41068 Arbowetgeving

Page 1

ht

ig

yr

op

C Arbowetgeving

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed

Training


Colofon

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Fundamentaal / Jorinde Post Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Arbowetgeving

tie

ISBN: 9789037241068 ©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze training

.

7

Arbowetgeving

fb .v

Oriëntatie

4

9

Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken Misstanden rond arbowetgeving signaleren

34

Theoriebron Arbowetgeving Theoriebron Hygiëne

44

29

40

u' Ac

RI&E-protocol opstellen

25

tie

Misstanden rond arbowetgeving aankaarten

17

Theoriebron Ergonomisch werken en tilvaardigheden 48

C

op

yr

ig

ht

Ed

Theoriebron De klokkenluidersregeling

46

3


Over deze training

Over deze training

.

Inleiding

fb .v

Als je in de sociale dienstverlening werkzaam bent, heb je met allerlei mensen te maken. Je hebt ook met materialen en gereedschappen te maken. En je hebt met allerlei verschillende werkplekken te maken. In elke situatie is het belangrijk dat jij en je cliënten veilig zijn en dat de kans op ongelukken, stress of ziektes zo klein mogelijk is. Daarom hebben we in Nederland de Arbowet.

tie

De Arbowet is ervoor bedoeld om arbeidsomstandigheden zo veilig mogelijk te maken. Dankzij de Arbowet weten werknemers en werkgevers hoe ze slechte arbeidsomstandigheden kunnen voorkomen en verhelpen.

ht

Ed

u' Ac

In deze training leer je welke delen van de Arbowet belangrijk zijn voor jouw werk. Je leert veilig en hygiënisch te werken. Je leert hoe je zelf je werkomgeving kunt aanpassen aan de arbowetgeving. En je leert wat je moet doen als er dingen misgaan.

ig

Tillen kan rugklachten geven.

Leerdoelen

yr

C

op

4

• • •

Je weet wat de Arbowet, het Arbobesluit en de arboregeling zijn en je kunt de verplichtingen van werkgevers en werknemers benoemen. Je kunt hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken en kunt basistilvaardigheden toepassen. Je kunt missstanden rond arbowetgeving signaleren in de eigen situatie en in de situatie van de cliënt. Je kunt op diverse wijzen misstanden rond arbowetgeving aankaarten. Je kunt een protocol opstellen waardoor werknemers veilig en gezond kunnen werken.


Over deze training

Beoordeling Aan het eind van de training wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van een demonstratie. Deze wordt op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

fb .v

.

Beoordelingsformulier <

Planning

Het uitvoeren van een demonstratie kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

tie

Planningsformulier <

Website Prezi <

Maak een kort voorlichtingsfilmpje of een Prezi met vier arbotips. Maak gebruik van Werkmodel Script schrijven. Je mag zelf je techniek bepalen. Kies je voor een stop-motion met lego-poppetjes, een reporter die van alles uitlegt, een zakelijke Prezi? Allemaal prima, als jullie verhaal maar duidelijk is. Want het doel is: duidelijke tips geven over hoe je met bepaalde gevaren of problemen binnen de sociaal-maatschappelijke dienstverlening kunt omgaan. Je mag bij de filmpjes de informatie en resultaten uit deze training gebruiken. Kies uit de volgende sets:

Ed

Werkmodel Script schrijven <

u' Ac

Demonstratie: Arbofilmpje of presentatie (4)

ht

Set A • juiste zithouding • je leidinggevende schriftelijk op de hoogte stellen van een misstand • omgaan met agressie • milieubewust omgaan met je omgeving.

Set C • handen wassen • je leidinggevende mondeling op de hoogte stellen van een misstand • veilig omgaan met schoonmaakmiddelen • het opslaan van voedsel in de koelkast.

C

op

yr

ig

Set B • op de juiste manier een zware tas optillen • een gezondheidsrisico in jullie branche voorkomen • een goede inrichting van je werkplek • een ruimte controleren op gevaren.

5


Over deze training

Processtappen Maak een planning en een taakverdeling. Verzamel informatie. Maak het script met behulp van Werkmodel Script schrijven. Hierin komen de volgende onderdelen terug: – korte inleiding – vier arbotips – aftiteling met de namen van de makers. Maak het filmpje of de Prezi.

fb .v

.

• • •

Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap.

tie

Eisen aan de demonstratie

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

Jullie filmpje of Prezi wordt beoordeeld op de volgende criteria: • De vier onderwerpen komen allemaal aan de orde. • Bij elk onderwerp wordt kort aangegeven wat het gevaar of het probleem is. • Bij elk onderwerp wordt daarna getoond hoe je het oplost of op de juiste manier aanpakt. • Het filmpje duurt niet langer dan vier minuten. De Prezi duurt niet langer dan tien minuten. • Het filmpje of de Prezi heeft een korte inleiding en een aftiteling. • De geschreven teksten zijn in foutloos Nederlands opgesteld. • De gesproken teksten zijn goed verstaanbaar.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Oefening 1

Ik ga op reis en neem mee ...

fb .v

.

Op het bord staat het onderwerp van deze les: Arbo. De docent stelt de leerlingen om de beurt de vraag waar ze aan denken bij dit onderwerp. Als die vraag aan jou gesteld wordt, beantwoord je die met: ‘Bij het onderwerp ... denk ik aan ...’ De docent schrijft de antwoorden in steekwoorden op het bord. Als iedereen aan de beurt geweest is, draait de docent het bord om. Daar staat waar hij aan dacht bij het onderwerp.

tie

a. Hadden jullie als groep ongeveer dezelfde gedachten bij het onderwerp als de docent?

Oefening 2

u' Ac

b. Welke nieuwe dingen moet je nog leren over dit onderwerp?

De grote ikweethetal- of googlehet-quiz

Ed

De klas wordt in vier groepen ingedeeld. Op de tafel bij de docent liggen vier stapels met vijf opdrachtenkaartjes. Elke groep krijgt een eigen stapeltje, maar je mag als groep maar één opdrachtenkaartje per keer ophalen. Pas als de opdracht klaar is, mag je het volgende kaartje pakken.

C

op

yr

ig

ht

De opdrachten zijn: 1. Zoek op waar de afkorting arbo voor staat. Schrijf dit op. 2. Zoek een nooduitgang en een brandblusser op. Maak er foto’s van. 3. Controleer de toiletten die het dichtst bij je lokaal liggen. Is overal papier en zeep aanwezig? Schrijf op of de toiletten volgens jullie voldoende hygiënisch zijn. 4. Zoek uit welke personen op school bhv’er zijn. Schrijf minstens één naam op. 5. Ga naar de werkplek van iemand die op school veel met computers werkt. Is zijn of haar stoel verstelbaar? Is zijn of haar bureau verstelbaar? Kun je zien of er nog op andere manieren voor gezorgd is dat deze werknemer zo prettig en gezond mogelijk het werk kan uitvoeren? Schrijf drie dingen op. Je voert de opdracht uit en laat het resultaat aan de docent zien. Als de docent zegt dat het goed is, mogen jullie het volgende opdrachtenkaartje meenemen, net zo lang totdat jullie alle opdrachten gemaakt hebben. Welke groep is het eerst klaar? Iedere groep vertelt kort hoe ze de verschillende opdrachten aangepakt hebben. a. Hoe verliep de samenwerking in de groep?

7


OriĂŤntatie

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

b. Welke opdracht vond je het moeilijkst en waarom?

8


Arbowetgeving

Arbowetgeving

.

Inleiding

u' Ac

tie

fb .v

In de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staan regels voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers te vergroten. De Arbowet is een kaderwet. Dat betekent dat er geen concrete regels in staan. Gebaseerd op de Arbowet is er het Arbobesluit en per bedrijf of bedrijfstak is er een arboregeling. Hierin staan echte regels, waar iedereen zich aan moet houden. In dit hoofdstuk ga je aan de slag met opdrachten waardoor je meer te weten komt over de Arbowet, het Arbobesluit en arboregelingen.

Arbo, de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet.

Oefening 1

De Arbowet

Zeer waarschijnlijk krijg je wel een keer te maken met de Arbowet. Misschien omdat je werkgever je vraagt of je bhv’er wilt worden. Misschien omdat een collega aan je vraagt wat jij vindt van de verouderde bureaustoelen. Of misschien om iets heel anders. In elk geval is het dan handig als jij weet waar je goede informatie over de Arbowet kunt vinden.

yr

ig

Filmpje Arbeidsomstandigheden en Arbo <

Je kunt uitleggen wat de Arbowet is. Je kunt uitleggen wat het Arbobesluit is. Je kunt uitleggen wat een arboregeling inhoudt. Je kunt de verplichtingen van werkgevers en werknemers, zoals deze in de Arbowet staan, beschrijven.

ht

• • • •

Ed

Leerdoelen

Bekijk het Filmpje ‘Arbeidsomstandigheden en Arbo’. b. Wat is het doel van de Arbowet?

C

op

a. Zoek op internet een website waarvan jij vindt dat deze goede, duidelijke informatie over de arbowetgeving geeft. Schrijf de naam van deze site op.

9


Arbowetgeving

Gebruik bij deze opdracht Theoriebron Arbowetgeving.

a. Leg uit wat het verschil is tussen de Arbowet en het Arbobesluit.

u' Ac

Theoriebron Arbowetgeving <

Arbobesluit

tie

Oefening 2

fb .v

d. Heb je al ooit met de Arbowet te maken gehad? Zo ja, hoe dan?

.

c. Vind jij het belangrijk dat de Arbowet er is? Leg uit waarom je dat vindt.

b. Wat staat er in het Arbobesluit?

ig

ht

Ed

c. Voor welke groepen staan er in het Arbobesluit aparte regels?

C

op

yr

d. Noteer de groep(en) waar jij waarschijnlijk bij gaat horen als je een baan hebt gevonden.

10


Arbowetgeving

Gebruik bij deze opdracht Theoriebron Arbowetgeving. a. Zet bij het begrip de juiste omschrijving. Kies uit: • algemene informatie, regels en normen voor een specifiek onderwerp • algemene regels, verplichtingen en rechten • geeft aan hoe je aan de specifieke voorschriften kunt voldoen • beschrijving van welk resultaat met het arbobeleid bereikt moet worden. Begrip

Omschrijving

Arbowet Arbobesluit

tie

Arbobeleid

.

Theoriebron Arbowetgeving <

Arbobeleid

fb .v

Oefening 3

Arbocatalogus

u' Ac

b. Wat zijn zaken die in de arboregeling geregeld worden? Schrijf er drie op. 1. 2. 3.

yr

ig

ht

Ed

c. Op scholen gelden allerlei veiligheidsregels. Die regels horen bij het arbobeleid van de school. Je hebt vast weleens les gehad in een technieklokaal. Wat zijn de regels voor het werken in het technieklokaal? Noem er acht.

