3 minute read

SOPHIE VERBERGT: DE STEM VAN DE STUDENT

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

‘Positief met bemerkingen’, zo luidt de evaluatie uitgebracht door het Studentenoverleg Industrieel Ingenieur (STII) over de programmahervorming die in 2020 van start gaat. Sophie Verbergt, derdejaars bachelor op Campus Groep Ten waarnemend voorzitter van STII, weegt de resultaten af tegen de ambitieuze doelstellingen.

“De soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend”, merkt Sophie op. “Dat geldt ook voor de programmahervorming. Maar een minder hete soep kan ook nog best lekker zijn. Dat de faculteit zich ten doel stelt het profiel van de industrieel ingenieur duidelijk in de markt te zetten, is een goede zaak. Voor de opleiding, maar ook voor de bedrijven en voor afgestudeerden van morgen. De introductie van meer technologie in de eerste bachelor is eveneens positief. Het maakt de taaie basiswetenschappen meer behapbaar als je ziet waar ze voor nodig zijn. Dat geldt ook voor de interactie met het werkveld. De verschillen tussen de campussen op dit punt worden nu weggewerkt. De brede polyvalente ingenieursvorming in het gemeenschappelijke bachelor programma is wellicht het belangrijkste pluspunt. Niet alleen omdat ze op alle campussen, uitgezonderd Diepenbeek, identiek is, maar ook omdat er al van bij het begin van de opleiding een verbredende pijler ‘ingenieur en wereld’ is opgenomen.”

De invoering van de ‘Ingenieursbeleving’ op alle campussen, vindt Sophie zonder meer een doorbraak. “Op Campus Groep T zijn de ‘Engineering Experiences’ al jaren ingeburgerd. Het blijft verbazen hoeveel energie en dynamiek ze telkens opwekken, zeker op de finaledag, wanneer de teams uitpakken met hun realisaties. Jammer dat de opdrachten in de eerste bachelor niet meer open zijn. Hoe meer vrijheid, hoe meer vreugd. En hoe meer je uit je fouten kunt leren”.

Educatieve technologieën

Dat in de eerste bachelor niet meteen de meest geavanceerde technologieën op het programma staan, dat is volgens Sophie niet meer dan normaal. Anderzijds vindt zij het wel jammer dat de programmahervorming niet is aangegrepen als een opportuniteit om nieuwe educatieve technologieën in het onderwijs te injecteren. Er bestaan namelijk al heel wat tools om meer interactieve leeromgevingen te creëren en het onderwijs nog beter af te stemmen op de individuele noden van de student”, legt Sophie uit. “In het Smart Education & Schools project bijvoorbeeld gaan leraren uit het secundair onderwijs aan de slag met virtual & augmented reality, artificial intelligence en adaptieve leersystemen. Dergelijke nieuwe educatieve toepassingen horen even eens bij een vernieuwd curriculum.

Professionele rollen

Over de integratie van de professionele skills in het curriculum heeft Sophie niets dan lof. “De studenten gaan de sessies Communicatie meer au sérieux nemen als ze aansluiten bij of bijdragen tot wat in de andere opleidingsonderdelen aan bod komt”, zegt Sophie. “Hetzelfde geldt voor kritische reflectie of complexe problemen oplossen. Dat mag niet apart staan in het curriculum. Het zijn precies deze skills die de opleidingsonderdelen met elkaar verbinden”.

Een positieve score geeft Sophie ook aan de aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van de student, meer bepaald voor de professionele rollen. “Vanaf 2020-2021 wordt de PREFER-tool gelanceerd. Die moet studenten helpen bij het identificeren van hun sterktes en zwaktes en hen tijdens de opleiding al kennis laten maken met de rollen die ze later kunnen spelen in de beroepspraktijk”.

Yves Persoons

This article is from: