faro | tijdschrift over cultureel erfgoed, 5(2012)1

Page 14

Erfgoeddag 2012 | Helden niet te verlaten.’ Wat is er aan de hand? Lippens en De Bruyne waren naar Congo getrokken om er carrière te maken in de Weermacht; functies werden er – gezien alle mogelijke gevaren die op de loer lagen – beter betaald dan een vergelijkbare post in de relatieve veiligheid van het vaderland. In 1892 werden de twee landgenoten in OostCongo door de troepen van Tippo Tip gevangengenomen tijdens de zogenaamde Ivooroorlog, een conflict waarvan de inzet mag blijken uit de naamgeving. Toen een contingent Belgische troepen de plek naderde waar Lippens en De Bruyne gevangen werden gehouden, aan de andere kant van de Lualaba-rivier, gebeurde er iets dat de motor is van de eerste fase van de heldenverering van het duo. De overlevering gaat als volgt: Op de rechteroever van de Lualaba verschijnt sergeant De Bruyne, bebloed, halfnaakt, geboeid, omringd door Arabieren, gewapend met nieuwste Britse geweren. Op de rechteroever staat luitenant Scherlinck met een aantal scherpschutters. Scherlinck: “Verstaan die Arabieren Frans?” De Bruyne: “Neen.” Scherlinck: “Spring in het water, mijn mannen zullen de bewakers neerschieten.” De Bruyne: “Neen, ik heb beloofd bij Lippens te blijven, die is ook gevangen genomen.” Scherlinck: “Lippens is dood, de Arabieren hebben het mij gezegd.” De Bruyne: “Ze liegen, hij leeft. Ik blijf.” De kleine sergeant draait zich om en verdwijnt met zijn bewakers in de brousse. Op 30 november 1892 worden Lippens en De Bruyne door de Arabische slavendrijvers afgemaakt in Kasongo. Als Dhanis in juni 1893 eindelijk het bolwerk van Tippo Tip binnen trekt als overwinnaar, laat hij de lijken opgraven. Het officieel verslag vermeldt: het lichaam van Lippens is volledig doorboord met een lans, zijn hals is door een pijl doorboord. De voeten en handen van De Bruyne zijn afgehakt, alvorens hij met stokslagen en geweerkolven is afgemaakt.28

Dat roze verhaal keert hardnekkig terug. Catherine schrijft over Lippens, “… zoals zijn biograaf het schrijft ‘il était porté à des amitiés masculines’. Hij was homo. En dan kunnen we ons natuurlijk afvragen of de geaardheid van De Bruyne niet eerder met vriendschap dan met militaire solidariteit had te maken.”30 En hij gaat verder: “Er gaan dan ook stemmen op in Blankenberge om het monument een nieuwe functie te geven. Zo zou men de homobeweging kunnen uitnodigen om jaarlijks een krans bij het monument neer te leggen. Zo wordt het misschien een ode aan de vriendschap. Nobeler dan militaire heldenmoed.” En de recentste deconstructie van het monument staat op conto van theatermaker Chokri Ben Chikha. Hij is zelf van Blankenberge en raakte gefascineerd door de zwarte vrouw die aan de voeten ligt van het militaire duo. Zij drukt, net als haar bronzen evenknieën van het monument in Oostende, haar dankbaarheid uit jegens de Belgen omwille van hun strijd tegen de Arabische slavenhandelaars. Chokri Ben Chikha maakte er een standup tragedie over, die hij noemde naar een van de taferelen op het monument: ‘De Finale: Heldendood voor de beschaving’.31

De Bruyne koos ervoor om niet in te gaan op het voorstel van zijn strijdmakker aan de overkant. We weten niet precies waarom. Een plausibele reden kon zijn dat hij niet kon zwemmen. Of, zoals het monument met stellige zekerheid weet, dat hij op een verheven manier de ‘militaire solidariteit’ huldigde. Het antwoord kan ook echter van een heel andere, verrassende aard zijn: “Of ons beschavingswerk in Kongo, in graniet vereeuwigd op de dijk van Blankenberge, het monument van Lippens en De Bruyne. U weet wel, die twee dappere Belgische soldaten die tijdens hun humanitaire missie tegen de slavenhandel stierven in de handen van de wrede Tippo-Tip. Nu is dat standbeeld ook een monument dat iedere Belgische democraat dierbaar zou mogen zijn, maar om een andere reden. Vandaag weten we dat Lippens en De Bruyne wellicht twee homo’s waren. Twee mannen die het beu waren om hier hun aard te moeten loochenen. Die in Kongo vrijer konden ademen, en ook vrijer konden vrijen. Twee minnaars die liever samen stierven dan de ander alleen achter te laten. Het is geen militaire variant van de beroemde missionarisverhalen, zoals dat van de onvermijdelijke Damiaan te Molokaï. Het gaat om een herenvariant van Romeo en Julia, het verhaal van een onmogelijke liefde die noodlottig afliep.”29

14

faro | tijdschrift over cultureel erfgoed | 5 (2012) 1

■■ Met ‘De Finale’ rondt Chokri Ben Chikha zijn zoektocht af naar het wezen van de heldenstatus. Aanleiding voor deze voorstelling: zijn fascinatie voor de naakte zwarte vrouw van het standbeeld voor Lippens en De Bruyne. Zij krijgt geen naam op het standbeeld. Wie was ze? Waarvoor stond ze? Chokri maakte daarover drie interventies, beginnend met een eerste voorstelling ‘L’ Afrique c’est chic’ samen met Senegalese artiesten. In de tweede etappe, ‘Heldendood voor de Beschaving: de ceremonie’ , bejubelt Chokri de zwarte vrouw en haar bewondering voor de beschaving. Het slotstuk van zijn trilogie vormt de voorstelling ‘De Finale: Heldendood voor de beschaving’.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.