41082 Voorlichting en belangenbehartiging

Page 1

fb .v

.

Training

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Voorlichting en belangenbehartiging


Colofon Auteur: Hanneke Jansen Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Training Voorlichting en belangenbehartiging

tie

ISBN: 978 90 3724 108 2

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

ij

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze training

Voorlichtingen en belangenbehartigheid Het signaleren van risicofactoren Een klacht of aanvraag indienen

10

17 24

Een bezwaarschrift of beroepschrift indienen Een voorlichtingsplan opstellen

35

Voorlichtingsvormen toepassen

41 51

u' Ac

Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep

30

fb .v

.

8

tie

OriĂŤntatie

4

Theoriebron Voorlichting geven

54

Theoriebron Het signaleren van risicofactoren

59

U

itg

ev

er

ij

Ed

Theoriebron Communiceren met de cliĂŤnt

57

3


Over deze training

Over deze training

.

Over deze training

Ed

u' Ac

tie

fb .v

In deze training leer je hoe je voorlichting kunt inzetten wanneer daarvoor aanleiding is vanuit de omgeving van de cliënt of cliëntgroepen. Je oefent met verschillende vormen van voorlichting geven. Ook leer je hoe je de belangen van je cliënten kunt behartigen door hen te helpen met het opstellen van klachtenbrieven, bezwaarschriften en beroepsprocedures.

Je geeft voorlichting om gedrag te beïnvloeden

Leerdoelen

Je hebt kennis van voorlichting en belangenbehartiging en kunt de relatie uitleggen. Je kunt risicofactoren voor cliënten signaleren in de publieke sfeer en privésfeer. Je kunt samen met de cliënt een klacht en een aanvraag indienen om de belangen van de cliënt te behartigen. Je kunt een bezwaarschrift en beroepschrift opstellen om de belangen van de cliënt te behartigen. Je kunt een voorlichtingsplan opstellen. Je kunt diverse voorlichtingsvormen toepassen afgestemd op de doelgroep.

er

ij

• • • •

itg

ev

• •

U

Beoordelingsformulier <

4

Beoordeling Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling: • Je doet actief mee aan de lessen. • Je hebt een evenredige bijdrage geleverd aan de uitvoering van de groepsopdrachten. • Je hebt alle opdrachten en oefeningen uitgevoerd. • Je mondelinge taalgebruik was net en correct. • Je past communicatieve vaardigheden en theoretische kennis toe bij de demonstraties.


Over deze training

Planning Aan het einde van de training moet je twee demonstraties uitvoeren. Plan deze demonstraties tijdig in. Lees eerst de demonstraties goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

fb .v

.

Planningsformulier <

Demonstratie: Voorlichtingsplan en voorlichting geven (4)

Werkmodel presenteren <

tie

u' Ac

Werkmodel Voorlichting geven aan een groep <

Jullie gaan een voorlichting geven over een onderwerp naar keuze. Voorwaarde is wel dat het gaat over belangenbehartiging binnen het sociale werkveld. Daarbinnen ben je vrij om zelf een onderwerp, doelgroep en voorlichtingsvorm te kiezen. De voorlichting geef je aan je medestudenten, die zogenaamd jullie doelgroep vertegenwoordigen. Kies een onderwerp waarvan je verwacht dat het je medestudenten zal interesseren. Bereid jullie voorlichting voor met behulp van een voorlichtingsplan. De docent beoordeelt jullie voorlichting in de demonstratie aan de hand van het beoordelingsformulier Voorlichting geven. Laat zien dat je weet hoe je de doelgroep benadert, dat je een heldere boodschap kunt overbrengen en daarbij de juiste middelen inzet. Aan het einde van de voorlichting geef je het publiek een folder mee waarin jullie voorlichting is samengevat.

Voorbereiding

Brainstorm met je groepsgenoten over een goed onderwerp voor jullie voorlichting. Besluit samen wat het wordt. Overleg met de docent als jullie twijfelen of het onderwerp geschikt is.

ij

Ed

Werkmodel Voorlichtingsplan <

er

Uitvoering

Maak het voorlichtingsplan op basis van de gekozen casus. Maak gebruik van Werkmodel Voorlichtingsplan.Geef als laatste de voorlichting aan de groep.

U

itg

ev

• •

Processtappen • Maak een taakverdeling voor zowel het voorlichtingsplan als de presentatie. • Maak hoofdstuk 1: beschrijf het probleem of de situatie, de boodschap, de doelgroep, de reden waarom de werkvorm voorlichting van toepassing is, en wie de samenwerkingspartner is. • Maak hoofdstuk 2: beschrijf hoe je de boodschap gaat overbrengen en welke toon/taal hierbij past. • Maak hoofdstuk 3: kies een voorlichtingsvorm en voorlichtingsmiddel. Motiveer je keuze. • Maak hoofdstuk 4: werk de voorbereidende werkzaamheden voor het gekozen voorlichtingsmiddel uit. (Dit wordt toegevoegd in de bijlage van het plan.) • Zet alle stappen voor de voorbereiding van je voorlichting in chronologische volgorde onder elkaar. Verwerk dit in een verslag, lettertype Calibri 11, regelafstand 1. Zorg dat het een net geheel is, met bijpassend voorblad.

5


Over deze training

u' Ac

tie

fb .v

.

Producteisen Voorlichtingsplan en voorlichting geven • In het voorlichtingsplan staat het probleem of de situatie beschreven. • In het voorlichtingsplan staat de boodschap beschreven. • In het voorlichtingsplan staat de doelgroep beschreven. • In het voorlichtingsplan staat beschreven waarom de werkvorm voorlichting van toepassing is. • In het voorlichtingsplan staat beschreven hoe de boodschap overgebracht zal worden en welke toon/taal hierbij past. • In het voorlichtingsplan staat de gekozen voorlichtingsvorm beschreven en wordt deze gemotiveerd. • In het voorlichtingsplan staat het gekozen voorlichtingsmiddel beschreven en wordt dit gemotiveerd. • In het voorlichtingsplan staan de voorbereidende werkzaamheden voor het gekozen voorlichtingsmiddel beschreven. De daadwerkelijke voorbereiding wordt opgenomen in de bijlagen (bijvoorbeeld een presentatie). • Het voorlichtingsplan wordt op chronologische volgorde beschreven. Het is een net verslag, lettertype Calibri 11, regelafstand 1 met een passend voorblad. • De presentatie wordt gegeven volgens de opbouw in drie onderdelen (Werkmodel Presenteren). • Bij de presentatie worden ondersteunende middelen ingezet. • De presentatie wordt afgesloten met het uitdelen van een folder. In deze folder staat: – korte en bondige informatie over het onderwerp – wie de afzender is – waar men terechtkan voor meer informatie of advies.

Ed

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Plan een datum voor het voorlichtingsplan en een datum voor het geven van de voorlichting zelf. Vul deze datums in op je planningsformulier.

Maak naast de theoriebron ook gebruik van de oefeningen die je gemaakt hebt bij dit onderwerp.

er

Theoriebron Voorlichting geven <

ij

Demonstratie: Belangenbehartiging door het doen van een aanvraag (1)

ev

Je gaat voor een cliënt een aanvraag doen. Dit doe je in de vorm van een brief, die je gaat opstellen. De meeste kans op succes heb je als je de situatie van de cliënt in de brief goed schetst. Je moet hiervoor je fantasie aanspreken, maar niet overdrijven. De beschreven situatie moet in de werkelijkheid ook voor kunnen komen.

U

itg

Werkmodel Zakelijke brief <

6

Casus Meneer Van Klarenbeek is 75 jaar. Hij woont nog op zichzelf in een flat. Hij kan zich binnenshuis goed verplaatsen met behulp van een rollator. Hij kan echter geen grote afstanden lopen, dat is te vermoeiend. Meneer Van Klarenbeek rijdt nog auto. Op deze manier kan hij zelf naar zijn afspraken, de dokter of de supermarkt rijden. Als hij terugkomt, moet hij de auto vaak ver van zijn portiek parkeren. Meneer Van Klarenbeek zou daarom graag een invalidenparkeerplaats voor zijn portiek willen, zodat hij niet meer zo ver hoeft te lopen.


Over deze training

Voorbereiding

.

Lees de casus goed door. Onderzoek bij wie je de aanvraag voor je cliënt moet doen.

Uitvoering • • •

Stel de aanvraag op voor meneer Van Klarenbeek. Maak gebruik van Werkmodel Zakelijke brief. Lever je aanvraagdocument in bij je docent.

fb .v

• •

u' Ac

tie

Processtappen • Maak eerst een opzet van je brief en werk hem daarna netjes uit. • Maak duidelijk wat je wilt aanvragen, voor wie en waarom. • Beschrijf het probleem of de situatie en beargumenteer waarom jouw cliënt een invalidenparkeerplaats nodig heeft. • Sluit je aanvraag netjes af en maak concreet wat je van de ontvanger verwacht. • Lees je aanvraag zorgvuldig door, controleer ook op spelling.

ij

Ed

Producteisen • De aanvraag ziet er professioneel en verzorgd uit. • De aanvraag is geschreven in correct Nederlands. • De aanvraag is aan het juiste adres en de juiste afdeling gericht. • De aanvraag begint met een inleidende alinea. • In de aanvraag wordt omschreven wat er precies gewenst is. • In de aanvraag wordt omschreven voor wie de aanvraag bedoeld is. • In de aanvraag wordt omschreven welke redenen de cliënt heeft voor het indienen van de aanvraag. • De aanvraag heeft een afsluitende alinea. • De aanvraag is op de juiste manier afgesloten en voorzien van een handtekening. • Eventuele bijlagen zijn aan de aanvraag toegevoegd.

U

itg

ev

er

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

7


Oriëntatie

Oriëntatie Oefening 1

De invloed van voorlichting op gedrag

fb .v

.

Voorlichting kan je gedrag veranderen. Je kunt bewuster keuzes maken om iets te doen of juist niet meer te doen. Voorbeeld: Marloes is vegetariër geworden na het zien van een documentaire over de bio-industrie. Vorm groepjes van 3-4 personen.

Denk eens na over je eigen gewoonten en gedragingen, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, milieu, voeding, roken, drank en/of sport.

tie

Welk gedrag heb jij bewust veranderd op basis van voorlichting of informatie die je kreeg? Denk aan een folder die je las, aan een programma op tv of aan een informatiebijeenkomst waar je bent geweest.

u' Ac

De docent deelt briefjes uit, waarop je jouw ervaring noteert. Bespreek jullie ervaringen met elkaar.

a. Wat heb jij ingevuld op jouw briefje?

Ed

b. Wat was de aanleiding om je gedrag te veranderen?

Oriëntatieopdracht Belangenbehartiging

er

Oefening 2

ij

c. Hoe kwam je aan die informatie?

U

itg

ev

Op het bord staat het woord ‘belangenbehartiging’ geschreven. Iedereen krijgt een kladblaadje en schrijft dit woord boven aan het blaadje met een streep eronder. Onder de streep schijf je nu een woord/feit dat bij dit onderwerp hoort. Je geeft je kladblaadje vervolgens door naar links. Op het blaadje dat je nu voor je hebt liggen, schrijf je weer een woord/feit. Daarna geef je het kladblaadje weer door naar links. Dit gaat zo door tot je je eigen blaadje weer terug hebt, of totdat de docent zegt dat er gestopt wordt. Er mogen geen dubbele woorden of feiten op de kladblaadjes komen te staan. Als je echt niks nieuws weet toe te voegen, zet je een kruisje. a. Wist je veel woorden/feiten bij het onderwerp te bedenken?

8

b. Welke nieuwe dingen heb je erbij geleerd?


Oriëntatie

Oefening 3

Bekijk het Filmpje ‘Eva vraagt zich af’. Hierin wordt verschillende mensen op straat naar hun mening gevraagd over de zin van het indienen van een bezwaarschrift. a. Wat valt jou op aan de antwoorden die mensen geven?

fb .v

.

Filmpje Eva vraagt zich af <

Oriëntatieopdracht Een bezwaarschrift indienen, zinvol of zinloos?

b. Hoe kijk jij zelf aan tegen het indienen van een bezwaarschrift voor jezelf, bijvoorbeeld bij een gemeentelijke instantie?

u' Ac

tie

c. Sommige mensen beschouwen zichzelf op voorhand al als verliezer als het gaat om het aanvechten van het eigen gelijk. Hoe zou dit komen, denk je?

U

itg

ev

er

ij

Ed

d. Wat maakt de meneer die als laatste aan het woord is in het filmpje duidelijk?

9


Voorlichtingen en belangenbehartigheid

.

Voorlichtingen en belangenbehartigheid

fb .v

Inleiding

tie

In het sociaal werk zul je regelmatig te maken krijgen met het verzoek om behulpzaam te zijn bij de belangenbehartiging van cliënten of bepaalde groepen. Voorlichting speelt hierbij een belangrijke rol. Daarmee help je mensen bewuste keuzes te maken. Ook help je waar nodig om concreet op te komen voor de belangen van je cliënten. Hierbij is het belangrijk dat je weet tot wie je je moet richten in de communicatie, en welke middelen je kunt inzetten.

