42805 Begeleiden in azc

Page 1

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Begeleiden in azc

.v

.

Cursus


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur: Angela van der Haar Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Begeleiden in azc

ie

ISBN: 978 90 3724 280 5

Ac t

Bronvermelding: Shutterstock.com: a katz/kafeinkolik/Nicolas Economou/rkl_foto ©

u'

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ht

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze cursus

Begrippen en regelgeving

9

15

Activeren van asielzoekers

19

Stimuleren van de zelfredzaamheid Begeleiden van problemen

fb

Voorlichting

.v

.

8

23

26 30

Ac t

Theoriebron Asielprocedure in Nederland

ie

OriĂŤntatie

4

Theoriebron Begeleiden van asielzoekers en vluchtelingen Theoriebron Voorlichting

36

38

u'

Theoriebron Voorlichting tijdens de asielprocedure

33

Ed

Theoriebron Activeren van asielzoekers

40

Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie 46

C

op

yr

ig

ht

Theoriebron Begeleiden van problemen

43

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

COA staat voor Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Het COA is verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers. Dat gebeurt in Nederland op verschillende locaties. Deze liggen verspreid door het land. Er zijn bovendien verschillende typen opvang. Waar een asielzoeker woont, hangt af van de fase in de asielprocedure waarin hij zit. Ook de ondersteuning die geboden wordt op de locaties, wordt afgestemd op de asielzoeker. Wel staat op iedere locatie het vergroten van de zelfredzaamheid van de asielzoeker centraal. Het is voor jou als zorgverlener belangrijk te weten hoe je hierop kunt inspelen. Achtergrondinformatie over deze doelgroep is daarbij onontbeerlijk.

ht

Eind 2016 zijn er wereldwijd 65,6 miljoen mensen op de vlucht.

Leerdoelen

Je kent de wet- en regelgeving en instanties waarmee vluchtelingen, asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) te maken krijgen. Je kunt voorlichting en advies geven aan asielzoekers en vluchtelingen over (voor deze doelgroep) belangrijke onderwerpen. Je kunt asielzoekers op een passende manier activeren. Je kunt in je begeleiding aan asielzoekers de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie stimuleren. Je kunt probleemgedrag begeleiden (zoals verslaving, huiselijk geweld, agressie, conflicten).

ig

yr

C

op

• •

Beoordelingsformulier <

4

Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn actieve deelname aan de lessen en nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.


Over deze cursus

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

.v

.

Planningsformulier <

fb

Beroepsproduct 1: Buurtbewoners informeren (2)

ie

Een nieuw azc

Website COA <

In wijk Z komt een azc, een asielzoekerscentrum. De buurtbewoners hebben veel vragen. Er is aan jou gevraagd om speciaal voor buurtbewoners een voorlichtingsfilm te maken over het azc. In de film moet het volgende aan bod komen: • Wat is een azc? • Hoe ziet een asielprocedure er uit? • Wie wonen er in een azc? • Aandacht voor de situaties in de thuislanden van asielzoekers. • Aandacht voor culturele verschillen. • Hoe wordt gewerkt aan zelfredzaamheid? • Hoe wordt maatschappelijke participatie gestimuleerd? • Hoe kunnen buurtbewoners een rol spelen in het stimuleren van de maatschappelijke participatie?

Ac t

Website Vluchtelingenwerk Nederland <

Ed

u'

Website Kindertelefoon azc <

ht

Je maakt deze film in tweetallen. De film duurt circa 10 tot 15 minuten. Je mag gebruikmaken van gedeeltes van bestaand materiaal en je kunt eigen opnames maken en gebruiken. Zorg voor een duidelijk en aantrekkelijk geheel. Voor meer informatie over asielzoekerscentra in Nederland kun je kijken op de websites van het COA, VluchtelingenWerk Nederland en Kindertelefoon azc.

ig

Stappen

Maak een planning en een taakverdeling. Zoek antwoorden op en informatie over bovenstaande punten. Kijk in de theoriebronnen en op de aangegeven websites. Bedenk hoe je deze informatie in de film gaat verwerken (opnemen rollenspel, afbeeldingen met tekst laten zien, tekst inspreken, enzovoort). De film laat je zien aan je docent.

yr

• •

C

op

• •

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

Eisen aan het beroepsproduct •

De film moet antwoord geven op de bovenstaande vragen van de buurtbewoners. Na het zien van de film hebben de kijkers (de buurtbewoners) een goed beeld van het azc, van de bewoners en van de begeleiding die de bewoners krijgen.

5


Over deze cursus

Beroepsproduct 2: Betrokkenheid stimuleren (2) Meer betrokkenheid

fb

.v

.

Je werkt op een asielzoekerscentrum. De bewoners onderling hebben weinig contact, met name die uit verschillende culturen. Jij wilt de onderlinge betrokkenheid van de bewoners van het asielzoekerscentrum stimuleren. Je organiseert daarvoor in tweetallen een spelavond. Tijdens deze spelavond zullen de bewoners een door jullie gemaakte variant van het spel ganzenbord spelen.

Ac t

ie

Jullie ontwerpen voor dit beroepsproduct met z’n tweeën het spel. Het uitspelen kan in de klas gebeuren, met bijvoorbeeld de helft van de klas. Tijdens het spelen van het spel zijn jullie de zorgverleners die het spel begeleiden. Jullie klasgenoten spelen bewoners van het azc, met verschillende culturele achtergronden. Bedenk van tevoren goed welke culturele achtergronden dit zijn. Het doel van het spel is de betrokkenheid tussen de bewoners bevorderen.

Opdracht

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Zet op een groot vel papier (bijvoorbeeld A2-formaat) 63 vakjes in de vorm van het originele ganzenbordspel. Plak op verschillende vakjes (minimaal 25) een aansprekend plaatje of afbeelding. Bedenk bij het plaatje een vraag en schrijf deze op. Bijvoorbeeld: een afbeelding van een raam. Een vraag daarbij kan zijn: Kijk uit het raam van je ouderlijk huis. Wat zie je? Of: Welke feesten worden er jaarlijks gevierd? Stel bij minimaal tien vakken een vraag op die in het teken staat van zelfredzaamheid en/of participatie. Maak ook vakken (minimaal vijf) met ‘gooi nog een keer’ en ‘sla een beurt over’, enzovoort. Als het spel klaar is, speel je het met (de helft van) de klas. Jullie zorgen er als spelbegeleiders voor dat de bedoeling van het spel voor iedere deelnemer duidelijk is. De bewoners verstaan goed Nederlands. Het spreken wordt ondersteund met handen en voeten, en bij het lezen van de Nederlandse taal hebben ze ondersteuning nodig. Zorg dat iedere deelnemer aan de beurt komt. Aan het einde van het spel evalueren jullie deze activiteit. Geef daarbij antwoord op de volgende vragen: • Welke vragen uit het spel hebben voor jou expliciet te maken met de zelfredzaamheid en participatie? Motiveer je antwoord. • Op welke manier kan dit spel bijdragen aan de onderlinge betrokkenheid van de asielzoekers? • Op welke manier hebben jullie bij het maken van het spel en het spelen van het spel rekening gehouden met de doelgroep?

6

Van elke speler krijgen jullie een tip en een top. Welke ga je gebruiken op je toekomstige werkplek?


Over deze cursus

Stappen

.

• • •

Maak een planning en een taakverdeling. Teken het ganzenbordspel op een vel papier. Bedenk vragen voor het spel. Houd rekening met de doelgroep en de onderwerpen voor de vragen. Speel het spel met de helft van de klas. Houd in je begeleiding rekening met de doelgroep. Evalueer het spel van de hand van bovenstaande vragen. Noteer de tips en tops die jullie krijgen en welke je hiervan wilt gebruiken voor de praktijk.

.v

• • •

fb

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

ie

Eisen aan het beroepsproduct

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Met het spelen van het spel kom je meer te weten over je medespelers. In minimaal tien vragen komt de zelfredzaamheid en participatie naar voren. In de vragen en tijdens de begeleiding houden jullie zichtbaar rekening met de doelgroep.

7


OriĂŤntatie

OriĂŤntatie Opdracht 1

Van A tot Z

Bingo

fb

Opdracht 2

.v

.

Schrijf alle letters van het alfabet onder elkaar. Noteer bij iedere letter een woord dat met het onderwerp (begeleiden in azc) te maken heeft en dat met die letter begint.

Ed

u'

Ac t

Maak een bingoblaadje met negen vakken:

ie

Op het bord staan vijftien moeilijke woorden die met het onderwerp van de les te maken hebben.

ht

Schrijf in willekeurige volgorde in ieder vlak een woord van het bord. Geef jouw blaadje aan je buurman links. De docent geeft nu een uitleg van een woord zonder het woord te noemen. Als het woord op je blaadje dat voor je ligt voorkomt, streep je het door. Als je alle woorden hebt doorgestreept roep je Bingo! Alle woorden die nog niet genoemd zijn worden kort besproken.

C

op

yr

ig

Wist je welke woorden de docent bedoelde op basis van de uitleg?

8


Begrippen en regelgeving

Begrippen en regelgeving

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Iedere asielzoeker die in Nederland aankomt, heeft recht op opvang. Die opvang duurt vanaf het moment dat iemand asiel aanvraagt totdat hij een verblijfsvergunning krijgt of Nederland moet verlaten. Tijdens deze opvangperiode doorloopt de asielzoeker een bepaalde procedure: de asielprocedure. Gedurende de asielprocedure krijgen asielzoekers te maken met Nederlandse wetten en regels, als onderdeel van het asielbeleid. In de volgende opdrachten leer je hier meer over.

ht

COA staat voor Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

ig

Leerdoelen •

yr

Je kent de wet- en regelgeving en instanties waarmee vluchtelingen, asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) te maken krijgen. Je kunt omschrijven wanneer een persoon asielzoeker, vluchteling of alleenstaande minderjarige vreemdeling wordt genoemd. Je bent op de hoogte van het zorg- en hulpverleningsaanbod voor asielzoekers in Nederland. Je bent op de hoogte van de asielprocedure in Nederland. Je kent de wetten en het beleid ten aanzien van toelating, opvang, integratie en terugkeer van vluchtelingen in Nederland.

• •

C

op

9


Begrippen en regelgeving

Opdracht 1

Waar denk je aan? In de zorg aan vreemdelingen wordt vaak gesproken over ‘asielzoekers’, ‘vluchtelingen’ en ‘alleenstaande minderjarige vreemdelingen’. Deze namen roepen bij ons associaties op. Waar denk jij aan bij het woord ‘vluchteling’?

Opdracht 2

Ac t

ie

fb

.v

.

a. Voor deze opdracht heeft je docent drie grote vellen papier in drie hoeken van het lokaal gelegd. Op een vel staat ‘asielzoekers’, op een vel staat ‘vluchtelingen’ en op de laatste ‘alleenstaande minderjarige vreemdelingen’. Op ieder vel schrijf je waar je aan denkt bij dat woord. Welk beeld komt er bij je op? Wanneer wordt een persoon een vluchteling genoemd? En wanneer een asielzoeker? De vellen worden klassikaal besproken. b. Schrijf nog drie punten op van medestudenten waar jij zelf niet aan had gedacht maar die je wel passend vindt. Motiveer waarom je deze punten passend vindt.

Uitleg geven

Veel mensen denken dat er geen verschil is tussen een asielzoeker en een vluchteling.

Theoriebron Asielprocedure in Nederland <

ht

Ed

u'

Benader vier mensen uit je omgeving, bijvoorbeeld je ouders of de buren. Stel hen de volgende vraag: ’Is er een verschil tussen een vluchteling en een asielzoeker? En zo ja, wat is dan dat verschil?’ Welke antwoorden kreeg je? Indien mensen geen (juiste) verschillen kunnen benoemen, geef je hen uitleg aan de hand van de theoriebron.

