40863 Organiseren van buitenschoolse activiteiten

Page 1

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

fb

Ac t

ie

Organiseren van buitenschoolse activiteiten

.v

.

Project


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur: Annemieke Loos Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers

ISBN: 978 90 3724 086 3

Ac t

Bronvermelding: MarinaDa / Shutterstock

ie

Titel: Organiseren van buitenschoolse activiteite

©

u'

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ht

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


4

Vooronderzoek

8 20

Voorbereidingsfase Realisatiefase

25 27

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Oplevering

24

fb

Ontwerpfase

.v

Over dit project

.

Inhoud

3


Over dit project

Over dit project

.

Inleiding

fb

.v

Buitenschoolse activiteiten zijn activiteiten die buiten het schoolgebouw plaatsvinden. Wanneer een buitenschoolse activiteit didactisch verantwoord is, noem je dit ook wel een excursie. Een excursie geeft leerlingen de kans om dat wat ze geleerd hebben, in het echt te laten beleven. Excursies zijn geschikt voor leeractiviteiten en ondersteunen het leerproces. Een excursie bestaat uit meerdere buitenschoolse activiteiten.

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Scholen kunnen zelf excursies organiseren. Maar ook zijn er kant-en-klare excursies, zoals een bezoek aan de 'Ontdekhoek'. Hier kunnen leerlingen tot veertien jaar allerlei proefjes doen. Bij zelf te organiseren excursies voor jonge schoolkinderen kun je denken aan een bezoek aan een kinderboerderij, bakkerij of weiland. Voor oudere schoolkinderen is bijvoorbeeld een bezoek aan een verzorgingstehuis of supermarkt geschikt. Bij excursies in het voortgezet onderwijs kun je denken aan een bezoek aan regeringsgebouwen of een schouwburg. Een excursie heeft altijd een doel en bestaat uit meerdere (buitenschoolse) activiteiten. In dit project ga je buitenschoolse activiteiten organiseren voor een zelfbedachte excursie.

C

op

yr

Natuureducatie op locatie; slootje scheppen. Oók een buitenschoolse activiteit.

4

Leerdoelen Je kunt: • onderzoek doen naar passende buitenschoolse activiteiten en de wensen en behoeften van het lerarenteam in kaart brengen • een passende keuze maken voor buitenschoolse activiteiten en deze per activiteit uitwerken • een buitenschools activiteitenplan opstellen.


ie

fb

.v

.

Over dit project

Ac t

Een museumbezoek, zoals hier naar het Rijksmuseum, is een buitenschoolse activiteit. Bronvermelding: MarinaDa / Shutterstock.com

u'

Projectbeschrijving

Ed

Casus

ht

Scholengemeenschap Marga KlompĂŠ is een vmbo-school in een achterstandswijk in de stad Groningen. Deze school heeft alle leerwegen (basis, kader, gemengd en theoretisch). De vestiging aan de Zusterstraat wil komend schooljaar weer op schoolreis. Al jaren gaat de onderbouw de eerste twee leerjaren naar een pretpark buiten de regio. Maar veel leraren willen liever een didactisch verantwoorde buitenschoolse activiteit, zoals een excursie.

ig

Ze denken aan een excursie die te maken heeft met kunst en cultuur, of iets sportiefs. Ten slotte zijn er leraren die graag de natuur in wil met de leerlingen. Dat doen deze leerlingen uit zichzelf veel te weinig, vinden de leraren. De teamleider van de onderbouw vraagt je om hulp bij het organiseren van deze buitenschoolse activiteiten.

De opdrachtgever is de teamleider van de vestiging aan de Zusterstraat, mevrouw De Hof. In deze vestiging zitten de leerlingen die de theoretische leerweg volgen. De onderbouw heeft zes klassen, met gemiddeld twintig leerlingen per klas. De leerlingen hebben verschillende culturele achtergronden. De meeste leerlingen groeien op in gezinnen met laagopgeleide ouders of verzorgers. Ook hebben veel gezinnen te maken met armoede. De vrijwillige ouderbijdrage wordt vaak niet aan school betaald. Mevrouw De Hof wil mbo-studenten van de opleiding Onderwijsassistent vragen om een excursie te organiseren.

C

op

yr

Opdrachtgever

5


Over dit project

Omvang van de projectgroep Vorm een projectgroep van vier studenten.

.

Projectopdracht

fb

.v

Breng de wensen en behoeften van het lerarenteam in kaart. Beschrijf dit in een verslag waarin ook voorstellen zijn opgenomen over de excursies. Jullie kiezen één excursie en werken hiervoor drie activiteiten uit in een buitenschools activiteitenplan.