Leerdoelen

u' Ac

Je kunt het begrip voorlichting uitleggen. Je kunt verschillende manieren van voorlichting benoemen. Je kunt de samenhang tussen voorlichting en gedragsbeïnvloeding uitleggen. Je kunt het begrip belangenbehartiging uitleggen.

ev

er

ij

Ed

• • • •

U

itg

Dankzij goede voorlichting kunnen mensen bewuste keuzes maken.

10


Voorlichtingen en belangenbehartigheid

Oefening 4

Voorlichten, gesprek of discussie Kies in de onderstaande voorbeelden of voorlichting het aangewezen middel is om iets aan het gedrag van mensen te veranderen.

fb .v

.

Deze opdracht doe je in tweetallen. Eerst maak je individueel keuzes met betrekking tot de onderstaande voorbeelden en daarna bespreek je die keuzes met elkaar. Maak een keuze tussen het geven van voorlichting, een instructie of het voeren van een gesprek of discussie. In sommige voorbeelden zijn meer antwoorden mogelijk. Het gaat er bij deze opdracht niet om of je gelijk hebt, maar dat je leert een bewuste keuze voor voorlichting te maken.

Bespreek in een groepje van vier medestudenten de volgende stellingen: • Als je voorlichting geeft, wil je de ander informeren. • Als je voorlichting geeft, wil je de ander beïnvloeden. • Als je voorlichting geeft, wil je de ander helpen zijn gedrag te veranderen. • Als je voorlichting geeft, wil je de ander veranderen. Het doel van voorlichten is:

er

ij

Theoriebron Voorlichting geven <

Het doel van voorlichting

Ed

Oefening 5

u' Ac

tie

a. Sommige mensen met een beperking hebben moeite de koppeling te maken tussen seks en het mogelijke gevolg daarvan: een zwangerschap. Ja / Nee b. Veel kinderen willen een huisdier, maar beseffen niet dat de verzorging tijd en aandacht vraagt. Hierdoor worden de huisdieren mogelijk verwaarloosd. Ja / Nee c. Je vindt dat je door je medestudenten niet erg respectvol wordt behandeld. Ja / Nee d. Mensen in de stad weten niet dat ze kunnen moestuinieren in de stadstuin. Ja / Nee e. Een aantal van je medeleerlingen denkt anders over orgaandonatie dan jij. Ja / Nee f. Het brandalarm gaat af en er moet een ontruiming plaatsvinden. Ja / Nee g. De docent merkt dat zijn leerlingen nog niet weten dat ze voor het examen een verslag moeten schrijven. Ja / Nee h. Ouders vragen naar het programma van een ochtend op de peuterspeelzaal. Ja / Nee i. Ervoor zorgen dat je met je stageteam hetzelfde tijdschema gebruikt. Ja / Nee j. Het Centrum voor Jeugd en Gezin merkt dat ouders weinig opvoedingsmethoden kennen. Ja / Nee

Communicatiemiddelen

ev

Oefening 6

Bij voorlichting zet je bewust een of meer communicatiemiddelen in. Communicatiemiddelen zijn de hulpmiddelen die je gebruikt om een boodschap over te brengen. a. Maak samen met een medestudent in Word een lijstje met zo veel mogelijk communicatiemiddelen. b. Deel jullie middelen nu op een logische manier in. Denk hierbij bijvoorbeeld aan moderne en ouderwetse communicatiemiddelen, of bijvoorbeeld non-verbaal en verbaal. De spelleider besluit welk briefje bij welke rubriek hoort.

U

itg

Theoriebron Voorlichting geven <

11


u' Ac

tie

fb .v

.

Voorlichtingen en belangenbehartigheid

Goede voorlichting brengt een vrijwillige gedragsverandering teweeg

Website Rijksoverheid <

Snuffel eens rond op de volgende sites: • website Stivoro • website Rijksoverheid • website Voedingscentrum.

er

Website Voedingscentrum <

Bij verschillende voorlichtingscampagnes zie je dat er voorlichting wordt gegeven aan uiteenlopende doelgroepen. Kijk maar naar voorlichtingscampagnes over verdovende middelen als drank en drugs, stoppen met roken en gezonde voeding bijvoorbeeld. Hier krijgen verschillende doelgroepen voorlichting over één onderwerp. De taal en toon zijn bij iedere doelgroep anders.

Ed

Website Stivoro <

Taal en toon

ij

Oefening 7

Website

Doel

Doelgroep

Taal en toon

U

itg

ev

Beantwoord de volgende vragen over deze drie organisaties: • Wat is het doel van de voorlichting? • Voor welke doelgroep(en) is de voorlichting bestemd? • Welke taal en toon worden gebruikt? Zet je antwoorden in het schema.

Bij gedragsverandering horen mensen het liefst vooral de positieve effecten. Dat stimuleert het meest om de verandering tot stand te brengen of vol te houden.

12


Voorlichtingen en belangenbehartigheid

.

a. Welke positieve punten gebruikt de website ikstopnu.nl om te stimuleren?

fb .v

Casus

Lees de casus. b. Met welke doelgroepen heb je te maken?

tie

Op de basisschool ga je voorlichting geven over het houden van een huisdier. Je wilt benoemen dat huisdieren houden leuk is. Maar je wilt ook voorkomen dat dieren onnodig lijden door ondoordachte aanschaf of slechte verzorging. Je wilt na afloop van de voorlichting een foldertje meegeven voor de ouders

Theoriebron Voorlichting geven <

Invloeden op gedragsverandering

In de theoriebron worden enkele punten genoemd die het succes van gedragsverandering door voorlichting vergroten. Zoek via internet naar een duidelijk voorbeeld van een voorlichting, dat aansluit bij ieder genoemd punt. De voorbeelden kunnen bestaan uit filmpjes, maar ook uit gedrukte media. Het kan ook een onderdeel zijn van een landelijke voorlichtingscampagne. Motiveer waarom je dit een goed voorbeeld vindt.

Ed

Oefening 8

u' Ac

c. Welke taal en toon vind jij geschikt voor deze doelgroepen?

Voorbeeld

Motivatie

er

ij

Voorwaarden voor gedragsverandering

Positieve benadering Duidelijk advies

ev

Rolmodellen

Aansluiting bij kenmerken doelgroep

U

itg

Bemoedigend taalgebruik, benoeming positieve effecten

13


Voorlichtingen en belangenbehartigheid

Theoriebron Voorlichting geven <

Nut en noodzaak inzien bij gedragsverandering Over het algemeen zijn deskundigen het erover eens dat gedrag eerder zal veranderen als de persoon in kwestie het belang ervan inziet. Lees de casus.

.

Oefening 9

fb .v

Casus

tie

Sarah rijdt op haar fiets door de stad. Ondertussen is ze druk aan het appen op haar telefoon. Op een kruising ziet ze een auto, die ze voorrang had moeten verlenen, niet aankomen. De automobilist moet hard op de rem, Sarah laat van schrik haar mobiel vallen. Het loopt allemaal maar net goed af. De automobilist stapt even uit om Sarah flink uit te schelden en rijdt daarna verder. Een mevrouw die juist voorbijliep, praat nog even met Sarah na. Ze legt uit hoeveel ongelukken dagelijks gebeuren door het gebruik van mobieltjes in het verkeer.

Oefening 10

u' Ac

Zowel de voorbijganger als de automobilist heeft Sarah aangesproken op haar gedrag. Welke reactie is het meest effectief voor een gedragsverandering, denk je? Motiveer je antwoord.

Eén boodschap in verschillende ‘talen’

Ed

Om met behulp van voorlichting een gedragsverandering tot stand te brengen, zul je met sterke argumenten moeten komen, met argumenten die de doelgroep aanspreken. Iedere doelgroep heeft eigen belangen. Daar speel je op in als je een voorlichtingsboodschap formuleert.

ij

Het benadrukken van de positieve gevolgen van een gedragsverandering werkt beter dan zwaaien met je vinger en vertellen waarom het niet moet.

er

Lees de casus

Casus

U

itg

ev

Veel jongvolwassenen komen in financiële problemen doordat ze niet geleerd hebben om verstandig met geld om te gaan. Door hoge uitgaven aan bijvoorbeeld dure telefoons en abonnementen, kleding, uitgaan en reizen ontstaan schulden. Daarom wil je deze groep voorlichten over budgetbeheer. Ook wil je preventief voorlichting geven aan kinderen op de basisschool. Want ook hier geldt: jong geleerd is oud gedaan.

14

a. Aan welke doelgroepen ga je voorlichting geven?


Voorlichtingen en belangenbehartigheid

fb .v

.

b. Brainstorm met elkaar over manieren waarop je deze boodschap per doelgroep het best kunt overbrengen. Maak per doelgroep een lijstje met argumenten die voor die doelgroep belangrijk zijn.

tie

c. Welke taal en toon vinden jullie geschikt voor beide doelgroepen? Licht toe waarom.

Oefening 11

u' Ac

d. Welke titel zou je boven beide voorlichtingen kunnen zetten?

Belangenbehartiging of niet?

Vergelijk op internet een paar definities van het begrip ‘belangenbehartiging’.

Ed

a. Bekijk de volgende situaties. Gaat het hier om belangenbehartiging of niet? b. Joost collecteert voor de Nierstichting. Ja / Nee

ij

c. Esther doet een goed woordje voor haar collega bij haar baas. Ja / Nee

er

d. Selima regelt een afspraak bij de tandarts voor haar moeder. Ja / Nee

ev

e. Harold schrijft een klachtenbrief namens zijn tante. Ja / Nee

U

itg

f. Tanja werft sponsors voor de plaatselijke sportvereniging. Ja / Nee

15


Voorlichtingen en belangenbehartigheid

Oefening 12

Organisaties voor belangenbehartiging

fb .v

.

Veel groepen in de maatschappij worden vertegenwoordigd door een belangenbehartigingsorganisatie. Vaak zijn dat stichtingen of verenigingen die opkomen voor de belangen van verschillende groeperingen in de maatschappij. Denk bijvoorbeeld aan vereniging Bartiméus Sonneheerdt, die de belangen van blinden en slechtzienden behartigt.

Ga naar de website van Sociaal Werk Nederland en klik op het kopje Belangenbehartiging onder de menuknop ‘wat doen we’. Lees de informatie. Discussieer met elkaar over de volgende stellingen: • De belangenbehartiging voor sociaal werk is een invloedrijke organisatie en van grote betekenis voor de branche. • De politiek kan met gemak om een belangenbehartigingsorganisatie als Sociaal Werk Nederland heen. • De activiteiten die de belangenbehartigingsorganisatie organiseert (zoals werkbezoeken, zomerstages en debatten) hebben weinig toegevoegde waarde als het gaat om aandacht vragen voor de belangen van het sociaal werk.

U

itg

ev

er

ij

Website Sociaal Werk Nederland <

Belangenbehartiging van Sociaal Werk Nederland

Ed

Oefening 13

u' Ac

tie

Maak samen een lijstje van acht verschillende groepen. Zoek vervolgens op internet op welke belangenbehartigingorganisaties er zijn voor deze groepen.

16


Het signaleren van risicofactoren

.

Het signaleren van risicofactoren

fb .v

Inleiding

tie

De reden om voorlichting te geven, hangt nauw samen met het signaleren van risicofactoren in de publieke sfeer of privésfeer. Wanneer er signalen zijn dat er problemen ontstaan die samenhangen met het ontbreken van kennis, is voorlichting een logische stap. Maar ook preventief wordt voorlichting ingezet op plaatsen waar de risico’s op het ontstaan van belemmerende factoren aanwezig zijn.

Leerdoelen

u' Ac

Je kunt risicofactoren in de publieke sfeer signaleren. Je kunt risicofactoren in de privésfeer signaleren. Je kunt de uitkomsten van signalering koppelen aan preventie, zoals voorlichting.

ev

er

ij

Ed

• • •

Bijblijven van ontwikkelingen op verschillende gebieden.

Oefening 14

Voorbereiding a. Lees het Artikel ‘Prijs treinrit in 8 jaar explosief gestegen Uitvoering b. Welke risicofactoren signaleer je op basis van dit nieuwsbericht?

U

itg

Artikel Prijs treinrit in 8 jaar explosief gestegen <

Oefening Signalering in de publieke sfeer

17


Het signaleren van risicofactoren

fb .v

.

c. Volgens het artikel zijn de reiskosten de afgelopen acht jaar toegenomen. Welke voorspellingen zou je kunnen doen als deze tendens zich voortzet?

tie

d. Zoek nu zelf een nieuwsbericht waaruit je risicofactoren kunt signaleren voor een bepaalde doelgroep. e. Bespreek een aantal voorbeelden met de hele groep. Reflectie f. Hoe bewust ben jij je van het feit dat je vaak ongemerkt bezig bent met signalering op basis van nieuwsberichten?

Theoriebron Het signaleren van risicofactoren <

In deze oefening ga je aan de slag met het herkennen van risicofactoren in de publieke sfeer. Jullie spelen met elkaar een rollenspel. Aan dit rollenspel doen twee personen mee. De rest van de klas observeert en maakt aantekeningen. De situatie is als volgt. Twee collega’s zitten te praten. Een van hen opent het gesprek met: ‘Heb je het al gehoord? Ze willen bij de gemeente nu …’, of: ‘De overheid gaat …’. Lanceer een wijziging in de regelgeving. Het hoeft niet realistisch te zijn. Praat samen over wat hiervan de gevolgen kunnen zijn voor bepaalde groepen in de samenleving en wat de eventuele consequenties voor jullie als hulpverleners zijn.

er

ij

Werkmodel Rollenspel <

Oefening Heb je het al gehoord?

