Jaarverslag Altra: Kansen voor de toekomst

Page 1

Kansen voor de toekomst w w w. a l t r a . n l



Inhoud 1.

Dit is Altra

2

2.

Passend onderwijs

11

3.

Basiszorg voor gezin, school en wijk

21

4,

Zorg voor de kleinsten (en hun jonge moeders)

31

5.

Veiligheid voorop

41


1. 4

Dit is Altra


De verbinding tussen school en gezin

Waar wij voor staan Een thuis en een school, dat is wat elk kind nodig heeft. Een thuis, waar een kind veilig en gezond kan opgroeien. En een passende school, die het kind stimuleert en uitdaagt. Als het thuis niet goed gaat, is dat op school merkbaar. Als het op school niet goed gaat, heeft dat gevolgen voor thuis. Ouders zijn als eerste verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Wanneer dat even niet zo soepel loopt, is het belangrijk dat ouders zelf bepalen wat ze nodig hebben. Hulp komt vaak van dichtbij: familie, een vriendin, de huisarts, de school. Soms is extra hulp nodig. Ook de school heeft een grote verantwoordelijkheid voor het begeleiden van kinderen. Het gaat op school niet alleen om leren, maar ook om opvoeden. Meestal gaat dat bijna vanzelf, soms is het moeilijk. Ook dan moeten scholen onderwijs blijven bieden. Voor elk kind moet er een passend aanbod zijn.

1.

Het beste voor ieder kind Altra kan helpen. De professionals van Altra weten veel van onderwijs ĂŠn veel van jeugd & opvoedhulp. De combinatie van deze kennis stelt ons in staat het kind op school ĂŠn thuis te ondersteunen. Samen met de mentor op school en samen met de ouders nemen we de obstakels weg, die de ontwikkeling van een kind belemmeren. En zijn we samen blij als het weer beter gaat.

5


Onze drijfveren

1.

Marijn Elfers

Karine Zuidgeest

Marieke Derks

Functie: Ambulant hulpverlener Opleiding: Hbo Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Grootste uitdaging: Jongeren laten inzien dat hulp een kans is om verder te komen. Niet iedereen is meteen enthousiast als hij hulp van Altra krijgt. Het lijkt misschien niet cool om ‘een geval’ te zijn. Ik probeer direct uit te leggen dat ze hier komen om iets te leren. Hoe ziet je werk eruit? Ik voer individuele en groepsgesprekken met jongeren en geef trainingen zoals sociale vaardigheden, faalangstreductie of agressieregulatie. We werken vaak met rollenspellen. Ik vind het leuk om tijdens trainingen het vervelende pubertje te spelen en hen op die manier een spiegel voor te houden.

Functie: Gedragswetenschapper bij Altra Jonge Moeders Opleiding: Klinische psychologie en nu bezig met registratietraject Kinder&Jeugdpsycholoog NIP De doelgroep: Jonge moeders hebben een dubbele taak: opgroeien en opvoeden. Zoals elke jongere zijn ze op zoek naar wie ze zijn, wat ze willen en kunnen. De jonge moeders die wij helpen hebben veel meegemaakt en komen uit gezinnen waarin opgroeien vaak niet gewoon gaat. Daarbij heeft een deel van deze moeders een trauma. Regie terugkrijgen: Veel van onze cliënten hebben in hun leven ervaren dat ze machteloos waren. Machteloos tegen het geweld thuis, tegen verwijten of tegen verwaarlozing. We versterken de jonge moeders in hun gevoel dat ze regie over hun leven hebben. En dus wordt niet over hen beslist, maar met hen. Rol als gedragwetenschapper: Ik ondersteun medewerkers onder andere door gezamenlijk onderliggende processen van de cliënten te verkennen. Daarbij hoort ook het uitvoeren van handelingsgerichte diagnostiek. Hiermee kijk je niet alleen naar wat er aan de hand is, maar ook waardoor een cliënt doet wat ze doet. Dan pas kun je een goed en passend advies aan de jonge moeder geven, waar zij met haar kind werkelijk iets mee kan en wil doen. Dit kan alleen als je nieuwsgierig bent naar hoe deze ene jonge moeder precies in elkaar zit.

Functie: Trainer / coach / procesbegeleider Opleiding: PABO / speciaal onderwijsdocent / sociale vaardighedentrainer / opleider in de school. Samen delen: Als je in (docenten)teams kijkt is er al zoveel expertise aanwezig, maar dat wordt vaak onvoldoende gezien. Er is veel onzekerheid en het lijkt of mensen het lastig vinden hun kennis en ervaring met elkaar te delen. Terwijl dat zo verhelderend kan werken. Daarom geloof ik sterk in intervisie als werkvorm. Docenten hebben een belangrijke rol: Ze zijn zoveel meer dan kennisoverdrager. Ze zijn professional in hun vak, maar ook coach en hulpverlener. Ze observeren, signaleren, motiveren en zetten aan tot actie. Zonder docenten zwemmen leerlingen zonder zwembandjes in het diepe, terwijl ze nog niet kunnen zwemmen. De docent geeft ze eerst zwembandjes en leert ze dan zonder te zwemmen. Zonder docenten zouden onze leerlingen verzuipen...

6


Pluim verdiend

1.

Altra werkt op verschillende fronten aan goed onderwijs aan leerlingen en goede hulp aan kinderen en gezinnen. We blijven kritisch op de uitvoering van ons werk, we willen de risico’s in beeld hebben en actie ondernemen waar dat nodig is.

Gecertificeerd! Altra gaat voor kwaliteit. We zijn dan ook enorm trots dat we voldoen aan het kwaliteitskeurmerk ISO Health en aan de kwaliteitseisen voor het speciaal onderwijs. Altra College is daarmee de derde school voor voortgezet speciaal onderwijs in Nederland die gecertificeerd is. Vooral de daadwerkelijke verbinding tussen jeugdzorg en onderwijs en onze gedreven medewerkers die willen leren en ontwikkelen werden geroemd. Voor ons een groot compliment, want juist die verbinding staat centraal in onze aanpak.

7


Kwaliteit voorop De gemeenten in Nederland zoeken naar de beste manier om jeugd & opvoedhulp in te vullen. Als ervaren partner in de regio’s Amsterdam, Zaanstreek, Waterland, Amstelland en de Meerlanden, denkt Altra graag mee. Hoe dat gaat vragen we aan Hanneke Bakker, als directeur verantwoordelijk voor de hulp aan kinderen van nul tot twaalf jaar. Zij is nauw betrokken bij het ‘inkoopproces’ van de gemeenten.

1.

Inkoopproces, dat klinkt wel erg zakelijk. ‘Jeugdzorg gaat om mensen, om kwetsbare kinderen en ouders in de knoop. Het roept veel emoties op in de maatschappij en bij de cliënten zelf. Maar om de hulp goed te kunnen uitvoeren, moet het proces goed geregeld zijn, dan moet duidelijk zijn wie waarvoor verantwoordelijk is. De gemeenten kopen zorg in per zorgpakket, zoals residentiële hulp of crisishulp. Ik merk dat de gemeenten openstaan voor onze ervaring. Zo stelden wij voor de hulp aan jonge moeders en diagnostiek te combineren, omdat je zo betere zorg kunt bieden. We wijzen op het belang van goede nazorg na de crisishulp. We adviseren, we laten zien wat wij doen, wat naar onze mening belangrijk is voor goede hulp. De gemeente moet daar een eigen weg in vinden. Het gaat tenslotte om de hulp aan kinderen, het moet nu niet om Altra gaan.’ De goedkoopste krijgt de klus? ‘Dat systeem wordt bij de jeugdzorg gelukkig niet gehanteerd. Natuurlijk moeten we de kosten zo laag mogelijk houden; daar is Altra al jaren mee bezig. Dat doen we onder andere door in de huisvestingskosten te snijden en onze ondersteuning zo slim mogelijk in te richten. Dat werkt, dat blijkt wel uit een vergelijking tussen jeugdzorgaanbieders, waar Altra uit de bus kwam als één van de organisaties met de laagste indirecte kosten. Maar: we zijn geen kiloknaller. De kwaliteit blijft bij ons voorop staan.’

8

‘Het gaat om de hulp aan kinderen, het moet nu niet om Altra gaan.’


Hoe we werken Van baby’s tot jong volwassenen. Van ouders met lichte opvoedvragen tot crisisinterventie om uithuisplaatsing van kinderen te voorkomen. Van begeleiding van leerlingen op het regulier onderwijs tot het bieden van speciaal onderwijs. Van praktijkonderwijs tot vwo. Altra staat heel veel verschillende mensen op verschillende manieren bij. Toch is er een gemeenschappelijke aanpak. Wat is kenmerkend voor de Altra-aanpak? Verbinden. We kijken altijd naar het grotere geheel. Hebben de ouders bij Altra aangeklopt, dan kijken we niet alleen naar de situatie thuis, maar ook naar hoe het op school en in de vrije tijd gaat. Gaat het op school niet goed, dan begeleiden we de leerling, maar betrekken we ook de docent en de ouders. Waar nodig werken we samen met instellingen voor ggz. Eigen kracht. Het doel is dat ouders en kinderen na onze begeleiding op eigen kracht weer verder kunnen. Daarom betrekt Altra altijd de omgeving van de ouders en de kinderen. Wie kan op welke manier het gezin tot steun zijn? Hoe zorgen we ervoor dat die ondersteuning duurzaam is? Onze hulp duurt zo kort mogelijk, maar zo lang als het moet. Oplossingsgericht. Niet focussen op de problemen, maar op wat goed gaat. Hoe kunnen we dat versterken? Hoe kunnen we die kracht ook op moeilijke momenten inzetten? Wat heeft dit gezin, dit kind nodig om weer verder te kunnen? De focus is gericht om de leerling, het gezin weer perspectief te bieden.

Onze hulp duurt zo kort mogelijk, maar zo lang als nodig.

(Blijven) doen wat werkt. Door alle geledingen van de organisatie heen, is Altra op zoek naar nieuwe kennis. Wat werkt het beste, welke nieuwe wetenschappelijke inzichten kunnen we gebruiken om onze ouders, kinderen en jongeren zo goed mogelijk bij te staan? Op school introduceerden we Positive Behavior Support en Non-Violent Resistance. In de jeugdzorg gebruiken we zoveel mogelijk bewezen effectieve methodes. En door werkplaatsen, trainingen, opleidingen en kennis delen, zorgen we ervoor dat we die methodes ook op de juiste manier blijven gebruiken. Eerst denken, dan doen. Als er veel problemen zijn, waar begin je dan mee? We maken eerst een analyse van de situatie, waar nodig zetten we diagnostiek in. Dan kun je de hulp planmatig aanpakken en zorg je ervoor dat de hulp beklijft. Samen met de cliënt. Je aanpak kan nog zo wetenschappelijk zijn, als de hulpverlener, de docent of mentor geen vertrouwensband heeft met de cliënt of leerling, werkt de aanpak niet. Dit betekent dat we investeren in die band en altijd maatwerk bieden. Geen standaard aanpak, maar echt kijken met welke hulp dít gezin gebaat is. Die hulp is dan wél samengesteld uit die bestanddelen, waarvan we weten dat ze werken.