Oefening 4

C

op

Theoriebron Arbowetgeving < Website Arboportaal <

Arbocatalogus Gebruik bij deze opdracht Theoriebron Arbowetgeving. a. In welk document staat het arbobeleid van een bedrijf of instelling beschreven?

Zoek op de website Arboportaal de Arbocatalogus en ga naar de startpagina van de arbocatalogus ‘Welzijn en maatschappelijke dienstverlening’. (Open de catalogus nog niet!)

11


Arbowetgeving

tie

fb .v

.

b. Welke arbeidsrisico’s worden in deze catalogus beschreven? Noem ze allemaal. Als er woorden staan die je niet begrijpt, zoek ze dan op. Omschrijf het risico daarna in je eigen woorden.

Casus Werkplek

u' Ac

Lees de casus Werkplek.

Je werkt twee dagen per week vanuit een oud buurtcentrum. Je ondersteunt de bewoners van de wijk bij het invullen van formulieren en het in kaart brengen van problemen. Veel mensen vragen jouw hulp bij het invullen van formulieren op internet. Dat kost je vaak meer dan twee uur per dag. Jij hebt daarvoor natuurlijk een bureau met een stoel en een computer nodig.

yr

ig

ht

Ed

c. Open nu de arbocatalogus ‘Welzijn en maatschappelijke dienstverlening’ en zoek uit welke richtlijnen er gelden voor de inrichting van jouw werkplek in het buurtcentrum van de casus Werkplek.

op

Oefening 5

C

Website Gezond & Zeker <

Rugklachten In veel bedrijven en instellingen zijn folders of voorlichtingsfilmpjes voor de werknemers beschikbaar. De bedoeling is te voorkomen dat werknemers ziek worden. Zo is er bijvoorbeeld een digitaal boekje te vinden op de website Gezond & Zeker: Het Rugboekje niet-cliëntgebonden handelingen. Dit is speciaal voor medewerkers van ondersteunende diensten in de gezondheidszorg. Het staat vol met tips om rugklachten te voorkomen. Ga naar de website Gezond & Zeker en bekijk het Rugboekje. a. Hoeveel procent van de medewerkers van ondersteunende diensten in zorginstellingen heeft last van zijn of haar rug?

12


Arbowetgeving

fb .v

.

b. Door welke activiteiten ontstaan die klachten? Noem er vijf.

u' Ac

tie

c. Wat wordt bedoeld met statische belasting? Geef een voorbeeld van statische belasting.

ht

Ed

d. Met welke tip eindigt dit boekje? Geef deze in je eigen woorden weer.

ig

e. Wat leer je van deze tip?

C

op

yr

f. Er worden mensen genoemd met wie je zaken van het werk die tot klachten leiden kunt bespreken. Wie zijn dit?

Oefening 6

Theoriebron Arbowetgeving <

Verplichtingen Gebruik bij deze opdracht Theoriebron Arbowetgeving. a. De Arbowet beschrijft verplichtingen voor werkgevers en werknemers. Vul de tabel in.

13


Arbowetgeving

Verplichtingen werknemers

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Verplichtingen werkgevers

ig

ht

b. Welke drie verplichtingen voor werkgevers vind jij het allerbelangrijkst? Waarom vind je dat?

C

op

yr

c. Welke drie verplichtingen voor werknemers vind jij het allerbelangrijkst? Waarom vind je dat?

14


Arbowetgeving

Arbobeleid Theoriebron Arbowetgeving bevat een aantal onderdelen die in het arbobeleid van een onderneming kunnen staan. Leg bij elk onderdeel uit wat het betekent voor het arbobeleid van een organisatie. Geef ook een voorbeeld of een tip over dat onderdeel.

Website RI&E <

Maak hierbij gebruik van de website RI&E en de website FNV - Ziekte en re-integratie. a. Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

fb .v

Theoriebron Arbowetgeving <

.

Oefening 7

tie

Website FNV Ziekte en re-integratie <

Ed

c. Arbodienst of bedrijfsarts

u' Ac

b. Voorbeeld of tip:

d. Voorbeeld of tip:

yr

ig

ht

e. Preventiemedewerker

g. Bedrijfshulpverlening

C

op

f. Voorbeeld of tip:

15


Arbowetgeving

j.

Voorbeeld of tip:

fb .v

Voorlichting

tie

i.

.

h. Voorbeeld of tip:

Voorbeeld of tip:

ig

ht

m. PAGO

Ed

l.

o. Rechten en plichten

C

op

yr

n. Voorbeeld of tip:

p. Voorbeeld of tip:

16

u' Ac

k. Arbodeskundige


Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken

.

Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken

fb .v

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

Tijdens je werk moet je rekening houden met allerlei dingen die te maken hebben met jouw eigen gezondheid en die van de mensen om je heen. Om te beginnen wil je liever niet besmet worden door ziekteverwekkers. Ziekteverwekkers zijn bacteriën en virussen. Door een goede hygiëne loop je minder kans op besmetting. Verder is het belangrijk om rekening te houden met het milieu. Het is goed om te weten hoe je met afval en gevaarlijke stoffen moet omgaan. Tot slot is er de zorg voor je lichaam. Je leert daarom in dit hoofdstuk ook hoe je ergonomisch kunt werken en hoe je de basistilvaardigheden moet toepassen.

ig

Ook tijdens het schoonmaken is een goede lichaamshouding belangrijk.

yr

Leerdoelen Je kunt hygiënisch en milieubewust werken. Je kunt ergonomisch werken. Je kunt de basistilvaardigheden toepassen.

C

op

• • •

17


Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken

Oefening 1

Handen wassen

Een heel belangrijke manier om besmetting door ziekteverwekkers te voorkomen, is handen wassen. Iedereen weet hoe je je handen moet wassen. Maar hoe doe je dat op een hygiënische manier? In deze opdracht ga je dat ontdekken.

Voorbereiding • Lees Theoriebron Hygiëne. • Zoek een wastafel met stromend water, een handdoek of droogdoekjes en zeep. • Verdeel de taken. Eén persoon is de uitvoerder, de ander observeert. Nadat je de opdracht hebt uitgevoerd, wissel je van taak.

tie

Werkmodel Observatieformulier <

fb .v

Werkmodel Stappenplan handen wassen <

.

In de Arbowet staat dat de werkgever het voor de werknemers mogelijk moet maken om gezond te werken. De werkgever moet er dus voor zorgen dat de materialen aanwezig zijn die nodig zijn om hygiënisch te werken. Zo kunnen ziektes worden voorkomen. Werknemers moeten meewerken aan het arbobeleid door op een veilige en gezonde manier te werken met de materialen die de werkgever aanbiedt.

Theoriebron Hygiëne <

u' Ac

Uitvoering • Was je handen zoals je dat bijvoorbeeld doet na het toiletbezoek of voor het eten. • De observant beschrijft stap voor stap jouw handelingen. Gebruik hierbij Werkmodel Observatieformulier. • Ga vervolgens je handen wassen volgens de stappen in Werkmodel Stappenplan handen wassen.

ht

Ed

Reflectie a. Welke verschillen vielen je op tussen de manier waarop jij normaal gesproken je handen wast en het handenwassen volgens het stappenplan?

yr

ig

b. Welke methode vind jij het prettigst? Waarom?

C

op

c. Welke methode zou je zelf toepassen op je werk? Waarom?

18


Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken

Oefening 2

HACCP voor de koelkast

Voorbereiding • Lees Theoriebron Hygiëne. • Bekijk het Filmpje ‘HACCP, wat betekent dat voor de zorg?’. Dit is een algemeen filmpje, dat ook heel goed past bij de werkzaamheden als sociaal werker. • Lees de website Beheer je buurthuis. • Neem op de website Beheer je buurthuis ten slotte de checklist Voedselveiligheid voor vrijwilligersorganisaties door (de link naar deze checklist vind je onder aan de website).

tie

Website Beheer je buurthuis <

fb .v

Filmpje HACCP, wat betekent dat voor de zorg? <

.

Om bacteriën niet de kans te geven je eten te besmetten, is voedselhygiëne van groot belang. Besmet voedsel kan mensen namelijk erg ziek maken. In deze opdracht ga je een koelkast beoordelen op mogelijke voedselrisico’s en maak je een begin met een HACCP-plan. Je gebruikt hierbij Werkmodel HACCP en Werkmodel Basis-checklist keuken.

Theoriebron Hygiëne <

Uitvoering • Maak met behulp van deze informatie een lijst van onderwerpen die voorkomen in een HACCP-plan. Beperk je tot de onderwerpen die te maken hebben met hygiëne bij het bewaren van voedsel. • Maak een eerste opzet voor een HACCP-plan. • Werk jullie HACCP-plan uit. • Bekijk de koelkast op school en maak daarvoor een HACCP-plan.

u' Ac

Werkmodel HACCP < Werkmodel Basis-checklist keuken <

Ed

Reflectie a. Wat was jouw grootste ontdekking bij het schrijven van het HACCP-plan?

ig

ht

b. Welke begeleiding kan een medewerker op basis van de gegevens in het HACCP-plan van jou als collega vragen? Vind je dat dit duidelijk genoeg beschreven staat en realistisch is?

Poster over gevaarlijke stoffen

yr

Oefening 3

Zowel thuis als tijdens je werk kom je regelmatig in aanraking met gevaarlijke stoffen. Denk maar aan gas, benzine, verf en schoonmaakproducten. Deze stoffen kunnen bij verkeerd gebruik gezondheids- en levensbedreigend zijn. Lees de casus Marius.

C

op

Website Lino <

19


Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken

Casus Marius

u' Ac

tie

fb .v

.

Jij bent sociaal-maatschappelijk dienstverlener. Een deel van je werkweek kan eruit bestaan dat je bij cliënten langsgaat om ze te begeleiden bij het zo zelfstandig mogelijk uitvoeren van hun huishouden. Een van je cliënten is Marius. Marius heeft autisme. Jij hebt hem geholpen met het maken van dag- en weekplanningen. Daarbij heb je gemerkt dat hij veel steun heeft aan pictogrammen. Als je op een dag bij Marius thuiskomt, zie je dat het huis niet erg schoon is. Je vraagt hem of hij zijn huis nog wel schoonmaakt. Hij zegt van wel. Dan vraag je hem of hij daar ook schoonmaakmiddelen bij gebruikt. Hij zegt dat hij dat eigenlijk niet zo nodig vindt, maar dat ze wel ergens staan. Samen zoeken jullie zijn schoonmaakmiddelen op en dat blijkt een hele verzameling te zijn. Marius heeft deze schoonmaakmiddelen ooit van zijn moeder gekregen, maar weet niet wat hij ermee aan moet. Jij laat hem zien dat de gebruiksaanwijzing op de verpakkingen staat. Ook wijs je hem op de gevaarsymbolen. Je vertelt hem dat hij deze gevaarsymbolen serieus moet nemen. Je merkt dat Marius die pictogrammen interessant vindt. Daarom spreek je met hem af dat je voor hem een overzicht van de gevaarsymbolen zult maken. Bij elk symbool geef je aan wat er gevaarlijk aan is en waar je op moet letten. Je zet er ook bij wat je moet doen als je met de stof in aanraking bent geweest. Marius is hier heel blij mee.

