41372 Spelleiding bij een sport- en spelactiviteit

Page 1

.v

.

Training

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Spelleiding bij een sporten spelactiviteit


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur: Floortje Vissers Titel: Spelleiding bij een sport- en spelactiviteit ISBN: 9789 03724 137 2 ©

Ac t

ie

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

u'

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze training

Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk Voorbereiden van sport- en spelactiviteit Praatje, Plaatje, Daadje

8

15

23

37

Voorbereiding sport- en spelactiviteit 50

42

Ac t

Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

Praatje, Plaatje, Daadje

29

ie

Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit Afsluiten, evalueren en rapporteren

.v

.

7

fb

OriĂŤntatie

4

46

52

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

3


Over deze training

Over deze training

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Sport en spel is samen met recreatie een van de drie werkvelden van een sociaal-cultureel werker. Het heeft deze belangrijke positie omdat het mensen kan helpen, samen met andere vormen van hulp, om te participeren in de samenleving. Dat is belangrijk in de overgang van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. In deze training leer je dan ook over de rol van sport en spel als middel om maatschappelijke doelen te behalen. Je leert een sport- en spelactiviteit voor te bereiden met behulp van een doelgroepanalyse, situatieanalyse en de methode AARDE. Je leert een instructie te geven met behulp van de methode 'Praatje, plaatje, daadje' en kunt de voortgang van een sport- en spelactiviteit waarborgen. Vervolgens leer je deelnemers te begeleiden en te motiveren. Tot slot leer je een sport- en spelactiviteit af te sluiten, deze te evalueren en een rapportage op te stellen.

ig

Sport- en spelactiviteiten kunnen mensen uit een sociaal isolement halen.

yr

Leerdoelen

C

op

4

• • • •

Je hebt kennis van sport en spel binnen het sociaal-cultureel werk in relatie met de participatiesamenleving. Je kunt een sport- en spelactiviteit voorbereiden. Je kunt een instructie geven bij een sport- en spelactiviteit en controleren of iedereen het begrijpt met behulp van Praatje, Plaatje, Daadje (PPD). Je kunt de sport- en spelactiviteit op gang houden door deelnemers te motiveren en begeleiden en in te spelen op conflicten. Je kunt een sport- en spelactiviteit evalueren en rapporteren.


Over deze training

Beoordeling

.

Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling: • Je doet actief mee aan de lessen. • Je hebt een evenredige bijdrage geleverd aan de uitvoering van de groepsopdrachten. • Je hebt alle opdrachten en oefeningen uitgevoerd. • Je mondelinge taalgebruik was net en correct. • Je past communicatieve vaardigheden en theoretische kennis toe bij de demonstratie.

fb

.v

Beoordelingsformulier <

Planning

ie

Aan het einde van de training moet je een demonstratie uitvoeren. Plan deze demonstratie tijdig in. Lees eerste de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Ac t

Planningsformulier <

u'

Demonstratie: Een sport- en spelactiviteit voorbereiden en begeleiden

Ed

In de training leer je een sport- en spelactiviteit zodanig voor te bereiden en te begeleiden dat de activiteit naar wens verloopt en de doelstelling wordt behaald. Kortom, je leert op te treden als spelleider bij een sport- en spelactiviteit. In de demonstratie laat je zien dat je een goede spelleider bent. Tevens lever je een verslag in van je voorbereiding.

C

op

yr

ig

ht

Processtappen • Kies een doelgroep voor de activiteit, bijvoorbeeld kinderen, mensen met een andere etnische achtergrond, buurtbewoners, ouderen of jongeren. • Maak een doelgroep- en situatieanalyse. • Kies een een rubriek en kies een spelvorm. • Bereid de activiteit voor met behulp van de methode AARDE. Maak gebruik van het Werkmodel Sport- en spelactiviteit voorbereiden AARDE. • Bereid de instructie voor met behulp van de methode Praatje, Plaatje, Daadje. • Maak een opbouw- en opdrachtkaart voor de activiteit. • Geef de instructie aan de deelnemers en ga op juiste wijze om met vragen. • Observeer de deelnemers tijdens de uitvoering van de activiteit, motiveer en bied hulp indien nodig. • Sluit de activiteit op passende wijze af door een winnaar of resultaat te benoemen of bespreken en terug te kijken op de vooraf gestelde doelen. • Evalueer de activiteit met de deelnemers. Producteisen • In het verslag is een doelgroepanalyse opgenomen voor de sport- en spelactiviteit. • Het verslag bevat een situatieanalyse voor de sport- en spelactiviteit. • In het verslag staat een beschrijving van de gekozen rubriek en spelvorm. • In het verslag staat een beschrijving van de voorbereiding van de sport- en spelactiviteit, gericht op de methode AARDE. • In het verslag staat een beschrijving over het waarborgen van de veiligheid van de deelnemers. • De bijlage van het verslag bevat de opbouw- en opdrachtkaart van de sport- en spelactiviteit.

5


Over deze training

.

• •

Het verslag is in correct Nederlands geschreven en bevat een passend titelblad. De student heeft een instructie gegeven op basis van de methode Praatje, Plaatje, Daadje. De student heeft de uitvoering van de activiteit geobserveerd en heeft hulp aangeboden waar nodig. De student heeft de deelnemers begeleid en gemotiveerd. De student heeft de activiteit op passende wijze afgesloten door een winnaar of resultaat te benoemen of bespreken en terug te kijken op de vooraf gestelde doelen. De student heeft de activiteit geëvalueerd met de deelnemers.

.v

• • •

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Oefening 1

Sport in de wijk

.

Bekijk het Filmpje Introductie Kracht van Sport in de wijk. Hoe kun jij als toekomstig sociaal-cultureel werker sport en spel in de beroepspraktijk organiseren?

fb

.v

Filmpje Introductie Kracht van Sport in de wijk <

Oefening 2

ie

Bespreek je antwoorden met een medestudent. Werk je antwoord zo nodig bij.

Fairplay

Je gaat onderzoeken hoe jij reageert op discriminatie binnen de sport. Doe de test op de website van Playfairplay.

Ac t

Website Playfairplay <

Complimenten krijgen

Ed

Oefening 3

u'

Wat is jouw uitkomst? Herken je jezelf in de uitkomst?

Een compliment is de meest effectieve manier om gedrag te beïnvloeden. Complimenteren is een voorbeeld van een immateriële beloning.

yr

ig

ht

a. Vraag aan vijf mensen uit je omgeving een compliment. Schrijf ze direct op anders vergeet je ze! Welke complimenten heb je ontvangen?

c. Kun je een rode draad ontdekken in de complimenten die je ontvangen hebt? Leg je antwoord uit.

C

op

b. Welk compliment is voor jou het belangrijkst? Leg je antwoord uit.

7


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

.

Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

.v

Inleiding

ie

fb

Sport en spel is een belangrijk onderdeel binnen het sociaal-cultureel werk. Het is samen met recreatie een van de drie werkvelden waarin activiteiten voorbereid en uitgevoerd worden. Sport en spel is binnen het sociaal-cultureel werk een middel om maatschappelijke doelen te behalen.

Leerdoelen

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

• Je kunt de begrippen sport en spel uitleggen en kunt het verschil uitleggen. • Je kunt de functies van sport en spel in het sociaal-cultureel werk benoemen en de relatie met de participatiesamenleving uitleggen. • Je kunt diverse spelvormen en sportvormen benoemen. • Je kunt het belang van belonen en prijzen uitleggen en kunt diverse vormen van belonen en prijzen benoemen. • Je kunt de zes sleutelfactoren voor motivatie benoemen en uitleggen.

C

Oefening 1

8

Sport- en spelactiviteiten kunnen ervoor zorgen dat mensen langer zelfstandig kunnen blijven.

Betekenis sport en spel a. Zoek een definitie van het begrip sport die je goed vindt en leg je antwoord uit.


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

.v

.

b. Zoek een definitie van het begrip sport die je niet goed vindt en leg je antwoord uit.

ie

fb

c. Zoek een definitie van het begrip spel die je goed vindt en leg je antwoord uit.

Ac t

d. Zoek een definitie van het begrip spel die je niet goed vindt en leg je antwoord uit.

ht

Laat de verschillen en overeenkomsten tussen sport en spel zien door de volgende woorden en zinnen op de juiste plaats in de drie kolommen te plaatsen. • conditie • winnen en verliezen • geluk en toeval • training • strategie • rollenspel • seizoenscompetitie • coach en scheidsrechter • activiteitenbegeleider • regels en voorschriften sluiten geluk en toeval uit • gezelschapsspelen • computerspelen.

yr

ig

Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk <

Sport of spel?

Ed

Oefening 2

u'

Bespreek je antwoorden met een medestudent en pas zo nodig je antwoorden aan.

Overeenkomsten sport en spel

Typisch spel

C

op

Typisch sport

9


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

Oefening 3

Sport en spel belangrijk? Lees de Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk. Verdiep je vervolgens in de redenen waarom onderwijs, bedrijfsleven en gezondheidszorg bewegen belangrijk vinden voor respectievelijk hun leerlingen, werknemers en cliënten. a. Schrijf per soort organisatie minstens één reden op.

fb

.v

.

Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk <

Oefening 4

Ac t

ie

b. Hoe proberen deze organisaties, elk op hun eigen manier, voor elkaar te krijgen dat mensen meedoen aan sport en spel?

Sport en spel in sociaal-cultureel werk

Doelgroep

u'

a. In het sociaal-cultureel werk wordt sport en spel ingezet als hulpmiddel om sociale doelen te behalen. Om welke motieven gaat het? b. Vul het onderstaande schema aan door nog vijf doelgroepen te bedenken en zes motieven om sport en spel aan te bieden als beroepsbeoefenaar.

Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk <

Motief Voorkomen sociaal isolement

Kinderen

Sociale vaardigheden leren

Ed

Mensen met een verstandelijke beperking

yr

ig

ht

Mensen met een andere etnische achtergrond

C

op

Oefening 5

Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk < Filmpje SOVEE De Kracht van Sport <

10

Participatiesamenleving en sport en spel a. Bespreek in tweetallen wat de doelgroepen van de sociaal-cultureel werker zouden kunnen zijn en met welke motieven je sport en spel kunt aanbieden. Vind je dat sport en spel aanbieden ook kan omdat het gewoon leuk is om met elkaar te spelen? Of moet er altijd een probleem aan ten grondslag liggen?


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

fb

.v

c. Hoe kan sport en spel binnen het sociaal-cultureel werk bijdragen aan de participatiesamenleving?

.

b. Verdiep je in de doelstellingen van de participatiesamenleving. Wat is de betekenis van een participatiesamenleving?

Oefening 6

Ac t

ie

d. Bekijk het Filmpje SOVEE - De Kracht van Sport. Wat kan de rol van sport zijn voor risicojongeren?

Welke sporten en spellen ken jij?

Maak ieder een mindmap met behulp van Coggle. Eén student maakt een mindmap over enkele sporten die hij kent, de andere student maakt een mindmap over de spellen dat hij kent.

u'

Website Coggle <

Ed

Na tien minuten wisselen jullie de mindmaps uit. Vul de mindmap van de ander aan met sporten of spellen die jij kent.

ht

Jullie hebben nu twee mindmaps: één gericht op verschillende sporten en één gericht op verschillende spellen. Vergelijk deze mindmaps met de mindmaps van een ander tweetal en vul jullie mindmaps aan.

Oefening 7

a. Waarom is belonen belangrijk?

yr

ig

Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk <

Belonen door middel van complimenten

C

op

Filmpje Concreet complimenten geven <

b. Waaraan moet een beloning voldoen wil deze effectief zijn?

c. Waarom denk je dat een compliment geven (een immateriële beloning) effectiever is dan bijvoorbeeld een geldprijs (materiële beloning)?