Persoonsbeschrijving

ig

Opdracht 3

Maak in drie regels een persoonsbeschrijving van onderstaande personen. Uit de persoonsbeschrijving blijkt duidelijk waarom diegene asielzoeker, vluchteling of alleenstaande minderjarige vreemdeling is. Yener – asielzoeker Kamil – vluchteling Safir – alleenstaande minderjarige asielzoeker.

C

op

yr

Theoriebron Asielprocedure in Nederland <

10


Begrippen en regelgeving

Opdracht 4

.

a. Weet jij waar er, misschien bij jou in de buurt, opvanglocaties voor asielzoekers zijn? Schrijf minimaal één plaatsnaam op.

.v

Theoriebron Begeleiden van asielzoekers en vluchtelingen <

In heel Nederland vind je locaties waar asielzoekers opgevangen worden.

b. Op de website van het COA vind je een overzicht van alle opvanglocaties in Nederland. Kijk op deze website onder het tabblad ‘zoek locatie’ en noteer de opvanglocaties in de provincie waar jij woont. Geef daarbij aan welke locatie bij jou bekend was en welke niet.

fb

Theoriebron Asielprocedure in Nederland <

Locaties

ie

Website COA <

Ed

u'

Ac t

c. In de theoriebron wordt gesproken over een aantal verschillende typen opvang. Zo wordt de pol, de col en het asielzoekerscentrum beschreven. Beschrijf deze drie typen opvang in willekeurige volgorde op een apart A4tje. Ruil vervolgens jouw papier met dat van een studiegenoot. Noteer bij iedere omschrijving van je studiegenoot om welke locatie jij denkt dat het gaat. Controleer je antwoorden samen met je studiegenoot. d. Kijk op de website van het COA naar het kaartje met daarop de opvanglocaties voor asielzoekers in Nederland (onder tabblad ‘zoek locatie’). Geef jouw mening over de volgende stelling: ‘In Nederland zijn overal genoeg opvangplekken voor asielzoekers te vinden’.

ig

ht

e. Maak viertallen. Vergelijk jullie meningen met elkaar. Noteer het belangrijkste of meest opvallende verschil.

g. Jullie gaan in de klas een debat voeren. Er worden twee groepjes debaters aangewezen. Het ene groepje is het met voorgaande stelling eens, het andere oneens. In het debat gebruiken jullie de vooraf bedachte argumenten. Tijdens het debat mag de rest van de klas bij die debater gaan staan met wie ze het eens zijn. Tijdens het debat mag je heen en weer lopen tussen de debaters.

C

op

yr

f. Nu verzamel je met je viertal argumenten voor of tegen de stelling. Kijk bijvoorbeeld op de website van het COA (klik door naar opvanglocaties) voor duidelijke argumenten.

11


Begrippen en regelgeving

Opdracht 5

Wat weet jij ervan? Iedere vreemdeling die in Nederland komt krijgt te maken met een bepaalde procedure: de ‘asielprocedure’.

Theoriebron Asielprocedure in Nederland <

.v

.

a. Wat weet jij over de asielprocedure in Nederland? Schrijf minimaal twee punten op die te maken hebben met deze procedure.

fb

Theoriebron Begeleiden van asielzoekers en vluchtelingen <

b. Vergelijk in viertallen wat jullie hebben opgeschreven. Noem twee voor jou nieuwe punten die tijdens deze bespreking naar voren komen. Schrijf deze hieronder op.

ie

Website COA <

u'

Ac t

c. Het COA, het Ministerie van Veiligheid & Justitie en VluchtelingenWerk Nederland organiseren sinds 2015 jaarlijks de landelijke open azc-dag. Veel asielzoekerscentra openen hun deuren voor het publiek om een indruk te geven van het dagelijks leven in een azc. Het asielzoekerscentrum waar jij werkt doet dit jaar mee aan deze open dag. Er is een rondleiding voor bezoekers gepland. Jou is gevraagd om aan het begin van deze rondleiding de bezoekers een korte uitleg te geven over het asielzoekerscentrum, over de plekken waar de rondleiding langs voert en over de bewoners en de procedure waarin zij zitten.

Ed

Je voert deze opdracht in tweetallen uit. Je ondersteunt je uitleg met een aansprekende PowerPoint, met korte teksten en afbeeldingen. Voor meer informatie over een asielzoekerscentrum en hoe dit eruit kan zien, kijk je op de website van het COA. Om je uitleg te ondersteunen mag je ook een maquette maken van een azc, in plaats van of aanvullend op de PowerPoint.

ht

Als er voldoende tijd is, kun je de docent vragen of jullie elkaars PowerPoint en presentatie in de klas kunnen bekijken.

yr

ig

d. Wat heb je van deze opdracht geleerd? Noem het voor jou belangrijkste punt en motiveer je antwoord.

Opdracht 6

C

op

Theoriebron Asielprocedure in Nederland < Theoriebron Begeleiden van asielzoekers en vluchtelingen <

12

Een dag uit het leven van Voor deze opdracht houd je in tweetallen een interview met iemand die alles weet van de dagelijkse gang van zaken in een azc. Dat mag een (oud-)bewoner van een azc zijn, maar ook een begeleider die in een azc werkt of heeft gewerkt. Bedenk in tweetallen minimaal vijf vragen die je deze persoon gaat stellen. Het is de bedoeling dat je na het interview een goed beeld hebt van de dagelijkse gang van zaken in een azc. De interviews worden klassikaal nabesproken. Noem een punt uit het interview wat jou het meest is bijgebleven.


Begrippen en regelgeving

Opdracht 7

.

a. Zoek in de theoriebron op om welke redenen asielzoekers een verblijfsvergunning kunnen krijgen in Nederland. Beschrijf dit in je eigen woorden.

fb

.v

Theoriebron Asielprocedure in Nederland <

Interview

ie

b. Wanneer vind jij dat iemand de toegang tot Nederland geweigerd moet worden? Noem twee punten.

Ac t

c. Vergelijk dat wat je hebt opgeschreven met een studiegenoot. Verschilt jullie mening? Zo ja, waarin?

Ed

u'

d. Zoek in de theoriebron op wat wordt bedoeld met de ‘integratie’ van asielzoekers en vluchtelingen in Nederland. Beschrijf dit in eigen woorden.

ht

e. Wanneer vind jij dat iemand geïntegreerd is in de Nederlandse samenleving? Noem drie punten waaraan deze persoon volgens jou moet ‘voldoen’.

C

op

yr

ig

f. Vergelijk je antwoord met die van twee klasgenoten. Waarin verschillen jullie van mening? Noem de twee belangrijkste punten.

g. In het nieuws verschijnen regelmatig berichten die te maken hebben met de toelating of integratie van asielzoekers in Nederland. Zoek op internet naar een opvallend, recent artikel hierover. Vorm drietallen. Een van jullie speelt de verslaggever, die een korte reportage maakt over het bericht dat jullie hebben uitgezocht. De verslaggever interviewt de hoofdpersoon uit het artikel en/of toevallige voorbijgangers. Deze wordt/worden gespeeld door de tweede persoon uit het groepje. De derde filmt de verslaggever en het interview. Bedenk voor de opnames in de drietallen een aantal duidelijke, gerichte vragen die de verslaggever kan stellen. De opnames worden klassikaal bekeken. Het is belangrijk dat het voor de rest van de klas duidelijk wordt waar het artikel en het interview over gaan. Zo kan er na het bekijken van het interview nog een klassikale discussie gevoerd worden.

13


Begrippen en regelgeving

Na het maken van jullie eigen opname en het bekijken van de andere opname, schrijf je één punt op dat je is bijgebleven.

Opdracht 8

ie

a. VluchtelingenWerk Nederland speelt een belangrijke rol bij het ondersteunen van asielzoekers. Waarbij begeleiden ze de asielzoeker en vluchteling?

b. Maak een poster over de rol die VluchtingenWerk Nederland kan spelen in het begeleiden van een asielzoeker en vluchteling. Zorg dat de poster geschikt is om op te hangen in een azc en begrijpelijk is voor asielzoekers en vluchtelingen. Dus werk met goede plaatjes en zorg dat belangrijke teksten ook in het Engels erbij staan.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Website VluchtelingenWerk Nederland <

Begeleiden van Asielzoekers

Ac t

Theoriebron Begeleiden van Asielzoekers <

fb

.v

.

h. Noem ten slotte één ding wat jij zou willen veranderen aan het asielzoekersbeleid in Nederland. Motiveer je antwoord.

14


Voorlichting

Voorlichting

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Voorlichting aan asielzoekers en vluchtelingen is steeds belangrijker geworden. Zij komen uit landen met andere normen en waarden en andere gewoontes. Omdat het de bedoeling is dat vluchtelingen hier in Nederland zo snel mogelijk aarden, krijgen ze voorlichting. Informatie over allerlei onderwerpen die wij in Nederland als gewoon beschouwen, bijvoorbeeld de gezondheidszorg, maar ook het homohuwelijk of bijvoorbeeld de verkeersregels.

Asielzoekers krijgen voorlichting over diverse onderwerpen.

ht

Leerdoelen •

ig

Je kunt voorlichting en advies geven aan asielzoekers over voor deze doelgroep belangrijke onderwerpen. Je kunt verschillende onderwerpen noemen waarover asielzoekers voorlichting krijgen in Nederland. Je bent op de hoogte van de meest voorkomende problemen bij het geven van voorlichting aan asielzoekers en je weet hier op een passende manier mee om te gaan. Je kunt je voorlichting en advies afstemmen op het stadium van de asielprocedure waarin de asielzoeker zich bevindt.

yr

C

op

Opdracht 1

Theoriebron Voorlichting <

Theoriebron Voorlichting tijdens de asielprocedure <

Voorlichting De voorlichting aan asielzoekers lijkt soms oneindig. Er zijn zo veel zaken die voor ons ‘normaal’ zijn maar waarmee zij onbekend zijn! a. Op een groot vel papier schrijf je in het midden ‘voorlichting aan asielzoekers’. Daaromheen schrijf je allerlei onderwerpen waarover asielzoekers volgens jou voorlichting kunnen gebruiken. Stel je hiervoor een volledige dag uit je leven voor: bedenk wat je doet vanaf het moment dat je opstaat totdat je naar bed gaat.

15


Voorlichting

.

b. In viertallen bekijk je elkaars mindmap. Welke nieuwe dingen steek je op van de anderen? Noem er twee.

Je schrijft een verhaal over Abdel Akdag. Abdel is 14 jaar en alleen naar Nederland gekomen.

Ac t

a. Het verhaal bestaat uit minimaal honderd woorden. In je verhaal gebruik je de volgende woorden: • alleenstaande minderjarige vreemdeling • ondervoed • opvanggezin • school • lichamelijke klachten • familieleden • geweld • gevolg.

ig

ht

Ed

u'

Theoriebron Voorlichting <

Abdel

ie

Opdracht 2

fb

.v

c. Lees nu de theoriebron. Vul je mindmap eventueel aan met onderwerpen die daarin vermeld staan. d. Kijk nogmaals naar je eigen mindmap. Welk onderwerp zou jij het meest belangrijk vinden voor een voorlichtingsbijeenkomst? Motiveer je antwoord.

C

op

yr

b. Bedenk op basis van je verhaal op welk moment aan Abdel welke voorlichting gegeven kan zijn.

16


Voorlichting

Opdracht 3

Struikelblokken In een azc wordt regelmatig voorlichting gegeven. De onderwerpen kunnen verschillen, maar de voorlichters lopen vaak tegen dezelfde ‘problemen’ aan bij het geven van voorlichting. Voor deze opdracht ga je hiervan een overzicht maken.