Ed

Oefening 15

u' Ac

g. Welke actie zou jij ondernemen als je bewuster bezig wilt zijn met het signaleren van risicofactoren binnen jouw vakgebied?

g. Welke risicofactoren worden door de collega’s benoemd?

U

itg

ev

Voorbereiding a. Verdeel de rollen: wie spelen de twee collega’s in de hulpverlening? b. De ‘collega’s’ overleggen even kort samen. c. De klas zorgt voor pen en papier. Uitvoering d. Speel het rollenspel. Leef je in in de situatie en voer het gesprek. e. De rest van de klas luistert en maakt aantekeningen: f. Welke maatregel was de aanleiding voor het gesprek?

h. Hebben ze tegenmaatregelen besproken? Zo ja, welke?

18


Het signaleren van risicofactoren

Werkmodel Een betoog schrijven <

In een betoog verdedig je een bepaald standpunt met argumenten. Een betoog kun je dus ook gebruiken om de belangen van een doelgroep te behartigen.

tie

Theoriebron Het signaleren van risicofactoren <

Oefening Risicofactoren signaleren

Casus

Je leest in de regionale krant dat de gemeente door bezuinigingsmaatregelen van plan is om de vervoersservice voor ouderen en mensen met een beperking op te heffen. Deze vervoersservice stelde deze mensen juist in staat om tegen een geringe vergoeding naar de huisarts te gaan, het winkelcentrum te bereiken of de buurtvereniging te bezoeken.

u' Ac

Oefening 16

Hoe makkelijk of juist moeilijk vind jij het om risicofactoren te signaleren in de publieke omgeving?

fb .v

j.

.

Reflectie i. Wat heb je geleerd uit dit rollenspel?

er

ij

Ed

Voorbereiding a. Lees de casus. Uitvoering b. Schrijf een betoog aan de gemeente, waarin je de risicofactoren signaleert als gevolg van dit voorgenomen besluit. c. Beschrijf welke nadelige effecten je voor de doelgroep verwacht. d. Probeer de gemeente ervan te overtuigen het besluit te herzien. e. Laat je betoog lezen door de docent Nederlands en vraag om feedback. Reflectie f. Hoe vond je het om een betoog te schrijven?

ev

g. Ben je zelf tevreden over het betoog dat je hebt geschreven?

U

itg

h. Welk feedback kreeg je van de docent?

19


Het signaleren van risicofactoren

Oefening 17

Voorbereiding a. Bekijk het Filmpje ‘Huiselijk geweld en kindermishandeling: hoe te herkennen?’. b. Zorg voor pen en papier. Uitvoering c. In het filmpje worden psychische problemen bij ouders als een risicofactor benoemd. d. Schrijf nog vijf andere risicofactoren op die een rol kunnen spelen.

f. Hoe wordt jouw basishouding omschreven in het omgaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling?

u' Ac

Website Huiselijk geweld <

e. Tegenover de risicofactoren staan beschermende factoren. Welke zijn dat?

tie

Filmpje Huiselijk geweld en kindermishandeling: hoe te herkennen? <

fb .v

.

Theoriebron Het signaleren van risicofactoren <

Oefening Risicofactoren signaleren bij huiselijk geweld en kindermishandeling

Ed

g. Hoe moet je handelen als je huiselijk geweld en/of kindermishandeling signaleert? Bekijk hiervoor de website Huiselijk geweld.

er

ij

h. Op welke grond roept het filmpje op om in actie te komen tegen huiselijk geweld en kindermishandeling?

U

itg

ev

Reflectie i. Denk jij dat je signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling kunt herkennen? Leg je antwoord uit.

20

j.

Herken jij je in de basishouding voor het omgaan met signalen?


Het signaleren van risicofactoren

Oefening 18

Stevig in je schoenen

fb .v

.

“Het sociaal werk is een vak waar niet voor niets een stevige opleiding aan voorafgaat. Sociaal werkers moeten echt het gesprek aan kunnen gaan, vertrouwen wekken en kunnen netwerken met verschillende partijen om dingen voor elkaar te krijgen voor de mensen die dit steuntje nodig hebben. Je moet stevig in je schoenen staan. Een bepaalde attitude hebben.� Marijke Vos, voorzitter Sociaal Werk Nederland.

u' Ac

tie

Voorbereiding a. Bekijk de definitie van sociaal werk zoals die verwoord is door Marijke Vos, voorzitter Sociaal Werk Nederland. Betrek de woorden van de voorzitter op jouw taak in het signaleren van problemen en risicofactoren. Uitvoering b. Bespreek met elkaar de kwaliteiten die je nodig hebt in dit werk. c. Heb je deze kwaliteiten ook nodig om risicofactoren te signaleren?

Ed

d. Welke kwaliteiten of vaardigheden zou je daar zelf nog aan toe willen voegen?

e. Hieronder zie je een aantal kwaliteiten/vaardigheden. Geef bij elke kwaliteit aan hoe sterk je jezelf hierin vindt. Kies uit: Zwak, Beetje Zwak, Matig, Aardig sterk, Sterk.

ij

a. Het gesprek aan kunnen gaan

er

b. Vertrouwen wekken

ev

c. Netwerken

U

itg

d. Dingen voor elkaar krijgen

e. Sterk in je schoenen staan

Reflectie f. Kun jij je helemaal vinden in de definitie van sociaal werk? Leg je antwoord uit.

21


Het signaleren van risicofactoren

Oefening 19

Signalering en preventie

.

Door het opmerken van bepaalde signalen kun je inspelen op behoeften die er zijn. Maar vaak is er nog geen behoefte. Mensen zijn zich dan niet bewust van de manier waarop ze dingen doen en welke gevolgen dit mogelijk kan hebben. Signaleren in deze fase heeft dan vooral een preventieve functie.

fb .v

Casus

tie

Landelijk onderzoek wijst uit dat bepaalde groepen allochtone vrouwen niet gemakkelijk over seks praten. Hun kinderen krijgen daarom beperkte seksuele voorlichting, waardoor ze sneller slachtoffer dreigen te worden van seksueel misbruik. Jij werkt als sociaal werker met kinderen en signaleert dat dit probleem ook in jouw werkpraktijk speelt. Je wilt er iets aan gaan doen.

u' Ac

Voorbereiding a. Lees de casus. b. Beschrijf welke acties je wilt ondernemen op het gebied van voorlichting en preventie.

er

ij

Ed

Uitvoering c. Werk ieder een van jullie ideeën verder uit op een A4’tje. Zorg dat daarop in ieder geval staat wat de boodschap is, voor wie die boodschap is en op welke manier je die boodschap gaat overbrengen. d. Presenteer jullie ideeën aan elkaar in de groep. e. Vergelijk jullie ideeën met elkaar en beoordeel samen welke acties/ideeën het meest effectief zijn. Reflectie f. Ben je tevreden met jullie uitwerking van deze oefening? Motiveer je antwoord.

U

itg

ev

g. Wat zou je nog willen weten of leren over het signaleren van risicofactoren?

22


Het signaleren van risicofactoren

Oefening 20

Voorlichting als antwoord Met goede voorlichting kun je vaak voorkomen dat bepaald gedrag uit de hand loopt. Daarmee ga je aan de slag in de volgende oefening.

.

Casus

u' Ac

Voorbereiding a. Lees de casus. b. Wat wordt concreet gesignaleerd?

tie

fb .v

Je werkt in een buurthuis voor jongeren. Je signaleert de laatste dagen een gedragsverandering bij een paar jongens. Deze pubers ken je al een poos en ze zijn over het algemeen best relaxt. Nu zijn ze behoorlijk opgefokt en druk. Je vermoedt dat ze van het blowen zijn overgestapt op harddrugs of hiermee aan het experimenteren zijn. Je besluit om hierover met de jongeren in gesprek te gaan en je gevoel blijkt na wat gedraai en gesteggel juist. Ook blijkt dat de jongeren eigenlijk geen flauw benul hebben van wat ze precies gebruiken en wat het effect daarvan op langere termijn is.

c. Wat is de aanleiding?

Ed

d. Wat wil je voorkomen?

e. Wat zijn de risicofactoren?

ij

f. Wat is de eerste stap in preventie?

j.

Welke feedback kreeg je van de docent?

U

itg

ev

er

Uitvoering g. Maak een plan van aanpak hoe je het gebrek aan kennis over harddrugs bij deze jongeren zou kunnen aanpakken. Maak het plan concreet: als je plan uit meerdere onderdelen bestaat, beschrijf dan per onderdeel wat je doel is, wat je boodschap is, welke middelen je gebruikt enzovoort. h. Laat jullie plan zien aan de docent en vraag om feedback. Reflectie i. Ben je tevreden met jullie uitwerking van deze oefening? Motiveer je antwoord.

23


Een klacht of aanvraag indienen

.

Een klacht of aanvraag indienen

fb .v

Inleiding

Je kunt bij het uitoefenen van je beroep te maken krijgen met mensen die zonder hulp niet in staat zijn op te komen voor hun belangen. Stel dat je voorlichting hebt gegeven over voorzieningen, regels, wetten en procedures. Je kunt hieraan dan een vervolg geven en de belangen van mensen behartigen door een aanvraag of klacht in te dienen.

tie

Leerdoelen

Oefening 21

Wat is het probleem?

Om een cliënt te kunnen helpen bij het indienen van een klacht of aanvraag, zul je eerst helder moeten krijgen waarover het precies gaat. Hoe is de cliënt tot deze wens of mening gekomen en wat verwacht hij of zij van jouw hulp en de uitkomst daarvan? Je gaat dus eerst met je cliënt in gesprek.

Ed

Theoriebron Communiceren met de client <

u' Ac

• Je kunt in een gesprek met de cliënt de klacht of situatie achterhalen. • Je kunt formulieren invullen om een klacht of aanvraag in te dienen. • Je kunt brieven opstellen om een klacht of aanvraag in te dienen.

Voorbereiding • Bedenk samen een gespreksonderwerp. • Bepaal wie de rol van hulpverlener op zich neemt, wie de cliënt is en wie observeert.

U

itg

ev

er

Werkmodel Actief luisteren observatielijst <

Uitvoering • Voer het gesprek – Hulpverlener: laat een actieve luisterhouding zien, stel open vragen, zorg dat je de vraagstelling helder krijgt. – Cliënt: leef je in in je rol en maak je punt duidelijk. – Observator: kijk hoe de gesprekspartners erbij zitten, let op de non-verbale communicatie, wordt er over en weer goed geluisterd? Gebruik het observatieformulier om je bevindingen vast te leggen. • Wissel na het gesprek van rol, zodat iedereen een keer alle rollen heeft gespeeld

ij

Werkmodel Rollenspel <

24

Reflectie a. Hoe vond jij dat de gesprekken verliepen?

b. In welke rol voelde jij je het meest op je gemak?


Een klacht of aanvraag indienen

Oefening 22

Wat is het probleem?

.

Ieder mens is anders en reageert bijvoorbeeld ook anders op tegenslag. Voor jou als sociaal werker is het belangrijk dat je het gedrag bij je cliënten herkent en er op een goede manier op reageert.

fb .v

Casus

Voorbereiding • Lees de casus.

u' Ac

Uitvoering a. Hoe zou jij handelen in deze situatie?

tie

Je bent op werkbezoek bij meneer Berends. Hij had telefonisch al aangegeven dat er een probleem was met de huurtoeslag. Hij dacht dat hij die zou krijgen, maar wist niet zeker of de aanvraag nou wel of niet geregeld was. Hij klonk wat verward en maakte zich zorgen, want die huurtoeslag had hij nog niet ontvangen. Als je bij meneer binnenkomt, is hij nerveus allerlei stapeltjes post aan het doorzoeken. ‘Ik snap er helemaal niks van,’ roept hij. ‘Hoe moet dat nou?!’

Ed

b. Welke vragen zou je meneer Berends stellen?

ij

c. Kun je meneer Berends helpen? Zo ja, hoe?

er

Speel het gesprek na met een medestudent. Oefen om beurten de rol van de hulpverlener. Gebruik de antwoorden uit deze oefening tijdens het gesprek.

e. Lukte het om de cliënt op zijn gemak te stellen? Hoe heb je dat aangepakt?

U

itg

ev

Reflectie d. Hoe gemakkelijk of moeilijk vond je het om met de cliënt naar oplossingen te zoeken? Motiveer je antwoord.

25


Een klacht of aanvraag indienen

Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep <

Een traplift Als je voor een cliënt een voorziening of bepaalde subsidie wilt aanvragen, moet je meestal gebruikmaken van een aanvraagformulier van de betreffende instantie. Soms moet dit schriftelijk, soms kan het via een formulier op de website.

.

Oefening 23

Werkmodel Zakelijke brief <

fb .v

Casus

Mevrouw Laarhoven woont in Den Haag en is 72 jaar. Ze kan zich nog goed redden, al woont ze alleen. Wel heeft ze reuma in haar handen, wat het laatste jaar steeds erger is geworden. Het lukt haar daardoor niet goed om haar huishouden bij te houden. Ze zou graag wat meer ondersteuning krijgen bij huishoudelijke taken.

u' Ac

tie

Voorbereiding • Lees de casus. • De aanvraag van mevrouw Laarhoven valt onder de wet WMO. Zoek op de site van de gemeente Den Haag hoe je huishoudelijke hulp kunt aanvragen. Is er een aanvraagformulier dat je kunt gebruiken of moet je een brief schrijven? Bel met de informatiebalie van de gemeente als je er niet uitkomt.