Ed

Voorbereiding • Zoek op internet naar de lijst met symbolen voor gevaarlijke stoffen: gevaarsymbolen. Print deze lijst of bewaar de link. • Kijk thuis en op school in het aanrechtkastje of de schoonmaakkast welke gevaarlijke stoffen regelmatig gebruikt worden. Noteer deze. Schrijf ook op welke gevaarsymbolen er op deze stoffen staan. Zorg dat je lijst minstens zes schoonmaakmiddelen bevat waarop gevaarsymbolen staan. Insectenverdelgers en dergelijke mag je ook meetellen.

ig

ht

Uitvoering • Maak de poster voor Marius uit de casus. Hiervoor mag je Lino gebruiken. Op de poster moeten staan: – zes verschillende schoonmaakmiddelen – bij elk schoonmaakmiddel de bijbehorende gevaarsymbolen – de betekenis van de verschillende symbolen – waar je op moet letten als je dit schoonmaakmiddel gebruikt – wat je moet doen als je dit schoonmaakmiddel niet volgens de veiligheidsvoorschriften gebruikt hebt.

C

op

yr

Reflectie a. Welke gevaarsymbolen kwam je regelmatig tegen in de keukenkastjes?

20

b. Wat is volgens jullie het gevaarlijkste product dat je bent tegengekomen? Leg uit waarom je dat vindt.


Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken

Oefening 4

School en milieu

Het kan je niet ontgaan zijn: het klimaat verandert door het broeikaseffect, zeedieren gaan dood door de plastic soep, diersoorten worden bedreigd of sterven uit door de houtkap, enorme meren drogen op doordat er te veel water wordt gebruikt voor de katoenteelt, jaarlijks belandt er rond de 50 miljoen ton zwerfafval op de straten en in de bossen van Nederland enzovoort. Dit zijn allemaal enorme milieuproblemen. Veel instellingen in de maatschappelijke dienstverlening proberen op hun manier rekening te houden met het milieu. Natuurlijk kan dat alleen als de medewerkers weten waarom dit zo belangrijk is.

tie

Website Milieubewust <

fb .v

.

c. Ga je nu anders met sommige soorten schoonmaakmiddelen om? Zo ja, welke en wat doe je nu anders?

u' Ac

Die enorme milieuproblemen kun je niet in je eentje oplossen. Maar door er overal waar je bent rekening mee houden, kun je er wel voor zorgen dat de problemen iets minder groot worden. Dat kan thuis, op je werk en ook op school. De meeste scholen houden al op verschillende manieren rekening met het milieu. Hoe zit dat met jullie school?

Ed

Voorbereiding • Ga naar de website Milieubewust en lees de 17 tips voor een milieuvriendelijke school. • Maak van de 17 tips voor een milieuvriendelijke school een checklist. Deze checklist heeft als doel om bij elk punt te kijken in hoeverre de school milieuvriendelijk is. Je kunt dus bijvoorbeeld achter elk punt zetten: slecht/matig/goed. Maar je mag ook een andere manier bedenken.

ig

ht

Uitvoering • Ga met behulp van de checklist na hoe de school op elk punt scoort. • Zet onder aan je checklist de eindscore. • Schrijf aan de hand van die eindscore jullie conclusie. Hoe milieubewust is jullie school? • Geef in de conclusie aan op welke punten de school het goed doet. Geef ook aan op welke punten de school meer zou kunnen doen. • Eindig met jullie tips voor de school. • Werk je checklist netjes uit en bied deze met conclusie en tips aan aan de schoolleiding.

C

op

yr

Reflectie a. Is de uitkomst zoals je verwacht had, of heeft de school je verrast? Ben je positief of negatief verrast?

b. Heb je hier dingen uit geleerd die je kunt gebruiken bij het begeleiden van cliënten?

21


Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken

Website De beste zithouding <

Je zit regelmatig aan tafel, bijvoorbeeld omdat je een les volgt, omdat je aan een werkstuk werkt of toch liever op je pc Instagram bekijkt dan op je mobieltje. In elk geval zit je dan op de een of andere manier op je billen met je armen op of onder de tafel. Zeker als je meerdere uren per dag in zo’n houding zit, is het belangrijk om een goede houding aan te nemen. Door de juiste houding aan te nemen en vast te houden, voorkom je rugklachten. Dat geldt ook als je tijdens je werk veel formulieren invult of beeldschermwerk verricht.

tie

Werkmodel Basis ergonomisch werken <

Uit onderzoek blijkt dat 80 tot 90% van de Nederlanders verkeerd zit. Wie achterover hangt in een stoel of bank, ondersteunt de natuurlijke S-vorm van de wervelkolom niet optimaal. Daardoor wordt de rug langdurig plaatselijk belast. Deze verkeerde zithouding geeft de spieren in eerste instantie rust. Maar na een tijdje kan men behoorlijke klachten krijgen: rugklachten, zenuw- of aderafknellingen, weefselirritatie, stoornissen in de ingewanden, ademhalingsmoeilijkheden of moeite met opstaan. Genoeg redenen om aandacht te schenken aan een gezonde zithouding!

.

Website Online test <

Zithouding en werkhouding

fb .v

Oefening 5

u' Ac

Voorbereiding • Doe thuis de test: de optimale werkhouding op de website Online test. Houd de uitslag gewoon voor jezelf, maar gebruik deze om zo nodig je werkplek te verbeteren. • Bekijk de website De beste zithouding. Wees je ervan bewust hoe je op de juiste manier aan tafel zit. • Lees Werkmodel Basis ergonomisch werken.

ht

Ed

Uitvoering • Ga zitten zoals jij normaal gesproken aan tafel zit en laat iemand anders een foto van jou maken. Is jouw zithouding goed? Wat doe je goed, wat kun je verbeteren? Ga nu zo goed mogelijk zitten en laat ook daarvan een foto maken. Bewaar beide foto’s. • Probeer de komende week steeds een goede zithouding aan te nemen. • Houd de komende week de mensen van jouw groepje in de gaten. Lukt het iedereen om een goede houding te hebben of zakken veel mensen toch terug in hun luie houding? • Maak van al jullie foto’s samen een collage en geef de collage een mooie titel. Hang de collage op. Je mag de gezichten eventueel onherkenbaar maken.

ig

Reflectie a. Heb je door de test en de foto’s iets gedaan aan je zithouding? Zo ja, wat?

C

op

yr

b. Vind je het zwaar om een goede zithouding vast te houden? Hoe komt dat, denk je?

Oefening 6

Website Beroepsziekten < Website SEO Economisch Onderzoek <

22

Gezondheidsrisico’s Voorbereiding • Lees de website Beroepsziekten. • Zoek op de website SEO Economisch Onderzoek in de pdf ‘Voorkomen is beter dan genezen’ naar de branche waar jij in wilt gaan werken. • Schrijf op welke drie tot vijf gezondheidsrisico’s, of groepen van gezondheidsrisico’s, in jouw branche veel voorkomen.


Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken

tie

fb .v

.

Uitvoering • Maak in Word een folder over de gezondheidsrisico’s die in jouw branche het meeste voorkomen. • Geef in de folder korte informatie over elk van deze gezondheidsrisico’s. Hiervoor kun je onder andere gebruikmaken van de website Beroepsziekten. • Geef informatie over waar je de klachten aan herkent. • Geef informatie over waar de klachten meestal door veroorzaakt worden. • Geef informatie over hoe je de klachten kunt voorkomen. • Uitvoering: – Maak de folder van één A4’tje. Je mag het in tweeën of in drieën vouwen en de vooren de achterkant gebruiken. – Je mag afbeeldingen toevoegen. – Geef de folder een duidelijke titel. – Houd op een apart blaadje bij welke bronnen je gebruikt hebt. Dan vind je makkelijk informatie terug als je nog even iets wilt opzoeken. Bovendien moet dit blaadje als inlegvel bij de folder worden ingeleverd. – Print de folder en vergelijk jullie folder met die van een ander groepje. Let goed op inhoudelijke overeenkomsten en verschillen.

Ed

u' Ac

Reflectie a. Welke overeenkomsten en verschillen heb je opgemerkt tussen jullie folder en die van een ander groepje?

ig

ht

b. Had je verwacht dat er in de SMD (en veel andere branches) zoveel mensen ziek worden door hun werk?

C

op

yr

c. Denk jij nu anders over jouw werk en andere werknemers? Zo ja, wat is er veranderd?

Oefening 7

Werkmodel Basistilvaardigheden < Website Prezi <

Basisvaardigheden tillen Als je werkt in de sociaal-maatschappelijke dienstverlening kom je vast en zeker situaties tegen waarin je moet tillen. Het kan zijn dat je dozen moet tillen, of gestapelde stoelen. Maar het kan ook zijn dat je mensen moet helpen om over te stappen van een stoel naar een rolstoel, of met opstaan. Tillen kan behoorlijk zwaar zijn. Ook lichte dingen tillen kan echter rugklachten veroorzaken. Daarom is het belangrijk dat je weet hoe je moet tillen. Voorbereiding • Lees Werkmodel Basistilvaardigheden. Hierin staan de tien gouden regels voor tillen.

23


Hygiënisch, milieubewust en ergonomisch werken

fb .v

.

Uitvoering • Maak bij elke regel twee foto’s: één foto van hoe je juist niet moet tillen en één foto van hoe je wel moet tillen. • Maak per setje van twee foto’s een dia in een Prezi-presentatie. Zet erbij welke houding verkeerd en welke houding goed is. • Laat je Prezi klassikaal zien. Vraag de andere studenten om feedback te geven. Ben je het niet eens met de feedback? Bespreek dan de verschillende standpunten.

tie

Reflectie a. Heb jij het al eens meegemaakt dat iemand door verkeerd tillen rugklachten kreeg? Zo ja, wat gebeurde er?

