41099 Debatteren

Page 1

ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

.

.v

Debatteren

fb

Training


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur(s): Ingrid Mulder Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Debatteren

Edu’Actief b.v. 2017

Ac t

©

ie

ISBN: 978 90 3724 109 9

u'

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ht

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave 7

Kennis van debatteren

8

Debattechnieken

24

Oefenen met het Lagerhuisdebat Reflectie

35

19

Ac t

Verschillende standpunten en het Magisterdebat

14

ie

Standpunten, voor- en tegenargumenten formuleren

fb

OriĂŤntatie

.v

.

Over deze training 4 Beoordeling 4 Planning 5 Oefening Demonstratie: Debatteer drie keer (over gevoelige onderwerpen binnen het sociale domein) 5

30

Ed

u'

Theoriebron Kennis van debatteren 37 Verschil discussie en debat 37 Functies van een debat 38 Vaardigheden 39 Het Triasdebat en Magisterdebat 40

ht

Theoriebron Argumenten en standpunten Normen en waarden 41 Soorten argumenten 42 Kritisch naar je standpunt kijken 42 Betoog 43

yr

ig

Theoriebron Debattechnieken Presentatietechnieken 44 Actief luisteren 45 Valkuilen bij argumenten 46 Overtuigingstechniek: Framen

41

44

46 48

C

op

Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat Lagerhuisdebat 48 Voorzitter 49

3


Over deze training

Over deze training

.

Inleiding

u'

Ac t

ie

fb

.v

Tijdens deze training leer je hoe je moet debatteren. Zo leer je wat een debat precies is, wat het belang van debatteren is en welke functies en onderdelen een debat allemaal heeft. Daarnaast ga je heel veel oefenen om zo een heel goede debater te worden. Want wie goed kan debatteren heeft daar op heel veel verschillende andere vlakken óók bijzonder veel profijt van én … oefening baart kunst.

Ed

Wie goed kan debatteren heeft hier ook profijt van tijdens bijvoorbeeld vergaderingen.

Leerdoelen

Je hebt kennis van debatteren. Je kunt zowel voor- als tegenargumenten en een standpunt formuleren. Je kunt de standpunten van de ander onderzoeken en een Magisterdebat voeren. Je kunt een debat voeren als deelnemer waarbij je gebruiktmaakt van technieken. Je kunt een Lagerhuisdebat voeren als voorzitter, deelnemer en als onafhankelijk jurylid.

ig

ht

• • • • •

yr

Beoordeling

C

op

Beoordelingsformulier <

4

Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling. • • • • •

Je doet actief mee aan de lessen. Je hebt een evenredige bijdrage geleverd aan de uitvoering van de groepsopdrachten. Je hebt alle opdrachten en oefeningen uitgevoerd. Je mondelinge taalgebruik was net en correct. Je past communicatieve vaardigheden en theoretische kennis toe bij de demonstratie.


Over deze training

Planning Aan het einde van de training moet je een demonstratie uitvoeren. Plan deze demonstratie tijdig in. Lees eerst de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

.v

.

Planningsformulier <

Ac t

Werkmodel De procedure van het Lagerhuisdebat <

Jullie gaan in zestallen drie keer debatteren over de onderwerpen/actualiteiten die hierboven beschreven staan. Jullie bepalen zelf wat de stellingen betreffende deze onderwerpen zijn. Elk debat duurt vijftien minuten, exclusief voorbereidingstijd, beoordeling en nabespreking. Iedereen is één keer debater, één keer jurylid en één keer voorzitter. Jullie maken gebruik van het Werkmodel De procedure van het Lagerhuisdebat. De jury maakt gebruik van het Werkmodel het Juryrapport. Jullie houden rekening met wat jullie allemaal geleerd hebben tijdens deze training en filmen de debatten en kijken deze later terug tijdens de nabespreking.

Casus 1

u'

Werkmodel Het juryrapport <

ie

fb

Oefening Demonstratie: Debatteer drie keer (over gevoelige onderwerpen binnen het sociale domein)

Ed

De meeste asielzoekers die een verblijfsvergunning is geweigerd omdat zij in eigen land oorlogsmisdaden pleegden, blijven gewoon in Nederland. Dat zeggen ambtenaren van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in de documentaire Het Kaf en het Koren. Bron: Volkskrant

ht

Casus 2

yr

ig

De 65-plussers van nu staan er qua inkomen en vermogen aanzienlijk beter voor dan 65-plussers twintig jaar geleden. Ook ten opzichte van jongere generaties is hun financiële positie sterk verbeterd. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het aantal arme ouderen is sinds 1995 fors afgenomen. Bron: NOS.

Als Nancy (37) opstaat laat ze een druppeltje cannabisolie onder haar tong vallen. Een ritueel dat ze voordat ze gaat slapen herhaalt. Ze heeft fibromyalgie, een depressie en een angststoornis. Vandaag stond in de Volkskrant dat de verkoop van cannabisolie explosief stijgt, terwijl het tegelijkertijd een illegaal 'wondermiddel' is waarop nauwelijks toezicht wordt gehouden. Nancy: "Mijn klachten zijn een stuk minder door het gebruik van deze olie." Bron: de Telegraaf / Vrouw .

C

op

Casus 3

5


Over deze training

Processtappen

• •

.

.v

• •

fb

Bereid het eerste debat voor. Wanneer jij debater bent, verdedig je een standpunt waar je het eigenlijk niet mee eens bent (Magisterdebat). Wanneer jij debater bent, houd je een kort betoog waarin jouw standpunt duidelijk naar voren komt. Voer het eerste debat uit conform het Werkmodel De procedure van het Lagerhuisdebat. De jury geeft na het debat zijn/haar juryrapport met behulp van het Werkmodel het Juryrapport. Kijk de debatten tijdens de nabespreking terug. Herhaal de uitvoeringsstappen twee tot en met vijf voor het tweede en derde debat over de tweede en derde stelling.

ie

• •

• •

• • •

ht

u'

Je hebt tijdens de uitvoering van de demonstratie laten zien dat je kennis hebt van debatteren. Je hebt tijdens de uitvoering van de demonstratie zowel voor- als tegenargumenten op de juiste wijze geformuleerd. Je hebt tijdens de uitvoering van de demonstratie je standpunt duidelijk geformuleerd. Je hebt tijdens de uitvoering van de demonstratie je eigen normen en waarden onderzocht om een standpunt in te kunnen nemen en hebt andermans normen en waarden inzichtelijk gemaakt. Je hebt tijdens het uitvoeren van deze demonstratie een kort betoog gehouden waarbij je een standpunt inneemt .Je hebt gedebatteerd over onderwerpen binnen het sociaal maatschappelijk werk en bent bij dit onderwerp gebleven. Je hebt tijdens de uitvoering van de demonstratie een standpunt verdedigd waar je het eigenlijk niet mee eens bent (Magisterdebat). Je hebt tijdens de uitvoering van de demonstratie presentatie- en overtuigingstechnieken gebruikt. Je hebt tijdens de uitvoering van de demonstratie assertiviteit getoond en balans gecreëerd tussen luisteren en argumenteren. Je hebt als voorzitter de tijd bewaakt, in de gaten gehouden of de spelregels in acht werden genomen en ingegrepen waar dat nodig was. Je hebt als jurylid het debat onafhankelijk geobserveerd en de teams onafhankelijk beoordeeld.

Ed

Ac t

Producteisen

ig

C

op

yr

6


Oriëntatie

Oriëntatie Oefening 1

De-wát?

fb

.v

.

a. Waar denk jij aan bij het begrip ‘debat’?

ie

b. Heb jij wel eens een debat gezien? Hoe zag dat eruit en wat vond je ervan?

Ac t

c. Lijkt het je leuk om te leren debatteren? Waarom wel of waarom niet?

Maak een mindmap met behulp van Coggle omtrent het begrip ‘debat’. Zet in het midden ‘debat’ en zet er zoveel mogelijk kreten omheen die volgens jou met een debat te maken hebben. Denk hierbij niet alleen aan het debat zelf, maar ook aan het voordeel dat je hebt ontwikkeld wanneer je goed kunt debatteren.

Website Coggle <

Opdracht YouTube

ht

Oefening 3

Zoek op de website YouTube naar twee (korte) debatten of naar één langer debat. Omschrijf hieronder wat je gezien hebt en wat je opvalt.

C

op

yr

ig

Website YouTube <

Mindmap debat

Ed

Oefening 2

u'

d. Wat zou jij tijdens deze training willen leren?

7


Kennis van debatteren

Kennis van debatteren

.

Inleiding

fb

.v

Om een goed debat te kunnen voeren is het belangrijk dat je kennis hebt van debatteren. Tijdens het maken van deze opdrachten kun je gebruikmaken van de Theoriebron Kennis van debatteren. Daarnaast kun je op internet zoeken naar betrouwbare bronnen om je beeldvorming betreffende het begrip ‘debat’ zo helder mogelijk te krijgen.

Leerdoelen

ht

Ed

u'

ie

• • •

Je kunt het begrip debat uitleggen en het belang van kunnen debatteren in je toekomstige beroep benoemen. Je kunt het verschil tussen een debat en een discussie uitleggen. Je kunt de functies en de onderdelen van een debat benoemen. Je kunt uitleggen welke vaardigheden je nodig hebt om op juiste wijze te kunnen debatteren. Je kunt drie debatvormen benoemen en uitleggen.

Ac t

Een debat is heel wat anders dan een discussie.

Debatteren

ig

Oefening 1

In de Theoriebron Kennis van debatteren kun je veel informatie vinden omtrent het begrip ‘debat’. Noteer wat er wordt verstaan onder een debat door de vragen te beantwoorden. a. Geef in eigen woorden een omschrijving van het begrip ‘debat’.

C

op

yr

Theoriebron Kennis van debatteren <

8

b. Zoek in de Theoriebron Kennis van debatteren naar vijf woorden die belangrijk zijn voor het voeren van een goed debat, bijvoorbeeld ‘argumenten’ en/of ‘onderbouwen’. Geef aan waarom deze woorden zo belangrijk zijn bij een debat.


Kennis van debatteren

fb

.v

.

c. Vertel in eigen woorden waarom het voor jouw toekomstige beroep zo belangrijk is dat je kunt debatteren?

Van debatteren kun je algemene vaardigheden leren, zoals leren om op meerdere manieren naar één onderwerp te kijken. Daarnaast leer je door te debatteren ook hoe je als persoon sterker kunt worden, doordat je bijvoorbeeld leert hoe je beter kunt communiceren. Bekijk het Filmpje Wat heeft debatteren je geleerd? waarin vmbo-leerlingen vertellen over wat ze geleerd hebben van debatteren en beantwoord de vragen. a. Wat is het algemeen belang van debatteren? Welke algemene kwaliteiten hebben de leerlingen zich aangeleerd?

yr

ig

ht

Filmpje Debat op het VMBO - Wat heeft debatteren je geleerd? <

Wat debatteren je leert

Ed

Oefening 2

u'

Ac t

ie

d. Het kan in jouw toekomstige beroep voorkomen dat je een belang van een cliënt moet vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld wanneer een cliënt zelf door de bomen het bos niet meer ziet omdat er een schuldeiser is die geld van jouw cliënt wil zien. Hoe denk je dat het aanleren van debatvaardigheden jou kan helpen om dit in de toekomst goed te kunnen?