Projectproduct: Verslag

Ac t

ie

Samen met je projectgroep maak je voor de vestiging aan de Zusterstraat twee producten: • een verslag waarin op een heldere manier de wensen en behoeften van het lerarenteam in kaart zijn gebracht, met een overzicht van passende excursies met buitenschoolse activiteiten • een buitenschools activiteitenplan voor de excursie met minstens drie uitgewerkte activiteiten Hierbij horen onder andere een kostenoverzicht, een planning en uitgewerkte ideeën voor hoe je contact legt met alle betrokkenen.

Ed

u'

Processtappen • Voer de fase Vooronderzoek uit, hier vind je de meeste informatie voor het projectproduct. • Voer de Ontwerpfase uit, maak hierbij gebruik van de producteisen. • Vervolg de stappen uit het project.

ig

ht

Producteisen Het verslag heeft: • twee uitgewerkte interviews • twee voorstellen voor een excursie met buitenschoolse activiteiten gericht op kunst en cultuur • twee voorstellen voor een excursie met buitenschoolse activiteiten gericht op sport • twee voorstellen voor een excursie met buitenschoolse activiteiten gericht op natuureducatie • een duidelijke opbouw, geen taal- en spelfouten en is gemiddeld vijf pagina's lang (Verdana 10, regelafstand 0).

C

op

yr

Projectproduct: Buitenschools activiteitenplan

6

Processtappen • Voer de fase Vooronderzoek uit, hier vind je de meeste informatie voor het projectproduct. • Voer de Ontwerpfase uit, maak hierbij gebruik van de producteisen. • Vervolg de stappen uit het project. Producteisen Het buitenschools activiteitenplan heeft: • een beschrijving van de beginsituatie (doelgroepanalyse en reden) • SMART geformuleerde doelen • minstens drie activiteiten • per activiteit een SMART-doel en een beschrijving van de randvoorwaarden • per activiteit een beschrijving van de onderwijsleersituatie (inhoud, leeractiviteiten, werkvormen, materialen en groepering) • per activiteit een beschrijving van de inleiding, kern en slot van de activiteit


Over dit project

.

• •

een planning een kostenoverzicht drie product-evaluatievragen en drie proces-evaluatievragen een bijlage met een zakelijke brief voor de ouders/verzorgers, om hen te informeren over de activiteiten een bijlage met een mail voor collega's, om hen te informeren over de activiteiten een passende titelpagina en heeft geen spel- en typefouten.

.v

• • • •

Jullie worden beoordeeld op de projectproducten van de opdracht en de tussenstappen. Ook het groepsproces en jullie individuele bijdrage en reflectie zijn belangrijk! Op het beoordelingsformulier staat precies hoe je beoordeeld wordt.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Beoordelingsformulier <

fb

Beoordeling

7


Vooronderzoek

Vooronderzoek Opdracht 1

Maak een samenwerkingscontract

.

Vorm de projectgroep en maak een samenwerkingscontract. Gebruik hierbij Werkmodel Samenwerkingscontract. Voordat je het samenwerkingscontract maakt, bespreek je: • Hoe denken jullie over samenwerken? • Moet iedereen hetzelfde doen, of doet iedereen waar hij het best in is? • Hoe belangrijk vind je het om je aan afspraken te houden? • Hoe belangrijk vind je het dat de leraar precies weet wie hard gewerkt heeft en wie minder hard?

fb

.v

Werkmodel Samenwerkingscontract <

De hoofdvraag van een interview is de centrale vraag. Die heeft te maken met de probleemstelling; er is een probleem dat opgelost moet worden. a. Lees het interview op de website van het Financieel Dagblad. Wat is de hoofdvraag van dit interview?

u'

Website Financieel Dagblad <

Een interview

Ac t

Opdracht 2

ie

Zorg dat je het samen eens bent (bereik consensus) over de afspraken in het samenwerkingscontract.

Ed

b. Wat is het antwoord op de hoofdvraag?

ig

ht

c. Stel je voor dat jij de verslaggever bent die dit interview afneemt met Judith. Hoe zou jij dit interview voorbereiden?

C

op

yr

d. Wanneer je een interview afgenomen hebt, is het belangrijk dat je het zo snel mogelijk uitwerkt. Dan zit alles nog goed in je hoofd. Ook is bijvoorbeeld een mooie openingszin van het uitgewerkte interview prettig voor de lezer. Zoek op internet naar nog meer tips voor het houden of uitwerken van een interview.

8


Vooronderzoek

De doelgroep

Ac t

ie

fb

.v

.

Opdracht 3

Waar ligt de belangstelling van de doelgroep?

u'

Wanneer je een excursie organiseert, houd je rekening met de doelgroep. Hiervoor maak je een korte doelgroepanalyse. De volgende vragen kunnen je helpen bij het analyseren van de doelgroep. Neem je eigen klas in gedachten. Beantwoord dan de vragen.