Voorbereiding • Lees Theoriebron Ergonomisch werken en tilvaardigheden. • Bekijk Werkmodel Basistilvaardigheden. • Kijk goed hoe het lokaal nu is ingericht. Maak er eventueel een paar foto’s van, want straks moet alles weer op zijn plaats gezet worden. Uitvoering • Zet met jouw groep alle dingen die je kunt tillen of rollen op een andere plek. Let hierbij op de tien gouden regels voor tillen. • Je moet ook je medestudenten die niet in je groepje zitten, verplaatsen. Hoe doe je dat? Werk goed samen. Zet alles daarna weer terug op de oude plaats. Let ook nu weer op de tien gouden regels.

yr

ig

Werkmodel Basistilvaardigheden <

Je weet al aardig veel over tillen. Dan nu de praktijk!

Ed

Theoriebron Ergonomisch werken en tilvaardigheden <

Tillen

ht

Oefening 8

u' Ac

b. Tilde jij zelf al goed of tilde je veel dingen op een verkeerde manier? Wat ga je in het vervolg anders doen?

C

op

Reflectie Wat vind jij het lastigst aan verstandig tillen? Bedenk hoe je dat voor jezelf zou kunnen oplossen.

24


Misstanden rond arbowetgeving signaleren

.

Misstanden rond arbowetgeving signaleren

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Net als overal komen er ook in de sociaal-maatschappelijke dienstverlening misstanden voor. Dat kunnen kleine dingen zijn, zoals verouderd meubilair. Het kan ook om ernstiger zaken gaan, zoals seksuele intimidatie, discriminatie of gevaarlijke apparaten. Het kunnen misstanden zijn die gevaarlijke of ongewenste situaties opleveren voor jou en je collega’s, maar ook misstanden die gevaarlijke of ongewenste situaties opleveren voor je cliënten. In al die gevallen is het nodig dat iemand ingrijpt. Maar hoe doe je dat?

Signaleren; ingrijpen voordat er iets misgaat.

Leerdoelen

Je kunt misstanden signaleren die in je eigen werksituatie of die van cliënten kunnen voorkomen. Je kunt in een concrete situatie misstanden rond de arbowetgeving noteren.

ht

ig

Oefening 1

Jullie werken bij de gemeente. Jullie voornaamste taak is het helpen en begeleiden van mensen met schulden. Vaak staan deze mensen al tijden onder spanning voordat ze met hun hulpvraag komen. Soms zijn ze door alle ellende verslaafd of zijn ze nogal agressief. Niet vreemd als je bedenkt dat ze bijvoorbeeld uit hun huis gezet zullen worden of hun kinderen geen gezond eten meer kunnen geven. Hoe zorg je ervoor dat jullie en je cliënten op een goede manier met elkaar omgaan? Wat accepteer je wel, wat accepteer je niet?

C

op

yr

Website Arboportaal <

Voorbeelden van misstanden

Website FCB <

Website Duidelijk over agressie <

Voorbereiding • Download op de website Arboportaal het bestand ‘Gezond en veilig werken in de sector Zorg en Welzijn’. Lees bladzijde 4. Kies daarna via de inhoudsopgave de branche waar jij wilt gaan werken. Lees de informatie over die branche. • Bekijk de filmpjes op de website Duidelijk over agressie en lees de tekst. Klik daarna onder aan de pagina op ‘Ga naar de downloadpagina van de AgressieWijzer’. • Download de instructie voor de procesleider in Word of pdf: een werkboek, een invulvel en de sjabloon Onze AgressieWijzer WORD. • Spreek onderling af wie de procesleider is. Twee studenten zijn in dit geval samen de procesleider.

25


Misstanden rond arbowetgeving signaleren

Uitvoering • Bestudeer alle bestanden die je nu hebt verzameld. • Maak gebruik van de website FCB. • Vul met je groep het werkboek, de invulvellen en de sjabloon in.

tie

fb .v

.

Reflectie a. Waren jullie het snel eens over wat jullie grenzen zijn? Of waren er grote verschillen? Leg je antwoord uit.

Oefening 2

ig

Werkmodel Observatieformulier <

Cliënt A. is naar het kantoor van Vluchtelingenwerk gekomen om een ov-dagkaart aan te vragen voor een bezoek aan zijn advocaat. Collega Pieter-Jan, die baliedienst heeft, kijkt in het dossier. Het blijkt dat er op dat moment in de asielprocedure van de cliënt geen ontwikkelingen zijn die ervoor zorgen dat hij naar de advocaat moet. Ook zijn er vermoedens dat cliënt A. de ov-dagkaart gebruikt om vrienden te bezoeken in plaats van naar de advocaat te gaan. Pieter-Jan deelt mee dat cliënt A. de reiskosten zelf moet betalen als hij zijn vrienden een bezoek wil brengen. Cliënt A. wordt daarop vreselijk boos aan de balie. Hij scheldt Pieter-Jan uit, zegt dat hij de boel in brand zal steken als hij geen ov-dagkaart krijgt en hij smijt een stoel door de ruimte. Daarna gaat hij naar buiten. Pieter-Jan is erg geschrokken.

ht

Website Duidelijk over agressie <

Ed

Casus Cliënt A.

Website FCB <

Voorbereiding • Lees de website FCB. • Lees de casus Cliënt A. goed door. • Kies daarna een rol: één student speelt Pieter-Jan, één student cliënt A. en de andere studenten observeren. Leef je in in je rol, maar wees in het rollenspel respectvol tegenover elkaar. • Zoek een ruimte waarin je de situatie uit de casus kunt naspelen.

C

op

yr

Werkmodel Rollenspel <

Rollenspel agressie

u' Ac

b. Denk je dat jij goed met agressie kunt omgaan? Welke eigenschap helpt je daarbij? Welke eigenschap zit je daarbij juist in de weg?

26

Uitvoering • Speel de situatie uit de casus. Gebruik hierbij Werkmodel Rollenspel. • De studenten die observeren, gebruiken Werkmodel Observatieformulier om hun observaties gestructureerd te noteren. • Doe dit nog een keer met twee nieuwe spelers. Probeer hierbij dingen die misschien in het eerste rollenspel nog lastig waren anders aan te pakken.


Misstanden rond arbowetgeving signaleren

fb .v

.

Reflectie a. Pieter-Jan: beschrijf wat je voelde toen de cliënt je bedreigde, uitschold en met de stoel zwaaide. Wat deed dit met je?

Theoriebron Hygiëne < Filmpje Voorkom ongelukken in huis <

Volgens de statistieken vinden de meeste ongelukken in of rond het huis plaats. Kijk daarom eens kritisch naar je eigen omgeving. Voorbereiding • Bekijk het Filmpje ‘Voorkom ongelukken in huis’ en het Filmpje ‘Ongelukken thuis voorkomen’. Het laatste filmpje gaat vooral over gevaren voor kinderen, maar veel van die gevaren gelden ook voor volwassenen. • Kijk kritisch rond in je eigen huis of je eigen kamer. Uitvoering • Vul de tabel in. Noteer ten minste acht mogelijk gevaarlijke situaties. Gebruik hierbij je kennis over de voorschriften van de Arbo. Situatie

Mogelijk gevaar

Gewenste situatie

ig

Filmpje Ongelukken thuis voorkomen <

Gebruik bij deze opdracht Theoriebron Arbowetgeving en Theoriebron Hygiëne.

Ed

Theoriebron Arbowetgeving <

Lekencontrole

ht

Oefening 3

u' Ac

tie

b. Cliënt A.: beschrijf wat je zag toen je agressief reageerde op Pieter-Jan. Wat deed hij en wat deed dat met jou?

1

yr

2 3

C

op

4 5 6 7 8

27


Misstanden rond arbowetgeving signaleren

Theoriebron Hygiëne < Theoriebron Ergonomisch werken en tilvaardigheden <

tie

Uitvoering • Houd de interviews. Neem de gesprekken op met je mobieltje of een ander apparaat, of gebruik pen en papier. • Maak van de twee interviews één verslag. In dat verslag staan de tien vragen met de antwoorden. Schrijf de antwoorden zo veel mogelijk letterlijk op. • Vergelijk de antwoorden van jullie twee respondenten. • Kijk of er opvallende overeenkomsten en verschillen zijn. Beschrijf deze overeenkomsten en verschillen in de conclusie van je verslag. • Eindig het verslag met een discussie. Bespreek in de discussie of je vindt dat de respondenten veel risico’s lopen. Bespreek ook hoe ze die zo veel mogelijk zouden kunnen voorkomen.

ig

ht

Werkmodel Interview <

Voorbereiding • Lees Theoriebron Arbowetgeving, Theoriebron Hygiëne en Theoriebron Ergonomisch werken en tilvaardigheden nog eens door. • Maak afspraken voor interviews met twee personen uit de beroepspraktijk. Kies bij voorkeur mensen die een beroep uitoefenen dat jullie later ook graag willen doen. Spreek af wanneer je komt, met wie je komt en hoelang het interview mag duren. • Bevestig de afspraken schriftelijk. • Stuur de vragen van tevoren op als je respondenten daarom vragen. • Verdiep je in de werkzaamheden van de respondenten. • Bedenk tien vragen over de risico’s die deze mensen en hun cliënten lopen als ze aan het werk zijn.

u' Ac

Theoriebron Arbowetgeving <

Interview

Ed

Oefening 4

fb .v

.

Reflectie Evalueer jouw lekencontrole. Wat zijn de vijf gevaarlijkste situaties bij jou thuis? Vind jij die situaties aanvaardbaar of zou je ze eigenlijk moeten aanpassen? Zo ja, wat kun je zelf doen om die situaties minder gevaarlijk te maken?

C

op

yr

Reflectie Vind je dat de medewerkers voldoende hun best doen om risico’s te vermijden? Wat vind jij goed? Wat zou jij anders doen?

28


Misstanden rond arbowetgeving aankaarten

.

Misstanden rond arbowetgeving aankaarten

fb .v

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

Er kan op je werk best zo nu en dan iets misgaan. Als jij vindt dat het belangrijk genoeg is om daar wat aan te doen, moet je in de eerste plaats je leidinggevende aanspreken. Het is zijn of haar taak om aan verbeteringen te werken. Meestal zal het ook op die manier lopen en worden de problemen opgelost. Maar soms heeft een leidinggevende geen zin of geen tijd om naar jouw klachten te luisteren. Is het dan einde verhaal? Gelukkig niet. Goede arbeidsomstandigheden zijn echt heel belangrijk. Daarom kun je als dat nodig is ook buiten je leidinggevende om hulp krijgen.

ig

Misstanden kun je bespreken met je leidinggevende.

yr

Leerdoelen Je kunt misstanden mondeling en schriftelijk aankaarten bij je leidinggevende. Je kunt vervolgstappen ondernemen als je leidinggevende niet ingaat op jouw mondelinge of schriftelijke melding van een misstand.