Theoriebron Voorlichting <

.

a. Je bedenkt in tweetallen circa vier struikelblokken die je kunt tegenkomen in de voorlichting aan asielzoekers. Je kunt hierover lezen in de theoriebron, maar je mag ook eigen ideeën toevoegen of informatie zoeken op internet. Voor ieder struikelblok bedenk je minimaal één (creatieve) oplossing.

ie

fb

.v

Theoriebron Voorlichting tijdens de asielprocedure <

Opdracht 4

Van azc tot eigen woonruimte

u'

Asielzoeker Yener Aziz is onlangs in Nederland aangekomen. Hij verblijft nu in de col en is erg onzeker over alles wat hem te wachten staat. a. Welke voorlichting heeft Yener Aziz nu nodig? Noem één onderwerp.

Ed

Theoriebron Voorlichting <

Ac t

b. Maak nu van deze struikelblokken en daarbij passende oplossingen een aantrekkelijk A4tje. c. Hang de A4’tjes op in het lokaal en lees de A4’tjes van anderen, zodat je de ideeën van medestudenten ook bekijkt.

ht

Yener Aziz verblijft inmiddels een half jaar in Nederland. In het azc waar hij woont, maakt hij op een dag het toilet schoon. De zorgverlener hoort hem hoesten en ziet hem in de weer met een fles bleekmiddel, toiletreiniger en allesreiniger.

yr

ig

b. Welke voorlichting heeft Aziz nu nodig? Bedenk een manier waarop je deze voorlichting zou kunnen geven.

c. Tegen welke moeilijkheden kan Yener aanlopen wanneer hij zelfstandig gaat wonen?

C

op

Yener krijgt een jaar later woonruimte toegewezen vlak bij het azc. Hij is dolenthousiast. Hij verheugt zich op een eigen woonruimte en het zelfstandige leven.

17


Voorlichting

Opdracht 5

fb

.v

.

d. Wanneer Yener zelfstandig woont, komt Jitske als vrijwilliger van VluchtelingenWerk eenmaal per week bij Yener. Beschrijf vier vragen van Yener waarmee Jitske hem zou kunnen helpen.

Voorlichting geven

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

In het azc waar je werkt is bij kinderen door de school hoofdluis geconstateerd. Er wordt jou gevraagd om voorlichting te geven over hoofdluis. Je gaat hiervoor in tweetallen een voorlichtingsbijeenkomst organiseren. In de voorlichtingsbijeenkomst bespreek je eerst wat hoofdluis is en vervolgens hoe het behandeld dient te worden. Tijdens de bijeenkomst ondersteun je de voorlichting met een aansprekende PowerPoint van minimaal drie slides. Denk aan de volgende punten: • Hoe speel je in op de taalbarrière? • Hoe houd je rekening met de culturele verschillen? • Hoe zorg je ervoor dat de asielzoekers hun haren daadwerkelijk behandelen? • Hoe houd je rekening met de privacy?

18


Activeren van asielzoekers

Activeren van asielzoekers

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Activering van de asielzoekers speelt een grote rol tijdens de periode op het asielzoekerscentrum. Activering is in eerste instantie vaak het stimuleren van asielzoekers tot deelname aan bijvoorbeeld activiteiten die in het azc georganiseerd worden. Daarna worden asielzoekers zo veel mogelijk gestimuleerd tot bijvoorbeeld het doen van werkzaamheden in het azc. Een zinvolle dagbesteding is positief voor de psychische en lichamelijke gezondheid en bovendien wordt op deze manier de zelfstandigheid van de bewoners versterkt.

ht

Met het deelnemen aan activiteiten vergroten asielzoekers hun netwerk.

ig

Leerdoelen

Je kunt asielzoekers op een passende manier activeren. Je kunt aangeven waarom het activeren van asielzoekers belangrijk is. Je kunt bij het aanbieden van activiteiten inspelen op de eigen kracht en wensen en behoeften van de asielzoeker. Je kunt bij het aanbieden van activiteiten rekening houden met de culturele achtergrond van de asielzoeker. Je kunt aandachtspunten benoemen voor het plannen en organiseren van zowel groeps- als individuele activiteiten.

yr

• • •

C

op

19


Activeren van asielzoekers

Opdracht 1

Stilzitten Je doet deze opdracht in viertallen. In dit groepje spelen jullie een situatie na. Een van jullie speelt asielzoeker Kai, die vijf minuten lang niets doet. Drie anderen spelen andere asielzoekers. Zij praten in een taal die Kai niet begrijpt en spelen spelletjes die hij niet snapt. Kai heeft zelf niets bij zich om te doen. De drie zeggen af en toe iets tegen hem, maar hij verstaat en begrijpt ze niet. Kai zit deze vijf minuten ‘maar te zitten’. Wissel na vijf minuten van rol, zodat iedereen een keer Kai heeft gespeeld.

.v

.

Theoriebron Activeren van asielzoekers <

fb

a. Welke effect had deze situatie op jou? Beschrijf de gevoelens en gedachten die je had.

Ac t

ie

b. Asielzoekers zijn soms moeilijk in beweging te krijgen. Wat kan hiervan een achterliggende oorzaak zijn? Noem er minimaal twee.

Activeren

Ed

Opdracht 2

u'

c. Waarom is het belangrijk asielzoekers te activeren? Noem twee redenen.

ig

ht

In het azc waar jij werkt, wordt iedere donderdag een creatieve ochtend voor vrouwen georganiseerd. Er zijn verschillende creatieve activiteiten, zoals het maken van kaarten of sieraden. De vrouwen in vleugel B zijn er nog nooit geweest. Omdat ze de ochtenden vooral maar wat op bed liggen, wil jij ze motiveren en stimuleren om eens naar een creatieve ochtend te gaan. Maak viertallen. Samen bedenken jullie een manier om de vrouwen te motiveren en te stimuleren. Jullie spelen dit vervolgens uit in een rollenspel. De klas observeert en ieder viertal geeft de groep die het rollenspel speelde een tip en een top.

C

op

yr

Welke tip en top kreeg jouw groep? Wat kun je hiermee in de praktijk?

20


Activeren van asielzoekers

Opdracht 3

Snuffelmarkt Het activeren van bewoners in een azc betekent ook dat je hen stimuleert om bezig te zijn met hun toekomst. Soms is dat een toekomst in het land van herkomst, soms is dat een toekomst in Nederland. Je gaat voor deze opdracht samen met een medestudent een Snuffelmarkt organiseren. De ene helft van de klas organiseert een markt voor bewoners die in Nederland mogen blijven, de andere helft van de klas organiseert een markt voor bewoners die terug moeten naar hun land van herkomst. Het is de bedoeling dat de bewoners op de markt informatie krijgen over het land waar zij zich (weer) zullen gaan vestigen. Je kunt bijvoorbeeld organisaties die hierop kunnen inspelen vragen een kraampje te vullen. Denk aan organisaties die ondersteunen bij het vinden van werk, maar ook aan kraampjes met etenswaar uit het betreffende land. Zoek op internet naar passende organisaties, en kijk ook op de websites van het COA en VluchtelingenWerk. Houd ook rekening met kinderen. Je maakt op een groot vel papier (bijvoorbeeld A2-formaat) een plattegrond van de markt, met de namen van de verschillende organisaties bij de betreffende kraampjes. Noteer onder aan het vel wat elke organisatie precies doet.

.v

.

Theoriebron Activeren van asielzoekers <

fb

Website COA <

Opdracht 4

Actieplan

u'

Matthieu werkt als woonbegeleider in een asielzoekerscentrum. In het azc worden verschillende activiteiten georganiseerd. Zo zijn er de wekelijkse sportavonden, speciaal voor mannen. Hoewel Matthieu van verschillende mannen in het centrum hoort dat ze behoefte hebben aan contact met andere mannen, komt er vrijwel niemand op deze sportavonden. Aan Matthieu wordt gevraagd uit te zoeken hoe dit komt. Ook krijgt hij de opdracht een actieplan te maken om deze avonden succesvoller te laten verlopen.

Ed

Theoriebron Activeren van asielzoekers <

Ac t

ie

Website VluchtelingenWerk Nederland <

ht

a. Activiteiten voor bewoners van een asielzoekerscentrum kunnen verschillende functies hebben. Welke functies zou de sportavond kunnen hebben voor de asielzoekers? Beschrijf er twee.

c. Er komt vrijwel niemand op de sportavonden. Beschrijf twee mogelijke oorzaken van het feit dat er zo weinig animo is voor de sportavonden.

C

op

yr

ig

b. Beschrijf drie aandachtspunten voor jou als zorgverlener bij het opzetten van activiteiten voor asielzoekers.

21


Activeren van asielzoekers

d. Aan Matthieu wordt gevraagd een actieplan te maken om deze avonden succesvoller te laten verlopen.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Voor deze opdracht neem jij met een studiegenoot de rol van Matthieu aan en maken jullie samen een plan waarin jullie beschrijven hoe jullie deze situatie gaan aanpakken. In het plan geven jullie antwoord op de volgende vragen: • Hoe breng je de wensen en behoeftes van de bewoners in kaart? • Hoe informeer je de bewoners over de activiteiten? • Hoe betrek je de bewoners bij de activiteiten? • Op welke manier houd je rekening met de eigen kracht, wensen en behoeftes van de asielzoeker? • Hoe houd je rekening met de achtergrond van de bewoners? • Hoe houd je rekening met de groepsdynamiek bij een groepsactiviteit? • Hoe stimuleer en enthousiasmeer je de bewoners? e. Jullie verwerken dit plan in een aantrekkelijke PowerPointpresentatie voor de klas.

22


Stimuleren van de zelfredzaamheid

.

Stimuleren van de zelfredzaamheid

.v

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

De overheid vindt het belangrijk dat asielzoekers zelf hun weg kunnen vinden in de Nederlandse samenleving. De begeleiding in de asielzoekerscentra is dan ook gericht op het versterken van de zelfredzaamheid. Tijdens verschillende trainingen die opgezet zijn voor vluchtelingen wordt het belang van meedoen aan de samenleving benadrukt. Wanneer mensen een verblijfsvergunning hebben gekregen kunnen ze het programma Voorbereiding op inburgering (V-inburgering) volgen. Hier krijgen ze handvatten aangereikt voor een zelfredzaam bestaan in Nederland.

Zelfstandig meedoen in de samenleving vergroot het welbevinden.

ig

Leerdoelen

Je kunt in je begeleiding aan asielzoekers de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie stimuleren. Je kunt beschrijven wat onder de begrippen zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie wordt verstaan. Je kunt passende mogelijkheden creëren voor de asielzoeker om zijn zelfredzaamheid te vergroten. Je kunt het belang van (het opbouwen van) een sociaal netwerk van een asielzoeker beschrijven. Je kunt werkzaamheden afstemmen met collega’s van verschillende disciplines en andere betrokken instanties.

yr

• •

C

op

• • •

23


Stimuleren van de zelfredzaamheid

Opdracht 1

Begrip zelfredzaam a. Zoek voor deze opdracht drie mensen van een verschillende leeftijdscategorie (bijvoorbeeld 20-30 jaar, 40-50 jaar, 60-70 jaar) uit, aan wie je enkele vragen mag stellen. Stel hen de volgende vragen: • Wat betekent zelfredzaamheid? • Wanneer is iemand volgens jou/u zelfredzaam? • Meedoen aan de samenleving wordt tegenwoordig belangrijk gevonden. Wanneer doet iemand mee aan de samenleving? b. Noteer de antwoorden op een apart A4tje. In welk antwoord kun jij het beste vinden? Leg uit waarom. Noteer dat.

Opdracht 2

ie

fb

.v

.

Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie <

Zelfredzaamheid vergroten

Ac t

Beschrijf bij de onderstaande drie personen een korte casus van circa drie regels waaruit blijkt dat de genoemde activiteiten de zelfredzaamheid van deze persoon vergroten. • Mina volgt bij het azc een fietscursus. • Zahed heeft een plattegrond van de stad. • Ousmane plakt stickers op de belangrijkste knoppen van de wasmachine.