C

op

b. Wat is het persoonlijke belang van debatteren? Welke persoonlijke kwaliteiten hebben de leerlingen zich aangeleerd?

c. Welke vaardigheden zou jij willen ontwikkelen zodat je er persoonlijk sterker van wordt?

9


Kennis van debatteren

Oefening 3

Debat of discussie? Zoals je in de Theoriebron Kennis van debatteren kunt lezen, zit er een verschil in het houden van een debat en het voeren van een discussie. Zoek samen met een medestudent naar een geschikt YouTube-filmpje waarin een debat wordt gevoerd. Zorg dat het filmpje dat je gaat bekijken niet langer dan vijf Ă zes minuten duurt. a. Noteer hier de link van het debat dat jullie bekeken hebben.

.v

.

Theoriebron Kennis van debatteren <

fb

Filmpje Pittige discussie over Mauro in Debat op 2 <

ie

b. Bekijk het debat en bepaal met behulp van de Theoriebron Kennis van debatteren wat het debat dat jullie hebben bekeken tot een debat maakt en dus geen discussie is.

u'

Ac t

Bekijk het Filmpje Pittige discussie over Mauro in Debat op 2 c. Welke kenmerken van een debat zie je in dit filmpje terug?

Ed

d. Wat of wie zie je tijdens dit debat niet? Wat doet deze partij normaal?

ig

ht

e. Is er tijdens dit debat ook sprake van een discussie? Waarom denk je dat?

Oefening 4

De functies van een debat

C

op

yr

Vorm tweetallen met een medestudent. Zoek met behulp van diverse bronnen (zoals de Theoriebron Kennis van debatteren, internet of een ervaringsdeskundige) naar zoveel mogelijk functies van een debat. a. Noteer alle functies die je gevonden hebt.

10

b. Voeg je nu bij een ander tweetal en wissel de door jullie gevonden functies met elkaar uit. Noteer hieronder welke functies jullie allemaal hebben gevonden.


De onderdelen van een debat

.v

Oefening 5

.

Kennis van debatteren

Lees het Artikel Trump slecht voorbereid in eerste debat en beantwoord de volgende vragen. a. Donald Trump ging in debat met Hillary Clinton. Wat was zijn grootste fout?

fb

Artikel Trump slecht voorbereid in eerste debat <

b. Waarom is het zo belangrijk dat je je (indien mogelijk) voorbereidt op een debat?

Ac t

ie

Theoriebron Kennis van debatteren <

c. Wat was het resultaat van de slechte voorbereiding van Donald Trump?

ht

Ed

u'

d. Voorbereiding is één van de vijf onderdelen van een debat. Welke onderdelen zijn er nog meer? Geef van elk onderdeel een korte omschrijving.

Oefening 6

Wie een goede debater wil zijn, moet best heel wat vaardigheden onder de knie hebben. Sommige vaardigheden hoef je niet meer te leren omdat je ze al bezit, andere vaardigheden vragen nog om je aandacht. a. Verbeter de zin. Uiteindelijk leer je de vaardigheden die je een goede debater maken het best door erover te lezen.

C

op

yr

ig

Theoriebron Kennis van debatteren <

Debatvaardigheden

b. In de Theoriebron Kennis van debatteren staat geschreven: “Bij debatvaardigheden kun je denken aan inlevingsvermogen kunnen tonen, genuanceerd kunnen denken en met afstand naar zaken kunnen kijken, maar ook aan lichaamstaal, je manier van spreken, het maken van gebaren en het op de juiste manier leggen van oogcontact.” Welke vaardigheden die je nodig hebt om goed te kunnen debatteren kun jij nog bedenken?

11


Kennis van debatteren

Drie vormen van debat

fb

Oefening 7

.v

.

c. Wissel de vaardigheden die jij hebt bedacht uit met een medestudent. Noteer hieronder alle vaardigheden die jullie samen hebben bedacht.

Er zijn vele verschillende vormen van debatteren. In deze Training gaan we in op drie verschillende debatvormen: het Magisterdebat, het Triasdebat en het Lagerhuisdebat. In de Theoriebron Kennis van debatteren kun je meer lezen over het Magisterdebat en het Triasdebat. In de Theoriebron Rollen in het Lagerhuisdebat kun je meer lezen over het Lagerhuisdebat. Geef in tweetallen een omschrijving van elke debatvorm. Doe dit op drie A4-vellen. Op elk A4-papier komt één debatvorm te staan. Probeer helder uiteen te zetten wat de debatvorm inhoudt en welke belangrijke kenmerken deze debatvorm heeft. Gebruik het resultaat van deze opdracht als naslagwerk voor de toets die jullie aan het eind van deze training gaan maken.

Oefening 8

Verschillen tussen debatvormen

Casus

u'

Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat <

Ac t

ie

Theoriebron Kennis van debatteren <

ht

Ed

Jelte is het totaal oneens met de stelling die hij nu moet gaan verdedigen: hij is juist vóór drie maanden betaald verlof voor kersverse vaders. Samen met zijn team - die eigenlijk allemaal voor de stelling zijn en vele argumenten kunnen bedenken waaróm ze voor zijn - moet hij zich nu verdiepen in waarom ze tegen zijn. Jelte zoekt naar informatie, bekijkt het vanuit diverse schoenen, zoals die van zijn werkgever en zijn vrouw en komt tot slot met heel goede argumenten waarom hij het geen goed idee vindt om kersverse vaders drie maanden betaald verlof te geven.

yr

ig

a. Welke debatvorm wordt hier beschreven en waarom denk je dat?

C

op

Casus

12

Met sterke argumenten probeert Meike in een paar seconden de partij die tegenover haar zit te overtuigen. Ze is absoluut tegen abortus en in rap tempo legt ze uit waarom zij en haar team dit standpunt hebben. Tegenover haar gaan steeds meer mensen staan. De voorzitter van het debat geeft zodra Meike haar zin afgemaakt heeft het woord aan de andere partij. Meike gaat zitten en luistert. Na een minuut of tien wordt er afgeteld: het debat is ten einde. De jury gaat even in beraad en bepaalt tot slot dat Meike het debat gewonnen heeft. Niet omdat de jury het met haar eens is, maar omdat ze zeer sterke argumenten heeft aangedragen.


Kennis van debatteren

.v

.

b. Welke debatvorm wordt hier beschreven en waarom denk je dat?

Casus

ie

fb

Er wordt een debat gehouden. De stelling luidt: 'Ouderen mogen niet van elkaar gescheiden worden als één van beide naar een verzorgingstehuis moet.' Rob is het eens met deze stelling. Hij heeft vele argumenten bedacht waarom hij het eens is. Terwijl hij zich samen met zijn teamgenoten voorbereidt op het debat praat hij met Jaap. Jaap is het eigenlijk helemaal niet eens met de stelling die hij moet gaan verdedigen maar zit toch bij hem in het team. Lachend zegt Rob: ‘Tsja, je moet ons toch gaan helpen, je zit in onze groep en dus ben je voor’.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

c. Welke debatvorm wordt hier beschreven en waarom denk je dat?

13


.v

Standpunten, voor- en tegenargumenten formuleren

.

Standpunten, voor- en tegenargumenten formuleren

fb

Inleiding

Ac t

ie

Goede argumenten bepalen of je een debat gaat winnen of verliezen. Daarom is het belangrijk om goed na te denken over de argumenten die je gaat aandragen, want soms is het beter om slechts enkele sterke argumenten te hebben, dan een hele rij zwakkere. Argumenten ontstaan vanuit normen en waarden en zijn met behulp van een argumentatieschema te analyseren. Hierover leer je meer tijdens deze oefeningenset.

Leerdoelen

yr

ig

ht

Ed

• • •

Je kunt een probleem-oorzaak-oplossing-gevolgschema invullen voor de argumenten. Je kunt inhoudelijk sterke argumenten voor en tegen de stelling formuleren gebasseerd op feiten. Je kunt een argumentatieschema maken. Je kunt op basis van goede argumenten een standpunt formuleren. Je kunt je eigen normen en waarden onderzoeken om een standpunt in te nemen.Je kunt een betoog schrijven waarin je een standpunt inneemt.

u'

• •

Een betoog voorbereiden.

op

Oefening 1

C

Werkmodel Probe lem-oorzaak-opo lsn ig-gevog lschema <

14

Problemen en oplossingen Het probleem-oorzaak-oplossing-gevolgschema kan je helpen om een probleem helder voor ogen te krijgen. Ook wanneer iemand een argument aandraagt waar jij het niet mee eens bent kan het probleem-oorzaak-oplossing-gevolgschema je helpen. Het kan namelijk voorkomen dat je het niet eens bent met een argument, maar je niet precies kunt verwoorden waarom dat zo is, of omdat je denkt dat jouw tegenargument niet sterk genoeg is. Voorbereiding • Lees de casus.


Standpunten, voor- en tegenargumenten formuleren

Casus

fb

.v

.

Aangezien het aantal deelnemers van de Knutselhut het laatste jaar drastisch is teruggelopen wil het bestuur de Knutselhut sluiten. Jij werkt daar 20 uur per week met kinderen en ouderen en hebt een debat georganiseerd omdat je het niet eens bent met deze sluiting. De voor- en tegenstanders van de sluiting staan lijnrecht tegenover elkaar in het debat. Er is een onafhankelijke jury. Er komen behoorlijk goede argumenten naar voren, ook van de tegenpartij. Zo zegt Lotte: 'De gemeente steunt ons al twee jaar niet meer en om de Knutselhut draaiende te houden moeten er inkomsten en dus voldoende deelnemers zijn. Die zijn er niet. Sluiten dus.'

Ac t

ie

Uitvoering • Pak een leeg probleem–oorzaak–oplossing–gevolgschema. • Noteer bij het probleem in alle vakken (naar beneden) 'Dreiging sluiting Knutselhut' en bij het bovenste vakje van de oorzaak het argument dat Lotte aandraagt. • Vul nu de bovenste rij van het probleem–oorzaak–oplossing–gevolgschema verder in. • Vul nu de overige rijen in. Houd rekening met het argument van Lotte, maar probeer tegelijkertijd het schema zo in te vullen dat het door jou gewenste resultaat (gevolg: het openhouden van de Knutselhut) bereikt wordt.