C

op

• •

29


Misstanden rond arbowetgeving aankaarten

Voorbereiding • Lees de casus Buurtcentrum. • Lees Theoriebron De klokkenluidersregeling. • Onderzoek wat de Arbowet en/of het arboconvenant vermeldt over de eisen waaraan een werkplek moet voldoen. Denk bijvoorbeeld aan eisen met betrekking tot het meubilair, de ruimte, de toegankelijkheid en het gewicht dat getild mag worden. Gebruik hierbij Website Onderwerpen Arboportaal. • Onderzoek hoe je arbomisstanden aan de orde kunt stellen, wie je moet benaderen, hoe je die persoon het best kunt benaderen, welke gegevens je moet aanleveren.

u' Ac

Werkmodel Rollenspel <

Je werkt twee dagen in de week vanuit een oud buurtcentrum. Je ondersteunt de bewoners van de wijk bij het invullen van formulieren en het in kaart brengen van problemen. De wijk vergrijst. Het buurtcentrum was niet rolstoelgeschikt, daarom is er een rolstoelplank gekomen. Het idee is dat jij dagelijks bij binnenkomst de plank gaat neerleggen. De plank is echter erg zwaar en is bovendien heel smal. De cliënten die in een rolstoel bij het buurtcentrum komen, kunnen daardoor nog niet zelfstandig binnenkomen en voelen zich onveilig.

tie

Website Onderwerpen Arboportaal <

Casus Buurtcentrum

fb .v

Theoriebron De klokkenluidersregeling <

Een misstand mondeling melden

.

Oefening 1

ht

Ed

Uitvoering • Werk dit uit in een kort verslag in Word, voor de casus met de rolstoelplank. • Beschrijf wat er niet goed gaat. • Maak een overzicht van de gegevens die belangrijk zijn voor je leidinggevende. • Bereid je voor op het spelen van een rollenspel. Gebruik hierbij Werkmodel Rollenspel. • Lees de casus en je verslag goed door. • Bepaal hoe je deze gegevens mondeling bij je leidinggevende onder de aandacht brengt. • Kies daarna een rol: één student speelt de werknemer en één student de leidinggevende. De leidinggevende is bereid om te luisteren naar de werknemer, maar maakt geen echte afspraken. Hij of zij probeert de werknemer een beetje af te wimpelen. De werknemer probeert echt met de werkgever te praten, maar geeft het uiteindelijk op. • Leef je in in je rol, maar wees in het rollenspel respectvol tegenover elkaar. • Zoek een ruimte waarin je de situatie uit de casus kunt naspelen.

C

op

yr

ig

Reflectie a. Vond je het belangrijk om de aandacht van je leidinggevende te krijgen? Hoe voelde het toen dat niet zo goed lukte?

30

b. Zou jij het hierbij laten? Leg je antwoord uit.


Misstanden rond arbowetgeving aankaarten

Website Onderwerpen Arboportaal < Werkmodel Zakelijke brief <

Casus Buurtcentrum

.

Je werkt twee dagen in de week vanuit een oud buurtcentrum. Je ondersteunt de bewoners van de wijk bij het invullen van formulieren en het in kaart brengen van problemen. De wijk vergrijst. Het buurtcentrum was niet rolstoelgeschikt, daarom is er een rolstoelplank gekomen. Het idee is dat jij dagelijks bij binnenkomst de plank gaat neerleggen. De plank is echter erg zwaar en is bovendien heel smal. De cliënten die in een rolstoel bij het buurtcentrum komen, kunnen daardoor nog niet zelfstandig binnenkomen en voelen zich onveilig.

fb .v

Theoriebron De klokkenluidersregeling <

Een misstand schriftelijk melden

Je hebt dit probleem mondeling aangekaart bij de leidinggevende, maar het is je niet gelukt om tot een goed gesprek te komen. Je leidinggevende heeft niet echt geluisterd en lijkt ook niet van plan om iets met jouw opmerkingen te gaan doen. Je gaat het daarom met een brief proberen.

tie

Oefening 2

Ed

u' Ac

Voorbereiding • Lees de casus Buurtcentrum. • Lees Theoriebron De klokkenluidersregeling. • Onderzoek wat de Arbowet en/of het arboconvenant schrijft over de eisen waaraan een werkplek moet voldoen. Denk bijvoorbeeld aan eisen met betrekking tot het meubilair, de ruimte, de toegankelijkheid en het gewicht dat getild mag worden. Gebruik hierbij de website Onderwerpen Arboportaal. • Onderzoek hoe je arbomisstanden aan de orde kunt stellen, wie je moet benaderen, hoe je die persoon het best kunt benaderen en welke gegevens je moet aanleveren.

Reflectie Zou je nu een cliënt kunnen ondersteunen die arbogerelateerde problemen op het werk heeft? Zo ja, waarom? Zo nee, welke vaardigheden moet je nog ontwikkelen om dit wel te kunnen doen?

C

op

yr

ig

ht

Uitvoering • Werk dit uit in een kort verslag in Word, voor de casus met de rolstoelplank. • Beschrijf wat er niet goed gaat. • Maak een overzicht van de gegevens die belangrijk zijn voor je leidinggevende. • Stel een brief op aan je leidinggevende. Maak deze brief op als een zakelijke brief. Gebruik hiervoor Werkmodel Zakelijke brief. • Neem in elk geval het volgende in de brief op: – de datum – aan wie de brief gericht is – jouw naam en functie – een uitleg van wat er in jouw ogen mis is – een korte verwijzing naar de Arbowet – verzoek om een schriftelijke reactie binnen één week – ondertekening.

31


Misstanden rond arbowetgeving aankaarten

Website Inspecties ZW < Website Huis voor klokkenluiders <

.

Voorbereiding • Lees Theoriebron De klokkenluidersregeling. • Bekijk de website Inspecties ZW en de website Huis voor klokkenluiders. • Zoek uit welke stappen je kunt nemen als je direct leidinggevende niet reageert. – Welke stappen kun je nog binnen jouw bedrijf nemen? – Welke stappen kun je buiten het bedrijf om nemen?

Uitvoering • Zet de stappen die je kunt nemen op een rijtje. • Maak van deze stappen een flyer in Word. De flyer is bedoeld voor alle werknemers die ditzelfde meemaken. • Maak de flyer op A5-formaat. Heb je zelf nog andere websites gevonden met meer informatie? Vermeld deze dan ook op de flyer. • Vergelijk jullie flyer met die van een ander groepje. Staat alle informatie erop? Zo niet, vul de flyer dan aan.

u' Ac

Website Drost Letselschade <

Het kan gebeuren dat je leidinggevende niet reageert op jouw klachten, dat er ondanks aandringen van jou (en je collega’s) geen maatregelen worden genomen. Dan kom je voor de keuze te staan: laat je het zitten of pak je door? Hoewel het best moeilijk kan zijn, is doorpakken toch vaak de beste keuze. Welke stappen kun je ondernemen als jouw leidinggevende niets doet met jouw klachten, ook niet nadat je een brief hebt geschreven?

fb .v

Theoriebron De klokkenluidersregeling <

Als er niet geluisterd wordt

tie

Oefening 3

Oefening 4

SZW

Als het je niet lukt om je bedrijf tot verbeteringen te bewegen, kun je uiteindelijk naar de Inspectie SZW stappen.

ig

Website Inspectie SZW <

ht

Ed

Reflectie Zou jij een van de stappen die op de flyer staan durven te zetten? Leg uit waarom wel of waarom niet.

C

op

yr

Website Drost Letselschade <

Voorbereiding • Lees de informatie op de website Inspectie SZW en de website Drost Letselschade. • Zoek uit hoe je bij de Inspectie SZW een klacht kunt indienen. Schrijf stapsgewijs op wat je moet doen en waar je rekening mee moet houden. Uitvoering • Maak van de informatie die je nu verzameld hebt een overzichtelijke handleiding voor op een flyer. Deze handleiding is bedoeld voor mensen die zich gedwongen zien een klacht bij de Inspectie SZW te melden. • Maak de flyer in Word op A5-formaat. • Vergelijk jullie tekst met die van een ander groepje. Staat alle informatie erop? Zo niet, vul de informatie dan aan.

32


Misstanden rond arbowetgeving aankaarten

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Reflectie Zou je nu een cliĂŤnt kunnen ondersteunen die arbogerelateerde problemen op het werk heeft? Zo ja, waarom? Zo nee, welke vaardigheden moet je nog ontwikkelen om dit wel te kunnen doen?

33


RI&E-protocol opstellen

RI&E-protocol opstellen

.

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

RI&E staat voor: risico-inventarisatie en -evaluatie. Een RI&E is een document dat in elk bedrijf verplicht aanwezig moet zijn. Een RI&E is voor werkgevers verplicht om de gezondheid en veiligheid te vergroten. Elk bedrijf of elke instelling moet door een arbodienst laten controleren of en hoe het werk gevaarlijk of ongezond kan zijn voor medewerkers. Daarvan moet een rapport gemaakt worden. In de RI&E moet ook een plan van aanpak (PVA) zijn gemaakt. In dit PVA staat welke maatregelen een werkgever gaat nemen om de geconstateerde risico’s aan te pakken.

Werkgevers zijn verplicht een RI&E op te stellen.

ig

Leerdoelen

C

op

yr

• • •

34

Je kunt een RI&E zelf uitvoeren en een inventarisatie maken van de risico’s. Je kunt de risico’s sorteren. Je kunt een RI&E afronden door een plan van aanpak op te stellen.


RI&E-protocol opstellen

Oefening 1

Om een goede RI&E op te stellen, moet je een ruimte of een gebouw eerst goed bekijken. Er zijn regels waar elke ruimte aan moet voldoen, bijvoorbeeld wat betreft frisse lucht, vluchtwegen of niet-gladde vloeren. Er zijn ook regels die alleen bij bepaalde ruimtes van belang zijn. In een koelcel zul je vooral op hygiëne en aan- en afvoer van voedsel moeten letten. In een houtwerkplaats is de aanwezigheid van PBM’s en veilige apparaten het belangrijkst. Dat kun je nazoeken in de arbocatalogi.

.

Theoriebron Arbowetgeving <

Welke arbovoorschriften horen bij een ruimte?

fb .v

Theoriebron Hygiëne <

Uitvoering • Maak een kort verslag waarin staat welke ruimte jullie gaan onderzoeken en wat er specifiek is aan die ruimte. • Beschrijf de aandachtspunten die belangrijk zijn voor jullie ruimte en voor het werk dat daar gedaan wordt. Vergeet ook de algemene aandachtspunten niet. • Zijn er regels die je niet begrijpt? Overleg dan met je groep. Zorg dat je goed weet waar je in jullie ruimte op moet letten.

u' Ac

Filmpje RI&E door studenten <

tie

Website Arboportaal <

Voorbereiding • Zoek een werkruimte, activiteitenruimte, technieklokaal, keuken of andere ruimte. Kies bij voorkeur een ruimte waarin gewerkt wordt met gereedschappen en materialen. Overleg met je docent en de beheerder van die ruimte of je daar aan deze opdracht mag werken. • Zoek uit welke arboregels van belang zijn voor die ruimte. Let daarbij op de eigenschappen van de ruimte. Zoek ook uit welke arboregels altijd gelden.