1. Dit is Altra

9

1.


Inspiratie

ja maar híj ik deed niks, mevrouw niks verkeerds althans, ik zat net na te denken over uw prachtvak Frans ik deed niks, mevrouw híj heeft het gedaan ik zat lekker te schrijven toen hij begon met slaan ik heb natuurlijk teruggeslagen een gebroken arm ja dat kan best maar hij heeft opdracht 5 tot en met 7 net verpest

1.

mama huilt mama huilt ik kijk en zeg: ik ben snel boos hè en jij snel lief ik ben boos geboren, mam ik wist al wat er kwam

Annegien Simis Trainer/coach bij Altra, en moeder van een kind met autisme.

10


Verbinden, vertrouwen, vakmanschap De inspiratie voor iedereen Hoe kunnen we de cliënten en leerlingen nog beter bij staan? Eén van de sleutels daarvoor is verbinding. Door van elkaar te leren en elkaar te inspireren, versterken we elkaar. Delen is vermenigvuldigen! Daarom riep Altra haar medewerkers en partners op, om hun kennis en ervaring te delen met elkaar tijdens de inspiratieweek. Medewerkers en andere belangstellenden konden (gratis) kiezen uit een groot aanbod van workshops, lezingen en discussies. Van Samen DOEN in de buurt, via hoogbegaafdheid tot lessen in geluk. Dat smaakt naar meer, in oktober wordt er weer een inspiratieweek georganiseerd. Komt u ook? www.altra.nl/inspiratieweek

Ommetje Over de hele wereld wandelen mensen met elkaar als ze iets bijzonders te delen of te bespreken hebben. En als je het even niet weet maak je een ommetje. Altra doet dat ook! Altra organiseert ideeënwandelingen met medewerkers en partnerinstellingen. Tijdens de wandeling staat een specifiek thema centraal. Als we de dagelijkse beslommeringen tijdens de wandeling achter ons hebben gelaten, gaan we de ideeën verkennen en maken we een start met de uitwerking en concretisering.

’Ervaren dat collega’s dezelfde vragen hebben als jijzelf en samen naar een oplossing zoeken werkt inspirerend.’ Vakbekwaamheid op peil houden Onze professionals doen belangrijk werk en dragen grote verantwoordelijkheden. We sturen ze natuurlijk niet onvoorbereid op pad. Altra steekt veel tijd en energie in opleiden, toerusten en faciliteren van de medewerkers. Zo kunnen zij hun professionaliteit en daarmee hun autonomie, vakmanschap en beroepstrots versterken. Onze organisatie is zelf ook een gecertificeerd opleidingsinstituut. We bieden geaccrediteerde workshops, trainingen en opleidingen. De aanwezige kennis zetten we graag in voor de ontwikkeling van de wijk- en buurtteams en de implementatie van passend onderwijs. Nina Draaisma (gedragwetenschapper): ‘Door scholing beschik ik nu over meer manieren om gezinnen te helpen inzicht te krijgen in hun situatie. Zo kon ik laatst in één gesprek zorgen voor een grote verandering in een gezin met een depressieve moeder. De gezinsleden begrepen beter welke invloed de depressie van moeder had op de relatie met de kinderen en hoe ze daar iets aan konden doen.’

11

1.


2.

Passend onderwijs

Passend onderwijs betekent maatwerk bieden aan iedere leerling. De meeste leerlingen rollen probleemloos door het voortgezet onderwijs. Ze halen het niveau dat ze aankunnen, soms met hier en daar een hapering. Sommige leerlingen hebben daar wat steun bij nodig. Door hun persoonlijke ontwikkeling of situatie thuis, hebben ze hulp nodig om tot leren te komen. Meestal is steun op school voldoende om de leerling weer op gang te krijgen. Soms zijn de problemen groter en lopen de leerling en school samen vast. Als ondanks vele pogingen school en leerling niet meer weten hoe ze het weer vlot kunnen trekken, is een tijdelijke of permanente plek nodig. Een plek waar de leerling aan zijn gedrag en persoonlijke problemen kan werken, zonder dat daarbij de leerachterstand oploopt. Altra biedt het hele spectrum van lichte ondersteuning op scholen tot een plek op het speciaal onderwijs. We belichten hier een aantal voorzieningen, die onze visie en aanpak kenmerken.

12


Onze scholen

Bets Frijlingschool Sportlaan 153 1442 EC Purmerend T 0299 432094

Altra College Centrum Konijnenstraat 7 1016 SL Amsterdam T 020 7882211 74 leerlingen

Altra College West Louis Couperusstraat 131 1064 CE Amsterdam T 020 6117087 50 leerlingen

Altra College Noord Purmerweg 116 1023 BB Amsterdam T 020 6328090 67 leerlingen

Altra College Zuidoost Kortvoort 60 1104 NB Amsterdam ZO T 020 5558444 48 leerlingen

Altra College Bleichrodt Tafelbergweg 23 1105 BC Amsterdam ZO T 020 5632800 185 leerlingen

Altra College Haarlemmermeer Van den Berghlaan 130 2132 AV Hoofddorp T 023 5553972 61 leerlingen

Altra College Waterland Koggenland 100 1447 CP Purmerend T 0299 666966 74 leerlingen

Altra College Zaanstreek Jupiterstraat 143 1562 WP Krommenie T 075 6706261 101 leerlingen

School2Care Johan Braakensiekhof 31 1068 KK Amsterdam (per 18 augustus 2014) T 020 7546150 13 leerlingen

Altra College Bascule* Tafelbergweg 21 1105 BC Amsterdam ZO T 020 5632800 92 leerlingen

Altra College Amsterbaken Transformatorweg 6 1014 AK Amsterdam T 020 6068815 31 leerlingen

Altra College De Koppeling Tafelbergweg 8 1105 BN Amsterdam T 020 3428400 58 leerlingen

* Altra college Bascule begeleidt ook leerlingen onder behandeling van Jellinek en Bascule Konijnenstraat

13

2.


Jeugdzorg in de school en trajectbegeleiding

Leerling

Ouder

Deskundigheidsbevordering (expertisecentrum) School

2.

(S)TOP

Transferium

Time-outklas

Diagnostische klas

transferbegeleiding

Voortgezet onderwijs

Altra werkt! Arbeidsactivering en arbeidstoetreding

Beter pASSend klas

School2care

Langdurige thuiszitters, psychiatrische problemen

12-uursvoorziening

VSO

Passend onderwijs 14


‘Meer leerlingen die nu regulier onderwijs kunnen blijven volgen’

Trajectvoorziening als reddingsboei De trajectvoorziening van Altra ondersteunt leerlingen met een extra zorgvraag binnen de school. Het doel is om passend onderwijs te kunnen aanbieden aan leerlingen die dat om welke reden dan ook nodig hebben. De trajectvoorziening biedt voor deze groep leerlingen een plek op school waar ze altijd terecht kunnen. Yvonne Teunissen is al twaalf jaar werkzaam op het Saenredam College in Zaandijk. De docente Nederlands en mentor is vol lof over de trajectvoorziening die door Altra binnen de school is opgezet. Yvonne denkt dat er meer zorgleerlingen zijn die door deze vorm van begeleiding het regulier onderwijs kunnen blijven volgen. Leerlingen die zonder hulp waarschijnlijk zouden afglijden en in het ergste geval van school zouden moeten. Yvonne: ‘Dankzij de trajectvoorziening op school is de drempel voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, veel lager geworden. Vroeger had je de zorg wel op school zitten, maar dat was toch anders. In plaats van meteen te worden doorverwezen naar allerlei instanties kunnen leerlingen nu direct hulp krijgen op school. De trajectvoorziening is voor iedereen met een extra zorgvraag. Opvang van leerlingen met gedragsproblemen; hulp bij het plannen van schoolwerk; leerlingen kunnen er altijd voor van alles terecht. Ik ben blij dat dit er is.’

‘Als de trajectvoorziening er niet was geweest? Dan had ik waarschijnlijk hier niet meer op school gezeten.’

Ondersteuning docenten en ouders Niet alleen voor leerlingen is het prettig dat Altra binnen de school aanwezig is, voor docenten en vooral mentoren is dit zelfs heel belangrijk, vindt Yvonne. De trajectmedewerker op school zou je in sommige gevallen kunnen zien als een tweede mentor. Yvonne: ‘Zelf heb ik dertig mentorkinderen. Als daar één met ernstige gedragsproblemen tussen zit, kost dat mij al veel te veel tijd. De trajectmedewerker kan veel beter met dat soort situaties omgaan en is daar meer in thuis.’ En ook voor ouders is de trajectvoorziening een fijne ondersteuning. Yvonne: ‘Ouders komen als dat nodig is op gesprek. Tijdens deze gesprekken zit je met drie partijen aan tafel. De ouders, de trajectmedewerker en de mentor. De lijnen worden kort gehouden met alle betrokken partijen. Dat werkt.’ Zelfstandig plannen Dimitry Dreuning is veertien jaar en zit in de tweede klas vmbo-b op het Saenredam College. Dimitry: ‘Ik had problemen met toetsen plannen, huiswerk maken en het leren voor overhoringen. Daar heb ik toen hulp voor gekregen en sindsdien is het alleen maar beter gegaan.’ De begeleiding zit er dicht op, samen met Dimitry controleert de trajectmedewerker de agenda. Vervolgens maken ze samen een planning. Dimitry is blij met de hulp die hij gekregen heeft en denkt dat hij het zonder niet had gered. Dimitry: ‘In de eerste klas ging het heel slecht. Aan het eind van dat jaar ben ik hier terecht gekomen. Eigenlijk net op tijd, gelukkig is het sindsdien met mijn cijfers alleen maar beter gegaan. Als de trajectvoorziening er niet was geweest? Dan had ik waarschijnlijk hier niet meer op school gezeten.’

15

2.


Bets Frijlingschool geen doorsnee school

Onderwijs en hulp met veel liefde en geduld

2.