Ed

a. Wat is de gemiddelde leeftijd van jouw klas?

b. Hoe is de verhouding man-vrouw in jouw klas?

ht

c. Zijn er bijzonderheden van klasgenoten waarmee rekening gehouden moet worden?

e. Wat zijn de mogelijkheden van jouw klas bij het leren over flora en fauna van een bos?

C

op

yr

ig

d. Stel je voor dat je met jouw klas naar het bos gaat om de flora en fauna te bestuderen. Wat is het niveau van jouw klas? Vraag je klasgenoten naar hun kennis en ervaring over een bosrijke omgeving. Kunnen ze planten en bomen noemen? Welke diersoorten of vogels uit het bos kennen ze? Wat kunnen ze over die diersoorten vertellen?

9


Vooronderzoek

.

f. Misschien weten jouw klasgenoten weinig over flora en fauna van een bos. Waarmee kan dat te maken hebben?

Opdracht 4

Kerndoelen en buitenschoolse activiteiten

Scholen willen met een buitenschoolse activiteit iets bereiken. Daarom maakt een buitenschoolse activiteit deel uit van het lesprogramma. Met deze opdracht ontdek je wat kerndoelen te maken hebben met een buitenschoolse activiteit. Ga naar de website Leerplan in beeld van het SLO en bekijk het filmpje.

ie

Website Leerplan in beeld <

fb

.v

g. Waarom is het belangrijk om met interesses van de doelgroep rekening te houden?

u'

Ac t

a. Waarbij helpt de website Leerplan in beeld volgens het filmpje?

Ed

b. Welke informatie is te vinden op Leerplan in beeld?

ht

c. Klik op de website Leerplan in beeld op vmbo-onderbouw. Welke leergebieden in het linkermenu zijn interessant voor een excursie met vmbo-leerlingen? Kies er vier uit. Schrijf erachter waarom je deze kiest. 1.

2.

ig

3.

yr

4.

C

op

d. Kies voor elk leergebied een kerndoel uit voor de onderbouw. Schrijf achter elk kerndoel het nummer van dit kerndoel op. Geef een voorbeeld hoe het kerndoel tijdens een excursie aan bod kan komen.

10


Vooronderzoek

Opdracht 5

SMART-leerdoelen

.

Elke onderwijsactiviteit begint met het opstellen van leerdoelen. Ook buitenschoolse activiteiten hebben leerdoelen. Leerdoelen geven richting aan onderwijs. Na een activiteit moet een leerling iets kennen, kunnen, ontdekt of ervaren hebben, of ergens mee geoefend hebben.

Filmpje Doelen SMART formuleren <

fb

.v

a. Bekijk het filmpje. Waar staan de letters SMART voor?

b. Bekijk de tabel. Welke letter van het woord SMART hoort waar, denk jij?

Letter SMART

ie

Omschrijving

Het doel is haalbaar en niet te laag of te hoog gegrepen.

Ac t

In de komende vijf lesweken geven leerlingen steeds vaker hun eigen mening in het groepje waarin ze samenwerken, zodat ze in de laatste week minimaal vijf keer per bijeenkomst inbreng hebben. Het is helder wanneer leerdoelen behaald zijn, bijvoorbeeld; wanneer 80 % van de opdrachten goed gemaakt zijn, beheerst de leerling de stof.

u'

Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

Opdracht 6

Ed

Het te behalen leerdoel is voor leerlingen en docenten de moeite waard.

Leeractiviteiten

C

op

yr

ig

ht

Bij het uitwerken van een buitenschools activiteitenplan besteed je tijd en aandacht aan leeractiviteiten. Bij de leeractiviteiten schrijf je op wat je wilt dat leerlingen moeten doen om iets te leren. Er zijn vier hoofdleeractiviteiten: onthouden, begrijpen, integreren en creatief toepassen. Onthouden is hierbij het meest eenvoudig voor leerlingen, creatief toepassen het moeilijkst.

11


Vooronderzoek

a. Zet de woorden op de juiste plek achter de uitleg en de meer specifieke leeractiviteiten. Je kunt kiezen uit: onthouden- begrijpen- integreren- creatief toepassen. Specifieke leeractiviteiten

Hoofdleeractiviteit

Gericht op het gebruiken van de kennis in een nieuwe, onbekende situatie

Selecteren, ontwerpen, evalueren, bouwen, ontwikkelen, besluiten door argumenten, uitvinden, bewijzen voor conclusies aangeven

Gericht op het herinneren en onthouden van de aangeboden informatie

Luisteren, oefenen, lezen, beschrijven, benoemen, opzeggen, vertellen, definiëren, stappen aangeven, aanwijzen