Ed

u'

Reflectie a. Wat heb je van deze oefening geleerd?

ht

b. Vond je het moeilijk of juist makkelijk om het probleem–oorzaak–oplossing–gevolgschema te gebruiken? Waarom?

yr

ig

c. Vond je het moeilijk of juist makkelijk om een tegenargument om te draaien naar een resultaat dat jij graag ziet? Hoe kwam dat?

C

op

Oefening 2

Theoriebron Argumenten en standpunten < Werkmodel Argumentatieschema < Filmpje Lagerhuisdebat <

Debat observeren Tijdens deze oefening ga je samen met een medestudent en met behulp van een filmpje kritisch kijken naar sterke en zwakke argumenten in een bestaand debat. Ook let je op argumenten die mogelijk niet kloppen. Vervolgens ga je een argumentatieschema invullen. Voorbereiding • Vorm tweetallen. • Bekijk het Werkmodel Argumentatieschema. • Zet het Flmpje Lagerhuisdebat aan. Uitvoering • Bekijk samen het Filmpje Lagerhuisdebat bij deze opdracht. • Noteer samen welke argumenten jullie het sterkst vinden. • Noteer nu welke argumenten jullie het zwakst vinden.

15


Standpunten, voor- en tegenargumenten formuleren

.

• •

Bedenk hoe de zwakke argumenten sterke argumenten kunnen worden. Noteer de argumenten die gegeven worden waarover jullie twijfelen of het argument wel waar is. Bespreek hoe je erachter kunt komen of het argument op feiten is gebaseerd. Maak een argumentatieschema met behulp van het Werkmodel Argumentatieschema. Je mag deze tevens verder aanvullen. Bespreek je argumentatieschema met een ander tweetal.

ie

fb

Reflectie a. Vond je het een goed debat, of juist niet? Leg je antwoord uit.

.v

• •

Ac t

b. Hoe is het gebruik van het argumentatieschema je bevallen? Zou je dit vaker willen/kunnen gebruiken? Waarom wel of waarom niet?

Tijdens deze oefening voer je met drie medestudenten een debat waarbij het verschil in normen en waarden centraal staat. Jullie nemen allemaal een bepaalde rol aan. De rollen die er zijn: •

Ahlam en Fahkir: Zijn getrouwd en wonen sinds 11 jaar in Nederland. Ahlam en Fahkir zijn vrienden van Saskia en Hannah. Ahlam draagt een hoofddoek. Saskia en Hannah: De leerkrachten van een meisje genaamd Celine en vrienden van Ahlam en Fahkir. Saskia en Hannah werken op een Katholieke school. Celine draagt een hoofddoek en Saskia en Hannah vinden dat ze deze in de klas niet mag dragen.

ig

Theoriebron Argumenten en standpunten <

Normen en waarden in een debat

ht

Oefening 3

Ed

u'

c. Heb je het argumentatieschema nog aangevuld met eigen argumenten? Waarom wel of waarom niet?

yr

C

op

Ieder mens is anders en wie een hoofddoek draagt is niet per definitie vóór het dragen van een hoofddoek op school. Houd hiermee rekening tijdens deze oefening.

16

Voorbereiding a. Wat zijn normen en waarden?


Standpunten, voor- en tegenargumenten formuleren

.v

Verdeel de rollen van Ahlam, Fahkir, Saskia en Hannah. Zoek (in je rol) op internet naar voor- en tegenstanders van het dragen van een hoofddoek op scholen om ervoor te zorgen dat jij in het debat dat gaat komen met de juiste argumenten komt.

fb

• •

.

b. Welk verschil in waarden zijn mogelijk waarneembaar tussen Ahlam en Fahkir en Saskia en Hannah?

Ac t

ie

Uitvoering • Wanneer iedereen zich goed voorbereid heeft, vindt het debat dat minimaal vijf en maximaal tien minuten mag duren plaats. • Ahlam en Fahkir gaan tegenover Saskia en Hannah zitten. • Saskia mag beginnen met het verkondigen van haar standpunt en één gegrond argument. • Daarna mag Fahkir zijn standpunt en argument overdragen. • Debatteer totdat de tijd om is en beantwoord vervolgens samen de reflectievragen.

u'

Reflectie c. Hoe ging het debat dat jullie gevoerd hebben?

ht

Ed

d. Houden jullie je in het dagelijks leven altijd vast aan je eigen normen en waarden? Waaruit blijkt dat?

yr

ig

e. Wat maakt het debatteren met iemand met andere normen en waarden lastig, denk je?

Oefening 4

C

op

Werkmodel Argumentatieschema < Werkmodel Checklist betoog <

Sterk beargumenteerd betoog schrijven In deze oefening ga je een betoog schrijven over de stelling: 'Iedere Nederlander moet verplicht orgaandonor worden.' Je bedenkt eerst of je voor of tegen de stelling bent. Vervolgens bedenk je zoveel mogelijk redenen die je verwerkt in een argumentatieschema. Je voert de want-dus-proef uit en schrijft het betoog. Voorbereiding • Bekijk het Werkmodel Argumentatieschema, het Werkmodel Checklist betoog en het Werkmodel Het betoog. • Beantwoord onderstaande vragen. a. Welke soorten argumentatieschema's zijn er en wat houden deze soorten in?

Werkmodel Het betoog <

17


Standpunten, voor- en tegenargumenten formuleren

fb

.v

.

b. Wat houdt de want-dus-proef in?

u'

Ac t

ie

Uitvoering • Denk na over de stelling, verdiep je in het onderwerp. • Bedenk of je voor of tegen de stelling bent. • Bedenk zoveel mogelijk argumenten voor jouw standpunt. Betrek hierbij de waarden en normen die jij belangrijk vindt. • Bekijk het Werkmodel Argumentatieschema. • Vul het argumentatieschama in. • Pas de want-dus-proef toe. Kloppen alle argumenten? Zo niet, pas ze aan. • Voer het schrijven van je betoog uit met behulp van het Werkmodel betoog. • Zoek nu een medestudent en wissel jullie betogen uit. Beoordeel met behulp van Het Werkmodel Checklist betoog elkaars betoog. • Wissel jullie bevindingen met elkaar uit.

ht

Ed

Reflectie c. Hoe is het gebruik van het argumentatieschema je bevallen? Zou je dit vaker willen/kunnen gebruiken? Waarom wel of waarom niet?

yr

ig

d. Heb je door het uitvoeren van de want-dus-proef veel argumenten moeten wijzigen? Hoe kwam dat?

C

op

e. Hoe vond je het schrijven van het betoog?

18

f. Wat doe je de volgende keer anders wanneer je een betoog moet schrijven?


Verschillende standpunten en het Magisterdebat

.

Verschillende standpunten en het Magisterdebat

.v

Inleiding

ie

fb

Bij het analyseren van standpunten ben je op zoek naar normen en waarden. Wanneer iemand anders een ander standpunt heeft dan jij, komt dit voort uit het feit dat jullie verschillende normen en waarden hanteren. Ook je eigen standpunt ontstaat door normen en waarden en soms is één verschil genoeg om ergens een totaal andere kijk op te hebben dan jouw tegenpartij. Het is belangrijk dat je niet alleen je eigen standpunt kunt analyseren maar ook dat van de ander. Pas dan kan een krachtig en respectvol debat worden gevoerd.

ig

ht

Ed

Je kunt onderwerpen binnen het sociaal maatschappelijk werk opmerken waarover verschillende standpunten bestaan. Je kunt met behulp van het probleem–oorzaak–oplossing–gevolgschema van verschillende standpunten de achterliggende normen en waarden analyseren en inzichtelijk maken. Je kunt een Magisterdebat voeren waarin je het standpunt verdedigt waarmee je het niet eens bent.

u'

Ac t

Leerdoelen

C

op

yr

Tijdens een goed debat heb je respect voor de normen en waarden van de tegenpartij.

19


Verschillende standpunten en het Magisterdebat

Oefening 1

.

.v

fb

Voorbereiding • Lees het Artikel Te duur om nog sociaal te zijn en neem ook het Artikel Een overzicht van 365+ waarden die om een norm vragen (lijst-update) door. • Vorm groepjes van zeven studenten. Indien dit klassikaal niet uitkomt, mogen ook groepjes van vijf studenten gevormd worden. • Één van de studenten is de voorzitter. Naast het leiden van dit debat probeert de voorzitter ook zoveel mogelijk normen en waarden die tijdens het debat naar voren komen te registreren. De overige studenten worden evenredig verdeeld: de ene helft is voor en de andere helft tegen de stelling. • Verdeel de rollen en bereid je voor op jouw standpunt. Bedenk samen met jouw team sterke argumenten waarom je voor of tegen deze stelling bent. • Maak afspraken met je groep over de volgorde van spreken, de tijd dat iemand spreken mag en hoe er in de rede gevallen mag worden.

u'

Artikel Een overzicht van 365+ waarden die om een norm vragen <

De stelling van deze oefening is: 'Mensen met een laag inkomen moeten ook buiten hun gemeente op zoek naar een huurwoning, zelfs als dit inhoudt dat dit aan de andere kant van het land is.'

ie

Artikel Te duur om nog sociaal te zijn <

In deze oefening ga je debatteren over een actueel onderwerp. Als sociaal maatschappelijk werker sta je midden in de samenleving. Vanzelfsprekend zul je dan ook vaak in aanraking komen met actuele maatschappelijke onderwerpen. Dit zijn onderwerpen die op dit moment spelen, denk aan bezuinigingen vanuit de overheid of aan de drie decentralisaties in het sociale domein. Dit zijn actuele ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de cliënten die je gaat begeleiden.

Ac t

Theoriebron Kennis van debatteren <

Debatteren over een actueel onderwerp

yr

ig

ht

Ed

Uitvoering • Elke deelnemer verdedigt zijn of haar standpunt met argumenten en volgens de afgesproken regels. • Iemand die aan het woord is of in de rede wil vallen gaat staan. • Het debat duurt maximaal tien minuten. De tijd wordt in de gaten gehouden met behulp van een timer of stopwatch. • De eerste spreker verdedigt het standpunt. De tweede, derde en vierde spreker volgen. Iedereen komt aan bod, zonder dat er in de rede gevalen mag worden. • De eerste spreker krijgt nu één minuut de tijd om zijn standpunt toe te lichten, hierbij mag wel in de rede gevallen worden. Na de minuut mag de tweede spreker, daarna de derde spreker en tot slot de vierde spreker. Debatteer tot de tijd voorbij is. a. Benoem nog twee onderwerpen binnen het sociaal maatschappelijk werk waarover verschillende standpunten kunnen ontstaan. Je mag hierbij zoeken op internet.

C

op

b. Hoe kan het, denk je, dat er over één onderwerp meerdere standpunten kunnen ontstaan?

20

Reflectie c. Mocht jij het standpunt verdedigen dat je hebt over dit onderwerp? Hoe voelde dit voor jou?


