg.
“Dag met een ingenieur is het practicum van het opleidingsonderdeel ‘Onderneming en ethiek’”, legt Bart uit. “Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van een van de basispijlers van de vernieuwde ingenieursopleiding ‘Ingenieur & Wereld’. In ‘Onderneming en ethiek’ focussen we op de plek waar de industrieel ingenieur zich thuis voelt: het bedrijf. De eerstejaars leren welke types van ondernemingen er bestaan en hoe ze functioneren. Verder staan we stil bij de taken van de ingenieur. En -last but not least- bekijken we de beroepsethische aspecten, want zowat alles wat een ingenieur onderneemt heeft een impact op mens en milieu of natuur en cultuur. Met het practicum ‘Dag met een ingenieur’ realiseren we bovendien een belangrijke strategische doelstelling uit het facultaire beleidsplan, nl. de toekomstige ingenieurs zo vroeg mogelijk in contact brengen met het werkveld”.

Bart Van Riet en prof. Geert Waeyenbergh
©Julie Feyaerts
Tweevoudig
“De opdracht van het practicum is tweevoudig”, vervolgt Bart. “Om te beginnen verwachten we van de studenten dat ze in kaart brengen waaruit de dag- of nachttaak van een ingenieur bestaat, wat zijn/haar plaats is in de organisatie en over welke vaardigheden hij/zij hiervoor moet beschikken. Vervolgens moeten zijn/haar verantwoordelijkheden worden onderzocht in termen van ethiek. Tijdens het hoorcollege ‘Ethiek’ wordt een denk- en referentiekader uit de doeken gedaan waarbinnen de studenten hun bevindingen kunnen plaatsen”.
Over de coaching van de eerstejaars wil Bart het volgende kwijt: “Tijdens de eerste sessie vragen we de studenten om binnen of (bij voorkeur) buiten hun kennissenkring een ingenieur te zoeken met wie ze een dag kunnen optrekken. In principe is dat een individuele opdracht, maar wegens de COVID-19 restricties konden studenten in duo en online aan de slag. Tijdens de eerste sessie briefen we hen over het verloop van de opdracht en de onderwerpen die in het verslag aan bod moeten komen. Voor alle duidelijkheid: het gaat niet om een gestandaardiseerde enquête. Het is aan de studenten om op basis van de input zelf de juiste vragen te stellen. Wanneer dat gebeurd is, verdelen de studenten zich in groepen van een zestal personen. Daar kiezen ze een ingenieur van wie ze de ethische aspecten van zijn/haar beroep onder de loep nemen aan de hand van een online diepteinterview”.
“Tijdens de tweede sessie gaan we dieper in op de verslaggeving”, aldus Bart. “Specifieke schrijfvaardigheden zijn dan al aan bod gekomen in de sessie ‘professionele competenties’ in de eerste Ingenieursbeleving, dus daar hoeven we niet meer stil te blijven staan. Deze sessie is vraaggestuurd. We vertrekken van de problemen of knelpunten waar de studenten tegenaan gelopen zijn”.
PREFER
“In het tweede semester brengen de studenten structuur in de veelheid van taken en functies die ze op het spoor zijn gekomen”, zegt Bart. “Dat doen we aan de hand van de PREFER-typologie die onderzoekers van onze faculteit hebben ontwikkeld. Daarin worden drie rollen onderscheiden. Om te beginnen is er de ‘innoverende ingenieur’, d.i. de creatieveling die nieuwe producten en processen bedenkt. Ten tweede heb je de ‘optimaliserende ingenieur’ die zich inzet om producten en processen te verbeteren of efficiënter te maken. En ten slotte is er sprake van de ‘klantgerichte ingenieur’. Die kijkt vanuit de ogen van de klant of gebruiker om naar oplossingen op maat te zoeken. De volgende stap bestaat erin dat de studenten ontdekken welke rol het best bij hen past. Als je dit min of meer weet, kun je gerichter gaan werken aan de competenties die bij je rol horen. Dat laatste is evenwel stof voor het tweede en de derde bachelorjaar. In het eerste jaar ligt de nadruk op het ontdekken hoe rijk en gevarieerd de job van een ingenieur wel is. Dat op zich is voor de meeste studenten al een revelatie”.
Yves Persoons