41242 Solliciteren met kennis van de arbeidsmarkt voor SMD en SCW

Page 1

fb .v

.

Training

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Solliciteren met kennis van de arbeidsmarkt voor SMD en SCW


Auteur: Peter Munneke Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers

fb .v

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

.

Colofon

Titel: Solliciteren met kennis van de arbeidsmarkt voor SMD en SCW

tie

ISBN: 978 90 3724 124 2 ©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

ij

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze training

.

8

De veranderende arbeidsmarkt Profielschets

10

18

Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

Jezelf presenteren

33 38

Reflectie

49

44

u' Ac

Sollicitatiegesprek met een vrijwilliger

tie

Sollicitatiebrief en cv

25

fb .v

OriĂŤntatie

4

Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt Theoriebron Profielschets

51

54

Theoriebron ArbeidsmarktoriĂŤntatie

60

Ed

Theoriebron Sollicitatiebrief en cv

57

Theoriebron Het sollicitatiegesprek 66

U

itg

ev

er

ij

Theoriebron Netwerken

63

3


Over deze training

Over deze training

.

Inleiding

fb .v

In deze training leer je om jezelf te presenteren en te profileren in het kader van netwerken sollicitatiegesprekken. Maar ook hoe je een cliënt kunt begeleiden op dit gebied. En hoe je zelf sollicitatiegesprekken kunt uitvoeren met een vrijwilliger.

ij

Ed

u' Ac

tie

Je leert je te oriënteren op de steeds veranderende arbeidsmarkt. De transitie van de verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving is hierbij een belangrijk onderdeel. Je krijgt instrumenten aangereikt waarmee je meer zelfinzicht verkrijgt op het gebied van ‘wie ben ik, wat kan ik en wat wil/zoek ik?’. Je leert hoe je de arbeidsmarkt kunt benaderen en hoe je een passende arbeidsplek kunt vinden. Dit doe je door het oefenen met gespreksvoering. Gesprekken waarbij je zelf de sollicitant bent, gesprekken waarbij je een cliënt begeleidt en gesprekken waarbij een vrijwilliger bij jou op solliciatiegesprek komt.

er

Je leert om gesprekken te voeren als sollicitant en je leert gesprekken te voeren met cliënten die willen gaan solliciteren.

U

itg

ev

Leerdoelen

4

• Je hebt kennis van de (veranderende) arbeidsmarkt (voor SMD'ers en SCW'ers) en kunt uitleggen hoe je informatie over de arbeidsmarkt kunt vinden. • Je kunt een profielschets maken voor jezelf van jouw kwaliteiten, behoeften en wensen in relatie met je toekomstige werksituatie en kunt een cliënt begeleiden bij het maken van een profielschets. • Je kunt op diverse wijze de marktsituatie onderzoeken, zowel online als offline. • Je kunt voor jezelf een sollicitatiebrief schrijven en een cv opstellen en kunt een cliënt ondersteunen bij het schrijven van een sollicitatiebrief en het opstellen van een cv. • Je kunt een sollicitatiegesprek voorbereiden en uitvoeren als sollicitant en jezelf kort en krachtig presenteren. • Je kunt een sollicitatiegesprek uitvoeren met een vrijwilliger.


Over deze training

Beoordeling Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling.

• • •

Je doet actief mee aan de lessen. Je voldoet aan de voorwaarden bij de oefeningen en bij de demonstratie: correcte kleding en goede persoonlijke verzorging. Je hebt een evenredige bijdrage geleverd bij de groepsopdrachten. Je hebt alle opdrachten en oefeningen uitgevoerd Je schriftelijke en mondelinge communicatie is correct. Je past theoretische kennis en gespreksvaardigheden toe bij de demonstraties.

.

• •

fb .v

Beoordelingsformulier <

Aan het einde van de training moet je twee demonstraties uitvoeren. Plan deze demonstraties tijdig in. Lees eerst de demonstraties goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

u' Ac

Planningsformulier <

tie

Planning

Demonstratie 1: Sollicitatiegesprek

Ed

Aan de hand van een vacature of een open-sollicitatiebrief ga je een sollicitatiegesprek voeren (rollenspel). Je hebt hiervoor een cv en een sollicitatiebrief opgesteld (aantonen). Een medestudent neemt de rol van toekomstige werkgever op zich en een ander neemt de rol van P&O-adviseur op zich. Het gesprek wordt gefilmd en het filmpje wordt ingeleverd bij de docent.

ij

Processtappen •

Ga op zoek naar een passende organisatie of vacature. Dit kun je doen met behulp van de Website Indeed. Schrijf een sollicitatiebrief en een cv met behulp van de werkmodellen. Bereid je voor op het gesprek, bestudeer de organisatie: de doelstellingen, missie/visie, cao, beroepscode en beroepsethiek. Verdiep je in de STAR-methode. Regel een videocamera of smartphone waarmee het gesprek gefilmd kan worden. Voer het gesprek uit. Lever het filmpje in bij de docent.

er

Website Indeed.nl <

itg

ev

Werkmodel Format gerichte sollicitatiebrief <

• •

U

Werkmodel Format cv <

• • •

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

Eisen aan de demonstratie • • •

De student heeft een passende organisatie of vacature gevonden. De student heeft een correct cv en een correcte sollicitatiebrief opgesteld. De student heeft zich goed voorbereid. Er zijn aantekeningen aanwezig over de organisatie, haar doelstellingen en missie en de vacature.

5


Over deze training

De student heeft minimaal vijf relevante vragen voorbereid om te stellen aan zijn of haar gesprekspartners. De student kan tijdens het gesprek minimaal twee situaties presenteren middels het STARR-methode. De student weet op een vlotte en professionele manier met lastige vragen om te gaan. Het sollicitatiegesprek heeft een duidelijke indeling: introductie – gesprek – afsluiting. De student laat tijdens het gesprek zien dat hij kennis heeft van de cao, beroepsethiek en kan benoemen wat een beroepscode is. De student kan zich in correct Nederlands uitdrukken. De student is representatief gekleed en kan zich op een positieve manier voorstellen en presenteren.

fb .v

.

• • • • •

tie

Demonstratie 2: Begeleiding van een cliënt

Casus •

Erik (19) zit in een detentiecentrum. Hij komt over twee weken vrij en wil graag aan de slag als jeugdcoach op een voetbalclub. Mirjam (21) heeft een licht verstandelijke beperking en wil graag werken in een winkel. Latif (36) is een asielzoeker die net een verblijfsvergunning heeft gekregen. Hij heeft in z'n eigen land een opleiding als installatiemonteur afgerond.

Ed

• •

u' Ac

Aan de hand van de volgende situatie ga je een begeleidingsgesprek voeren met een cliënt om te helpen bij het solliciteren op een geschikte functie. Jouw cliënt wordt gespeeld door een medestudent. Het gesprek wordt gefilmd en het filmpje wordt ingeleverd bij de docent. Je mag kiezen uit een van de volgende situaties:

ij

Je hebt je goed verdiept in de cliënt. Je kent het cv maar hebt hem of haar nog niet ontmoet. Je wilt de cliënt begeleiden in het maken van een goede keuze en de vervolgstappen voor een sollicitatie.

• • • 1. 2. 3.

Stel een basis-cv op voor de cliënt met behulp van het Werkmodel Format cv. Bereid je voor op je rol. Voer het gesprek met de cliënt met de volgende doelen: komen tot een goed persoonlijk profiel, met behulp van het Werkmodel Profielschets vinden van een passende vacature stimuleren tot het opstellen van een sollicitatiebrief en hem of haar daarmee op weg helpen. Regel een videocamera of smartphone waarmee het gesprek gefilmd kan worden. Voer het gesprek uit. Lever het filmpje in bij de docent.

ev

Werkmodel Format cv <

er

Processtappen

U

itg

Werkmodel Profielschets <

• •

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

Eisen aan de demonstratie • • •

6

Er is een beperkt cv van de cliënt die als basis dient voor het begeleidingsgesprek. De student heeft zich voorbereid en is duidelijk op de hoogte van het cv en de situatie van de cliënt. De student heeft een situatie gecreëerd waarin de cliënt zich veilig en welkom voelt.


Over deze training

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

• •

.

De student legt duidelijk uit wat het doel is van het begeleidingsgesprek. De student coacht de cliënt in het maken van een goed persoonlijk profiel. De student kan samen met de cliënt een passende vacature vinden. De student geeft de cliënt op een positieve manier feedback op zijn cv. De student kan de cliënt duidelijk maken waar een sollicitatiebrief aan moet voldoen, en kan hem ondersteunen in de eerste stappen daarin. De student laat zien dat hij actief kan luisteren. De student kan het gesprek op een stimulerende manier afronden.

fb .v

• • •

7


Oriëntatie

Oriëntatie Oefening 1

Jouw ervaring met sollicitaties

fb .v

.

Je hebt ongetwijfeld ervaring met solliciteren. Dat kunnen positieve ervaringen zijn of negatieve. In deze opdracht ga je in groepjes van vier studenten deze ervaringen delen.

tie

Ga met z'n vieren om een tafel zitten. Leg een A3-papier in het midden. Teken in het midden van het vel een groot vierkant en verdeel de rest van het vel in vier vlakken. Zorg dat je allemaal een pen/potlood hebt. Omschrijf allemaal in je eigen vlak een positieve en een negatieve ervaring als het gaat om solliciteren. Bespreek elkaars ervaringen in de groep en zoek naar de overeenkomsten in ervaringen. Maak nu in het middenvak twee lijstjes factoren die invloed hebben op een sollicitatie. Links zet je de factoren die een positieve invloed hebben en rechts de factoren met een negatieve invloed.

u' Ac

a. Wat is je opgevallen tijdens deze oefening als je jouw ervaringen vergelijkt met die van anderen?

Jouw baan, jouw toekomst

Hieronder staan vijf stellingen over jouw baan en jouw toekomst. Geef aan of je het eens bent met deze stellingen. a. Ik wil vooral een baan om mijzelf te kunnen onderhouden. eens oneens b. Ik wil vooral een baan om mijzelf te kunnen ontwikkelen. eens oneens c. Na mijn studie wil ik zo snel mogelijk aan het werk. eens oneens d. Ik vind leuk werk belangrijker dan een goed salaris. eens oneens e. Met netwerken vind je sneller een baan dan met solliciteren. eens oneens

U

itg

ev

er

ij

Oefening 2

Ed

b. Noem één belangrijk verschil tussen jouw ervaringen en die van je medestudenten en één overeenkomst.

8

Oefening 3

Begeleiden bij het solliciteren a. Bedenk drie aspecten waarbij je een cliënt zou kunnen helpen als het gaat om solliciteren.


Oriëntatie

.

b. Welke eigenschappen en/of kwaliteiten heb je nodig om zelf succesvol te zijn bij het solliciteren?

fb .v

c. Welke eigenschappen en/of kwaliteiten heb je nodig om iemand goed te begeleiden bij het solliciteren?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

d. Hieronder staat een aantal voorbeelden van cliënten die jij mogelijk moet begeleiden bij een sollicitatie. Kruis aan welke cliënten je wel zou willen begeleiden. Iemand met een lichamelijke beperking die wel in staat is tot administratief werk Een vrouw in de bijstand die niet gemotiveerd is om werk te zoeken, maar alleen solliciteert om haar uitkering te kunnen behouden Iemand die veroordeeld en gestraft is wegens seksueel misbruik en nu weer een baan moet zoeken Iemand met een verstandelijke beperking die wel in staat is eenvoudig productiewerk te doen Een jonge vrouw die zo onzeker is dat ze geen sollicitatiegesprek durft aan te gaan Iemand met een taalachterstand die net een verblijfsvergunning heeft in Nederland en nu werk wil zoeken e. Bespreek de uitkomst van de vorige vraag met een medestudent. Leg aan elkaar uit waarom je sommige mensen niet zou willen helpen en anderen wel. Wat zijn de verschillen tussen jullie?

9


De veranderende arbeidsmarkt

.

De veranderende arbeidsmarkt

fb .v

Inleiding

tie

Het woord ‘markt’ is niet toevallig: het veronderstelt dat er sprake is van vraag en aanbod en dat deze op de arbeidsmarkt samenkomen. En zo werkt de arbeidsmarkt ook: alle partijen (werkzoekenden en werkgevers) willen een zo goed mogelijke deal sluiten, ze willen een zo goed mogelijke match maken. Daarnaast is ook de arbeidsmarkt onderhevig aan veranderingen. De manier waarop partijen elkaar vinden is de laatste jaren sterk veranderd bijvoorbeeld maar ook de eisen die aan elkaar gesteld worden.

Leerdoelen

ev

er

ij

Ed

u' Ac

• Je kunt het begrip arbeidsmarkt uitleggen met betrekking tot sociaal maatschappelijke dienstverlening en sociaal cultureel werk. • Je kunt uitleggen welke veranderingen er plaatsvinden op de arbeidsmarkt voor SMD’ers en SCW’ers zoals de invloed van de participatiesamenleving. • Je kunt uitleggen waar je informatie over de arbeidsmarkt kunt vinden.

De vraagzijde (werk- of opdrachtgevers) plus de werkzoekende (aanbodzijde) zorgt samen voor een markt.

itg

Oefening 4

U

Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt < Filmpje Vergrijzing (CBS in de klas) <

10

Analyse van de arbeidsmarkt De arbeidsmarkt is steeds aan veranderingen onderhevig. Niet voor alle beroepen is altijd evenveel werk. In deze opdracht gaan jullie onderzoeken welke carrièrekansen en bedreigingen er zijn. Dit doe je door de volgende vragen te beantwoorden. a. Wat is de betekenis van het begrip arbeidsmarkt?


De veranderende arbeidsmarkt

.

b. Wat is de invloed van een economische recessie of economische groei op het beroep van sociaal cultureel werker of sociaal maatschappelijke dienstverlener?

tie

Bekijk het filmpje Vergrijzing (CBS in de klas). d. Welke invloed heeft de vergrijzing op jullie beroep?

fb .v

c. Hoe belangrijk is het hebben van kennis en vaardigheden (de hoogte van je opleiding) om werkzaam te kunnen zijn in het beroep?

u' Ac

e. Welke invloed hebben de afnemende geboortecijfers op jullie beroep?

Ed

f. Welke invloed hebben recente maatschappelijke ontwikkelingen en/of veranderingen in wetgeving op jullie beroep?

Vul op basis van jullie antwoorden het volgende schema in. Kansen

er

ij

Kijken naar mogelijkheden en van de gebaande paden afstappen biedt kans om je verder of in een andere richting te ontwikkelen.

Bedreigingen Minder (betaald) werk en tegelijkertijd een grotere behoefte aan ondersteuning, zorg en professionals in gezondheidszorg en welzijn, in de sociaal-agogische beroepen.

U

itg

ev

De vergrijzing brengt veel werk in de zorg met zich mee en daardoor meer kansen.

11


De veranderende arbeidsmarkt

Zoek online een vacature die jou aanspreekt. Het moet een vacature zijn die aansluit bij jouw toekomstige werksituatie en profielschets. Je kunt hierbij gebruikmaken van de website Indeed.nl of bijvoorbeeld Brabantzorg.net. Bespreek samen de vacature aan de hand van de volgende vragen. a. Om welke functie gaat het?

De website Indeed.nl <

b. Om welke organisatie gaat het?

c. Bestudeer de website van deze organisatie. Wat staat bij deze organisatie hoog in het vaandel?

u' Ac

tie

Website Brabantzorg.net <

.

Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt <

Vacature analyseren

fb .v

Oefening 5

d. Welke doelstelling heeft deze organisatie?

Ed

e. Komt deze doelstelling terug in de functie? Zo ja/nee: hoe dan wel/niet?

er

ij

f. Hoe ziet deze functie eruit? Welke werkzaamheden horen hierbij?

U

itg

ev

g. Welke functie-eisen worden gesteld?