Ed

u'

Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie <

Joussef heeft te horen gekregen dat hij in Nederland mag blijven. Als het goed is, komt er over drie weken woonruimte voor hem vrij, niet ver van het azc waar hij nu verblijft. Joussef is blij, maar vindt het ook wel spannend. Hij zegt tegen jou dat hij zich soms alleen voelt en denkt dat er straks niemand is om op terug te kunnen vallen.

ig

Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie <

Alleen?

ht

Opdracht 3

C

op

yr

a. Wat doe jij met deze informatie?

24

b. Je begrijpt dat Joussef graag zijn netwerk zou willen uitbreiden. Noem drie punten waarop jij hem hierbij nu al zou kunnen ondersteunen.


Stimuleren van de zelfredzaamheid

Opdracht 4

.v

.

c. Schrijf in eigen woorden op waarom het zo belangrijk is voor Joussef dat hij straks een steunend netwerk om zich heen heeft.

Doelgericht

Farihah heeft in Irak jaren les gegeven aan kinderen. Prachtig vond ze dat. Ze wordt verdrietig wanneer ze zich realiseert dat een dergelijke toekomst in Nederland voor haar moeilijk wordt. Jullie besluiten in het azc in een teamvergadering dat Farihah de komende periode door jou ondersteund zal worden bij haar wens.

fb

Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie <

Ac t

ie

Jij maakt samen met een studiegenoot een plan met en voor Farihah. In dit plan (Worddocument, circa twee A4tjes) werk je langzaam toe naar haar doel: weer een baan in het onderwijs in Nederland. Bedenk goed welke punten belangrijk zijn voor Farihah om aan te werken. Bijvoorbeeld het leren van de Nederlandse taal en het opdoen van (vrijwilligers)werkervaring, ondermeer in het onderwijs. Betrek ook het (vergroten van) het sociale netwerk van Farihah in dit plan.

Elkaar helpen

u'

Opdracht 5

Ed

Bewoners van een azc hebben via de website MyCOA toegang tot voor hen relevant nieuws en informatie over bijvoorbeeld activiteiten op het COA en winkels in de omgeving. Jij hebt het gevoel dat er meer met deze website te doen valt.

ht

In het azc waar je werkt hebben jullie in de teamvergadering besloten dat jullie de komende tijd bewoners gaan motiveren en activeren om meer voor elkaar te betekenen. Iedere bewoner heeft immers kwaliteiten, waar andere bewoners misschien iets aan kunnen hebben. Jullie besluiten dat jij je de komende tijd op dit doel richt en hier ideeën voor bedenkt. Je kunt daarvoor ruimte op de website MyCoa gebruiken.

ig

Je lanceert in tweetallen een idee voor de website, waarin het genoemde doel naar voren komt. Maak een PowerPoint van circa drie slides, waarin jullie je idee lanceren. Motiveer waarom je hier voor kiest en op welke manier er zo aan het doel gewerkt wordt. Laat in minimaal één slide zien hoe dit idee er op de website gaat uitzien.

Voorlichtingsfilm

yr

Opdracht 6

C

op

Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie < Theoriebron Voorlichting tijdens de asielprocedure <

Het is niet altijd gemakkelijk de bewoners van een azc te laten inzien dat het vergroten van de zelfredzaamheid hen veel voordelen kan opleveren wanneer zij eenmaal in Nederland wonen. Het azc heeft daarom aan jou gevraagd om een aantrekkelijk voorlichtingsfilmpje te maken, waarin je duidelijk maakt aan asielzoekers wat de voordelen zijn van zelfredzaamheid in de Nederlandse samenleving. Dit doe je in viertallen. Kies zelf over welk onderdeel van zelfredzaamheid het gaat. Heel praktische voorbeelden zijn: zelf de was kunnen doen, in de stad de weg vragen of grasmaaien in de tuin. Je kunt voor het filmpje gebruikmaken van gedeeltes van bestaand filmmateriaal, maar je kunt ook zelf opnames maken. Wissel deze af met foto’s, plaatjes en korte (gesproken) teksten, waardoor een aantrekkelijk filmpje ontstaat. Zorg dat het filmpje tussen de vijf en de tien minuten duurt. Wanneer er voldoende tijd is, worden de filmpjes klassikaal bekeken.

25


Begeleiden van problemen

Begeleiden van problemen

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Het asielzoekerscentrum is een smeltkroes van culturen. Iedere bewoner heeft een eigen geschiedenis, een eigen verhaal. De onzekere situatie in het asielzoekerscentrum kan zwaar zijn. Depressies, angst, trauma’s; het zijn allemaal zaken waarmee de asielzoeker te maken kunnen hebben. Het is belangrijk dat jij als zorgverlener let op de signalen hiervan en dat je weet waar je terecht kunt bij vermoedens van een psychische aandoening. Psychische problemen, maar ook de verveling en de groepsvorming zijn bij elkaar een bron voor irritaties en onenigheid. In de volgende opdrachten ga je oefenen in het omgaan met de groepsdynamiek in een azc.

i Irritaties kunnen hoog oplopen in een azc.

ht

Leerdoelen •

ig

Je kunt probleemgedrag begeleiden (zoals verslaving, huiselijk geweld, agressie, conflicten). Je bent op de hoogte van veelvoorkomende problemen bij asielzoekers en kunt deze op een passende manier begeleiden. Je kunt in je begeleiding rekening houden met de culturele achtergrond van de bewoners in een azc. Je kunt in je begeleiding culturele verschillen bij asielzoekers herkennen. Je kunt op een adequate manier inspelen op agressie en conflicten in een azc.

op

yr

• •

C

Opdracht 1

26

Emoties In een azc zul je allerlei verschillende emoties bij bewoners tegenkomen. In deze opdracht zoomen we in op die emoties. Je vormt tweetallen. Op een groot vel papier (circa A3) schrijf je op iedere hoek een mogelijke situatie van een bewoner. Hoek 1: Een asielzoeker na de lange reis naar Nederland. De asielzoeker is doodop en mist zijn familie. Hoek 2: Een asielzoeker die zojuist een verblijfsvergunning heeft gekregen. Hoek 3: Een asielzoeker die te horen heeft gekregen dat hij Nederland moet verlaten. Hoek 4: Een asielzoeker die het fijn vindt in Nederland te zijn na de zeer onveilige periode in zijn thuisland.


Begeleiden van problemen

Welke emotie zou passen bij de verschillende situaties? Zoek in tijdschriften of op internet naar passende afbeeldingen en plak die op de verschillende hoeken. De collages kunnen eventueel opgehangen worden in het lokaal.

Cultuurverschillen

.

Opdracht 2

ie

fb

.v

In een azc zijn de cultuurverschillen groot. Maar wat zijn eigenlijk die cultuurverschillen? In deze opdracht ga je hier in viertallen naar op zoek. Het is de bedoeling dat je met mensen gaat praten van minimaal twee verschillende culturen. In dit gesprek nodig je de ander uit te vertellen over zijn of haar cultuur. Denk daarbij aan onderwerpen als: • normen en waarden • verhouding tussen mannen en vrouwen (rolverdeling) • godsdienst (wat is de belangrijkste gedachte van de godsdienst, welke gebruiken/rituelen zijn belangrijk, enzovoort) • gebruiken en gewoontes • omgangsvormen • kijk op andere culturen en geloven.

Opdracht 3

Traumatische stressstoornissen komen veel voor onder asielzoekers. Lees de theoriebron en bekijk de website Pharos. Zoek op de website op: asielzoekers en vluchtelingen, vroegsignalering van psychische klachten en psychosociale preventie. a. Beschrijf in je eigen woorden wat een traumatische stressstoornis inhoudt.

ig

Website Pharos <

Trauma en stress

ht

Theoriebron Begeleiden van problemen <

Ed

u'

Ac t

Op deze manier maak je cultuurverschillen zichtbaar. Jullie noteren minimaal vier cultuurverschillen, waarmee je als zorgverlener in een azc te maken kunt krijgen. De gevonden cultuurverschillen worden klassikaal besproken.

b. Beschrijf in je eigen woorden minimaal drie signalen waaraan je een traumatische stressstoornis kunt herkennen.

c. Wat kun jij als zorgverlener in een azc doen wanneer je signalen van een bewoner opvangt die mogelijk wijzen op een posttraumatische stressstoornis?

C

op

yr

Werkmodel Activiteitenplan <

27


Begeleiden van problemen

.v

.

d. Welke oorzaken spelen een rol bij het ontwikkelen van een stressstoornis bij asielzoekers? Noem er minimaal drie.

fb

e. Vorm viertallen. Vergelijk de antwoorden van de vorige vraag met elkaar. Welke nieuwe punten hoor je? Schrijf er een op.

Opdracht 4

Ac t

ie

f. Woonbegeleiders spelen door de begeleiding die zij bieden en door de activiteiten die zij organiseren een rol bij het verminderen van trauma- en stressstoornissen bij asielzoekers. Kies met je viertal een specifieke activiteit uit die kan bijdrage aan het verminderen van trauma- en stressstoornissen bij asielzoekers. Je kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan het geven van voorlichting of het organiseren van een (spel) middag. Werk deze activiteit uit in het werkmodel Activiteitenplan. Laat duidelijk naar voren komen op welke manier deze activiteit volgens jullie kan bijdragen aan het verminderen van trauma- en stressstoornissen bij asielzoekers.

Conflicthantering

u'

Vorm groepjes van vier. Lees onderstaande casus en bespreek met elkaar de manier waarop jullie de zorgverlener laten inspelen op deze situatie.

Ed

Discussie in de keuken

ig

ht

Op een avond is Shakiz haar eten aan het koken in de centrale keuken van het asielzoekerscentrum. Ze heeft een fles wijn meegenomen en schenkt zichzelf een glas in. Dan komt Baban Mohammad binnen, een Algerijnse moslim. Hij komt naast haar koken en laat duidelijk merken dat hij het afkeurt dat Shakiz wijn drinkt. Shakiz, die wil genieten van het koken en haar glas wijn, is daar niet van gediend. Er ontstaat een verhitte discussie. Steeds meer mensen bemoeien zich ermee en een zorgverlener komt op het geschreeuw af.

C

op

yr

Bovenstaande casus wordt voor de klas uitgespeeld in een rollenspel. EĂŠn persoon van ieder viertal speelt de zorgverlener. Hij stelt zich op zoals in het viertal van tevoren besproken is. Personen uit de andere groepen spelen Shakiz, Baban en enkele bewoners die op het geschreeuw afkomen. De rest van de klas observeert. De observanten geven nadien een tip en een top aan de zorgverlener. Welke tip en top kreeg jij of de zorgverlener uit jouw groepje? Wat kun je hiermee doen in de praktijk?

28


Begeleiden van problemen

Opdracht 5

Website COA <

.

.v

De volgend onderwerpen moeten in ieder geval aan bod komen tijden de voorlichting: • oorzaken huiselijk geweld in het azc • signalen huiselijk geweld in het azc • stappenplan meldcode huiselijk geweld • houding zorgverlener • samenwerking met professionele organisaties • preventie huiselijk geweld.

Ac t

Website VNG <

Er is jou gevraagd om een voorlichting te geven aan azc-medewerkers over dit onderwerp. In viertallen organiseren jullie een voorlichtingsbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst krijgen medewerkers duidelijke en concrete handvatten aangereikt over hoe zij kunnen omgaan met huiselijk geweld en onveiligheid binnen gezinnen in het azc. Jullie ondersteunen je voorlichting met een aantrekkelijke PowerPointpresentatie van circa vijf slides.

fb

Website Huiselijk geweld <

Huiselijk geweld en onveiligheid binnen gezinnen komt veel voor in opvanglocaties voor asielzoekers. Trauma bijvoorbeeld leidt tot een verhoogd risico op huiselijk geweld en kindermishandeling. Hoe ga je hiermee om als azc-medewerker?

ie

Theoriebron Begeleiden van problemen <

Huiselijk geweld

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Kijk voor informatie over deze onderwerpen in de theoriebron en zoek aanvullende informatie op internet, bijvoorbeeld op de websites huiselijke geweld, COA en VNG. Presenteer je voorlichting aan de klas.