Ed

Uitvoering • Vul het aanvraagformulier in voor mevrouw Laarhoven of stel een brief op. • Controleer jezelf als je klaar bent, is het formulier volledig ingevuld? • Zijn er vragen die je niet begrijpt? Overleg met de docent of een medestudent. • Laat het formulier controleren door de medestudent die ook aan deze opdracht werkt. • Als je online een formulier invult, doorloop dan alle stappen zo ver mogelijk, maar verzend het formulier niet. Reflectie a. Is de gemeentesite toegankelijk en begrijpelijk?

er

ij

b. Is het aanvraagformulier handig, of heb je toch gekozen voor het schrijven van een brief?

Oefening 24

In deze oefening gaan jullie aan de slag met het aanvragen van hulp voor cliënten en oriënteren op de organisatie van hulp voor cliënten.

U

itg

ev

Website Regelhulp <

Een voorziening aanvragen

26

Voorbereiding • Verdeel de klas in vijf groepen. • Verdeel per groep de gebieden waarop hulp moet worden aangevraagd: – problemen met gedrag (kind) – huishouden en wonen (volwassene) – onveilige (thuis)situatie (kind) – sociaal contact en psychisch welzijn (volwassene) – inkomen en uitgaven (volwassene)Verzin met je groepje een casus die past bij jullie onderwerp. Maak concreet om wie het gaat (naam, leeftijd, woonsituatie) en wat het probleem precies is. Vraag de docent om feedback als je twijfelt. • Schrijf jullie casus uit op een A4’tje en zet bovenaan het onderwerp. • Als jouw groepje de casus af heeft, geef je deze door aan een ander groepje.


Een klacht of aanvraag indienen

tie

fb .v

.

Uitvoering • Lees eerst de casus die jullie ontvangen hebben. Stel vragen aan de opstellers hiervan als er nog iets onduidelijk is. • Ga naar de website regelhulp.nl. • Doorloop de stappen op de site. a. Welke adviezen en informatie krijg je?

u' Ac

b. Kun je via de regelhulp direct aanvragen bij een gemeente doen?

Ed

Reflectie c. Hoe vond je het om zelf een casus te schrijven?

ij

d. Hoe nuttig vind jij de site van regelhulp.nl?

er

e. Zou jij deze website in de beroepspraktijk raadplegen?

Een klacht indienen

ev

Oefening 25

itg

Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep <

U

Werkmodel Zakelijke brief <

In deze oefening ga je een klacht indienen namens een cliënt.

Casus Meneer De Wit uit Ten Post heeft op 6 augustus een aanvraag gedaan voor speciaal ouderenvervoer van de gemeente. Hij kan zelf niet langer autorijden, maar moet met enige regelmaat een specialist in de stad bezoeken. Toen meneer De Wit na zes weken nog niets van de gemeente had gehoord, heeft hij gebeld. Er werd gezegd dat hij zeer binnenkort een reactie mocht verwachten. Inmiddels is het 25 oktober. Meneer De Wit wil een klacht indienen.

Voorbereiding • Zorg voor pen en papier. • Lees de casus.

27


Een klacht of aanvraag indienen

Uitvoering • Stel voor meneer De Wit een klachtenbrief op. • Is de brief zakelijk en effectief volgens de leerling met wie je samenwerkt?

b. Vind je dat jouw hulp daarbij past bij je beroep?

Website NS Klantenservice <

Ik wil mijn geld terug

Je cliënt helpen bij het uitzoeken en invullen van formulieren hoort bij je taken als sociaal werker.

tie

Oefening 26

fb .v

.

Reflectie a. Vind je het terecht dat meneer De Wit een klachtenbrief wil indienen?

Casus

Ed

u' Ac

Lidy Winter reist regelmatig met het openbaar vervoer. Doordat haar gezichtsvermogen beperkt is, kan ze niet autorijden. Ook kan ze door haar beperking niet lezen. Gelukkig kan ze prima zelf met bus en trein reizen. Jij bent als sociaal werker met haar in gesprek en ze vraagt jou of je haar wilt helpen bij een klacht. Vorige week had ze een afspraak bij de specialist, waar ze met de trein naar toe wilde, maar de trein had vertraging. Er was iets gebeurd op het spoor, waardoor ze ruim 50 minuten te laat kwam op haar afspraak. De specialist had toen geen tijd meer en ze moest een nieuwe afspraak maken. Was die vervelende reis ook nog voor niets geweest. Lidy is hier boos over en wil een klacht indienen bij de NS. Bovendien wil ze het geld voor haar treinreis terug. Van een vriendin heeft ze gehoord dat dit mogelijk is. Ze vraagt jou om haar hierbij te helpen. Voorbereiding Lees de casus.

er

ij

Uitvoering Ga naar de website van NS Klantenservice en zoek uit hoe je voor Lidy haar geld terug kunt krijgen.

ev

a. Op welke manieren kan dit geregeld worden?

U

itg

b. Welke informatie heb je kunnen vinden over het missen van afspraken door vertraging?

28

c. Hoe zinvol schat jij het schrijven van een klachtenbrief voor Lidy in?

d. Wat lijkt jou het best om te doen?


Een klacht of aanvraag indienen

Reflectie e. Vind je het terecht wat Lidy wil?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

f. Hoe makkelijk of moeilijk vind je het om via internet dit soort informatie op te zoeken?

29


Een bezwaarschrift of beroepschrift indienen

.

Een bezwaarschrift of beroepschrift indienen

fb .v

Inleiding

Wanneer je het niet eens bent met een genomen beslissing en overtuigd bent van je gelijk, kun je een bezwaarschrift indienen. De organisatie of rechtspersoon moet dan binnen zes weken reageren. Leidt dit niet tot het gewenste resultaat, dan kun je nog naar de rechter stappen. Je dient dan een beroepschrift in.

tie

Leerdoelen

er

ij

Ed

u' Ac

• Je kunt formulieren invullen om een bezwaar- of beroepschrift in te dienen. • Je kunt een bezwaarschrift schrijven. • Je kunt een beroepschrift indienen.

ev

Wanneer je het ergens niet eens mee bent, kun je bezwaar aantekenen.

Oefening 27

U

itg

Werkmodel Bezwaar maken <

30

De procedure van een bezwaarschrift indienen In deze oefening onderzoek je op welke manieren je een bezwaarschrift kunt indienen. Voorbereiding • Ga naar de website van de gemeente waar je zelf woont. • Zoek op de site met de trefwoorden ‘bezwaarschrift indienen’ of ‘bezwaar maken’. • Ga na op welke manier(en) je bij jouw gemeente bezwaar kunt maken. Uitvoering • Beschrijf in een logisch stappenplan hoe je een bewaarschrift kunt indienen. • Maak onderscheid tussen online indienen of op papier. • Maak gebruik van Werkmodel Stappenplan. • Werk je stappenplan uit op een A4’tje en print dit. • Laat je stappenplan lezen aan een medestudent en vraag of alles duidelijk is.


Een bezwaarschrift of beroepschrift indienen

Reflectie a. Hoe makkelijk of moeilijk vond je het om de juiste informatie op de sites te vinden?

Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep <

In deze oefening ga je in tweetallen aan de slag met het opstellen van een bezwaarschrift.

Casus

Een van jouw cliënten heeft je gevraagd om te helpen bij het opstellen van een bezwaarschrift. Het gaat om mevrouw Van Dongen. Zij woont in het centrum van het dorp. Schuin tegenover haar huis is een cafetaria gevestigd. Nu heeft zij begrepen dat de eigenaar hiervan een lichtreclame op de gevel gaat aanbrengen. Het gaat om neonletters die voortdurend van kleur wisselen. Omdat mevrouw Van Dongen erg vaak last heeft van migraineaanvallen, ziet ze de komst van de lichtreclame helemaal niet zitten. Ze heeft zelf al geprobeerd om de eigenaar van zijn idee af te brengen, maar zonder resultaat. Ook een paar telefoontjes naar de gemeente, die het plan heeft goedgekeurd, hebben niets opgeleverd. Mevrouw Van Dongen kijkt vanuit haar woonkamer op de bewuste gevel en krijgt al een migraineaanval van het idee dat daar straks voortdurend lichtflitsen te zien zijn. Ze wil met jouw hulp een bezwaarschrift indienen.

u' Ac

Werkmodel Bezwaarschrift <

Een bezwaarschrift opstellen

tie

Oefening 28

fb .v

.

b. Was jouw stappenplan meteen duidelijk of heb je nog verbeteringen aangebracht?

Ed

Voorbereiding • Zorg voor pen en papier. • Lees de casus. • Maak een overzicht van alle gegevens die je nodig hebt voor het bezwaarschrift.

er

ij

Uitvoering • Stel het bewaarschrift op. Je kunt hierbij gebruikmaken van de briefsjabloon in Werkmodel Bezwaarschrift. • Geef de bezwaarschriften aan elkaar door. • Lees het bezwaarschrift dat je ontvangen hebt en kijk er kritisch naar. Schrijf je feedback en tips in de zijlijn.

U

itg

ev

Reflectie a. Hoe vond je het om een bezwaarschrift op te stellen?

b. Wat vond je makkelijk om te doen?

c. Wat vond je het lastigst? Motiveer je antwoord.

d. Hebben jullie veel formele taal gebruikt?

e. Denk je dat het nodig is om formele taal te gebruiken?

31


Een bezwaarschrift of beroepschrift indienen

f. Welke feedback kreeg je terug?

Oefen jezelf in het schrijven van een bezwaarschift voor een cliënt.

.

Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep <

Een bezwaarschrift schrijven

fb .v

Oefening 29

Casus

u' Ac

tie

Meneer Rani heeft van de gemeente Gorinchem, waar hij woont, een aanslag ontvangen voor het betalen van hondenbelasting. Het gaat om een bedrag van € 124,- voor het komende jaar. Nu is het hondje van meneer Rani behoorlijk ziek. Naar verwachting heeft het beestje niet lang meer te leven. Meneer Rani, die voortdurend geldzorgen heeft, wil daarom liever niet het hele bedrag ineens betalen. Hij heeft op 3 februari een periodieke maandelijkse betaling aangevraagd. De gemeente heeft dit verzoek geweigerd met als reden dat niet vooraf vastgesteld kan worden hoelang een dier nog leeft. Meneer Rani moet het hele bedrag betalen. Wanneer de hond is overleden, zal de gemeente de resterende maanden terugbetalen. Meneer Rani is het er niet mee eens. Hij vindt zijn verzoek gerechtvaardigd, vanwege zijn financiële situatie en de slechte vooruitzichten voor zijn hond. Hij vraagt jou om hem te helpen een bezwaarschrift te schrijven.

Ed

Voorbereiding • Zorg voor pen en papier. • Lees de casus. • Bedenk welke argumenten je gaat gebruiken in de brief en zoek op internet een model van een bezwaarschrift.

er

ij

Uitvoering • Maak een bezwaarschrift voor meneer Rani. • Controleer jezelf: heb je alle argumenten gebruikt die je kunt bedenken? a. Laat je bezwaarschrift lezen aan een medestudent. Is de brief volgens hem of haar zakelijk en effectief?

U

itg

ev

Reflectie b. Heb je in je brief formele taal gebruikt? Vind je dat nodig om een goed resultaat voor je cliënt te behalen?

32


Een bezwaarschrift of beroepschrift indienen

Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep <

Een beroepschrift schrijven Een beroepschrift gaat nog een stapje verder dan een bezwaarschrift. Je richt je niet langer tot degene die het besluit heeft genomen, maar probeert nu via de rechtbank je gelijk te krijgen.

.

Oefening 30

fb .v

Casus

u' Ac

tie

Jouw cliënt is mevrouw De Graaf. Zij wil graag een traplift, maar de gemeente heeft na een huisbezoek van een ambtenaar haar aanvraag afgewezen. Het argument luidt dat ze niet in aanmerking komt, aangezien ze beneden een slaapkamer kan inrichten. Mevrouw De Graaf heeft hierna een bezwaar ingediend bij de gemeente, omdat haar lichamelijke conditie in de afgelopen maanden verder achteruitgegaan is. De huisarts kan dat bevestigen. Maar nu is ook het bezwaarschrift afgewezen. De gemeente blijft van mening dat mevrouw De Graaf op de begane grond een slaapkamer kan maken. Je cliënt wil nu in beroep gaan tegen dit besluit, omdat ze het ondenkbaar vindt om beneden te gaan slapen en hiervoor zelf geen inrichtingskosten wil maken. Bovendien vindt ze beneden slapen onrustig, omdat ze in een straat woont die in het weekend een uitgaansroute is. Tot slot voelt ze zich in een slaapkamer op de begane grond onveilig, omdat er gemakkelijk ingebroken kan worden. Ze maakt zich zorgen over de vraag of ze nog wel in haar eigen huis kan blijven wonen. Voorbereiding • Lees de casus. • Bedenk aan wie je de brief moet richten en bereid het schrijven van het beroepschrift voor met behulp van de theorie.