12


De veranderende arbeidsmarkt

Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt <

De participatiesamenleving

De samenleving is de laatste jaren veranderd van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Dit heeft gevolgen voor beroepen in de sociaal maatschappelijke dienstverlening en het sociaal cultureel werk. Je gaat onderzoeken hoe de participatiesamenleving van invloed is op jouw toekomstige werk door de volgende vragen te beantwoorden.

tie

Oefening 6

fb .v

.

h. Is er een overeenkomst tussen de werkzaamheden en de functie-eisen? Beschrijf de overeenkomsten en verschillen.

u' Ac

a. Nederland was lange tijd een verzorgingsstaat. Wat wordt bedoeld met 'verzorgingsstaat'?

Ed

b. Nederland zit in een transitie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Wat wordt bedoeld met participatiesamenleving?

c. Geef van de volgende omschrijvingen aan of ze horen bij de participatiesamenleving of bij de verzorgingsstaat.

U

itg

ev

er

ij

1. Uitgaan van eigen kracht: participatiesamenleving / verzorgingsstaat 2. Door hoge belastingen en premies kunnen uitkeringen betaald worden: participatiesamenleving / verzorgingsstaat 3. Activeren van het sociale netwerk: participatiesamenleving / verzorgingsstaat 4. Iedereen heeft recht op zorg: participatiesamenleving / verzorgingsstaat 5. Zorg is een primaire taak van de overheid: participatiesamenleving / verzorgingsstaat 6. Sterkere sociale samenhang en onderlinge betrokkenheid: participatiesamenleving / verzorgingsstaat 7. Zwakkeren worden beschermd door de overheid: participatiesamenleving / verzorgingsstaat

d. Noem twee belangrijke voordelen van de overgang naar een participatiesamenleving.

e. Er is ook kritiek op de participatiesamenleving. Noem twee kritische punten.

13


De veranderende arbeidsmarkt

Oefening 7

De verandering van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving heeft ook gevolgen voor de inhoud van jouw werk. Welke gevolgen dat heeft, ga je onderzoeken door de volgende vragen te beantwoorden. a. Wat is een belangrijk gevolg van de overgang naar de participatiesamenleving in het werk van een sociaal werker?

fb .v

.

Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt <

De participatiesamenleving en jouw toekomst

Website Movisie <

tie

b. Wat zijn de tien competenties die een sociaal werker in huis moet hebben?

Ed

u' Ac

Artikel Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving <

ev

er

ij

c. Welke van deze competenties passen het best bij jou? Noem er drie en leg ook uit waarom.

U

itg

d. Het werk van een sociaal werker kent een aantal flinke uitdagingen zoals je kunt lezen in de brochure competenties maatschappelijke ondersteuning van Movisie. Wat zou jouw grootste uitdaging zijn als sociaal werker? Leg ook uit waarom.

14

e. Wat betekent de afkorting Wmo?


De veranderende arbeidsmarkt

fb .v

g. Wat is het doel van de Wmo?

.

f. Leg uit wat is geregeld in de Wmo.

tie

h. Welke drie decentralisaties vinden er plaats in het sociale domein?

Wat is het doel van deze decentralisaties?

j.

Hieronder staan vier stappen naar een Wmo-aanvraag. Zet ze in de goede volgorde.

Ed

u' Ac

i.

Gesprek met de gemeente Voorstel

Inwoner meldt zich

er

ij

Besluit van de gemeente

Oefening 8

De arbeidsmarkt is veranderd voor jou zelf maar ook voor cliĂŤnten die je mogelijk gaat begeleiden. In deze opdracht onderzoek je wat je een cliĂŤnt zou moeten weten bij het solliciteren in de huidige arbeidsmarkt.

ev

Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt <

Begeleiden bij het solliciteren

U

itg

a. Zelfregie, participatie en sociale samenhang zijn belangrijke begrippen binnen het uitvoeren van de Wmo. Wat betekenen deze termen?

15


De veranderende arbeidsmarkt

Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt <

Informatie over werk voor jezelf, waar vind je dat?

Als je aan het werk wilt als sociaal werker moet je informatie kunnen vinden over de arbeidsmarkt. Daarbij gaat het niet alleen over competenties, maar ook over werkgevers, vacatures en carieremogelijkheden. In deze opdracht ga je daar meer over leren door de volgende vragen te beantwoorden.

tie

Oefening 9

fb .v

.

b. Leg aan de hand van een voorbeeld uit hoe deze drie termen belangrijk zijn bij het begeleiden van een cliĂŤnt bij een sollicitatie.

u' Ac

a. Waar kun je online vacatures vinden? Noem in ieder geval drie sites.

Ed

b. Wat is het verschil tussen een website zoals indeed.nl en zorgenwelzijnbanen.nl?

c. Op welke website kun je naast vacatures informatie vinden over opleidingen, cao's en loopbaantrajecten?

er

ij

d. Waarom is het handig om een profiel aan te maken op www.fcb.nl?

ev

e. Waar staat de afkorting cao voor?

U

itg

f. Leg uit wat de cao eigenlijk is.

16

g. Noem drie arbeidsvoorwaarden die geregeld zijn in de cao.


De veranderende arbeidsmarkt

Oefening 10

Informatie over werk voor een cliënt. Waar vind je dat?

In jouw toekomstige baan moet je misschien ook cliënten begeleiden in het zoeken naar een baan. Voor een groot deel geldt voor een cliënt hetzelfde als voor jou zelf. Maar er zijn ook verschillen. In deze opdracht ga je daarnaar op zoek. a. Wat betekent het begrip: 'afstand tot de arbeidsmarkt'?

tie

Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt <

fb .v

.

h. Je kunt online informatie vinden over vacatures en de arbeidsmarkt maar ook offline. Noem drie manieren waarop je offline informatie kunt vinden die voor jou belangrijk zijn.

u' Ac

b. Als cliënt recht heeft op een uitkering tot welke instantie moet hij zich dan richten?

Ed

c. Voor welke vier situaties heb je te maken met het UWV?

er

ij

d. Met welke van deze vier situaties zal jij als sociaal werker het minst te maken krijgen en met welke het meest denk jij?

U

itg

ev

e. Met welke van de vier situaties heb je volgens jou het meest te maken als sociaal werker?

17


Profielschets

Profielschets

.

Inleiding

fb .v

In dit hoofdstuk ga je onderzoeken en beschrijven wat je een toekomstige werkgever te bieden hebt op het gebied van persoonlijkheid, kwaliteiten, ervaring, kennis, competenties en vaardigheden. Je gaat beschrijven wat je nodig hebt om je binnen jouw toekomstige baan op jouw vakgebied verder te kunnen ontwikkelen. Uiteindelijk heb je een zogenoemde profielschets in handen, die je een houvast biedt bij het zoeken naar een passende werksituatie. Behalve voor jezelf moet je ook cliënten kunnen begeleiden in het maken van een profielschets. Ook daar ga je mee aan de slag.

tie

Leerdoelen

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

• Je kunt een profielschets maken van je eigen kwaliteiten, wensen en behoeften in relatie met je toekomstige werksituatie. • Je kunt een cliënt begeleiden bij het benoemen van zijn of haar kwaliteiten, wensen en behoeften in relatie tot zijn of haar toekomstige werksituatie.

18

Waar ben jij goed in?


Profielschets

Oefening 11

Voorbereiding • Deze oefening ga je met de hele klas doen. Zorg voor twee rijen stoelen die tegenover elkaar staan. Iedereen moet kunnen zitten. Voorbeeld: Zitten er zestien studenten in de klas zet dan twee rijen van acht stoelen tegenover elkaar. Laat wat ruimte tussen de stoelen naast elkaar. Tegenover elkaar mogen de stoelen zo dicht op elkaar staan dat je elkaars knieën bijna raakt.

fb .v

.

Theoriebron Profielschets <

Complimentenronde

u' Ac

tie

Uitvoering • Ga in twee rijen tegenover elkaar zitten. • Bepaal welke rij de ontvangers worden en welke rij de zenders. • Zit je in de rij zenders, geef dan twee complimenten aan de ontvanger tegenover je. Denk er van tevoren niet te lang over na, maar doe dit zo spontaan mogelijk. • Zit je in de rij ontvangers, bedank voor het compliment. Als het voor jou niet duidelijk is wat de zender bedoelt mag je wel vragen stellen, maar ga verder niet in gesprek of discussie met elkaar. • Schuif allemaal één plaats naar rechts na het geven en ontvangen van de complimenten. Zit je op de laatste stoel in de rij, dan verhuis je van rij. • Doe dit totdat iedereen beide rijen volledig is doorgegaan. • Noteer ieder voor zichzelf de complimenten die je hebt gekregen. Doe dit in het schema hierna: Deze complimenten zijn nieuw voor mij.

Ed

Deze complimenten heb ik eerder gehoord.

er

ij

a. Wat viel je op aan de klas in deze oefening?

c. Leg uit wat je aan deze oefening hebt in het kader van solliciteren?

U

itg

ev

b. Wat vond je moeilijker: complimenten geven of complimenten ontvangen? Leg ook uit waarom.

19


Profielschets

Werkmodel Profielschets < Werkmodel Vragenlijst kwaliteiten < Werkmodel Uitleg vragenlijst motivatoren <

.

fb .v

Uitvoering • De test 'vragenlijst kwaliteiten' kun je gebruiken om invulling te geven aan het kopje ‘wie ben ik?’ bij het Werkmodel ‘Profielschets’. • Beantwoord eerst voor jezelf de vragen van Werkmodel ‘Vragenlijst kwaliteiten’ en noteer je antwoorden. Neem hier de tijd voor. Bespreek samen met je medestudent elkaars antwoorden en vul elkaar aan. • Vraag 1, 5 en 9: de antwoorden op deze vragen hebben iets met jouw persoonlijke kwaliteiten te maken. • Vraag 2, 6 en 10: de antwoorden op deze vragen hebben te maken jouw valkuilen. • Vraag 3, 7 en 11: de antwoorden op deze vragen hebben iets te maken met eigenschappen die je bij anderen niet kunt uitstaan, je weerstand, jouw allergie. • Vraag 4, 8 en 12: de antwoorden op deze vragen verwijzen naar eigenschappen die jou samen met je kwaliteiten meer in balans zouden brengen, jouw uitdagingen/ontwikkelpunten. Vaardigheden en competenties De test ‘Bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden, capaciteiten en talenten’ kun je gebruiken om invulling te geven aan het kopje ‘wat kan ik?’ bij het werkmodel ‘Profielschets’. •

Print het werkmodel ‘Bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden, capaciteiten en talenten’ per persoon drie keer uit. Zet op alle drie exemplaren je naam. Eén exemplaar houd je voor jezelf, de andere twee geef je aan je medestudenten, ieder één. Als het goed is, heb je nu drie dezelfde lijsten voor je met drie verschillende namen. Geef per categorie (bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden, capaciteiten en talenten) aan welke tien woorden het meest op jou van toepassing zijn. Arceer, onderstreep of omcirkel deze. Doe hetzelfde voor je twee medestudenten. Wissel de lijsten weer uit. Als het goed is, heb je nu drie ingevulde lijsten met je eigen naam erop. Maak voor jezelf een top 3 van de onderstreepte woorden van de verschillende lijsten en vul die in onderstaand schema in. Bespreek je uitkomst met de studenten waar je deze test mee gedaan hebt.

er

Werkmodel Vragenlijst motivatoren <

tie

Werkmodel Vragenlijst leerstijlen van Kolb <

Voorbereiding • Bestudeer de Theoriebron Profielschets. • Zorg dat je een exemplaar van de profielschets hebt (digitaal of printversie). • Je zult tijdens je opleiding vast wel eens een leerstijlentest hebben gemaakt en de kernkwadranten hebben ingevuld. Als je dit nog nooit hebt gedaan, dan kun je dit alsnog doen door het werkmodel ‘Kernkwadranten’ en het werkmodel ‘Vragenlijst leerstijlen van Kolb’ te gebruiken.

u' Ac

Werkmodel Kernkwadranten <

Aan de hand van het werkmodel ‘Profielschets’ ga je je profielschets opstellen. Voor je deze profielschets kunt invullen, moet je wel kennis over jezelf hebben. In deze oefening ga je een aantal testjes doen om een nog duidelijker beeld van jezelf te krijgen. Als er tests zijn die je al eens eerder hebt gemaakt, dan kun je ervoor kiezen om de eerdere resultaten te pakken of om de test nog een keer te doen. Beslis dit eventueel in overleg met je docent.

Ed

Theoriebron Profielschets <

Je eigen profielschets

ij

Oefening 12

• •

U

ev

Werkmodel Vragenlijst wensen en voorkeuren werkomgeving <

itg

20


Profielschets

Werkwoorden

Capaciteiten en talenten

fb .v

.

Bijvoeglijke naamwoorden

tie

Wat wil/zoek ik? Motivatoren Om te weten wat je wilt of zoekt, is het belangrijk iets te weten over je motivatoren en over het type werk, werkzaamheden en werkomgeving waar je je prettig bij voelt.

Je gaat eerst onderzoeken wat je motivatoren zijn: Waarom wil je werken? Waar doe je het voor? De vragenlijst waarmee je gaat werken, is ontwikkeld door E.H. Schein.

u' Ac

Deze test kun je gebruiken om invulling te geven aan het kopje: ‘Wat wil ik?’ bij het werkmodel ‘Profielschets’. Ga naar werkmodel ‘Vragenlijst motivatoren’. Maak een print van dit werkmodel en lees de instructie aandachtig door. Vul de vragenlijst eerlijk en oprecht in. In het volgende schema vind je ruimte voor de scores van de veertig stellingen waarbij 1 staat voor stelling 1, 2 voor stelling 2 enzovoort. Achter de 1 zet je dus jouw score van stelling 1. Neem op deze wijze alle scores over in dit schema. Wanneer je alle antwoorden hebt overgenomen, tel je de uitkomsten per kolom op. De letters boven de kolommen komen straks aan bod.

A

Ed

• • • •

B

C

D

E

F

G

H

2=

3=

4=

5=

6=

7=

8=

9=

10=

11=

12=

13=

14=

15=

16=

17=

18=

19=

20=

21=

22=

23=

24=

er

ij

1=

26=

27=

28=

29=

30=

31=

32=

33=

34=

35=

36=

37=

38=

39=

40=

ev

25=

U

itg

• •

Onthoud de twee hoogste totaalscores. Bekijk welke letters hierbij horen en zoek de betekenis hiervan op bij Werkmodel ‘Uitleg vragenlijst motivatoren’.

Deze test kun je gebruiken om invulling te geven aan het kopje ‘Wat wil ik?’ bij het werkmodel ‘Profielschets’. • Ga naar werkmodel ‘Vragenlijst wensen en voorkeuren werkomgeving’. • Maak een print van deze vragenlijst en lees de instructie aandachtig door. • Vul de vragenlijst eerlijk en oprecht in. • Vul aan de hand van je ingevulde vragenlijsten de volgende rijtjes (top 4) in: a. Mijn belangrijkste wensen en voorkeuren zijn:

21


Profielschets

u' Ac

tie

c. De meest plezierige baas voor mij:

fb .v

.

b. De meest plezierige collega's voor mij zijn:

Ed

d. Mijn favoriete werkplek:

er

ij

e. Mijn favoriete organisatiecultuur

• •

ev

Vul zorgvuldig en met aandacht jouw profielschets in. Laat je profielschets aan drie medestudenten lezen en vraag om positieve feedback. Herkennen zij jou in deze beschrijving? Pas of vul je profielschets eventueel aan met de opmerkingen van de anderen.

U

itg

Reflectie f. Hoe tevreden ben je met de uitkomsten van de testen? Verklaar je antwoord.

22

g. Ben je eerlijk geweest in het beantwoorden van de testen? Leg uit waarom wel of waarom niet.


Profielschets

Website 123test <

fb .v

Werkmodel Profielschets <

Voorbereiding • Zorg dat je het Werkmodel Profielschets bij de hand hebt. • Vorm een duo met een andere student.