29


Theoriebron Asielprocedure in Nederland

.

Theoriebron Asielprocedure in Nederland

.v

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Een asielzoeker is iemand die zijn land heeft verlaten en in Nederland asiel aanvraagt. Tijdens de asielprocedure in Nederland wordt nagegaan of de asielzoeker valt onder het Vluchtelingenverdrag. Volgens het Vluchtelingenverdrag is een vluchteling iemand die terecht bang is voor vervolging in zijn land. Iemand kan vervolgd worden vanwege bijvoorbeeld zijn godsdienst, zijn politieke overtuiging of zijn seksuele voorkeur. In deze theoriebron gaan we in op de asielprocedure en het beleid rondom toelating, opvang, integratie en terugkeer van vreemdelingen in Nederland.

ig

Asielzoekers vluchten omdat ze in hun eigen land niet veilig zijn.

C

op

yr

Asielzoeker, vluchteling en alleenstaande minderjarige vreemdeling

30

De begrippen asielzoeker en vluchteling worden nogal eens door elkaar gebruikt. Toch betekenen deze begrippen niet hetzelfde. Wanneer iemand zijn land heeft verlaten en in Nederland asiel aanvraagt, noemen we hem een asielzoeker. De persoon blijft asielzoeker, totdat hij te horen krijgt dat zijn asielaanvraag is ingewilligd. Wanneer de asielaanvraag is ingewilligd, krijgt de asielzoeker een verblijfsvergunning. De asielzoeker wordt nu ‘vluchteling’ genoemd. Asielzoekers die als vluchteling worden erkend, krijgen de vluchtelingenstatus. Zij worden ook wel statushouders of vergunninghouders genoemd. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) zijn asielzoekers jonger dan 18 jaar, die zonder ouder of volwassen familielid naar Nederland komen. Wanneer zij tussen de 15 en de 18 jaar oud zijn, worden ze opgevangen op speciale locaties voor jongeren. Dit zijn vaak kleine woonvoorzieningen, waar 24 uur per dag begeleiding aanwezig is. Amv’s die jonger zijn dan 15 jaar, worden door de voogdijinstelling Nidos in een opvanggezin geplaatst. Daar blijven zij meestal wonen tot ze meerderjarig zijn.


Theoriebron Asielprocedure in Nederland

De asielprocedure in Nederland

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Document Asielaanvraag <

yr

ig

ht

Ed

Iemand die in Nederland asiel aanvraagt, meldt zich bij een aanmeldcentrum (AC) van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) vangt de asielzoeker op in de centrale ontvangstlocatie (col) in Ter Apel (Groningen). Op deze locatie ondergaat de asielzoeker een aantal verplichte onderzoeken, zoals een identiteitsonderzoek en een tbc-controle. Hierna volgt een aantal dagen van rust voor de asielzoeker. In deze periode kan hij zich voorbereiden op zijn asielaanvraag. VluchtelingenWerk Nederland ondersteunt hem hierbij. De asielzoeker verblijft dan in de procesopvanglocatie (pol), direct naast de centrale ontvangstlocatie. De IND buigt zich over de asielaanvraag en kan het volgende besluiten: • De asielaanvraag wordt goedgekeurd. De asielzoeker krijgt een verblijfsvergunning. • De IND heeft meer tijd nodig om een beslissing te nemen. De asielzoeker gaat de zogenaamde Verlengde Asielprocedure in. Hij woont dan in een asielzoekerscentrum. • De asielaanvraag wordt niet goedgekeurd. De asielzoeker moet Nederland binnen vier weken verlaten.

C

op

Tijdens de asielaanvraag mag de asielzoeker niet (betaald) werken. In de Verlengde Asielprocedure mag dat in beperkt mate.

Asielaanvraag goedgekeurd, en nu? Wanneer de IND de asielaanvraag van de asielzoeker heeft goedgekeurd, krijgt deze een verblijfsvergunning. De asielzoeker wordt nu vluchteling genoemd. De verblijfsvergunning is vijf jaar geldig. Na deze vijf jaar wordt gekeken of het weer veilig is in het thuisland. Als dit zo is, moet de vluchteling terug naar zijn thuisland. Als dit niet zo is en de situatie is nog altijd onveilig, kan een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd worden aangevraagd. Wanneer de asielzoeker een verblijfsvergunning heeft gekregen voor (on)bepaalde tijd, begint het zoeken naar woonruimte. De gemeente helpt hierbij. Veel van de asielzoekers hebben dan al meerdere maanden in een of verschillende asielzoekerscentra doorgebracht.

31


Theoriebron Asielprocedure in Nederland

.v

Verlengde Asielprocedure, en nu?

.

Bij de asielzoekers die een verblijfsstatus krijgen, overheerst eerst een gevoel van euforie en blijdschap. Nu gaat gebeuren waar ze al die tijd op hebben gewacht en gehoopt. Toch kan het ook spanning en onzekerheid over de toekomst met zich meebrengen, en ze moeten afscheid nemen van medebewoners, van vrienden in het azc. Dat is niet altijd makkelijk.

ie

fb

Als de IND meer tijd nodig heeft om een beslissing te nemen dan wordt de aanvraag behandeld in de verlengde asielprocedure. Reden voor een verlengde procedure kan zijn: • De asielzoeker is jonger dan 12 jaar en zonder ouders in Nederland • De asielzoeker heeft gezondheidsklachten waarvan hij eerst moet herstellen • Er is geen geschikte tolk beschikbaar • De familie van de asielzoeker zit in de verlengde asielprocedure.

u'

Ac t

De asielzoeker krijgt zelf of via zijn advocaat een brief waarin de IND beschrijft waarom er besloten is tot een verlengde asielprocedure en hoe lang de asielbeslissing nog gaat duren (de beslistermijn). De beslistermijn duurt maximaal 6 maanden en kan dan -als het binnen die termijn niet mogelijk is geweest een beslissing te nemen- nogmaals verlengd worden tot 18 maanden. De beslissing van de asielaanvraag mag in Nederland afgewacht worden. Ook na de verlengde Asielprocedure zijn er maar twee uitspraken mogelijk: goedkeuring of afkeuring.

Ed

Asielaanvraag afgekeurd, en nu?

C

op

yr

ig

ht

Als de IND vindt dat de asielzoeker geen gevaar loopt in eigen land, krijgt hij geen verblijfsvergunning. Het asielverzoek wordt afgewezen. Dit betekent dat de asielzoeker binnen vier weken Nederland moet verlaten. In die periode krijgt de asielzoeker nog geld en onderdak van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Een afgewezen asielzoeker is zelf verantwoordelijk voor zijn vertrek. Eventueel ondersteunt de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) hem hierbij. De asielzoeker kan ook, in overleg met een advocaat, besluiten in beroep te gaan tegen de afwijzing van zijn asielverzoek. In dat geval wordt opnieuw naar de zaak gekeken. De asielzoeker kan hiervoor zelf een bezwaarschrift indienen bij de IND. Hij mag dat ook door een advocaat laten doen. In de brief met de afwijzing die de asielzoeker heeft gekregen, staat of de asielzoeker in Nederland mag blijven tijdens dit bezwaar. Als de asielzoeker zijn bezwaar niet in Nederland mag afwachten, betekent dit dat hij Nederland moet verlaten nog voordat hij de beslissing van zijn bezwaarschrift heeft gehoord. Je zult begrijpen dat de boodschap van een (on)verwachte gedwongen terugkeer naar het thuisland bij veel asielzoekers heftig aankomt. Daarbij heerst er onder veel bijna uitgeprocedeerde asielzoekers de angst dat ze onverwacht worden opgehaald door de politie en gedwongen worden uitgezet.

32


.v

Theoriebron Begeleiden van asielzoekers en vluchtelingen

.

Theoriebron Begeleiden van asielzoekers en vluchtelingen

fb

Inleiding

u'

Wet COA

Ac t

ie

Het opvangen van asielzoekers in Nederland is een taak van het COA, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. Het COA zorgt voor de opvanglocaties en voor begeleiding op de opvanglocaties. Het COA wordt bekostigd door de overheid en de werkzaamheden van het COA zijn vastgelegd in de Wet COA. Een andere belangrijke organisatie binnen de begeleiding aan asielzoekers en vluchtelingen is VluchtelingenWerk Nederland. Deze organisatie behartigt de belangen van de vluchtelingen en de asielzoekers, vanaf het moment van binnenkomst in Nederland tot het moment van integratie in de samenleving. VluchtelingenWerk Nederland is een onafhankelijke organisatie die de mensenrechten –vastgelegd in verschillende internationale verdragen – als leidraad neemt voor haar activiteiten.

ht

Ed

De opvang van asielzoekers in Nederland wordt geregeld door het COA. De taken van het COA zijn vastgelegd in de Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (Wet COA). In de wet COA staat onder andere beschreven dat het COA verantwoordelijk is voor: • de materiële en immateriële opvang van asielzoekers • het plaatsen van asielzoekers in een opvangvoorziening • het plaatsen van asielzoekers op gemeentelijke opvangplaatsen en het betalen van bijdragen aan de desbetreffende gemeente voor de kosten van deze opvang • werkzaamheden rondom de bemiddeling bij uitstroom van verblijfsgerechtigden.

C

op

yr

ig

Hieronder valt: • opvang van asielzoekers totdat er een uitspraak is over het asielverzoek • geven van begeleiding en informatie aan asielzoekers zodat ze verantwoordelijk kunnen zijn voor hun eigen keuzes • Het COA stimuleert de asielzoekers om zelfstandig te zijn, initiatieven te nemen en zichzelf te ontplooien zodat zij inhoud en vorm aan hun leven kunnen geven. • het zorgen voor onderdak (beddengoed, eerste inrichting van een kamer), leefgeld en toegang tot basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg • het zorgen voor voldoende, goed beheerde opvangplekken • het handhaven van de veiligheid in de opvanglocaties. (Bron: www.coa.nl)

33


Theoriebron Begeleiden van asielzoekers en vluchtelingen

Het zorg- en hulpverleningsaanbod van het COA

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

In Nederland kun je als professional op verschillende plaatsen te maken krijgen met asielzoekers. In de col (centrale ontvangstlocatie) in Ter Apel of in een asielzoekerscentrum (azc) worden asielzoekers begeleid door verschillende mensen die in dienst zijn van het COA. Zo zijn er woonbegeleiders, programmabegeleiders en casemanagers werkzaam. • De woonbegeleiders zoeken de mensen op die wonen in het azc. Ze gaan bij hen langs en maken een praatje. Asielzoekers kunnen bij hen terecht voor allerlei vragen. • De programmabegeleiders geven voorlichting en training aan de asielzoekers. Zij stimuleren bewoners om zich te houden aan de regels van het AZC en begeleiden hen in de kennismaking met de Nederlandse normen en waarden. Zij gaan met bewoners in gesprek over wat gewenst en ongewenst gedrag is en treden zonodig corrigerend op. • Casemanagers helpen de asielzoekers met de asielprocedure. Ze leggen de asielzoeker dingen uit, en informeren hem over wat komen gaat. De locatiemanager stuurt het team van opvangmedewerkers aan. Regelmatig vindt overleg plaats met de opvangmedewerkers en de locatiemanager. In dit overleg worden vaak de praktische punten besproken. Binnen het team is er ook aandacht voor de moeilijkheden die je als medewerker tegenkomt. Hoe reageer je in bepaalde situaties? En wat kun je daarbij van elkaar leren? Verder is er een huismeester werkzaam in het azc. Deze zorgt ervoor dat alles netjes en schoon blijft. Bij elk asielzoekerscentrum is ook een huisartsenpraktijk: het Gezondheidscentrum Asielzoekers (GCA). Hier kunnen asielzoekers terecht met medische vragen en klachten. Dan zijn er nog de medewerkers van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Zij begeleiden de asielzoeker wanneer deze te horen heeft gekregen dat hij Nederland moet verlaten.