Ed

Uitvoering • Schrijf het beroepschrift voor mevrouw De Graaf. • Controleer jezelf: heb je alle argumenten goed gebruikt? • Laat je brief lezen aan de student met wie je samenwerkt bij deze oefening. Is de brief zakelijk en effectief? Vraag, als jullie twijfelen, de docent/begeleider om hulp.

ev

er

ij

Reflectie a. Vind je het terecht dat mevrouw De Graaf een beroep wil indienen tegen het besluit van de gemeente?

c. Geef je mevrouw De Graaf een redelijke kans dat ze gelijk krijgt?

U

itg

b. Lukte het om sterke argumenten te benoemen?

33


Een bezwaarschrift of beroepschrift indienen

Oefening 31

Voorbeelden beroepschrift

tie

Uitvoering Bekijk een paar voorbeelden van beroepschriften. a. Wat valt je op?

fb .v

Voorbereiding Zoek op internet of via andere bronnen naar voorbeelden van beroepschriften.

Hier zie je een reactie op een ingediend beroep.

u' Ac

b. Waartegen is beroep aangetekend?

c. Wat is het besluit van de officier van justitie?

Ed

Reflectie d. Zou je het aandurven om voor een cliĂŤnt een beroepschrift in te dienen?

U

itg

ev

er

ij

e. Wat zou je hier nog over willen leren?

34

.

Vaak kan een voorbeeld van een beroepschrift je helpen om er zelf een op te stellen. Als je een beetje zoekt op internet, zijn er best voorbeelden te vinden van ingediende beroepschriften.


Een voorlichtingsplan opstellen

.

Een voorlichtingsplan opstellen

fb .v

Inleiding

Succesvolle voorlichting begint met een goed voorlichtingsplan. In dit plan werk je uit wat de achterliggende vraag bij de voorlichting is, welke boodschap je aan wie wilt overbrengen en hoe je dat verder gaat aanpakken. Ook hier geldt: een goede voorbereiding is het halve werk.

tie

Leerdoelen

Voorlichting begint met het maken van een goed voorlichtingsplan

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

• Je kunt de verschillende onderdelen van een voorlichtingsplan uitwerken. • Je kunt een voorlichtingsplan toelichten.

35


Een voorlichtingsplan opstellen

Oefening 32

Succesfactoren voorlichtingsplan

fb .v

Voorbereiding • Vorm een groep van ten minste tien studenten. • Zorg voor pen en papier voor iedereen. • Zorg voor een groepsruimte. • Kies een spelleider.

.

Een goed voorlichtingsplan omvat altijd een aantal vaste onderdelen. Denk met je medestudenten na over het belang van de afzonderlijke onderdelen van een voorlichtingsplan.

u' Ac

tie

Uitvoering • Geef individueel op papier aan welke van de uitspraken volgens jou het best klopt (1 is het best, 8 is het minst). • Een voorlichtingsplan kan pas succesvol zijn als: – de beschrijving van het probleem tot in detail is uitgewerkt – er een globaal beeld van de doelgroep bestaat – doelstellingen SMART geformuleerd worden – het de nadelige gevolgen benoemt bij het niet veranderen van gedrag. – de doelgroep zich kan herkennen in de voorbeelden die je kiest – de juiste informatie wordt overgebracht – je veel verschillende middelen inzet – je een BN’er opneemt als rolmodel Ga in tweetallen met elkaar in gesprek over de gekozen volgorde en probeer tot overeenstemming te komen over een voor jullie samen best kloppende volgorde. a. Voor welke volgorde hebben jullie gekozen?

Ed

Vorm twee groepen van vijf personen. Voer vervolgens een discussie over de top 2 van beide groepen en kom tot overeenstemming.

er

ij

Reflectie b. Waren jij en je medestudenten het met elkaar eens? Waarom wel of waarom niet? Leg je antwoord uit.

U

itg

ev

c. Hoorde je argumenten die je overtuigden om je eigen mening bij te stellen? Zo ja, welke?

36


Een voorlichtingsplan opstellen

Oefening 33

In deze oefening ga je met elkaar in een groepje aan de slag met een voorlichtingsplan.

Casus

.

Theoriebron Voorlichting geven <

Voorlichtingsplan loverboys

fb .v

Werkmodel Voorlichtingsplan <

Meisjes in de tienerleeftijd komen steeds vaker onder de invloed van loverboys, zo constateert de jongerenwerker. Het is een ingewikkeld probleem, waarbij meisjes sluipenderwijs steeds verder in de problemen komen. Vaak duurt het lang voordat een meisje in de gaten heeft dat de jongen op wie ze zo verliefd is niet goed voor haar is. De jongerenwerker vraagt jou om voor de meisjes in het jongerencentrum een voorlichtingsvorm te kiezen om het onderwerp aan de orde te stellen.

tie

Voorbereiding • Bekijk Werkmodel Voorlichtingsplan. • Lees de casus. • Je mag op internet extra informatie opzoeken over het onderwerp.

u' Ac

Uitvoering Voer de stappen uit volgens Werkmodel Voorlichtingsplan. a. Wat is het onderwerp?

b. Wat wil je overbrengen in de voorlichting?

Ed

c. Wat is de doelgroep van je voorlichting?

ij

d. Wat is de boodschap van je voorlichting?

er

e. Wat is het gewenste resultaat van de voorlichting?

ev

f. Welke toon/taal is effectief voor deze doelgroep?

U

itg

g. Welke voorlichtingsvorm is geschikt?

h. Welke communicatiemiddelen ga je inzetten?

Zet alle onderdelen in de juiste volgorde, motiveer je keuzes en werk je antwoorden uit. Schrijf hierover een kort verslag in Word volgens Werkmodel Voorlichtingsplan.

37


Een voorlichtingsplan opstellen

Print het voorlichtingsplan en bespreek het met een medestudent die ook aan deze oefening heeft gewerkt. Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten? Hoe komt dat, denk je? Leg je antwoord uit.

fb .v

j.

.

Reflectie i. Is het gelukt om op alle vragen antwoord te geven? En om de antwoorden te motiveren en beschrijven in een verslag?

Oefening 34 Werkmodel Voorlichtingsplan <

u' Ac

tie

k. Jullie geven elkaar feedback. Welke feedback heb je van je medestudent ontvangen? Wat vind je daarvan? Leg je antwoord uit.

Voorlichtingsplan studiefinanciering

Je gaat oefenen met het schrijven van een voorlichtingsplan.

Casus

Ed

Toekomstige mbo-leerlingen blijken onvoldoende op de hoogte te zijn van de mogelijkheden van studiefinanciering. De school wil tijdens een open dag voorlichting geven over deze mogelijkheden en over de aanvraag van studiefinanciering. Jouw klas wordt gevraagd deze voorlichting te geven.

er

ij

Voorbereiding • Bekijk Werkmodel Voorlichtingsplan. • Lees de casus.

ev

Uitvoering Voer de stappen uit volgens Werkmodel Voorlichtingsplan. a. Wat is het onderwerp?

U

itg

b. Wat wil je overbrengen in de voorlichting?

c. Wat is de doelgroep van je voorlichting?

d. Wat is de boodschap van je voorlichting?

e. Wat is het gewenste resultaat van de voorlichting?

38


Een voorlichtingsplan opstellen

f. Welke toon/taal is effectief voor deze doelgroep?

fb .v

h. Welke communicatiemiddelen ga je inzetten?

.

g. Welke voorlichtingsvorm is geschikt?

Zet alle onderdelen in de juiste volgorde, motiveer je keuzes en werk je antwoorden uit. Schrijf hierover een kort verslag in Word volgens Werkmodel Voorlichtingsplan.

j.

u' Ac

tie

Reflectie i. Is het gelukt om op alle vragen antwoord te geven? En om de antwoorden te motiveren en beschrijven in een verslag?

Print het voorlichtingsplan en bespreek het met een medestudent die ook aan deze oefening heeft gewerkt. Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten? Hoe komt dat denk je? Leg je antwoord uit.

Ed

k. Jullie geven elkaar feedback. Welke feedback heb je van je medestudent ontvangen? Wat vind je daarvan? Leg je antwoord uit.

ij

Voorlichtingsplan presenteren

Casus

er

Oefening 35

Het bestuur van buurthuis De Poele wil graag dat de jongeren die komen, meer informatie krijgen over omgaan met geld. De meesten van deze jongeren (±12-18 jaar) hebben grote moeite om hun financiën te beheren en een groot deel heeft al behoorlijke schulden. Het bestuur hoopt dat door goede voorlichting kan worden voorkomen dat deze jongeren uiteindelijk bij de schuldhulpverlening belanden. Aan jullie wordt gevraagd voor deze groep een voorlichtingsplan te maken. Als het voorlichtingsplan klaar is, ga je het toelichten tegenover het bestuur.

ev

Werkmodel Voorlichtingsplan <

U

itg

Werkmodel presenteren <

Voorbereiding • Lees eerst de casus. • Maak samen een voorlichtingsplan over omgaan met geld. • Maak onderling een goede taakverdeling: wie werkt welke onderdelen van het voorlichtingsplan uit? • Zoek informatie bij het onderwerp. • Stel het voorlichtingsplan op aan de hand van Werkmodel Voorlichtingsplan. • Bereid ook de presentatie voor. Maak gebruik van Werkmodel Presenteren.

39


Een voorlichtingsplan opstellen

• •

Verdeel ook hier de taken: wie vertelt wat? Het is het makkelijkst om in de presentatie iets te vertellen over een onderdeel van het plan dat je zelf hebt uitgewerkt. Oefen de presentatie een keer met elkaar.

fb .v

.

Uitvoering • Presenteer samen jullie voorlichtingsplan aan de opdrachtgever. Dit kan de docent zijn, of een medestudent. Licht het plan toe en motiveer duidelijk waarom jullie bepaalde keuzes hebben gemaakt. • Beantwoord de vragen van de opdrachtgever.

Reflectie • Maak in Word een verslag van beide onderdelen van deze oefening. Verwerk daarin de volgende punten.

u' Ac

tie

Voorlichtingsplan: • Beschrijf hoe het voorlichtingsplan tot stand is gekomen. • Waar ben je tegenaan gelopen? • Wat was lastig en wat ging juist erg goed? • Hoe verliep de samenwerking? • Wat zou je een volgende keer anders aanpakken?

Lever je reflectieverslag in bij je docent.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Presentatie: • Beschrijf ook hoe de presentatie van het plan aan de opdrachtgever verliep. • Hoe voelde je je tijdens het gesprek? • Lukte het om het voorlichtingsplan goed over te brengen? • Hoe reageerde de opdrachtgever op jullie plan? • Wat is je belangrijkste leerpunt uit deze oefening?

40


Voorlichtingsvormen toepassen

.

Voorlichtingsvormen toepassen

fb .v

Inleiding

Je kunt nog zo’n geweldige boodschap hebben, als je die niet op de juiste manier weet te brengen, mis je het doel. Maak daarom altijd een zorgvuldige afweging. Met welk middel bereik ik mijn doelgroep het best? Of is een combinatie van middelen nodig? Wat is mogelijk en past bij de situatie?

tie

Leerdoelen

ev

er

ij

Ed

u' Ac

• Je kunt de voorlichtingsboodschap goed overbrengen naar de doelgroep, in de juiste bewoordingen. • Je kunt een voorlichtingsboodschap communiceren met verschillende middelen. • Je kunt individuele voorlichting geven en voorlichting geven aan een groep.

U

itg

Voorlichting geven tijdens een publieke bijeenkomst

41


Voorlichtingsvormen toepassen

Filmpje SIRE Voor wie - kantoor < Filmpje SIRE Voor wie - social media < Filmpje SIRE Voor wie - viool <

Voor wie doe jij het eigenlijk?

.

Voorbereiding Lees de introductie op de campagne, zoals SIRE die op de website omschrijft:

fb .v

Werkmodel script schrijven <

Vaak richt je je in de voorlichting tot verschillende doelgroepen. Die doelgroepen kunnen sterk van elkaar verschillen. Om je boodschap duidelijk en doeltreffend over te brengen, probeer je zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de doelgroep. In deze oefening analyseer je de campagne ‘Voor wie’ van SIRE.

Sta je weleens stil bij deze vraag? Doe je de dingen in je leven omdat je het zelf wilt, of om aan de verwachtingen van anderen te voldoen? Of misschien zelfs omdat je graag succesvol overkomt op anderen? Op social media, tegenover vrienden en familie hebben we de neiging om ons vaak beter voor te doen, en om alleen de meest perfecte versie van onszelf laten zien. Perfectie lijkt tegenwoordig de norm. En gewoon goed is niet goed genoeg meer. Van deze ratrace worden we ongelukkig. Het helpt ons als we wat vaker stil zouden staan bij de vraag hierboven. Als we meer uitgaan van ons eigen verlangen, luisteren naar ons eigen gevoel, naar wat we zelf willen. Want we zijn zo druk bezig met gelukkig over te komen, dat we soms simpelweg vergeten om gelukkig te zijn.

tie

Theoriebron Voorlichting geven <

Eén boodschap naar verschillende doelgroepen

u' Ac

Oefening 36

• Bekijk met elkaar de drie filmpjes die zijn gemaakt voor deze campagne. • Bespreek met elkaar de filmpjes. Noteer per filmpje: a. Wie is de doelgroep?