Uitvoering Je gaat een cliënt begeleiden bij het maken van een eigen profielschets. Daarbij laat je de cliënt zo veel mogelijk zelf bepalen welke stappen er gezet worden. De cliënt wordt gespeeld door een andere student. • • •

tie

Theoriebron Profielschets <

Een client begeleiden bij het maken van een profielschets

Leg de cliënt uit dat je een profielschets met hem of haar gaat maken. Vertel wat een profielschets is aan de hand van het werkmodel Profielschets en wat de cliënt eraan heeft. Bekijk samen de met de cliënt de Website 123test.

u' Ac

Oefening 13

.

h. Vind je dat de uitkomst van de testen overeenkomen met wat je van jezelf vindt? Leg je antwoord uit.

Zoek met de cliënt drie gratis testen uit die een antwoord moeten geven op de vragen: Wie ben ik? Wat kan ik? en Wat wil ik? Vul in het schema in welke testen je de cliënt laat uitvoeren. Vraag

Test

Ed

Wie ben ik? Wie kan ik? Wie wil ik?

Laat de testen maken door de cliënt en vul samen de profielschets in. Bespreek met elkaar het antwoord op de laatste vraag: Wat zijn ontwikkelpunten?

ij

ev

er

Reflectie a. Hoe heb je ervoor gezorgd dat de cliënt zo veel mogelijk zijn eigen keuzes kon maken?

U

itg

b. Kun jij je vinden in de profielschets van de cliënt? Leg uit waarom wel of waarom niet.

23


Profielschets

Werkmodel Actief luisteren observatielijst <

Voorbereiding • Vorm drietallen waarmee je deze oefening gaat uitvoeren. • Zorg ervoor dat het Werkmodel Actief luisteren - observatielijst bij de hand hebt. • Zorg ervoor dat jullie alle drie een ingevulde profielschets hebben. Als je deze nog niet hebt, maak je er eerst één. • Elke student bedenkt voor zichzelf minimaal vijf vragen die hij aan de cliënt wil stellen om helder te krijgen in welke richting hij werk zoekt. Noteer deze vragen.

Uitvoering • Bespreek met je cliënt (medestudent één) de uitkomst van de profielschets. • Bespreek met de cliënt in welke richting of branche hij werk kan zoeken. • Bespreek met de cliënt concrete mogelijkheden op de arbeidsmarkt. • Bespreek met de cliënt welke stappen hij kan ondernemen en hoe hij zich kan profileren bij mogelijke werkgevers. • Medestudent twee observeert het gesprek aan de hand van het Werkmodel Actief Luisteren. • Voer deze opdracht uit totdat jullie alle drie de rol van begeleider, cliënt en observant hebben vervuld.

u' Ac

tie

Werkmodel Profielschets <

In deze oefening ga je met een cliënt in gesprek over zijn of haar profielschets en bespreek je welke mogelijkheden hij of zij heeft met deze profielschets.

.

Theoriebron Profielschets <

De profielschets van een cliënt bespreken

fb .v

Oefening 14

Ed

Reflectie a. Welke van de drie rollen vond je het moeilijkst om te spelen? Leg uit waarom.

U

itg

ev

er

ij

b. Hoe tevreden was jij over jouw rol als begeleider?

24


fb .v

Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

.

Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

Inleiding

u' Ac

Leerdoelen

tie

Als je een baan zoekt, is het belangrijk om te weten wie je zelf bent, wat je kunt en wat jij graag zou willen. Maar misschien wel belangrijker is om te weten of de vraag er ook is. Wat zoekt de werkgever precies en pas jij in dat plaatje? Je zult op verschillende manieren op zoek moeten gaan naar vacatures, contacten, werkgevers, organisaties en manieren om dichterbij de baan te komen waarin jij volledig tot je recht komt.

Netwerken kun je doen op een bijeenkomst, maar ook in de wandelgangen op je werk!

U

itg

ev

er

ij

Ed

• Je kunt methodes toepassen om de arbeidsmarkt te onderzoeken. • Je kunt vacatures vinden die aansluiten bij jouw persoonlijke profiel of bij het profiel van een cliënt. • Je kunt netwerkactiviteiten uitvoeren die gericht zijn op jouw kansen binnen de arbeidsmarkt.

25


Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

Oefening 15

In deze oefening ga je aan de slag met het aanmaken van een persoonlijk profiel. Je kunt dit fictief doen (met een naam die je zelf verzint) maar je mag het ook onder je eigen naam doen. Realiseer je dat je wel zichtbaar bent voor werkgevers als jij een profiel aanmaakt. Gebruik je een fictief profiel, verwijder het dan weer als je het hebt besproken met je docent. Maak je een profiel van jezelf dan kun je dit in de toekomst goed gebruiken. Je profiel op deze site kun je altijd updaten.

Werkmodel Profielschets <

Voorbereiding • Bekijk uitgebreid de Website FCB. • Zorg dat je een goede profielschets hebt van jezelf met je eigenschappen, kwaliteiten en wensen op de arbeidsmarkt. Heb je nog geen profielschets maak er dan een aan de hand van het Werkmodel Profielschets. • Klik door naar het loopbaanplein en lees het gedeelte 'meer over het loopbaanplein'. • Als je nog geen account hebt op deze site, maak deze dan aan.

tie

Website FCB <

fb .v

.

Theoriebron Arbeidsmarktoriëntatie <

Een profiel aanmaken

Ed

Reflectie a. Reflectie

u' Ac

Uitvoering • Klik nu door naar de link waar je een profiel kunt aanmaken. • Vul je profiel zo volledig mogelijk in. Gebruik hiervoor informatie uit jouw profielschets. Zorg ook voor een representatieve profielfoto. • Maak minstens één test op de site en voeg het resultaat als extra bestand toe aan jouw profiel. • Bespreek je profiel met een medestudent. Herkent hij jou in dit profiel? • Noteer welke onderdelen je nog niet hebt ingevuld. • Bespreek je profiel met je docent. Herkent hij jou in dit profiel?

ev

er

ij

b. Je hebt een test moeten doen die je aan je profiel hebt toegevoegd. Welke test heb je gedaan en herkende jij je in de uitslag?

itg

c. Hoe tevreden ben jij over dit profiel? Licht je antwoord toe.

Oefening 16

U

Theoriebron Arbeidsmarktoriëntatie < Werkmodel Profielschets <

26

Een werkgever vinden die bij jou past Je verdiept je in deze oefening in de benadering van werkgevers voor wie jij graag zou willen werken. Daar kun je uiteraard verschillende redenen voor hebben. Voorbereiding • Zorg dat je een goede profielschets hebt van jezelf met je eigenschappen, kwaliteiten en wensen op de arbeidsmarkt. Heb je nog geen profielschets, maak er dan een aan de hand van het Werkmodel Profielschets. • Vorm een duo met een medestudent waarmee je deze opdracht uitvoert.


Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

Uitvoering • Maak een lijstje van vijf werkgevers/organisaties waar je wel zou willen werken, los van het feit of daar wel of niet vacatures zijn. Geef aan waarom je graag bij die werkgever zou willen werken en hoe je aan de informatie over de werkgever komt.

Doel/resultaat

Vervolgstapppen/acties

1.

1.

1.

2.

2.

2.

3.

3.

3.

4.

4.

4.

Voer de stappen/acties uit en beschrijf het doel/resultaat van deze afzonderlijke stappen/acties. Bespreek die samen met je medestudent en destilleer hieruit wat je vervolgstap/actie is en schrijf deze op. Voer deze vervolgstappen/acties ook uit en ga hiermee door tot je op het punt komt dat je contact moet opnemen met de werkgever/organisatie. Houd steeds jouw profielschets erbij zodat je voortdurend aan de hand van nieuwe informatie kunt checken of dit wel de juiste match tussen jou en de werkgever/organisatie oplevert. Zo ja, ga dan door. Zo nee, begin opnieuw met een van de andere overgebleven vier werkgevers/organisaties uit de voorbereiding. Voer dit contact uit in een rollenspel met je medestudent. Instrueer elkaar over elkaars rol en de situatie waarin je met de werkgever/organisatie contact opneemt. Bedenk samen alvast hoe je in het contact met deze werkgever/organisatie kunt bespreken wat jij graag binnen deze organisatie zou willen betekenen.

ij

Stappen/acties

Ed

.

tie

Kies uit het bovenstaande rijtje van vijf één werkgever/organisatie waar je verder mee aan het werk wilt. Bedenk samen een stappen-/actieplan hoe je deze werkgever/organisatie kunt benaderen om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om hier te werken. Help elkaar hierbij door elkaar hints en tips te geven. Werkgever/ organisatie

Hoe kom ik aan informatie over deze werkgever?

u' Ac

Waarom wil ik bij deze organisatie werken?

fb .v

Werkgever/organisatie

er

ev

U

itg

Reflectie a. Is het je gelukt om een stappenplan te maken? Leg uit waarom wel of waarom niet.

b. Als je een werkgever hebt gevonden die bij jou profiel past leg dan uit waarom deze werkgever jou aanspreekt.

27


Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

Voorbereiding • Bestudeer het cv van hovenier Jan Bloem.

Uitvoering • Maak een korte profielschets van Jan Bloem aan de hand van het cv van Jan. Vul daarvoor het volgende schema in. Wie is Jan?

er

Vacaturesite

Vacature

1.

1.

1.

2.

2.

1.

2.

2.

3.

1.

3.

2.

ev itg

U

Vacaturesite 2

Vacaturesite 3

Zoek nu op elk van de drie sites twee vacatures die passen bij het profiel van Jan. Motiveer waarom je deze vacture vindt passen bij het cv van Jan Bloem.

ij

• •

Wat wil Jan?

Noteer nu drie vacaturesites waarop je gaat zoeken voor Jan. Een van de sites moet speciaal gericht zijn op de branche waar Jan in wil werken. Vacaturesite 1

Wat kan Jan?

Ed

28

fb .v

Werkmodel Voorbeeld cv Jan Bloem <

Met deze oefening ga je aan de slag om vacatures te zoeken voor jouw cliënt Jan Bloem. Jan is hovenier, 46 jaar en hij heeft een licht verstandelijke beperking. Daarom kan zijn werkgever een subsidie krijgen als ze Jan aannemen. Zijn cv ziet er netjes uit, daar heeft iemand Jan bij geholpen. Ondanks zijn verstandelijke beperking is Jan een prima tuinman mits hij goed wordt aangestuurd en het duidelijk is wat hij moet doen.

tie

Theoriebron Arbeidsmarktoriëntatie <

Online op zoek naar vacatures voor een cliënt

u' Ac

Oefening 17

.

c. De volgende stap zou zijn dat je daadwerkelijk contact opneemt met deze werkgever. Hoe zou jij dit doen?

Motivatie

Vergelijk de vacatures met de volgende checklist: – De functie-eisen sluiten goed aan bij de competenties van Jan. – In deze vacature is voldoende aansturing voor Jan. – De werkplek is makkelijk en snel bereikbaar voor Jan. – De werkgever staat open voor het aannemen van iemand met een beperking. Kies van de zes vactures één uit die je het meeste vindt passen bij Jan. Bespreek met een medestudent de vacatures die je hebt gevonden. Vind hij de vacatures passen bij Jan?


Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

.

Reflectie a. Welke vacature heb je uiteindelijk gevonden voor Jan?

Voorbereiding • Zorg ervoor dat je een profielschets bij de hand hebt. Je mag de profielschets gebruiken van jezelf die je voor eerdere opdrachten hebt gebruikt. Als je die niet hebt, maak er dan één. • Zoek een vacature op internet waar jij op wilt solliciteren. Je mag ook een vacature gebruiken die je voor andere opdrachten hebt gebruikt. • Stel voor jezelf vijf vragen op die jij hebt naar aanleiding van deze vacature. • Vorm een duo met een andere student waarmee je deze opdracht uitvoert. Bereid je voor met behulp van het Werkmodel Telefoonscript vacature. • Zorg ervoor dat je je smartphone opgeladen bij de hand hebt. Deze heb je nodig om je gesprek op te nemen en om de tijd bij te houden.

Ed

Werkmodel Telefoonscript vacature <

In deze oefening ga je oefenen met het telefonisch informatie inwinnen aan de hand van een vacature. Je doet dit in tweetallen.

tie

Theoriebron Arbeidsmarktoriëntatie <

Telefonisch informatie inwinnen

u' Ac

Oefening 18

fb .v

b. Hoe vind je het om een vacature te zoeken voor iemand anders in plaats van voor jezelf?

U

itg

ev

er

ij

Uitvoering • Je voert een telefoongesprek van maximaal 10 minuten waarbij de ander de rol van werkgever/P&O-adviseur op zich neemt. • In dit gesprek bespreek je de vragen die je hebt opgesteld n.a.v. de gevonden vacature. • Neem dit gesprek op. • Aan de hand van de opnames bespreek je de volgende onderwerpen en geef je elkaar positieve feedback: • De rol van de beller: Over de inhoud: – Is jouw introductie helder en duidelijk voor de ander? – Heb je antwoorden gekregen op jouw vragen? Zo nee, waar lag dat aan? – Heb je voldoende doorgevraagd? – Zo ja, wat maakte dat jouw manier van vragen de ander uitnodigde om op jouw vragen in te gaan? – Heb je nu een beter beeld van de vacature? Zo nee, waar lag dat aan? Zo ja, wat maakte dat jouw manier van vragen de ander uitnodigde om meer te vertellen over de vacature? – Heb je naar aanleiding van het telefoongesprek een duidelijk beeld van de organisatie en de functie en wat belangrijk hierin is? Zo nee, waar lag dat aan? Zo ja, wat maakte dat jouw manier van vragen de ander uitnodigde om meer te vertellen over de organisatie en de functie? • Over de vorm: – Sprak je in de u-vorm en sprak je beleefd? – Gebruikte je stopwoorden en wanneer? – Zeg je regelmatig ‘eh’? En waarom? – Sprak je correct Nederlands? – Was je goed verstaanbaar?

29


Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

Wissel van rol en neem hierin de ervaringen van het vorige rollenspel mee. – Verliep dit rollenspel anders? – Waarin zag je verschil?

fb .v

.

Reflectie a. Wat heb je geleerd van dit rollenspel?

Theoriebron Netwerken <

De netwerkcirkel

Je netwerk is altijd dichterbij huis te vinden dan je denkt. De volgende oefening helpt je bij het in kaart brengen van je netwerk.

u' Ac

Oefening 19

tie

b. Wat zorgde er in jouw rol als werkgever voor dat je de beller serieus nam en op de vragen in wilde gaan?

Voorbereiding • Zorg voor een groot vel papier (minimaal A3) en stiften.

ij

Ed

Uitvoering • Zet in het midden van het vel jouw naam. • Teken een cirkel om jouw naam en teken daar weer een aantal cirkels omheen zo dat jouw naam in het midden van een aantal ringen staat. • Schrijf in de binnenste cirkel de mensen uit jouw familie waar je veel mee omgaat. • Schrijf in de tweede cirkel de vrienden waar jij veel mee omgaat. • Schrijf in de volgende cirkels namen van andere mensen. Gebruik elke cirkel voor andere situaties zoals stage, school, werk, sportclub, kerk, uitgaansleven, vrijwilligerswerk enzovoort. • Je gaat hiermee net zolang door tot je echt niets meer kunt bedenken. Hoeveel namen heb je genoteerd in je netwerkcirkel? Vergelijk dit met de contacten die je hebt op social media. Zet dat in het schema hieronder:

er

ev

Medium

Netwerkcirkel Facebook

U

itg

LinkedIn

30

Twitter Instagram Snapchat

Aantal contacten


Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

Bedenk hoe jouw social media netwerk je kan helpen bij het vinden van een baan. Geef in het volgende schema van elke medium een voorbeeld. Medium

Voorbeeld

LinkedIn Twitter Instagram Snapchat Ander social medium namelijk ...

u' Ac

tie

Reflectie a. Hoe groot is jouw netwerk? Leg je antwoord uit.

fb .v

.

Facebook

b. Hoe zou je gebruik kunnen maken van je socialmediacontacten om met iemand die je nog niet kent in contact te komen?

Speeddaten

er

Oefening 20

ij

Ed

c. Gebruik jij alle social media die in de opdracht genoemd zijn? Noem de social media die jij niet gebruikt en vertel waarom je ze niet gebruikt.