Bekijk het Filmpje Concreet complimenten geven. Dit filmpje is gericht op complimenten geven aan kinderen tijdens het sporten, maar is ook voor jongeren en volwassenen goed te gebruiken!

11


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

d. Bedenk twee complimenten voor je medestudent die niet concreet zijn.

.v

.

e. Bedenk twee complimenten voor je medestudent die concreet zijn.

a. Zoek de meest geschikte beloning bij de activiteit en bespreek de keuzes met elkaar.

u'

Activiteit 1. Kleuters spelen op de lange mat na een instructie van de juf over de koprol. 2. Het spelcircuit als afsluiting van de grote vakantie voor de bovenbouw bestond onder andere uit bokspringen, zaklopen en tafelvoetbal. Bij ieder spel werden de punten individueel op een scorelijst bijgehouden. 3. Verdeeld in vijf groepjes gingen de tieners op een spokentocht het bos in. 4. Het straatfeest werd afgesloten met sprietlopen boven het kanaal voor volwassenen. 5. Alle deelnemers haalden de finish na een wandeltocht van tien, twintig of veertig kilometer. 6. Na de wintercompetitie deelt de voorzitter van de sportvereniging mee wie de beste teams van het seizoen waren. 7. Om geld te verzamelen voor het goede doel gingen vijf jongeren dagenlang paalzitten.

ht

Ed

Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk <

Welke beloning past bij welke activiteit?

Ac t

Oefening 8

ie

fb

f. Bespreek met elkaar wat deze complimenten met je doen. Wat is het verschil als je een concreet en niet concreet compliment krijgt?

yr

ig

Beloning 1. complimenten voor alle deelnemers 2. een diploma voor alle deelnemers 3. een medaille voor alle deelnemers 4. een wisselbeker 5. soep en een broodje voor iedereen 6. geldprijzen voor de beste drie 7. een waardebon van de sponsorende snackbar.

C

op

Welke combinaties heb je gemaakt?

12

b. Bedenk alternatieve beloningen. Welke alternatieven heb je gevonden voor bovenstaande activiteiten?


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

Oefening 9

.

a. Factor 1: succesbeleving

.v

Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk <

Motivatie van deelnemers

ie

Ac t

c. Factor 2: individuele aanspreekbaarheid

fb

b. voorbeeld:

Ed

u'

d. Voorbeeld:

ht

e. Factor 3: feedback, kennis van de resultaten

ig

f. Voorbeeld:

h. Voorbeeld:

C

op

yr

g. Factor 4: betekenis geven

13


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

Factor 5: interesse in de deelnemer en veiligheid

j.

Voorbeeld:

fb

.v

.

i.

C

op

yr

ig

Werkmodel Observatieformulier <

Je observeert samen met een medestudent een docent van je opleiding in een les. Je observeert wat de docent doet om de studenten te motiveren. Maak gebruik van het Werkmodel Observatieformulier. Lees de Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk over de zes sleutelfactoren voor motivatie. Bespreek na afloop van de observatie je bevindingen met je medestudent. Hebben jullie dezelfde observaties opgedaan?

ht

Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk <

Observeer een les

Ed

Oefening 10

Voorbeeld:

14

u'

l.

Ac t

ie

k. Factor 6: positieve benadering


Voorbereiden van sport- en spelactiviteit

.

Voorbereiden van sporten spelactiviteit

.v

Inleiding

ie

fb

Een sport- en spelactiviteit moet aansluiten bij de doelgroep en bij de betreffende situatie om een zo groot mogelijk succes te worden. Nadat je dit hebt vastgesteld, bereid je de activiteit voor, binnen de sport maak je hierbij gebruik van de methode AARDE. In deze set leer je een sport- en spelactiviteit voor te bereiden, waarbij je tevens oog hebt voor de veiligheid van de deelnemers.

Leerdoelen

Ac t

Je kunt een doelgroepanalyse en situatieanalyse maken. Je kunt een spelrubriek en een spel kiezen. Je kunt een sport- en spelactiviteit voorbereiden op basis van AARDE. Je kunt een wedstrijdschema maken. Je kunt de veiligheid bij een activiteit waarborgen.

yr

ig

ht

Ed

u'

• • • • •

C

op

Een plattegrond van de opstelling van de materialen hoort bij de voorbereiding.

15


Voorbereiden van sport- en spelactiviteit

Oefening 1

Doelgroepanalyse maken

.v

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit. • Lees het Artikel Kun jij een olifant dragen? Of voel je je wel eens een pakezel?.

.

Het maken van een doelgroepanalyse is de eerste stap wanneer je een sport- en spelactiviteit wilt organiseren. In deze opdracht maak je een doelgroepanalyse voor een sport- en spelactiviteit in je eigen groep.

Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit < Artikel Kun jij een olifant dragen? Of voel je je wel eens een pakezel? <

u'

Ac t

ie

fb

Uitvoering • Bespreek met elkaar: – de kenmerken van jullie groep en van jullie als individuen – (gemiddelde) leeftijd – aantal deelnemers – bekenden van elkaar of niet. • Beschrijf deze punten in een kort verslag. • Bedenk samen vragen om te achterhalen wat de mentale en fysieke draagkracht van de ander is. Zoals 'over welke zaken maak je je weleens zorgen?' en 'sport je regelmatig, zo ja welke sport?'. • Interview elkaar in tweetallen. Stel de vragen, luister aandachtig en vraag door. Schrijf de antwoorden op. • In de groep vergelijken jullie de antwoorden op de interviewvragen. Zijn er veel verschillen of juist overeenkomsten? • Voeg de uitkomsten toe aan het verslag. • Bespreek het verslag, is jullie groep volgens jullie goed geanalyseerd?

ht

Ed

Reflectie a. Voelde je je veilig om eerlijk antwoord te geven op de vragen? Hoe komt dat denk je?

yr

ig

b. Welke vraag of welke vragen vond je lastig om te beantwoorden?

Oefening 2

C

op

Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit < Werkmodel Analyseren rubriceren kiezen <

16

Doelgroepanalyse en situatieanalyse Als je een sport- en spelactiviteit wilt ontwerpen, doe je eerst onderzoek naar je doelgroep. Vervolgens doe je onderzoek naar de specifieke situatie van de doelgroep en naar de activiteit. In deze opdracht ga je hiermee aan de slag. Voorbereiding • Lees de Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit. • Lees samen de casus.


Voorbereiden van sport- en spelactiviteit

Peuterverhuizing

fb

.v

.

Brede school Caleidoscoop huisvest een groep van twintig peuters. De peuters moeten tijdelijk verhuizen uit hun ruimte omdat die opgeknapt moet worden. De meubels worden verhuisd door een bedrijf, maar alle andere spullen moeten verhuisd worden door de juffen. De peuterleidster weet dat het voor de peuters een ingrijpende gebeurtenis is om de vertrouwde ruimte te moeten verlaten en besluit van de verhuizing (van de kinderen en spullen) een feestje te maken. Ze denkt dat de kinderen veel kunnen leren van de verhuizing en dat het een goede sportactiviteit zou kunnen zijn. Bedenk welke spullen in een peuterspeelzaal staan behalve de grote stukken die het verhuisbedrijf meeneemt.

Ed

u'

Ac t

ie

Uitvoering Werk onderstaande punten individueel uit met behulp van de Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit. Doelgroepanalyse, wie zijn de spelers? • kenmerken van de groep en het individu • (gemiddelde) leeftijd • aantal deelnemers • bekenden/onbekenden van elkaar • mentale draagkracht • fysieke (draag)kracht • uithoudingsvermogen • bereid en in staat een instructie te ontvangen • benodigde hulp(middelen).

ig

ht

Werk vervolgens onderstaande punten uit: • Wat is de motivatie van de groep? • Wat verwacht/wenst de groep? • Waar? • In welke omgeving? • Welke context? • Waarom is de groep bijeen (gehaald)? • Onderdeel van ...? • Of een op zichzelf staande activiteit? • Waarom organiseer je de activiteit? • Welke sociale of fysieke vaardigheden wil je beïnvloeden?

C

op

yr

Reflectie a. Bespreek jullie uitkomsten met elkaar. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen en hoe komt dat denk je?

b. Wat vind je gemakkelijk en moeilijk bij het uitwerken van de punten?

17


Voorbereiden van sport- en spelactiviteit

Oefening 3

Rubriceren

fb

Het spelende leven van Harriët

.v

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit. • Lees samen de casus.

.

Het rubriceren van sporten en spellen is niet gemakkelijk omdat er ontzettend veel mogelijkheden zijn. Je gaat hiermee oefenen.

Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit <

u'

Ac t

ie

Zakdoekje leggen is het eerste spel dat Harriët zich herinnert van de kleuterschool. Op de basisschool speelde ze in groep 8 graag apenkooi. Op verjaardagen deed ze vaak een speurtocht door de buurt. Met de meisjes uit de klas ging ze touwtjespringen of rolschaatsen. Met de jongens speelde ze tikkertje. Van de introductiedagen op de middelbare school herinnert ze zich het kennismakingsspel, waarbij de nieuwe klasgenoten elkaar moesten herkennen met een blinddoek om, en de vossenjacht. Op school speelde ze graag slagbal. Met vriendinnen gingen ze naar de majorettetraining. Leuk, maar ze was niet handig genoeg met het vendelzwaaien. Op de computer speelt ze nu graag mahjong. Nu ze buurtopbouwwerker is geworden, organiseert Harriët iedere zomer de speelweek voor kinderen die niet op vakantie gaan. Het hutten bouwen is altijd een hoogtepunt. De zeephelling is haar favoriete onderdeel tijdens de feestweek in het dorp waar ze woont.

ig

ht

Ed

Uitvoering a. Zoek voor ieder spel een rubriek uit in de Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit. b. Schrijf de volgens jou meest geschikte rubriek op per spel/sport uit de tekst.

op

yr

Reflectie c. Is er een favoriete rubricering die jij graag wilt gebruiken bij je spelkeuze? Licht je antwoord toe.

C

Oefening 4

Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit <

18

Het vergroten van het repertoire Een sociaal-cultureel werker moet een goed gefundeerde keuze kunnen maken en een spel kunnen kiezen dat past bij het niveau en de (leer)behoefte van de doelgroep. Het is daarom handig dat je spelen kunt rubriceren en veel spelen kent. Voorbereiding Lees de Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit. Neem de vijf categorieën over in een Wordbestand.


Voorbereiden van sport- en spelactiviteit

.v

.

Uitvoering • Zoek bij elke categorie drie spelen, in boeken of op internetsites die je nog niet kent. Beschrijf deze spelen in het Wordbestand. • Zoek uit wat deze spelen inhouden en neem een korte beschrijving op in het bestand. • Er worden vijf posters op het bord geplakt; voor elke categorie één poster. • Elk groepje noemt de spelen die hij gevonden heeft en geeft daarbij een korte uitleg over de inhoud. De spelen worden op de juiste poster geschreven.

ie

fb

Reflectie a. Welke sites of boeken die je gebruikt hebt, ga je in de toekomst vaker gebruiken?

Oefening 5

Ed

u'

Een les of cursus over zelfverdediging is gericht op het leren omgaan met geweld. De deelnemers leren geweld herkennen en hoe ze hierop kunnen reageren. Ze leren zich actief te verdedigen door slag-, stoot-, trap-, afweer- en bevrijdingstechnieken. In deze opdracht bereid je een zelfverdedigingactiviteit voor op basis van AARDE, die je vervolgens presenteert aan medestudenten. Voorbereiding

Uitvoering • Bereid de activiteit voor met behulp van het Werkmodel Voorbereiding sport- en spelactiviteit AARDE, door de vijf elementen uit te werken (inclusief plattegrond). • Maak een korte en duidelijke presentatie over je voorbereiding van de activiteit met behulp van Prezi. • Presenteer je Prezi aan twee andere groepjes en vraag feedback.

ig

Website Zelfverdediging voor vrouwen <

Zelfverdedigingsactiviteit voorbereiden

ht

Werkmodel Voorbereiding sport- en spelactiviteit AARDE <

Ac t

b. Welk spel dat je gevonden hebt, vind jij het leukst?