2. 3.

Ed

1.

er

ij

b. Op welke manier is hier aansluiting gezocht bij de doelgroep?

ev

c. Hoe herkenbaar zijn de geschetste situaties volgens jullie?

U

itg

d. Welke middelen heeft SIRE nog meer ingezet voor deze campagne?

42

Uitvoering • Bedenk met je groepje nog een doelgroep binnen deze campagne en bedenk een pakkend vierde filmpje. • Beschrijf in jullie voorstel: – wie de doelgroep is – welk verhaal of welke scène wordt uitgebeeld en waarom – wat de voice-over zegt bij de filmbeelden – hoe het filmpje wordt afgesloten. • Werk jullie voorstel uit met behulp van Werkmodel Script schrijven.


Voorlichtingsvormen toepassen

• •

Presenteer jullie voorstel aan de groep. Welke filmpje vinden jullie het best?

fb .v

.

Reflectie e. Herken jij jezelf in de filmpjes of juist niet? Leg je antwoord uit.

f. Zie jij dit als een belangrijk maatschappelijk probleem? Motiveer je antwoord.

tie

g. Hoe vond je het om zelf een campagnefilmpje te bedenken?

Oefening 37

Wie ben ik?

u' Ac

h. Welk filmpje vond jij persoonlijk het best? Motiveer je antwoord.

er

ij

Ed

Jullie gaan het spel ‘Wie ben ik?’ spelen. De docent heeft op een aantal memo’s verschillende types geschreven, die een bepaalde doelgroep vertegenwoordigen. Een van jullie komt naar voren en krijgt een memo op het voorhoofd geplakt, zonder te weten om welk type het gaat. Je gaat voor de klas zitten en moet door vragen te stellen raden wie jij bent. Dit mogen alleen gesloten vragen zijn. De groep antwoordt dus steeds met ja of nee. De docent houdt bij hoeveel vragen je nodig hebt om het antwoord te raden. Hierna is een andere student aan de beurt en zo verder. Degene die de minste vragen nodig had, is de winnaar.

ev

Voorbereiding Bepaal wie er als eerste naar voren komt.

U

itg

Uitvoering • Speel het spel. • Stel gesloten vragen om achter je personage te komen. • Geef de ‘rader’ een duidelijk ja of nee. Reflectie a. Hoe vond je dit raadspel om te doen?

b. Hoe moeilijk of makkelijk was het om een personage te raden?

43


Voorlichtingsvormen toepassen

c. Welke conclusie kun je naar aanleiding van dit spel trekken?

Een brochure voorbereiden en maken

.

Oefening 38

fb .v

Een brochure wordt pas gelezen als iemands belangstelling al is gewekt. Men wil zich verder verdiepen in een onderwerp of iets nalezen. In een brochure kun je maar een beperkte hoeveelheid tekst kwijt, dus probeer de informatie compact weer te geven. De vormgeving van een brochure is van groot belang: een voor de doelgroep aantrekkelijke lay-out bepaalt voor een groot deel of de brochure wordt gelezen.

tie

Casus

u' Ac

Op het consultatiebureau waar je stage loopt, wordt geconstateerd dat mensen niet op de hoogte zijn van de mogelijkheid om hun kinderen daar te laten inenten tegen griep. De consultatiearts wil daarover voorlichting geven. Hij vraagt jou om een brochure te maken waarmee veel mensen snel op de hoogte kunnen worden gebracht.

Ed

Voorbereiding • Lees de casus. • Zorg voor pen en papier. • Stel eerst vast voor welke doelgroep en met welk beoogd resultaat je de brochure maakt. • Bepaal welke informatie je wilt overbrengen en maak een indeling in hoofdstukken die de blokken tekst gaan vormen.

er

ij

Uitvoering Maak de brochure volgens deze indeling: • titel en eventueel ondertitel op de voorzijde • inleidende zin • tekstblokken, de hoofdstukken • foto’s en/of illustraties • pay-off, op de achterzijde een korte samenvatting van de brochure • colofon, schrijver, uitgever, logo Print de brochure of sla hem op als pdf-bestand. Laat de brochure lezen door de andere groep en vraag deze om een beoordeling.

ev

• •

U

itg

Reflectie a. Is het doel van je voorlichting begrepen en is de boodschap overgekomen?

44

b. Gaat het je goed af om een voorlichting te geven in de vorm van een brochure?

c. Ben je erin geslaagd de juiste toon te treffen en je te beperken in de hoeveelheid tekst?


Voorlichtingsvormen toepassen

Oefening 39

Een affiche voorbereiden en maken

fb .v

.

Een affiche kan een snelle manier zijn om een grote groep mensen te bereiken. Met een affiche kun je de aandacht trekken en een korte boodschap overbrengen. Een voorbeeld van een dergelijke boodschap is: ‘Voorkom verspreiding van griep door uw handen regelmatig te wassen, thuis te blijven als u ziek wordt en papieren zakdoekjes te gebruiken.’

Casus

tie

In en rondom de school ligt behoorlijk wat afval. Leerlingen gooien het niet weg op de plekken die daarvoor bestemd zijn. Er ligt zwerfvuil op het plein en ook voor in de fietsenhokken is het raak. Hoewel iedereen best weet hoe het hoort, is het toch een structureel probleem. Het schoolbestuur wil hier weer eens de aandacht van de leerlingen op vestigen.

u' Ac

Voorbereiding • Lees de casus. • Voor deze opdracht heb je pen en papier nodig. • Maak een affiche die aansluit bij de casus. Let op: een voorlichting is iets anders dan een mededeling; je wilt, zoals bij iedere voorlichting, het gedrag van mensen beïnvloeden. • Bepaal voor welke doelgroep de voorlichting bedoeld is en stel de tekst vast die je wilt overbrengen. Een hulpmiddel daarbij is het volgende rijtje: wie-wat-waar-wanneer-waarom? • Bedenk een ontwerp voor de indeling van de affiche.

Ed

Uitvoering • Maak de affiche. Je kunt ervoor kiezen om dit direct op papier te doen of op de computer. Maak er in het laatste geval een print van. • Hang de affiches op en loop er met een groep studenten langs. Geef elkaar feedback.

er

ij

Reflectie a. Is de boodschap van je affiche duidelijk en zou deze tot een gedragsverandering kunnen leiden?

ev

b. Spreken de tekst en de lay-out de doelgroep aan? Welke feedback kreeg je?

U

itg

c. Wat ga je bij een volgende affiche weer zo doen en wat ga je anders doen?

45


Voorlichtingsvormen toepassen

Oefening 40

Maak een persbericht

fb .v

.

Ook een persbericht kan een voorlichtingsdoel hebben. Een gedragsverandering kan bijvoorbeeld bereikt worden door wekelijks een gezondheidsonderwerp te behandelen in de krant. Bij een persbericht ben je afhankelijk van de redacteur die bepaalt of een stuk wordt geplaatst. Het is daarom raadzaam vooraf te overleggen waaraan je stuk moet voldoen. Plaatselijke kranten zijn overigens vaak blij met berichten die kant-en-klaar worden aangeleverd, want dat scheelt ze werk.

Casus

tie

Het natuur-educatief centrum waar jij stage loopt, wil graag dat bewoners met een tuin milieuvriendelijker gaan tuinieren. De vraag aan jou is of je, nu de winter bijna voorbij is, een artikel wilt schrijven voor de plaatselijke krant.

u' Ac

Voorbereiding • Lees de casus. • Bepaal wat de doelgroep is en wat het gewenste resultaat is. • Verdiep je in het onderwerp. • Stel vast wat je wilt overbrengen en houd er rekening mee dat het artikel een groot publiek moet aanspreken en nieuwswaarde moet hebben. Dat wil zeggen dat je iets nieuws te melden moet hebben.

ij

Ed

Uitvoering • Schrijf een artikel en houd daarbij rekening met de volgende zaken: – In het artikel noem je de afzender van het bericht. – In de eerste regel geef je een inleiding waaruit duidelijk blijkt waarover het artikel gaat. – In de volgende regels geef je meer en gedetailleerdere informatie. – Sluit af met een samenvatting of een aansprekende stelling. • Vraag de afdeling public relations (of de administratie van de school) of het persbericht goed geschreven is. Hier zitten medewerkers die vaker berichten voor lokale kranten schrijven. Ook kun je je docent vragen om een reactie.

ev

er

Reflectie a. Is een persbericht schrijven jou op het lijf geschreven? Motiveer je antwoord.

U

itg

b. Wat ga je net zo doen bij een volgend persbericht en wat doe je in het vervolg anders?

46


Voorlichtingsvormen toepassen

Website Weebly <

Websites vormen voor een groeiende groep organisaties een belangrijke manier om voorlichting te geven. Ze zijn dus belangrijke middelen voor gedragsverandering. Steeds meer mensen zoeken op websites naar informatie en laten zich op die manier, soms ongemerkt, voorlichten.

.

Website Sites google <

Maak een webpagina

Voorbereiding • Al eerder in deze training keek je rond op sites van voorlichtingsorganisaties en kreeg je een beeld van de opbouw van deze websites. Kijk desgewenst opnieuw rond op deze sites. • Kies een organisatie waarvoor jij een deel van een website zou willen maken. Kies het onderwerp van de pagina. Bepaal de boodschap van je voorlichting. • Stel de tekst en de lay-out vast.

fb .v

Oefening 41

u' Ac

tie

Uitvoering • Maak één pagina van een website voor de gekozen organisatie. • Maak hierbij gebruik van websites als ’Sites google’ of ‘Weebly’, waar je zelf een website kunt maken. • Vraag medestudenten naar hun mening over je webpagina. Is de taal/toon treffend? Komt de boodschap over?

Ed

Reflectie a. Ben je er volgens jou in geslaagd om een webpagina te maken die het gedrag van mensen kan veranderen?

b. Wat doe je een volgende keer net zo en wat doe je bij een nieuw ontwerp anders?

ij

Mondelinge voorlichting voorbereiden en geven Als je als sociaal werker aan het werk gaat, kan het regelmatig voorkomen dat je het verzoek krijgt om voorlichting te komen geven aan een groep. In deze oefening ga je daarmee aan de slag.

er

Oefening 42

Voorbereiding • Formeer twee groepen studenten. • Elke groep verzint een onderwerp waarover deze voorgelicht wil worden. Verzin ook voor welke doelgroep deze voorlichting gegeven moet worden. Jouw groep speelt dan deze doelgroep. • Vervolgens gaat iedere groep aan het werk met de voorbereidingen voor een voorlichtingsbijeenkomst. Stel eerst vast wie de doelgroep is en welk resultaat gehaald moet worden. Overleg zo nodig nog met de andere groep of je goed hebt begrepen wat de bedoeling is. • Verdeel de taken. • Bereid de voorlichting voor zoals beschreven in Werkmodel Voorlichting aan een groep.

U

itg

ev

Werkmodel Voorlichting aan een groep <

Uitvoering • Geef de voorlichting. • Draai nu de rollen om: de groep die voorlichting gaf, wordt ‘de zaal’ en andersom.

47


Voorlichtingsvormen toepassen

tie

b. Hoe verliep de voorbereiding in de groep?

fb .v

.

Reflectie a. Vraag de groep waaraan je voorlichting gaf, of je goed hebt geluisterd naar waarover de voorlichting moest gaan, of de voorlichting het gewenste resultaat heeft opgeleverd en hoe de groep de kwaliteit van jullie voorlichting beoordeelt. (Was alles goed voorbereid, was de presentatie treffend, konden vragen worden beantwoord?)

Werkmodel Voorlichtings-gesprek <

Voorbereiding • Kies een voorlichtingsfolder of poster die jou aanspreekt. • Zorg voor een videocamera (of telefoon met videocamera) en een ruimte waar je rustig met zijn tweeën kunt zitten. • Bekijk en lees het goed, zodat je weet waar het over gaat. • Verdeel de rollen: wie gaat voorlichten en wie ontvangt de voorlichting? • Bereid jullie beiden voor op het voorlichtingsgesprek: – Voorlichter: zorg dat je informatie hebt over de inhoud en neem werkmodel Voorlichtingsgesprek erbij. – Ontvanger: bedenk welke vragen je zou willen stellen.

er

Werkmodel Reflectiemodelgesprek <

In deze oefening geef je mondelinge voorlichting aan de hand van gekozen voorlichtingsmateriaal. In dit voorlichtingsgesprek neemt de ene student de rol van voorlichter op zich, de andere gaat de voorlichting ontvangen.

Ed

Theoriebron Voorlichting geven <

Een voorlichtingsgesprek

ij

Oefening 43

u' Ac

c. Wat heb je geleerd voor een volgende voorlichtingsbijeenkomst?

U

itg

ev

Uitvoering • Leg jullie gesprek vast op video. Zet de camera of telefoon zo neer dat jullie allebei je handen vrij hebben en allebei in beeld zijn.