Welke jeugdhulp biedt de Bets Frijlingschool? • • • • 16

Marieke Weyters en Annabel Mackaay

Schoolmaatschappelijk werk Individuele kindbegeleiding Individuele ouderbegeleiding Kindtrainingen: - Rots en Water - Remweg - De Overstap - Kids skills


Op het eerste gezicht verschilt de Bets Frijlingschool niet van andere basisscholen. Leerlingen zijn tijdens de les met geconcentreerde gezichten aan het werk, kinderen rennen rond in de pauze, een jarige leerling gaat de klassen rond met een traktatie. Maar na een dag rondlopen in het mooie nieuwe schoolgebouw, merk je dat het toch geen doorsnee school is. Neem de time-outhoek. Een met zacht tapijt bedekte halfopen ruimte, waar kinderen tot rust kunnen komen als het in de klas even niet lukt. En dat gaat niet zachtzinnig. Kinderen bonken tegen de muur (vandaar het tapijt), schelden, zijn overstuur. De jeugdhulpverleners in het aangrenzende kantoor treden de kinderen met veel liefde en geduld tegemoet. Langzaam bedaren de kinderen en kunnen weer terug naar de klas. Elke ochtend in de gang De Bets Frijlingschool is dan ook geen gewone school, maar een basisschool voor speciaal onderwijs voor kinderen met gedragsproblemen of psychiatrische problemen. Dat is merkbaar aan de kleine klassen (maximaal veertien kinderen) en het uitgebreide ondersteuningsteam bestaande uit een schoolmaatschappelijk werker, twee ambulant hulpverleners en een deeltijd gedragswetenschapper. Hulpverlener Marieke: ‘Het is voor ouders en kinderen heel prettig dat ze hulp op school kunnen krijgen. De kinderen wonen vaak wat verder weg en hoeven na schooltijd niet ook nog eens naar een andere organisatie toe.’ Collega-hulpverlener Annabel voegt toe: ’Jeugdzorg kan voor sommige ouders heftig klinken. Ik sta elke ochtend in de gang om de kinderen en de ouders te begroeten. Kinderen zien mij, kennen mij en komen spontaan naar me toe om iets te bespreken. Ook voor ouders is de drempel om hulp te vragen laag.’

Ouders krijgen vaak opmerkingen als ‘geef dat kind maar aan mij, ik krijg hem wel onder de duim’

Niet veroordelen Niet alleen de kinderen krijgen hulp, ook veel ouders krijgen ondersteuning. Marieke, die veel ouders in begeleiding heeft: ‘De gezinnen kampen vaak met meerdere problemen. Naast de gedragsproblemen van het kind, zijn dat vaak relatieproblemen, werkloosheid en armoede. De opvoedsituatie is dus vaak niet ideaal. Ik probeer altijd aan te sluiten bij de vraag van de ouders. Soms is dat iets praktisch, zoals helpen bij het introduceren van een beloningssysteem. Maar vaak hebben ouders gewoon behoefte om hun verhaal kwijt te kunnen bij iemand die ze niet veroordeelt. Want opmerkingen zoals ‘geef dat kind maar aan mij, ik krijg hem wel onder de duim’ horen ze vaak.’

2.

Samen optrekken Groot voordeel van hulpverlening op school is dat hulpverleners, ouders en leerkracht samen op kunnen trekken. Marieke: ‘Als een kind een training krijgt, is het goed dat ouders ook in die methode worden getraind en het kind thuis op dezelfde manier begeleiden. Als de leerkracht dan ook nog meedoet, wordt het kind op alle gebieden hetzelfde benaderd. Dan is de kans dat het aanslaat veel groter.’ Even terugtrekken Leerkracht Angelique is te spreken over de intensieve begeleiding die de leerlingen en de ouders kunnen krijgen. Angelique: ‘Ik heb vier leerlingen die de training Rots en Water hebben gevolgd. Ik merk dat ze in zelfvertrouwen groeien, dat ze situaties anders oplossen dan voorheen. Ik zie ze toepassen wat ze hebben geleerd. Met de hulp zo dichtbij, is de terugkoppeling heel goed. En als ik me zorgen maak over een leerling, overleg ik even met Marieke. Zij kan me vaak iets vertellen over de thuissituatie, waardoor ik gedrag van een leerling beter kan plaatsen.’

17


Altra introduceert preventieprogramma ook op andere scholen

Rust en duidelijkheid bij Altra College West In Amerika is één op de tien onderwijsinstellingen al om en ook in Nederland kiezen steeds meer scholen voor de methodiek Positive Behavior Support (PBS). Iedereen is betrokken, van docent tot conciërge, van ouders tot leerlingen en de resultaten zijn positief. Dit schooljaar maakte Altra College West de overstap. Bijzonder, want er zijn nog maar weinig scholen voor speciaal voortgezet onderwijs die werken met PBS.

‘PBS richt zich op het aanleren en versterken van goed gedrag. Vaak gaan we ervan uit dat jongeren weten wat we willen, maar dat is niet altijd zo’, vertelt Annegien Simis, PBS-coach en trainer bij Altra. ‘Met PBS stelt het team op basis van gezamenlijke waarden per schoolruimte gedragsverwachtingen vast. Wat moet anders en welk gedrag willen we zien, bijvoorbeeld in de kantine of op het plein? Vervolgens maken we dat duidelijk aan de leerlingen.’ Direct belonen Het aanleren van gewenst gedrag gaat net als bij taal en rekenen door veel te oefenen. Annegien: ‘Wat aandacht krijgt, groeit. Medewerkers worden dus getraind zich meer te richten op goed gedrag, dan op ongewenst gedrag. Wanneer je wilt dat gewenst gedrag toeneemt, is het belangrijk leerlingen direct te belonen als ze iets goed doen. Dat kan bijvoorbeeld met een compliment, een warme chocomel of een positief telefoontje naar huis.’ Meten wat werkt Een van de principes van PBS is dat het datagestuurd is: ‘Dat maakt deze aanpak anders dan anders. We meten alle interven-

18

ties en brengen in kaart wat werkt en wat niet en voor wie. Het doel is om tachtig procent van de groep te bereiken met onze aanpak. Halen we dat niet, dan moeten we met andere interventies komen, of ons meer gaan richten op één kleine groep.’ Wat is volgens Annegien de kracht van de methodiek? ‘Elke PBS-school heeft een speciaal team dat van binnenuit werkt. Daar zitten docenten en hulpverleners in, die zich met een opleiding specialiseren in PBS. Zij sturen en onderhouden het proces van binnenuit. Het is prachtig te zien hoe goed dat werkt bij Altra College West. ‘ Gezamenlijk willen Hoewel PBS nog maar een paar jaar in Nederland bestaat, zijn de resultaten goed. Simis: ‘Steeds meer scholen kiezen voor PBS, van basisonderwijs tot mbo. Het begint met een geza-

Altra introduceert PBS in samenwerking met Hogeschool Windesheim op scholen voor voortgezet onderwijs en mbo.

‘Kleine stapjes maken, die vasthouden en uitbreiden; dat werkt.’


menlijk willen. Natuurlijk gaat het met vallen en opstaan, maar als ik kijk naar Altra College West, dan zie je dat het gewoon kan. Leerlingen die het goed doen, krijgen nu de meeste aandacht en dat werkt voor iedereen stimulerend.’ Hoe bevalt het op de werkvloer? ‘Als eerste stap bij de invoering van PBS hebben we de gang aangepakt. Er zijn nu heldere regels; leerlingen mogen alleen in de gangen zijn als ze een gangpas hebben. Als een medewerker een leerling zonder pas in de gang ziet, spreekt deze de leerling daar op aan. Heeft hij of zij geen goede reden, dan gaat hij terug naar de klas. Het was nog wel een klus om alle medewerkers zover te krijgen dat ze op dezelfde manier optreden, ook de mensen die niet direct met de leerlingen werken. Iedereen is toch gewend om het op zijn eigen manier te doen. Maar het is de moeite waard, want het is nu veel rustiger in de gangen.’ Kirsten Geurken, ambulant gezinsbegeleider ‘Voor de invoering van PBS was het vaak onrustig in de gang. Het begon ’s ochtends al, na de tweede bel. Laatkomers kwamen bij mij een briefje halen, gingen daarover in discussie, kregen ruzie met elkaar, zwierven door de school. Nu verzamelen alle leerlingen zich in de kantine en gaan ze allemaal tegelijk naar de klassen. Wie te laat komt gaat direct door naar de klas en de docent handelt het af. Wat ik goed vind is de stapsgewijze aanpak. Als je in één keer alle ruimtes zou aanpakken, zouden de afspraken zo verwateren. Kleine stapjes maken, die vasthouden en uitbreiden; dat werkt.’ Mineke Brouwer, secretariaat

Speciale school voor speciale leerlingen 2. Altra College, onze school voor speciaal voortgezet onderwijs, heeft acht afdelingen: vijf in Amsterdam, één in Haarlemmermeer, één in Zaanstreek en één in Waterland. De leerlingen volgen hier onderwijs op hun eigen niveau.

Niveau onderwijs

Op welke afdeling?

Havo/vwo

Bleichrodt

Mavo

Amsterdam Centrum

Onderbouw vmbo (basis, kader, gemengd, theoretisch) Bovenbouw mavo Bovenbouw entree mbo Bovenbouw entree arbeid

Haarlemmermeer Zaanstreek Waterland

Onderbouw vmbo (basis, kader, gemengd, theoretisch)* Bovenbouw entree mbo Bovenbouw entree arbeid

Amsterdam Noord Amsterdam West Amsterdam Zuidoost

*Amsterdamse leerlingen die mavo volgen, gaan na de onderbouw naar afdeling Centrum. Naast de reguliere afdelingen verzorgt Altra College onderwijs in besloten behandelcentra Amsterbaken en de Koppeling en in psychiatrische behandelcentra van de Bascule en Jellinek. Alle onderwijsniveaus worden hier aangeboden. In 2011 zijn we gestart met School2Care, een school voor leerlingen die langdurig uitvallen of dreigen uit te vallen.

19


En verder… Wat doen we nog meer op het gebied van passend onderwijs? Een bloemlezing. Altra werkt! Altra biedt onderwijs en begeleiding op maat. Dus ook aan leerlingen die geen zicht hebben op een startkwalificatie en die aan het werk willen. Iedereen moet perspectief hebben op een mooie toekomst. Daarom coacht en begeleidt Altra leerlingen naar een stage en uiteindelijk een volwaardige plek op de arbeidsmarkt. We werken samen aan de benodigde arbeidsvaardigheden. De leerlingen vinden hun draai in sectoren als horeca, detailhandel, veiling- en marktwezen en techniek. De werkgevers staan open voor onze leerlingen, mede doordat ze vertrouwen hebben in de begeleiding die Altra biedt.

Expertisecentrum voor passend onderwijs

Bertino (rechts), 17 jaar: ‘Ik leer nu puur schilderwerk; kozijnen, deuren, kamers. Ik vind het leuk werk en voel me nu veel beter bij wat ik doe dan op school.’ Leermeester Glenn over Bertino: ‘Als ik hem nog een jaartje onder mijn vleugels houd, heeft hij de basisvaardigheden die hij nodig heeft. Dan staan de bazen voor hem in de rij.’

20

De expertise die is opgedaan in het speciaal onderwijs en de jeugdzorg zet Altra in om docenten te ondersteunen en trainen. Hoe ga je nou om met verschillen in de klas? Hoe kunnen we opbrengstgericht werken? Hoe richt je een passende zorgstructuur in? Hoe ga je om met groepsdynamiek? Hoe verbeteren we de klassenaanpak? Allemaal vragen die voorbij komen. Met de school en de docenten stellen we een programma samen op basis van de specifieke behoeften. Op deze manier werken we samen aan passend onderwijs en professionele teams. Docent:

Het is heel fijn als iemand met me meekijkt in de les. Méékijken: vanuit wat ik al goed doe’.