Gericht op het ophalen en activeren van (voor) kennis en het verbinden van nieuwverworven kennis aan de aanwezige kennis en ervaring

Vergelijken, een plan ontwikkelen, met elkaar in verband brengen, analyseren, voorspellen, beoordelen, aantonen, beargumenteren, laten zien hoe, patroon vaststellen, tegen elkaar afzetten, analyseren

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Uitleg

Bediscussiëren, uitleggen, in eigen woorden weergeven, samenvatten, beredeneren, een verklaring geven, afleiden, grote lijnen aangeven, aangeven wat niet in het rijtje thuishoort

ht

Ed

Gericht op het in eigen woorden weergeven van de inhoud zodat je de samenhang ziet

ig

Bekijk de omschrijving en de doelen van het project Restart van het Nederlands Openlucht Museum in Arnhem. Dit is een lesproject van het museum over migratie voor leerlingen van het voorgezet onderwijs.

C

op

yr

Al eeuwenlang komen er mensen vanuit andere landen naar Nederland. Ook zijn er mensen uit Nederland vertrokken. Migratie is een onderdeel van onze geschiedenis en dat zie je aan de bewoners van ons land. Leerlingen krijgen in dit project inzicht in de persoonlijke motieven voor vertrek uit eigen land en begrijpen dat je vaderland verlaten ingrijpend is. Om ze te laten beseffen wat het betekent om te migreren en opnieuw te beginnen in een ander land, stappen de leerlingen in de rol van een migrant. De groepjes migranten gaan met een tablet op pad. Hierop krijgen ze opdrachten doorgestuurd. Elke groep komt obstakels en uitdagingen tegen die migranten ook mee maken: zo moeten ze werk zoeken, een vreemde taal leren en onbegrijpelijke formulieren invullen. Doel van de les: • Leerlingen kennen de begrippen migrant en migratie. • Leerlingen worden zich bewust van de motieven van migratie. • Leerlingen krijgen het inzicht dat migratie niet gemakkelijk is. Bron: Lesinstructie Restart- Nederlands Openlucht Museum.

12


Vooronderzoek

b. Bij welke hoofdleeractiviteit hoort het eerste leerdoel?

.v

.

c. Bij welke hoofdleeractiviteit hoort het tweede leerdoel?

e. Welke hoofdleeractiviteit ontbreekt bij de leerdoelen?

fb

d. Bij welke hoofdleeractiviteit hoort het derde leerdoel?

Opdracht 7

Ac t

ie

f. Bedenk voor de ontbrekende hoofdleeractiviteit een leerdoel.

Werkvormen

u'

In deze opdracht komen werkvormen aan bod. Bij verschillende soorten activiteiten horen verschillende soorten werkvormen. Er zijn vijf soorten werkvormen. Dit zijn instructievormen, interactievormen, opdrachtvormen, samenwerkingsvormen en spelvormen.

Ed

a. Zet de woorden op de juiste plek achter de uitleg en/of het voorbeeld. Je kunt kiezen uit: instructievormen-interactievormen- opdrachtvormen- samenwerkingsvormenspelvormen. Uitleg en/of voorbeeld

Werkvorm

ht

Bij deze werkvorm werken de leerlingen samen aan een gemeenschappelijk doel. Het is voor deze werkvorm handig wanneer de leerlingen dezelfde interesses en vaardigheden hebben. Ook moet je soms eerst met leerlingen oefenen voordat je deze werkvorm kunt inzetten.

C

op

yr

ig

Bij deze werkvorm leren leerlingen om vragen te stellen, te luisteren naar anderen, hun mening te verwoorden en te overleggen. Communicatieve vaardigheden zijn noodzakelijk bij deze werkvorm. Leerlingen worden gesprekspartner van elkaar of van de leerkracht. Voorbeelden zijn een kringgesprek, feedback geven, in duo’s evalueren en discussie.

13


Vooronderzoek

Uitleg en/of voorbeeld

Werkvorm

.v

Ac t

ie

Bij deze werkvorm krijgen leerlingen taken en moeten deze zelfstandig of met anderen uitvoeren. Leerlingen leren hierdoor samenwerken, informatie zoeken en verwerken. Ook wordt de zelfstandigheid bevorderd. De voorbereiding van deze vormen is cruciaal, alles moet van tevoren overdacht zijn. Zo weet je welke moeilijkheden de leerlingen kunnen tegenkomen en hoe je daar mee om kunt gaan.

fb

Bij deze werkvorm speelt een leerkracht, gids of begeleider een grote rol. Deze werkvorm wordt meestal ingezet bij het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden. De leerkracht of begeleider vat samen, doet iets voor, stelt vragen en draagt informatie over.

.