Oefening 2

Voer een controle uit

Je gaat een ruimte controleren. Kijk rustig om je heen en vraag je af hoe jij met alle apparaten en dergelijke zou omgaan. Zijn er toevallig mensen aan het werk? Kijk dan of zij zich aan de veiligheidsvoorschriften houden. Vraag ze eventueel of zij de veiligheidsvoorschriften kennen en wat zij daarvan vinden. Vraag ook of zij bepaalde dingen in de ruimte gevaarlijk vinden.

C

op

yr

ig

Website RI&E Stap 1: Inventarisatie <

ht

Ed

Reflectie Er zijn best veel regels die voor alle ruimtes gelden. Ben je het eens met die regels? Leg je antwoord uit.

Voorbereiding • Zoek een werkruimte, activiteitenruimte, handvaardigheidslokaal, klaslokaal of andere ruimte waarin gewerkt wordt met gereedschappen en materialen. Overleg met je docent en de beheerder van die ruimte of je daar aan deze opdracht mag werken. • Maak een afspraak met de beheerder van de ruimte die jullie willen onderzoeken. Uitvoering • Voer de controle uit. Kijk of je potentiële gevaren ziet. Schrijf deze op en bedenk meteen hoe je de situatie kunt verbeteren. Vraag aan de beheerder (of andere verantwoordelijke) het volgende: – Zijn hier in het verleden ooit ongevallen gebeurd? – Wat ging er toen mis? – Wat is er gedaan om dat op te lossen? – Werken de oplossingen goed?

35


RI&E-protocol opstellen

• •

Schrijf een kort verslag over de informatie die je van de verantwoordelijke hebt gekregen. Vul de tabel in: Situatie

Mogelijk gevaar

Gewenste situatie

.

1

fb .v

2 3 4 5 6

tie

7 8

u' Ac

Reflectie a. Had je verwacht dat er in één ruimte zo veel dingen zijn waar je op moet letten wat betreft de arborichtlijnen? Leg je antwoord uit.

Ed

b. Wat viel je het meest op tijdens het maken van deze opdracht?

ig

ht

c. Sta jij zelf weleens stil bij wat er allemaal kan misgaan? Kijk jij bijvoorbeeld waar de nooduitgang is als je uitgaat?

Risicoanalyse voorbereiding

C

op

yr

Oefening 3

36

Om een goede RI&E te maken, moet je inschatten hoe groot een risico is. Het is namelijk niet realistisch om te verwachten dat het ergens 100 procent veilig is, al zou je dat natuurlijk wel willen. De logische weg is dat er steeds gekeken wordt naar wat het eerst aangepakt moet worden. Dat kost tijd en geld. Zijn de grootste gevaren aangepakt, dan kan in een volgende ronde aan minder dringende zaken worden gewerkt. Voorbereiding • Zoek een werkruimte, activiteitenruimte, handvaardigheidslokaal, klaslokaal of andere ruimte waarin gewerkt wordt met gereedschappen en materialen. Overleg met je docent en de beheerder van die ruimte of je daar aan deze opdracht mag werken. • Maak een afspraak met de verantwoordelijke van jullie werkruimte of werkplaats.


RI&E-protocol opstellen

fb .v

.

Uitvoering • Stel de volgende vragen aan de verantwoordelijke persoon: – Welke risico's zijn in deze ruimte het meest bedreigend? – Zijn er situaties die wettelijk niet zijn toegestaan? – Welke risico's kunnen schade veroorzaken aan medewerkers, apparaten of cliënten? – Welke risico's zien u of andere medewerkers graag aangepakt? – Welke aanpassingen zijn technisch mogelijk? • Maak een kort verslag van dit gesprek.

Werkmodel Voorbeeld RI&E Deel 1 <

u' Ac

Website RI&E Stap 2: Evaluatie <

Risicoclassificatie uitvoering

Je hebt je voorbereid op het inschatten van de risico’s. Je hebt een hele lijst met risico’s opgesteld en je hebt overleg gehad met de mensen op de werkvloer. Daardoor heb je nu inzicht in de situatie van het gebouw of de ruimte die je onderzocht hebt. Voorbereiding • Open Werkmodel Voorbeeld RI&E Deel 1. Lees de eerste pagina door en kijk of je de tabel begrijpt. Een groot deel van de tabel is nu nog niet ingevuld.

Ed

Oefening 4

tie

Reflectie Is RI&E iets waarmee de persoon of personen die jij spreekt echt bezig zijn? Heb jij het gevoel dat ze dit een belangrijk onderdeel van hun werk vinden? Ben jij het eens met deze houding?

Uitvoering • Open (nogmaals) Werkmodel Voorbeeld RI&E Deel 1. • Vul de kolom RC in. • Bespreek de risicoclassificatie met een ander groepje. Hebben zij dezelfde prioriteiten gesteld? Leg aan elkaar uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt.

yr

ig

ht

Reflectie a. Vond je het lastig om keuzes te maken?

C

op

b. Is iedereen in het groepje tevreden over de risicoclassificatie? Zijn jullie het onderling eens? Waarom wel of waarom niet?

37


RI&E-protocol opstellen

Werkmodel Opstellen van een RI&E <

.

Voorbereiding • Open Werkmodel Voorbeeld RI&E Deel 2. De RI&E is ingevuld. Het plan van aanpak is nog leeg.

Uitvoering • Open (nogmaals) Werkmodel Voorbeeld RI&E Deel 2. • Vul de kolom Maatregel in. Beschrijf achter elk punt uit de RI&E heel kort wat er moet gebeuren om het probleem op te lossen. • Vul in de kolom Prio de cijfers in die ook in de kolom RC staan. • Vul daarna de kolom ‘Wanneer klaar’ in. Noteer hier geen data, maar dagen, weken, maanden of jaren. Houd rekening met het belang van het punt en met de tijd die het kost om een aanpassing door te voeren. • De kolom ‘Verantwoordelijk’ hoef je niet in te vullen. • Vergelijk jullie plan van aanpak met dat van een ander groepje. Bespreek de verschillen. Leg aan elkaar uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt.

u' Ac

Werkmodel Voorbeeld RI&E Deel 2 <

Als je een RI&E hebt gemaakt, weet je welke punten aangepakt moeten worden. Op basis van die kennis maak je het plan van aanpak.

fb .v

Website RI&E Stap 3: Plan van aanpak <

Plan van aanpak

tie

Oefening 5

Theoriebron Arbowetgeving <

Je hebt een RI&E met een plan van aanpak gemaakt. Dit is ingediend bij de arbodienst en het document is goedgekeurd. Alle maatregelen zijn genomen, alle verbouwingen zijn uitgevoerd. Maar dat betekent niet dat je nooit meer naar je RI&E hoeft te kijken. Ook als alle maatregelen uitgevoerd zijn, moet je alert blijven. Veiligheidsmaterialen kunnen bijvoorbeeld verouderen en maatregelen worden niet altijd volgehouden. Voorbereiding • Open Werkmodel Voorbeeld RI&E Deel 3. De RI&E is ingevuld. Het plan van aanpak en de prioriteiten zijn ook ingevuld.

yr

ig

Website Arboportaal – Risico-inventarisatie & -evaluatie <

Een RI&E en plan van aanpak bijhouden

ht

Oefening 6

Ed

Reflectie Vond je het lastig om de punten in het plan van aanpak uit te werken? Wat was makkelijk, wat was lastig? Waarom?

C

op

Website FAQ’s voor RI&E <

Werkmodel Voorbeeld RI&E Deel 3 <

38

Uitvoering • Bepaal bij elk punt of controle over één jaar weer nodig is. Geef dit aan met ja of nee. • Zoek dingen op waar je over twijfelt. Moet je bijvoorbeeld een brandblusapparaat elk jaar laten keuren? • Presenteer jullie lijst aan de klas. Bespreek de punten bij 1.1 en 1.2. Leg jullie keuzes uit. Probeer met zijn allen te bepalen of je een punt wel of niet jaarlijks moet controleren. • Een ander groepje presenteert hun lijst. Zij bespreken hun keuzes bij 1.3 en 1.4. • Een derde groepje presenteert hun lijst. Zij bespreken hun keuzes bij 1.5 tot en met de PAGO. • Een vierde groepje presenteert hun lijst. Zij bespreken hun keuzes bij 1.5 vanaf de PAGO tot het eind.


RI&E-protocol opstellen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Reflectie Ga je nu bewuster met gevaren om? Motiveer je antwoord.

39


Theoriebron Arbowetgeving

.

Theoriebron Arbowetgeving

fb .v

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

In de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staan regels voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers te vergroten. De Arbowet (Arbeidsomstandighedenwet) heeft tot doel ongevallen en ziekten die veroorzaakt worden door het werk, te voorkomen. De Arbowet is een kaderwet. Dat betekent dat er geen concrete regels in staan. Er staan alleen algemene bepalingen en richtlijnen in over het arbobeleid in bedrijven.

ig

Veiligheid voor alles.

C

op

yr

Arbobesluit en arboregeling

40

In het Arbobesluit (Arbeidsomstandighedenbesluit) staan concrete regels. Deze regels zijn ingedeeld naar onderwerp. In het Arbobesluit staat welk resultaat het arbobeleid moet hebben, maar er staat niet in hoe dat resultaat bereikt moet worden. Het Arbobesluit geldt voor iedereen bij de overheid, in het bedrijfsleven en voor alle werknemers. In dit besluit staan aparte regels voor: • onderwijs • overheid • vervoer • justitiële rijksinrichtingen • defensie • jeugdigen • zwangeren • thuiswerkers.


Theoriebron Arbowetgeving

In het Arbobesluit vind je onder andere regels over: • gevaarlijke stoffen • de organisatie van het werk • de inrichting van arbeidsplaatsen • persoonlijke beschermingsmiddelen.

u' Ac

tie

fb .v

.

In de arboregeling staan sommige delen van het Arbobesluit verder uitgewerkt. Bijvoorbeeld: • de taken van de arbodienst • de keuring van materialen zoals hijskranen • regels voor apparatuur, meubilair en programmatuur.

Arbeidsomstandighedenwet, Arbobesluit, arbobeleid en -catalogus.