Beter pASSendklas

Transferium

School2Care

De beter pASSend klas is de nieuwste loot aan de boom van Altra College en is een samenwerkingsverband met de Bascule. Wat maakt deze klas zo bijzonder? De klas is voor leerlingen (12-18 jaar) die door hun autistische stoornis niet goed kunnen functioneren in een groep en daardoor vaak langdurig thuis zitten. De leerlingen van deze klas hebben meestal een heel verleden in de hulpverlening achter de rug. In kleine klassen (maximaal vijf leerlingen) krijgen de leerlingen de aandacht die ze verdienen.

Samen in de strijd tegen schooluitval, zo is Transferium ontstaan. Op het Transferium zitten jongeren die door verschillende redenen tijdelijk niet meer op hun oude school terecht kunnen. Samen met de school van de leerling maken we een plan om te kijken hoe de leerling kan werken aan terugkeer. We zetten alles op alles om te zorgen dat de leerling binnen een half jaar weer terug kan. In een kleine klas krijgen leerlingen intensieve begeleiding, maar ze volgen ook nog lessen op de oude school. Zo lopen de leerlingen geen leerachterstand op en werken we aan hun gedrag.

Bij School2Care maken Amsterdamse jongeren die thuis en op school veel problemen hebben een nieuwe start. De leerlingen van verblijven van 8 uur ‘s ochtends tot 8 uur ‘s avonds op school, waar een coach hen helpt de draad weer op te pakken. Ze volgen lessen in een kleine klas, totdat ze terug kunnen naar hun oude of een andere school. De coach ondersteunt ook hun ouders zodat er thuis meer rust komt. Verder stimuleert School2Care leerlingen in hun vrije tijd positieve bezigheden te vinden. Dit vernieuwende concept won in 2012 de landelijke jeugdzorgprijs.

Zaineb, 15 jaar:

Kay, 17 jaar:

‘Ik was te brutaal geworden en kreeg moeilijkheden met leraren en leerlingen. Zo ben ik bij Transferium gekomen. Na een tijdje ben ik toch mijn best gaan doen op school. Je hebt uiteindelijk alleen je zelf er maar mee als je niks doet op school. Ik heb dat zelf bedacht, maar het kwam ook wel doordat ik zo goed geholpen ben.’

‘Wat ik heb geleerd bij School2Care? Geduld. Leren plannen. Leren omgaan met mensen. Communiceren. Niet direct op een aanvallende manier praten. Qua school ook, met de vakken die ik niet meer goed deed. Het is gewoon om je bij te spijkeren met schoolwerk of met je eigen gedrag. En wanneer dat weer in orde is, mag je weer gaan.’

Emilie (leerkracht bij de beter pASSendklas):

‘De leerlingen hebben allemaal een leerachterstand. Het doel is dat ze doorstromen naar een andere vorm van onderwijs, naar dagbesteding of naar arbeid.’

2.

21


Inspiratie

Goede raad van Poeh (Bron: A.A. Milne)

Als je tegelijk wilt praten en melk drinken, moet je daarna meestal langdurig afgedroogd en op je rug geklopt worden.

Rivieren weten het: er is geen haast bij. Op een dag komen we er wel

Het is altijd nuttig te weten waar een vriend-enfamilielid is, of je hem nu nodig hebt of niet

Als je een eikel in de grond stopt wordt het vanzelf een eikeboom. Maar dat betekent nog niet dat er vanzelf een bijenkorf komt als je een honingraat in de grond stopt.

Als het lijkt alsof degene tegen wie je praat niet luistert, heb dan een beetje geduld. Misschien heeft hij gewoon een pluisje in zijn oor. 22


De meeste kinderen groeien op zonder grote problemen. Maar opvoeden en ontwikkelen gaat niet altijd vanzelf. Als er problemen zijn, blijven die meestal niet tot thuis beperkt. Dan loopt het op school, de sportclub, met vriendjes en broertjes of zusjes vaak ook niet soepel. Altra biedt hulp daar waar die nodig is en het beste werkt. Thuis, op school ĂŠn in de wijk. In een paar voorbeelden belichten we onze werkwijze.

3. Basiszorg voor gezin, school en wijk

23


Antipestprogramma’s

Triple P

racht verste k rk n ge

Remweg

en

Signs of Safety

Ei

School/leraar

Sprint

3. Rots en Water training

Kind en gezin

Faalangst reductietraining

Buurt

individuele en gezinsbegeleiding

Overstap training

Sociale vaardigheidstraining

Basiszorg voor gezin, school & wijk 24


‘Ouder- en kindadviseur heeft kennis, tijd en ruimte’

Broodnodige zorg op school Een ouder- en kindadviseur op school die jongeren en ouders kan helpen als er problemen zijn. Menno Lagerwey, mentor en docent wiskunde op het De Rosa Beroepscollege in Amsterdam Noord, is erg te spreken over wat hij hiervan in de praktijk heeft gezien. Menno: ‘Veel van onze leerlingen kampen met problemen thuis of hebben moeite in de omgang met elkaar. Ik merk dat zo’n adviseur op school voor hen gewoon heel erg fijn is.’ Met de komst ouder- en kindadviseur is de situatie op De Rosa aanzienlijk verbeterd. Was er voorheen maar één dag in de week schoolmaatschappelijke hulp aanwezig, nu biedt de ouder- en kindadviseur vier dagen per week intensieve zorg aan. Menno: ‘Vroeger was er gewoon niet genoeg tijd om iedereen de aandacht te geven die hij of zij nodig heeft. Nu krijgen veel meer leerlingen die hulp wél aangeboden.’ Ook voor docenten hard nodig Niet alleen voor de leerling zelf, ook voor docenten is deze intensieve vorm van zorg op school fijn. Zeker op scholen met veel leerlingen die extra zorg vragen, is een vorm van ondersteuning voor docenten hard nodig. Menno: ’Wij docenten blijven leraren en zijn geen pedagogisch adviseurs. Het is fijn om iemand op school te hebben die dat wel is. Iemand die de tijd en kennis heeft om de leerling echt goed te helpen. Ook veel vragen die ik als mentor van ouders krijg, kunnen beter worden beantwoord door zo’n adviseur. Ik kan ze dan ook makkelijk en snel doorverwijzen.’ Trainingen Eén van Menno’s leerlingen heeft de afgelopen tijd een cursus gevolgd bij de ouder- en kindadviseur. Deze leerling werd zo geholpen haar sociale vaardigheden te vergroten. Menno merkt dat de begeleiding heeft geholpen. In de klas weet de leerling zich nu beter te gedragen, ook de omgang met klasgenoten verloopt beter dan eerst. Menno: ‘Dit zijn net de problemen waar vroeger geen tijd voor was. Ik heb nu ook weer een leerling die net gestart is met een faalangstreductietraining. Het is goed dat de ouder- en kindadviseur ook dit soort zorg biedt.’

Dromerig Voor ouders en leerlingen is de ouder- en kindadviseur een bekend gezicht op hun school. Daardoor is de drempel om binnen te stappen met vragen of zorgen laag. Zo kan worden voorkomen dat kleine problemen groot worden. Een praktijkvoorbeeld. De moeder van Felix stapt bij ouder- en kindadviseur Marloes binnen met een zorg over haar zoon, waar ze nog niet goed de vinger op kan leggen. De negenjarige jongen is dromerig, luistert niet zo goed en is wat onhandig in de omgang met klasgenoten. ‘Wat kan ik thuis doen om mijn kind te ondersteunen?’ •

• •

Marloes overlegt met de leerkracht. Wat gaat goed en waar heeft Felix ondersteuning bij nodig? De leerkracht herkent de zorg van moeder. De dromerigheid van Felix leidt er soms toe dat hij niet luistert, wat zijn leerprestaties negatief beïnvloedt. Daarnaast toont hij weinig initiatief in het aangaan van contact met anderen. Marloes spreekt met Felix en zijn ouders. Ook Felix wil graag dat het goed gaat op school en is gemotiveerd daaraan te werken. Marloes biedt moeder opvoedondersteuning (Triple P) om te leren Felix direct naar haar te laten luisteren. Felix leert door de nieuwe benadering van moeder ook te luisteren naar andere volwassenen, zoals zijn leerkracht. Felix krijgt een training sociale vaardigheden. Marloes stimuleert overleg tussen school en ouders over de ontwikkeling van Felix.

Het gaat nu heel goed met Felix. Moeder is blij dat ze hulp heeft gezocht voordat er echt een probleem was ontstaan en dat de situatie ten goede is gekeerd. Felix is een gefingeerde naam.

25

3.


Family Transitions bij (v)echtscheiding

De balans terug in werk, gezin en ontspanning ‘Er is veel wrok en woede over zaken als geld, taken en nieuwe liefdes’, vertelt Carla van Gelderen van Altra, ‘maar de meesten vinden hun ex geen slechte ouder.’ Toch overheerst in een vechtscheiding de negativiteit en dat heeft onmiskenbaar effect op het kind. Family Transitions, de nieuwe cursus van Triple P (positief opvoeden), wil die negativiteit wegnemen.

3.

‘Family Transitions helpt mensen de draad weer oppakken na een echtscheiding. Je ziet bij mensen die uit elkaar zijn veel frustratie, stress en verdriet. Dat sleept soms jaren. We hadden een ouder in de cursus die al zeven jaar terug was gescheiden, maar nog steeds een enorme strijd voerde met haar ex.’ De cursus richt zich op de individuele ouder die het thuis alleen moet doen. Carla: ‘We stellen: Je kunt je ex niet veranderen, maar je kunt wel kijken wat je kunt doen zodat je kind zo weinig mogelijk te lijden heeft onder de situatie.’

26


Overgang ‘Het eerste deel van de training gaat over de overgangsfase waarin het gezin zich bevindt en de valkuilen daarbij. Sta je het kind toe om over je ex te praten? Ben je misschien te toegevend tegenover het kind? Daarbij kijken we steeds vanuit de optiek van het kind. Dat is ook de rode draad van de cursus. Iedere ouder zegt dat hij of zij het belang van het kind centraal stelt, maar in praktijk delft dat belang vaak het onderspit als gevolg van alle emoties.’ ‘De volgende bijeenkomsten gaan over omgaan met stress, woede, angst en depressie. Je leert aan de hand van het werkboek en rollenspelen wat dergelijk gedrag in de hand werkt en hoe je er anders mee om zou kunnen gaan. Je kunt woedend zijn omdat je ex voor de zoveelste keer je kind te laat terugbrengt, maar je kunt je ex niet veranderen. Wel de manier hoe je daarmee omgaat. Wat zijn ‘helpende gedachten’ in dat geval? En vooral wat helpt je kind? Belangrijk is ook dat je goed voor jezelf zorgt. Wat vind je leuk om te doen? Ga weer hard-lopen, naar de film of koffie drinken met vriendinnen. Als je jezelf goed voelt, heeft dat een positief effect op het kind.’