Verschillende standpunten en het Magisterdebat

Oefening 2

Achterliggende normen en waarden

Er zijn veel onderwerpen te bedenken waarover de meningen nogal verdeeld zijn. Uiteraard is dit ook binnen de politiek het geval. Tijdens deze oefening gaan jullie je verdiepen in de standpunten van diverse politieke partijen omtrent het onderwerp euthanasie. Hierover maken jullie een folder. Vervolgens analyseren jullie de standpunten van de diverse partijen met behulp van het Werkmodel Probleem-oorzaak-oplossing-gevolgschema.

fb

Werkmodel Probe lem-oorzaak-opo lsn ig-gevog lschema <

.v

.

d. Vond je het moeilijk om je aan de regels van het debat te houden? Waardoor kwam dit?

Ac t

ie

Voorbereiding • Ga samen met een medestudent op zoek naar de standpunten van de volgende partijen: PvdA, CDA, VVD, Groenlinks en D66. Noteer deze standpunten in bijvoorbeeld Word of in een kladblok.

Ed

u'

Uitvoering • Maak een folder waarbij de verschillende standpunten omtrent euthanasie naar voren komen. Dit kan in Word, of met de hand of op een andere manier. In de folder komt te staan: • Het standpunt van de PvdA omtrent euthanasie inclusief de achterliggende waarden. • Het standpunt van het CDA omtrent euthanasie inclusief de achterliggende waarden. • Het standpunt van de VVD omtrent euthanasie inclusief de achterliggende waarden. • Het standpunt van Groenlinks omtrent euthanasie inclusief de achterliggende waarden. • Het standpunt van D66 omtrent euthanasie inclusief de achterliggende waarden. • Vul nu het probleem–oorzaak–oplossing–gevolgschema in voor de vijf politieke partijen om het onderwerp ‘euthanasie’ te analyseren. • Wissel de folder en de schema's uit met een ander studentenduo om te bepalen of jullie antwoorden kloppen.

yr

ig

ht

Reflectie a. Hoe vond je het om een folder te maken over de verschillende standpunten en had je verwacht dat deze partijen deze standpunten hadden? Waarom wel of waarom niet?

C

op

b. Ben je door het bezig zijn met dit onderwerp anders gaan denken over euthanasie? Zo ja, hoe is dat gekomen?

c. Wat valt je op als je kijkt naar het probleem-oorzaak-oplossing-gevolgschema? Hebben de politieke partijen het bijvoorbeeld over hetzelfde probleem? Wat vind je daarvan?

21


Verschillende standpunten en het Magisterdebat

Oefening 3

Tijdens deze oefening ga je klassikaal een Magisterdebat voeren. Je gaat een standpunt verdedigen waar je het mogelijk niet mee eens bent.

.

Casus

.v

Theoriebron Kennis van debatteren <

Het Magisterdebat

fb

Petra (41) is moeder van Ton (6) en Anita (12) en getrouwd met Kees (43). Haar gezin is bekend bij diverse instellingen. Anita heeft vaak luizen en Ton komt vaak te laat op school. Daarnaast zijn er vermoedens dat Kees de kinderen met regelmaat slaat en verwaarloost. Petra heeft aangeklopt op jouw werk: ze wil van Kees scheiden. Niet dat ze dat werkelijk wil, maar ze ziet dit als enige oplossing om haar kinderen te redden.

ie

De eerste stelling luidt: 'In gevallen als deze mag je als hulpverlener druk uitoefenen om een scheiding te bewerkstelligen. Óók als je ziet dat een cliënt twijfelt.'

u'

Ac t

Voorbereiding • De docent verdeelt de klas in twee evenredige groepen. De ene groep is groep A en is voor de stelling en de andere groep is groep B en is tegen de stelling. Er wordt niet gekeken naar het werkelijke standpunt van de studenten. • Er is één voorzitter en één jurylid. • Maak afspraken met je groep: volgorde van spreken, tijdstip van spreken, tijdstip van in de rede mogen vallen enzovoort. • Bereid je goed voor op het Magisterdebat.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Uitvoering • Elke deelnemer verdedigt zijn of haar standpunt volgens de afgesproken regels met argumenten. • Iemand die aan het woord is, staat. Ook wanneer er in de rede gevallen wordt. • Het debat duurt maximaal een kwartier. • Een spreker van groep A verdedigt. Daarna mag een spreker van groep B. Vervolgens krijgt een spreker van groep A twee minuten het woord gevolgd door een spreker van groep B. Tijdens deze fase mag er in de rede gevallen worden. Elke groep mag kort en krachtig afsluiten. • De jury bewaakt de regels en de tijd. • Na het debat evalueer je in groepjes van vier het proces. • Bedenk of je voor of tegen de volgende stelling bent 'Mannen die net vader zijn geworden moeten drie maanden betaald verlof krijgen.' • De docent verdeelt de klas in twee evenredige groepen. De ene groep is groep A en is voor de stelling en de andere groep is groep B en is tegen de stelling. • Er wordt een andere voorzitter en een ander jurylid aangewezen. • Maak afspraken met je groep en bereid het debat voor volgens bovenstaande stappen. • Voer het debat uit. Het debat duurt maximaal een kwartier. • Na het debat evalueer je in groepjes van vier het proces.

22

Reflectie a. Hoe vond je het om een andere mening dan je eigen mening te verdedigen?


Verschillende standpunten en het Magisterdebat

b. Wat was het verschil tussen het eerste en het tweede debat?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

c. Wat heb je aan deze oefening gehad om beter te kunnen debatteren?

23


Debattechnieken

Debattechnieken

.

Inleiding

fb

.v

Goede debattechnieken zijn erg belangrijk wanneer het gaat om goed debatteren. Immers: een standpunt of argument komt veel minder krachtig over wanneer je hem mompelt terwijl je naar beneden kijkt. Tijdens deze oefeningenset leer je over presentatietechnieken, overtuigingstechnieken, assertiviteit en balanceren tussen luisteren en argumenteren.

Leerdoelen

ie

Ed

u'

Je kunt presentatietechnieken gebruiken tijdens het debat. Je kunt assertiviteit tonen en reageren op andere partijen tijdens een debat. Je kunt een juiste balans maken tussen actief luisteren en argumenteren tijdens het debat. Je kunt diverse overtuigingstechnieken op inhoud gebruiken tijdens een debat.

Ac t

• • •

ht

Ook lichaamstaal speelt een belangrijke rol tijdens het debatteren.

Bewustwording van je eigen debattechnieken

ig

Oefening 1

In deze oefening staat de bewustwording van je eigen debattechnieken centraal. Je voert een debat op basis van een stelling en wordt daarbij geobserveerd door een medestudent. Het debat wordt ook gefilmd. Na het bespreken van de observaties wordt er gezamenlijk teruggekeken naar de filmopname zodat je als debater nog bewuster wordt van je gebruikte debattechnieken. Na het wisselen van de rollen vergelijken jullie beide debatten met elkaar. Voorbereiding • Lees de Theoriebron Debattechnieken. • Beschrijf op een kladblaadje hoe jij verwacht dat je als debater presentatietechnieken toe zal passen in een debat. Beschrijf ook hoe je assertiviteit zal tonen en hoe je een goede balans gaat maken tussen actief luisteren en argumenteren tijdens een debat. • Zorg voor opnameapparatuur waarmee de debatten gefilmd kunnen worden, zoals een videocamera of een smartphone. • Lees de casus.

yr

Theoriebron Debattechnieken <

C

op

Werkmodel Observatieformulier <

24


Debattechnieken

Casus

ie

Bedenk samen twee stellingen aan de hand van deze casus. Bijvoorbeeld: Na werktijd contact zoeken met cliënten moet verboden zijn. Wanneer je in je vrije tijd problemen bij een cliënt signaleert, hoef je daar niks mee te doen. Verdeel de rollen: vier studenten zijn debaters (twee studenten zijn voor de stelling en twee studenten zijn tegen de stelling) en vier studenten worden observant; elke observant observeert één debater op het gebied van presentatietechnieken, assertiviteit en de balans tussen actief luisteren en argumenteren. Bereid het debat voor: als debater bedenk je argumenten die je gaat gebruiken en bepaal hoe jouw standpunt het krachtigst over gaat komen door te letten op je presentatietechnieken, assertiviteit en een goede balans tussen luisteren en argumenteren. Als observant bereid je het debat voor door het Werkmodel Observatieformulier door te nemen.

Ac t

fb

.v

.

Meneer Klaassen kwam nog niet zo lang geleden elke dinsdag naar de inloopochtend op jouw werk. Hij kwam dan een kopje koffie drinken en had altijd wel één of twee kleine vragen, vooral op het gebied van internetbankieren. Jij hielp hem daar dan mee. Het is al een paar weken geleden dat je meneer Klaassen gezien hebt en je maakt je wat zorgen. Omdat je je zorgen maakt, heb je besloten na het werk even bij hem langs te gaan. Hij doet open en je schrikt je wild: meneer Klaassen lijkt zichzelf nogal te verwaarlozen en overal zie je ongeopende rekeningen liggen.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Uitvoering • Installeer de videocamera of smartphone op een goede plek waarbij het hele debat in beeld is. • Voer het debat uit voor de eerste stelling. Dit duurt minimaal vijf en maximaal tien minuten. Let hierbij extra op de technieken die je toepast. • Evalueer samen met de observanten hoe het debat is verlopen. Elke observant vertelt over wat hij gezien heeft bij de debater die hij geobserveerd heeft. • Bekijk samen de opname van het eerste debat terug. Vallen er dingen op die nog niet genoemd zijn door de observanten? • Wissel nu van rollen voor het debat over de tweede stelling. De voormalige observanten worden debaters en de voormalige debaters worden observanten. Bereid je voor op je rol volgens de beschreven stappen in de voorbereiding van deze oefening. • Evalueer samen met de observanten hoe het tweede debat is verlopen. Elke observant vertelt over wat hij gezien heeft bij de debater die hij geobserveerd heeft. • Bekijk samen de opname van het tweede debat terug. Vallen er dingen op die nog niet genoemd zijn door de observanten? • Probeer samen de twee debatten te vergelijken. Kijk zo nodig de twee opnamen nogmaals terug. Wat waren de verschillen? En wat waren de overeenkomsten: – in de presentatietechnieken van de debaters – in het tonen van assertiviteit door de debaters – in het vinden van een balans tussen actief luisteren en argumenteren door de debaters? Reflectie a. Kwamen je verwachtingen over de door jou toe te passen presentatietechnieken overeen met je werkelijke gedrag tijdens het debat? Leg je antwoord uit. (Tip: kijk terug op je antwoorden op de vraag in de voorbereiding).