Een voorbeeld van deze werkvorm is het rollenspel. Leerlingen oefenen vaardigheden en ze doen ervaring op. Een ander voorbeeld is drama; je vrij uiten door taal, mimiek en beweging.

u'

b. Welke werkvormen vind je geschikt voor een buitenschoolse activiteit? Leg je antwoord uit.

Ed

c. Welke werkvormen vind je ongeschikt voor een buitenschoolse activiteit? Leg je antwoord uit.

yr

ig

ht

d. Zoek op het internet naar nog meer voorbeelden die horen bij de vijf soorten werkvormen. Zoek voor elke werkvorm twee voorbeelden. Maak aantekeningen over de werkvormen. De aantekeningen kun je in de ontwerpfase gebruiken. Welk voorbeeld spreekt je het meest aan?

Opdracht 8

C

op

Website Doenja Dienstverlening <

14

Materialen en hulpmiddelen In een buitenschools activiteitenplan neem je de materialen en hulpmiddelen op, die je nodig hebt per buitenschoolse activiteit. a. Ga naar de Website DOENJA Dienstverlening. Wat voor soort organisatie is DOENJA Dienstverlening?


Vooronderzoek

.v

.

b. Stel je voor dat je op Koningsdag een sportieve spelletjesochtend wilt houden voor leerlingen uit de bovenbouw van je stageschool. Het sportevenement vindt buiten plaats. Welke materialen kies je voor een onvergetelijke ochtend?

fb

c. Je hebt nagedacht over materialen voor een sportieve spelletjesochtend. Welke andere materialen en hulpmiddelen zijn belangrijk voor zo’n ochtend?

Ac t

ie

d. Ga op internet op zoek naar materialen die je in kunt zetten bij buitenschoolse activiteiten die te maken hebben met sport. Houd rekening met de doelgroep en de leeractiviteiten. Welke materialen heb je gevonden?

Ed

u'

e. Ga op internet op zoek naar materialen die je in kunt zetten bij buitenschoolse activiteiten die te maken hebben met kunst en cultuur. Houd rekening met de doelgroep en de leeractiviteiten. Welke materialen heb je gevonden?

ig

ht

f. Ga op internet op zoek naar materialen voor buitenschoolse activiteiten die te maken hebben met natuureducatie. Houd rekening met de doelgroep en de leeractiviteiten. Welke materialen heb je gevonden?

Planning en kostenoverzicht

yr

Opdracht 9

De planning van een buitenschools activiteitenplan is een belangrijk onderdeel. Een planning geeft duidelijk aan wanneer wie wat moet doen. Je kunt het vergelijken met een draaiboek. a. Ga op internet op zoek naar voorbeelden van planningen. Welke onderdelen komen in ieder geval voor in een planning?

C

op

Website Nibud <

15


Vooronderzoek

Ook het kostenoverzicht is belangrijk bij het organiseren van een excursie. Het geeft aan of een excursie financieel haalbaar is. Vaak wordt er aan ouders of verzorgers een bijdrage in de kosten gevraagd. Soms het is bedrag voor excursies opgenomen in de ouderbijdrage.

fb

.v

.

b. Bekijk op de website van het NIBUD de preview van een kasboek voor consumenten. Waarom is het handig om een kasboek bij te houden?

ie

c. Welke inkomsten en uitgaven worden in het kasboek opgeschreven?

Ac t

d. In welke categorieën worden de uitgaven opgesplitst?

u'

e. Wat vind je van dit kostenoverzicht?

Ed

f. Welke categorieën kun je bedenken voor de kosten van een excursie? Je mag het internet gebruiken voor ideeën.

Bekijk het Filmpje Fietstraining op weg naar zelfstandigheid. a. Wat voor soort school is de Herman Broerenschool in Roermond?

ig

Filmpje Fietstraining op weg naar zelfstandigheid <

Uitvoering en begeleiding

ht

Opdracht 10

C

op

yr

b. Welke voordelen zijn er als leerlingen als fietser kunnen deelnemen aan het verkeer?

16

c. Stel je voor dat je na het examen met deze leerlingen hun succes wilt vieren. Je stippelt samen met collega’s een fietsroute uit naar de ijssalon. Op deze manier combineer je het nuttige met het aangename. De buitenschoolse activiteit die je organiseert, in dit geval de fietstocht, moet aan een aantal dingen voldoen. Zo zijn er randvoorwaarden. Dit zijn minimale eisen waaraan een project moet voldoen om doorgang te vinden.


Vooronderzoek

.v

.

Een voorbeeld van een randvoorwaarde is dat er voor elke leerling een geschikte fiets moet zijn. Welke andere randvoorwaarden kun je bedenken voor het tochtje naar de ijssalon?

ie

fb

d. Wat kun je doen om de leerlingen voor en tijdens de fietstocht goed te begeleiden en te stimuleren?