48

Voorlichter: • Voer het voorlichtingsgesprek aan de hand van het voorlichtingsmateriaal. • Leid het gesprek in, speel in op wat je gesprekspartner al weet over het onderwerp. • Gebruik in je voorlichting taal en voorbeelden die aansluiten bij je gesprekspartner. • Controleer of de boodschap is aangekomen. • Pols ook of de ontvanger van plan is om iets met de informatie te doen. • Overhandig het voorlichtingsmateriaal als naslagwerk. Ontvanger van voorlichting: • Luister naar de voorlichter en stel vragen. • Wordt de informatie in voor jou begrijpelijke taal gebracht? • Vraag zo nodig om verduidelijking. • Bedank voor de ontvangen informatie.


Voorlichtingsvormen toepassen

fb .v

b. Wat zou je een volgende keer anders doen?

.

Reflectie a. Bekijk samen het opgenomen gesprek terug. Wat valt je op?

Oefening 44

tie

c. Schrijf los van elkaar in Word een verslag (één A4’tje) van je bevindingen. Gebruik hiervoor Werkmodel Reflectiemodelgesprek.

Voorlichten tijdens bijeenkomst (1, groep)

Tip

u' Ac

Bij het organiseren van een voorlichtingsbijeenkomst kan een presentatie een belangrijk onderdeel vormen. Je gaat oefenen met het voorbereiden en houden van een presentatie. Let op! Dit is grotendeels een individuele opdracht. Het laatste deel doe je samen met medestudenten.

Werkmodel presenteren <

Presenteren kan heel spannend zijn omdat je voor een groep mensen staat die iets van je verwachten. Daarom zijn een goede voorbereiding en oefenen van groot belang

U

itg

ev

er

ij

Ed

Voorbereiding • Kies een onderwerp en een doelgroep. Je kunt uit de volgende onderwerpen kiezen: tienerzwangerschap, orgaandonatie, gebruik van drank en drugs, de risico’s van het houden van huisdieren. • Maak een presentatie met behulp van de volgende checklist: – Wat moet de presentatie opleveren (het doel)? – Wat is het onderwerp? – Wie zitten er in de zaal? – Wat is de rode draad in het verhaal? – Wat leeft er bij de doelgroep? – Wat is er in het nieuws over het onderwerp? – Wat vind je zelf boeiend aan het onderwerp? – Wat kun je (op internet) nog meer vinden over het onderwerp? • Nu je deze vragen hebt beantwoord, kun je de presentatie gaan schrijven. • Er zijn in ieder geval drie hoofdstukken: de opening, de kern en de afsluiting. • Schrijf je presentatie eerst helemaal uit en kies daarna of je nog iets wilt aanvullen of weglaten. Uitvoering • Zorg dat je goed bent voorbereid. • Ga stevig staan, met je voeten een klein eindje uit elkaar. • Als je zenuwachtig bent, praat jezelf dan in gedachten moed in: ‘Dit wordt een toppresentatie.’ • Houd je presentatie voor je groepje medestudenten. Praat daarbij heel rustig.

49


Voorlichtingsvormen toepassen

.

Reflectie a. Hoe vond je het om te presenteren voor de groep?

fb .v

b. Hebben je toehoorders je begrepen?

tie

c. Waren er vragen?

u' Ac

d. Wat ging jou in de voorbereiding gemakkelijk af en wat was moeilijk?

e. Vond je het presenteren leuk of lastig?

Ed

f. Welke onderdelen van het presenteren zou je nog vaker willen oefenen?

er

ij

g. Wat valt je op aan je manier van presenteren en welke feedback kreeg je van de medestudenten?

U

itg

ev

h. Wat ga je in het vervolg op dezelfde manier doen en wat ga je anders doen?

50


Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep

.

Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep

fb .v

Inleiding

ij

Ed

u' Ac

tie

Wijzigingen in wetten en regelingen kunnen nadelige gevolgen hebben voor jou of je cliënten. Dat leidt vaak tot gevoelens van onvrede, angst of boosheid. Je cliënt kan protesteren tegen een voorgesteld of al genomen besluit en aangeven dat er iets moet gebeuren. Door informatie te verzamelen en met je cliënt te praten, kun je uitzoeken of het protest gegrond is. Als dat zo is, kun je de cliënt helpen met het indienen van een klacht, een bezwaar of zelfs een beroep.

er

Bij een beroep doet de rechter uitspraak

ev

Klacht

U

itg

Een klacht indienen doe je als een besluit van een organisatie (te) lang uitblijft of als een organisatie het voornemen heeft iets te wijzigen, met eventueel nadelige gevolgen voor jou of de cliënt voor wie je werkt. Cliënten kunnen verontwaardigd of boos zijn als ze naar hun zin te lang moeten wachten of zich slecht behandeld voelen. Regelmatig zullen ze hierbij aangeven dat ze een klacht willen indienen. Bedenk dat een goed gesprek, waarbij je goed luistert en de cliënt bevestigt, soms voldoende is – zeker als de cliënt volgens de regels nog te vroeg is met zijn klacht. Een klacht indienen terwijl de termijn waarbinnen de organisatie zou moeten reageren nog niet is verstreken, is verspilde moeite. Bovendien zou het zelfs nadelig kunnen zijn voor jouw cliënt. Gedrag lokt gedrag uit en de meeste functionarissen vinden het niet prettig om op de vingers getikt te worden. Wees dus selectief bij het formuleren van een klacht en ga na of klagen (al) zin heeft. Adviseer de cliënt eventueel nog even te wachten met de klachtenbrief.

51


Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep

Praten of schrijven?

fb .v

.

De keuze om via een brief een klacht in te dienen, is een keuze voor de formele weg. Dat heeft voordelen. Door de klacht op papier te zetten, moet je deze goed verwoorden. Dat helpt om de klacht inzichtelijk te maken. Bovendien heb je daarmee zwart op wit het bewijs dat je zelf actie ondernomen hebt. Zeker bij ingewikkelde of langlopende kwesties is dat verstandig, want je bouwt op die manier een dossier op. Veel organisaties of gemeenten hebben tegenwoordig ook een digitaal loket, waar je online een klachtenformulier kunt invullen. Toch is het altijd raadzaam om de afweging te maken eerst nog eens te gaan praten met de betreffende functionaris. Dat is soms effectiever en kan sneller resultaat geven.

tie

Bezwaar

u' Ac

Een bezwaar dien je in als er al een besluit is genomen waarmee je het niet eens bent. Een bezwaarschrift kun je indienen bij een rechtspersoon. Bij een rechtspersoon gaat het om een organisatie die officieel is ingeschreven en dus, net als een privĂŠpersoon, schulden mag maken, bezittingen mag hebben, contracten mag sluiten en besluiten mag nemen. Voorbeelden van rechtspersonen zijn het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR, daar doe je rijexamen) en DUO (waar je studiefinanciering kunt aanvragen).

Ed

Door een officieel bezwaar in te dienen, start je een procedure waarbij je een organisatie verzoekt een genomen besluit in heroverweging te nemen. Omdat organisaties vaak een eigen bezwarenprocedure hebben, is het altijd raadzaam je te informeren over de procedure van de betreffende organisatie. Zodra je een bezwaar indient, begeef je je op de formele weg om gelijk te krijgen. De weg terug naar een schikkelijke oplossing is daarmee een gepasseerd station. Vaak krijg je na het indienen van een bezwaar een uitnodiging voor een hoorzitting, waar jij (of iemand die jou vertegenwoordigt) het bezwaar mondeling kan toelichten.

ij

Beroep

U

itg

ev

er

Een beroepschrift volgt op een bezwaarschrift. Dat wil zeggen: als een bezwaar is afgewezen, kan een persoon of organisatie vervolgens nog in beroep gaan. Een beroep dien je in bij de rechtbank. Je laat aan de rechtbank weten dat je het niet eens bent met het besluit van een rechtspersoon. Als je een beroepschrift indient, moet je er dus behoorlijk zeker van zijn dat de organisatie regels heeft overtreden of regels verkeerd heeft toegepast bij het afwijzen van een bezwaarschrift. Het heeft geen zin meer om te proberen een beroep te doen op de emoties van de lezer of te vragen om een uitzondering op de regels, want dat heb je in het bezwaarschrift al gedaan.

52

Na het indienen van het beroepschrift krijg je van de rechtbank een ontvangstbevestiging. De tegenpartij krijgt de gelegenheid om zich te verdedigen met een verweerschrift. Meestal wordt een beroepszaak tijdens een openbare zitting behandeld. Je ontvangt hiervoor een uitnodiging van de rechtbank. Na hoor en wederhoor neemt de rechter een beslissing. In beroep gaan kost wel geld, dat heet griffierecht. Wanneer je door de rechter in het gelijk gesteld wordt, krijg je deze kosten vergoed.


Theoriebron Klacht, bezwaar en beroep

Samenvatting

.

Een bezwaar indienen heeft dus alleen zin als de betreffende organisatie een besluit heeft genomen, anders dien je een klacht in. Dit doe je bijvoorbeeld als iets niet gebeurt of als een besluit lang uitblijft. Een beroep dien je vervolgens in als je bezwaar is afgewezen.

fb .v

Tip 1 Organisaties hebben vaak hun eigen formulieren ontwikkeld voor het indienen van klachten en bezwaren. Het heeft de voorkeur het formulier van de organisatie te gebruiken. Tip 2 Voor bezwaren en klachten waarbij je geen formulier gebruikt, zijn op internet standaardbrieven te vinden, bijvoorbeeld op sites over rechtshulp.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Als je geen standaardbrief gebruikt, moet je in een zakelijke brief in ieder geval het volgende vermelden: • naam, geboortedatum en adres van de persoon die het bezwaar indient • gegevens over de afwijzing, het besluit (bijvoorbeeld het nummer dat het besluit kreeg van de instanties) • andere relevante gegevens van de persoon • argumenten wat je verwacht van de organisatie; dat wil zeggen welk besluit je wenst en op welke termijn je een reactie verwacht.

53


Theoriebron Voorlichting geven

.

Theoriebron Voorlichting geven

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Bij voorlichting geven draag je kennis of inzicht over om een ander te helpen. Het belang van de ander staat hierbij voorop, dus niet je eigen belang of het belang van een organisatie. Je doet dat zodanig dat de ander zelf belangen kan afwegen en een keuze kan maken. De keuze voor een bepaalde voorlichtingsvorm is hierin bepalend, maar ook de juiste toon/taal bepaalt het resultaat van de voorlichting.

er

ij

Een folder als voorlichting

Voorlichting of niet?

U

itg

ev

Bij voorlichting geven gaat het om het geven van feitelijke en neutrale informatie. Deze kennis en inzichten stellen de ontvanger in staat om zelf bewuste keuzes te maken.

54

Wanneer het doel van de informatie is om de ander te overtuigen (propaganda, campagne voeren), iets te verkopen (bijvoorbeeld reclame op tv) of instructies te geven, is er geen sprake meer van voorlichting. In deze gevallen draait het om gedragsbeïnvloeding, niet met de bedoeling keuzes voor te leggen of kennis over te dragen, maar met het doel om te verkopen of een instructie te geven over hoe iets moet. Uitleggen hoe reclame je kan beïnvloeden bij het maken van keuzes, is wel voorlichting. Je wilt dan inzicht geven en gedrag beïnvloeden. Vertellen op welke manieren je eten kunt bereiden – bijvoorbeeld door koken, bakken, wokken of stomen – om mensen te laten weten hoeveel vet je daarbij gebruikt, is eveneens voorlichting. Je legt mensen daarmee namelijk keuzes voor en wilt hun gedrag beïnvloeden. Uitleggen hoe een scootmobiel veilig gebruikt kan worden in het verkeer, is ook voorlichting omdat je kennis overdraagt en verkeersveilig gedrag wilt bewerkstelligen.


Theoriebron Voorlichting geven

Voorlichtingsvorm

tie

fb .v

.

Het doel en de doelgroep bepalen de voorlichtingsvorm die je kiest. Individueel Groepsgewijs Mondeling Een ouder legt in een persoonlijk gesprek zijn kind uit welke voorbehoedsmiddelen er zijn. Hij hoopt hiermee te bewerkstelligen dat zijn zoon een voorbehoedsmiddel gaat gebruiken. In het jeugdcentrum vertelt een GGD-medewerker over de voor- en nadelen van bepaalde voorbehoedsmiddelen. Hij hoopt dat de tieners na de voorlichting gemakkelijker met elkaar over voorbehoedsmiddelen praten. Schriftelijk In een e-mail vertelt opa over het leven in de 20e eeuw. Hij hoopt dat zijn kleinzoon daardoor anders gaat denken over ouderen. De medewerker van het museum gebruikt een PowerPoint-presentatie tijdens de themamiddag over communicatiemiddelen uit de 20e eeuw. Door de bezoekers voor te lichten wil hij bereiken dat zij, naast de moderne media, ook de oude media blijven gebruiken.

u' Ac

Beïnvloeding van gedrag

ev

er

ij

Ed

Belangrijk bij voorlichting geven is dat je je ervan bewust bent dat het gaat om gedragsbeïnvloeding. Voorlichting zet je in als middel om een vrijwillige gedragsverandering te krijgen. Dat betekent dat het gedrag uit vrije wil verandert nadat jij kennis of een inzicht hebt overgedragen. De volgende punten spelen een belangrijke rol bij het succesvol veranderen van gedrag: • Door positieve boodschappen hebben mensen eerder het gevoel dat ze zelf hebben gekozen. Andersom komen harde, negatieve opmerkingen sterk binnen en leveren ze weerstand op. • Zodra mensen hebben besloten dat ze iets willen veranderen, willen ze graag een duidelijk advies over hoe nu gehandeld kan worden. • Goed voorbeeld doet goed volgen, zeker wanneer dit voorbeeld vertegenwoordigd is in de persoon van een bekende Nederlander (bijvoorbeeld met een goede reputatie). • Bij een gedragsverandering willen mensen graag een perspectief voor ogen hebben. Ze horen liever wat het wel oplevert dan wat er niet meer gebeurt als de verandering is gelukt. • Voorlichting moet aansluiten bij de doelgroep. De argumenten die je noemt, de voorbeelden die je geeft en de toon die je treft, bepalen of je boodschap overkomt.

