33407 Geven van ADL-trainingen

Page 1

fb .v

.

Training

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Geven van ADL- trainingen


Auteur: Gerda Verhey Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Geven van ADL-trainingen

tie

ISBN: 978 90 3723 340 7

fb .v

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

.

Colofon

©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

ij

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze training

. fb .v

ADL-training

7 8

Zelfstandig eten bereiden

11

Zelfstandig het huishouden voeren Jezelf wassen en aankleden Zelfstandig verplaatsen

16

23

tie

OriĂŤntatie

4

28

Theoriebron ADL-training

35

37

u' Ac

Theoriebron Maken van een ADL-training

Theoriebron Uitvoeren van een ADL-training

41

Theoriebron Rekening houden met de doelgroep Theoriebron Samenwerken met anderen

45

48

50

U

itg

ev

er

ij

Ed

Theoriebron Specifieke aandachtspunten bij soorten trainingen

3


Over deze training

Over deze training

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Deze training gaat over het geven van een ADL-training. Een ADL-training geef je om ervoor te zorgen dat een cliënt vaardigheden aanleert. Het doel van de training is dat hij de vaardigheden zo zelfstandig mogelijk uit kan voeren.

Jong geleerd...

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat ADL-training inhoudt en wat het doel en effect ervan is. Je kunt cliënten leren zelfstandig voedsel te bereiden. Je kunt cliënten leren zelfstandig het huishouden te voeren. Je kunt cliënten leren zelfstandig persoonlijke en uiterlijke verzorging te regelen. Je kunt cliënten leren zelfstandig deel te nemen aan het verkeer. Je kunt cliënten leren zich zelfstandig te verplaatsen binnen huis.

itg

ev

er

ij

• • • • • •

U

Beoordelingsformulier <

4

Beoordeling Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling: • Je doet actief mee aan de lessen. • Je voldoet aan de voorwaarden bij de oefeningen en bij de demonstratie: correcte kleding, goede persoonlijke verzorging, geen sieraden. • Je levert op tijd de opdrachten in. • Je reflecteert op je eigen handelen en je staat open voor feedback. • Je kunt buiten je eigen referentiekader handelen en omgaan met ethische dilemma’s.


Over deze training

Planning Aan het einde van de training moet je een demonstratie uitvoeren. Plan deze demonstratie tijdig in. Lees eerst de demonstraties goed door en kies er een om uit te voeren. Vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

fb .v

.

Planningsformulier <

Demonstratie 1: Aanleerprogramma schrijven Casus

Werkmodel Aanleerprogramma <

Zoek informatie op over licht verstandelijke beperking. Bedenk welke deelvaardigheden nodig zijn om het huis schoon te kunnen houden. Bedenk in welke volgorde je de deelvaardigheden aan zou willen leren. Schrijf het aanleerprogramma. Kies één deelvaardigheid uit het aanleerprogramma om aan te leren. Bereid je instructie voor.

Ed

• • • • • •

u' Ac

Voorbereiding

tie

Peter is 22 jaar en heeft een licht verstandelijke beperking. Hij gaat begeleid wonen. Thuis regelde zijn moeder altijd alles voor hem. Hij heeft geen idee hoe hij straks zijn huis schoon moet houden en wat daar allemaal bij komt kijken. Jij gaat hem daarbij begeleiden.

Uitvoering

Bespreek het aanleerprogramma met de cliënt. Geef de instructie. Stimuleer en motiveer je cliënt.

ij

• • •

er

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

U

itg

ev

Demonstratie 2: Reizen met het openbaar vervoer Casus Mehmet is 21 jaar. Hij heeft een verblijfsvergunning en heeft nu een flatje toegewezen gekregen. Hij gaat op zichzelf wonen. Jij gaat hem begeleiden bij het reizen met het openbaar vervoer. In de training leer je hem hoe hij informatie over het openbaar vervoer op kan zoeken, hoe hij een reis kan plannen en hoe hij reist met de ov-chipkaart. Mehmet spreekt nog niet zo goed Nederlands.

5


Over deze training

Voorbereiding

• • •

.