De evaluatie

yr

ig

ht

Ed

u'

Opdracht 11

Ac t

e. Hoe kun je aandacht geven aan het groepsproces tijdens de buitenschoolse activiteit?

C

op

In een teamvergadering kan de excursie geëvalueerd worden. Wanneer je een excursie hebt voorbereid en uitgevoerd, wil je na afloop graag weten of de excursie succesvol was. Je gaat de activiteiten kritisch bekijken. Dit doe je door evaluatievragen te stellen en te beantwoorden, bijvoorbeeld in een teamvergadering. Er zijn twee typen evaluatievragen: • Productevaluatie: de evaluatievragen zijn gericht op het resultaat en de vooraf gestelde doelen. • Procesevaluatie: de evaluatievragen zijn gericht op de manier waarop je het resultaat bereikt hebt.

17


Vooronderzoek

Bekijk de volgende vragen in de tabel. Schrijf achter de vraag of het een procesevaluatievraag of een productevaluatievraag is. Evaluatievraag

Proces- of productevaluatie?

.

Waren de taken goed verdeeld?

.v

Waren er incidenten met leerlingen die de volgende keer voorkomen kunnen worden?

fb

Waren de leerdoelen goed gekozen? Pasten de leerdoelen bij de beginsituatie?

Heb je bij de leerling bereikt wat je wilde?

Waren de leerlingen tevreden?

Opdracht 12

De doelgroep informeren

Ac t

Waren de juiste materialen aanwezig?

ie

Hoe verliep de samenwerking tussen de begeleiders van de excursie?

De excursie wil je onder de aandacht brengen bij de leerlingen die meegaan. Dit heet ‘promotie’.

u'

Website Nicky Pent <

Ed

a. Zoek uit wat het begrip promotie inhoudt.

b. Bekijk de Website Nicky Pent voor tips om reclame te maken. Welke tips vind je interessant om leerlingen enthousiast te maken voor een buitenschoolse activiteit? Maak een lijstje van vijf tips. Schrijf de tips zo op dat ze passend zijn voor het onderwijs.

ht

1. 2. 3.

ig

4.

yr

5.

Opdracht 13

C

op

Filmpje Zakelijke e-mail schrijven <

Collega’s informeren Wanneer je een buitenschoolse activiteit organiseert, is het belangrijk dat iedereen goed en op tijd op de hoogte is van wat er gaat gebeuren. Met deze opdracht kijken we naar het informeren van collega’s. Bekijk het Filmpje Zakelijke e-mail schrijven. a. Wat is een zakelijke e-mail?

b. Wat kun je met een zakelijke e-mail, volgens het filmpje?

18


Vooronderzoek

c. Uit welke onderdelen bestaat een zakelijke e-mail?

Ouders en verzorgers informeren

ie

Opdracht 14

fb

e. Zou je directe collega’s met ‘u’ aanspreken in de mail? Wat vind jij?

.v

.

d. Wat zouden bijlagen kunnen zijn van een mail die over een excursie gaat?

Ouders en verzorgers moeten op de hoogte gebracht worden wanneer hun kinderen een buitenschoolse activiteiten hebben. Een brief is een middel om ouders te informeren.

Ac t

Filmpje Schrijven van een zakelijke brief <

a. Bekijk het Filmpje Schrijven van een zakelijke brief. Welk soort zakelijke brief komt in aanmerking voor het informeren van ouders en verzorgers?

u'

b. Wat is de vaste indeling van de zakelijke brief?

Ed

c. Waaruit bestaat het briefhoofd van een zakelijke brief?

ht

d. Hoe ziet de aanhef van een zakelijke brief eruit?

yr

ig

e. Hoe onderteken je een zakelijke brief?

Opdracht 15

C

op

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Logboek Begin met het schrijven van het logboek, door de samenwerking tot zover te beschrijven. Maak gebruik van het Werkmodel Logboek en Evaluatie. • Hoe is het samenwerken tot nu toe verlopen? • Wat ging goed en niet goed? • Wie heeft wat gedaan? Heeft iedereen een voldoende bijdrage geleverd? • Hebben jullie duidelijke afspraken gemaakt? Hoe is dit gegaan? Houd het logboek tijdens het project goed bij. De docent gebruikt het bij de beoordeling van het project.

19


Ontwerpfase

Ontwerpfase Opdracht 1

Website Schoolreis <

.v

.