Reflectie a. Welke feedback heb je ontvangen?

C

op

yr

Website Prezi <

b. Met welke feedback ben je het eens? En met welke feedback juist niet? Leg je antwoord uit.

19


Voorbereiden van sport- en spelactiviteit

Oefening 6

Oefening Bereid een voetbaltoernooi voor

.v

Voorbereiding • Bekijk het Werkmodel Voorbereiding sport- en spelactiviteit AARDE. • Zoek op het internet informatie over voetbal.

.

Je bereidt een voetbaltoernooi voor in Amsterdam-West. Het toernooi heeft acht deelnemende teams, jongeren tussen de zestien en twintig jaar oud.

Werkmodel Voorbereiding sport- en spelactiviteit AARDE <

Uitvoering • Bereid de activiteit (verdedigen en aanvallen van de teams) voor met behulp van het Werkmodel Voorbereiding sport- en spelactiviteit AARDE, door de vijf elementen uit te werken. • Maak vervolgens een wedstrijdschema met behulp van de website Tournament Toernooi schema.

ie

fb

Website Tournament Toernooi schema <

Je maakt een wedstrijdschema voor een basketbaltoernooi in Utrecht. Er doen tien teams van ieder vijf volwassenen mee aan het toernooi. Voorbereiding • Bekijk op de website Toernooigenerator het filmpje met de handleiding inclusief het scorescherm. • Maak een account op de website en log in.

ht

Website Toernooigenerator <

Wedstrijdschema maken

Ed

Oefening 7

u'

Ac t

Reflectie Vind je voetbal een leuke sport of juist niet? Is dit van invloed geweest op de uitvoering van de opdracht denk je?

ig

Uitvoering • Maak het wedstrijdschema voor het basketbaltoernooi. • Print het wedstrijdschema uit en vergelijk het met een medestudent. Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten tussen jullie wedstrijdschema's?

C

op

yr

Reflectie Vind je het handiger om met of zonder een online programma een wedstrijdschema te maken? Hoe komt dat?

20


Voorbereiden van sport- en spelactiviteit

Oefening 8

Website Scouting <

Een leuke middag

.v

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit. • Lees de casus.

.

Om de veiligheid te kunnen waarborgen bij een sport- en spelactiviteit is het raadzaam om een checklist te maken.

fb

Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit <

Maak een checklist

Jozefien werkt als activiteitenbegeleider bij buurthuis De Terp. Ze gaat samen met drie vrijwilligers een sport- en spelletjesmiddag organiseren voor ouderen met weinig sociale contacten. Er zullen verschillende spelletjes gespeeld worden: competitiespellen, dansen, bal gooien. Jozefien wil de middag zo goed mogelijk voorbereiden. Er zullen ouderen aanwezig zijn met gezondheidsklachten. Om de veiligheid van de deelnemers te kunnen waarborgen wil zij een checklist maken. •

Ac t

ie

Website Lino <

Ga naar de website Scouting en bekijk de voorbeelden van checklists bij veiligheidsbladen.

yr

ig

ht

Ed

u'

Uitvoering a. • Werk de volgende punten kort en bondig uit, wat te doen bij/met: – weersomstandigheden – locatie – brandblusmaterialen en apparatuur – EHBO – kleding/bescherming – warming-up en cooling-down – ICE – hulpdiensten – materiaalgebruik. • Maak een passende lay-out en voeg je uitwerkingen toe in je checklist in Lino. • Print de checklist. • Bespreek de checklist met medestudenten en vraag feedback. Wat vinden ze goed aan je checklist (tops) en wat zou beter kunnen (tips)?

C

op

Reflectie b. Vind je het moeilijk of juist gemakkelijk om een korte, bondige een checklist te maken?

21


Voorbereiden van sport- en spelactiviteit

Oefening 9

Veiligheid bij fietstraining elektrische fiets Eind 2016 werd bekend dat het aantal verkeersdoden ernstig is toegenomen. De opkomst van de elektrische fiets de afgelopen jaren speelt hierbij een grote rol. Senioren zijn niet gewend om te fietsen op een elektrische fiets en zijn bovendien kwetsbaarder. In verschillende gemeenten worden daarom fietstrainingen georganiseerd. In deze opdracht schrijf je een schriftelijk advies voor jouw gemeente over de vraag: 'Waar moet een fietstraining voor de elektrische fiets voor ouderen aan voldoen om de veiligheid te waarborgen?'

Werkmodel Schriftelijk advies <

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit. • Bekijk het Filmpje Fietstrainingen voor de elektrische fiets.

Reflectie Welk onderdeel uit het Werkmodel Schriftelijk advies vond je het makkelijkst om uit te werken? En welk onderdeel het moeilijkst? Hoe komt dat?

u' Ed ht ig yr op

C 22

.v

fb

ie

Uitvoering • Schrijf een schriftelijk advies met behulp van het Werkmodel Schriftelijk advies. • Print het verslag en bespreek je advies met een ander tweetal. Vraag feedback en pas je advies zo nodig aan.

Ac t

Filmpje Fietstrainingen voor de elektrische fiets <

.

Theoriebron Voorbereiding sport- en spelactiviteit <


Praatje, Plaatje, Daadje

Praatje, Plaatje, Daadje

.

Inleiding

fb

.v

Binnen sport- en spelactiviteiten wordt vaak gebruikgemaakt van Praatje, Plaatje, Daadje. Je geeft een instructie en controleert vervolgens of de deelnemers tevreden zijn. Wanneer je meerdere sport- en spelactiviteiten wilt uitvoeren met de deelnemers kan het handig zijn om gebruik te maken van opbouw- en opdrachtkaarten. Op deze wijze kunnen deelnemers zelf aan de slag met een nieuwe activiteit en hoeven ze niet te wachten op de rest van de groep.

ie

Leerdoelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

• Je kunt een instructie, het 'praatje' geven, oftewel het spel uitleggen. • Je kunt het 'plaatje' geven, je doet voor wat de bedoeling is. • Je kunt de deelnemers aanzetten om te gaan spelen het 'daadje' en kunt daarbij informatie verzamelen om de voortgang van de activiteit te waarborgen. • Je kunt opbouw- en opdrachtkaarten maken om de sport- en spelactiviteiten op gang te houden.

Doe de spel- en sportactiviteit voor bij het 'plaatje'.

23


Praatje, Plaatje, Daadje

Oefening 1

Mondelinge instructie Het verbaal, met woorden, geven van een instructie komt in de praktijk het meest voor. De spelleider geeft de instructie en de deelnemers luisteren. In deze opdracht spelen jullie een rollenspel waarbij de spelleider een instructie geeft en deze aanpast aan de deelnemers.

Theoriebron Praatje, Plaatje, Daadje <

.v

.

Voorbereiding • Kies een balspel waarover je een instructie wilt geven. Voorbeelden van balspelen kun je vinden op de Website LesWiki. Het moet een spel zijn voor minstens drie deelnemers. • Bekijk het Werkmodel Instructie voorbereiden en werk stap 1 tot en met 5 uit. • Verdeel de rollen: één spelleider, drie deelnemers en één observant.

fb

Werkmodel Instructie voorbereiden <

Uitvoering • De spelleider geeft de instructie. Twee deelnemers begrijpen de instructie niet goed, de spelleider past zijn instructie ter plekke aan door nieuwe voorbeelden te geven en moeilijke stappen nogmaals voor te doen. • De observant observeert het rollenspel met behulp van het Werkmodel Observatieformulier. • Het rollenspel wordt besproken, de observant geeft de spelleider feedback. De deelnemers geven ook feedback. Hoe kwam de hulp over en was deze effectief? • Jullie wisselen van rol en het spel wordt nogmaals gespeeld.

Ac t

ie

Werkmodel Observatieformulier < Website LesWiki <

Oefening 2

Uit onderzoek blijkt dat door het toevoegen van afbeeldingen en video’s of animaties bij een instructie, deze effectiever wordt. In deze opdracht maak je een instructie met behulp van een videofilmpje. Voorbereiding • Kies een sport of spel die je leuk vindt. Maak hierbij indien nodig gebruik van de website Sport & Spelen, op deze site staan diverse sporten inclusief spelregels beschreven. • Bekijk het Werkmodel Instructie voorbereiden. • Zorg voor een smartphone of videocamera waarmee je de instructie kunt filmen.

ig

Werkmodel Instructie voorbereiden <

Video-instructie

ht

Website Sport & Spelen <

Ed

u'

Reflectie Vond je het gemakkelijk of juist moeilijk om tijdens je instructie bepaalde elementen van de instructie aan te passen?

C

op

yr

Uitvoering • Werk stap 1 en 2 uit van het Werkmodel Instructie voorbereiden. • Stap 1 kun je uitwerken met behulp van een PowerPointpresentatie met afbeeldingen als je veel informatie hebt. Stap 2 voer je uit door middel van een rollenspel waarin je de handelingen voordoet. • Stap 1 en stap 2 film je en verwerk je in een filmpje van gemiddeld drie minuten. • Laat je filmpje zien aan medestudenten en vraag feedback. Is de instructie duidelijk of heeft het filmpje aanpassingen nodig?

24

Reflectie Vind je het gemakkelijker of juist moeilijker om een instructie per filmpje te geven dan een mondelinge, live instructie voor de deelnemers?


Praatje, Plaatje, Daadje

Oefening 3

Plaatje Het verzorgen van het 'plaatje' is het tweede deel van de instructie, je doet voor wat de bedoeling is van de sport- en spelactiviteit. In deze opdracht maak je een dansopdracht voor peuters inzichtelijk.

Theoriebron Praatje, Plaatje, Daadje <

.v

Artikel Dansende sjaals <

.

Voorbereiding • Lees het Artikel Dansende sjaals. • Kies een van de vier beschreven opdrachten.

fb

Uitvoering • Bekijk de website Pixton. • Maak de stappen in de door jou gekozen opdracht inzichtelijk met behulp van een strip, zonder woorden te gebruiken. • Print je strip en laat hem aan een medestudent zien. Kan hij raden welk spel je hebt uitgebeeld?

ie

Website Pixton <

Voorbereiding • Bekijk het 'Beweegboek' op de website onbeperktsportief.nl. Kies één activiteit en lees de spelregels goed door. • Bekijk het Werkmodel Observatieformulier. Vul het observatieformulier aan met specifieke gedragingen bij de drie onderdelen: – Hoe loopt de activiteit? – Hoe lukt de activiteit? – Hoe beleven de deelnemers de activiteit? • Zoek twee medestudenten die de activiteit uitvoeren. • Zorg voor de benodigde materialen en middelen.

C

op

yr

ig

Website Beweegboek <

Ed

Werkmodel Observatieformulier <

De derde stap uit de instructie is het 'daadje'. Iedereen begrijpt de sport- en spelactiviteit en gaat aan de slag. Dit is het moment waarop je controleert of alle deelnemers de activiteit wel daadwerkelijk begrijpen. Hiervoor verzamel je informatie zodat je zo nodig de activiteit kunt aanpassen.

ht

Theoriebron Praatje, Plaatje, Daadje <

Observatie om voortgang te bewaken

u'

Oefening 4

Ac t

Reflectie Vind je het maken van een strip om het spel inzichtelijk te maken een toevoeging? Of alleen voor bepaalde doelgroepen? Leg je antwoord uit.

Uitvoering • Geef een korte instructie aan de twee medestudenten. • Geef aan dat ze mogen beginnen met de uitvoering. • Je medestudenten beginnen aan het spel en jij observeert de voortgang met behulp van het zelfgemaakte observatieformulier. Let op: je observeert alleen en geeft geen aanwijzingen of voorbeelden en beantwoord geen vragen. • Na afloop bespreek je de observaties met je medestudenten. Zijn je observaties juist en zijn er wellicht aanpassingen nodig? Reflectie a. Vind je het lastig of juist gemakkelijk om alleen maar te observeren tijdens de sport- en spelactiviteit?