25


Debattechnieken

.v

.

b. Kwamen je verwachtingen op het gebied van het tonen van assertiviteit overeen met je werkelijke gedrag tijdens het debat? Leg je antwoord uit.

ie

fb

c. Kwamen je verwachtingen op het gebied van het vinden van balans tussen actief luisteren en argumenteren overeen met je werkelijke gedrag tijdens het debat? Leg je antwoord uit.

Ed

ig

Filmpje Ronald Plasterk en Helen de Hoop De Wereld Draait Door <

Tijdens deze oefening gaan jullie twintig seconden actief naar de ander luisteren en daarop twintig seconden reageren over een zelf gekozen stelling waarbij je ook let op je assertiviteit. De oefening duurt drie minuten en wordt meerdere malen uitgevoerd. Voorbereiding Lees de Theoriebron Debattechnieken.Bekijk het Filmpje Ronald Plasterk en Helen de Hoop De Wereld Draait Door. a. Noteer wat je opvalt over de assertiviteit van meneer Plasterk en mevrouw De Hoop.

ht

Theoriebron Debattechnieken <

Assertiviteit tonen en actief luisteren

u'

Oefening 2

Ac t

d. Zijn er dingen die je als observant niet hebt gezien maar die je wel terugzag op de filmopname? Hoe komt dat, denk je?

Denk samen na over hoe je een juiste balans kunt maken tussen luisteren en argumenteren tijdens een debat. Wat is daar belangrijk voor volgens jullie? Bespreek dit onderling. Maak gebruik van de Theoriebron Debattechnieken. Vorm een drietal, twee studenten gaan met elkaar in gesprek (student A en student B) en de derde student is tijdbewaker en houdt de tijd bij met een (online) stopwatch. Student A en B bedenken een stelling waarover zij beiden een andere mening hebben. Voorbeelden van stellingen kun je vinden op de website Op weg naar het Lagerhuis. Bereid je voor op het debat door goede argumenten te bedenken die je kort en bondig kunt presenteren. Wees je bewust van de assertiviteit die je gaat toepassen en hoe je gaat reageren op de assertiviteit van je tegenpartij. Denk ook na over hoe je actief gaat luisteren naar je tegenstander.

yr

Website Op weg naar het Lagerhuis <

C

op

26

• •

Uitvoering • Deze oefening duurt drie minuten per keer dat jullie het gaan uitvoeren. • A gaat in twintig seconden iets aan B vertellen. B luistert. Na twintig seconden zegt de tijdbewaker ‘stop’.


Debattechnieken

.

• •

Meteen beginnen de twintig seconden van B te lopen waarin hij/zij reageert op wat A net gezegd heeft. Na twintig seconden zegt de tijdbewaker ‘stop’ en is A weer aan de beurt. A reageert op hetgeen B net gezegd heeft. Na drie minuten is de oefening afgelopen. Herhaal deze oefening een aantal keer met andere stellingen en een andere rolverdeling. Bespreek de oefening na. Wat viel jullie op in de gesprekken?

.v

fb

Reflectie b. Hoe heb jij assertiviteit ingezet tijdens dit debat?

Ac t

ie

c. Zou je in een debat waarin je langer de tijd krijgt om je argumenten toe te lichten anders assertief zijn? Leg je antwoord uit.

Ed

u'

d. Wat vond je van de assertiviteit van de tegenstander en hoe heb jij daarop gereageerd?

ht

e. Heb je actief geluisterd naar de ander? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

De glijdende schaal

Tijdens deze oefening gaan jullie proberen een glijdendeschaal-argument te bedenken.

ig

Oefening 3

Voorbereiding a. Geef in eigen woorden een omschrijving van de overtuigingstechniek ‘de glijdende schaal’. Maak gebruik van de Theoriebron Debattechnieken.

C

op

yr

Theoriebron Debattechnieken <

Uitvoering • Vorm tweetallen en bedenk ieder voor zich een sociaal maatschappelijk onderwerp dat actueel is. Jullie mogen hiervoor op zoek gaan op internet. Maak hiervan elk een stelling. • Denk na over hoe je op deze stelling een glijdendeschaal-argumentatie kunt toepassen, dus: als dit gebeurt, dan komt dat ervan en tot slot zal dit de uitkomst zijn.

27


Debattechnieken

• •

.v

.

Vertel elkaar de stelling die je hebt en de glijdendeschaal-argumentatie die je hierop bedacht hebt. Is de glijdendeschaal-argumentatie die je zelf bedacht hebt gegrond? Ofwel: klopt hetgeen je zegt volgens jouw medestudent? Is de glijdendeschaal-argumentatie die jouw medestudent bedacht heeft gegrond? Ofwel: klopt hetgeen hij/zij zei volgens jou?

fb

Reflectie b. Hoe was het om een kloppende glijdendeschaal-argumentatie te bedenken?

Ac t

ie

c. Wat maakt het bedenken van een glijdendeschaal-argumentatie lastig volgens jou?

Oefening 4

Vals compliment

Tijdens deze oefening gaan jullie proberen een vals compliment te maken. Voorbereiding • Vorm vijftallen en bedenk samen een onderwerp/stelling voor een debat. • Bereid het debat kort voor, maak gebruik van de Theoriebron Debattechnieken.

ht

Theoriebron Debattechnieken <

Ed

u'

d. Denk je dat het tijdens een debat mogelijk is om een goede glijdendeschaal-argumentatie toe te passen en wat zal daarvan het effect zijn?

C

op

yr

ig

Uitvoering • Maak groepjes van twee. De overige student is jury/observator. Hij/zij schrijft de namen van de debaters op een papier. • Voer het debat uit. De debaters proberen heel bewust om een vals compliment te maken. • Wanneer één van de debaters een vals compliment heeft gemaakt wordt dit door de jury genoteerd. • Het debat duurt tien minuten. • Er wordt samen geëvalueerd. Welke valse complimenten heeft de jury gehoord? • Er wordt van rol gewisseld zodat de jury ook één keer kan debatteren.

28

Reflectie a. Maak jij in het dagelijks leven wel eens een vals compliment? Hoe komt dit over op de ander, denk je?


Debattechnieken

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

c. Wat moet jij nog leren om een goed vals compliment te kunnen maken?

.

b. Ging het maken van een vals compliment tijdens dit debat je makkelijk of juist moeilijk af? Waardoor kwam dit?

29


Oefenen met het Lagerhuisdebat

.

Oefenen met het Lagerhuisdebat

.v

Inleiding

ie

fb

Het Lagerhuisdebat is één van de bekendste debatvormen. Een Lagerhuisdebat kent deelnemers, een voorzitter en juryleden. Soms heeft een Lagerhuisdebat ook publiek. Tijdens deze oefeningenset leer je meer over het Lagerhuisdebat en verdiep je je in de rollen die tijdens zo’n debat worden ingenomen.

Leerdoelen

ig

ht

Ed

u'

• • •

Je kunt als voorzitter de tijd bewaken en in de gaten houden of de spelregels in acht worden genomen. Je kunt als voorzitter ingrijpen als dat nodig is. Je kunt deelnemen aan een debat waarbij je gebruikmaakt van technieken. Je kunt als jurylid het debat onafhankelijk observeren en teams onafhankelijk beoordelen.

Ac t

De voorzitter van een debat is een soort scheidsrechter: hij bewaakt de tijd en wijst de 'spelers' op de regels.

Regels zijn regels

yr

Oefening 1

C

op

Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat <

30

Een debat kent regels. Tijdens deze oefening leren jullie om heel alert te zijn op de gestelde regels. Er mag tijdens de uitvoering van deze oefening namelijk geen ‘ja’ gezegd worden en ook geen ‘nee’. Waarom niet? Omdat dat de regels zijn. Voorbereiding • Bedenk samen met twee medestudenten drie onderwerpen waarover jullie kort willen debatteren. • Bepaal wie als eerste de rol van voorzitter op zich neemt. Uitvoering • Bepaal hoeveel tijd het debat mag duren (maximaal zeven minuten) en bepaal hoelang de spreektijd is van de deelnemers tijdens de verschillende ronden. • Bereid het debat voor: bepaal wie voorstander en wie tegenstander is en welke argumenten jullie gaan aandragen. Maak gebruik van de Theoriebron. • De voorzitter opent het debat en vertelt de gestelde regel.


Oefenen met het Lagerhuisdebat

• • • •

Debatteer over het door jullie gekozen onderwerp maar onthoud: geen ‘ja’ en geen ‘nee’. De voorzitter houdt nauwlettend in de gaten of de regels in acht worden genomen. Wanneer de tien minuten om zijn evalueren jullie kort of het de voorzitter gelukt is. Wissel van rol, zodat iedereen één keer voorzitter is.

fb

.v

.

Reflectie a. Vond je het in de rol van voorzitter moeilijk of juist makkelijk om alert te zijn op de gestelde regels? Hoe kwam dit?

Oefening 2

u'

Tijdens deze oefening ga je een debat als jurylid bekijken. Je observeert het debat dat je gaat kijken onafhankelijk. Voorbereiding • Open het Filmpje Wilders vs Klaver en Wilders wint. • Houd pen en papier bij de hand. Uitvoering • Bekijk het Filmpje Wilders vs Klaver en Wilders wint. Noteer ondertussen als jury wat je opvalt. • Noteer sterke en zwakke punten van de debaters en blijf neutraal: je kiest geen partij vanwege je persoonlijke standpunt over dit onderwerp maar op de inhoud en de sterke argumenten van de debaters. Maak gebruik van de Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat. • Beantwoord nu de vragen: a. Wie heeft na jouw observatie dit debat volgens jou gewonnen?

yr

ig

ht

Filmpje Wilders vs Klaver en Wilders wint <

Jureren

Ed

Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat <

Ac t

ie

b. Vond je het in de rol van deelnemer moeilijk of juist makkelijk om je aan de gestelde regels van de voorzitter te houden? Hoe kwam dat?

C

op

b. Waarom heeft hij dit debat gewonnen?

c. Benoem het sterkste argument dat je gehoord hebt en dat jou over de streep trok om de persoon die je gekozen hebt tot winnaar van dit debat te benoemen.

31


Oefenen met het Lagerhuisdebat

.v

.

d. Benoem de krachtigste techniek die je gezien hebt en die jou over de streep trok om de persoon die je gekozen hebt tot winnaar van dit debat te benoemen.

Oefening 3

Werkmodel Het juryrapport <

Ac t

u'

ig

Website Op weg naar het Lagerhuis <

Voorbereiding • Lees de Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat, het Werkmodel De procedure van het Lagerhuisdebat en het Werkmodel Het juryrapport. • Vorm een groep van acht studenten. Bedenk een stelling waarover jullie willen gaan debatteren. Je kunt gebruikmaken van de stellingen op de website Op weg naar het Lagerhuis. • Verdeel de rollen: – twee studenten zijn voor de stelling (team A), – twee studenten zijn tegen de stelling (team B), – één student is voorzitter, – één student is jurylid, – twee studenten zijn observant en observeren de voorzitter en het onafhanelijk oordeel van het jurylid. • Bepaal hoeveel tijd het debat mag duren (maximaal tien minuten) en bepaal hoelang de spreektijd is van de deelnemers tijdens de verschillende ronden. • Bereid je voor op je rol in het debat. Team A en team B bedenken argumenten, de voorzitter bereidt zich voor op zijn taken en het jurylid bereidt zich ook voor op zijn taken. De observatoren bereiden de observatie voor met behulp van het Werkmodel Observatieformulier.