Om achter de wensen, behoeften en meningen van mensen te komen, kun je een interview afnemen. Bij een interview is het belangrijk dat je zélf precies weet wat je van de ander te weten wilt komen. Lees het Werkmodel Een interview houden. Je gaat twee leraren uit het lerarenteam van de scholengemeenschap Marga Klompé interviewen. Dit zijn de respondenten. Het interview moet jou informatie geven, over welke wensen en behoeften er zijn over een te organiseren excursie.

fb

Werkmodel Een interview houden <

Interview ontwerpen

Ac t

ie

a. Wat is de hoofdvraag van het interview?

u'

b. Wat is de doelstelling van het interview?

Ed

c. Voordat je meer vragen voor het interview bedenkt, moet je je eerst meer verdiepen in het onderwerp schoolreizen. Daarvoor doe je onderzoek. Ga naar de Website Schoolreis. Welke indeling is er gemaakt voor de verschillende soorten schoolreizen?

ig

ht

d. Bekijk de casus van dit project nogmaals. Welke categorieën hoef je niet verder te onderzoeken, denk je? Leg je antwoord uit.

C

op

yr

e. Maak een inventarisatie in Word. Welk aanbod is er op het gebied van kunst en cultuur? En op het gebied van sport? En natuureducatie? Je kunt de website ‘Schoolreis’ gebruiken. Of andere webpagina’s. Denk bij de inventarisatie aan de leeftijd van de doelgroep uit de casus. Zorg ervoor dat je van elke categorie, minimaal twee bestemmingen voor een excursie onderzoekt. f. Bedenk vijf vragen voor het interview. Deze vijf vragen hebben te maken met de bestemming van de excursie. 1. 2. 3. 4. 5.

20


Ontwerpfase

g. Bedenk nog vijf vragen voor het interview. Deze vragen hebben te maken met de leerdoelen van de buitenschoolse activiteiten die onderdeel van de excursie zijn. 1. 2.

.

3.

.v

4.

Zoek twee vmbo-leraren die je wilt gaan interviewen (mogen docenten zijn van een willekeurige vmbo-school die lesgeven aan de theoretische leerweg). Wie wil je gaan interviewen?

j.

Benader de leraren en vraag of ze willen deelnemen aan het interview. Maak een afspraak voor de datum van het interview. Welke data heb je afgesproken?

Ed

u'

i.

Ontwerp Verslag

ht

Opdracht 2

Ac t

ie

h. Welke andere vragen wil je stellen tijdens het interview?

fb

5.

yr

ig

Maak een opzet van de indeling voor het verslag. Hoe ga je de verzamelde informatie en af te nemen interviews in een verslag weergeven?

C

op

Laat het ontwerp goedkeuren door je docent voor je verder gaat. Het verslag moet een duidelijke opbouw en indeling hebben. Maak een bruikbaar format.

21


Ontwerpfase

Opdracht 3

Ontwerp het Buitenschools activiteitenplan Je kunt pas invulling geven aan het buitenschools activiteitenplan, als je de interviews hebt uitgevoerd. Wel kun je alvast nadenken over de indeling van het plan. Bekijk het Werkmodel Buitenschools activiteitenplan.

Werkmodel Buitenschools activiteitenplan <

.v

.

Denk alvast na over de volgende onderdelen.

fb

a. Op welke manier kun je voor de buitenschoolse activiteiten groepen vormen?

Ac t

ie

b. Waar moet de buitenschoolse activiteiten ten minste aan voldoen, wil de activiteit kunnen plaatsvinden? Je kunt denken aan het minimale aantal begeleiders, of aan het budget. Waar denk jij nog meer aan?

c. Wat zijn prioriteiten voor de activiteit die je gaat organiseren? Schrijf er drie op. 1. 2.

u'

3.

1. 2.

Ed

d. Bij het waarborgen van kwaliteit gaat het om de vraag; wanneer is de buitenschoolse activiteit geslaagd? Het is de bedoeling dat je daar vóór de uitvoering van de activiteit over nadenkt. Vooraf kun je dus eisen aan de kwaliteit stellen. Welke eisen stel je aan de buitenschoolse activiteiten? Schrijf er drie op.

ht

3.

Ontwerp de mail en brief

ig

Opdracht 4

Denk na over hoe de e-mail naar de collega’s op scholengemeenschap Marga Klompé eruit komt te zien. Denk ook na over de brief voor de ouders en verzorgers. a. Wat wordt het onderwerp van de mail?

C

op

yr

Werkmodel Zakelijke brief <

22

b. Misschien vind je het saai en niet heel origineel om collega’s alleen een e-mail te sturen. Bedenk een andere, bijzondere manier om je collega’s in te lichten over de buitenschoolse activiteit. Omschrijf deze manier.

c. Bekijk het Werkmodel Zakelijke brief. Wat wordt het onderwerp van de brief?


Ontwerpfase

d. Wat wordt de aanhef van de brief?