25


Praatje, Plaatje, Daadje

Gesprek voeren

.v

Oefening 5

.

b. Wat is het effect op deelnemers wanneer jij alleen maar observeert? En wat voor gevoel geeft dat jou als spelleider?

Naast het observeren van een sport- en spelactiviteit is het raadzaam om gesprekken te voeren met deelnemers. Je voert een gesprek om te achterhalen hoe de deelnemer de activiteit ervaart.

fb

Theoriebron Praatje, Plaatje, Daadje <

Voorbereiding • Bedenk een sport- en spelactiviteit die je niet leuk vindt. • Bekijk het Werkmodel Zes keer A. • Verdeel de rollen: spelleider, deelnemer die de activiteit niet leuk vindt, één observant. • Leef je in in je rol; de deelnemer heeft net deelgenomen aan de activiteit die hij niet leuk vindt.

Ac t

ie

Werkmodel Zes keer A <

u'

Uitvoering • De spelleider gaat met de deelnemer in gesprek en maakt hierbij gebruik van het Werkmodel Zes keer A. • De observant observeert het gesprek met behulp van dit werkmodel. • Bespreek de observaties. Is het gelukt om de methode Zes keer A toe te passen? • Wissel hierna van rol.

Ed

Reflectie a. Is de methode Zes keer A handig voor het voeren van gesprekken tijdens een sport- en spelactiviteit?

ig

ht

b. Heb je als spelleider alternatieven aangeboden zodat de deelnemer de activiteit toch leuk gaat vinden?

op

yr

c. Voelde jij je als deelnemer gehoord tijdens het gesprek met de spelleider?

C

Oefening 6

Opbouw- en opdrachtkaarten maken

Theoriebron Praatje, Plaatje, Daadje <

In de voorbereiding van een sport- en spelactiviteit heb je een bepaalde tijd berekend voor het uitvoeren van de activiteit. Wanneer deze tijd voorbij is stoppen de deelnemers en krijgen zij een instructie voor een nieuwe activiteit. Je kunt echter ook gebruikmaken van opbouwen opdrachtkaarten, zodat de deelnemers zelf aan de slag kunnen gaan met een volgende activiteit.

Website Popplet <

Voorbereiding • Bedenk drie waterspelletjes, je mag ook bestaande waterspelletjes kiezen.

26


Praatje, Plaatje, Daadje

fb

.v

.

Uitvoering • Beschrijf voor elk waterspel een beschrijving van de benodigde materialen en middelen en de opbouw met behulp van een tekening of plattegrond. Maak de opdrachtkaart met behulp van Popplet. • Schrijf voor elk waterspel een opdrachtbeschrijving en zoek passende afbeeldingen. Maak de opdrachtkaart met behulp van Popplet. • Print de kaarten en plak de bijbehorende kaarten op elkaar, zodat de opdrachtkaart aan de voorkant te zien is en de opbouwkaart aan de achterkant. • Laat de drie kaarten (met ieder een voor- en achterkant) zien aan medestudenten en vraag feedback.

ie

Reflectie a. Lijkt het jou handig om te werken met opdracht- en opbouwkaarten? Waarom wel of waarom niet?

Oefening 7

Op gang houden van de activiteiten

Het wisselen tussen verschillende activiteiten gaat vaak gepaard met rumoer. Het arrangement moet worden afgebouwd of opgebouwd, er moet een nieuwe instructie komen, wellicht moeten nieuwe groepjes worden gemaakt. Oftewel: veel werk! In deze opdracht leer je wanneer je wél en wanneer je niet gebruik kunt maken van opbouw- en opdrachtkaarten.

Ed

Theoriebron Praatje, Plaatje, Daadje <

u'

Ac t

b. Denk je dat een opbouw- en opdrachtkaart voor elke doelgroep effectief kan zijn? Leg je antwoord uit.

C

op

yr

ig

ht

Voorbereiding • Kies samen twee sport- en spelactiviteiten. Dit zijn twee dezelfde soort activiteiten bijvoorbeeld binnen tikspellen, voetbal, jongleren of dansen. • Bereid een mondelinge instructie voor, voor de eerste activiteit, met behulp van het Werkmodel Instructie voorbereiden. • Maak een opbouw- en opdrachtkaart voor de tweede activiteit met behulp van Popplet. • Print de opbouw- en opdrachtkaart. • Zoek twee mensen die de activiteit willen uitvoeren. Dit mogen familieleden of vrienden zijn maar ook medestudenten. Uitvoering • Geef de deelnemers de mondelinge instructie voor de eerste activiteit met behulp van het werkmodel. Laat ze de activiteit uitvoeren en observeer hoe het gaat. • Leg de opbouw- en opdrachtkaart klaar, deze kunnen de deelnemers pakken wanneer ze klaar zijn met de eerste activiteit. • Observeer hoe de uitvoering van deze tweede activiteit gaat, maar zeg niks en beantwoord geen vragen! • Bespreek samen je observaties. Gaan de deelnemers gemakkelijk aan de slag met de tweede activiteit of zijn er moeilijkheden? • Bespreek de observaties met de deelnemers om te controleren of ze juist zijn.

27


Praatje, Plaatje, Daadje

.

Reflectie a. Vond je het lastig om geen hulp te bieden tijdens de tweede activiteit?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

b. Denk je dat een opbouw- en opdrachtkaart voor elke doelgroep effectief kan zijn? Leg je antwoord uit.

28


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

.v

.

Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

fb

Inleiding

ie

Als sociaal-cultureel werker is het begeleiden en motiveren van deelnemers aan activiteiten een van je belangrijkste taken. Maar hoe doe je dat bij een sport- en spelactiviteit? Waarmee moet je rekening houden en hoe zorg je dat een activiteit 'fair play' verloopt? In dit onderdeel ga je hiermee aan de slag.

Ac t

Leerdoelen

Je kunt deelnemers van een sport- en spelactiviteit motiveren. Je kunt inspelen op de vragen van deelnemers bij een sport- en spelactiviteit. Je kunt hulp aanbieden bij de voortgang van een sport- en spelactiviteit. Je kunt op passende wijze inspelen op het gedrag van deelnemers bij winnen en verliezen. • Je kunt optreden als spelleider bij slecht spelgedrag. • Je kunt de uitgangspunten van fair play toepassen.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

• • • •

Denk na over hoe je omgaat met vragen van deelnemers.

29


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

Oefening 1

Maak een spel en geef feedback Het geven van feedback is de krachtigste manier van motiveren. In deze opdracht maken jullie samen een kwartetspel. Jullie laten het kwartetspel door een ander groepje uitvoeren. Vervolgens geven jullie feedback op het andere groepje en geven jullie feedback op elkaar.

Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk <

.v

.

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk en de Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit. • Je maakt een kwartet over de zes sleutelfactoren voor motivatie. Dit kwartet moet zo opgebouwd zijn dat het gemakkelijk uitvoerbaar is. • Het kwartet bevat zes kwartetten met ieder vier kaarten. – De zes kwartetten zijn: succesbeleving, individuele aanspreekbaarheid, feedback, betekenis geven, interesse in de deelnemer en veiligheid, positieve benadering. – Bedenk zelf de vier kaarten bij de zes kwartetten, op elke kaart staat een voorbeeld van hoe je deze factor in de praktijk kunt toepassen. – Maak het kwartet met karton en voeg passende afbeeldingen toe.

ie

fb

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit <

Ac t

Uitvoering • Laat het spel door een ander groepje medestudenten uitvoeren. • Geef ze tijdens het spel feedback op de wijze waarop ze het spel spelen. • Na afloop van het spel geven jullie elkaar feedback. Hoe hebben je eigen groepsgenoten gewerkt tijdens het ontwerpen van het spel?

Ed

u'

Reflectie a. Vond je het gemakkelijk of juist moeilijk om feedback te geven?

ht

b. Zat er een verschil in het feedback geven aan de uitvoerende groepjes over het spelen van het spel en het feedback geven aan je groepjesgenoten over het maken van het spel?

Vraag maar raak!

ig

Oefening 2

Jullie gaan oefenen met het geven van een instructie waarbij je een opdracht gericht op sport en spel aan je studiegenoten uitlegt. Je medestudenten stellen zo veel mogelijk vragen, het is jouw taak als spelleider om goed met deze vragen om te gaan.

C

op

yr

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit <

30

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit. • Bedenk een opdracht binnen een activiteit waar je veel vanaf weet en waar je je studiegenoten iets over wilt leren. Bijvoorbeeld het dribbelen bij basketbal. • Bedenk een korte instructie voor deze opdracht (inleiding - kern - slot). • De medestudenten bedenken zo veel mogelijk vragen. Uitvoering • Geef de instructie aan drie medestudenten. • Je medestudenten stellen vragen om zaken te verduidelijken of wanneer ze meer informatie over iets willen ontvangen. • Vraag na afloop korte feedback, was het duidelijk wat je vertelde?


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

.

a. Is het gelukt om alle verplichte elementen van een instructie te verwerken in je presentatie?

fb

.v

b. Heb je veel vragen gekregen?

ie

• Wissel hierna van rol zodat jullie allemaal een keer een instructie hebben gegeven. c. Hoe vond je het om vragen te krijgen tijdens je instructie?

Oefening 3

Ed

u'

Tijdens een sport- en spelactiviteit zullen deelnemers vaak vragen hebben. Zelf zul je ook vragen hebben voor de deelnemers. Hoe ga je hiermee om? Jullie spelen een rollenspel om hiermee te oefenen. Voorbereiding • Bekijk het Filmpje Opdracht weerbaarheidstraining. • Stel je voor dat jij als sociaal-cultureel werker deze opdracht uitvoert met drie kinderen van twaalf jaar. Je krijgt hierbij waarschijnlijk veel vragen van de deelnemers en zult zelf ook vragen willen stellen. • Verdeel de rollen: een sociaal-cultureel werker, vier kinderen en een observant. • Bereid je voor op je rol. De sociaal-cultureel werker schrijft voor zichzelf op wat hij wil vertellen, wat hij wil vragen en hoe hij wil reageren op de vragen met behulp van de Theoriebron Deelnemers begeleiden. De kinderen mogen zelf weten hoeveel vragen zij stellen, of zij de vragen door elkaar roepen of juist heel stil zijn (zorg voor wat variatie, dat maakt de opdracht leuker). • De observant observeert het gedrag van de sociaal-cultureel werker met behulp van het Werkmodel Observatieformulier.

ig

Werkmodel Observatieformulier <

Vragen beantwoorden en vragen stellen

ht

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit <

Ac t

d. Was je instructie duidelijk volgens je medestudenten?

C

op

yr

Filmpje Opdracht weerbaarheidstraining <

Uitvoering • De sociaal-cultureel werker legt het spel uit en het spel wordt gespeeld. De kinderen stellen tussendoor vragen en de sociaal-cultureel werker reageert hierop en stelt zelf ook vragen. De observant observeert het gedrag van de sociaal-cultureel werker. • Na tien minuten stopt het spel en bespreekt de observant de observaties met zijn groepsgenoten. • Hierna kan het spel nogmaals gespeeld worden met andere rollen voor de studenten. a. Bespreek de rollenspellen. Is het gelukt om de instructie en het spel af te maken ondanks de vragen?

31


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

fb

.v

Reflectie c. Heb je veel geduld als er veel vragen zijn of juist niet? Leg je antwoord uit.

.

b. Heb je alle kinderen erbij betrokken wanneer je vragen stelde?