Ed

Werkmodel De procedure van het Lagerhuisdebat <

In deze oefening staat het handelen van de voorzitter en het jurylid van het Lagerhuisdebat centraal. Twee teams van debaters gaan met elkaar in debat waarbij zij de regels overtreden om de voorzitter te laten oefenen met ingrijpen in het debat. Na tien minuten sluit de voorzitter het debat af en geeft het jurylid een onafhankelijk oordeel over beide teams. Twee observanten beoordelen het gedrag van de voorzitter en het jurylid.

ht

Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat <

Optreden als voorzitter of jurylid

ie

fb

Reflectie e. Vond je het moeilijk om tijdens dit debat onafhankelijk te blijven? Waardoor kwam dat?

C

op

yr

Werkmodel Observatieformulier <

32

Uitvoering • De voorzitter opent het debat en vertelt de gestelde regels. • Debatteer over het door jullie gekozen onderwerp. De twee debaters hebben toestemming om de regels te overtreden. • De voorzitter grijpt in wanneer dit nodig is. • Het jurylid observeert het debat en probeert tot een onafhankelijk oordeel te komen. • De observatoren observeren de voorzitter. • Wanneer de tien minuten voorbij zijn, sluit de voorzitter het debat. Het jurylid vertelt over zijn observaties en beoordeelt beide teams onafhankelijk. • De observatoren bespreken de observaties gericht op de voorzitter en de observaties gericht op het jurylid. • Wissel van rollen en voer de oefening nog enkele keren uit met nieuwe stellingen.


Oefenen met het Lagerhuisdebat

.v

.

Reflectie a. Als je de rol van voorzitter hebt uitgevoerd: vond je het lastig om in te grijpen tijdens het debat? Hoe kwam dat?

ie

fb

b. Als je de rol van het jurylid hebt uitgevoerd: vond je het lastig of juist moeilijk om onafhankelijk te observeren en een oordeel te formuleren? Leg je antwoord uit.

Voorbereiding • Wijs iemand uit de klas aan die de voorzitter is van het debat dat jullie straks gaan voeren. Wijs drie juryleden aan. Verdeel de rest van de klas in twee groepen: de voorstanders en tegenstanders. Het maakt niet uit of je het daadwerkelijk eens bent met de stelling. • Lees nu de stelling: 'Alle capabele mensen die (al dan niet tijdelijk) zonder werk zitten moeten 20 uur per week vrijwilligerswerk doen.' • Bereid jouw rol in het debat voor met behulp van het Werkmodel De procedure van het Lagerhuisdebat. De juryleden bekijken het Werkmodel Het juryrapport. • Lees de Theoriebron Debattechnieken door. De deelnemers zijn zich tijdens het debat bewust van de technieken die ze toepassen. De jury beoordeelt of er goede technieken worden toegepast en de voorzitter draagt zorg voor het bewaken van de tijd en houdt de vaart in het debat. • Installeer een camera die dit debat filmt. • De voorbereiding op dit debat duurt tien minuten.

C

op

yr

ig

Werkmodel Het juryrapport <

Ed

Werkmodel De procedure van het Lagerhuisdebat <

Tijdens deze oefening gaan jullie een klassikaal Lagerhuisdebat voeren. Met twee teams van debaters, een voorzitter en drie juryleden.

ht

Theoriebron Debattechnieken <

Klassikaal Lagerhuisdebat

u'

Oefening 4

Ac t

c. Kwamen de observaties van de observanten overeen met de observaties van het jurylid?

Uitvoering • De uitvoering van het debat duurt vijftien minuten. • Iedereen komt tijdens dit debat minimaal één keer aan het woord. • Zet de camera aan en voer het Lagerhuisdebat uit. • Na twintig minuten sluit de voorzitter het debat af. • De juryleden vergelijken hun rapporten en stellen samen één rapport op. Ze bespreken de het rapport met de groep en geven een onafhankelijk oordeel over beide teams. • Bekijk klassikaal het filmpje en bespreek: – het handelen van beide teams, – het handelen van de voorzitter, – het handelen van de jury.

33


Oefenen met het Lagerhuisdebat

.v

.

Reflectie a. Als debater: welke technieken heb jij toegepast en hoe kwam het over toen je het terugzag?

ie

fb

b. Heeft het terugkijken van het debat jou wat opgeleverd? Wat heb je geleerd?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

c. Vind jij het, denk je, lastig om grenzen te stellen en te bewaken tijdens een debat? Waarom denk je dat?

34


Reflectie

Reflectie Oefening 1

Reflectie op de lesstof

fb

.v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

Ac t

ie

b. Wat wist je al?

Oefening 2

u'

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ht

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

yr

ig

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

C

op

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Oefening 3

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

35


Reflectie

.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Samenwerken

ie

Oefening 4

fb

.v

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Ac t

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

u'

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

C

op

yr

ig

ht

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

36


Theoriebron Kennis van debatteren

.

Theoriebron Kennis van debatteren

.v

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Iedereen voert wel eens discussies: op het werk, thuis, op school of met vrienden. Een discussie is vaak informeel en chaotisch en het echte doel van een discussie is vaak niet erg duidelijk. Een debat daarentegen heeft een heel duidelijk doel met een stelling. Daarnaast is een debat veel formeler en kent het een duidelijke structuur. Om een goed debat te kunen voeren is het belangrijk dat je kennis hebt van debatteren. In deze theoriebron gaan we hierop in en komen twee van de drie debatvormen die in deze training worden behandeld aan bod: het Triasdebat en het Magisterdebat.

Als je debatteert ben je voor òf tegen de stelling.

ig

Verschil discussie en debat

C

op

yr

Debatteren heeft alles te maken met het functioneren van een democratische rechtsstaat. Democratie houdt in dat het volk regeert. Vrijheid van meningsuiting staat hierbij hoog in het vaandel: iedereen heeft een stem. Je kent waarschijnlijk wel voorbeelden waarbij een niet erg onderbouwde mening verkondigd werd. Hierop ontstaan vaak discussies waarin hardop alles gezegd wordt wat iemand te binnen schiet. Bij debatteren is het juist de bedoeling dat je goed nadenkt over wat je gaat zeggen en dat je sterke argumenten gebruikt om de tegenpartij te overtuigen van jouw standpunt. Er zijn dus twee partijen tijdens een debat: de voor- en de tegenstanders van de stelling. Daarnaast is er een derde partij, iets wat bij een discussie meestal niet aanwezig is. De derde partij is onpartijdig en hoort de argumenten aan. Denk hierbij aan een rechter in de rechtbank, publiek of de jury tijdens een debat. De derde partij bepaalt op basis van de argumenten en feiten wie het debat gewonnen heeft.

37


Theoriebron Kennis van debatteren

Debat en het belang hiervan in het beroep

Ac t

Functies van een debat

ie

fb

.v

.

Tijdens je werkzaamheden zul je hoogstwaarschijnlijk niet dagelijks een debat voeren. Ondanks dat is het toch belangrijk om kennis te hebben van debatteren en hiermee flink te oefenen. Wie goed kan debatteren heeft vele belangrijke vaardigheden onder de knie die ook op andere momenten tijdens het uitoefenen van je beroep heel belangrijk zijn. Wie goed kan debatteren is in balans. Zo kan een goede debater spreken en luisteren, argumenten aandragen en andermans argumenten doorzien, inlevingsvermogen tonen en met gezonde afstand naar zaken kijken. Deze kwaliteiten zorgen ervoor dat je naast debatteren ook goede gesprekken, vergaderingen en discussies kunt voeren met cliënten, collega’s en overige betrokkenen binnen jouw toekomstige instelling. Overtuigen doe je immers niet alleen tijdens een debat, maar kan ook op andere momenten erg nodig zijn. Door de vaardigheden die je nodig hebt voor het voeren van een goed debat te oefenen sta je in elke situatie veel steviger in je schoenen.

u'

Een debat kan verschillende functies hebben. Een derde partij (zoals een jury, een rechter of publiek) overtuigen is hiervan een belangrijk voorbeeld. Tijdens een debat kun je je mening op een goede, degelijke manier uiten. Ook stel je je tijdens een debat open voor ideeën en inzichten van anderen. Je leert spreken in het openbaar. Je krijgt, als het goed is, meer inzicht in het verschil tussen je gelijk hebben en je gelijk krijgen.

het innemen van een standpunt argumenten formuleren en overtuigend en helder argumenteren effectief en kritisch luisteren respectvol reageren effectief presenteren, zowel verbaal als non-verbaal het weerleggen van argumenten van de ander het doorzien en afweren van trucjes en verkeerde argumentaties iemand onderbreken improviseren.

ig

ht

• • • • • • • • •

Ed

Tijdens de voorbereiding en de uitvoering van een debat leer je ook sociale vaardigheden aan, zoals:

C

op

yr

Verder helpt het je om met enige afstand naar zaken te kijken; je leert ruimer en genuanceerder denken. Ook wordt een beroep gedaan op je inlevingsvermogen omdat je een ander moet kunnen begrijpen zodat jouw argumenten goed overkomen. Debatteren is eigenlijk leren en oefenen tegelijkertijd.

38


Theoriebron Kennis van debatteren

Onderdelen van een debat

.

Een debat bestaat uit verschillende onderdelen, afhankelijk van het doel en de regels van dat debat. Over het algemeen kent een debat de volgende onderdelen: Het verzamelen van goede en geldige argumenten hoort hierbij. Je kunt je ook nog proberen in te leven in de mogelijke argumenten van je tegenstander(s), zodat je ongeveer weet hoe je het best kunt reageren. Een goede voorbereiding is erg belangrijk. De kans dat je betoog onderuitgehaald wordt, is dan kleiner. En jij hebt meer kans om de ander -volgens de regelsaan te vallen en op die manier het debat te winnen. Bereid je daarom goed voor door te lezen, informatie op te zoeken en -als het kan- te oefenen.

Start

Tijdens de start probeer je aandacht te krijgen. Je vertelt de kern van je betoog en geeft een eerste onderbouwing van je standpunt.

Middenfase

Tijdens de middenfase speelt een belangrijk deel van het debat zich af. Je gebruikt diverse argumenten. Afhankelijk van de spelregels handel je. Bijvoorbeeld vijf minuten spreken en vijf minuten luisteren, reageren en onderbreken.