Zoek informatie op over communiceren met cliënten die de Nederlandse taal nog niet zo goed spreken. Bedenk welke deelvaardigheden nodig zijn om zelfstandig met het openbaar vervoer te kunnen reizen. Bedenk in welke volgorde je de deelvaardigheden aan zou willen leren. Schrijf het aanleerprogramma. Werk je instructie uit voor de deelvaardigheid opladen van een ov-chipkaart.

Uitvoering Bespreek het aanleerprogramma met de cliënt. Geef de instructie. Stimuleer en motiveer je cliënt.

tie

• • •

fb .v

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Placemat

u' Ac

tie

fb .v

.

Oefening 1

Ed

Ga met z’n vieren bij elkaar aan een tafel zitten. Leg een A4’tje in het midden. Zet een groot vierkant in het midden van het blad en verdeel de rest van het blad in vier vakken (zie de afbeelding). Zorg dat je allemaal een pen of potlood hebt en een arceerstift. Denktijd: Schrijf allemaal in je eigen vlak de activiteiten waarvan jij denkt dat die horen bij het geven van een ADL-training.

er

ij

Rondpraat: Bespreek ieders lijst. Student 1 licht zijn antwoord toe, daarna met de klok mee student 2, 3 en 4. Zet na de rondpraat de dingen waar jullie het over eens zijn in het middelste vak. Zet de activiteiten in logische rijtjes bij elkaar. Vergelijk jullie antwoorden en arceer de verschillen.

Geef een voorbeeld

ev

Oefening 2

U

itg

a. Geef een voorbeeld van drie manieren waarop je een cliënt kunt stimuleren en motiveren bij het geven van een ADL-training.

b. Geef een voorbeeld van drie manieren waarop je een cliënt een compliment kunt geven bij het geven van een ADL-training.

7


ADL-training

ADL-training

.

Inleiding

Leerdoelen

Theoriebron ADL-training <

Wat is een ADL-training?

a. Omschrijf in je eigen woorden wat een ADL-training is.

u' Ac

Oefening 3

tie

Je kunt uitleggen: • wat ADL-training is • wat het doel en effect is van ADL-training.

fb .v

Marieke heeft een ongeval gehad. Ze heeft een aantal weken in coma gelegen. Marieke moet stapje voor stapje weer opnieuw leren voor zichzelf te zorgen. Verschillende begeleiders en specialisten helpen haar hierbij. Ze krijgt elke dag ADL-training.

1. 2. 3.

Ed

b. Geef drie voorbeelden van een ADL-training.

ev

er

ij

c. Geef van elke ADL-training aan welke onderwerpen er in deze training aan de orde zullen komen.

itg

d. Waarom zijn ADL-trainingen belangrijk voor de cliënt?

U

Oefening 4

Website Timeline <

8

Hoe heb jij ADL-vaardigheden geleerd?

Casus De heer Steenbergen is 76 jaar oud als zijn vrouw onverwachts overlijdt. Hij staat er plotseling alleen voor. De heer Steenbergen heeft nooit echt voor zichzelf leren zorgen. Hij heeft nooit leren koken, heeft nog nooit een was gedraaid of ook maar iets in het huishouden gedaan. Hij is meteen vanuit het ouderlijk huis, waar zijn moeder alles deed, getrouwd en gaan samenwonen met zijn vrouw.


ADL-training

fb .v

.

a. Hoe zit het met jouw ADL-vaardigheden? Welke vaardigheden beheers je en welke vaardigheden zou je nog moeten leren?

tie

Maak een tijdbalk van je leven en geef daarin aan wanneer je welke ADL-vaardigheden geleerd hebt. Je kunt hiervoor het programma Timeline gebruiken. Voeg passende beelden toe aan de tijdlijn.

u' Ac

b. Hoe zou je leven eruitzien als je niet ADL-vaardig zou zijn?

Ed

c. Bedenk drie voordelen die het hebben van voldoende ADL-vaardigheden voor jou heeft.

ev

er

ij

d. Vergelijk je antwoorden met medestudenten. Welke verschillen vallen je op?

U

itg

e. Wat zou de oorzaak zijn van die verschillen?