Je gaat je voorbereiden op een netwerkgesprek door te oefenen met ‘speeddaten’. Je gaat in korte tijd (vijf minuten) proberen een ingang bij een ander te vinden, waarmee jij een stap kunt zetten in de richting van iets wat jij graag voor elkaar wilt krijgen. Bijvoorbeeld: ik wil nieuwe mensen leren kennen of nieuwe bronnen vinden die mij meer kunnen vertellen over ... (hobby, muziek, woning, sport, adoptie enzovoort).

ev

Theoriebron Netwerken <

U

itg

Artikel 20 tips hoe je wel en hoe je niet moet netwerken <

Voorbereiding • Bedenk een onderwerp waar je serieus mee bezig bent en waar je meer mensen, informatie, ingangen, bronnen enzovoort voor wilt leren kennen. • Verdeel de klas in een binnen- en buitenkring en ga tegenover elkaar zitten. • De docent geeft een startsignaal en na vijf minuten geeft hij een eindsignaal. • Zorg ervoor dat je goed in je hoofd hebt wat je zoekt of wilt. • Zorg voor pen en papier. • Het doel van speeddaten is dat je in vijf minuten een ingang bij de ander vindt, waardoor jij een stap verder kunt zetten ten aanzien van je onderwerp (waardoor je meer te weten komt over je onderwerp).

31


Onderzoeken van de situatie op de arbeidsmarkt

tie

u' Ac

Reflectie a. Welk gesprek ging het best? En waarom?

fb .v

.

Uitvoering • De binnenkring krijgt vijf minuten om bij degene die tegenover hem zit een bruikbare ingang of informatiebron te vinden. Na het stopsignaal schrijft iedereen van de binnenkring zijn bruikbare ingang op. • Ondertussen schuift de buitenkring één plaats naar rechts. • Dit wordt herhaald totdat je weer tegenover dezelfde persoon zit als waarmee je begon. • Draai het principe nu om waardoor de buitencirkel een ingang zoekt bij de binnencirkel. • Enkele studenten presenteren hun resultaat van het speeddaten en bedenken welke ingang ze zouden willen benaderen en hoe ze dat zouden willen/kunnen doen. • De klas geeft feedback op mogelijke aanpak en presentatie. • De betreffende student speelt dit netwerkgesprek uit met de docent die de rol van nieuwe informatiebron op zich neemt. • Daarna geeft de klas weer feedback op dit gesprek en volgt een andere student.

b. Welke vraag ging niet goed? Waar lag dat aan?

U

itg

ev

er

ij

Ed

c. Ben je tevreden over het resultaat van je gesprekjes?

32


Sollicitatiebrief en cv

Sollicitatiebrief en cv

.

Inleiding

fb .v

Je kunt je op veel manieren profileren op de arbeidsmarkt. Door te netwerken in 'real life' en op social media kun jij jezelf bekendmaken bij organisaties waar jij zou willen werken. Om vervolgens in contact te komen met deze organisaties zijn er ook steeds meer verschillende mogelijkheden. Solliteren kan tegenwoordig op diverse manieren via allerlei social media. Toch blijft het ook in deze tijd nog belangrijk om een goede sollicitatiebrief te kunnen schrijven met een goed curriculum vitae. Veel organisaties vragen daar nog steeds naar. In deze oefening ga je daarmee aan de slag.

u' Ac

Je kunt een correcte en wervende gerichte en open-sollicitatiebrief schrijven. Je kunt een correct en aantrekkelijk cv opstellen. Je kunt een cliënt begeleiden in het maken van een sollicitatiebrief en een cv.

er

ij

Ed

• • •

tie

Leerdoelen

ev

Tijdens een sollicitatiegesprek wordt onder andere je cv en sollicitatiebrief besproken.

Oefening 21

itg

Theoriebron Sollicitatiebrief en cv <

U

Werkmodel Profielschets <

Een gerichte sollicitatiebrief Voorbereiding • Zorg voor een vacature waar jij op zou willen reageren. Kijk daarvoor bijvoorbeeld op www.fcb.nl. • Zorg dat je een ingevulde profielschets hebt van jezelf. Heb je die niet, maak er dan een. Uitvoering • Voer stap één tot en met zes zoals beschreven in de theoriebron nauwkeurig uit. • Je kunt ook even de kunst afkijken van het Werkmodel ‘Voorbeeld gerichte sollicitatiebrief’ om je op weg te helpen. • Wissel je brief uit met een mede-student en check elkaars brief op spel- en taalfouten.

Werkmodel Voorbeeld gerichte sollicitatiebrief <

33


Sollicitatiebrief en cv

Werkmodel Profielschets <

Uitvoering • Voer stap één tot en met zes zoals beschreven in theoriebron nauwkeurig uit. • Je kunt ook even de kunst afkijken van het werkmodel ‘Voorbeeld open- sollicitatiebrief’ om je op weg te helpen. • Wissel je brief uit met een mede-student en check elkaars brief op spel- en taalfouten. Reflectie a. Ben je tevreden over het resultaat? Waarom wel/niet?

Ed

Werkmodel Voorbeeld open-sollicitatiebrief <

Voorbereiding • Zoek in je netwerk of op internet naar een organisatie waar jij zou willen werken. Kijk bijvoorbeeld op www.fcb.nl. • Zorg dat je een ingevulde profielschets hebt van jezelf. Heb je die niet, maak er dan een.

tie

Theoriebron Sollicitatiebrief en cv <

Een open-sollicitatiebrief

u' Ac

Oefening 22

fb .v

b. Waar heb je nog hulp bij nodig en hoe ga je die hulp regelen?

.

Reflectie a. Ben je tevreden over het resultaat? Waarom wel/niet?

Een basis-cv

er

Oefening 23

ij

b. Waar heb je nog hulp bij nodig en hoe ga je die hulp regelen?

Voorbereiding • Zorg ervoor dat je gegevens over jouw werkervaring en opleiding bij de hand hebt.

ev

Theoriebron Sollicitatiebrief en cv <

itg

Werkmodel Format cv <

U

Werkmodel Voorbeeld basis-cv <

34

Uitvoering • Stel aan de hand van het werkmodel ‘Format cv’ jouw basis-cv op. In het basis-cv vermeld je zo veel mogelijk, zo compleet mogelijk en zo uitgebreid mogelijk jouw opleidingen, werk- en stage-ervaringen, hobby’s, competenties, talenten, vaardigheden, nevenactiviteiten enzovoort. Dat is even veel werk, maar je zult zien dat je vervolgens alleen maar profijt hebt van dit werk. • Je kunt ook de kunst afkijken van het werkmodel ‘Voorbeeld basis-cv’. Let op de volgorde van de onderdelen en de tijdslijn. • Bespreek samen met je medestudent elkaars basis-cv en geef elkaar hints en tips voor verheldering of verdere aanvullingen.


Sollicitatiebrief en cv

Reflectie b. Ben je tevreden met het resultaat. Waarom wel of niet?

fb .v

.

a. Wat valt je op aan de volgorde van de verschillende onderdelen en de tijdslijn? Beschrijf waarom voor deze volgorde is gekozen.

Werkmodel Profielschets <

Uitvoering • Print je basis-cv uit. Bespreek met je medestudent welke onderdelen/beschrijvingen van je basis-cv erg relevant (++), relevant (+), minder relevant (+/-) en niet relevant (-) zijn in relatie tot de vacature en de antwoorden uit het telefonische contact. Zet voor ieder onderdeel/iedere beschrijving een ++, +, +/- of een –. • Streep de onderdelen/beschrijvingen met een – weg. • Stel nu een gericht cv op door de onderdelen/beschrijvingen zó aan te passen dat ze goed aansluiten bij de vacature, functie-eisen, organisatie enzovoort. Je mag niet liegen, maar je mag het cv best een beetje ‘opleuken’; je houdt immers een soort verkooppraatje voor jezelf. Als een eis is dat je een rijbewijs hebt, maar dat heb je nog niet, dan kun je aangeven: ik ben bezig met mijn rijlessen en verwacht binnenkort voor het examen op te komen. Je moet dan natuurlijk wel bezig zijn met rijlessen of er heel snel mee beginnen. Het woord ‘binnenkort’ is natuurlijk relatief. Bedenk samen goede oplossingen om zo dicht mogelijk bij de wensen en eisen van de werkgever te komen. • Zijn er andere zaken uit je basis-cv die wat extra aandacht verdienen omdat ze een toegevoegde waarde kunnen hebben? Schrijf die zo goed mogelijk op. Houd hierbij in gedachten wat de werkgever belangrijk vindt en wat hij zoekt.

U

itg

ev

er

Website FCB <

Voorbereiding • Zorg voor een passende vacature waar je op wilt reageren. Kijk hiervoor bijvoorbeeld op www.fcb.nl. • Zorg voor een profielschets en een basis-cv. Als je dat nog niet hebt, moet je dit eerst maken.

Ed

Theoriebron Sollicitatiebrief en cv <

Een gericht cv

ij

Oefening 24

u' Ac

tie

c. Welke tips en opmerkingen heb je gekregen van je medestudent?

Reflectie a. Je hebt een basis-cv gebruikt als basis voor dit gericht cv. Heb je veel aanpassingen moeten maken?

35


Sollicitatiebrief en cv

Werkmodel Rollenspel <

Uitvoering • Bespreek met Jan Bloem de vacature aan de hand van de volgende punten. – Welke aanknopingspunten jullie zien tussen het cv van Jan en de vacature. – Welke ervaring en kwaliteiten Jan zeker moet benoemen in zijn brief. – Hoe Jan in z'n brief duidelijk maakt waarom hij wil solliciteren op deze functie. – Hoe de sollicitatiebrief er uit moet zien. Gebruik hiervoor het Werkmodel Format gerichte sollicitatiebrief. • Laat Jan nu de sollicitatiebrief schrijven. • Bespreek daarna de sollicitatiebrief met Jan aan de hand van de volgende punten: – Is het format voldoende gevolgd? – Staat alles in de brief wat er in moet staan? – Staan er spel- of taalfouten in? • Complimenteer Jan met z'n werk en motiveer hem om deze sollicitatie echt te gaan doen. • Bespreek met elkaar de opnames van jullie gesprek en noteer wat beter had gekund.

Ed

Werkmodel Format gerichte sollicitatiebrief <

fb .v

Werkmodel Voorbeeld cv Jan Bloem <

Voorbereiding • Bestudeer het Werkmodel Voorbeeld cv van Jan Bloem. • Vorm een tweetal met een medestudent. Een student speelt de rol van Jan Bloem de ander die van begeleiding. Na deze oefening wissel je van rol. • Realiseer je dat Jan Bloem een licht verstandelijke beperking heeft. Hij heeft daarom ook moeite met lezen en schrijven. Houd hier rekening mee in het inleven in je rollen. • Bedenk zelf waarom Jan Bloem nu werkzoekende is, noteer dit en gebruik dat als input voor dit rollenspel. Maak gebruik van het Werkmodel Rollenspel. • Zorg voor een passende vacature waar Jan Bloem op wil solliciteren. Als je die nog niet hebt, zoek je die op internet. • Zorg ervoor dat je je smartphone bij de hand hebt om het rollenspel op te nemen.

tie

Theoriebron Sollicitatiebrief en cv <

Een cliënt begeleiden met het schrijven van een sollicitatie

u' Ac

Oefening 25

.

b. Ben je tevreden over dit resultaat? Waarom wel of niet?

ev

er

ij

Reflectie a. Welke rol vond je leuker om te spelen. Van Jan of van de begeleider? Leg ook uit waarom.

U

itg

b. Ben je tevreden over het resultaat? Waarom wel of niet?

36


Sollicitatiebrief en cv

Oefening 26

Voorbereiding • Vorm drietallen waarmee je deze opdracht gaat doen. Iemand speelt de rol van cliënt, iemand speelt de rol van begeleider en iemand observeert. Daarna wissel je van rol totdat iedereen elke rol een keer gespeeld heeft. • De observant observeert de begeleider met behulp van het Werkmodel Actief luisteren - observatielijst. • Zorg voor een vacature en een daarop gerichte sollicitatiebrief met cv en een ingevulde profielschets. Als je die niet hebt dan moet je die eerst maken. • Bestudeer elkaars brieven en cv's.

Werkmodel Format gerichte sollicitatiebrief < Werkmodel Format cv <

tie

Werkmodel Profielschets <

Uitvoering Rol van de begeleider: • Bespreek aan de hand van de vacature en de profielschets, de brief en het cv van je medestudent aan de hand van de volgende punten: – Voldoen de brief en het cv aan de eisen in de theoriebron? – Voldoen de brief en het cv aan de Werkmodellen Format gerichte sollicitatiebrief en Format cv? – Kom de profielschets voldoende aan de orde in de brief en het cv? – Is de brief wervend geschreven? – Is de brief in correct Nederlands geschreven? • Luister actief naar de motivatie van je cliënt over zijn of haar brief.

u' Ac

Werkmodel Actief luisteren observatielijst <

fb .v

.

Theoriebron Sollicitatiebrief en cv <

Een brief en cv bespreken met een cliënt

Rol van de cliënt: • Leg uit aan jouw begeleider waarom jij je brief en het cv zo opgesteld hebt.

Ed

Rol observant: • Observeer het rollenspel aan de hand van het Werkmodel Actief luisteren. • Geef feedback aan de cliënt en begeleider aan de hand van jouw observatie. • Wissel na het gesprek van rol totdat iedereen alle drie rollen gespeeld heeft.

er

ij

Reflectie a. Welke van de drie rollen vond je het leukst om te spelen en welke het minst leuk? Leg uit waarom.

U

itg

ev

b. Welke van de drie rollen vond je het moeilijkst om te spelen en welke het makkelijkst? Leg je antwoord uit.

37


Jezelf presenteren

Jezelf presenteren

.

Inleiding

fb .v

Via social media kun je een bepaalde kant van je laten zien. Ook in je brief en cv kun je laten zien wie je bent en wat jij kunt. Maar tijdens een ontmoeting in het echt komt het er op aan. Dan moet je laten zien dat het klopt wat je hebt geschreven over jezelf. Een personeelsfunctionaris zal al snel een eerste indruk van je hebben. Een goede presentatie van jezelf is dus van groot belang. Die presentatie van jezelf doe je tijdens een sollicitatiegesprek maar ook tijdens netwerkgesprekken als je snel een pitch van jezelf moet kunnen geven.

u' Ac

Je kunt een sollicitatiegesprek voorbereiden. Je kunt een sollicitatiegesprek uitvoeren. Je kunt je zelf presenteren middels een korte pitch.

er

ij

Ed

• • •

tie

Leerdoelen

U

itg

ev

Presenteer jezelf kort en krachtig!

38


Jezelf presenteren

fb .v

.

Voorbereiding • Schrijf samen een toneelstuk waarbij in ieder geval de volgende elementen terugkomen (overige elementen mogen jullie erbij verzinnen, evenals of dit een goed of slecht sollicitatiegesprek wordt):

Scène 1: Thuis bij X, Y komt binnen. – X is uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek (bedenk zelf voor welke organisatie en voor welke functie, maar houd het wel binnen jullie vakgebied of een vakgebied dat zijdelings aansluit op jullie vakgebied) en vraagt of Y hem wil helpen met de voorbereidingen. – X oefent het gesprek met Y. Y geeft hints en tips. – X bespreekt met Y zijn kleding voor het gesprek. – X past de kleding en samen staan ze voor de spiegel. Y geeft commentaar. X past hierop zijn kleding aan. Scène 2: X vertrekt met de fiets naar het sollicitatiegesprek. – X merkt dat zijn fietsband lek is en raakt in paniek. – Z komt hem te hulp. Scène 3: X komt binnen bij werkgever. – Alle partijen maken kennis (X, werkgever, P&O-adviseur). – Er komt iemand binnen die de koffie verzorgt en serveert. – Het gesprek vindt plaats. – Het gesprek wordt afgesloten en X vertrekt. Einde.