Ed

Arbobeleid en arbocatalogus

ig

ht

Volgens de Arbowet zijn werkgevers verplicht om een arbobeleid (arbeidsomstandighedenbeleid) te voeren. Door middel van een passend arbobeleid kan een bedrijf ziekteverzuim beperken, arbeidsongeschiktheid en beroepsziektes voorkomen en werknemers beschermen tegen agressie en seksuele intimidatie. Hoe elk bedrijf dat voor de eigen situatie aanpakt, staat in de arbobeleidsregels van het bedrijf. In het arbobeleid staat concreet wat het bedrijf moet doen om aan de eisen van het Arbobesluit en de Arbowet te voldoen.

C

op

yr

De arbocatalogus wordt gemaakt door werkgevers en werknemers. Hierin staan de technieken en manieren, de normen en praktische handleidingen voor veilig en gezond werken. Werkgevers en werknemers zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud van deze catalogi. Als een arbocatalogus is goedgekeurd door de overheid, komt het arbobeleid voor die sector te vervallen.

Werkgevers en werknemers Zowel de werkgever als de werknemer is verantwoordelijk voor een gezonde en veilige werkplek. De werkgever moet zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Van de werknemer wordt verwacht dat hij meewerkt aan het op een veilige manier gebruikmaken van deze omstandigheden en aan het op een veilige manier verrichten van zijn werkzaamheden. De Arbeidsinspectie ziet toe op handhaving van de Arbowet.

41


Theoriebron Arbowetgeving

fb .v

.

Werkgevers zijn verplicht om ervoor te zorgen dat werknemers veilig en gezond kunnen werken. Door het opstellen van arbobeleid kan de werkgever dit doen. Dit beleid wordt opgesteld in samenwerking met de vertegenwoordiging van werknemers, zoals de ondernemingsraad en vakbonden. Het arbobeleid bestaat onder andere uit de volgende onderdelen: 1. de aanwezigheid van een RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie) 2. de beschikbaarheid van een bedrijfsarts of arbodienst 3. de aanwezigheid van een preventiemedewerker 4. de aanwezigheid van een bhv’er 5. de aanwezigheid van voorlichting 6. de beschikbaarheid van een arbeidsdeskundige 7. de mogelijkheid tot een PAGO 8. de aanwezigheid van goed omschreven rechten en plichten.

tie

Papieren verplichtingen van werkgevers

Ed

u' Ac

In de arbowetgeving zijn regels opgenomen waaraan werkgevers zich moeten houden. Werkgevers moeten het volgende papierwerk in orde hebben: • Er moet arbeidsomstandighedenbeleid (arbobeleid) worden gemaakt en uitgevoerd. De arbeid die in het bedrijf wordt uitgevoerd, mag geen negatieve gevolgen hebben voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemers. • Er moeten een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en een plan van aanpak worden opgesteld, ontwikkeld, gemaakt en uitgevoerd. • Arbeidsongevallen en beroepsziektes moeten worden gemeld en geregistreerd. • Er moet voorlichting en onderricht worden gegeven aan de werknemers, bijvoorbeeld over het gebruik van arbeidsmiddelen of persoonlijke beschermingsmiddelen. Het is ook mogelijk dat voorlichting en onderricht wordt gegeven over hoe in een bedrijf wordt omgegaan met agressie, geweld en seksuele intimidatie. • Werknemers moet de mogelijkheid en gelegenheid worden geboden om periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

ht

Uitvoerende verplichtingen van werkgevers

C

op

yr

ig

Verder moeten werkgevers zich aan de volgende regels houden: • De manier van inrichten van de arbeidsplaatsen, de methoden van werken, de gebruikte arbeidsmiddelen en de arbeidsinhoud moeten zo veel mogelijk aangepast worden aan de persoonlijke eigenschappen van de werknemers. Dit zal vooral van toepassing zijn voor werknemers met een structurele functionele beperking, bijvoorbeeld door ziekte. • De werkgever moet zo veel mogelijk gevaren voor de gezondheid van werknemers bij de bron aanpakken. Bijvoorbeeld: een machine die te veel lawaai maakt, moet worden vervangen door een stillere machine. • Monotone en tempogebonden arbeid moet zo veel mogelijk worden voorkomen en beperkt. • Zware ongelukken met gevaarlijke stoffen moeten worden voorkomen en beperkt. • Wanneer de werknemers arbeid verrichten, moet gevaar voor anderen (derden) worden voorkomen.

42


Theoriebron Arbowetgeving

Verplichtingen van werknemers

tie

fb .v

.

Ook werknemers hebben zich aan een aantal regels te houden. De belangrijkste verplichtingen van werknemers zijn: • Arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen moeten op een juiste wijze gebruikt worden. • Op arbeidsmiddelen aangebrachte beveiligingen mogen niet veranderd en niet weggehaald worden. Deze beveiligingen moeten op de juiste wijze gebruikt worden. • Door de werkgever beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen moeten op een juiste manier gebruikt worden. Deze moeten op de daarvoor bestemde plaats opgeborgen worden. • Werknemers moeten meewerken aan de georganiseerde instructie (’onderricht’). • De werkgever moet ingelicht worden over opgemerkte gevaren voor de veiligheid en gezondheid in het bedrijf. • De werkgever en andere deskundige personen (preventiemedewerker, bhv'er, arbodienstverlener) worden, indien nodig, bijgestaan bij de uitvoering van hun verplichtingen.

u' Ac

Een risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E)

Ed

Een RI&E is voor werkgevers verplicht om de gezondheid en veiligheid te vergroten. Elk bedrijf of elke instelling moet door een arbodienst laten controleren of het werk gevaarlijk of ongezond kan zijn voor medewerkers, en waardoor dit eventueel het geval is. Daarvan moet een rapport gemaakt worden. In de RI&E moet ook een plan van aanpak (PVA) zijn gemaakt. In dit PVA staat welke maatregelen een werkgever gaat nemen om de geconstateerde risico’s aan te pakken. Hiermee kunnen de risico’s voor het personeel en het bedrijf of de instelling teruggedrongen worden. Een RI&E bestaat uit twee zaken die schriftelijk vastgelegd moeten worden: • een lijst met alle risico’s in een bedrijf of instelling • een plan voor het oplossen van die risico's.

yr

ig

ht

In een RI&E moeten staan: • inventarisatie (opsomming) van risico's • evaluatie van risico's (beoordeling van het gevaar) • toets (beoordeling) van de gecertificeerde arbodienst • plan van aanpak • adviezen van de gecertificeerde arbodienst over het plan van aanpak.

C

op

Een RI&E wettelijk maken Een RI&E kan op twee manieren wettelijk geldig gemaakt worden: 1. Mogelijkheid 1: Een bedrijf neemt contact op met een arbodienst en vraagt deze de gehele RI&E op te stellen. 2. Mogelijkheid 2: Een bedrijf maakt zelf een inventarisatie van de risico's en beschrijft de evaluatie en maatregelen in een plan van aanpak. Wanneer de RI&E is uitgevoerd en het plan van aanpak is gemaakt, stuurt het bedrijf deze op naar een arbodienst. De arbodienst toetst de RI&E en komt langs voor een bespreking en eventueel een rondgang door het bedrijf. De arbodienst keurt de RI&E goed of vraagt het bedrijf deze bij te stellen, zodat hij alsnog goedgekeurd kan worden. Daarnaast adviseert de arbodienst het bedrijf bij het plan van aanpak.

43


Theoriebron Hygiëne

Theoriebron Hygiëne

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Behalve dat we er allemaal fris willen uitzien en ruiken, heeft hygiëne nog een belangrijke functie: ziektes buiten de lichaamsdeur houden.

Hygiëne in de keuken is heel belangrijk.

Verschillende soorten hygiëne

ig

ht

Hygiëne kan in drie categorieën worden ingedeeld: 1. persoonlijke hygiëne 2. levensmiddelenhygiëne 3. bedrijfshygiëne.

yr

Ad 1: persoonlijke hygiëne gaat over het in aanraking komen met voedsel. Belangrijk zijn schone handen en kleding.

C

op

Ad 2: bij levensmiddelenhygiëne moet gelet worden op de houdbaarheid van het voedsel. Het voedsel mag niet bederven. Ad 3: het schoonhouden van een bedrijfsruimte behoort tot de bedrijfshygiëne. De bedoeling is om bacteriën uit de buurt van voedsel te houden.

Directe verspreiding Ziektes kunnen door een slechte hygiëne overgebracht worden. Denk daarbij aan griep- en verkoudheidsvirussen. Deze virussen worden via speekseldruppeltjes in de lucht overgebracht, bijvoorbeeld door praten, niezen of hoesten. Dit vindt vaak plaats in kleine openbare ruimten, zoals de tram, de trein, de metro, op kantoor, in de bibliotheek of bij de kinderen in de klaslokalen. Op dezelfde manier verspreiden mensen sommige bacteriële infecties, zoals tbc.

44


Theoriebron Hygiëne

Ziektes kunnen ook op andere manieren door bacteriën worden veroorzaakt. Je kunt bijvoorbeeld erg ziek worden van bedorven eten. Een voedselvergiftiging is voor jonge kinderen en oude mensen zelfs levensbedreigend.

fb .v

.

Indirecte verspreiding

Wat niet altijd (voldoende) beseft wordt, is de indirecte manier van besmetting. Mensen laten ziekteverwekkers achter op voorwerpen waar anderen weer met hun handen langsgaan. Denk bijvoorbeeld aan de leuning van een trap, een deurklink, de kraan, de lichtschakelaar of de telefoon. En wat dacht je van een toetsenbord? Via al die voorwerpen kunnen de ziekteverwekkers indirect van de ene op de andere persoon worden overgedragen.

tie

Preventie

u' Ac

Natuurlijk kun je nooit alles voor zijn, maar er zijn wel enkele zaken waaraan je kunt denken om de overdracht van ziekteverwekkers zo veel mogelijk te voorkomen.

Ed

Een bekend voorbeeld is het wassen van de handen. Wanneer we producten vastpakken, brengen we met onze handen vuil en ziekteverwekkers over. Bij onverpakte producten komen vuil en ziekteverwekkers direct in het product terecht. Zeker bij direct contact met het product moeten handen regelmatig zorgvuldig worden gewassen met zeep en warm water. Is er geen ruimte om de handen te wassen? Zorg dan dat je een fles desinfect bij je hebt. Dat is een soort alcohol voor de handen die, zodra je je handen ermee hebt ingesmeerd (minimaal circa twintig seconden), opdroogt in je handen en ze desinfecteert. Maak altijd gebruik van wegwerpzakdoekjes. Was je handen zoals hierboven omschreven (droog of nat) voor het koken, na toiletbezoek, na dieren aangeraakt te hebben of na voorwerpen in openbare ruimtes aangeraakt te hebben (bijvoorbeeld de trapleuning of deurklinken).

ht

HACCP

C

op

yr

ig

Om bacteriën niet de kans te geven om je eten te besmetten, is voedselhygiëne van groot belang. Besmet voedsel kan mensen namelijk erg ziek maken. Een belangrijk hulpmiddel om ervoor te zorgen dat voedsel veilig blijft, is het HACCP-plan (Hazard Analysis and Critical Control Points). Het HACCP-plan is ook bekend als het voedselveiligheidsplan. Het bestaat uit zeven fasen, die allemaal doorlopen moeten worden. Elke stap in dit proces is belangrijk en moet zorgvuldig behandeld worden. Hierdoor kun je op een gestructureerde manier gevaren analyseren en kritische controlepunten uitwerken. In het HACCP-plan moeten bepaalde onderwerpen opgenomen worden, zoals de normen voor hygiëne bij het bewerken en opslaan van voedingsmiddelen. De gezondheid van de consument staat voorop in dit hele proces. Het HACCP-plan zorgt ervoor dat bezoekers van een restaurant of consumenten van een instellingskeuken met een gerust hart kunnen eten.