U

itg

Communicatiemiddelen bij voorlichting Bij voorlichting maak je gebruik van communicatiemiddelen. Zowel digitaal als op papier kun je een boodschap ondersteunen en verspreiden. Welke middelen je kiest, hangt af van je boodschap en de doelgroep. Vaak is het een mix van verschillende middelen. Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst zul je wellicht gebruikmaken van een beamer om je PowerPoint-presentatie weer te geven. Daarnaast kun je ook een rolbanier neerzetten of posters ophangen. Je kunt bijvoorbeeld het publiek een samenvatting van de informatie meegeven in de vorm van een folder. Overzicht meestgebruikte middelen • Flyer

55


Theoriebron Voorlichting geven

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Korte, bondige informatie op één enkel blaadje, bijvoorbeeld een aankondiging of een mededeling. Flyers zijn bij uitstek geschikt om uit te delen, of om vanaf een kraam te laten meenemen. • Folder Een gevouwen stuk papier. Het gebruik is min of meer hetzelfde als van een flyer: aankondigingen, standpunten. Doordat er meer ruimte is, kun je meer vertellen. Folders worden vaak huis aan huis bezorgd. • Brochure Uitgebreider dan een folder. Het zijn meerdere pagina’s, gevouwen en geniet. Vaak is een brochure een korte verhandeling over een speciaal onderwerp. • Affiche Poster om een gebeurtenis aan te kondigen of iets onder de aandacht te brengen. • Rolbanier Als een poster, maar groter. Zit vaak opgeborgen in een cassette, waar je hem uit trekt en met behulp van een stok vastzet. • PowerPoint- of andere digitale presentatie Handig als rode draad van de voorlichting. Zorg wel dat de teksten kort en kernachtig zijn. Gebruik een lettergrootte die ook op afstand goed leesbaar is. • Website Prima instrument om voorlichting te geven. Met een website kun je informatie goed en gestructureerd overbrengen. • Persbericht Kort artikel voor in de krant. Kan goed gebruikt worden om beknopte informatie over een onderwerp te geven of om mensen te interesseren voor een informatiebijeenkomst. • Social media Facebook en Twitter zijn veelgebruikte kanalen om informatie te delen met een grote groep mensen. • Vloggen Bloggen door middel van een video. Via een kanaal als YouTube bijvoorbeeld, kun je goed een voorlichtingsboodschap verspreiden. Zorg er wel voor dat het een aantrekkelijke video is, die niet te lang duurt.

ij

Belangenbehartiging

U

itg

ev

er

Wie goed is voorgelicht, heeft beter zicht op hoe zaken geregeld zijn en welke mogelijkheden er in bepaalde situaties zijn. Met de opgedane kennis en de verworven inzichten is het ook makkelijker om vast te stellen wanneer er iets niet klopt. Dat leidt tot meer assertiviteit. Mensen zullen eerder aan de bel trekken als ze vinden dat ze niet goed behandeld worden of niet krijgen waarop ze menen recht te hebben. Desondanks zal het niet voor iedereen even eenvoudig zijn om voor zichzelf op te komen. Veel groepen in onze samenleving kunnen hierbij wel hulp gebruiken. Ons land telt dan ook vele belangenorganisaties die opkomen voor deze groepen. Ook jij kunt als toekomstig hulpverlener je bijdrage leveren door je cliënten in praktische zin te helpen op te komen voor hun belangen. Bijvoorbeeld door informatie op te vragen bij een bepaalde instantie, te bellen met een ambtenaar of door een klachtenbrief te schrijven.

56


Theoriebron Het signaleren van risicofactoren

.

Theoriebron Het signaleren van risicofactoren

fb .v

Inleiding

ij

Ed

u' Ac

tie

Het signaleren van risicofactoren voor cliënten komt niet altijd even duidelijk naar voren in de taken van hulpverleners in het sociale werkveld. Toch is signalering een belangrijke taak in de uitvoering van het beroep. Juist door tijdige signalering kan actie ondernomen worden, waardoor belemmerende factoren uit de sociale omgeving van cliënten kunnen worden beperkt of opgeheven. Daarmee draagt signalering in belangrijke mate bij aan het streven van de sociaal werker om ieder mens in deze maatschappij optimaal tot zijn of haar recht te laten komen.

er

Opmerkzaam zijn voor signalen in de omgeving

U

itg

ev

Signalering Bij signalering gaat het om activiteiten die tot doel hebben belemmerende factoren in de sociale omgeving van doelgroepen op te sporen, en relevante groepen in de samenleving zodanig te beïnvloeden dat zij maatregelen nemen om die belemmerende factoren op te heffen. Signalering begint met het in de gaten hebben van trends en ontwikkelingen in de maatschappij en dit vervolgens doorvertalen naar consequenties voor het eigen beroep. Het is dus zaak om bij te blijven op het gebied van sociaal beleid en van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Signalering richt zich op het beïnvloeden van de sociale omgeving van mensen. Binnen die omgeving wordt onderscheid gemaakt tussen de publieke sfeer en de privésfeer. De publieke sfeer bestaat uit de economische en politieke systemen, voorzieningen, wetten en regels. De privésfeer wordt gevormd door iemands directe omgeving. Denk aan familie, wijk, school, werkvloer en verenigingen. Dit is de plek waar het dagelijks leven zich afspeelt en directe onderlinge contacten zijn.

57


Theoriebron Het signaleren van risicofactoren

Risicofactoren in de publieke sfeer en privésfeer

tie

fb .v

.

Risicofactoren die een belemmering kunnen vormen voor cliënten, kunnen zowel in de publieke sfeer als in de privésfeer liggen. In de publieke sfeer liggen de risicofactoren bij overheidsinstanties, wet- en regelgeving, het overkoepelende beleid voor de zorgsector. Wanneer wetgeving wordt aangepast, kan dit voor bepaalde groepen in de samenleving nadelige gevolgen hebben. Dit zijn vaak voorspelbare gevolgen, waarop je kunt anticiperen. Signalering richt zich dus niet alleen op bestaande problemen, maar ook op problemen die te verwachten zijn in verband met ontwikkelingen in de samenleving. In de privésfeer zijn de risicofactoren divers, maar altijd gerelateerd aan de directe omgeving. Risicofactoren kunnen aanwezig zijn in de woonsituatie, het werk, de familie, vrienden enzovoort. Behalve de risico’s uit deze sferen is er nog een derde en die komt van binnenuit. Ook de eigen organisatie kan namelijk belemmerend werken. Dat vraagt om voortdurende reflectie op het eigen beleid en adequaatheid in uitvoering.

Materiële en immateriële omstandigheden

u' Ac

Bij het signaleren van risico’s wordt ook onderscheid gemaakt tussen materiële en immateriële aspecten. Materiële omstandigheden worden vooral bepaald door wetten, regels en voorzieningen. Denk aan: • tekorten en gebreken in regelingen en voorzieningen • het niet goed functioneren van personen en afdelingen bij organisaties en instanties • veranderende wet- en regelgeving.

Ed

Ook op immaterieel vlak kunnen behoeften, tekorten of misstanden ontstaan. Gevolgen hiervan zijn bijvoorbeeld merkbaar op het gebied van onveiligheid, isolement, overlast of discriminatie.

U

itg

ev

er

ij

Risico’s signaleren Het is niet altijd eenvoudig om de risicofactoren vast te stellen voor een bepaalde situatie. Vaak spelen verschillende factoren een rol. Neem bijvoorbeeld groepen hangjongeren in achterstandswijken, waarmee organisaties voor jongerenwerk of buurtwerk geen contact krijgen. Belemmerende factoren zijn hier gelegen in: • de directe leefomgeving van de jongeren (privésfeer), maar ook • hoe maatschappelijk wordt aangekeken tegen deze jongeren (publieke sfeer) en/of • de eigen organisatie (intern). Hoe adequaat handelt de eigen organisatie?

58

Signalering en preventie Zoals al opgemerkt kun je van sommige risicofactoren voorspellen wat voor uitwerking een wijziging op dit gebied kan hebben. Als een gemeente besluit om een bepaalde voorziening in te trekken, is te voorzien dat daardoor bepaalde mensen gedupeerd worden. Denk bijvoorbeeld aan een buurtbusje voor ouderen. Door op tijd in te spelen op verwachte veranderingen, kun je soms problemen goed ondervangen. In dit voorbeeld kan alvast gezocht worden naar alternatieve mogelijkheden voor het ouderenvervoer. Signalering vormt tegelijk aanleiding voor preventie. Je zet je in om de nadelige gevolgen van de maatregel (verminderde mobiliteit van ouderen) tot een minimum te beperken. Dit doe je bijvoorbeeld door oplossingen te zoeken en voorlichting te geven aan betrokken personen.


fb .v

Theoriebron Communiceren met de cliënt

.

Theoriebron Communiceren met de cliënt

Inleiding

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Om de belangen van een cliënt te kunnen behartigen, moet je weten wat die belangen precies zijn. Bij het oplossen van een klacht zoek je eerst uit waar de cliënt precies een probleem mee heeft. Alles begint met een goede communicatie, met in gesprek gaan en uitvinden wat er aan de hand is. Verrassend genoeg leidt alleen dat al soms tot een oplossing. Praten over dat wat iemand hoog zit, helpt relativeren en inzichtelijk maken waar precies het probleem zit. Doordat het onder woorden gebracht wordt, verdwijnt ook de eerste emotionele lading.

ev

In het gesprek met de cliënt achterhaal je wat de klacht is

U

itg

Luisteren Goed kunnen praten is prima, maar belangrijker nog is goed kunnen luisteren. Zeker wanneer je cliënt ongerust is, overstuur of in de war. Soms is het nodig dat de cliënt eerst zijn emoties kan ventileren. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik zie dat je erg gespannen bent. Klopt dat?’ Je schept daarmee ruimte om emoties te ontladen. De cliënt zal daarna meer openstaan om ook jouw mening of advies te horen. Goed luisteren is een eerste vereiste om de ander te kunnen begrijpen. Je doet dit door de ander de ruimte te geven voor zijn verhaal en hem te laten uitpraten. Door af en toe even te knikken of te ‘hummen’ laat je merken dat je hem begrijpt. Luisteren doe je op een actieve manier. Dit betekent dat je bewust rekening houdt met: • je concentreren op datgene wat wordt gezegd, zowel verbaal als non-verbaal • oogcontact houden

59


Theoriebron Communiceren met de cliënt

• •

Samenvatten en doorvragen

.

We onthouden van een boodschap: 7% via woorden 38% door de klank van de stem 55% door gezichtsuitdrukking en lichaamstaal.

fb .v

Weetje:

stiltes laten vallen letten op je lichaamshouding.

tie

Wat goed helpt in een gesprek is samenvatten. Dit hoeft niet alleen aan het eind te gebeuren. Je kunt ook tussendoor delen van het gesprek samenvatten. Het is voor beide gesprekspartners een controlemiddel, voor de één: ‘Is dit wat ik bedoelde te zeggen?’, en voor de ander: ‘Dus als ik het goed begrijp wil je …?’, of: ‘Dus jij bent van mening dat …?’.

u' Ac

Blijkt iets niet geheel duidelijk te zijn, dan ga je doorvragen. Je kunt open vragen of gesloten vragen stellen. Op een gesloten vraag kan de cliënt met een simpel ja of nee antwoorden. Open vragen (die beginnen met woorden als hoe, wie, wat, waar, waarom) nodigen uit om te vertellen.

Non-verbale communicatie

Ed

Het zal duidelijk zijn dat non-verbale communicatie een zeer belangrijke rol speelt tijdens een gesprek met een cliënt. Dit is het totale pakket aan signalen zonder woorden, dus je gezichtsuitdrukking, houding en gebaren. Jij pikt de non-verbale signalen op die de cliënt geeft, maar andersom zend je ook zelf signalen uit. Het is belangrijk dat je je hiervan bewust bent. Als je tijdens een gesprek voortdurend met je voet zit te wippen, straal je niet echt uit dat je tijd en aandacht voor de cliënt hebt.

U

itg

ev

er

ij

Een ander aspect van de non-verbale communicatie is de rol die ruimte en afstand tussen mensen spelen. Welke afstand kiest iemand (letterlijk) tijdens een gesprek? Zit er 50 centimeter tussen de gesprekspartners of anderhalve meter? Staat er een bureau tussen jullie in, of niets? Zit je tegenover elkaar of zit je juist naast elkaar? Vanuit een professionele houding kies je er doorgaans voor om letterlijk en figuurlijk wat afstand te houden. Deze keuze is mede afhankelijk van de situatie en van de relatie met je cliënt.

60


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.