9


ADL-training

Oefening 5

Doel ADL-trainingen Lees de volgende casussen. Geef bij elke casus aan wat het doel van de ADL-training is.

.

langer zelfstandig blijven wonen / meer zelfvertrouwen krijgen / zelfstandiger worden.

fb .v

Casus 1

Meneer Brandwijk is 80 jaar. Hij heeft pas zijn vrouw verloren. Zijn vrouw zorgde altijd voor het eten. Meneer Brandwijk is verminderd mobiel, in huis loopt hij achter een rollator. Hij krijgt een ADL-training waarin hij leert om zelfstandig gezonde maaltijden te bereiden.

tie

a. langer zelfstandig blijven wonen / meer zelfvertrouwen krijgen / zelfstandiger worden

Casus 2

u' Ac

Britt is 21 jaar en heeft een licht verstandelijke beperking. Ze heeft altijd bij haar ouders gewoond, maar gaat nu begeleid wonen. Britt heeft thuis nooit geleerd om voor zichzelf te zorgen. Haar moeder zorgde voor het eten en voor schoon wasgoed. Britt krijgt een ADL-training om te leren hoe ze de was kan doen. b. langer zelfstandig blijven wonen / meer zelfvertrouwen krijgen / zelfstandiger worden

Ed

Casus 3

Lex is 23 jaar en heeft autisme. Hij gaat begeleid wonen. Lex zou graag eens op bezoek gaan bij zijn broer. Maar dan moet hij met de trein en dat vindt hij eng. Lex krijgt een ADL-training waarin hij leert om zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen.

U

itg

ev

er

ij

c. langer zelfstandig blijven wonen / meer zelfvertrouwen krijgen / zelfstandiger worden

10


Zelfstandig eten bereiden

Zelfstandig eten bereiden

.

Inleiding

Leerdoelen

Website Voedingscentrum <

De heer Wieger is 42 jaar. Hij is een ex-drugsverslaafde. De heer Wieger is niet gewend om goed voor zichzelf te zorgen. Hij heeft een aantal jaar op straat geleefd. Sinds hij clean is, wordt hij begeleid vanuit de dak- en thuislozenopvang. De heer Wieger wil nu leren om zelfstandig gezonde maaltijden te maken. Hij heeft geen idee wat gezonde voeding inhoudt. Deze week ga je hem instructie geven over het maken van een weekmenu. Je laat de heer Wieger zien hoe hij een gezonde maaltijd bedenkt. De heer Wieger bedenkt daarna zelf nog drie andere gezonde maaltijden. Voorbereiding • Ga naar de Website van het Voedingscentrum en beschrijf waaruit een gezonde maaltijd moet bestaan voor een man van 42 jaar. Kijk naar: – de schijf van vijf – hoeveelheden. • Ga op zoek naar een aantal recepten die voldoen aan de criteria voor een gezonde maaltijd voor een man van 42 jaar. • Bedenk of je materialen wilt printen of dat je een computer of tablet gebruikt bij het geven van je instructie. • Lees de Theoriebron Uitvoeren van een ADL-training en het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt.

U

itg

ev

er

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

Casus

Ed

Theoriebron Uitvoeren van een ADL-training <

De heer Wieger

ij

Oefening 6

u' Ac

tie

Je kunt de cliënt leren: • zelfstandig voedsel te bereiden • zelfstandig gezonde maaltijden te bedenken • een boodschappenlijstje te maken • boodschappen te doen en af te rekenen • zelfstandig maaltijden te bereiden.

fb .v

Als je zelfstandig woont, is het wel zo prettig als je zelf je maaltijden kunt klaarmaken. Maar koken is nog niet zo eenvoudig. Je hebt er de nodige kennis en vaardigheden voor nodig.

Uitvoering • Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Na afloop van het rollenspel draaien jullie de rollen om en speel je het rollenspel nog een keer. • Leef je in je rol in. De heer Wieger is het allemaal niet gewend. Hoe kun je hem motiveren en stimuleren om gezond te eten? • Speel het rollenspel waarbij je de heer Wieger instructie geeft over het samenstellen van een gezonde maaltijd en hem motiveert en stimuleert om zelf ook voor drie dagen andere gezonde maaltijden te bedenken.