45


Theoriebron Ergonomisch werken en tilvaardigheden

.

Theoriebron Ergonomisch werken en tilvaardigheden

fb .v

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

Wanneer je als werknemer elke dag voorwerpen moet tillen of dragen, loop je een grote kans op (blijvende) rugklachten. Daarom is het van belang deze manier van fysieke belasting zo veel mogelijk te beperken, of in elk geval op een verantwoorde manier uit te voeren. De werkgever is verplicht om maatregelen te treffen, zodat de werknemer veilig kan tillen en dragen.

ig

Verkeerd tillen kan leiden tot rugklachten.

C

op

yr

Rugklachten door tillen

46

In veel beroepen wordt elke dag getild. Voorbeelden zijn magazijnmedewerkers, orderklaarmakers en vrachtwagenchauffeurs. Maar denk bijvoorbeeld ook aan verzorgend of verplegend personeel. Tillen is erg belastend voor het lichaam, zeker als je dat vaak moet doen. Bij het tillen van zware voorwerpen kun je je rugspieren blesseren. Ook de bindweefselbanden rond de wervelkolom of tussenwervelschijven kunnen beschadigd raken. Hoe zwaarder je tilt, hoe groter de kans op beschadiging. Maar ook het tillen van lichte voorwerpen kan tot schade leiden. Je kunt bijvoorbeeld een verkeerde houding hebben of vaak achter elkaar tillen. Als je eenmaal rugklachten hebt opgelopen, kom je daar maar moeilijk van af. Hierdoor is de kans op een terugkeer in het aanvankelijke beroep vaak minimaal. Rugklachten zijn niet voor niets de meest voorkomende oorzaak van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.


Theoriebron Ergonomisch werken en tilvaardigheden

Duwen of trekken van rollende voorwerpen

.

Het op gang brengen en houden van een rollend voorwerp is belastend voor het lichaam van de werknemer, helemaal als dit met een schok gebeurt. Bij duwen of trekken wordt het lichaamsgewicht het meest gebruikt om de last te verplaatsen.

tie

Repeterende handelingen

fb .v

Het verplaatsen van rollende voorwerpen komt in vrijwel alle bedrijven en instellingen voor. Bijvoorbeeld: het gebruik van containers (transportsector, detailhandel, distributiecentra), handpallettrucks (magazijnen), onderhoudskarren (monteurs, schoonmakers) en vloeistofkuipen (chemie, voedingssector). Maar ook professionals in de welzijnssector kunnen te maken hebben met het verplaatsen van mensen in rolstoelen.

u' Ac

Er zijn werknemers die aan de lopende band staan, bijvoorbeeld caissières (die boodschappen langs een scanner halen) of slagers (die vlees uitbenen). Zij doen werkzaamheden die binnen enkele seconden steeds worden herhaald. Op de lange termijn kan dat tot gezondheidsklachten leiden.

Ed

Repeterende handelingen komen in veel bedrijven en instellingen voor. Wanneer je daarmee lang genoeg te maken hebt, kan dat leiden tot slijtage en daardoor tot gezondheidsklachten. Het risico wordt groter als de repeterende handelingen gecombineerd worden met een extra krachtsinspanning, zoals het bewegen van zware voorwerpen of het werken in een belastende werkhouding.

C

op

yr

ig

ht

Jij als maatschappelijk dienstverlener kunt te maken krijgen met mensen die klachten hebben door repeterende handelingen. Het is dus belangrijk dat jij weet hoe je mensen met deze klachten verder kunt helpen.

47


Theoriebron De klokkenluidersregeling

.

Theoriebron De klokkenluidersregeling

fb .v

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

In veel bedrijven en instellingen is een document beschikbaar waarin staat hoe je misstanden kunt aankaarten. Meestal hebben medewerkers van een bedrijf het als eerste in de gaten als er iets mis is binnen de organisatie. Zij kunnen terughoudend zijn om daarover te praten, omdat zij hun collega’s niet af willen vallen, of uit angst voor represaillemaatregelen of een oneerlijke behandeling.

ig

Klokkenluider: iemand die buiten de organisatie aan de bel trekt.

C

op

yr

De klokkenluidersregeling

48

Een klokkenluider is een werknemer die een (vermoeden van een) misstand constateert en deze meldt bij zijn/haar werkgever, met het doel dat de werkgever actie onderneemt om de misstand op te lossen. Werknemers die vermoeden dat er misstanden bestaan moeten dit op een eenvoudige en veilige manier kunnen melden. Met misstanden wordt bedoeld: • een overtreding van de wet- en regelgeving (bijvoorbeeld fraude, verduistering, corruptie); • een overtreding van de gedragsregels van zoals beschreven in de integriteitcode; • het veroorzaken van een situatie waardoor personeel of derden in gevaar kunnen worden gebracht.


Theoriebron De klokkenluidersregeling

fb .v

Waarom een eigen regeling?

.

De klokkenluiderregeling stelt medewerkers in staat een (mogelijke) misstand op een vroeg tijdstip te melden. Daarbij wordt niet verwacht dat zij kunnen bewijzen dat wat zij beweren waar is. Zij moeten wel kunnen aantonen dat er feiten en/of omstandigheden zijn die een redelijk vermoeden rechtvaardigen dat er sprake is van een misstand.

tie

Een werkgever wil de drempel voor het melden van misstanden zo laag mogelijk leggen. Het is daarbij een goede zaak wanneer medewerkers in eerste instantie elkaar aanspreken bij overtredingen van gedragsregels en van wet- en regelgeving. Als dat niet mogelijk is, wordt de medewerker aangemoedigd de misstand aan de direct leidinggevende te melden. Op dat moment heeft hij/zij ook de keuze om de melding te doen bij het meldpunt klokkenluider.

u' Ac

Het meldpunt klokkenluider wordt gevormd door een externe aangewezen persoon bij wie de klokkenluider zijn/haar melding in vertrouwen kan neerleggen, als hij of zij deze liever niet bij de direct leidinggevende kwijt wil. Deze persoon is benoemd met instemming van de ondernemingsraad en directie. Alleen als een interne melding onmogelijk (b)lijkt, kan de medewerker overwegen zijn of haar bezorgdheid buiten de organisatie kenbaar te maken. Als een medewerker meteen naar buiten treedt met het melden van een misstand, dan valt hij of zij niet onder de klokkenluidersregeling.

Ed

Hoe meld je een misstand?

De klokkenluider kan de misstand schriftelijk en/of mondeling indienen bij de direct leidinggevende (of bij het meldpunt klokkenluider). De voorkeur gaat uit naar een schriftelijke melding. Er kan dan geen discussie meer ontstaan over wat de klokkenluider nu precies heeft gemeld. Om de drempel zo laag mogelijk te houden, blijft mondelinge melding altijd mogelijk.

ig

ht

Bij een mondelinge melding vraagt de leidinggevende (of het meldpunt klokkenluider) aan de klokkenluider of hij/zij bezwaar heeft tegen het noemen van zijn/haar naam in het verslag. Mondelinge melding kan telefonisch gebeuren, maar ook in een persoonlijk gesprek binnen of buiten het bedrijf. De direct leidinggevende (of het meldpunt klokkenluider) maakt een verslag van het gesprek. Daarin worden de melding en eventuele andere relevante omstandigheden zo nauwkeurig mogelijk omschreven.

C

op

yr

De leidinggevende verzorgt direct de melding bij meldpunt klokkenluider. Als de medewerker dat, om welke reden dan ook, niet wil, dan doet hij/zij de melding rechtstreeks bij meldpunt klokkenluider. Meldpunt klokkenluider zal de nodige stappen ondernemen om de situatie te onderzoeken.

49


Theoriebron De klokkenluidersregeling

Wat gebeurt er na het melden van een misstand?

tie

fb .v

.

Na ontvangst van een melding bevestigt meldpunt klokkenluider de melding aan de klokkenluider. In deze bevestiging is vastgelegd: • Wat de melding van de medewerker precies inhoudt. • Dat de melding voor de klokkenluider geen strafmaatregelen of een oneerlijke behandeling tot gevolg heeft. • Dat de organisatie de klokkenluider ook verder zo goed mogelijk zal beschermen. • In hoeverre de melding vertrouwelijk afgehandeld kan worden; als complete vertrouwelijkheid om welke reden dan ook niet mogelijk is, wordt het vervolgtraject zorgvuldig met de klokkenluider besproken alvorens het wordt ingezet. • Dat de medewerker binnen uiterlijk acht weken informatie ontvangt over de voortgang en eventuele afronding van het onderzoek, waarbij wordt aangegeven tot welke stappen de melding heeft geleid.

u' Ac

Als het in het belang van het onderzoek beter wordt geacht geen mededelingen te doen over de ondernomen actie en de afronding van het onderzoek, wordt de laatstgenoemde informatie niet verstrekt. Uiteraard wordt de klokkenluider hiervan op de hoogte gesteld.

Advies

Ed

Het meldpunt klokkenluider rapporteert aan de directeur, inclusief een advies over de te nemen actie, en draagt het vervolgtraject over. Het vervolgtraject is niet vrijblijvend en het advies van meldpunt klokkenluider moet worden opgevolgd. Als de directeur onderdeel is van een (vermoeden van een) misstand, meldt het meldpunt klokkenluider de misstand rechtstreeks aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen en adviseert deze over de te nemen actie.

C

op

yr

ig

ht

Directie en Raad van Commissarissen garanderen dat tegen een klokkenluider, die in overeenstemming met de klokkenluiderregeling en integer handelt, geen enkele sanctie wordt ondernomen. De organisatie onderneemt passende actie om de klokkenluider te beschermen. Dit geldt ook wanneer na onderzoek blijkt dat een melding, die integer is gedaan, niet of onvoldoende gegrond is. De werkgever zal de naam van de klokkenluider geheimhouden.

50


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.