• •

Oefen dit toneelstuk goed en serieus. Bekijk alvast het Werkmodel Observatieformulier solliciteren.

tie

Werkmodel Observatieformulier solliciteren <

In vijftallen gaan jullie oefenen met het voorbereiden en voeren van een sollicitatiegesprek door het schrijven en uitspelen van een toneelstuk.

u' Ac

Theoriebron Het sollicitatiegesprek <

Een sollicitatiegesprek voorbereiden

Ed

Oefening 27

ev

er

ij

Uitvoering • Voer jullie toneelstuk op voor de klas. • De toeschouwers verdelen per oefening de taken: de ene helft observeert de STARmethode (wellicht is een extra vel papier handig om aantekeningen te maken: verdeel het vel papier in vier vakken en noteer per vak een letter (S, T, A, R) zodat je per vak/letter apart observaties kunt noteren), de andere helft observeert de andere onderdelen zoals vermeld op het observatieformulier. • Na de uitvoering van het toneelstuk geven de toeschouwers-observatoren hun observaties terug en geven hints en tips aan de hand van wat ze hebben geobserveerd.

U

itg

Reflectie a. Geef in grote lijnen aan welke feedback jullie hebben gekregen uit de klas.

b. Ben je tevreden over jullie toneelstuk? Waarom wel of niet?

39


Jezelf presenteren

Oefening 28

Je gaat in drietallen oefenen met de STAR-methode bij sollicitatiegesprekken, aan de hand van opnames die andere drietallen hebben gemaakt. Voorbereiding • De voorbereiding doe je in drietallen. • Bedenk een situatie die op de werkvloer en/of in de praktijk kan voorkomen waarvan je denkt dat deze voorgelegd kan worden tijdens een sollicitatiegesprek, met de vraag hoe jij hierbij zou handelen. Schrijf een kort script van deze situatie (wie doet wat en wanneer?). • Zorg voor opnameapparatuur. • Verdeel de rollen en speel de situatie uit. De situatie eindigt iedere keer met de vraag: hoe zou jij met deze situatie omgaan? Neem de situatie op. • Wissel jullie opnames onderling uit.

tie

fb .v

.

Theoriebron Het sollicitatiegesprek <

STAR-methode

u' Ac

Uitvoering • Ieder groepje gaat aan de slag met de opname van een andere groep. – Bekijk de opname. – Voer het sollicitatiegesprek uit. Ook deze worden weer opgenomen, de rollen wisselen per opname: sollicitant, werkgever en P&O-adviseur. – Ten slotte kijken beide groepjes samen naar de opnames van de sollicitaties en maak je aan de hand van de STAR-methode een analyse van ieder sollicitatiegesprek. – Iedere groep kiest zijn beste sollicitatiegesprek uit om aan de hele klas te laten zien.

Ed

Reflectie a. Wat heb je geleerd van het bekijken en bespreken van de verschillende opnames?

er

ij

b. Welk gesprek vind jij het best? Leg uit waarom je dat vindt.

ev

c. Welk gesprek vind jij het slechtst? Leg uit waarom je dat vindt.

U

itg

d. Als je nu een echt sollicitatiegesprek zou moeten voeren, kun je de STAR-methode dan goed toepassen? Waarom wel of niet?

40


Jezelf presenteren

Werkmodel Format gerichte sollicitatiebrief < Werkmodel Format cv <

Als je een sollicitatiegesprek gaat voorbereiden moet je altijd bedacht zijn op lastige vragen. Vragen naar het 'gat in je cv' bijvoorbeeld. Of vragen naar waarom je een bepaalde studie niet hebt afgerond. In deze oefening ga je een gesprek oefenen met dit soort kritische vragen.

.

Theoriebron Het sollicitatiegesprek <

Lastige vragen in het gesprek

Voorbereiding • Vorm een duo met een medestudent. Je gaat een gesprek oefenen tussen werkgever en sollicitant. Na het gesprek wissel je van rol. • Zorg voor een vacature en een bijbehorende sollicitatiebrief met cv. Als je die nog niet hebt, moet je die eerst maken. • Bestudeer elkaars brief en cv en bedenk minstens drie kritische vragen voor je medestudent en noteer die.

fb .v

Oefening 29

u' Ac

tie

Uitvoering • Geef de drie kritische vragen aan jouw medestudent zodat je allebei drie kritische vragen hebt aan de hand van jouw brief en cv. • Bedenk een goed en doordacht antwoord op de kritische vraag, noteer dat en leer het antwoord uit je hoofd zodat je het vloeiend kunt reproduceren. • Speel het sollicitatiegesprek aan de hand van jouw brief en cv. • Stel als werkgever na de kennismakende vragen een van de kritische vragen. • Antwoord als sollicitant zo natuurlijk en vloeiend mogelijk op de kritische vraag met het antwoord dat je uit je hoofd hebt geleerd. • Stop het gesprek hier en bespreek met elkaar of het antwoord overtuigend genoeg was. Zo nee, herhaal de scene totdat het wel overtuigend genoeg is. • Ga hiermee door totdat beide studenten drie vragen hebben beantwoord.

ij

Ed

Reflectie a. Welke drie kritische vragen had jouw medestudent voor jou?

ev

er

b. Wat heb je geleerd over jezelf van deze vragen?

Oefening 30

itg

Theoriebron Het sollicitatiegesprek <

U

Werkmodel Format gerichte sollicitatiebrief <

Vragen aan de werkgever Als sollicitant is het verstandig om zelf ook vragen te stellen tijdens het gesprek. Het laat zien dat je geïnteresseerd en betrokken bent. Het is wel belangrijk dat je de goede vragen stelt. Hier ga je in een duo mee oefenen. Voorbereiding • Vorm een duo met een medestudent. Je gaat een gesprek oefenen tussen werkgever en sollicitant. Na het gesprek wissel je van rol. • Zorg voor een vacature en een bijbehorende sollicitatiebrief met cv. Als je die nog niet hebt, moet je die eerst maken.

Werkmodel Format cv <

41


Jezelf presenteren

tie

fb .v

.

Uitvoering • Bedenk als sollicitant minimaal vier vragen die je naar aanleiding van de vacature zou willen stellen tijdens je gesprek, noteer deze en geef ze aan je medestudent zodat deze zich daarop kan voorbereiden. • Bereid je als werkgever voor op de vragen van de sollicitant en noteer het antwoord dat je op die vragen gaat geven. Laat deze antwoorden NIET zien aan de sollicitant. • Speel het sollicitatiegesprek aan de hand van vacature, jouw brief en cv. • Stel als sollicititant tijdens het gesprek de vragen die je voorbereid hebt. • Luister als sollicitant goed naar de antwoorden en stel minimaal nog één vraag naar aanleiding van elk antwoord van de werkgever. • Na afloop van het gesprek noteert de sollicitant de antwoorden op de vragen die hij/zij gesteld heeft tijdens het gesprek. • Vergelijk nu de antwoorden die de sollicitant genoteerd heeft met die de werkgever vóór het gesprek genoteerd heeft en bekijk of daar verschil tussen zit. • Bespreek de verschillen met elkaar, wissel van rol en voer de opdracht nogmaals uit.

u' Ac

Reflectie a. Welke vier vragen heb je gesteld aan de werkgever?

Ed

b. Heb je goed kunnen luisteren naar de antwoorden?

Elevator pitch

er

Oefening 31

ij

c. Hoe relevant waren de vragen volgens jouw medestudent?

De ‘elevator pitch’ is een uit Amerika overgewaaid begrip. Je moet je het volgende erbij voorstellen: je staat samen met een onbekende in de lift van een wolkenkrabber. In de tijd dat je naar boven gaat en voordat een van jullie moet uitstappen, heb jij je jezelf geprofileerd. De ander heeft hierdoor een positief beeld van jou en heeft een goede indruk wie je bent, wat je kunt, wat je wilt/zoekt en wat je ontwikkelpunten zijn. Je moet hiervoor dus snel en kernachtig jezelf neerzetten. Tegelijkertijd is het belangrijk om behalve jezelf te profileren 'contact' te hebben met de ander.

ev

Theoriebron Het sollicitatiegesprek <

itg

Werkmodel Profielschets <

U

Filmpje Hoe maak je een elevator pitch? < Filmpje Een elevator pitch, of toch niet? <

42

Voorbereiding • Zorg dat je een ingevulde profielschets hebt. • Heb je die nog niet maak er dan eerst een. Bekijk deze twee verschillende filmpjes over de elevator pitch: Uitvoering • Schrijf aan de hand van de instructies en jouw profiel een elevator pitch. • Leer deze pitch zodanig uit je hoofd dat je hem moeiteloos en natuurlijk kunt reproduceren. • Oefen in een drietal om de beurt met de elevator pitch gedurende vijf minuten (doe dit zeker twee of drie keer per persoon). Help elkaar door goede feedback te geven.


Jezelf presenteren

fb .v

Als iedereen voldoende geoefend heeft, wordt de elevator pitch in zijn geheel opgenomen. Bij de opname staan twee studenten ‘in de lift’. De ene student profileert zichzelf, de andere student luistert aandachtig. Na vijf minuten (‘ding- dong’) stapt de ene student uit de lift en stapt een andere student erin. (Jullie wisselen van rol. Alle drie de elevator pitches worden opgenomen. Iedereen is een keer luisteraar, verteller en cameraman geweest.) Bekijk en bespreek klassikaal de opname van de elevator pitch door na elke pitch de opname stil te zetten en per persoon feedback te geven volgens de methode van Top-Tip. Uiteraard is er ook ruimte voor de persoon die de pitch deed om (op zichzelf) te reageren.

.

tie

Reflectie a. Heb je een goed gevoel over jouw elevator pitch? Motiveer je antwoord.

Website YouTube <

er

Artikel 5 tips voor een videosollicitatie <

Steeds vaker vragen organisaties om te solliciteren via een video-boodschap op WhatsApp of andere social media. In zo'n videoboodschap moet jij jezelf kort en krachtig kunnen profileren. • Zorg voor een vacature die past bij jou en een ingevulde profielschets. • Als je die nog niet hebt, moet je die eerst maken. Lees het artikel '5 tips voor een videosollicitatie'. • Bekijk voorbeelden van videosollicitaties op YouTube. Uitvoering • Schrijf een tekst uit voor een videosollicitatie aan de hand van de vacature die je gevonden hebt. Volg de negen tips die je hebt gelezen in het artikel. • Schrijf de tekst in op een groot vel of leer het helemaal uit je hoofd. • Maak met je telefoon een videosollicitatie aan de hand van de tekst die je net uitgewerkt hebt. Doe dit uit je hoofd of gebruik daarbij de tekst die je in het groot hebt opgeschreven. • Bespreek de sollicitatie met je medestudenten en vraag feedback.

Ed

Theoriebron Het sollicitatiegesprek <

De video-sollicitatie

ij

Oefening 32

u' Ac

b. Denk je dat je deze pitch in elke situatie zou kunnen gebruiken? Wanneer wel en wanneer niet?

U

itg

ev

Reflectie a. Welke feedback heb je ontvangen van je medestudenten?

b. Ben je tevreden over het resultaat van je videosollicitatie?

c. Zou je in het echt ook een videosollicitatie willen doen. Waarom wel of niet?

43


Sollicitatiegesprek met een vrijwilliger

.

Sollicitatiegesprek met een vrijwilliger

fb .v

Inleiding

tie

In het welzijnswerk zullen vrijwilligers een steeds grotere rol krijgen. De participatiesamenleving vraagt inzet van iedereen en daarbij spelen vrijwilligers een onmisbare rol. Als professional zul je dus met vrijwilligers in aanraking komen als je ze moet begeleiden. Maar ook als je vrijwilligers moet werven, selecteren en sollicitatiegesprekken met ze moet voeren. In de volgende oefeningen ga je daarmee aan de slag.

Leerdoelen

Voorbereiding • Bekijk op internet vacatures voor vrijwilligers. Dit kan bijvoorbeeld op de Website Vrijwilligersvacaturebank. • Kies van de volgende vrijwillige functies één functie uit waarvoor je een vacaturetekst wil opstellen. – iemand die minstens 1 x per week met een oudere dame uit een verzorgingtehuis naar de markt gaat – iemand die gastvrouw/-heer wil zijn in het buurthuis tijdens multiculturele ontmoetingsactiviteiten – iemand die wekelijks een kopje koffie wil drinken met een demente heer die nog thuis woont • Vorm een groepje van drie studenten waarmee je deze opdracht uitvoert.

er

ij

Website Vrijwilligersvacaturebank <

Een vacaturetekst opstellen

Ed

Oefening 33

Je kunt een vacaturetekst opstellen voor een vrijwilligersfunctie. Je kunt een sollicitatiegesprek voeren met een vrijwilliger volgens de STAR- methode. Je kunt tijdens een sollicitatiegesprek met een vrijwilliger gesprekstechnieken toepassen en aangeven wat de organisatie de vrijwilliger te bieden heeft.

u' Ac

• • •

U

itg

ev

Uitvoering • Bespreek met elkaar voor welke functie jullie een vacaturetekst willen opstellen. • Bepaal aan de hand van de korte functieomschrijving hierboven en de voorbeelden die je op internet ziet de volgende zaken: – wat de precieze functie-inhoud wordt – welke kwaliteiten en competenties de vrijwilliger moet hebben – vanuit welke organisatie deze vacature aangeboden wordt. (Deze is fictief en mag je dus zelf bedenken) – wat de organisatie de vrijwilliger te bieden heeft – hoe de sollicitant kan solliciteren • Stel aan de hand van wat je met elkaar besproken hebt een vacaturetekst op. • Wissel de vacaturetekst uit met een ander groepje van drie studenten en beoordeel elkaars vacaturetekst. Let daarbij op: – Is het duidelijk wat er in deze vrijwilligersfunctie van je verwacht wordt? – Is de tekst uitnodigend geschreven? – Is de tekst geschreven in correct Nederlands? – Is het duidelijk hoe en waar je moet solliciteren? – Is het duidelijk wat de organisatie je biedt als vrijwilliger?

44


Sollicitatiegesprek met een vrijwilliger

.

Reflectie a. Welke feedbackpunten hebben jullie gekregen van het andere groepje?

Een gesprek moet je goed voorbereiden maar ook de randvoorwaarden voor een gesprek moeten goed zijn. Waar ontmoet je de sollicitant? Hoe stel je hem/haar op z'n gemak? Daar ga je in deze oefening mee aan de slag.

Voorbereiding • Zorg voor een rustige ruimte waar je een sollicitatiegesprek kunt houden. • Vorm een drietal met twee andere studenten. Een speelt de rol van vrijwilliger, de ander van werkgever en de derde filmt de situatie. • Zorg voor een smartphone waarmee je kunt filmen. • Zoek op www.vrijwilligersvacaturebank.nl een vacature voor een vrijwilliger die de basis is voor het gesprek dat je gaat voorbereiden.

u' Ac

Website Vrijwilligersvacaturebank <

Goede randvoorwaarden voor een gesprek

tie

Oefening 34

fb .v

b. Zou jij zelf solliciteren op de vacature die jullie opgesteld hebben? Waarom wel of niet?

er

ij

Ed

Uitvoering • Bespreek met je groepje hoe je de sollicitant precies gaat ontmoeten en wat je daarvoor moet regelen. Denk aan: – een plezierige ruimte waar de sollicitant zich welkom en veilig voelt – een enthousiaste begroeting waardoor de sollicitant zich welkom voelt – een inleiding op het sollicitatiegesprek waarbij je benadrukt dat je heel blij bent met vrijwilligers in het algemeen en deze sollicitant in het bijzonder – praktische zaken zoals jas aannemen, koffie/thee aanbieden enzovoort • Schrijf eventuele tekst uit. • Speel de situatie na dat je als werkgever een vrijwillige sollicitant ontmoet voor een gesprek aan de hand van jullie voorbereiding. • Film deze ontmoeting. • Wissel van rol totdat iedereen de drie verschillende rollen gespeeld heeft.

b. Voelde jij je als sollicitant welkom en gewaardeerd bij de begroeting? Zo nee, wat had er dan anders gemoeten?

U

itg

ev

Reflectie a. Welke rol vond je het leukst om te doen, die van werkgever of die van vrijwilliger? Leg uit waarom.