11


Zelfstandig eten bereiden

.

Reflectie a. Wat ging goed? Wat kon beter?

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

Casus

tie

Website Voedingscentrum <

Boodschappenlijstje

Meneer Talib is 78 jaar. Hij heeft pas zijn vrouw verloren. Hij heeft nog nooit zelf voor het eten gezorgd, zijn vrouw deed altijd alles. Hij gaat nu leren om zelf gezonde maaltijden te maken. Dat begint met het maken van een boodschappenlijstje. Je gaat samen met meneer Talib een boodschappenlijstje maken voor drie dagen. Daarbij gaat het om de volgende maaltijden: • gebakken aardappelen, bloemkool en een schnitzel • macaroni met gehakt en tomatensaus en groene salade • witlof met ham en kaas en aardappelpuree.

u' Ac

Oefening 7

fb .v

b. Denk je dat de heer Wieger hierdoor gezonder zal gaan eten? Leg je antwoord uit.

Ed

De volgende voedingsmiddelen zijn nog op voorraad: • 500 gram aardappels • 1 zak macaroni • een pakje ham in de vriezer.

er

ij

Voorbereiding • Ga naar de website van het Voedingscentrum en beschrijf waar je op moet letten als je een boodschappenlijstje maakt. • Maak een lijstje van portiegroottes die nodig zijn voor iemand van de leeftijd van meneer Talib. • Maak een lijstje van basisproducten die meneer Talib nodig heeft. • Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt.

U

itg

ev

Uitvoering • Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Na afloop van het rollenspel draaien jullie de rollen om en speel je het rollenspel nog een keer. • Leef je in je rol in. Meneer Talib heeft nog nooit een boodschappenlijstje gemaakt. Wat zijn punten waar je extra op moet letten? • Speel het rollenspel waarbij je meneer Talib instructie geeft over het maken van een boodschappenlijstje en hem motiveert en stimuleert om zelf gezonde maaltijden te bedenken en een boodschappenlijstje te maken.

12

Reflectie a. Hoe heb je meneer Talib begeleid bij het maken van het boodschappenlijstje?


Zelfstandig eten bereiden

b. Welke handvaten heb je hem gegeven om het de volgende keer zelf te doen?

Patricia is negentien jaar en heeft een licht verstandelijke beperking. Ze woont in een eigen appartement bij een woongroep. Patricia wil over een jaar graag helemaal zelfstandig gaan wonen. Ze is daarom aan het leren om zelf boodschappen te doen en te koken. Ze vindt het nog moeilijk om met geld om te gaan. Je gaat haar leren om zelfstandig boodschappen te doen en af te rekenen, zowel contant als door middel van pinnen.

tie

Theoriebron Maken van een ADL-training <

Je kunt haar al deze vaardigheden niet in één keer leren dus schrijf je eerst een aanleerprogramma. Je bespreekt het aanleerprogramma met je collega’s voor je daadwerkelijk aan de slag gaat.

u' Ac

Werkmodel Aanleerprogramma <

fb .v

Casus

Theoriebron Rekening houden met de doelgroep <

.

Boodschappen leren doen

Voorbereiding • Vul samen van het Werkmodel Aanleerprogramma stap 1 en 2 in. • Om zelfstandig boodschappen te kunnen doen en te kunnen afrekenen heb je kennis en vaardigheden nodig. Maak een lijst van wat Patricia allemaal moet weten en kunnen. • Formuleer tussenstapjes en kortetermijndoelen (dit zijn er minimaal drie). • Bedenk of je gebruik wilt maken van forward chaining, backward chaining of strategietraining. Beargumenteer je keuzes.