Oefening 4

u'

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit. • Bekijk de website Knutselidee. Kies een spel dat je wilt visualiseren of bedenk zelf een spel, dat mag natuurlijk ook! Uitvoering • Zoek afbeeldingen om de stappen die je moet uitvoeren te kunnen visualiseren: • om het spel te kunnen maken • om het spel te kunnen spelen. • Zet de afbeeldingen in een logische volgorde op een poster met behulp van Lino. • Presenteer je poster aan een medestudent. • Laat je medestudent het spel maken en vervolgens spelen, hij mag geen vragen stellen! a. Is het hem gelukt om het spel te maken en te spelen zoals jij voor ogen had?

ig

Website Lino <

Door het in beeld brengen van een activiteit help je deelnemers om deze te begrijpen. In deze opdracht maak je een sport- en spelactiviteit inzichtelijk met voorbeelden.

Ed

Website Knutselidee <

Visualiseer een spel

ht

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit <

Ac t

ie

d. Wat zou je nog willen leren over vragen beantwoorden en vragen stellen aan deelnemers tijdens activiteiten?

Laat het spel nu maken en spelen door een andere student. Deze mag wél om hulp vragen als er iets onduidelijk is.

yr

C

op

b. Heeft je medestudent om hulp gevraagd? Hoe heb je hulp geboden?

32

Reflectie c. Wat heb je geleerd van het maken van de visualisatie?


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

Hulp bieden bij acrobatiek

.v

Oefening 5

.

d. Vond je het lastig om geen aanwijzingen te geven bij de uitvoering van het spel door je medestudent?

Als alternatief voor deze opdracht kun je de studenten een handleiding laten schrijven voor sport- en spelleiders over waarop zij moeten letten bij de begeleiding van acrobatische ligvormen.

fb

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit <

ie

Als spelleider bij een sport- en spelactiviteit bied je de deelnemers hulp bij het uitvoeren van de activiteit. Deze hulp kan uit verschillende vormen bestaan. Voorbereiding • Je gaat een acrobatiekactiviteit uitvoeren met jongeren. De moeilijkheid bij acrobatiek zit hem in het in balans uitvoeren van een beweging of pose in samenwerking met een ander of anderen. • Bekijk het Filmpje Acrogym - ligvormen. • Kies één rode ligvorm die je drie medestudenten wilt laten uitvoeren.

Ac t

Filmpje Acrogym - ligvormen <

Ed

u'

Uitvoering • Leg de rode ligvorm uit aan je medestudenten. Het blijkt dat deze ligvorm te moeilijk is en dus bied je hulp. Deze hulp kan bestaan uit: – Je verandert het arrangement. – Je geeft voorbeelden. – Je geeft aanwijzingen. – Je past de activiteit aan. – Je verleent hulp door te 'vangen, ondersteunen en mee te doen'. • Bespreek de opdracht na. Hoe hebben je medestudenten je hulp ervaren? • Wissel van rol en kies een andere rode ligvorm.

ig

ht

Reflectie Wat vind jij het belangrijkste bij het aanbieden van hulp?

Frustratietolerantie

yr

Oefening 6

C

op

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit <

Speel een plaagspelletje met elkaar en bespreek de gevoelens die optreden. Voorbereiding • Kies een plaagspelletje uit. Een bekend voorbeeld hiervan is het gezelschapsspel 'Mens erger je niet'. Maar ook andere spelletjes waarbij je een ander probeert te dwarsbomen zijn mogelijk.

Werkmodel STARRT-methode <

33


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

.v

.

Uitvoering • Speel het spel met elkaar. Let tijdens het spel op welke rol jij en de anderen spelen. Plaag je graag of probeer je liever een ander te ontzien? Welke gevoelens zie je bij de ander en wat voel je zelf? • Bespreek met elkaar wat je bij de ander en jezelf opmerkte. Word je boos, ben je bang de slechtste te zijn of voel je je ongemakkelijk als je wint? • Bespreek met elkaar wat verliezen en winnen met je doet. Betrek wat je in je opvoeding leerde tijdens spelletjes of sporten hierbij. Lieten de volwassenen je altijd winnen? Moest je altijd de beste zijn van je ouders? Wat is je mening daarover nu je volwassen bent?

Oefening 7

Omgaan met emoties

Spelen roept allerlei emoties op bij mensen. Ook volwassenen kunnen heftig reageren als ze een spel winnen of verliezen. Hoe treed je dan op als spelleider? Voorbereiding • Lees onderstaande casus.

u'

Boze badmintonner

Ac t

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit <

ie

fb

Reflectie Bedenk een moment of situatie tijdens deze opdracht waarvan je nu vindt dat je het in het vervolg anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van het Werkmodel STARRT-methode. Schrijf hierover een kort verslag van een half A4'tje.

Verdeel de taken: een spelleider, overige spelers, de slechte verliezer. Bereid je voor op de rol die je gaat spelen met behulp van het Werkmodel Rollenspel. Leef je in en bedenk welk gedrag bij de persoon hoort die jij speelt.

ht

• •

Ed

Bij een straatcompetitie smijt een volwassen buurtgenoot tijdens een potje badminton zijn racket kapot tegen de grond, als hij alweer het net heeft geraakt. De buurtgenoten reageren wat lacherig en ongemakkelijk. Niemand speelt nog, iedereen staat te kijken. De boze buur lijkt alleen maar bozer te worden.

yr

ig

Uitvoering • Speel de bovenstaande casus na. Doe dat nog een tweede keer met een andere rolverdeling. • Bespreek met de hele groep welke aanpak bij jou past. Welke werkwijze is effectief volgens de groep?

C

op

Reflectie Vind je dat je het als spelleider goed deed? Wat zag je bij de andere spelers en wat leerde je van je eigen optreden en van dat van de andere spelers?

34


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

Oefening 8

Gedragswijziging Probeer uit of het je lukt iemand door middel van empathie, bevestigen en uitnodigen in een andere stemming te krijgen.

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit <

.v

.

Voorbereiding • Lees de casus.

Blij(ven) breien Werkmodel Observatieformulier <

Verdeel de rollen, een van jullie speelt Marijke, een ander de juf en twee studenten observeren. Gebruik het Werkmodel Observatieformulier.

Ac t

ie

fb

Marijke is acht jaar en boos omdat het haar niet lukt een poppensjaaltje te breien. Haar handen worden zweterig en stroef en ze laat steeds steken vallen. Ze wil niet meer breien. De juf probeert voor elkaar te krijgen dat Marijke haar taak toch tot een goed einde brengt.

u'

Uitvoering • Speel de casus na. Ruil eventueel van rol zodra het spel vastloopt. Zo maak je er een inspringspel van. • Bespreek het verloop van de casus. Lukte het de juf om Marijke op een ander spoor te krijgen? Gebruikte ze daarbij de drie vaardigheden uit Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit goed?

ht

Ed

Reflectie Wat heb je geleerd over het gebruik van empathie, bevestigen en uitnodigen? Lukte het je deze werkwijze juist toe te passen? Licht toe wat je goed afging en wat je een volgende keer anders wilt doen.

Niveauverschillen in de groep Als spelleider kun je te maken krijgen met deelnemers met verschillende niveaus op het gebied van vaardigheden, kennis of houding. Hoe voorkom je dat in een spel een groep deelnemers kansloos is?

ig

Oefening 9

C

op

yr

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit < Werkmodel Schriftelijk advies <

Voorbereiding • Lees onderstaande casus

Een variatie aan voetbalteams De buurtvereniging organiseert een voetbaltoernooi. Het is een toernooi met open inschrijving: elke denkbare groep mag zich als team opgeven. Het blijkt dat zich zeven teams van elk acht spelers hebben aangemeld: een groep kinderen (12-14 jaar), een groep volwassen mannen, een groep mensen met een verstandelijke beperking uit het beschermdwonenhuis en vier gemengde straatteams.

35


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

Voorbereiding • Lees de volgende casus.

u'

Duwen en trekken

Op het pannakooipleintje in de buurt ontstaat een initiatief van de jongeren om een toernooitje te organiseren. Ze vragen jou als jongerenwerker mee te helpen. Via de app brengen jongeren elkaar op de hoogte. Op de dag van het toernooi blijkt een team mee te doen dat jij niet kent. Tijdens het toernooi begaat dit team de ene overtreding na de andere. Er wordt gescholden en beledigd en het spel is erg ruw. De situatie loopt uit de hand als de organiserende jongeren zich ermee bemoeien. Er wordt wat geduwd en getrokken.

Ed

Theoriebron Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit <

Het loopt uit de hand

Ac t

Oefening 10

ie

fb

Reflectie Ging het je goed af om het advies te geven? Licht je antwoord toe.

.v

.

Uitvoering • Schrijf een advies voor de buurtvereniging waardoor het toernooi toch fair play proof wordt. Maak gebruik van het Werkmodel Schriftelijk advies. Denk hierbij aan de teamindeling en aan gewijzigde spelregels of voordeelregels voor bepaalde teams waardoor iedereen gelijke kansen krijgt. • Bespreek het advies met de docent of een andere groep studenten die deze opdracht maakt. Ben je erin geslaagd het spel zo voor te bereiden dat iedereen kan meedoen?

Kies wie de jongerenwerker speelt. Verdeel de groep in tweeën. Leef je in in de organiserende groep of in de groep die is gekomen om het spel te bederven.

ht

• •

C

op

yr

ig

Uitvoering • Pak het spel op, op het moment dat het uit de hand dreigt te lopen. Speel door tot 'de jongerenwerker' aangeeft te willen stoppen. • Bespreek het rollenspel na met elkaar. Wat deed de spelleider goed en wat niet? • Geef de spelleider aanwijzingen. Hoe heb je als deelnemer zijn werkwijze ervaren? • Speel het spel desgewenst nog eens met een andere spelleider.

36

Reflectie a. Wat wil je onthouden van het ingrijpen als spelleider als het spel uit de hand loopt?

b. Wat deed het met je om te moeten ingrijpen in een dreigende situatie?


Afsluiten, evalueren en rapporteren

.

Afsluiten, evalueren en rapporteren

.v

Inleiding

ie

fb

Wanneer een sport- en spelactiviteit bijna is afgelopen laat je dit weten aan de deelnemers. Je sluit de activiteit af door de winnaar te benoemen of het resultaat te benoemen. Vervolgens koppel je terug naar de vooraf opgestelde doelen en evalueer je de sport- en spelactiviteit met de deelnemers. Bij grote sport- en spelactiviteiten zul je ook evalueren met collega's en schrijf je een rapportage. In dit onderdeel ga je met deze aspecten oefenen.

Leerdoelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

• Je kunt een sport- en spelactiviteit afronden en de activiteit evalueren met de deelnemers. • Je kunt een sport- en spelactiviteit evalueren met behulp van product- en procesevaluatievragen. • Je kunt rapporteren over een sport- en spelactiviteit.

Oefening 1

Een onderdeel van de afronding is het aanwijzen van een winnaar en het terugblikken op de doelen.

Touwtje springen Voor een spel als touwtje springen zijn weinig middelen nodig en de meeste mensen weten hoe ze dit moeten doen. In deze opdracht wordt een activiteit uitgevoerd door twee deelnemers. De spelleider observeert, bewaakt de tijd, bespreekt de resultaten van de activiteit en evalueert de activiteit samen met de deelnemers.

37


Afsluiten, evalueren en rapporteren

Voorbereiding Lees de opdrachtbeschrijving.

• •

ie

fb

.v

.

Beschrijving: Touwtje springen - Inspringen bij een ander. Arrangement: • Er zijn twee deelnemers met één springtouw. Opdracht: • Terwijl de ene deelnemer springt, probeert de ander 'in de bocht' te komen en mee te springen. Doelen: • komt in de bocht en past zich aan het springritme van de ander aan en verlaat op het juiste moment het draaiende touw • komt samen met anderen tot een goed afgestemd springritme • wisselt zelf in overleg met anderen regelmatig van functie. Verdeel de rollen: twee deelnemers, één spelleider. Zorg voor één springtouw per drie studenten.