Conflicthantering ‘Belangrijk onderdeel is conflicthantering. Wat voor type ben je? Ga je de strijd aan, ontwijk je het conflict of pas je je aan? Als je bewust bent van je eigen rol, kun je makkelijker beoordelen hoe je uit een conflict komt. Dat oefenen we aan de hand

van rollenspelen, bijvoorbeeld wanneer je ex op het laatste moment belt dat zij dat weekend het kind niet kan hebben omdat zij met haar nieuwe vriend weggaat. Dat is heftig en roept veel emoties op. Maar wat is in dat geval het belang van het kind?’ ‘Op die manier proberen we in vijf sessies een balans terug te brengen in werk, gezin en ontspanning. Vanuit die nieuwe gezinsidentiteit kun je een nieuw leven opbouwen en duidelijke afspraken maken over de opvoeding. Daarover gaan de volgende vijf sessies.’

3.

Carla van Gelderen

Impact op kinderen Een op de drie huwelijken eindigt in een echtscheiding. Jaarlijks maken in Nederland zo’n 70.000 kinderen een scheiding mee. De conflicten, stress en communicatieproblemen die een echtscheiding met zich mee brengt, hebben een grote impact op kinderen. Zeker als ouders niet meer op een normale manier met elkaar op kunnen gaan en alles weer tot nieuwe ruzies leidt. Maar een scheiding hoeft niet persé blijvende negatieve gevolgen te hebben. Belangrijk is dat ouders zorgen voor een geleidelijke overgang, en een positieve co-ouderrelatie weten op te bouwen. Om ouders in echtscheidingssituaties te ondersteunen bij het maken van die overgang en het herstellen van de opvoedbalans, is er vanuit het programma Triple P een speciale module ontwikkeld: Triple P Family Transitions. Altra biedt deze module aan. Meer weten? Kijk op www.positiefopvoeden.nl en zoek op ‘scheiding’

27


AToS helpt op school en thuis

‘Jetske kent Amir door en door’ ‘Het is best lastig om moeilijk gedrag te begrijpen en ermee te leren omgaan.’ Aan het woord is Rachida. Moeder van de zevenjarige Amir, die naast ADHD ook ODD heeft, een oppositionele opstandige gedragsstoornis. Deze stoornissen uiten zich in woedeaanvallen en zeer opstandig gedrag. Dat gedrag bracht hem steeds vaker in de problemen, zowel thuis als op school. En het dreef zijn moeder, met nog twee kinderen van één en drie in huis, regelmatig tot wanhoop. Het zorgteam van de Mr. De Jonghschool, school voor speciaal onderwijs, besloot daarom om bij Amir hulp van AToS in te zetten: Altra Thuis op School. Fijne vrouw Al spreekt Rachida gewoon over Jetske, een ‘fijne vrouw’ die ze kan vertrouwen en die altijd reageert als ze sms’t. ‘Ook ’s avonds en in het weekend.’ Jetske is AToS-medewerker en helpt kinderen, hun gezin én docenten om weer vat te krijgen op de problemen en beter om te gaan met het gedrag van het kind. Op school traint ze de kinderen één op één. Thuis biedt ze hulp aan het gezin. En de docenten krijgen ondersteuning, tips en informatie. Zicht op thuis Voor lerares Joyce Overkleeft is Jetske de schakel tussen thuis en school. ‘Ik ga een keer per jaar op huisbezoek en zie de kinderen in de klas. Jetske geeft mij zicht op de thuissituatie. Ze is iemand van buitenaf, maar ze voelt als een van onze collega’s. Dat maakt samenwerking makkelijker dan bij een hulpverlener die je alleen telefonisch spreekt.’ De dingen die de kinderen in de training leren, gebruikt Joyce ook in de klas. Bijvoorbeeld de termen van de sociale weerbaarheidstraining Rots en Water. Joyce: ‘Dan vraag ik: ‘Het gedrag dat je liet zien, was dat rots of water? En welke keuze had je kunnen maken? Of ik deel complimenten uit: Wat knap dat jij watergedrag laat zien!’ Zo sluit de hulpverlening aan bij wat er in de klas gebeurt. En Jetske kan in haar trainingen situaties uit de klas gebruiken.

Joyce Overkleeft 28

Driftbuien herkennen Terug naar Amir. Die heeft volgens zijn moeder dankzij AToS een enorme groei doorgemaakt. Door het gebruik van de woedethermometer leerde hij zijn driftbuien op tijd te herkennen én te stoppen. Hij leerde relaties met anderen op te bouwen. Jetkse maakte met hem


Inspiratie

het ik-boek, een levensboek waarin Amir allerlei vragen beantwoordde en zo zichzelf beter leerde kennen en beter leerde omgaan met voor hem verwarrende situaties. Rachida merkt dit dagelijks: ‘Hij vertelt me over zijn gevoel. Als hij iets niet wil, zegt hij vaker ‘stop, hou op’, in plaats van meteen te gaan slaan. Hij voelt zijn boosheid opkomen en zegt dan zelf: ‘ik word heel boos’.’ Positief benoemen Maar Rachida leerde zelf minstens zoveel. ‘Amir vroeg soms zoveel negatieve aandacht, dat ik niet meer wist wat ik moest doen. Van Jetske leerde ik kleine dingen waar je normaal niet bij nadenkt. Zoals duidelijke, korte en directe opdrachten geven. Complimenten geven. Gedrag positief benoemen. Dus niet: hou op met gooien, maar ‘ga even met je blokken spelen’.’ Rachida was vaak onzeker over de opvoeding van Amir. ‘Ik zette me voor 100% in en toch kwamen we in een neerwaartse spiraal terecht. Ik dacht almaar: ‘wat doe ik verkeerd?’ Ik heb leren accepteren dat mijn zoon anders is. En dat hij de dingen niet expres doet. Daardoor heb ik meer geduld. Ook schaam ik me niet meer voor de buitenwereld.’

3.

Onderdeel van school Dat Jetske verbonden is aan school is volgens Rachida echt een meerwaarde. ‘Jetske kent Amir daardoor door en door. En Amir vertrouwt Jetske. Hij vertelt haar alles.’ Joyce ziet dat ook in haar klas: ‘Al zijn de trainingen best pittig, als Jetske ziek is, vragen de kinderen: komt ze mij niet halen? Ik zie meer weerstand bij kinderen die na schooltijd naar een andere locatie moeten reizen voor therapie. Nu is het onderdeel van school. Dat voelt anders. Daarnaast zijn ouders vaak achterdochtig richting ‘nieuwe’ hulpverleners, ze krijgen al zoveel mensen over de vloer van allerlei organisaties.’ Vrienden maken Amirs grootste succes boekte hij onlangs op het speelplein. Rachida: ‘Hij wordt zich steeds bewuster van de mensen om hem heen. Ik leg hem nu uit: als jij aardig bent voor andere mensen, dan zijn mensen ook aardig voor jou. Laatst kwam hij thuis na het buitenspelen en riep: Ik heb vrienden gemaakt op het pleintje! Hij glunderde helemaal.’

29


Beelden die spreken: Laat je inspireren

Altra College http://youtu.be/58fSAL0QZ18

Altra jeugd & opvoedhulp

3.

http://youtu.be/xryIObQezXs

Kinderen zien, kinderen doen http://www.youtube.com/watch?v=7d4gmdl3zNQ

30


En verder Welke bijdrage levert Altra verder aan de basiszorg aan gezin, wijk en school? Laagdrempelige ouder- en kindtrainingen Om ervoor te zorgen dat het thuis en op school weer goed kan gaan met een kind zijn de ouders van groot belang. Zij kennen hun kind immers het beste. Altra biedt verschillende ouder- en kindtrainingen. We ondersteunen het kind bijvoorbeeld bij het omgaan met vriendjes, omgaan met boosheid, opkomen voor zichzelf. De ouders leren hoe ze hun kind daarbij kunnen helpen, zodat ook thuis een verandering op gang wordt gebracht. We oefenen tijdens de training veel met situaties uit het dagelijks leven. Esther over de opvoedcursus Triple P: ‘Ik ben me bewuster geworden van wat ik doe. Hoeveel aandacht ik geef aan negatieve dingen. Als mijn zoontje me nu iets wil vertellen, neem ik daar de tijd voor. Dan hoeft hij die aandacht niet op een andere manier te vragen.’

3.

Trainingen op school Het geven van trainingen op school biedt veel voordelen. Zo kan de trainingsmethode worden aangepast aan de omgeving van de jongeren en is het laagdrempeliger. Door jongeren onder schooltijd trainingen aan te bieden weten we ze beter te bereiken. De agressieregulatietraining Tact is een van de trainingen die op school worden gegeven. Sociale vaardigheden, boosheidscontrole en moreel redeneren zijn onderwerpen die aan bod komen. Leerlingen oefenen in het omgaan met dilemma’s, zoals: ‘Jesse ziet een sportwagen met de sleutels er nog in, wat moet hij doen?’. De training draagt ertoe bij dat jongeren beter functioneren op school en daarbuiten.

31


Inspiratie

32


De jeugd heeft de toekomst. Maar lang niet ieder kind heeft een onbezorgde start in het leven. Soms hebben kinderen extra aandacht of een andere aanpak nodig. Soms kunnen ouders met problemen hun kinderen niet die aandacht geven, die zij op jonge leeftijd zo hard nodig hebben. Zeker als de problemen zich opstapelen. Altra slaat samen met andere organisaties de handen ineen om deze allerjongsten en hun ouders bij te staan. Met speciale aandacht voor de jongste moeders. Zodat zij ĂŠn hun kinderen kunnen opgroeien tot evenwichtige volwassenen. Wat biedt Altra?

4.

Zorg voor de kleinsten (en hun jonge moeders)

33


Fiom

Wat is er in de omgeving aan hulp beschikbaar?

Situatie

4.

Zorg voor jonge moeders & kinderen 34


Weer aan de slag

Gezinshuis

4.

Begeleid wonen

Ambulante hulp

Zelfstandig wonen

35


Altra, MOC en ouder- en kindteams bundelen hulp aan jonge kinderen

En dan er ontstaat iets moois! Goede zorg voor de allerkleinste kinderen is zo belangrijk. Want als kleine problemen bij jonge kinderen snel en effectief worden aangepakt, kan voorkomen worden dat die later tot grote problemen uitgroeien. Dat is in het belang van het gezin en de kinderen zelf, maar het is ook een maatschappelijk belang. Daarom willen ze in Amsterdam en omgeving extra aandacht besteden aan de zorg voor de allerkleinsten.

4.