45


Sollicitatiegesprek met een vrijwilliger

Voorbereiding • Zoek op internet naar een vacature voor een vrijwilliger. Dit kan bijvoorbeeld op de Website Vrijwilligersvacaturebank. • Vorm een duo met een medestudent. • Bedenk met elkaar het profiel van de vrijwilliger die gaat solliciteren op deze functie. Noteer: – welke kwaliteiten hij of zij heeft – wat hij of zij in het verleden gedaan heeft.

tie

Website Vrijwilligersvacaturebank <

Als organisatie mag je altijd blij zijn dat er vrijwilligers zijn die werk willen doen. Aan de andere kant moet je ook bepaalde eisen stellen aan vrijwilligers. Het werk is wel vrijwillig maar niet vrijblijvend. Je moet als organisatie daarom wel goed weten wat je aan een vrijwilliger hebt. In deze oefening ga je daarmee aan de slag.

.

Theoriebron Het sollicitatiegesprek <

Gesprek voorbereiden volgens STAR-methode

fb .v

Oefening 35

u' Ac

Uitvoering • Bespreek met elkaar welke vragen je deze sollicitant gaat stellen. Bedenk er minstens tien en noteer deze. • Bedenk samen vragen én antwoorden aan de hand van de STAR-methode en noteer deze. Let er hierbij op: – dat je wél alle elementen van de STAR-methode laat terugkomen – dat je niét de woorden situatie, taak, actie en resultaat letterlijk gebruikt in de vragen die je opstelt voor de sollicitant • Speel de situatie na waarbij de een de werkgever speelt en de ander de sollicitant. • Wissel daarna van rol en speel de situatie nogmaals uit.

Ed

Reflectie a. Hoe vond je het om de STAR-methode te gebruiken zonder letterlijk de woorden uit de methode te gebruiken?

ev

er

ij

b. Heeft deze oefening jou geholpen om voor jezelf een STAR-methode te formuleren? Waarom wel/niet?

Oefening 36

itg

Theoriebron Het sollicitatiegesprek <

U

Website Vrijwilligersvacaturebank <

Werkmodel Actief luisteren observatielijst <

46

Sollicitatiegesprek voeren Voorbereiding • Zorg voor een rustige ruimte waar je een sollicitatiegesprek kunt houden. • Vorm een drietal met twee andere studenten. Een speelt de rol van vrijwilliger, de ander van werkgever en de derde filmt de situatie. • Zorg voor een smartphone waarmee je kunt filmen. • Zoek op de Website Vrijwilligersvacaturebank een vacature voor een vrijwilliger die de basis is voor het gesprek dat je in z'n geheel gaat voeren.


Sollicitatiegesprek met een vrijwilliger

u' Ac

tie

fb .v

.

Uitvoering • Bespreek met je groepje hoe je de sollicitant precies gaat ontmoeten en wat je daarvoor moet regelen. Denk aan: – een plezierige ruimte waar de sollicitant zich welkom en veilig voelt – een enthousiaste begroeting waardoor de sollicitant zich welkom voelt – een inleiding op het sollicitatiegesprek waarbij je benadrukt dat je heel blij bent met vrijwilligers in het algemeen en deze sollicitant in het bijzonder – praktische zaken zoals jas aannemen, koffie/thee aanbieden enzovoort • Bedenk samen vragen én antwoorden aan de hand van de STAR-methode en noteer deze. Let er hierbij op: – dat je wél alle elementen van de STAR-methode laat terugkomen – dat je niét de woorden situatie, taak, actie en resultaat letterlijk gebruikt in de vragen die je opstelt voor de sollicitant • Voer nu het volledige gesprek uit en zorg dat de volgende elementen terugkomen: – ontvangst – welkom en blijk van waardering voor de sollicitatie en vrijwilligerswerk – inhoud van de taken – presentatie van de organisatie – vragen aan de sollicitant volgens STAR – doorvragen op antwoorden van de sollicitant – afsluiting en verloop van de verdere procedure • Bespreek met elkaar de opnames aan de hand van het Werkmodel Actief luisteren -observatielijst. • Wissel daarna van rol totdat iedereen alle rollen heeft gespeeld.

Ed

Reflectie a. Ben je tevreden met het resultaat na het zien van het filmpje? Waarom wel of niet?

er

ij

b. Wat lijkt jou prettiger om in de praktijk te moeten doen, een sollicitatiegesprek voeren als kandidaat of als werkgever? Geef ook aan waarom.

Oefening 37

Soms moet je je als organisatie kort kunnen profileren om je aantrekkelijk te maken voor vrijwilligers. In de volgende korte casus is dat ook het geval.

U

itg

ev

Website Vrijwilligersvacaturebank <

Pitch op een vrijwilligersmarkt

Casus Tijdens de vrijwilligersmarkt in het gemeentehuis van Kloosterdam krijgen organisaties de gelegenheid zich aan mogelijke vrijwilligers te presenteren met een marktkraam. Daarnaast krijgt elke organisatie de gelegenheid om binnen één minuut een pitch te geven over waarom vrijwilligers bij hen een leuke functie kunnen krijgen. Jouw leidinggevende heeft jou gevraagd die pitch te doen.

Voorbereiding • Zoek op internet of in jouw netwerk naar een organisatie die jou aanspreekt en die vrijwilligers nodig heeft. Je kunt kijken op www.vrijwilligersvacaturebank.nl, maar je mag ook een organisatie zijn die je al kent.

47


Sollicitatiegesprek met een vrijwilliger

fb .v

.

Uitvoering • Schrijf een korte pitch waarin in ieder geval de volgende drie elementen zitten: – Voor welke vrijwilliger zijn jullie als organisatie interessant? – Wat vragen jullie van vrijwilligers? Waarom heb je ze nodig? – Wat hebben jullie vrijwilligers te bieden? Waarom zouden ze juist bij jullie moeten komen? • Oefen de pitch van papier en neem de tijd op. Kan het binnen de minuut? • Pas de pitch eventueel aan zodat het binnen de minuut past en leer het nu uit je hoofd. • Houd de pitch nu voor de hele klas. Alle studenten komen aan bod. De docent of een andere student kondigt elke pitch aan en zorgt ook voor de tijdsbewaking. De pitch stopt direct na één minuut.

tie

Reflectie a. Was je tevreden over de inhoud van je eigen pitch? Waarom wel of niet?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

b. Hoe vond je het om te moeten pitchen voor de hele groep?

48


Reflectie

Reflectie Oefening 38

Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Oefening 39

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ij

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ev

er

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

U

itg

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Oefening 40

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

49


Reflectie

.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Oefening 41

fb .v

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

u' Ac

tie

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

U

itg

ev

er

ij

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

50


Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt

.

Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt

fb .v

Inleiding

ij

Ed

u' Ac

tie

De laatste jaren is Nederland veranderd in transitie van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Dit heeft belangrijke gevolgen voor het werken in de welzijnssector. Om goed voorbereid jouw pad naar de arbeidsmarkt op te gaan, is het belangrijk om te weten wat er van jou verwacht wordt en wat hierin veranderd is in de afgelopen jaren. Daarnaast is het van belang te weten waar jij dan precies vacatures kunt vinden.

er

De participatiesamenleving brengt ook veel veranderingen voor jou als sociaal werker met zich mee!

De verzorgingsstaat

U

itg

ev

Voor 1870 had Nederland wel al een overheid, maar deze had maar zeer beperkte taken. Vanouds deden de kerken aan liefdadigheid, maar wel onder de voorwaarde dat men zich moest bekeren tot het geloof. Na 1870 begon de industrie aan haar opmars. Arme mensen konden niet langer worden genegeerd, want ze waren nodig als sterke arbeidskrachten in de fabrieken. De arbeiders gingen zich steeds beter verweren, er ontstonden vakbonden en er werden rechten vastgelegd. De arbeiders moesten goed geschoold en gezond zijn, dus er ontstonden een Leerplichtwet, een sociale verzekering bij werkloosheid en ziekenhuizen van de overheid. Na de Tweede Wereldoorlog in 1945 werd de verzorgingsstaat pas echt gebouwd. De Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Bijstandswet werden geregeld. Sociale rechten werden vastgelegd in de Grondwet. Er kwamen steeds meer door de overheid betaalde hulpverlenende instanties die mensen wezen op hun rechten op hulp en bijstand. Mensen zonder werk, met schulden, met een handicap of zonder familie waren niet langer afhankelijk van de goedheid van anderen, maar kregen recht op een inkomen en hulp. De Nederlandse overheid wilde tevreden mensen die voor democratie zouden kiezen en hard wilden werken om het land weer op te bouwen. Door te zorgen voor een sociaal netwerk zouden mensen niet in opstand komen en zouden ze meewerken.

51


Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt

Problemen met de verzorgingsstaat Vanaf 1970 begon het systeem van 'verzorging van de wieg tot het graf' problemen te krijgen.

tie

fb .v

.

1. Door een crisis was er veel werkloosheid. De kosten voor de Werkloosheidswet waren bijna niet meer te betalen. 2. Veel mensen werden gemakkelijk arbeidsongeschikt verklaard. Als er bijvoorbeeld geen werk meer was, werden mensen veel eerder afgekeurd vanwege bijvoorbeeld de rug dan anders. Hierdoor moesten veel mensen een uitkering krijgen als arbeidsongeschikte. 3. Soms leverde een uitkering meer op dan een baan. Mensen leerden het systeem te misbruiken en te frauderen. 4. Het systeem werd erg ingewikkeld. Sommige mensen vonden in het doolhof van de vele wetten de weg niet meer. Het systeem werd te duur en werd steeds moeilijker goed uit te voeren. 5. Doordat mensen steeds ouder werden, kregen ze langer een AOW-uitkering. Aan de andere kant nam het aantal jongeren af. Deze vergrijzing werd erg duur.

u' Ac

In transitie naar een participatiesamenleving

Ed

Na 1970 werd duidelijk dat de huidige verzorgingsstaat onder druk staat, het oorspronkelijke systeem is niet meer betaalbaar. In Nederland is nog steeds sprake van een verzorgingsstaat, al is het recht op zorg, hulp en welzijn wel afgenomen. Een participatiesamenleving is een samenleving waarin iedereen die dat kan verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen leven en omgeving, zonder hulp van de overheid. De verzorgingsstaat verdwijnt niet, maar de klassieke verzorgingsstaat gaat steeds meer richting een participatiesamenleving. Dit houdt in dat mensen zelf actiever worden, er meer integraal samengewerkt gaat worden waardoor versnippering in het ondersteuningsaanbod wordt tegengegaan. Voordelen van de participatiesamenleving zijn: • het is veel goedkoper dan de verzorgingsstaat, • in de ideale participatiesamenleving doet iedereen mee, • het is kleinschaliger, informeler, praktischer.

ev

er

ij

Er zijn echter ook nadelen: • sommige burgers zijn te kwetsbaar en hebben geen sociaal netwerk, professionele zorg en ondersteuning zal dus altijd noodzakelijk blijven, • mantelzorgers kunnen overbelast raken, • mensen hebben minder recht op zorg en worden afhankelijker van anderen.

itg

Vaardigheden van de sociaal werker

U

Website Movisie <

52

Een sociaal werker moet over verschillende vaardigheden beschikken om goed te kunnen functioneren binnen het gebied welzijn. Een aantal branche-organisaties, vakbonden en de MBO-raad hebben een lijst van tien competenties vastgesteld die een sociaal werker moet hebben om uitvoering te kunnen geven aan de WMO. Deze tien competenties zijn: 1. 2. 3. 4. 5.

verheldert vragen en behoeften, versterkt eigen kracht en zelfregie, is zichtbaar en gaat op mensen af, stimuleert verantwoordelijk en oplossingsgericht gedrag, stuurt aan op betrokkenheid en participatie,


Theoriebron Veranderingen op de arbeidsmarkt

Uitdagingen

.

verbindt individuele en gemeenschappelijke vragen en potenties, werkt samen en versterkt netwerken, beweegt zich tussen verschillende werelden en culturen, signaleert en speelt in op veranderingen, is ondernemend en benut professionele ruimte.

fb .v

1. 2. 3. 4. 5.

tie

Voor een sociaal werker zijn er grote uitdagingen. Mensen zitten niet altijd op één lijn. Er zijn verschillende meningen, ideeën en visies bij zowel cliënten als professionals. Daarnaast heb je te maken met je eigen waarden en normen. Die kunnen botsen met de waarden van de organisatie waar je voor werkt of met de normen van een cliënt. Als sociaal werker kom je dan voor dilemma's te staan waar je op een weloverwogen manier mee moet omgaan. Zoals bijvoorbeeld het dilemma: Respecteer ik de vrijheid van een cliënt om zorg te weigeren of ga ik aan de slag om zorg te bieden die hij of zij eigenlijk afwijst. De professionaliteit van de sociaal werker bewijst zich door een goede aanpak van dit soort dilemma's.

u' Ac

Informatie over de arbeidsmarkt

Ed

Informatie over de arbeidsmarkt is belangrijk voor je jou zelf als werkzoekende maar ook voor jou als professional in het sociaal werk. Je moet na je opleiding zelf een baan zoeken, maar mischien moet je ook cliënten begeleiden in het zoeken naar een baan. Je krijgt dan te maken met verschillende manieren om vacatures te zoeken, maar ook met de zoektocht naar informatie over uitkeringen voor clienten. Er zijn verschillende instanties die jou als werkzoekende kunnen helpen zoals het FCB. In de begeleiding van cliënten krijg je te maken met het UWV, de instantie die uitkeringen regelt bij bijvoorbeeld ziekte en arbeidsbeperking.

U

itg

ev

er

ij

Waar vind je vacatures? • Op de website van een werkgever. • In dag- of weekbladen, regionale of landelijke bladen. • In vakbladen. • Op vacaturesites, zoals indeed.nl of nationalevacaturebank.nl. • Op social media, op LinkedIn, Facebook of Twitter.

53


Theoriebron Profielschets

Theoriebron Profielschets

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Om een baan te kunnen vinden die bij je past is het van belang jezelf goed te kennen. Als jij jezelf goed kent weet je beter wat bij je past. Daarnaast kun je tijdens het netwerken en solliciteren jezelf goed profileren als je weet welke kwaliteiten je hebt. Als aankomend professional is het dus goed om in kaart te brengen wat je eigenschappen, kwaliteiten en wensen zijn in een overzicht. Zo'n overzicht heet een profielschets. Als sociaal werker is het belangrijk dat je ook cliĂŤnten kunt begeleiden in het maken van een profielschets. Vaardigheden als actief luisteren en coachen zijn daarin belangrijk.

Wat is jouw profielschets?

ij

De profielschets

er

Een profielschets laat zien hoe jij als persoon in elkaar zit (persoonsprofiel: wie ben ik? wat kan ik?) en wat je zoekt op de arbeidsmarkt (beroepsprofiel: wat wil/zoek ik?).

U

itg

ev

Naast je opleidingen/kennis en ervaringen die aansluiten op je toekomstige werkgebied (beschreven in een cv) is het belangrijk om je persoonlijkheid goed en positief te presenteren en hierbij goed aan te sluiten bij wat je zoekt.

54

Door met een profielschets bezig te zijn en deze op te stellen, word je zelfbewuster en zul je merken dat je al automatisch bezig bent met het versterken van je zelfbeeld en hoe je je presenteert tijdens bijvoorbeeld een sollicitatie- of netwerkgesprek.


Theoriebron Profielschets

Jezelf onderscheiden Met een profielschets heb je nog een voordeel: je kunt je hiermee onderscheiden van alle andere sollicitanten die geen profielschets aanleveren.

fb .v

.

Zodoende heb je een streepje voor. Je geeft namelijk de werkgever een kijkje in wie je bent, als persoon maar ook als teamlid. Bovendien laat je zien dat je nagedacht hebt over je ontwikkelpunten en wat je nodig hebt om hiermee verder te komen. Je toont hiermee zelfinzicht, ambitie en leervermogen.

tie

Tegenwoordig zijn werkervaring en diploma’s al lang niet meer het enige waar men naar kijkt. Een werkgever vindt het even belangrijk wat jij als persoon meebrengt; wat jouw toegevoegde waarde is voor de organisatie, voor het team en voor de cliënten.