Begeleiding door een woonbegeleider

C

op

yr

ig

ht

Woonbegeleiders zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse begeleiding van de asielzoekers. Ze zijn meestal van 8.00 tot 22.00 uur aanwezig op het terrein van het azc. Op sommige opvanglocaties zijn woonbegeleiders gekoppeld aan bepaalde huizen. Ze hebben wekelijkse gesprekken met de asielzoekers die er wonen en ondersteunen hen bij dagelijkse activiteiten. Vaak maken ze samen met de asielzoekers een schoonmaakrooster en helpen ze hen bij het naleven van dit rooster. Ze geven de asielzoekers duidelijke instructies over hygiëne en veiligheid op de locatie. Ze hebben ook groepsgesprekken om tijdig spanningen in de groep te signaleren en zetten, indien gewenst, activiteiten in om het groepsproces te ondersteunen. Woonbegeleiders hebben een belangrijke functie in het signaleren van spanningen doordat ze veelvuldig contact hebben met de asielzoekers. Ze maken deze spanningen bespreekbaar en verwijzen de asielzoeker indien nodig door naar andere hulpverleners. Vaak is aandachtig luisteren naar de asielzoeker een eerste goede stap. Woonbegeleiders stimuleren de asielzoekers zo veel mogelijk zelfredzaam te zijn. Zij motiveren hen deel te nemen aan de verschillende activiteiten in het azc, zoals sportactiviteiten, cursussen, vrijwilligerswerk, enzovoort.

Website Stichting de Vrolijkheid <

34

Het dagelijks leven in een azc De asielzoekers in een azc voorzien zelf in hun dagelijkse levensonderhoud. Zij ontvangen leefgeld waarvan ze zelf de inkopen doen. Ze koken zelf, meestal in een centrale keuken. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het schoonhouden van hun woonruimte. Asielzoekers mogen vrij in- en uitlopen bij het azc.


Theoriebron Begeleiden van asielzoekers en vluchtelingen

ie

fb

.v

.

Asielzoekers mogen het eerste halfjaar dat zij in Nederland zijn niet werken. Hierover lees je in een volgende theoriebron meer. Om verveling tegen te gaan, worden zij zo veel mogelijk betrokken bij de dagelijkse gang van zaken op de locatie. Zo kunnen zij bijvoorbeeld helpen bij het onderhoud van de gebouwen en het terrein. De kinderen in een azc gaan gewoon naar school; vaak bevindt zich op het terrein van het azc een basisschool. In het azc worden diverse cursussen aangeboden voor de asielzoekers. Bijvoorbeeld taallessen, weerbaarheidstrainingen of een fietscursus. In het azc worden ook regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd over diverse onderwerpen. In de Theoriebron Voorlichting lees je daarover meer. Er is vaak een recreatiezaal, een sportruimte en er zijn speeltoestellen voor de kinderen. Soms is er een ruimte met computers, waarop asielzoekers kunnen oefenen met de Nederlandse taal. Speciaal voor kinderen worden door vrijwilligersorganisaties leuke activiteiten opgezet. ‘De Vrolijkheid’ is een voorbeeld van een stichting die dit doet. Kijk voor meer informatie op hun website.

u'

VluchtelingenWerk Nederland is een belangrijke organisatie in de begeleiding van asielzoekers. Bij VluchtelingenWerk Nederland zijn veel vrijwilligers werkzaam. Zij ondersteunen de asielzoekers en vluchtelingen bij bijvoorbeeld: • de asielprocedure • het vinden van een passende baan • het in contact komen met familieleden. Een vluchteling in Nederland heeft een inburgeringsplicht. Deze plicht houdt onder andere in het leren van de Nederlandse taal. Ook hierbij worden de vluchtelingen ondersteund door vrijwilligers van VluchtelingenWerk Nederland.

Ed

Website VluchtelingenWerk Nederland <

Ac t

VluchtelingenWerk Nederland

ig

ht

Daarnaast voert VluchtelingenWerk Nederland regelmatig campagnes. Met de campagnes willen zij in de Nederlandse samenleving aandacht vragen voor vluchtelingen. Zij proberen uit te leggen wat het inhoudt om te vluchten en ze proberen zowel burgers als politici te laten zien waar vluchtelingen in Nederland tegenaan lopen. Voor de kinderen van vluchtelingen organiseren ze ieder jaar een kindervakantie. De kinderen kunnen dan genieten van gezelligheid en spannende en sportieve activiteiten. Kijk voor meer informatie over VluchtelingenWerk Nederland op hun website.

C

op

yr

Gezondheidscentrum Asielzoekers (GCA) De huisartsenpraktijk bij het asielzoekerscentrum wordt het Gezondheidscentrum Asielzoekers (GCA) genoemd. Bij het GCA kunnen asielzoekers terecht als ze ziek zijn of medische hulp nodig hebben. Het GCA houdt een medische intake wanneer een asielzoeker voor het eerst in de opvang komt. Dit is nodig om snel te kunnen zien of er sprake is van medische risico’s. Asielzoekers hebben vaak een zorgachterstand. Denk bijvoorbeeld aan mondzorg, slecht verzorgde wonden of verkeerd gezette botbreuken. Bij het GCA werken huisartsen, praktijkverpleegkundigen, consulenten ggz en doktersassistenten. Zij verlenen de eerstelijns zorg. Het GCA houdt op elke COA-locatie inloopspreekuren. De asielzoekers hoeven hiervoor geen afspraak te maken. Als een asielzoeker naar het inloopspreekuur gaat, heeft hij eerst een gesprek met de doktersassistent. De doktersassistent bepaalt of de asielzoeker naar de huisarts gaat of naar de praktijkverpleegkundige.

35


Theoriebron Voorlichting

Theoriebron Voorlichting

.

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Voorlichting is een belangrijk onderdeel van de begeleiding aan asielzoekers. Zij komen uit landen met andere normen en waarden, met andere gewoontes en gebruiken. Om hier in de Nederlandse maatschappij te kunnen integreren, krijgen zij voorlichting over allerlei onderwerpen die wij hier als ‘gewoon’ beschouwen. Want zelfs het inschakelen van een wasmachine kan al lastig zijn, als je de taal die erop staat niet begrijpt. Voorlichting kan ook meer gericht zijn op inburgering. Bijvoorbeeld, waarom lopen Nederlanders in het oranje op Koningsdag, en wat is de betekenis van 4 en 5 mei? Het doel van voorlichting en advies is dat de asielzoeker zelfredzaam wordt en tevens een beeld krijgt van de Nederlandse samenleving.

yr

Iedere cultuur heeft zijn eigen gewoontes en gebruiken.

C

op

Voorlichting aan individuen

36

Voor asielzoekers die in Nederland komen, zijn veel dingen nieuw en onbekend. Dat betekent dat ook jij als zorgverlener in een azc tijd zult besteden aan voorlichting. Zo zul je asielzoekers voorlichting geven over hun verblijf in het azc. Welke regels en afspraken gelden er? Bijvoorbeeld afspraken over het schoonhouden van het eigen appartement. Realiseer je als zorgverlener goed dat je een duidelijke uitleg geeft wanneer je een asielzoeker wijst op afspraken. Bijvoorbeeld, een gezin met vier kleine kinderen, dat zijn appartement niet schoon houdt. Wanneer jij als woonbegeleider bij hen langsgaat en een stoffig en vuil appartement aantreft, wijs hen dan niet alleen op de afspraak hierover, maar leg ook uit waarom het voor hun kinderen belangrijk is dat zij hun appartement schoon en netjes houden.


Theoriebron Voorlichting

Voorlichting aan groepen

fb

.v

.

Bij voorlichting aan groepen asielzoekers is het de bedoeling dat je hen informeert over diverse onderwerpen. Vaak zijn dit punten die Nederlanders heel gewoon vinden. Voorbeelden zijn: ijs- en wakgevaar, tekenbeten en het oversteken van een spoorweg. Een voorlichting aan groepen is ook een ontmoetingsmoment voor asielzoekers. Besteed daarom tijdens zo’n voorlichting aandacht aan sfeer en kennismaking. Dat kan bijvoorbeeld door elkaar een hand te geven of tussendoor korte vragen te stellen.

Empathie

Ed

u'

Ac t

ie

Tijdens het geven van voorlichting en advies aan asielzoekers is het belangrijk dat je een empathische houding aanneemt. Dat betekent dat je werkelijk luistert naar de asielzoeker en dat je hem bijvoorbeeld vraagt wat hij zou willen. Zorg ervoor dat je je als zorgverlener verdiept in de verschillende culturen en daarbij passende gewoontes en gebruiken van de asielzoeker. Je kunt je op die manier beter inleven in zijn situatie en je kunt beter inschatten welke onderdelen van de voorlichting je kunt benadrukken. Houd er rekening mee dat een asielzoeker een heftige periode hebben meegemaakt: een onveilige situatie in hun thuisland en vervolgens een vaak lange, intensieve reis naar Europa. Dit, samen met de onzekere toekomst in Nederland, kan spanning veroorzaken bij de asielzoeker. Het is niet de bedoeling om asielzoekers het gevoel te geven dat hun gewoontes en gebruiken ‘abnormaal’ zijn en die in dit land normaal; het is wel de bedoeling dat zij een reëel beeld krijgen van de Nederlandse samenleving. Op deze manier ontdekken zij wat zij kunnen verwachten van wonen en leven in Nederland en wat er van hen verwacht wordt.

Taalbarrière

yr

ig

ht

Bij het geven van voorlichting aan asielzoekers moet je rekening houden met de taalbarrière. Bestaand voorlichtingsmateriaal is vaak geschreven in verschillende talen, met veel afbeeldingen. Houd hier rekening mee wanneer je zelf voorlichtingsmateriaal maakt. In een uitleg voor de werking van de wasmachine bijvoorbeeld, kun je gebruikmaken van afbeeldingen en kleuren. Bij het geven van voorlichtingsbijeenkomsten kan het goed zijn een tolk in te schakelen. Dit kan een professionele tolk zijn, maar soms is er een asielzoeker die als tolk kan fungeren. Een dergelijk verantwoordelijke rol kan de asielzoeker goed doen.

C

op

Rekening houden met cultuurverschillen In de non-verbale communicatie bijvoorbeeld kunnen zich verschillen uiten. Zo kan het hier bijvoorbeeld als onbeleefd worden ervaren wanneer je iemand niet in de ogen kijkt, terwijl dit in de islamitische cultuur juist als respectvol wordt gezien. Het is belangrijk dat je als zorgverlener op de hoogte bent van dergelijke verschillen. Verdiep je daarom in de verschillende culturen en gebruiken en laat aan de asielzoekers merken dat je openstaat voor hun gewoontes en gebruiken. Neem eens de tijd om te luisteren naar het verhaal van de asielzoeker. Vraag bijvoorbeeld eens of je mee mag eten met een gezin na zonsondergang tijdens de ramadan. Je zult merken dat dit gewaardeerd wordt.

37


Theoriebron Voorlichting tijdens de asielprocedure

.

Theoriebron Voorlichting tijdens de asielprocedure

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Asielzoekers krijgen voorlichting aangeboden die gericht is op de fase van de asielprocedure waarin zij verkeren, dus gericht op oriĂŤntatie op of verblijf in de Nederlandse samenleving of juist op terugkeer naar het land van herkomst.

ht

De asielprocedure roept vaak vragen op bij de asielzoeker.

ig

Voorlichting over de asielprocedure In de voorlichting aan asielzoekers speelt VluchtelingenWerk Nederland een belangrijke rol. De vrijwilligers van VluchtelingenWerk Nederland begeleiden de asielzoeker vanaf het moment dat hij arriveert in de col. Zij geven hem voorlichting over punten die tijdens de ingewikkelde asielprocedure belangrijk zijn. Er wordt bijvoorbeeld verteld met welke organisaties de asielzoeker te maken gaat krijgen. Er is veel materiaal beschikbaar om voorlichting in dit stadium te ondersteunen, zoals flyers, folders en filmpjes. Kijk hiervoor op de website van VluchtelingenWerk Nederland.