Passend onderwijs op de voorschool Reden voor Altra om intensief de samenwerking te zoeken met alle partijen die een bijdrage kunnen leveren aan een goede zorg aan kinderen van nul tot vier jaar. Met het oog op de transitie van de jeugdzorg sluiten we gefaseerd onze gespecialiseerde verblijfsgroepen en werken we meer outreachend. Het idee hierachter: de formule van passend onderwijs toepassen op de voorschoolse situatie. Eén van de partners met wie we samenwerken is MOC ’t Kabouterhuis, de Amsterdamse organisatie voor behandeling van gedrags- en ontwikkelingsproblematiek van jonge kinderen en de begeleiding van ouders. Samen bundelen wij onze kennis en brengen deze in bij de wijkteams en de ouder- en kindteams. Onze kennis toevoegen Brigit Beek, manager van Altra in Amsterdam West legt uit waarom aansluiting bij ouder- en kindteams belangrijk is: ‘De ouder- en kindteams bieden laagdrempelige hulp aan iedereen die met vragen of zorgen over opvoeden en opgroeien lopen. In de teams zijn mensen vanuit allerlei disciplines en organisaties samengebracht. De zorg voor kinderen van nul tot vier jaar is grotendeels in handen van medewerkers vanuit de jeugdgezondheidszorg. Dat is prima, want focus op goede ontwikkeling en gezondheid van deze jonge kinderen is heel belangrijk. Altra wil de blik graag verbreden door onze kennis daaraan toe te voegen.’

36


Overbelast en ontregeld Wat kan Altra bijdragen aan de zorg voor jonge kinderen? Brigit Beek: ‘Wij zijn sterk in de ondersteuning van overbelaste en ontregelde kinderen met overbelaste ouders. We focussen op de relatie tussen ouder en kind, een gezonde hechting en het versterken van opvoedvaardigheden. Daarnaast ondersteunen we beroepskrachten in het voorveld die met deze kinderen werken. In de proeftuinen in Amsterdam West en Zuid zijn al hulpverleners gespecialiseerd in begeleiding van jonge kinderen aan het werk. En dan ontstaat er iets moois!’

We focussen op de relatie tussen ouder en kind, een gezonde hechting en het versterken van opvoedvaardigheden.

Meer structuur thuis, handvatten op de voorschool Aiden van tweeënhalf jaar bezoekt vier dagdelen per week de voorschool. Daar maken ze zich zorgen over het jongetje. Er rijzen vragen over zijn ontwikkeling, manier van contact maken en afwijkend gedrag in de groep. De leidsters hebben moeite om hem bij het groepsproces te betrekken. Dat moeder vaak op het nippertje op tijd of te laat komt, werkt storend.

4.

Altra wordt ingeschakeld. De ambulant begeleidster komt zowel thuis als op de voorschool. Daardoor heeft zij een duidelijk beeld van beide situaties en kan zij dit integreren. Wat is er aan de hand en welke begeleiding kunnen we het beste bieden? Om dat te achterhalen zet Altra Diagnostiek in. Aiden lijkt gemiddeld intelligent te zijn, maar kan moeilijk contact maken. Hij woont samen met moeder (23) en broertje (4) in een zeer kleine woning met heel veel spullen. De kinderen hebben weinig ruimte om te spelen en er is weinig structuur in de dag. Er is geen tafel, dus eten gebeurt vanuit de hand. Op de voorschool is de dagstructuur nieuw voor Aiden. Hij ervaart veel nieuwe situaties, waarin hij nog niet geleerd heeft hoe hij zich moet gedragen. Informatie waar de leidsters op de voorschool rekening mee moeten houden. • • • • •

Altra begeleidt de leidsters en leert hen om te gaan met psychische stoornissen. Aiden maakt op een andere manier contact en heeft daarom meer aandacht van de leidsters nodig. Om hen hierin te begeleiden maakt Altra gebruik van observaties, gesprekken, modeling en spelcoaching. Altra introduceert pictogrammen, die zowel thuis als op de voorschool worden gebruikt. Dit versterkt de duidelijkheid voor Aiden en bevordert gewenst gedrag. Altra brengt de kinderen samen met moeder naar school om te werken aan het doel ‘op tijd komen’ en haar te ondersteunen bij het zich eigen maken van een ochtendritueel. De situatie is in korte tijd verbeterd.

Aiden is een gefingeerde naam.

37


4.

Lennie Staats en Nina Draaisma

Samenwerking jeugdzorg en ggz

‘Alles hangt samen’ Sinds een half jaar behandelen Altra en BRight GGZ Jeugd en Gezin Amsterdam samen gezinnen met complexe problematiek, zoals moeders die met hun kinderen bij vrouwenopvang Blijf zijn beland. Deze drieledige samenwerking heeft grote voordelen. Een gesprek met Nina Draaisma gedragswetenschapper bij Altra en Lennie Staats, psychotherapeut bij BRight GGZ.

38


Nina: ‘Vrouwen en hun kinderen komen over het algemeen vanwege huiselijk geweld bij Blijf. Ze zijn soms getraumatiseerd, hebben geen woonruimte, geen geld … En dan moeten ze ook nog een kind opvoeden, een kind dat door de ervaringen vaak wat meer vraagt. De moeders willen het graag goed doen, maar er zijn zo veel zaken waaraan ze moeten werken. Hoe bouw je weer een nieuw leven op, samen met je kind? Wij laten de moeders een huis bouwen met blokjes. Die blokjes zijn de bouwstenen waarop staat wat nodig is om het leven op orde te krijgen, zoals woonruimte, een inkomen, werken aan het trauma. Door de blokjes te rangschikken, breng je een volgorde aan in het werken aan de problemen.’

Niet zo maar hulp verlenen Lennie: ‘Je kunt niet zo maar hulp gaan verlenen. En je kunt ook niet alle problemen tegelijk aanpakken. Het is heel moeilijk om te werken aan opvoedingsvaardigheden als je niet kunt slapen om wat je ex je heeft aangedaan, je geen familie hebt waar je op terug kunt vallen en er financiële problemen zijn. Eén probleem uit het geheel halen en daaraan werken, helpt niet. Alles hangt samen. Samenwerking tussen de ggz en de jeugdzorg is daarom enorm belangrijk.’ Nina: ‘Deze samenwerking is mede te danken aan de gemeente. Door hun inzet op multifocale trajecten zijn wij samen gaan werken. En het werkt goed.’

‘Logisch dat mijn hoofd vol zit’ ‘Ik was nog jong toen ik mijn eerste kindje kreeg. Vlak na zijn geboorte ging mijn vriendje er met een ander vandoor. Ik voelde me ellendig en eenzaam. Ik had geen vriendinnen, nauwelijks contact met mijn familie, geen werk, geen opleiding … Toen leerde ik een nieuw vriendje kennen. Hij leek aardig, deed lief tegen mijn zoontje en al snel trok ik bij hem in. Na een paar maanden raakte ik zwanger en toen veranderde hij. Toen ik zeven maanden zwanger was, sloeg hij me voor het eerst. Hij had spijt en beloofde het niet meer te doen. Ik zei altijd dat ik direct weg zou gaan als een man mij zou slaan. Maar ik ging niet en hij bleef slaan. Ik voelde me steeds minderwaardiger. Steeds vaker kregen we ruzies in het bijzijn van mijn kinderen. Hij smeet mijn kinderen ook een keer in een hoek. Hij dwong me op een gegeven moment tot seks. Ik raakte weer zwanger. Dat gaf me de kracht om met mijn twee zoontjes weg te gaan.’ ‘Ik kwam bij Blijf terecht. Hoogzwanger met twee kinderen op één kamer. Ik was somber, sliep slecht, at slecht en kon het nauwelijks opbrengen om voor mijn kinderen te zorgen. Mijn jongste ging ineens in zijn broek plassen en bleef de hele tijd in mijn buurt. Ik werd er gek van, zeker toen de baby was geboren. Mijn hoofd zat vol. De problemen werden erger. De school van mijn oudste zei dat hij zich slecht kon concentreren, dat het leek alsof hij zorgen had. Ik wilde het liefst in bed blijven liggen.’ ‘De maatschappelijk werkster van Blijf schakelde Altra in. Samen met Nina van Altra keek ik wat er moest gebeuren en in welke volgorde. We pakten blokjes en schreven daarop wat goed ging en wat nog moest veranderen. Zo bouwden we mijn toekomstige huisje. Hierdoor besefte ik dat het eerst beter met mij moest gaan, voordat ik de andere dingen kon aanpakken. Volgens de therapeut heb ik een posttraumatische stressstoornis en is het logisch dat mijn hoofd zo vol zit. Dat kan weer over gaan, zei ze.’ ‘Ik ben nu een paar keer geweest. Ik vond het heel spannend, maar ik voel me nu wel ietsje beter. Ik denk dat het een goed idee is als mijn oudste over een tijdje ook therapie krijgt. Hij heeft veel nare dingen gezien bij mijn ex. Inmiddels heb ik mijn moeder en mijn zusje een beetje verteld wat er allemaal is gebeurd. Ze zeiden dat ze me willen helpen. Dat is toch mooi.’

39

4.


Gezinshuis biedt jonge moeder rust en structuur

Een kind moet kind kunnen blijven Ilène Maria werkt sinds september 2014 als gezinshuisouder. Ze woont met drie jonge moeders van respectievelijk vijftien, zestien en zeventien jaar en hun baby’s in huis. Haar negentienjarige dochter woont ook thuis. ‘Ik vind dat ieder kind een gelijke en eerlijke kans verdient. Als gezinshuisouder kan ik de jonge moeders en hun kinderen deze nieuwe kans bieden: een stabiele basis van waaruit de meisjes hun leven met een kind kunnen opbouwen. Dat begint met het aanbrengen van een dagritme. De meeste meiden willen het liefst de hele dag thuisblijven met hun kindje. Dus ik zorg dat ze hun bed uitkomen. Ik motiveer ze voor school, we koken samen en we praten veel. Over basale dingen: hoe maak je een fles klaar? Wat doe je als je kindje huilt? Maar we praten ook over relaties en anticonceptie. De achtergronden van de meisjes zijn verschillend. De een kan al veel zelf en leert snel. De ander kan niet koken, heeft nooit leren wassen en is al een tijd niet naar school geweest. Mijn aanpak verschilt dus per jonge moeder.’ Afgerekend Ilène kan dit als gezinshuisouder niet alleen doen. Ze heeft veel contact met de hulpverlener van Altra. Ilène: ‘Ik geef alle verbeterpunten door, zodat de hulpverlener daar ook mee aan de slag kan. Samen brengen we de meisjes in beweging. Dat is soms lastig. Niet in de laatste plaats omdat het systeem

In een gezinshuis voor jonge moeders wonen drie meiden met hun kind bij een gezinshuisouder. De moeders krijgen dagelijkse begeleiding en coaching van de gezinshuisouder en ambulante hulp van een hulpverlener van Altra. Het streven is dat ze er maximaal een jaar wonen. Daarna gaan de moeders meestal naar een kamertrainingscentrum of begeleid wonen. Altra heeft drie van deze gezinshuizen. Ilène Maria 40


niet is ingericht op tienermoeders. Kom je een paar keer te laat op school, dan wordt je van school gestuurd. Maar stel je eens voor: je bent zestien jaar. Je kind huilt de hele nacht vanwege doorkomende tandjes, maar je moet om half negen op school zijn. Douchen, eten, de fles geven, naar de opvang brengen. Na school meteen halen, koken, de laatste fles geven en hopen dat hij vannacht wel doorslaapt. Jonge moeders zouden daarom niet afgerekend moeten worden zoals andere pubers. Helaas gebeurt dat wel.’