Wie ben ik? (persoonsprofiel)

u' Ac

Bij ‘Wie ben ik?’ beschrijf je je persoonlijkheid, je persoonskenmerken, kenmerken die typerend voor jou zijn, hoe anderen tegen jou aankijken, maar ook wat jij belangrijk vindt in je leven, waar je warm voor loopt enzovoort.

Ed

Vragen die je jezelf kunt stellen: • Wat en/of welk gedrag is typisch van mij? • Wanneer ben ik op mijn best? • Waar geniet ik van? • Wat zeggen anderen over mij? • Welk gedrag laat ik zien in bepaalde situaties? • Wat houdt mij bezig? • Waar gaat mijn belangstelling naar uit? • Wat vind ik belangrijk in het leven?

er

ij

Wat kan ik? (persoonsprofiel) Bij ‘Wat kan ik?’ beschrijf je je kwaliteiten en vaardigheden en hoe je deze kunt inzetten voor je toekomstige werkgever.

U

itg

ev

Vragen die je jezelf kunt stellen: • Waar ben ik goed in? • Waarin/waarmee onderscheid ik me van mijn leeftijdgenoten? • Op welke prestaties van mezelf ben ik trots en welke kwaliteiten en vaardigheden heb ik ingezet om dat te bereiken? • Welke rol neem ik in een groep op mij en welke kwaliteiten en vaardigheden zet ik hiervoor in? • Hoe leer ik en hoe krijg ik nieuwe situaties het snelst onder de knie? • Wat doe ik in mijn vrije tijd en welke kwaliteiten en vaardigheden zet ik hiervoor in?

55


Theoriebron Profielschets

Wat wil ik/zoek ik? (beroepsprofiel)

tie

Welke taken of werkzaamheden spreken mij aan? Wil ik in een team werken of juist zelfstandig? Wil ik een binnen- of een buitenfunctie? Wat motiveert mij om te werken? Wat vind ik belangrijk in werk? In wat voor type organisatie wil ik werken? Wat voor soort cultuur spreekt mij aan? Wil ik parttime of fulltime werken? Wat voor loopbaanperspectief vind ik belangrijk? Wat verwacht ik van collega’s? Wat heb ik mijn collega’s en/of het team te bieden? Welke rol neem ik binnen een team in? Wil ik leidinggeven? Wat wil ik maximaal kwijt zijn aan woon-werkverkeer (in km of in tijd)?

u' Ac

• • • • • • • • • • • • • •

fb .v

.

Bij ‘Wat wil/zoek ik?’ beschrijf je wat je belangrijk vindt en aan welke voorwaarden jouw toekomstige baan moet voldoen. Je kunt denken aan sector, organisatie, cultuur, werkzaamheden, omgangsvormen, beloning, collega’s, zelfstandig of in teamverband werken, opleidings- en ontwikkelmogelijkheden, parttime of fulltime, werkuren enzovoort. Vragen die je jezelf kunt stellen:

Ontwikkelpunten

Ed

Tot slot is het belangrijk om je bewust te zijn van je ontwikkelpunten. Je toekomstige werkgever zal willen weten waar je minder sterk in bent. De truc is om dit te benoemen als ontwikkelpunt. De formulering moet positief zijn; het zijn ontwikkelpunten en dus geen ‘mankementen’. Het verschil kun je goed zien bij de volgende twee formuleringen:

er

ij

1. ‘Ik heb geen ervaring met het werken met ouderen.’ 2. ‘Ik wil mij meer verdiepen in ouderen en hun specifieke wensen en behoeften.’

Je profielschets is nooit klaar

U

itg

ev

Een profielschets is geen statisch document, dat wil zeggen: in de loop van de tijd doe je ervaringen op en kom je tot nieuwe inzichten. Hieraan zul je je profielschets steeds moeten aanpassen om hem actueel te houden. Door hier regelmatig mee bezig te zijn (bijvoorbeeld als voorbereiding op een functioneringsgesprek), blijf je je bewust van je wensen, ontwikkelingen en mogelijkheden ten aanzien van werk en loopbaan. Misschien wil je je werkzaamheden verdiepen of verbreden. Wellicht heb je ontdekt dat je leidinggevende kwaliteiten hebt of dat je toch niet helemaal goed zit in dit vakgebied. Bespreek dit soort zaken met je leidinggevende of met een personeelsadviseur.

56


Theoriebron Arbeidsmarktoriëntatie

.

Theoriebron Arbeidsmarktoriëntatie

fb .v

Inleiding

ij

Ed

u' Ac

tie

Om te weten wat er voor jou is aan vacatures en organisaties moet jij je oriënteren op de arbeidsmarkt. Wat heeft deze arbeidsmarkt jou te bieden en hoe kom je aan de juiste informatie? De meest voor de hand liggende manier is: zoeken naar vacatures binnen de grenzen van jouw profielschets. Maar vergis je niet: de meeste werkzoekenden vinden een baan zonder dat daar ooit een vacature voor is gepubliceerd. Er zijn andere manieren om in contact te komen met werkgevers en organisaties. Internet speelt daar een onmisbare rol bij maar ook het netwerken 'in real life' is een vak apart.

er

Gebruik je netwerk.

Reguliere vacatures

U

itg

ev

Als een werkgever een vacature heeft, kan hij dat op verschillende manieren kenbaar maken. Hij plaatst de vacature: • • • • • •

in dag- of weekbladen, regionale of landelijke bladen (ook op websites terug te vinden) in vakbladen op de site van zijn bedrijf op vacaturesites bij het Werkplein bij uitzendbureaus.

Hij kan de vacature ook uitzetten via social media, bij netwerkpartners, bij ketenpartners, in het eigen netwerk enzovoort. Bij reguliere vacatures wordt meestal verzocht om een sollicitatiebrief en cv op te sturen voor een bepaalde datum. Maar hoe weet je nu of deze vacature een goede match met jouw wensen en kwaliteiten oplevert? Een vacatureadvertentie geeft meestal slechts zeer beknopte informatie en men stelt over het algemeen hoge (functie-)eisen.

57


Theoriebron Arbeidsmarktoriëntatie

Hoe reageer je op een reguliere vacature

.

Bij reguliere vacatures wordt meestal verzocht om een sollicitatiebrief en cv op te sturen voor een bepaalde datum. Maar hoe weet je nu of deze vacature een goede match met jouw wensen en kwaliteiten oplevert? Een vacatureadvertentie geeft meestal slechts zeer beknopte informatie en men stelt over het algemeen hoge (functie-)eisen.

fb .v

Stap 1 Laat je niet afschrikken door de gestelde (functie-)eisen. Houd steeds in je achterhoofd: als jij iemand zou zoeken voor jouw organisatie, dan heb je ook een perfecte kandidaat voor ogen. Je bent namelijk in de positie om alles te wensen wat je wilt.

tie

Vanuit dit perspectief stellen veel werkgevers hun vacature op. Uiteindelijk weten ze best dat ze het met gewone mensen moeten doen en dat supermannen/-vrouwen alleen in films bestaan.

u' Ac

Stap 2 Tegenwoordig staat er bij de meeste vacatures een websitevermelding van de betreffende organisatie/werkgever. Hierop kun je meer informatie vinden over de vacature en de organisatie/werkgever. Lees alle informatie aandachtig door en noteer voor jezelf alvast vragen die de informatie bij je oproept. Zorg dat je hierbij je profielschets bij de hand hebt want je kunt dan meteen checken of de informatie op de website matcht met jouw profielschets. Bijvoorbeeld:

• • •

ij

• •

Welke indruk/sfeer krijg/proef je bij deze website en past die bij jou? Komen de visie/missie en de doelstelling van de organisatie overeen met wat jij belangrijk vindt? Komt de grootte van de organisatie overeen met jouw wensen? Spreken de taken, werkzaamheden en activiteiten van de beschreven functie jou aan? Welke cultuur, normen en waarden zijn belangrijk voor deze organisatie en kun jij je hierin vinden? Sluiten jouw persoonlijkheid, kwaliteiten, kennis en ervaring aan bij de functie? Waar kom je kennis of ervaring tekort? Is dit een probleem of is dit op te lossen (lange/korte termijn)? En hoe is dit op te lossen?

Ed

• •

U

itg

ev

er

En verder ... • Zijn er ook voor de toekomst voldoende ontwikkelmogelijkheden of loopbaanperspectieven en sluiten die bij jouw wensen aan? • Wat wordt er over het team verteld en heb je daar een goed gevoel bij? • Kun je je vinden in de arbeidsvoorwaarden en de secundaire arbeidsvoorwaarden?

58

Als je na het beantwoorden van en het nadenken over deze vragen overwegend positief bent, dan is het verstandig om je lijstje vragen aan te vullen met vragen over zaken waar je over twijfelt of die je mist. Bijvoorbeeld: je leest dat het gaat om een zeer grote organisatie, terwijl jouw voorkeur uitgaat naar een kleine organisatie. Vaak zijn grote organisaties onderverdeeld in afdelingen, units, teams of regio’s. Wellicht dat je er bij navraag achter komt dat de vacature gesteld is voor een klein en overzichtelijk team binnen de organisatie en dat je in deze functie niet veel met andere afdelingen te maken krijgt.


Theoriebron Arbeidsmarktoriëntatie

Veel mensen voelen hier niet veel voor en doen het niet. Door wel te bellen heb je weer een kans om jezelf te onderscheiden van alle andere kandidaten. Het voordeel van bellen is dat je jezelf alvast kunt presenteren. Het werkt net als bij reclame: de kracht van de herhaling. Als men vaker jouw naam hoort/leest, werkt dat in jouw voordeel. Zorg dus dat je luid en duidelijk je naam zegt als je belt. Bereid je goed voor op zo’n telefoongesprek. Bedenk dat je dit gesprek moet zien als een telefonische sollicitatie dus zorg dat je naast je vragen jezelf kunt profileren (gebruik je profielschets als geheugensteuntje).

fb .v

.

Werkmodel Telefoonscript vacature <

Stap 3 Het is verstandig om met de vacaturehouder te bellen en je vragen (samengesteld bij stap 2) voor te leggen.

Gebruik eventueel het Werkmodel Telefoonscript en zorg dat je pen en papier bij de hand hebt om aantekeningen te maken.

u' Ac

tie

Stap 4 Vraag bij je netwerkcontacten na of iemand bekend is met deze organisatie of iemand kent die ermee bekend is. Vraag hem of hij je meer wil vertellen over de organisatie en de functies. Wees wel alert op de waarde en de ‘kleur’ van de informatie. Vraag daarom altijd eerst hoe hij deze organisatie kent en of hij goede of slechte ervaringen heeft. Dat maakt nogal uit bij de antwoorden.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Stap 5 Aan de hand van de ingewonnen informatie uit verschillende bronnen kun je nu kijken of er een match is tussen jou en de vacature. Je gaat nu regel voor regel de vacature nog eens aandachtig bestuderen (vacatureanalyse) en bekijkt deze nu met de extra informatie. Leg je profielschets ernaast en kijk of er een goede, een redelijke, een halve of geen match is. Welke onderdelen komen sterk overeen, welke onderdelen komen ongeveer overeen (kun je dit onderdeel compenseren met andere vaardigheden of kwaliteiten, anders gezegd: heb je ‘jokers’ die je kunt inzetten?) en welke elementen liggen te ver van elkaar af? Beslis aan de hand van deze analyse of je verder wilt of dat de werelden te ver uit elkaar liggen om tot een goede match te komen. Als je verdergaat, zijn de sollicitatiebrief en het cv de volgende stap.

59


Theoriebron Sollicitatiebrief en cv

.

Theoriebron Sollicitatiebrief en cv

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Steeds meer vacatures worden tegenwoordig binnen het netwerk van de organisatie opgevuld zonder dat iemand daar naar gesolliciteerd heeft door het schrijven van een brief. Toch blijft het belangrijk om een goede brief te kunnen schrijven met een correct curriculum vitae. Ook al vind je binnen je netwerk een functie die bij je past bij een organisatie die je kent, dan wordt toch vaak gevraagd naar een motivatie in de vorm van een e-mail of een brief met bijgaand een cv.

ij

Sollicitatiebrief schrijven

er

Het opstellen van een cv

U

itg

ev

De afkorting cv staat voor curriculum vitae en dat betekent letterlijk 'levensloop'. Het is een overzicht van jouw opleidingen die je hebt gevolgd en de ervaring die je tijdens jouw leven hebt opgedaan. Een cv moet op maximaal twee A4'tjes passen.

60

Je begint met het opstellen van een basis-cv. Dit is een cv waarin je alle relevante (en minder relevante) zaken uitgebreid weergeeft. Dit basis-cv is een dynamisch document dat je goed bewaart en steeds aanvult en bijwerkt. Dit document kun je er steeds bij pakken als je gaat solliciteren. Aan de hand van de informatie van de vacature en de organisatie pas je je basis-cv aan: je stelt een gericht cv op. Een gericht cv is veel kernachtiger en toegespitst op de vacature. Hierin omschrijf je bijvoorbeeld je werkervaring meer in de lijn van de organisatie en haar doelstellingen. Je laat onderwerpen die absoluut niet relevant zijn voor deze organisatie weg. In een gericht cv leest jouw toekomstige werkgever dus precies terug wat hij zoekt; niets meer en niets minder. Lekker duidelijk en overzichtelijk.


Theoriebron Sollicitatiebrief en cv

Verschillende cv's

fb .v

.

Er zijn veel verschillende typen cv’s: chronologische (van vroeger naar nu of van nu naar vroeger), thematische, projectmatige, functionele cv’s enzovoort. Het advies is om een cv zo duidelijk en overzichtelijk mogelijk te houden waarbij de laatste gebeurtenis bovenaan staat (chronologisch) omdat dit het meest recent en waarschijnlijk ook het meest interessant voor een werkgever is. Sommige sollicitanten vinden het leuk om hun cv op te leuken met allerlei toeters en bellen. Zeker, dit cv zal opvallen, maar het is de vraag of het de juiste indruk maakt. Houd daarom het cv zo zakelijk en duidelijk mogelijk. Een werkgever moet in één oogopslag zien wat je gedaan hebt en waar je gewerkt hebt.

tie

Er zijn veel formats en voorbeelden van cv’s te vinden op internet. Vergelijk deze met elkaar en kijk welke jij het meest zakelijk en duidelijk vindt.

u' Ac

Een gerichte sollicitatiebrief

Een gerichte sollicitatiebrief schrijf je als er sprake is van een vacature. Zoals eerder beschreven kun je op verschillende manieren vacatures vinden, in handen krijgen of erover horen. Je schrijft dan een brief, helemaal gericht op deze vacature. Een gerichte sollicitatiebrief is kort en krachtig en past op 1 A4. Er zijn enkele standaardonderdelen die in je brief moeten terugkomen:

ij

• •

hoe je aan de vacature komt en wie je hierover gesproken hebt welke bijdrage jij wilt leveren in het verlengde van de missie/visie en doelstellingen welke kennis, ervaring, kwaliteiten en competenties jij meebrengt en hoe jij denkt deze in te kunnen zetten zodat je daadwerkelijk iets kunt bijdragen jouw motivatie om deze vacature te willen vervullen afsluiten met een pakkende alinea die het bovenstaande samenvat en waaruit blijkt dat jij de beste kandidaat bent.

Ed

• • •

er

Een open-sollicitatiebrief

Er zijn enkele standaardonderdelen die in je in een open-sollicitatiebrief laat terugkomen: • •

U

itg

ev

Bij een open sollicitatie is er geen sprake van een vastgestelde vacature. Je schrijft dan ook niet een brief op basis van een functie, maar op basis van werkzaamheden die jij graag zou verrichten in het verlengde van de organisatie, missie/visie en doelstellingen. Dat vraagt een iets andere aanpak maar ook een open-sollicitatiebrief is kort en kernachtig en past op 1 A4.