Ed

u'

Ac t

Uitvoering • De deelnemers voeren de opdracht uit. • De spelleider observeert. Wanneer het spel niet lukt, biedt de spelleider hulp, zoals het aanbieden van een variant. Bijvoorbeeld een extra student vragen om samen met hem (de spelleider) een groter touw rond de draaien. De twee deelnemers springen hier eerst apart en daarna samen in mee. • De spelleider bepaalt zelf wanneer de opdracht voldoende is uitgevoerd of lang genoeg heeft geduurd en geeft dit tijdig door aan de deelnemers. • De spelleider zegt dat de tijd voorbij is en bespreekt de resultaten met de deelnemers door terug te kijken naar de gestelde doelen. • De spelleider vraagt de deelnemers wat ze van de opdracht vonden en of ze nog suggesties hebben voor een volgende activiteit. De spelleider maakt aantekeningen. • Wissel van rol en speel het spel nogmaals.

ig

ht

Reflectie Heb je als spelleider hulp moeten bieden aan de deelnemers? Zo ja, hoe vond je dat gaan?

Jongleeractiviteit afronden Als een sport- en spelactiviteit prettig verloopt, vinden deelnemers het soms lastig en vervelend om te stoppen. Het goed afronden van een activiteit is dan ook erg belangrijk. In deze opdracht ga je aan de slag met het juist afronden van een sport- en spelactiviteit. Op basis van de suggesties die de deelnemers doen tijdens de evaluatie voer je het spel nogmaals uit, maar nu met een andere rolverdeling.

C

op

yr

Oefening 2

38

Voorbereiding Lees de opdrachtbeschrijving: Beschrijving: Soleren - Voorwerp tikkend in beweging houden door te stuiteren met trucjes. Arrangement: • Elke student heeft een goed stuiterende bal. • Er is een afgebakend veld. Opdracht: • Maak met z'n tweeën een voorstelling waarbij je drie 'stuitertrucjes' met de bal laat zien.


Afsluiten, evalueren en rapporteren

fb

• •

Verdeel de rollen, zes deelnemers gaan een jongleeractiviteit uitvoeren (drie tweetallen) en één student treedt op als spelleider die de activiteit afsluit. Bedenk samen twee product- en twee procesevaluatievragen. Zorg voor een afgebakend veld, zoals een gymnastiekzaal, en stuiterende ballen: voor elke deelnemer één bal.

.v

.

Doelen: • kan eenvoudige trucjes (zoals links en rechts stuiten) en moeilijke trucs (zoals onder de benen door, achter de rug om, enzovoort) in afwisselend tempo uitvoeren • presenteert de trucjes aan anderen • overlegt met de ander over de presentatie van de 'stuiteract'.

u'

Ac t

ie

Uitvoering • Elk tweetal krijgt vijf minuten de tijd om de presentatie voor te bereiden en uit te voeren. In totaal duurt de opdracht voor de drie tweetallen samen dus vijftien minuten. • De spelleider observeert en houdt de tijd in de gaten. • De spelleider geeft na afloop aan welk tweetal de opdracht het beste heeft uitgevoerd en heeft gewonnen en motiveert waarom (kijk hierbij naar de doelen). Bedenk een passende prijs die je de winnaars overhandigt. • De spelleider kijkt terug op de activiteit en geeft aan welke resultaten behaald zijn. • De spelleider vraagt de deelnemers wat ze van de opdracht vonden en of ze suggesties hebben voor een volgende activiteit. De spelleider maakt aantekeningen. • De spelleider beantwoordt de product- en procesevaluatievragen en bespreekt deze met de medestudenten. • Op basis van de suggesties over het spel wordt nogmaals een spel gespeeld, maar nu met andere rollen.

Ed

Reflectie a. Wat heb je van deze opdracht geleerd?

ig

ht

b. Is het gelukt om de product- en procesevaluatievragen te beantwoorden? Waarom wel of waarom niet?

C

op

yr

c. Vond je het gemakkelijk of juist moeilijk om het tweede spel af te stemmen op de suggesties van de deelnemers?

39


Afsluiten, evalueren en rapporteren

Oefening 3

Evalueer een sport- en spelletjesmiddag voor senioren Jullie gaan oefenen met het uitvoeren van een evaluatieoverleg.

.v

.

Voorbereiding • Lees de casus en stel doelen op voor de spelletjesmiddag.

Casus

Verdeel de rollen, drie studenten zitten in de organisatie en één student speelt de aanwezige begeleider. Bereid je voor op je rol. Bedenk samen drie product- en drie procesevaluatievragen voor de spelletjesmiddag.

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Veel senioren raken steeds meer vrienden kwijt door ziekte of sterfte. Door deel te nemen aan activiteiten zoals een sport- en spelletjesmiddag kunnen ze andere mensen ontmoeten. In wijk De Trompet is een sport- en spelletjesmiddag voor senioren gehouden. Als de evaluatie positieve resultaten laat zien, wil de organisatie voortaan elke week een middag organiseren. In totaal zijn er vijftien senioren naar de sport- en spelletjesmiddag gekomen, drie mannen en twaalf vrouwen. De vrouwen waren erg positief, ze vonden het gezellig al waren er weinig sport- en spelmogelijkheden. Ook was er maar één begeleider aanwezig. De begeleider was druk bezig met koffie en thee schenken en kon daardoor weinig vragen beantwoorden. Dat vonden ze jammer maar ook niet heel erg, omdat ze het leuk vonden om met elkaar te kletsen. Twee mannen waren ook positief, er waren dan wel weinig spellen aanwezig maar het voetbal op tv stond aan! De derde man vond de middag geen succes, er waren zo weinig mannen aanwezig en de vrouwen praatten alleen over vrouwenzaken.

ht

Uitvoering • Voer een gesprek van maximaal tien minuten waarin jullie de evaluatievragen beantwoorden. • Schrijf individueel een verslag van het overleg. • Vergelijk de verslagen met elkaar, wat zijn de verschillen en overeenkomsten?

yr

ig

Reflectie a. Hoe vond je het om een gesprek te voeren gericht op het beantwoorden van de evaluatievragen?

C

op

b. Wat denk je dat deze spelletjesmiddag nodig heeft om een succes te kunnen worden? Leg je antwoord uit.

40


Afsluiten, evalueren en rapporteren

Oefening 4

Voorgedrukt rapportageformulier Je gaat oefenen met een voorgedrukt rapportageformulier. Dit formulier kun je gebruiken wanneer je de voortgang van een deelnemer wilt vastleggen om deze later te kunnen bespreken. Hiervoor observeer je twee medestudenten die twee sport- en spelactiviteiten uitvoeren.

.

Werkmodel Voorbeeld rapportage sporten spelactiviteit <

.v

Voorbereiding • Bekijk het Werkmodel Voorbeeld rapportage sport- en spelactiviteit. • Bekijk het 'Beweegboek' op de website onbeperkt sportief. Kies hiervan twee activiteiten en lees de spelregels goed door. • Zorg voor de benodigde materialen en middelen. • Verdeel de rollen: twee studenten voeren de activiteiten uit en twee studenten rapporteren.

fb

Website Beweegboek <

Ac t

ie

Uitvoering • Geef een korte instructie aan de twee medestudenten. • De twee studenten voeren de activiteiten uit, de andere twee observeren de uitvoering door te letten op de elementen uit het werkmodel. • Na afloop vullen de studenten het Werkmodel Voorbeeld rapportage sport- en spelactiviteit in op basis van de twee geobserveerde activiteiten.

Oefening 5

Mondelinge rapportage

Een mondelinge rapportage moet net als een observatie objectief zijn. In deze opdracht ga je hiermee oefenen. Voorbereiding • Bekijk het Werkmodel Observatieformulier. • Zoek een ander groepje studenten dat een spel- en sportactiviteit uitvoert die jullie kunnen observeren.

ig

ht

Werkmodel Observatieformulier <

Ed

u'

Reflectie Vergelijk de twee rapportageformulieren, komen ze overeen of juist niet? Hoe komt dat?

C

op

yr

Uitvoering • Observeer de sport- en spelactiviteit en vul het observatieformulier in. • Bespreek samen of jullie observaties objectief zijn. • Bereid een verhaal voor over jullie observaties. • Geef een mondelinge rapportage over de sport- en spelactiviteit waarbij je een onderscheid maakt tussen hoofdzaken en bijzaken. Reflectie a. Bevatte de mondelinge rapportage alleen hoofdzaken? Waarom wel of waarom niet?

b. Vond je het gemakkelijk of juist moeilijk om objectief te zijn? Waar lag dat aan?

41


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

.v

.

Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

fb

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

ie

In de samenleving wordt het belang van sport en spel herkend en erkend. Sport wordt door verschillende instanties gezien als hulpmiddel om heel diverse doelen te behalen. In allerlei soorten organisaties wordt sport en spel belangrijk gevonden. In het onderwijs, in het bedrijfsleven, in de gezondheidszorg. Ook de overheid stimuleert dat mensen gaan sporten. In de meeste gemeentes bestaan speciale organisaties die sport en spel stimuleren en zijn er veel sportverenigingen.

ig

Sport en spel is voor kwetsbare jongeren een ideale werkvorm.

C

op

yr

Verschil sport en spel

42

Het gaat bij sport en spel deels over hetzelfde, maar toch zijn er verschillen te benoemen. Bij sport, bijvoorbeeld topsport, gaat het erom geluk en toeval uit te sluiten. Niet de dobbelsteen of de kracht van de tegenstander bepaalt of je wint of verliest, maar allerlei regels en voorschriften en een goede training met behulp van een goede coach zorgen ervoor dat je een grote kans hebt om te winnen of dat verlies op zijn minst logisch te verklaren is. Dit betekent ook dat sport vaak plaatsvindt in georganiseerd verband. Zo bezien valt een potje pannakooi op straat onder spel en de seizoenscompetitie bij de voetbalvereniging onder sport. Sport heeft een dubbel karakter, het is tegelijkertijd een spel en een instrument: een middel om doelen buiten de sport te realiseren. Spel is dus pas sport als het wordt aangewend voor het realiseren van bepaalde extrinsieke doeleinden. Binnen het sociaal werk worden beide termen door elkaar gebruikt en horen sport en spel bij elkaar. Soms worden sport en spel samengevat met het woord 'bewegen'.


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

Functies van sport en spel

fb

.v

.

Sport en spel worden in het sociaal-cultureel werk gezien als hulpmiddelen om allerlei maatschappelijke doelen te behalen. Zo kan sport en spel een bijdrage leveren aan: • het verkrijgen van sociale samenhang • het aanleren van sociale vaardigheden • het voorkomen of opheffen van een sociaal isolement • het voorkomen dat mensen vroegtijdig opgenomen moeten worden vanwege gezondheidsproblemen.

Ac t

ie

De sociaal-cultureel werker richt zich op alle mensen in de samenleving en de wijze waarop zij hierin functioneren en participeren. Bijzondere aandacht is er voor mensen die niet zo vanzelfsprekend deelnemen aan de samenleving. Door middel van activiteiten zoals sport en spel kunnen problemen aangepakt worden en kan de sociale cohesie in buurten versterkt worden. Als sociaal-cultureel werker draag je bij aan de emancipatie, participatie en kwalificatie van burgers, in het bijzonder van kwetsbare doelgroepen.