C

op

yr

Website VluchtelingenWerk Nederland <

38


Theoriebron Voorlichting tijdens de asielprocedure

Voorlichting aan vluchtelingen

Ac t

Gezinnen die naar Nederland komen, hebben vaak specifieke vragen. Vragen over school, kinderziektes en allerlei andere vragen die te maken hebben met het leven van de kinderen. Het is belangrijk dat ouders voldoende geïnformeerd worden over de zaken die betrekking hebben op het leven van hun kind. Als kinderen in Nederland gaan leven, zullen zij voldoende moeten kunnen participeren in de Nederlandse samenleving. De basis daarvoor kan nu, samen met de ouders, gelegd worden. Daarnaast moeten de kinderen zelf ondersteuning krijgen bij en geïnformeerd worden over praktische, dagelijkse zaken. VluchtelingenWerk Nederland geeft voorlichting aan kinderen en jongeren over onder andere de asielprocedure en kinderrechten. De website van de kindertelefoon is een informatieve en luchtige site voor en door kinderen van asielzoekers. Ook jij kunt op deze site terecht voor allerlei informatie en ondersteuning bij het geven van voorlichting.

Ed

u'

Website Kindertelefoon azc <

ie

Voorlichting aan gezinnen

fb

.v

.

Wanneer de asielaanvraag is goedgekeurd en de vluchteling een eigen woning krijgt, zul je als zorgverlener de vluchteling moeten voorbereiden op een plek in de Nederlandse samenleving. Over veel Nederlandse gewoontes en gebruiken kun je voorlichting geven. Hoe gaat het betalen met een bankpas? Wie kan de vluchteling bellen als de koelkast kapot gaat? Waar vindt hij de dichtstbijzijnde apotheek? Het zijn allemaal vragen waar de vluchteling tegenaan kan lopen. Het betekent niet dat jij al deze punten in een keer moet uitleggen. Wel zou je bijvoorbeeld de zaken die regelmatig voorkomen op kunnen schrijven, zodat de vluchteling – ook wanneer er op dat moment geen ondersteuning is – het antwoord op zijn vraag kan opzoeken. Wanneer de vluchteling eenmaal zelfstandig woont, krijgt hij doorgaans ook ondersteuning van een vrijwilliger van VluchtelingenWerk Nederland.

ht

Voorlichting aan asielzoekers die terugkeren

C

op

yr

ig

Wanneer de asielaanvraag van een asielzoeker is afgewezen krijgt hij voorlichting over de terugkeer naar zijn land van herkomst. Met de asielzoeker worden allerlei punten besproken om ervoor te zorgen dat de uiteindelijke terugkeer zo goed mogelijk verloopt. Bijvoorbeeld de mogelijkheden voor werk, maar ook het contact leggen met familie of het nadenken over de toekomstige woonsituatie. Het is belangrijk dat er een plan wordt opgesteld met de uitgeprocedeerde asielzoeker om in het thuisland weer een nieuw bestaan te kunnen opbouwen. Bij het geven van voorlichting aan deze groep asielzoekers is het belangrijk aandacht te hebben voor emoties en gevoelens. Boosheid, teleurstelling, verdriet en angst kunnen in allerlei vormen naar voren komen. Zorg dat je de asielzoeker en zijn gevoelens serieus neemt. Neem de tijd om naar hem te luisteren.

39


Theoriebron Activeren van asielzoekers

.

Theoriebron Activeren van asielzoekers

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Een zinvolle dagbesteding voor asielzoekers is belangrijk. ‘Het verblijf in de opvang mag geen verloren tijd zijn’, zo zegt het COA. Daarom worden asielzoekers gestimuleerd hun dagen actief te vullen. In een azc worden diverse activiteiten georganiseerd. Hierbij is er zo veel mogelijk aandacht voor wensen en behoeftes van de asielzoekers. Als zorgverlener begeleid, ondersteun en stimuleer je asielzoekers om mee te doen aan dergelijke activiteiten.

ht

In het azc wordt meedoen aan activiteiten gestimuleerd.

ig

Het doel van activeren

C

op

yr

De Nederlandse overheid vindt het belangrijk dat asielzoekers en vluchtelingen meedoen in de Nederlandse samenleving. Dit ‘meedoen in de samenleving’ wordt ook wel (maatschappelijke) participatie genoemd. Er wordt verwacht dat asielzoekers en vluchtelingen participeren in de maatschappij. Naast het doen van (vrijwilligers)werk houdt dat bijvoorbeeld in het volgen van een inburgeringscursus of het bezoeken van een sportwedstrijd. Uit onderzoek is gebleken dat meedoen in de samenleving en sociale contacten aangaan een positieve invloed hebben op iemands welzijn. Het is daarom belangrijk dat er in de zorg aan asielzoekers voldoende aandacht is voor het ondernemen van activiteiten. Het geeft de asielzoeker de kans sociale contacten op te bouwen, het leidt af van de dagelijkse sleur en gedachten en geeft structuur in de dag.

40


Theoriebron Activeren van asielzoekers

Aanbieden van activiteiten

Ac t

ie

fb

.v

.

Asielzoekers zijn niet altijd gemotiveerd voor het doen van activiteiten. Er is een aantal punten waar jij als zorgverlener op kunt letten als je asielzoekers wilt motiveren en stimuleren. Zo is het allereerst belangrijk dat je met je activiteit inspeelt op de wensen en de behoeften van de asielzoeker. Het is immers voor niemand leuk iets te moeten doen waar hij geen zin in heeft. Neem de tijd je te verdiepen in de asielzoeker en zijn achtergrond. Dat doe je bijvoorbeeld door gesprekjes met hem aan te gaan of door hem op verschillende momenten te observeren. Zorg dat je zelf enthousiast bent over de activiteit, dan straal je dat ook uit naar de asielzoekers. Het helpt vaak als je als zorgverlener al een eerste aanzet geeft. Asielzoekers komen dan vaak sneller in beweging, omdat ze jouw gedrag volgen. Neem bijvoorbeeld vast de bal mee onder je arm, als je het groepje jonge asielzoekers dat op het centrale plein rondhangt, wilt uitnodigen voor een partijtje voetbal. Soms komen asielzoekers niet in beweging omdat ze de activiteit die wordt aangeboden niet kennen. Houd hier rekening mee en maak met woorden, gebaren of afbeeldingen zo goed mogelijk duidelijk wat de bedoeling is.

u'

Aandachtspunt bij het organiseren van activiteiten: taalbarrière

C

op

yr

ig

ht

Ed

Bij het organiseren van activiteiten zul je rekening moeten houden met de taalbarrière. Aan een groepsactiviteit bijvoorbeeld kunnen asielzoekers meedoen uit verschillende landen. Dat kan betekenen dat zij niet alleen moeite hebben met te begrijpen wat jij zegt, maar dat de deelnemers onderling elkaar ook niet kunnen verstaan. Soms kun je dit eenvoudig oplossen door het organiseren van een activiteit waarbij je niet veel hoeft uit te leggen. Of je maakt een voorbeeld van datgene wat je met een groepje wilt maken. In je uitleg maak je vaak automatisch gebruik van gebaren. Gebaren werken doorgaans inderdaad ondersteunend, maar wees wel voorzichtig: sommige gebaren hebben voor mensen uit andere culturen een heel andere betekenis dan voor Nederlanders. In Pakistan of India bijvoorbeeld schudden mensen met hun hoofd om ‘ja’ te zeggen. Om de taalbarrière op te lossen, kun je van tevoren op zoek gaan naar iemand (een bewoner van het azc) die wil tolken. Je zult zien dat juist bij het samen actief bezig zijn de taalbarrière niet meer op de voorgrond staat. Samen activiteiten doen en samen plezier maken gaat vaak goed zonder dat je ieder woord van elkaar verstaat.

41


Theoriebron Activeren van asielzoekers

Aandachtspunt bij het organiseren van activiteiten: normen en waarden

ie

fb

.v

.

Er zijn verschillen in normen en waarden waarmee je rekening moet houden bij het opzetten van activiteiten. Zo eten in sommige culturen de mannen en vrouwen apart van elkaar. En als je als zorgverlener een dans- of muziekavond organiseert, bedenk dan van tevoren goed hoe de verschillende culturen hier tegenaan kijken en houd hier rekening mee. Het is belangrijk dat je respect toont voor iedere cultuur en dat de asielzoekers dat ook onderling doen. Je kunt er ook juist voor kiezen de onderlinge verschillen in te zetten bij een activiteit. Maak bijvoorbeeld samen met de asielzoekers een quiz of kwartet, waarbij de gewoontes en gebruiken van de verschillende culturen aan de orde komen. Op deze manier leren de asielzoekers van en met elkaar en dat draagt bij aan een positief leefklimaat.

Ac t

Aandachtspunt bij het organiseren van activiteiten: psychische problemen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Psychische problemen komen regelmatig voor bij asielzoekers. Soms zijn zij getraumatiseerd; het is belangrijk dat je hiermee rekening houdt bij het aanbieden van activiteiten. Getraumatiseerde asielzoekers bijvoorbeeld kunnen erg schrikachtig zijn. Zorg in dat geval voor rustige activiteiten en vermijd onverwachte harde geluiden (zoals ballonnen die kunnen knappen). Ook activiteiten waarbij onverwachte bewegingen of aanrakingen voorkomen, kun je beter mijden. Veel asielzoekers in Nederland missen hun familie. Ze hebben moeite met het opbouwen van een sociaal netwerk. Lotgenotencontact kan voor hen zeer waardevol zijn. Door het organiseren van activiteiten kun jij als zorgverlener de asielzoeker helpen in contact te komen en te blijven met lotgenoten.

42


.v

Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie

.

Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie

fb

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

De volgende stap in activering is het stimuleren van asielzoekers tot bijvoorbeeld het doen van werkzaamheden in het azc. Een zinvolle dagbesteding – onder andere vrijwilligerswerk – is positief voor de psychische en lichamelijke gezondheid van de asielzoeker en bovendien wordt hiermee de zelfstandigheid van de bewoners versterkt. Bewoners kunnen hun talenten inzetten en tevens een sociaal netwerk opbouwen. Dit is positief voor het welzijn en de gezondheid van asielzoekers. Ook de leefbaarheid en de veiligheid in het asielzoekerscentrum wordt vergroot wanneer de bewoners hun dagen betekenisvol invullen.

C

op

yr

Maatschappelijke participatie is belangrijk in de huidige samenleving.

Website MyCOA <

Het vergroten van de zelfredzaamheid in het azc In Nederland vinden we het belangrijk dat asielzoekers zelf hun weg kunnen vinden in de samenleving. De begeleiding in de asielzoekerscentra is gericht op het versterken van de zelfredzaamheid. Als zorgverlener kijk je vooral naar wat asielzoekers zelf (goed) kunnen. Alleen, of met familie of anderen uit hun sociale netwerk. Op deze manier ga je uit van de eigen kracht van de asielzoeker, van zijn talenten en kwaliteiten. Zo hebben bewoners via de website MyCOA toegang tot informatie over bijvoorbeeld activiteiten op het COA en over winkels in de omgeving. Ook biedt MyCOA informatie over de COA-huisregels en de Nederlandse gezondheidszorg.

43


Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie

fb

.v

.

Zelfredzaamheid in het azc betekent onder andere dat bewoners: • hun appartement schoonhouden • boodschappen doen en koken. Om participatie te bevorderen worden bewoners gestimuleerd om: • vrijwilligerswerk te doen • mee te doen aan activiteiten die georganiseerd worden • gebruik te maken van (sport)faciliteiten in de omgeving • deel te nemen aan cursussen (bijvoorbeeld een fietscursus). Als hulpverlener wijs je de bewoner regelmatig op zijn eigen verantwoordelijkheden. Je ondersteunt de bewoner bij het maken van afspraken en je controleert of de bewoner de afspraken begrepen heeft. Je kunt de bewoner ondersteunen door schema’s te maken met pictogrammen of gebruik te maken van apps op de telefoon.