Je geeft aan hoe je tot het schrijven van de open-sollicitatiebrief bent gekomen; hoe je geïnteresseerd bent geraakt in deze organisatie. Aan de hand hiervan schrijf je dat je graag bij hen aan het werk zou willen en welke bijdrage jij wilt leveren in het verlengde van de missie/visie en doelstellingen. Je beschrijft welke kennis, ervaring, kwaliteiten en competenties jij meebrengt en hoe jij denkt deze in te kunnen zetten zodat je daadwerkelijk iets kunt bijdragen. Je sluit af met een pakkende alinea die het bovenstaande samenvat en waaruit blijkt dat jij een goede kandidaat bent om binnen de organisatie te werken.

61


Theoriebron Sollicitatiebrief en cv

De laatste stap; controle Controleer goed of de brief voldoet aan de eisen van een goede, officiële brief, zowel wat lay-out als de onderdelen van brief betreft:

• •

.

tie

• • •

De brief is geschreven in goed Nederlands en zonder spelfouten op een computer geschreven. In de brief is beschreven of het een sollicitatie is op een vacature of een open sollicitatie. In de brief staan duidelijke aansluitingspunten richting de organisatie, missie/visie en doelstellingen. In de brief staan duidelijke redenen waarom je graag die baan wilt. In de brief staan duidelijke argumenten waarom jij geschikt ben voor de baan. Er is een cv dat voldoet aan de eisen van een goed cv: lay-out, persoonlijke gegevens en gegevens over opleiding en werkervaring.

fb .v

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Laat je brief door anderen lezen. Wellicht kunnen zij je brief verder aanscherpen en eventuele typefouten eruit halen. Check of je namen goed hebt geschreven, de brief aan de juiste persoon hebt gericht en het eventuele vacaturenummer hebt vermeld.

62


Theoriebron Het sollicitatiegesprek

.

Theoriebron Het sollicitatiegesprek

fb .v

Inleiding

er

ij

Ed

u' Ac

tie

De beste sollicitatiegesprekken zijn gesprekken waarbij de werkgever oprecht geïnteresseerd is in de kandidaat en de kandidaat oprecht geïnteresseerd is in de werkgever/organisatie en het werk. Tijdens dit soort gesprekken wordt wederzijdse herkenning uitgesproken en voelen beide partijen zich prettig bij de ander. Als je merkt dat je op zo’n soepele manier in het gesprek zit, ben je al voor de helft binnen op basis van gevoel en intuïtie van de werkgever. Je moet de werkgever dan nog wel ‘redenen’ geven waarmee hij op rationele gronden kan verantwoorden dat hij jou aanneemt. Beide factoren moeten goed zijn. Om dit te kunnen, moet je je goed voorbereiden en veel oefenen.

Het sollicitatiegesprek

Uiteraard ben je helemaal op de hoogte van de organisatie en de functie waarop je gesolliciteerd hebt dankzij alle eerdergenoemde stappen. Dan is de volgende stap het oefenen met (lastige) vragen. Deze bereid je het best voor aan de hand van de STAR-methode. Bij iedere functie-eis, vaardigheid en competentie, zoals genoemd in de vacature, bedenk je minstens twee concrete en recente voorbeelden die je bijna filmisch beschrijft met STAR.

U

itg

ev

Voorbereiden op een sollicitatiegesprek

63


Theoriebron Het sollicitatiegesprek

STAR STAR is een methode om te vertellen over een prestatie die jij in het verleden hebt geleverd. De letters van STAR staan voor.

tie

fb .v

.

• S: situatiebeschrijving Doe dit zo gedetailleerd mogelijk. • T: taak/verantwoordelijkheid Wat is jouw taak of verantwoordelijkheid in deze situatie? Welke actie wordt van jou als professional verwacht? • A: actie/handelen Wat heb je gedaan om aan de taak/verantwoordelijkheid te voldoen die deze situatie van jou verlangt? • R: resultaat Wat is het positieve resultaat van jouw handelen, waaruit blijkt dat jij je verantwoordelijkheid hebt genomen in deze situatie?

u' Ac

Je begint altijd met S en eindigt met R. T en A mag je in het gesprek omwisselen. Belangrijk is dat alle vier de elementen goed aan bod komen. Een werkgever zal door de details automatisch jou dit ‘zien’ doen in zijn organisatie en vult ontbrekende gegevens in zoals hij dit kent binnen de organisatie. Hierdoor worden er geen andere lastige vragen opgeroepen en heb je gescoord: 1-0.

Het belang van meerdere voorbeelden

Je bent zenuwachtig voor het gesprek zodat je misschien niet op een voorbeeld komt. Je hebt dan gelukkig voorbeelden voorbereid. Een werkgever kan wel eens doortastend zijn en nog één voorbeeld willen, om zeker te zijn dat het meer is dan een kant-en-klaar antwoord. Het ene voorbeeld sluit wellicht minder goed aan bij de loop van het gesprek dan het andere. Hoe meer voorbeelden je geoefend hebt, hoe gemakkelijker je ze tijdens het gesprek kunt oproepen. Bovendien zul je je veel meer op je gemak en zelfverzekerd voelen als je meerdere voorbeelden geoefend hebt want vaak gebeurt het ook dat je een voorbeeldsituatie voor meerdere competenties kunt gebruiken.

ij

Ed

Zoals gezegd is het belangrijk van iedere functie-eis, vaardigheid en competentie, zoals genoemd in de vacature, minstens twee voorbeelden uit te werken volgens de STAR- methode. De reden hiervoor is:

er

U

itg

ev

64

Tips voor een goed gesprek •

Schrijf kernwoorden op van voorbeelden die je hebt geoefend zodat je kunt ‘spieken’ op je schrijfblok als je door de zenuwen even nergens op kunt komen. Een werkgever zal dat ervaren als een goede voorbereiding en zal dit positief beoordelen. Zorg ervoor dat je passende kleding draagt. Dat is tegenwoordig niet meer per se een duur pak. Op internet kun je wellicht op foto’s zien hoe mensen zich presenteren. Eventueel kunnen anderen vertellen wat men doorgaans draagt in deze organisatie. Niets is vervelender dan dat je in een gesprek zit met mensen die casual gekleed zijn en dat jij


Theoriebron Het sollicitatiegesprek

.

Het sollicitatiegesprek

fb .v

in een keurig mantelpakje komt; je bent duidelijk niet ‘een van hen’ en de kans is groot dat jij je ongemakkelijk voelt. Dat is geen prettige start van een gesprek. Zorg dat je met een medestudent of een vriend(in) veel sollicitatiegesprekken oefent aan de hand van STAR. Hoe meer je geoefend hebt, hoe soepeler een sollicitatiegesprek loopt. En dat is in jouw voordeel!

Het sollicitatiegesprek begint gelijk bij binnenkomst, wees je hiervan bewust! Een sollicitatiegesprek verloopt vaak in eenzelfde volgorde:

tie

kennismaken en voorstellen De personen van de organisatie vertellen over de organisatie, wat de kerntaken zijn en welke functie er openstaat. bespreking van je sollicitatiebrief en cv Er worden je vragen gesteld. De werkgever wil graag weten of jij bij de organisatie 'past' maar jij wilt ook weten of jij bij de werkgever past. Stel daarom zelf ook vragen, bijvoorbeeld over het team, bijzondere situaties, succesverhalen. Stel nog geen vragen over je mogelijke salaris, dit komt later als je wordt uitgenodigd voor een tweede gesprek. afronding Doorgaans vertelt de werkgever hoe de procedure verder verloopt, wanneer je iets te horen krijgt over een eventueel tweede gesprek. Je kunt in deze afrondende fase vertellen wat je van het gesprek vond en eventueel om feedback vragen.

u' Ac

Ed

Het tweede gesprek

ev

er

ij

Gefeliciteerd! Je bent uitgenodigd voor een tweede gesprek. In het eerste gesprek zijn meestal de teamleider en een P&O-adviseur aanwezig. Bij een tweede gesprek wordt vaak een van jouw toekomstige collega’s betrokken om te kijken of je ook in het team past. Voer dezelfde voorbereiding uit als bij een eerste gesprek. Het kan best zijn dat het vorige gesprek dunnetjes wordt overgedaan, dus wees voorbereid! Verder is het belangrijk dat je nagedacht hebt over je salaris en de secundaire arbeidsvoorwaarden. Verder kun je in het tweede gesprek je loopbaanpad bespreken: waar wil je je verder in ontwikkelen en wat kan de organisatie je hierin bieden? Vaak is er een programma van interne cursussen die alle nieuwkomers moeten volgen. Vraag daarnaar! Ook over de gang van zaken rondom inwerken kun je in dit gesprek vragen stellen.

U

itg

Het contract Als je te horen hebt gekregen dat de keuze op jou is gevallen, mag je trots zijn op jezelf. Maak tijdens dit contact afspraken over wanneer je je contract ontvangt. Desnoods vraag je of men het contract eerst per mail naar jou wil versturen zodat je het rustig kunt bestuderen. Soms vraagt men of je langs wilt komen voor het tekenen van het contract. Vraag dan ook altijd of het goed is dat je het contract mee naar huis neemt om het rustig te kunnen bestuderen voordat je tekent. Over het algemeen vindt men dat geen probleem. Maak dan wel een duidelijke afspraak wanneer je het getekende exemplaar terugstuurt. Maak ook duidelijke afspraken over je eerste werkdag en hoe laat en waar je verwacht wordt en/of bij wie je je moet melden.

65


Theoriebron Netwerken

Theoriebron Netwerken

.

Inleiding

fb .v

Netwerken en social media zijn tegenwoordig veelgebruikte manieren om vacatures onder ogen te krijgen of om bij een organisatie binnen te komen. Maar je kunt ook informatie inwinnen over personen binnen een organisatie om nog beter aan te sluiten bij gestelde vacature.

ij

Ed

u' Ac

tie

Let wel: ook werkgevers checken social media ten aanzien van de sollicitant! Dat betekent dat een werkgever kan afknappen op ranzige berichten of foto’s die over jou circuleren op deze fora. Het is daarom belangrijk je profielen en publicaties eens goed te bekijken en ongewenste zaken van het net te halen. Bij netwerken gebruik je je eigen kracht. Je laat zien wie je bent, wat je kunt en wat je zoekt, met als doel de ander voor jou te interesseren. Dit is dus iets heel anders dan gebruikmaken van een ‘kruiwagen’.

er

Netwerken is geven en nemen

U

itg

ev

Netwerken is een leuke manier voor het leggen en onderhouden van contacten op allerlei gebieden. Deze contacten kunnen je helpen bij het vinden van werk, maar ook om je verder te ontwikkelen, om je vriendenkring te vergroten, om een kaartje voor je favoriete band te vinden enzovoort. Het leuke van netwerken is dat het altijd wederzijds is: je helpt elkaar om verder te komen doordat je contacten, kennis, ervaring, informatie en tips uitwisselt. Zo wordt er via social media veel informatie en kennis uitgewisseld op allerlei gebied. Dit was niet mogelijk geweest zonder het netwerkprincipe, namelijk `twee weten meer dan één`. Om een goede netwerkpartner te zijn, is het belangrijk dat je doet wat je afspreekt en dat je betrouwbaar bent. Je deelt immers jouw kennis met het vertrouwen dat een ander jou ook toegang geeft tot zijn informatie. Daarvoor is nodig dat je de ander leert kennen en andersom. Dat kan in het ‘echte leven’, maar kan ook prima online (via social media). Denk aan vakgroepen die informatie uitwisselen op LinkedIn en Facebook; hints en tips die via Twitter worden verspreid en doorgegeven.

66


Theoriebron Netwerken

Gebruik vrienden, familie en kennissen

fb .v

.

Als je aan een vriend, kennis, collega of buurman vraagt of hij iemand weet die precies aan jouw eisen voldoet, dan is de kans veel groter dat je binnenkort met een betrouwbaar iemand kennismaakt. Je hebt immers gevraagd hoe jouw kennis deze kandidaat kent, of hij wat over hem wil vertellen, waarom hij zo goed is met honden en wellicht heb je via de social media meer informatie van hem gevonden. Bovendien zal hij jou geen kat in de zak willen verkopen want hij heeft er geen belang bij om de relatie met jou te beschadigen (wederzijds vertrouwen).

Wat heb je gemeenschappelijk?

u' Ac

tie

Netwerken kan dus met iedereen. Met bekenden, maar ook met onbekenden. Het is verstandig om jezelf aan onbekende mensen voor te stellen, kennis te maken en geïnteresseerd te zijn in de ander. Het gemakkelijkst is dit door op zoek te gaan naar gemeenschappelijkheden. Dat kan werkelijk van alles zijn: werk, vakgebied, hobby’s, woonplaats, vakantie, sport, kinderen enzovoort. Je zult je verbazen hoeveel overeenkomstige elementen je met iemand kunt hebben als je je geïnteresseerd opstelt en oprecht nieuwsgierig bent naar de ander (en vice versa).

Tips om te netwerken

ij

Bij netwerken gaat het om contact (echt of online) dus praat met de ander en stel je open en geïnteresseerd op. Mensen vinden het over het algemeen leuk om over zichzelf, hun werk, hun belangstellingen te praten, dus stimuleer dat bij de ander door vragen te stellen en door te vragen. Haak in op wat de ander vertelt als je iets herkent en vertel jouw ervaringen hierover zodat er een tweegesprek ontstaat. Als er een klik is, vraag de ander dan om het gesprek op een ander moment voort te zetten. Maak een concrete afspraak! Je kunt dan dieper ingaan op aspecten die voor jou en hem waardevol kunnen zijn. Voorkom dat je alleen over jezelf praat. Zoek naar de verbindende overeenkomsten. Een ander haakt onherroepelijk af als je alleen over jezelf praat. Immers: netwerken is geven en nemen, dusnooit eenrichtingverkeer.

Ed

er

ev

U

itg

Netwerken naar een baan Hoe zet je jouw netwerk in voor het vinden van een baan? Zoals in het voorbeeld waar je zoekt naar een hondenoppas, zo kun je je netwerk ook inzetten voor werk. Je kunt bijvoorbeeld bellen, mailen of een open-sollicitatiebrief sturen naar al jouw netwerkcontacten. Misschien hebben zij tips voor jou. Je kunt ze ook vragen of zij jou willen introduceren of onder de aandacht willen brengen bij hun netwerkcontacten. Als er inderdaad interesse in jou is, kun je een stap verdergaan en afspreken met de geïnteresseerde. Je belt of mailt bijvoorbeeld met het verzoek om een afspraak en noemt daarbij dat je zijn naam, telefoonnummer en/of e-mailadres van jouw contactpersoon (naam noemen) hebt gekregen.

67


Theoriebron Netwerken

Stappen

fb .v

.

Netwerken betekent ook dat je anderen kunt vragen om hun ogen en oren voor jou open te houden. Belangrijk is dan wel dat deze mensen weten waarvoor ze precies hun ogen en oren moeten openhouden. Om dit goed te kunnen, is ‘de lift’ een handige oefening om dit te leren.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

1. Je kunt je netwerk vergroten door bijvoorbeeld een organisatie te benaderen met het verzoek om een informatiegesprek. 2. Je gaat je net als bij een ‘gewone’ sollicitatie verdiepen in de organisatie. 3. Je stelt een vragenlijst op met relevante vragen waar je graag antwoord op wilt. Wat je beslist niet moet doen in dit gesprek is vragen naar een baan of anderszins aangeven dat je op zoek bent naar een baan. Vergeet niet: netwerken is geven en nemen. In dit gesprek gaat het er vooral om dat je informatie inwint en liefst ook een rondleiding krijgt. Zorg er wel voor dat je, je weet maar nooit, altijd je cv bij je hebt, zodat je dit kunt achterlaten als de ander om jouw gegevens vraagt. 4. Bij het afsluiten van het gesprek is het verstandig om altijd te vragen of jouw gesprekspartner iemand kent die jou zou kunnen helpen bij jouw zoektocht of of jouw gesprekspartner een hint, tip of advies voor je heeft. Als iemand de tijd en moeite heeft genomen om met jou te praten en zelfs zijn netwerk voor jou heeft opengesteld, dan is het altijd leuk en goed om twee weken later terug te komen op dit gesprek door middel van een bedankje en te vertellen wat je aan het gesprek hebt gehad. Dat kan simpel via de mail.

68


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.