Slot

De staart, ook weer afhankelijk van wat afgesproken is. Je herhaalt kort je betoog en kernboodschap. Als het kan, eindig je met een zogenoemde uitsmijter: een zin of enkele opvallende zinnen die blijven hangen bij de toehoorder en die je betoog laten opvallen.

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Voorbereiding

Evaluatie

Dat kan gaan om zelfreflectie, maar zeker ook om de beoordeling door een derde partij, zoals een jury.

ht

Vaardigheden

C

op

yr

ig

Wanneer je iemand wilt overtuigen van jouw standpunt of mening, zet je vaardigheden in. Dit doen we eigenlijk al elke dag. Denk maar eens aan een discussie met je ouders omdat je op stap wilt: je bedenkt voordat je het vraagt goede argumenten waarom je echt de deur even uit moet. Voordat je een goede debater kunt zijn, moet je beschikken over diverse debatvaardigheden. Een goede manier om deze vaardigheden te leren, is door veel te oefenen. Debatvaardigheden kun je inzetten om de tegenpartij en de derde partij te overtuigen van jouw standpunt. Bij debatvaardigheden kun je denken aan inlevingsvermogen kunnen tonen, genuanceerd kunnen denken en met afstand naar zaken kunnen kijken, maar ook aan lichaamstaal, je manier van spreken, het maken van gebaren en het op de juiste manier leggen van oogcontact.

39


Theoriebron Kennis van debatteren

Het Triasdebat en Magisterdebat

.v

.

Bij een Triasdebat debatteren twee teams tegen elkaar over een bepaalde stelling. Deze stelling wordt van tevoren bekend gemaakt. Het kan bij een Triasdebat voorkomen dat een deel van het team het niet eens is met de stelling die je toch moet gaan verdedigen. De techniek van debatteren speelt hierdoor een grote rol. Een jury bepaalt vervolgens aan de hand van de afgesproken regels wie het debat gewonnen heeft.

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Bij het Magisterdebat verdedig je juist het standpunt waarmee je het niet eens bent. Je gebruikt dus argumenten waar je niet achter staat. Deze manier dwingt je als het ware om het standpunt vanuit een ander perspectief te zien. Dit is een goede manier om te oefenen in het debatteren en te oefenen in het begrijpen van een ander.

C

op

yr

ig

ht

Enkele kenmerken van een Triasdebat.

40


Theoriebron Argumenten en standpunten

.

Theoriebron Argumenten en standpunten

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Tijdens de voorbereiding van een debat neem jij jouw standpunt in: of je bent voor, of je bent tegen. Om dit standpunt kracht bij te zetten en te verdedigen heb je goede argumenten nodig. Je wilt immers de tegenpartij overtuigen van waarom dit jouw standpunt is. Er zijn diverse zaken waar je rekening mee moet houden bij het uiten van jouw argumenten. Hierover lees je meer in deze theoriebron.

Wil je met een tekst iemand informeren of beïnvloeden? Dan kun je een betoog schrijven.

Normen en waarden

C

op

yr

ig

ht

Een debat voer je omdat je het eens of oneens bent met een bepaalde stelling of beslissing. Je normen en waarden bepalen voor een groot deel waarom dat zo is. Alhoewel normen en waarden vaak in één zucht worden genoemd, zit er tussen deze twee woorden een groot verschil. Normen zijn algemeen aanvaarde gedragsregels, zoals 'je steelt niet' en 'je gebruikt geen geweld'. Waarden zijn opvattingen over wat een persoon of groep wenselijk vindt, zoals veiligheid op straat en onafhankelijkheid bij vrouwen. De normen en waarden die jij hebt, bepalen jouw standpunt met betrekking tot een stelling. Indien jij veiligheid op straat en gerechtigheid bij misdaad hoog in het vaandel hebt staan en de stelling luidt: 'Bewakingscamera’s in het centrum moeten verdwijnen', zul je automatisch je waarden meewegen in jouw standpunt en is de kans groot dat je tegen de stelling bent.

Eisen aan een argument De argumenten die je gebruikt tijdens het debat moeten te allen tijde gegrond zijn. Dit houdt in dat je geen drogredenen mag benoemen. Wie een drogreden benoemt, gebruikt een ongeldig argument. Soms is het verleidelijk om drogredenen te gebruiken. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om een persoonlijke aanval, het leggen van verkeerde verbanden, overhaaste generalisatie of het continu herhalen van het standpunt als argument, zonder werkelijke onderbouwing.

41


Theoriebron Argumenten en standpunten

.v

.

Ook het aantal argumenten dat je aandraagt is van groot belang. Een debat is immers geen discussie waarbij je van de hak op de tak kunt springen. Er is voorafgaand aan het debat een bepaalde tijd vastgesteld waarin je mag spreken en dat dwingt je om goed af te wegen welke argumenten je daadwerkelijk gaat aandragen. Zorg er ook voor dat je argumenten aansluiten bij wat er gezegd wordt, is een onderwerp tijdens een debat afgesloten, dan is het afgesloten en kun niets meer toevoegen.

fb

Soorten argumenten Er zijn verschillende soorten argumenten.

• •

Ed

u'

• •

ie

Een argument dat uitgaat van feiten: iemand met een vier heeft een onvoldoende. Een argument dat uitgaat van een oorzaak: door regenval zijn de straten overstroomd. Een argument op basis van deskundigheid: de arts heeft vastgesteld dat mevrouw M. diabetes heeft. Een argument dat uitgaat van een negatief gevolg: door langdurig gebruik van slaapmedicatie kan iemand verslaafd raken. Een argument dat uitgaat van een positief gevolg: als je stopt met roken heb je een langere levensverwachting. Een argument dat uitgaat van een voorbeeld: ik zie tijdens de pauze minimaal dertig studenten roken voor de school. Een argument dat uitgaat van goede eigenschappen: deze televisie is energiezuinig. Een argument dat uitgaat van slechte eigenschappen: die werknemer is al bij drie werkgevers ontslagen.

Ac t

• • •

Standpunt innemen

ig

ht

Bij een debat neem je vooraf een standpunt in. Het standpunt dat je inneemt, is in feite heel simpel: of je bent voor, of je bent tegen. Wanneer je een standpunt inneemt kom je uit voor je mening. Je kiest ergens voor en legt uit waarom je daarvoor kiest. Hierin spelen de normen en waarden die je hebt een belangrijke rol. Het standpunt dat je inneemt kan datgene zijn dat je zelf werkelijk hebt, maar ook kan het een standpunt betreffen dat je hebt gekregen van je debatleider. In dat geval moet je soms je eigen normen, maar vooral ook sommige van je eigen waarden loslaten om tot goede argumenten te komen.

C

op

yr

Kritisch naar je standpunt kijken Wanneer je je standpunt hebt ingenomen is het belangrijk dat je ook nadenkt over het standpunt dat de tegenpartij gaat innemen. Je kunt er hierbij van uitgaan dat dat standpunt lijnrecht tegenover jouw standpunt staat. Houd hier rekening mee wanneer je je standpunt gaat formuleren. Daarnaast moet je tijdens het formuleren van je standpunt rekening houden met de juiste woorden. Kijk maar eens naar het voorbeeld: 1. Ik ben niet van mening dat Karel slecht functioneert. 2. Ik ben van mening dat Karel niet slecht functioneert. 3. Ik ben van mening dat Karel goed functioneert. In deze drie standpunten wordt op drie verschillende wijzen hetzelfde standpunt naar voren gebracht. Toch zijn ze niet alle drie even sterk en duidelijk.

42


Theoriebron Argumenten en standpunten

Betoog

fb

stelling: een samenvatting in ĂŠĂŠn zin van jouw standpunt inleiding: vertellen waarover jouw betoog gaat en wat je met jouw stelling bedoelt uitwerking van de argumenten, inclusief voor en nadelen weerleggen van tegenargumenten conclusie waarin je vaststelt dat op grond van jouw betoog een stelling aanvaard of verworpen moet worden.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

1. 2. 3. 4. 5.

.v

.

Een betoog is een tekst waarbij een standpunt wordt verdedigd door sterke argumenten te gebruiken. In een schriftelijk betoog wordt geprobeerd de lezer te overtuigen dat hij een stelling moet aanvaarden of verwerpen. Wanneer je een betoog schrijft, houd je ook rekening met tegenargumenten en ontkracht je deze. De argumenten die je gebruikt dienen als een soort bewijs dat jouw standpunt echt klopt. Een betoog wordt in de meeste gevallen alleen geschreven. De opbouw van een betoog ziet er als volgt uit:

43


Theoriebron Debattechnieken

.

Theoriebron Debattechnieken

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Debatteren is niet alleen jouw argumenten verkondigen, maar ook actief luisteren en de rust in jezelf bewaren. Een goed debat is een debat waarbij goede technieken worden gebruikt. De argumenten die je hebt moeten immers duidelijk zijn en om deze duidelijkheid te creĂŤeren is het belangrijk dat je kennis hebt van technieken die je tijdens een debat kunt toepassen.

Debatteren is niet alleen spreken, maar ook luisteren.

ht

Presentatietechnieken

C

op

yr

ig

Presentatievaardigheden zijn erg belangrijk. Debatteren en vooral het vele oefenen met debatteren zijn goede manieren om je presentatievaardigheden te trainen. De manier waarop jij de inhoud van je gesproken woorden presenteert is bij een debat immers van cruciaal belang. Maar niet alleen tijdens een debat kun je de geleerde presentatietechnieken toepassen. Ook tijdens presentaties, vergaderingen en motivatiegesprekken kun je hier je voordeel mee doen. De kracht van het oefenen met debatteren zit hem in een aantal punten. Je kunt deze punten terugvinden in de tabel hierna.

44


Theoriebron Debattechnieken

Debatteren is de ander overtuigen, dit kun je doen door in te spelen op de juiste emoties.

Kort en bondig

Formuleer je boodschap kort en bondig.

Krtitisch luisteren

Om goed te kunnen reageren op de ander moet je goed kunnen luisteren.

Sterke argumenten

Een goed debat win je met sterke argumenten.

Snel en scherp reageren

Je moet snel en scherp kunnen reageren tijdens een debat.

Directe koppeling met de praktijk

Maak een koppeling met de praktijk zodat je het argument kracht kunt bijzetten.

ie

fb

.v

.

Overtuigen

Ac t

Assertiviteit en reageren op de ander

u'

Wanneer je met iemand in discussie bent kan dit nogal hoog oplopen. Verschillende meningen ontstaan vaak door verschillende normen en waarden. Een gevolg hiervan kan zijn dat er agressieve situaties ontstaan. Bij een debat is het erg belangrijk om dit te voorkomen en assertiviteit is hierbij cruciaal. Iemand die assertief is komt op voor zichzelf, maar doet dit respectvol. Kortgezegd betekent assertiviteit dat je bereikt wat je bereiken wil ten dat op een nette manier.