Participatiesamenleving en sport en spel

Ed

u'

Een participatiesamenleving is een samenleving waarin iedereen die dat kan verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen leven en omgeving, zonder hulp van de overheid. De verzorgingsstaat verdwijnt niet, maar de klassieke verzorgingsstaat gaat steeds meer richting een participatiesamenleving. Sport en spel kan bijdragen aan de sociale integratie van bijzondere doelgroepen, maar is geen wondermiddel. Vaak zijn sport- en spelactiviteiten dan ook onderdeel van een integrale aanpak samen met andere activiteiten. Sport- en spelactiviteiten worden gecombineerd met bijvoorbeeld leer-werkprojecten, trainingen in sociale vaardigheid en maatschappelijke vorming.

ig

ht

Er is weinig onderzoek gedaan naar sport en spel in relatie met specifieke doelgroepen. Dit komt gedeeltelijk door het feit dat sport en spel zich bevindt op het snijvlak van twee domeinen: de sociaal-culturele agogiek en de humane bewegingswetenschappen. Wel is uit onderzoek gebleken dat jeugdwelzijnswerk vaak de enige formele organisatie is waarmee kwetsbare jongeren in contact komen in de vrije tijd. Voor hen is sport en spel dan ook een van de betere werkvormen.

C

op

yr

Belonen en prijzen Belonen wil zeggen dat je iets geeft omdat iemand iets goeds heeft gedaan. Een beloning kan materieel van aard zijn, zoals een prijs of immaterieel zijn, zoals een compliment. Een compliment is de meest effectieve en positieve manier om gedrag van mensen te veranderen. Naast complimenten zorgen andere beloningen voor gedragsbeïnvloeding. Ook zorgt belonen voor meer motivatie om deel te nemen aan een activiteit en zijn mensen meer tevreden over de deelname. De beloning moet wel gegrond zijn, terecht zijn, anders gaat de waarde van de beloning teniet. Het is gebruikelijk dat er na sport en spel een winnaar wordt aangewezen. De persoon of groep die het beste presteert, krijgt dan vaak een beloning. De vorm van de beloning of prijs kan heel verschillend zijn. Voorbeelden: geld, gebruiksartikelen, een (fop)cadeau, een diploma voor iedere deelnemer, een (zelfgemaakte) medaille. De prijsuitreiking of beloning moet passen bij het soort spel dat wordt gespeeld en bij de doelgroep.

43


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

Sport- en spelvormen

.v

.

Er zijn tientallen vormen van sport- en spelactiviteiten die je kunt organiseren, coördineren en begeleiden in je rol als sociaal-cultureel werker. De keuze die je maakt, is afhankelijk van de interesses van je doelgroep en je doelstellingen. Bedenk goed of je de veiligheid van de deelnemers kunt waarborgen, anders moet je een andere professional inschakelen zoals een buurtsportcoach of een docent lichamelijke opvoeding.

fb

Voorbeelden van sporten: Korfbal

Tennis

Turnen: balanceren

Stoeispelen

Basketbal

Rugby

Tafeltennis

Turnen: rollen

Schermen

Frisbee

Voetbal

Atletiek: lopen

Turnen: draaien

Boksen

Handbal

Volleybal

Atletiek: springen

Turnen: springen

Zelfverdediging

Hockey

Badminton

Ac t

ie

Softbal

Atletiek: werpen

Turnen: zwaaien

Dans: bewegen op muziek

Sport

u'

Voorbeelden van activiteiten binnen een sport (die je opdeelt in deelactiviteiten): Activiteiten

Ed

Atletiek: lopen

Estafette, Zweeds loopspel, estafette met extra opdrachten, sprintvormen Balanceren, rijden, glijden, acrobatiek

Turnen: springen + Atletiek: springen

Vrije sprongen, steunspringen (inclusief rollen), loopspringen, touwtje springen, veren hoogspringen.

ht

Turnen: balanceren

Werpen, vangen, slaan, lopen, aanvallen en verdedigen

ig

Softbal

C

op

yr

Motiveren bij sport en spel

44

Motivatie is de drijfveer om iets te doen. Praten over motivatie helpt alleen bij deelnemers die al gemotiveerd zijn. Zes ‘ingrediënten’ voor motivatie. 1. succesbeleving Wanneer deelnemers succes ervaren, groeit hun zelfvertrouwen en zijn ze gemotiveerd om te werken aan een volgend succes. 2. individuele aanspreekbaarheid Elke deelnemer moet weten dat hij aangesproken kan worden op zijn leergedrag. Iedereen wordt betrokken bij de activiteit. 3. betekenis geven De deelnemers moeten weten waarom ze iets leren. Waar kunnen ze het geleerde voor gebruiken, waar kunnen ze vaardigheden toepassen? 4. interesse in de deelnemer en veiligheid Wanneer iemand zich veilig voelt in de groep, motiveert dat. In een veilig klimaat kan een deelnemer vragen stellen zonder bang te zijn.


Sport en spel als middel in het sociaal-cultureel werk

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

5. positieve benadering De begeleider moet enthousiast en 'echt' zijn en het vertrouwen geven aan deelnemers dat iedereen iets kan. 6. feedback De begeleider moet de deelnemers feedback geven zodat ze weten of ze op de goede weg zitten.

45


Voorbereiding sport- en spelactiviteit

.v

.

Voorbereiding sport- en spelactiviteit

fb

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Om een goede keuze te maken voor het soort spel moet je vooraf een aantal vragen beantwoorden. Het gaat hierbij om een analyse van de kenmerken van de spelers door middel van een doelgroepanalyse en een analyse van de omstandigheden door middel van een situatieanalyse. Vervolgens kies je een spelrubriek en een spel. Dit spel bereid je voor met behulp van de methode AARDE.

C

op

yr

Bij de voorbereiding stel je vast hoe je de veiligheid wilt waarborgen om blessures te voorkomen.

46

Doelgroepanalyse en situatieanalyse De doelgroepanalyse Wie? Welke kenmerken heeft de groep waarvoor je een activiteit organiseert? Het gaat om alle kenmerken die relevant zijn voor de keuze van de passende sport- of spelactiviteit, zoals de gemiddelde leeftijd en het aantal deelnemers. Bestaat de groep uit onbekenden of bekenden van elkaar? Hoe is de fysieke en mentale toestand van de deelnemers? Hebben de deelnemers hulp nodig om te kunnen meedoen, zoals bij het aanen uitkleden?


Voorbereiding sport- en spelactiviteit

De situatieanalyse

.

Wat, waar, waarom en in welke context? Onder welke omstandigheden vindt de activiteit plaats? Wat is de motivatie van de groep? • Wat verwacht of wenst de groep?

fb

.v

Waar? • In welke omgeving vindt de activiteit plaats? In de natuur/buiten, in een ruimte die is ingericht voor sport en spel (zoals een sportzaal of sportveld), in een kleine of een grote ruimte (huiskamer of zalencomplex), in een recreatieve omgeving (zoals camping of kampeerboerderij)?

Ac t

ie

Welke context? • Waarom is de groep bijeen (gehaald)? – Is het een onderdeel van een groter geheel, zoals een dorpsfeest, sportdag of spelcircuit? – Is het een op zichzelf staande activiteit?

Ed

u'

Waarom organiseer je de activiteit? • Welke kennis, houding of sociale of fysieke vaardigheden wil je beïnvloeden? – spieren of conditie trainen – het lichaam ervaren, bijvoorbeeld aandacht voor de zintuigen – presteren/winnen – durven/spanning voelen – gezelligheid, ontspannen, bijvoorbeeld na inspanning.

Rubriceren

ig

ht

Rubriceren betekent het indelen in rubrieken of categorieën. Het aantal sporten en spelen is bijzonder groot. Je kent een aantal sporten en spelen omdat je deze zelf speelde bijvoorbeeld. Deze spelen vormen je referentiekader. Als iemand je voorstelt een balspel te spelen, is de kans groot dat je voetbal kiest als je dat als kind altijd speelde. Een sociaal-cultureel werker moet echter een goed gefundeerde keuze kunnen maken en een spel kunnen kiezen dat past bij het niveau en de (leer)behoefte van de doelgroep. Dan is het handig dat je spelen kunt rubriceren en veel spelen kent.

C

op

yr

Indeling

Rubrieken

Op basis van sociale ontwikkeling

Omgaan met frustratie, sportiviteit, respect, weerbaarheid, ontwikkelingsfase

Op basis van lichamelijke ontwikkeling

Behendigheid, strategie, reactiesnelheid, motoriek, uithoudingsvermogen, spierontwikkeling, zintuigen

Op basis van speelruimte

Kleine zaal, zaal, straat, sportveld, in de natuur (bos-/waterspelen)

Op basis van gebeurtenis

Verjaardag, sportdag, buurtfeest, club- en campingwerk

Op basis van groepsfase

Kennismaken, nadere kennismaking, conflictbeheersing, samenwerken, afscheid nemen

47


Voorbereiding sport- en spelactiviteit

Kiezen

.

Als je kennis van de groep en situatie groot is en je over een uitgebreid repertoire van sporten spelactiviteiten beschikt, wordt het gemakkelijker gericht te zoeken naar de juiste activiteit. In het voorbeeld hieronder staat een manier om de activiteit te kiezen.

fb

.v

De drempel over Er start een nieuwe activiteit in het buurthuis. Er is gebleken dat enkele moeders in de wijk moeite hebben met het opvoeden van hun 0- tot 6-jarigen. De wijkverpleegkundige acht het van belang dat de moeders hulp krijgen door middel van een cursus over opvoeden. De drempel om mee te doen aan een cursus is hoog, daarom is er nu een eerste kennismakingsmiddag georganiseerd. Hopelijk worden de moeders enthousiast en willen ze zich opgeven voor een opvoedcursus.

Ac t

ie

Overdenkingen van de spelleider: Het gaat om kennismaken met elkaar. Er is kans op wat verlegenheid of weerstand. De ruimte is klein en er moet worden gepraat aan een vergadertafel. De sport- of spelactiviteit is onderdeel van een bijeenkomst, het spelen is onderdeel van een grotere bijeenkomst over opvoeden. Keuze: Kennismakingsspel (kan ook aan de tafel).

u'

AARDE als voorbereidingsmethode

ht

Ed

Binnen de sport wordt gebruikgemaakt van de methode AARDE om sport- en spelactiviteiten voor te bereiden. AARDE staat voor: • Activiteitenomschrijving: de kern van de activiteit. • Arrangement: welke materialen/middelen je nodig hebt voor de activiteit, inclusief opstelling van de materialen en de deelnemers en hun functies. • Regels: regels over de samenwerking, het starten en beëindigen van de activiteit, uitvoeren van de functies, wisselen van functies. • Doelen: de doelen zijn gebaseerd op de gekozen rubriek en zijn SMART geformuleerd. • Extra: een beschrijving van alle extra's bij een activiteit zoals vervolgmogelijkheden of begeleiding.

C

op

yr

ig

Bij een sport- en spelactiviteit bereid je vaak meerdere activiteiten voor: deelactiviteiten die samen de grotere activiteit vormgeven. Bij een voetbalactiviteit laat je de deelnemers bijvoorbeeld eerst oefenen met de bal schieten (activiteit 1), aannemen (activiteit 2) enzovoort. Daarna laat je de deelnemers met het team aanvallen en verdedigen (activiteit 3). Elke activiteit bereid je apart voor met behulp van AARDE.

Veiligheid Bij sport en spel is er kans op blessures en ongelukken. De spelleider kan zich hierop voorbereiden door een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen: •

48

Storm, onweer, hevige regen en hitte kunnen bij buitenactiviteiten roet in het eten gooien. Bereid je voor op extreme weersomstandigheden. Zorg van tevoren voor een alternatief plan en bedenk dit niet pas als het slechte weer er al is. Bedenk bij een buitenactiviteit dat het in een niet door muren besloten ruimte moeilijker is om overzicht te houden. Stel jezelf vooraf de vraag of de buitenactiviteit geschikt is voor de doelgroep waarmee je werkt en zorg eventueel voor extra toezicht.


Voorbereiding sport- en spelactiviteit

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

.