Dwinaty (17) woont in Osdorp bij Ilène in huis. Op haar zestiende raakte ze zwanger van haar zoontje, die nu elf maanden is. Ze volgt nu de kappersopleiding, maar switcht volgend jaar naar zorg en welzijn. ‘Ik heb er zelf voor gekozen om hier te gaan wonen, omdat ik wilde leren om meer dingen zelf te kunnen. In het weekend ga ik naar mijn moeder of tante. Naar omstandigheden vind ik het hier wel leuk. Ilène leert me huishoudelijke dingen. Ze zorgt dat ik elke dag kook en goed eet. Vroeger at ik soms een paar dagen niet en dan weer wel. Ilène leert me ook dat ik zelf aangekleed moet zijn en gegeten moet hebben voordat mijn zoontje wakker is, zodat ik tijd voor hem heb. En ze let op de structuur. Ik heb een lijst waar precies op staat wat ik elke dag wanneer moet doen. Hoe laat ik moet opstaan, eten, was draaien, lunchen, thee drinken, slapen. Dat vind ik soms wel irritant. De hulpverlener van Altra spreek ik bijna iedere dag. Ik leer van haar hoe ik mijn financiën op orde krijg en ze helpt me als ik een brief niet begrijp. Ik bel haar ook als ik ergens mee zit. Mijn tip aan jonge moeders? Laat niemand zeggen hoe je je kind moet opvoeden. Als iedereen zich er de hele tijd mee bemoeit ga je twijfelen of je het wel goed doet. Vertrouw erop dat jij weet wat het beste is.’

Fiom helpt vrouwen een eigen besluit te nemen Alice is een alleenstaande moeder van 37 jaar. Als ze weer zwanger wordt, weet ze niet wat ze ermee aan moet. Haar nieuwe vriend staat zacht gezegd niet te springen bij het idee vader te worden en de thuissituatie is verre van ideaal. Ze klopt aan bij Fiom voor hulp en advies. Daar zet Alice in een besluitvormingsgesprek alles op een rijtje. Ze kan hier in alle openheid haar gevoelens over de zwangerschap van alle kanten bekijken. Hoe voelt ze zich bij het idee het kind te krijgen, wat zijn haar gevoelens ten opzichte van abortus? Dit is heel verhelderend voor haar en uiteindelijk besluit ze de zwangerschap te voldragen. Een besluit waar ze nog steeds heel gelukkig mee is. Alice is een gefingeerde naam.

’Ik vergeet nooit hoe opgelucht ik terugliep naar de metro na ons gesprek, toen abortus nog een optie was… Mijn hele zwangerschap had ik vast niet (emotioneel en praktisch) zo fijn doorlopen, als jij er niet geweest was.’ Uit een brief van een jonge moeder aan haar hulpverleenster van FIOM.

Behalve hulp aan (aanstaande) moeders, ondersteunt Fiom ook zoekacties naar familieleden en helpt bij de verwerking van adoptie of abortus.

41

4.


Dana gaat Weer aan de Slag

Langzaam weer vertrouwen in de toekomst Stel je voor: als klein meisje van vijf moet je met je opa en oma vluchten uit Afghanistan. Je moet je ouders, broertje en zusje daar achter laten. Maar je bent vijf dus wat kan je doen? Op je vijftiende wordt je uithuwelijkt aan een Afghaanse man van 27 jaar. Een man met een grote familie, waar de sociale controle en druk enorm is. Je bent in een vrij land, maar kan niet vrij zijn. ‘Ik moest opeens een hoofddoek dragen en mocht na drie maanden niet meer naar school. Ik was net gestart op het vmbo.’ Van Dana wordt een traditionele rol verwacht. Ze moet zorgen voor het huishouden en snel moeder worden. ‘Ik was vijftien toen ik mijn eerste zoon kreeg, ik kon geen kant op. Zat vast in een familie die mijn leven beheerste.’

4.

Weer aan de Slag is bedoeld voor (aanstaande) jonge moeders van 15 tot 27 jaar. Samen bekijken we wat er moet gebeuren om een opleiding, werk of dagbesteding te combineren met de zorg voor een kind. We helpen bij het maken van een werkof studiekeuze en bij het regelen van kinderopvang. Daarnaast helpen we bij vragen over opvoeding, financiële zaken, contact met familie en vrienden.

42

Opnieuw gevlucht Wanneer haar tweede zoon wordt geboren, kan Dana er niet meer tegen. Samen met haar twee kinderen vlucht ze terug naar Afghanistan. Eenmaal daar worden haar kinderen ziek, ze had ze niet kunnen laten inenten voor vertrek. Ze moet terug naar Nederland, waar haar kindjes met uitdrogingsverschijnselen in het ziekenhuis worden opgenomen. Daar krijgt ze te horen dat haar kinderen onder toezicht komen en bij haar ex-man moeten wonen. Een zware periode volgt. ‘Ik had niks. Mijn kinderen weg en al mijn spullen. Ik kwam terecht in een opvang, waar je heel vroeg werd gewekt en vervolgens de hele dag op straat moest doorbrengen.’ Uiteindelijk komt ze bij HVO Alexandria terecht, maar ook daar vindt ze niet de veilige omgeving waar ze zoveel behoefte aan heeft. ‘Ik wilde er alles aan doen om zelf mijn leven weer op orde te krijgen. Zodat ik mijn twee zoons een goed leven kan bieden.’ Straks zelf verder Dan ontmoet ze haar huidige vriend en kan ze bij haar nieuwe schoonfamilie wonen. Ze krijgt een zoon die nu vier maanden is. De start van een nieuwe periode, waarin ze kan werken aan zichzelf. Dat is niet altijd even makkelijk. Uiteindelijk start Dana via DWI bij Weer aan de Slag van Altra. Daar krijgt ze langzaam weer vertrouwen in de toekomst. ‘Ik kan het goed vinden met mijn begeleider, Ed. We kunnen goed praten en samen bepalen we de stappen, zodat ik straks zelf verder kan. Mijn schulden, die ik heb opgelopen door de zorgverzekering, zijn bijna afbetaald. Ik heb mijn theorie-examen in één keer gehaald en mag binnenkort afrijden. Mijn Nederlandse taalcursus sluit ik in augustus af. En ik ga binnenkort stage lopen, daar heb ik ontzettend veel zin in.’ Wat Dana wenst voor de toekomst? ‘Ik hoop dat ik op mezelf woon, een leuke baan heb en dat mijn twee oudste kinderen weer bij me kunnen wonen.’ Dana is een gefingeerde naam


5. Veiligheid voorop Kinderen hebben er recht op veilig op te groeien. De meeste ouders willen hun kind die veilige omgeving graag bieden. Toch kan een gezin in een situatie terecht komen die voor de kinderen schadelijk kan zijn. Wanneer er sprake is van kindermishandeling, is dat duidelijk het geval. Maar ook als kinderen (emotioneel) verwaarloosd worden of getuige zijn van voortdurende ruzie of geweld tussen hun ouders of andere gezinsleden, heeft dat een grote en negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind. Het kan leiden tot angst, slaap- en concentratieproblemen, lichamelijke klachten en gedragsproblemen. Ouders of andere gezinsleden willen wel dat het stopt, maar dat lukt niet altijd vanzelf. Altra heeft altijd oog voor de veiligheid van het kind. Wat doen we om de veiligheid te bevorderen? Drie sprekende voorbeelden.

43


Signs of safety werkt aan duurzame oplossing

Alles uit de kast voor veiligheid ‘Ik zet weleens een foto van de kinderen pontificaal op tafel. Ouders zijn vaak helemaal gericht op hun problemen, maar het gaat bij Signs of Safety om de veiligheid van de kinderen! Om dat in zicht te houden, helpt zo’n foto. Het helpt de ouders en houdt mij ook bij de les.’ Strijdende ouders, ouders met psychiatrische of verslavingsproblemen, ouders die hun agressie niet onder controle hebben, gezinnen die door een opeenstapeling van problemen overbelast zijn. Hoe werk je in zo’n situatie aan de veiligheid voor kinderen? Altra zet daarvoor het programma Signs of Safety in. Nobilé Zwart is één van de Altra-medewerkers die dit programma uitvoert. De essentie? Nobilé: ‘Niet terugkijken naar het verleden, maar kijken wat er moet veranderen om te voorkomen dat het weer gebeurt.’ Confronterend Om de veiligheid van kinderen te vergroten brengt zij samen met het gezin de krachten en de zorgen in kaart en stelt op basis daarvan samen met het gezin en het netwerk een veiligheidsplan op. Dat betekent vooral veel vragen stellen. Nobilé: ‘Ik ga heel gedetailleerd in op de situaties die voor een kind bedreigend zijn. Als vader met het servies smijt, wil ik weten waar hij dan staat, hoe hij gooit en waar naartoe. Waar is moeder op dat moment, maar vooral waar is het kind? Het is confronterend voor ouders, die door de gesprekken gaan inzien dat hun kind alle ellende meekrijgt. Ouders denken vaak dat kinderen de ruzies niet merken, maar kinderen pikken alles op.’

5.

‘Hulpverleners vertrekken weer, maar het netwerk blijft.

44

Doordrongen van verantwoordelijkheid De gedetailleerde situatieschets is ook belangrijk om tot afspraken te kunnen komen wat te doen als de situatie weer uit de hand dreigt te lopen. Nobilé: ‘Mijn doel is dat het gezin nadenkt, dat het tot ouders doordringt dat zij altijd verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun kind. Dat zij ervoor moeten zorgen dat hun kind die nare dingen niet meer meemaakt. Naast onveiligheid zijn er in een gezin ook altijd veilige elementen. Die vergroten we.’ Netwerk essentieel Inschakelen en activeren van het netwerk is een essentieel onderdeel van het veiligheidsplan. Nobilé: ‘De hulpverleners vertrekken weer, maar het netwerk blijft. Familie, school, huisarts, buren: wie hebben jullie om je heen, wie kunnen helpen? Waar kan een kind naartoe als het misgaat? Wie ontfermt zich dan over moeder? Wie houdt in de gaten dat de afspraken in het plan worden nagekomen? We zoeken altijd mensen in de omgeving van het gezin die kunnen helpen het plan te borgen.’


Families first

5.

Signs of safety

Veiligheid voor kinderen

Ambulante spoedhulp 45


5.