Zet de kortetermijndoelen nu weg in een tijdpad. Kies allemaal één kortetermijndoelstelling en werk individueel uit hoe je deze doelstelling wilt gaan bereiken.

er

ij

• •

Ed

Oefening 8

U

itg

ev

Uitvoering • Presenteer aan je twee medestudenten jouw plan voor het behalen van jouw kortetermijndoelstelling. Wees kritisch naar elkaar. – Sluit het plan aan bij Patricia? – Is het plan realistisch? – Is het plan kort, bondig en overzichtelijk? – Is het plan zo beschreven dat andere hulpverleners ook weten hoe ze Patricia moet begeleiden? • Vul met elkaar van het Werkmodel Aanleerprogramma stap 3 t/m 5 in. Reflectie a. Denk je dat het aanleerprogramma bijdraagt aan de continuïteit van begeleiding? Leg je antwoord uit.

13


Zelfstandig eten bereiden

b. Is continuïteit van begeleiding belangrijk in deze situatie? Leg je antwoord uit.

Yvet heeft een matig verstandelijke beperking. Ze woont met zeven andere bewoners in een woonhuis. Overdag helpt Yvet op een boerderij bij het verzorgen van de dieren. Ze helpt onder andere bij het rapen van de eieren. De boerin verkoopt de eieren langs de weg. Vandaag had de boerin wentelteefjes gemaakt voor iedereen die aan het werk was. Yvet vond ze heerlijk. Ze heeft van de boerin eieren meegekregen zodat ze in het weekend voor de andere bewoners wentelteefjes zou kunnen maken. Yvet vraagt aan jou om haar te leren wentelteefjes te maken.

tie

Website Wentelteefjes <

Voorbereiding • Ga naar de website van het Voedingscentrum en beschrijf wat veilig en hygiënisch werken bij het bereiden van een maaltijd inhoudt. • Maak een checklist en verwerk daarin de handelingen voor veilig en hygiënisch werken bij het bereiden van een maaltijd. Gebruik de checklist bij het rollenspel. • Ga naar de website Wentelteefjes en lees het recept. Splits het maken van de wentelteefjes op in deelhandelingen. • Bedenk of je gebruik wilt maken van forward chaining, backward chaining of strategietraining. Beargumenteer je keuze.

u' Ac

Website Voedingscentrum <

fb .v

Casus

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

.

Begeleiden bij het bereiden van wentelteefjes

Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en maak een pictokaart voor Yvet.

ij

Ed

Oefening 9

ev

er

Uitvoering • Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Jullie wisselen tijdens het rollenspel na iedere deelhandeling om van rol zodat jullie allebei een keer hulpverlener en een keer cliënt zijn. • Speel het rollenspel en denk ook om het veilig en hygiënisch werken.

U

itg

Reflectie a. Hoe ben je teruggekomen op het veilig en hygiënisch werken bij het bereiden van een maaltijd? Was dit een goede manier? Leg je antwoord uit.

14

b. Je hebt met Yvet afgesproken dat ze volgende week zaterdag weer wentelteefjes mag bakken. Waar zou dan aandacht aan besteed moeten worden bij de instructie? Leg je antwoord uit.


Zelfstandig eten bereiden

Oefening 10

Casus Mevrouw Jansen heeft een CVA gehad en heeft ideatoire apraxie. Dat houdt in dat ze moeite heeft met dagelijkse handelingen. Ze weet niet meer in welke volgorde ze de handelingen moet doen. Mevrouw heeft moeite met koffie zetten en inschenken. Ze schept de suiker in het melkkannetje, roert in de koffiepot en brengt vervolgens een leeg kopje naar haar mond.

Website BTSG bibliotheek <

fb .v

.

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

Apraxie

u' Ac

tie

Voorbereiding • Lees op de website BTSG bibliotheek het stuk ‘Omgaan met handelingsstoornissen – apraxie’. • Maak een stappenplan/checklist voor het koffiezetten en koffie inschenken, mevrouw drinkt haar koffie met melk en suiker. • Maak een serie plaatjes/foto’s van de handelingen. Bij ideatoire apraxie kan het helpen om met de cliënt te oefenen om de plaatjes in de juiste volgorde te leggen voordat hij de handeling gaat uitvoeren. • Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt.