.v

Regel vooraf in de aankondiging van de activiteit dat de deelnemers de juiste kleding, schoeisel en eventueel lichaamsbeschermingsmiddelen (zoals scheenbeschermers of een helm) dragen. Begin de activiteit met een warming-up en eindig met een cooling-down. Regel vooraf de aanwezigheid van spelleiders met een EHBO-diploma. Als je een groot evenement organiseert, ben je verplicht de aanwezigheid van EHBO'ers van de lokale vereniging vooraf te regelen. Materialen die je wilt gebruiken bij het sporten of spelen, moeten geschikt zijn voor de doelgroep. Verdeel de taken vooraf onder de spelleiders en bespreek wie wat doet als een calamiteit optreedt. Draag zorg voor een sfeer waarin de deelnemers respectvol en sportief handelen, dat kan blessures en ongelukken voorkomen.

fb

49


Praatje, Plaatje, Daadje

Praatje, Plaatje, Daadje

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Bij de uitvoering van een sport- en spelactiviteit zet je eerst alle materialen en middelen klaar of vraag je deelnemers dit te doen. Vervolgens start je met het geven van een instructie. Dit doe je om de deelnemers te informeren en te motiveren. Het belangrijkste kenmerk van een instructie is dat deze de handeling ondersteunt. Wanneer je meerdere sport- en spelactiviteiten wilt uitvoeren zul je vaker een instructie moeten geven. Om het wisselen tussen de activiteiten soepel te laten verlopen, kun je gebruikmaken van opbouw- en opdrachtkaarten.

ht

Een ‘praatje’.

PPD

ig

PPD is de afkorting voor Praatje, Plaatje, Daadje en is de meest voorkomende instructiemethode bij een sport- en spelactiviteit.

C

op

yr

Praatje

50

Je legt het spel uit aan de deelnemers. Je kunt dit het beste zo kort mogelijk houden. • Wat is het doel van het spel? • Wat zijn de belangrijkste spelregels? • Wanneer heeft een team gewonnen of wanneer is het spel afgelopen?

Plaatje Je doet voor wat de bedoeling is, je biedt het 'plaatje' bij het 'praatje'. Houd het zo kort mogelijk. • Doe het spel voor met behulp van één of twee deelnemers. • Kijk rond of er vragen zijn van deelnemers en beantwoord deze.


Praatje, Plaatje, Daadje

Uit onderzoek is gebleken dat deelnemers meer onthouden wanneer gebruikt wordt gemaakt van afbeeldingen of animaties bij de uitleg. Dit kun je dus doen bij het 'praatje' en bij het 'plaatje'!

.

Daadje

fb

.v

De deelnemers begrijpen het spel en kunnen aan de slag. Je observeert de voortgang van de activiteit en past deze zo nodig aan.

Informatie verzamelen

Ac t

ie

Om de voortgang van de sport- en spelactiviteit te controleren, het 'daadje', verzamel je gedurende de uitvoering van de activiteit informatie. Informatie over hoe de deelnemer denkt, voelt en doet tijdens de uitvoering van de activiteit en informatie over wat de deelnemer zelf graag wil leren.

Ed

u'

Manieren om informatie te verzamelen tijdens de activiteit: • observeren met een bepaald doel Je gaat objectiever naar iemand kijken en zet daardoor je eigen mening over diegene aan de kant. Door doelgerichte observaties kun je het gedrag van deelnemers beter in kaart brengen en hier je begeleiding op afstemmen. • vraaggesprek voeren door een actieve luisterhouding aan te nemen Je krijgt inzicht in de motivatie en beleving van deelnemers. Let hierbij op luistervaardigheden: doorvragen, open vragen stellen, stiltes laten vallen, uit laten spreken, non-verbaal reageren, echte interesse tonen. • participeren Door deel te nemen aan de activiteit kom je erachter wat deelnemers wellicht moeilijk of juist gemakkelijk vinden. Op basis hiervan kun je de activiteit aanpassen.

ht

Opbouw- en opdrachtkaarten

C

op

yr

ig

Op een opbouwkaart staat beschreven welke materialen en middelen waar moeten komen te staan voor de volgende opdracht. Vaak staat er een tekening of plattegrond bij zodat de deelnemers de opdracht zelf kunnen opbouwen. Op de opdrachtkaart staat een beschrijving van de opdracht: wat moeten de deelnemers doen en met welke regels? Ook kunnen er differentiatiemogelijkheden bij staan; opties om het spel makkelijker of moeilijker te maken als dat gewenst is. Het gebruik van opbouw- en opdrachtkaarten is alleen effectief als de deelnemers al enige ervaring met de sport- en spelactiviteit hebben. Wanneer ze weinig of geen ervaring hebben is instructie van de spelleider nodig. Door het gebruik van opbouw- en opdrachtkaarten is er een grote kans op een soepel verloop van de sport- en spelactiviteiten. Deelnemers hoeven niet te wachten op andere deelnemers of groepjes en kunnen zelfstandig aan de slag.

Tips • • •

Maak gebruik van afbeeldingen. Formuleer kort en bondig. Geef concrete beschrijvingen.

51


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

.v

.

Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

fb

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Bij een sport- en spelactiviteit wil je de deelnemers zo goed mogelijk begeleiden zodat ze optimaal kunnen deelnemen aan de activiteit. Dit doe je door vragen te stellen en te beantwoorden. Door hulp aan te bieden indien nodig, te motiveren, feedback te geven en juist om te gaan met conflicten en de uitgangspunten van fair play toe te passen.

ig

Motiveer de deelnemers door een positieve benadering.

C

op

yr

Effectieve feedback

52

Feedback is een krachtig instrument om deelnemers iets te leren en om hun motivatie te vergroten. Feedback moet echter wel specifiek zijn, en niet enkel 'Goed zo!' Specifieke feedback gaat over het doel, de taak of het resultaat, bijvoorbeeld: 'Je hebt heel zorgvuldig gewerkt.' Goede feedback is specifiek maar niet te uitgebreid en vaker positief dan negatief. Er bestaat geen 'beste' methode van feedback geven. Goede voorbeelden zijn: • de sandwichmethode Je start met een sneetje positieve feedback, dan komt er een laagje mogelijke verbeterpunten en je sluit af met een sneetje positieve feedback (tips over hoe de snee ‘negatieve’ feedback te verbeteren). • WEG-methode Waarneming (ik heb dit gezien), effect (wat ik gezien heb, heeft effect op mij), gedragsalternatief (een verzoek om iets voortaan anders te doen).


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

Wat je niet moet doen is: aanvallend zijn, er omheen draaien of andere mensen erbij betrekken omdat je iets zelf niet durft te zeggen.

.

Vragen krijgen en vragen stellen

fb

.v

Deelnemers aan een sport- en spelactiviteit zullen regelmatig vragen hebben voor de spelleider. Uiteraard sta je toe dat deelnemers vragen stellen. Wees hier echter voorzichtig mee, vooral bij een instructie. Als je bezig bent met een uitleg en je wordt constant onderbroken door vragen van deelnemers kan dat ervoor zorgen dat je de rode draad verliest. Het is beter om te zeggen dat de deelnemers hun vragen even moeten bewaren tot na de uitleg.

u'

Ac t

ie

Stel als begeleider zelf ook vragen aan de deelnemers. Hierdoor wordt het denkproces van de deelnemers zichtbaar en kun je de informatie beter laten aansluiten bij wat ze al weten. En het kan ervoor zorgen dat de nieuwe informatie blijft hangen. Drie vuistregels: 1. stilte/wachttijd inbouwen Na het stellen van een vraag wacht je drie seconden om de denktijd te vergroten. 2. doorspelen van antwoorden Laat deelnemers reageren op elkaars antwoord. 3. waarderen Waardeer de antwoorden. Zeg nooit alleen 'Mooi zo, goed', maar waardeer het antwoord op inhoud. Overdrijf echter niet!

Ed

Hulp aanbieden

Wanneer je ziet of hoort dat een sport- en spelactiviteit te moeilijk of juist te makkelijk is voor een deelnemer kun je op diverse manieren hulp aanbieden. Door: een kleine verandering aan te brengen in één onderdeel of in een combinatie van onderdelen Bijvoorbeeld als een deelnemer steeds van de balk stapt, zet je een stoel naast de balk als steunpunt. Of als een deelnemer over de balk rent, zet je hindernissen op de balk zodat dit moeilijker wordt. een voorbeeld te geven Vraag een deelnemer die 'gemiddeld scoort' om de opdracht voor te doen. Het gaat namelijk niet om de perfecte uitvoering maar om een beeld van wat de bedoeling is. een aanwijzing te geven over aspecten die te maken hebben met tijd, tempo of richting De deelnemer voert het uit en de spelleider kan de uitvoering controleren. te vangen, ondersteunen en meedoen Wel moet je dan alert zijn en goed de risico's op een onveilig verloop van de activiteit kunnen inschatten.

ht

ig

yr

C

op

Winnen en verliezen De mate waarin mensen kunnen omgaan met tegenslagen (verliezen), heet frustratietolerantie. Sport en spel kan ingezet worden als hulpmiddel om de frustratietolerantie te verhogen bij kinderen en volwassenen. Volwassenen met een lage frustratietolerantie reageren bij een verlies boos op zichzelf of de ander. De spelleider kan de deelnemers helpen te leren inzien dat het belangrijker is te doen wat je wel kunt en waaraan je plezier beleeft.

53


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

fb

Hoe te handelen als spelleider?

.v

.

Winnen kan minstens net zulke heftige reacties oproepen als verliezen. Wat optreedt als iemand heel blij wordt omdat hij de beste is, heet wel de euforie van het winnen: een gevoel van blijdschap waarin de winnaar maar moeilijk af te remmen is. Meestal leven andere spelers mee met de winnaar. De winnaar kan echter in zijn euforie voorbijgaan aan de gevoelens van de verliezer. De spelleider grijpt in als de winnaar hierdoor respectloos tegenover andere spelers handelt.

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Invoelend reageren werkt bij volwassenen en kinderen beter dan negeren of bagatelliseren. Voor kinderen is het van belang te leren het eigen gedrag te beheersen. Sport en spel kan helpen om te oefenen in het leren omgaan met verlies. Je kunt een kind helpen om te gaan met zijn verlies door in de juiste volgorde eerst empathisch te reageren, dan positief te bevestigen en vervolgens uit te nodigen. 1. empathie: invoelend reageren op verdriet, boosheid of angst vanwege het verliezen 2. bevestigen: het kind laten merken dat je niet minder positief over hem denkt als het verliest 3. uitnodigen: het kind uitnodigen om weer mee te spelen, het nog eens te proberen, positieve ervaringen op te doen.

C

op

yr

Groepsnormen: mogen ouders het veld oplopen wanneer ze het ergens niet mee eens zijn?

54


Begeleiden en motiveren bij een sport- en spelactiviteit

Fairplay Eerlijk spelen heet ook wel fair play. Het gaat hierbij om met respect voor elkaar sportief spelen en sporten. Je kunt hierbij drie aspecten onderscheiden:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

1. omgaan met spelregels Omgaan met ongeschreven regels en vooraf opgestelde spelregels. Of de groepsleden zich aan de regels gaan houden, is grotendeels afhankelijk van de keuze van het spel door de spelleider. Als deze een spel kiest dat niet past bij het niveau van de deelnemers of als de spelleider er niet in slaagt de regels goed uit te leggen, willen de deelnemers zich misschien wel aan de regels houden, maar kunnen ze dat niet. 2. omgaan met elkaar: de groepsnormen De spelleider kan grotendeels bepalen hoe wordt omgegaan met elkaar, maar de omgang is ook afhankelijk van de vaardigheden die de betreffende groep op dit gebied (al) ontwikkeld heeft. 3. gelijke kansen voor iedere speler Het is van belang om ervoor te zorgen dat de kansen om te winnen of plezier te hebben voor iedereen aanwezig zijn. In de voorbereiding houd je rekening met factoren die de gelijke kansen vergroten.

55


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.