Ed

Spreek duidelijk . Toehoorders moeten niet al te veel moeite doen om te horen wat je zegt. Duidelijk en zelfverzekerd spreken is dus erg belangrijk want als je goede argumenten hebt maar niemand kan ze horen dan heb je er niet veel aan. Zit of sta rechtop: Wanneer je rechtop zit of staat kom je veel zelfverzekerder en verstaanbaarder over dan wanneer je gebogen staat. Wees je hier dus van bewust.

ht

Maak oogcontact. Kijk niet intimiderend, maar maak wel oogcontact. Daarmee versterk je je overtuigingskracht.

ig

Acteer een beetje . Het kan voorkomen dat je het niet geheel eens bent met een stelling. Denk maar eens aan het Magisterdebat. Op zo’n moment komt acteren op de hoek kijken.

C

op

yr

Actief luisteren Naast dat het bij een debat belangrijk is dat je duidelijk praat, is ook actief luisteren een prÊ. Actief luisteren houdt in dat je aandacht geeft aan degene die aan het woord is en ondertussen probeert te achterhalen wat diegene precies zegt. Bij actief luisteren laat je de ander merken dat je daadwerkelijk luistert. Dit doe je door de spreker rustig aan te kijken, een ontspannen lichaamshouding aan te nemen, bevestigend te knikken indien je de boodschap begrepen hebt en aanvullende vragen te stellen indien de boodschap niet duidelijk is. Daarnaast kun je herhalen en in eigen woorden samenvatten wat net is gezegd. Stiltes die vallen tijdens een gesprek zijn niet erg. Vaak denkt de spreker tijdens zo’n (korte) stilte na wat en hoe hij hetgeen hij gaat zeggen gaat formuleren. Respect hebben voor deze stiltes hoort ook bij actief luisteren.

45


Theoriebron Debattechnieken

Argumenten aandragen

ie

Valkuilen bij argumenten

fb

.v

.

Een standpunt wordt onderbouwd door argumenten. Zonder argumenten kun je een standpunt immers niet lang verdedigen. Hoe kun je bijvoorbeeld verdedigen dat er veel armoede is in de wereld als je daarvan geen cijfers en voorbeelden hebt? Een argument kan enkelvoudig zijn, maar ook meervoudig. Bij een enkelvoudige argumentatie is er één argument wat genoeg moet zijn om het standpunt te verdedigen. Bij een meervoudige argumentatie worden meer argumenten gebruikt om één standpunt te onderbouwen. Dit maakt een standpunt sterker, mits de argumenten kloppen. Zeker als een debat plaatsvindt tussen twee partijen die uit meerdere personen bestaan, is het van belang om zoveel mogelijk goede argumenten te hebben.

Ed

Pas op voor generalisatie. Onderbouw emoties en ervaringen en trek niet te snel conclusies. Pas op voor herhaling. Voorkom het meerdere malen herhalen van hetzelfde argument. Pas op voor verwachtingen. Ga niet uit van wat je denkt dat waar is, maar controleer dit. Pas op voor stemverheffing. Stemverheffing maakt een argument niet beter. Pas op voor ontwijking. Wanneer je een vraag ontwijkt, lijkt het alsof je het antwoord niet weet, dit komt zwak over. Pas op voor het vertekende beeld. Wanneer je de argumenten van de tegenpartij herhaalt, zorg er dan voor dat je dit correct doet. Pas op voor het persoonlijk aanvallen. Val de tegenpartij nooit aan op de persoon maar altijd op de inhoud.

u'

• • • • •

Ac t

Er zijn enkele valkuilen op het gebied van het aandragen van argumenten.

Overtuigingstechniek: Framen

ig

ht

De overtuigingstechniek framen wordt veel toegepast tijdens het voeren van een debat, er wordt dan een bepaald beeld in een 'lijstje' geplaatst. Een bekend voorbeeld van framen is ‘denk niet aan een roze olifant’. Vervolgens zie je (in een denkbeeldig lijstje) een roze olifant. Tijdens een debat kun je zeggen ‘zie je het al voor je…’ gevolgd door iets wat je juist wilt voorkomen.

C

op

yr

Wouter Bos (voormalig politicus PvdA) ging ooit de mist in toen hij van draaikonterij werd beschuldigd. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen werd een on-Nederlands harde campagne gevoerd wat niet bij de PvdA past. Bos ontkende dat hij een draaikont was, waardoor hij juist het geschetste frame een extra zetje gaf, met als gevolg dat hij geschiedenis is ingegaan als draaikont. Wat Wouter Bos beter had kunnen doen is eigen woorden gebruiken, de gesproken woorden niet ontkennen maar bijvoorbeeld zeggen: ‘u ziet dat zo, maar wij zien dat zo’: zo buig je de discussie naar je eigen frame.

Overtuigingstechniek: Glijdendeschaal-argumentatie Wanneer iemand tijdens een debat beweert dat een bepaalde actie een reeks van opeenvolgende gebeurtenissen zal veroorzaken die uiteindelijk tot een bepaalde afloop zullen leiden spreken we van een glijdendeschaal-argumentatie. Kortgezegd: als je A doet,

46


Theoriebron Debattechnieken

.

is B het gevolg waardoor C onherroepelijk zal gebeuren. Vaak is de afloop die geschetst wordt niet positief. De glijdendeschaal-argumentatie -ook wel het hellend vlak genoemdkomt vaak betrouwbaar over, maar niet zelden klopt hetgeen gezegd wordt niet. Het is lang niet altijd te bewijzen dat de afloop van het argument ook echt daadwerkelijk zal gebeuren. Immers, als B iets anders verloopt, zal ook het gevolg (C) anders uitpakken.

.v

Overtuigingstechniek: Vals compliment

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Het vals compliment: in eerste instantie lijkt het een compliment, maar er zit een behoorlijke boodschap onder. Bij een vals compliment wordt een compliment gegeven met een venijnige ondertoon. Wanneer je een vals compliment wilt geven, is het niet de bedoeling dat je de ander volledig afkraakt. Je wijst diegene juist met sympathie op een tekortkoming. Een vals compliment wordt niet altijd bewust gegeven, maar het krachtigst is zo’n compliment als dit juist wĂŠl gebeurt. Het kan erg effectief zijn om je tegenstander te complimenteren met een talent waar hij absoluut niet trots op is. Een nare eigenschap van je tegenstander kun je met behulp van een vals compliment uiten, zonder dat je je erover beklaagd. Een voorbeeld van een vals compliment: ‘ik vind het ontzettend knap hoe jij op zo veel verschillende manieren steeds hetzelfde kunt zeggen.'

47


Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat

.

Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

ÉÊn van de bekendste vormen van debatteren is het Lagerhuisdebat. Een voorzitter draagt hierbij een stelling aan en de deelnemers nemen vervolgens hun positie in. Met behulp van goede argumenten en onder toeziend oog van een onafhankelijke jury worden vervolgens in rap tempo voor- en tegenargumenten uitgewisseld. Een Lagerhuisdebat kent een aantal regels. Hierover lees je meer in deze theoriebron.

De opstelling tijdens een Lagerhuisdebat.

ht

Lagerhuisdebat

C

op

yr

ig

Een Lagerhuisdebat is een kort debat waarbij de argumenten in een snel tempo worden overgedragen. De opstelling bij een Lagerhuisdebat is simpel: twee rijen stoelen tegenover elkaar. De ene kant is voor de stelling en de andere kant tegen. Bij een Lagerhuisdebat kun je aan het woord komen door een vooraf afgesproken teken uit te voeren, bijvoorbeeld door te gaan staan of door je hand op te steken. Krijg je van de voorzitter het woord, dan mag je spreken.

48

Het doel van een Lagerhuisdebat is eigenlijk eenvoudig: je wilt winnen. Het is een wedstrijd tussen teams of personen die deel uitmaken van een team. Een jury bepaalt wie de winnaar is. De procedure van een Lagerhuisdebat kan verschillend zijn. Dit is een voorbeeld dat goed te gebruiken is tijdens deze training. Doorgaans zijn er vier fasen: 1. 2. 3. 4.

de voorbereiding, bijvoorbeeld tien minuten de uitvoering, het debat, ongeveer vijftien minuten de uitspraak van de jury, dit na onderling overleg de nabespreking.


Theoriebron De rollen in het Lagerhuisdebat

Deelnemer

fb

.v

.

Deelnemers van het Lagerhuisdebat worden debaters genoemd. Een Lagerhuisdebat kent twee teams: voorstanders en tegenstanders en de deelnemers van het debat zitten of in het ene, of in het andere team. Deelnemers van een debat hebben zich te houden aan de regels die aan het debat gesteld zijn. Indien dit niet gebeurt worden ze hier door de voorzitter op gewezen. De deelnemers worden beoordeeld door de jury. Dit kan een individuele beoordeling zijn, maar ook kan het hele team beoordeeld worden.

Voorzitter

Ac t

ie

Meestal is de voorzitter van een debat één persoon. De voorzitter is de baas. Hij geeft zo nodig een korte inleiding. De voorzitter bewaakt het proces en grijpt zo nodig in. Ook ziet de voorzitter erop toe dat elke spreker (ongeveer) evenveel spreektijd krijgt. Het komt voor dat de voorzitter ook de tijd van het hele debat bewaakt. Hiervoor wordt ook vaak een andere persoon gevraagd.

Jury

Ed

u'

Bij een Lagerhuisdebat speelt een jury een belangrijke rol. In de meeste gevallen is de jury niet de voorzitter van het debat. De jury is een derde partij, altijd onafhankelijk en beordeelt de debaters. Het kan voorkomen dat elk team beoordeeld wordt. Ook kan elke deelnemer individueel beoordeeld worden. Deze deelnemer kan dan weer deel uitmaken van een team. Een jury bestaat meestal uit meer personen. Bij voorkeur uit een oneven aantal zodat bij stemming geen gelijkspel mogelijk is. Enkele aandachtspunten voor een jury:

Een jury beoordeelt alleen tijdens het debat en heeft geen vooroordeel. Een jury is dus objectief. Een jury maakt geen vergelijkingen met andere debatten. Alleen dit debat is belangrijk. Een jury beoordeelt vooral de kwaliteit van de argumenten. Dus de argumenten voor en de argumenten tegen een standpunt. Ook de tegenspraak, de weerleggingen tellen hierbij mee. Een jury beoordeelt ook de presentatie van de betogen. Het gaat hierbij om de aantrekkelijkheid en begrijpelijkheid. Debaters moeten te begrijpen zijn, ook door de toehoorders. Een jury let alleen op wat wel gezegd is en niet op wat niet gezegd is. Een jury kan alleen maar objectief beoordelen als criteria zijn vastgesteld. Deze staan meestal op papier.

ht

ig

• •

yr

C

op

• •

49


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.