46


Als de kopjes door de kamer vliegen Opa, oma, dochter en kleindochter van drie jaar wonen samen in een ruim huis. Dochter is bij haar ouders ingetrokken, nadat ze halfzijdig verlamd raakte. Dat is niet het enige probleem waar dit samengestelde gezin mee kampt. Dochter heeft een psychische stoornis, waarvoor zij medicijnen krijgt. Als zij die niet slikt – wat wel eens voorkomt – ligt ze depressief op de bank, of vliegen de kopjes door de kamer. Grootouders hebben geregeld meningsverschillen, wat door de spanningen in huis alleen maar is toegenomen. Al met al geen veilige situatie voor de kleindochter. Door de gesprekken zijn de grootouders zich bewust geworden van de ernst van de situatie en van hun verantwoordelijkheid te zorgen dat de kleindochter hieraan niet meer blootgesteld wordt. Ze komen tot concrete afspraken. •

• •

Wanneer het slecht gaat met de dochter, gaat grootvader met kleindochter naar de buren, die dan voor haar zorgen. Grootmoeder ontfermt zich over de dochter. Thuiszorg wordt ingeschakeld en is op de hoogte van de situatie. Zij zien toe op het medicijngebruik van de dochter. De kleindochter is op een voorschool geplaatst, waar ze vinger aan de pols houden.

De situatie voor de kleindochter is hiermee verbeterd en het netwerk ziet toe dat de verbetering stand houdt.

‘De boel weer op de rit zetten’

Het crisisteam van Altra staat dagelijks klaar Als een gezin in een crisissituatie belandt en de veiligheid van de kinderen niet meer kan worden gewaarborgd, moet er snel iets gebeuren. Het gezin heeft dan baat bij flexibele en intensieve hulp, die in korte tijd een positieve impuls kan geven. Altra heeft daarvoor ambulante crisis-hulpverleners. De medewerkers onderzoeken de problemen in het gezin en bieden vervolgens kortdurende en intensieve opvoedinterventie. Snel beginnen In welke gevallen kan het crisisteam worden ingeschakeld? Glennis Windroll, ambulant hulpverlener: ‘In crisiszaken, als er zorgen zijn over de veiligheid van de kinderen en er snel iets moet gebeuren. Dat kunnen nieuwe gezinnen zijn, maar ook een gezin dat al onder begeleiding is en ineens in een crisissituatie belandt. Wij kunnen meteen beginnen; binnen 24 uur. Juist die snelle start is van belang, omdat we dan nog kunnen ‘profiteren’ van de crisissituatie. Een crisis betekent namelijk vaak een kans om een positieve verandering te bewerkstelligen en daarvoor moeten we snel en flexibel kunnen inspringen.’ Als vader gestrest thuiskomt Wat is het voordeel van deze aanpak voor gezinnen met grote problemen? Glennis: ‘Het absolute voordeel is dat we heel intensief kunnen werken. We kunnen bijvoorbeeld een week lang veel aanwezig zijn, de boel weer op de rit zetten, waarna de vaste hulpverlener weer verder kan. Een ander voordeel is dat we flexibel zijn en alle dagen van de week van 9 tot 21 uur bereikbaar en inzetbaar zijn. Vaak doen problemen zich ’s avonds voor, als er gekookt moet worden, de kinderen naar bed moeten en vader gestrest thuiskomt. Dan zorgen we dat wij er ’s avonds zijn. En het fijne is ten slotte dat we in korte tijd een redelijk duidelijk beeld kunnen vormen van de problemen en een helder advies kunnen geven voor vervolghulp.’ Het crisisteam van Altra maakt gebruik van twee methodes: Ambulante Spoedhulp en Families First.

47

5.


Diagnostiek en speltherapie gaan hand in hand

‘Via spel kom je zoveel te weten’ Een kind let op school totaal niet op en lijkt zich niet langer dan vijf minuten te kunnen concentreren. Begrijpt het kind de lesstof niet? Is het vanwege moeilijkheden thuis van slag? Is er sprake van een psychiatrisch probleem? De diagnostiekmodule van Altra kan uitkomst bieden. Wanneer een kind thuis, op school of in de kinderopvang moeilijkheden ervaart, is de oorzaak daarvan vaak niet duidelijk. Zeker bij kleine kinderen is moeilijk te achterhalen wat er mis is, maar ook wat grotere kinderen kunnen niet altijd in woorden vertellen wat ze dwars zit. Juist voor dit soort situaties heeft Altra een diagnostiekmodule. Onderdeel hiervan is speldiagnostiek. Deze combinatie is uniek in regio Amsterdam en stelt ons in staat snel de juiste hulp in te zetten. Verklaring voor het gedrag Gedragswetenschapper Diana te Beek is razend enthousiast over de combinatie diagnostiek en speltherapie. Diana: ‘Met deze uitgebreide vorm van diagnostiek is het thema van het kind vrij snel te achterhalen. We kijken samen met ouders, school en verwijzers naar de zorgen over het kind en wat goed gaat en stellen zo een onderzoeksvraag op. Doel is erachter te komen waardoor het kind stagneert, om te kijken welke factoren van invloed zijn op de problemen om deze aan te kunnen pakken. Daarvoor kan de speldiagnostiek waardevolle informatie opleveren. Daarnaast voeren we in deze onderzoeksfase, veel gesprekken met de ouders. Bij hen spelen ook vaak sociaal-emotionele

48

problemen, die van invloed kunnen zijn op hun kind. We kijken naar alle risicofactoren en beschermende factoren bij kind, opvoeding, onderwijs en vrije tijd.’ Tipje van de sluier Al naar gelang de behoefte kan Diana tijdens het onderzoek speldiagnostiek inzetten. Ervaren speltherapeut Katja Brocks vertelt enthousisast over de kinderen die ze begeleidt en het geluk als ze een tipje van de sluier weet op te lichten. Katja: ‘Speldiagnostiek kan worden ingezet vanaf tweeënhalf jaar. Voor de oudere kinderen kan de diagnostiekfase van de creatieve therapie goed inzicht geven. Je kunt met deze methode zoveel achterhalen, wat je op een andere manier niet te weten komt. Kinderen kunnen zich veel beter uiten via spel. Daarom krijg je via deze therapie zicht op de hele ontwikkeling van het kind. Meestal is de begeleiding van het kind één op één, soms wordt een ouder betrokken in het spel. Katja: ‘Als er grote problemen zijn binnen het gezin of er lijkt een verstoorde relatie tussen ouder en kind, dan vraag ik de ouder erbij. De ouder leert dan meespelen en meebewegen. Spel is toch de taal van het kind.’ Niet alleen testen Aan het einde van de diagnostiekfase, geeft Altra gerichte handelingsadviezen. Gedragswetenschapper Diana: ‘Dat varieert van begeleiding in de klas, opvoedondersteuning, kindtrainingen tot sportactiviteiten. Er kan ook uitkomen dat de ouders aan zichzelf moeten werken; het gaat tenslotte om de hele omgeving van het kind. In een aantal gevallen blijkt speltherapie waardevol als vervolgbehandeling, dat kan ook samen met de ouder. Het is mooi dat Altra dat kan bieden. Het testen en het stellen van diagnose zijn enkel middelen om effectief verder te kunnen werken met ouder en kind!’


Speltherapie slaat brug tussen twee culturen

IJsbeer in de woestijn Hakim is drie jaar als hij alleen met het vliegtuig naar Nederland reist, begeleid door een stewardess. Zijn Marokkaanse adoptieouders zijn al wat ouder en leven in Nederland volgens de traditionele Marokkaanse cultuur. Hij gaat naar een islamitische school, waar de leerkrachten zich zorgen maken om zijn gedrag. Hij kan zich niet goed concentreren en maakt moeilijk contact met andere kinderen. Ten opzichte van volwassenen is Hakim zeer beleefd. Maar op straat vecht hij veel, heeft vaak ruzie met andere kinderen en de negenjarige jongen is al een paar keer in aanraking geweest met de politie. Hakim wordt aangemeld voor speltherapie. De ouders van Hakim krijgen tijdens de therapie ouderbegeleiding. Zand- en waterwereld In de spelkamer staan een zandtafel en watertafel. De speltherapeut vraagt Hakim om een eigen wereld in de zandtafel te maken. Uit de kast met dieren pakt hij de grote ijsbeer en zet deze aan het begin van de zandvlakte. “Zo, de ijsbeer is in de woestijn”. De therapeut benoemt dat de ijsbeer in z’n eentje staat op een plek waar hij eigenlijk niet thuishoort. “Ja dat ken ik, toen ik drie was ben ik ook in m’n eentje naar Nederland gereisd” reageert Hakim. Een opening om verder te praten over het gevoel alleen te zijn in een onbekende wereld.

5.

Gevaren overwinnen Bij elke sessie installeert hij zijn zand- en waterwereld als decor voor zijn verhaal. Later komt daar nog een stad op een autokleed bij. Hij laat dierenfamilies door de woestijn reizen, op weg naar de waterwereld en de stad. Tijdens hun reis moeten ze allerlei gevaren overwinnen: in het water zwemmen gevaarlijke haaien rond, die alles verslinden als je te dichtbij komt en op het autokleed spelen zich vooral overvallen en achtervolgingen af. De therapeut is zijn metgezel, die meekijkt, benoemt, samenvat en verheldert. De thema’s reizen, familie en gevaar worden vaak herhaald en steeds meer uitgekristalliseerd. Langzamerhand stelt hij in zijn werelden orde op zaken. De ijsbeer reist met zijn familie (moeder en zoon) en vader ijsbeer beschermt zijn gezin tegen het gevaar. Uiteindelijk verdwijnen de dreigingen uit de waterwereld, evenals de criminele gebeurtenissen uit de stad. Verschillende werelden De drie spelwerelden van Hakim symboliseerden de leefwerelden in zijn bestaan. Door de speltherapie kon hij een brug slaan tussen de verschillende culturen in zijn leven.

49


Colofon: Mei 2014. Dit is een uitgave van Altra speciaal onderwijs en jeugd & opvoedhulp. Teksten: Bertie van der L inden, Feija Doornenbal, Ilse van der Mierden, Timos Krabben, Martin Gerritsen, Suzan Hilhorst. Foto’s: Sake Rijpkema: p.10, 24, 36 Jaap Maars: p 14, 26, 38 Redactie: Bertie van der Linden Vormgeving: Fanny MorriÍn Druk: DR &DV Oplage: 1.500

Contact

Stichting Altra www.altra.nl info@altra.nl Tel: 020 - 555 83 33


Altra in 2013 Altra is de organisatie voor speciaal onderwijs en jeugd & opvoedhulp in Amsterdam en omstreken. Ondanks grote veranderingen, zoals de transitie van de jeugdzorg en de aanstaande invoering van passend onderwijs, stond Altra ook in 2013 meer cliĂŤnten en leerlingen bij dan in het jaar daarvoor. De feiten en cijfers over Altra in 2013 vindt u hier.



100

98 96

95 92

93

92

99 97

97

91

91

90

90 86 85

80

75 Ik heb voldoende geleerd om zelf verder te gaan

Door de Ik ben geholpen hulp heb met wat ik ik meer belangrijk vertrouwen in de vond toekomst

Ik voel mij serieus genomen

We hebben voldoende bereikt

De hulpverleners hebben hun werk goed gedaan




Stichting Altra | www.altra.nl | info@altra.nl | 020 - 555 83 33


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.