Ac t

ie

Programma Voorbereiding op inburgering (V-inburgering)

Ed

u'

Wanneer asielzoekers een verblijfsvergunning hebben gekregen kunnen ze het programma Voorbereiding op inburgering (V-inburgering) volgen. Hier krijgen ze handvatten aangereikt voor een zelfredzaam bestaan in Nederland. De vluchtelingen krijgen taallessen en worden gestimuleerd na te denken over hun deelname aan de Nederlandse maatschappij. Tijdens deze en andere trainingen die opgezet zijn voor vluchtelingen wordt het belang van meedoen aan de samenleving benadrukt. Samen met de vluchteling wordt tijdens begeleidingsgesprekken nagedacht over de toekomstplannen van de vluchteling en de stappen daar naartoe.

Werk

C

op

yr

ig

ht

De eerste zes maanden dat een asielzoeker in Nederland is, mag hij niet werken. Daarna mag dat wel, maximaal 24 weken per jaar. De asielzoeker moet daarvoor wel een tewerkstellingsvergunning (TWV) hebben. Dit is een document dat aantoont dat een asielzoeker mag werken en wordt door het UWV aan de werkgever van de asielzoeker gegeven. Wanneer de asielzoeker werk heeft, betaalt hij het COA een bescheiden eigen bijdrage. Onder meer voor de kosten van de opvang. Asielzoekers die willen werken, moeten zelf werk zoeken. Als zorgverlener in het azc kun jij de asielzoeker hier natuurlijk wel bij ondersteunen. Asielzoekers kunnen ook werkzaamheden verrichten in het asielzoekerscentrum (azc). Bijvoorbeeld de huismeester helpen bij het onderhoud van de gebouwen. Dat kan maximaal 25 uur per week. Hiervoor is geen TWV nodig. De asielzoeker ontvangt hiervoor een kleine vergoeding. Wanneer de asielzoeker een verblijfsvergunning heeft gekregen, dan krijgt hij dezelfde rechten en plichten als Nederlanders. Hij kan aan het werk in loondienst of als zelfstandige. Asielzoekers mogen ook vrijwilligerswerk doen. Ook hiervoor is geen TWV nodig. Het werk moet goed zijn voor de samenleving, bijvoorbeeld boodschappen doen voor ouderen. Omdat vrijwilligerswerk doen verveling tegengaat en bovendien een mooie manier is om te participeren in de Nederlandse samenleving, wordt het doen van deze werkzaamheden gestimuleerd. Het is tevens goed voor de eigenwaarde van de asielzoeker: hij voelt zich nuttig en gewaardeerd. Jij kunt als zorgverlener de asielzoeker hierin stimuleren. Ga samen op zoek naar de kwaliteiten van de asielzoeker en zijn wensen en behoeftes. Probeer werkzaamheden te vinden die hierop aansluiten. Ook maatjes vanuit een plaatselijk maatjesproject of vrijwilligers van VluchtelingenWerk Nederland kunnen de asielzoeker hierbij ondersteunen.

44


Theoriebron Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie

Het sociale netwerk

Ac t

Samenwerken

ie

fb

.v

.

Binnen de participatiesamenleving speelt het sociale netwerk een grote rol. Het netwerk – dat zijn bijvoorbeeld familieleden, vrienden, buurtbewoners – speelt een rol bij de ondersteuning van de asielzoeker. Als zorgverlener zul je aandacht moeten hebben voor het netwerk van de asielzoeker. Het netwerk kan de asielzoeker immers ondersteunen wanneer het tegenzit of wanneer hij vragen heeft over het leven in Nederland. Veel asielzoekers die naar Nederland komen hebben (een gedeelte van) hun familie achtergelaten in hun thuisland. Juist voor hen is het belangrijk dat je helpt bij het vergroten van hun netwerk. Probeer mensen met elkaar in contact te brengen, bijvoorbeeld door het organiseren van activiteiten. Maar kijk ook verder dan het azc: in Nederland zijn verschillende initiatieven opgezet waarbij vrijwilligers zich inzetten voor asielzoekers. Misschien kun je een maatje vinden voor die ene asielzoeker of kun je met een groepje vrouwen aansluiten bij de open koffieochtend in het plaatselijke wijkcentrum.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Goed kunnen samenwerken is in een azc van groot belang. Samenwerken met directe collega’s, maar ook met vrijwilligers en medewerkers van andere organisaties, bijvoorbeeld VluchtelingenWerk Nederland. Bij deze stichting zijn vrijwilligers actief die asielzoekers en vluchtelingen op allerlei momenten en gebieden ondersteunen. Deze vrijwilligers kun jij in je werk in het azc tegenkomen. Als zorgverlener moet je in sommige gevallen ook samenwerken met de politie. Bijvoorbeeld wanneer spanningen zo hoog oplopen dat de boel dreigt te escaleren. Het kan dan nodig zijn de politie erbij te halen. In geval van psychische problemen bij een asielzoeker is het goed een hulpverlener binnen de geestelijke gezondheidszorg in te schakelen. In de samenwerking met al deze verschillende mensen en organisaties is het belangrijk dat je goed met elkaar communiceert. Maak duidelijke afspraken en evalueer de samenwerking regelmatig. Het is goed om te weten dat jij geen eindverantwoordelijkheid hebt: dat heeft doorgaans je leidinggevende of een ander hbo- of universitair geschoolde collega in het azc. Zorg daarom dat deze persoon goed op de hoogte is van wat er

45


Theoriebron Begeleiden van problemen

.

Theoriebron Begeleiden van problemen

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

In een asielzoekerscentrum leven bewoners uit allerlei culturen naast elkaar. Je kunt je voorstellen dat dat wel eens zorgt voor irritaties en conflicten. Het is belangrijk dat jij eerste signalen hiervan herkent en hierop in weet te spelen. Naast conflicten tussen bewoners, kun je ook te maken krijgen met psychische problemen bij asielzoekers. Als zorgverlener heb jij hierin een signalerende functie en is het goed om te weten wanneer en hoe je iemand kan doorverwijzen naar een gespecialiseerd hulpverlener.

ht

De diversiteit aan culturen in een azc kan zorgen voor conflicten.

Veel voorkomende problemen

C

op

yr

ig

In een asielzoekerscentrum wonen zeer verschillende mensen. Je kunt als zorgverlener dan ook te maken krijgen met uiteenlopende problemen. Veel voorkomende problemen in een azc: • psychische problemen • verslaving • lichamelijke klachten • conflicten en agressie.

46


Theoriebron Begeleiden van problemen

Psychische problemen

Ac t

ie

fb

.v

.

Veel asielzoekers hebben in hun thuisland te maken gehad met oorlogs- en geweldservaringen. Ze hebben alles wat hun vertrouwd was achter moeten laten, soms ook familieleden. De reis naar Nederland is voor veel asielzoekers een aangrijpende gebeurtenis. Denk maar aan de veel te volle boten midden op zee. Eenmaal in Nederland kan de onzekere situatie in het asielzoekerscentrum zwaar zijn: daar zit je dan, alleen, uitgeput, in een land waarvan je de gebruiken niet kent en de taal niet spreekt. Depressies, angst, trauma’s: het zijn allemaal zaken waarmee de asielzoeker te maken kan krijgen. Het is belangrijk dat jij als zorgverlener let op signalen hiervan, bijvoorbeeld slaapproblemen, nachtmerries, gevoelens van somberheid en verdriet, boosheid, schuldgevoelens en uitputting. Vaak zijn er sociaal psychiatrisch verpleegkundigen verbonden aan een azc. Naar hen kun je de asielzoeker doorverwijzen. Omdat de asielzoekers in een azc in afwachting van hun asielaanvraag niet mogen werken, hebben ze overdag weinig te doen. Deze verveling verhoogt de depressieve klachten.

Verslaving

ht

Ed

u'

Bij een asielzoeker die lange tijd in een azc verblijft, is de kans op een verslaving groter dan bij een gemiddelde inwoner van Nederland. Verveling, gebrek aan sociale contacten en een uitzichtloze situatie veroorzaken een gevoel van moedeloosheid. De asielzoeker kan dan zijn uitvlucht zoeken in drank of drugs. Bij de asielzoekers die een verblijfsstatus en een huis krijgen, overheerst eerst een gevoel van blijdschap. Maar eenmaal in hun eigen woning lopen zij regelmatig tegen allerlei problemen aan. Misschien gaat het integreren niet zoals verwacht, voelt de asielzoeker zich eenzaam en is het leven minder fijn dan gehoopt. Een terugslag kan het gevolg zijn. Het is belangrijk dat je deze gevoelens serieus neemt en er tijdens gesprekken aandacht voor hebt. Wees alert op signalen van een verslaving, zoals tekenen van vermoeidheid, onderlinge irritaties of juist een, bijna ongepaste, opgewekte houding. Stel je collega’s en/of leidinggevenden op de hoogte van je vermoedens.

ig

Lichamelijke klachten

C

op

yr

Asielzoekers kunnen specifieke lichamelijke klachten hebben. Verwondingen door oorlogsgeweld bijvoorbeeld. Beschadigde organen door martelingen zorgen voor allerlei lichamelijke klachten. Soms zijn de lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, het gevolg van psychische problemen. De reis naar Nederland heeft vaak veel gevraagd van de lichamelijke conditie van de asielzoeker. Onderweg was er weinig voedzame voeding, waardoor sprake kan zijn van voedingstekorten wanneer zij in Nederland zijn aangekomen. Kinderen kunnen ondergewicht hebben. Het is daarom belangrijk de lichamelijke gezondheid van de asielzoeker goed in de gaten te houden.

47


Theoriebron Begeleiden van problemen

Problemen bij minderjarige vluchtelingen

ie

Conflicten en agressie

fb

.v

.

Bij vluchtelingenkinderen en jonge asielzoekers is bijna per definitie sprake van trauma. Enerzijds heeft dit te maken met de heftige ervaringen die zij hebben opgedaan in hun thuisland en onderweg naar Nederland. Anderzijds hebben zij vaak de steun van ouders of andere volwassenen moeten missen, omdat deze zelf getraumatiseerd zijn door de gebeurtenissen of afwezig zijn. Desondanks lijken kinderen zich makkelijker aan te passen aan de nieuwe cultuur en hebben zij meer dan eens al snel weer vriendjes en vriendinnetjes op school. Toch blijkt een groot gedeelte van hen, soms na maanden, nog emotionele problemen te hebben. Ze plassen bijvoorbeeld ’s nachts weer in bed of hebben nachtmerries.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

In het azc is vaak sprake van groepsvorming. Landgenoten zoeken elkaar op. Te midden van zo veel onzekerheden is het prettig dezelfde taal te spreken en herinneringen op te kunnen halen. Maar deze groepsvorming, samen met de eerder genoemde verveling en psychische problemen, zorgt nogal eens voor conflicten. Als zorgverlener is het belangrijk dat je signalen van problemen of conflicten opvangt en ruzies zo veel mogelijk weet te voorkomen. Dit kun je bijvoorbeeld doen door te zorgen dat je zichtbaar aanwezig bent en spanningen tussen asielzoekers bespreekbaar maakt. Zorg dat je weet op welke momenten veel asielzoekers van verschillende afkomst bij elkaar komen, bijvoorbeeld in de centrale keuken van het azc. Het stellen van grenzen kan conflicten voorkomen. Wees dan duidelijk in je optreden. Praat met krachtige stem en zorg dat je een stevige lichaamshouding aanneemt. Het vertrouwen van asielzoekers win je ook door hen juist op de rustige momenten op te zoeken. Neem de tijd om aandachtig naar hen te luisteren. Dergelijke echte ontmoetingen kunnen zomaar een wereld van verschil maken in het leven van een asielzoeker.

48


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.