.v

.

e. Hoe onderteken je de brief?

fb

f. Welke bijlage(n) passen er bij de ouderbrief?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

g. Denk na over hoe je de excursie wilt promoten bij de leerlingen. Welke ideeĂŤn hebben jullie?

23


Voorbereidingsfase

Voorbereidingsfase Opdracht 1

.

Je gaat de laatste zaken regelen voordat je echt aan de slag kunt. Maak een takenlijst, wie gaat wat doen? Maak gebruik van het Werkmodel Takenlijst.

.v

Werkmodel Takenlijst <

fb

Zorg ervoor dat de afspraken met de leraren duidelijk zijn. Zorg voor opnameapparatuur en bereid je voor op het interview.

Opdracht 2

Ontwerpen laten goedkeuren

ie

Laat de ontwerpen door je docent/begeleider beoordelen. Hij bepaalt met jullie ontwerp, of jij en je projectgroep verder kunnen gaan met de realisatiefase. Werk je logboek bij: • Hoe verliep het afstemmen van de verschillende ontwerpen met je groepsgenoten? • Zijn jullie het eens geworden over de inhoud en vormgeving van de genoemde producten? • Waar liepen jullie als groep tegenaan en hoe hebben jullie dit opgelost?

Ac t

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Laatste zaken regelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Bespreek de takenlijst met je docent en verbeter deze als dat nodig is. Daarna kunnen jullie met de uitvoering starten.

24


Realisatiefase

Realisatiefase

.

Inleiding Interview

fb

Opdracht 1

.v

Jullie kunnen aan de slag!

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Je gaat de twee leraren die je benaderd hebt interviewen. Stel de vragen die je in de ontwerpfase hebt opgesteld. Neem het interview op met opnameapperatuur. Werk het interview gelijk uit. Je luistert de opname terug en formuleert de antwoorden op de vragen.

ig

De uitkomsten van de interviews zijn het startpunt voor de projectproducten.

Opdracht 2

Je maakt het verslag zoals je die in het ontwerp hebt vastgesteld. Je werkt het verslag uit, met de uitkomsten van de interviews. Kies welke bestemmingen jullie aanbevelen voor de excursies. Werk de planning en het logboek bij.

C

op

yr

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Verslag

25


Realisatiefase

Opdracht 3

Je gaat het buitenschoolse activiteitenplan maken. Bekijk het Werkmodel Buitenschools activiteitenplan.

.

a. Welke SMART geformuleerde leerdoelen sluiten aan bij de buitenschoolse activiteiten die je gaat organiseren?

.v

Werkmodel Buitenschools activiteitenplan <

Maak het buitenschools activiteitenplan

fb

Werkmodel Zakelijke brief <

Per activiteit beschrijf je: het SMART-leerdoel de randvoorwaarden de onderwijsleersituatie: – de leerstof – de leeractiviteiten – de werkvormen – de materialen/hulpmiddelen – groepering. Daarna beschrijf je per activiteit: – de inleiding – de kern – de afsluiting. Maak een planning voor al de activiteiten, dus voor de hele excursie. Maak een kostenoverzicht van al de activiteiten, dus voor de hele excursie. Maak de mail op voor collega's. Voeg deze als bijlage toe aan het Buitenschools activiteitenplan. Maak de brief voor ouders/verzorgers van de leerlingen met behulp van het Werkmodel Zakelijke brief. Voeg deze als bijlage toe aan het Buitenschools activiteitenplan. Bedenk vijf proces-evaluatievragen. Bedenk vijf product-evaluatievragen.

2.

ht

3. 4. 5.

Ed

u'

1. • • •

Ac t

ie

b. Welke buitenschoolse activiteiten ga je opnemen in het buitenschools activiteitenplan?

ig

6.

C

op

yr

7. 8.

26


Oplevering

Oplevering Opdracht 1

Oplevering

.v

.

a. Bespreek samen met de docent wanneer jullie de producten opleveren. Wanneer is de datum van oplevering?

Opdracht 2

Evaluatie

Reflecteren

u'

Opdracht 3

Ac t

Evalueer samen het project en doe hiervan verslag in het logboek met behulp van het Werkmodel Logboek en evaluatie.

Werkmodel Logboek en evaluatie <

Ed

Bedenk een moment of situatie tijdens het werken aan het project, waarvan je nu vindt dat je het anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van het Werkmodel STARRT-methode. Lever het reflectieverslag in bij je docent.

C

op

yr

ig

ht

Werkmodel STARRT-methode <

ie

fb

b. Bedenk hoe je de producten gaat aanbieden. Doe je alles geprint in een mooie map? Stuur je alles naar je docent?

Reflecteren: terugkijken en jezelf vragen stellen over hoe jij hebt gewerkt.

27


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.