Ed

Uitvoering • Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Na afloop van het rollenspel draaien jullie de rollen om en speel je het rollenspel nog een keer. • Leef je in je rol in. Hoe ga je mevrouw Jansen helpen om de dingen in de juiste volgorde te doen? • Speel het rollenspel waarbij je mevrouw Jansen instructie geeft over het koffiezetten en koffie inschenken.

ij

Reflectie a. Hoe heb je aandacht besteed aan een juiste volgorde van de handelingen?

U

itg

ev

er

b. Wat heb je geleerd?

15


Zelfstandig het huishouden voeren

.

Zelfstandig het huishouden voeren

fb .v

Inleiding Casus

ij

Ed

u' Ac

tie

Marnix is depressief. Hij heeft nergens zin in en ligt het liefst de hele dag op bed. Hij woont zelfstandig in een flatje en heeft dagelijks een uurtje begeleiding om hem te leren zijn eigen huishouden te doen en hem te ondersteunen bij het plannen van de overige activiteiten. Stapje voor stapje gaat het wat beter met Marnix.

er

Hoe zou jij je voelen als je zo zou leven?

Leerdoelen

itg

ev

Je kunt de cliënt leren om zelfstandig het huishouden te voeren. Je kunt een cliënt leren om: • het huis schoon te houden • huishoudelijke werkzaamheden te plannen • textiel te verzorgen.

U

Oefening 11

16

Het huis schoonhouden Een huis bestaat uit verschillende ruimtes. Je maakt niet iedere ruimte even vaak schoon. a. Waar hangt het vanaf hoe vaak je een ruimte schoonmaakt? Welke factoren hebben hier invloed op?


Zelfstandig het huishouden voeren

b. Schrijf in het volgende schema per ruimte op hoe vaak jij vindt dat deze schoongemaakt moet worden als een cliënt alleen woont. Ruimte

Dagelijks

Wekelijks

Maandelijks

.

Huiskamer

fb .v

Keuken Toilet Badkamer Slaapkamer

Oefening 12

u' Ac

tie

Vergelijk je antwoord met die van een medestudent. Hoe zou je de verschillen kunnen verklaren?

Een planning maken en opruimen

Casus

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

ij

Ed

Inge heeft ADHD. Ze gaat begeleid wonen en wil graag leren hoe ze haar huis schoon moet houden. Ze vindt een schoon huis wel belangrijk, maar ze heeft geen idee hoe ze dat aan moet pakken. Voordat je kunt gaan schoonmaken, moet je eerst opruimen. In het huis van Inge is het soms een grote puinhoop. Er slingert van alles op de vloer, en de tafel en aanrecht staan vol met vuile kopjes en andere afwas. Ze zou graag een planning hebben, zodat ze weet wanneer ze wat schoon moet maken. Jij gaat Inge begeleiden bij het leren schoonmaken van haar eigen huis. De eerste twee stappen zijn: samen een planning opstellen en leren opruimen.

Bedenk hoe je Inge wilt leren opruimen. Uit welke deelhandelingen bestaat deze vaardigheid?

U

itg

ev

er

Voorbereiding • Maak eerst zelf een planning voor het schoonmaken van het huis. • Bedenk hoe je samen met Inge een planning kunt maken en welke stappen je daarbij doorloopt. • Op basis van de planning maak je met de cliënt afspraken over de verschillende werkzaamheden. Hoe zorg je ervoor dat de afspraken duidelijk zijn? Welk(e) hulpmiddel(en) kun je hierbij gebruiken? Leg je antwoord uit.

17


Zelfstandig het huishouden voeren

Bedenk of je gebruik wilt maken van forward chaining, backward chaining of strategietraining. Beargumenteer je keuzes.

• •

Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven. Bedenk welke materialen je nodig hebt bij het geven van je instructie.

fb .v

.

tie

Uitvoering a. • Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. De ene speelt de rol van hulpverlener bij het maken van de planning en de ander speelt de hulpverlener bij het leren opruimen. • Leef je in je rol in. Hoe kun je Inge motiveren en stimuleren om actief betrokken te zijn bij het maken van de planning en om op te ruimen? • Speel het rollenspel.

u' Ac

Reflectie b. Hoe zou je met deze situatie in de praktijk omgaan?

Casus

Bij het schoonmaken van een huis pas je heel wat vaardigheden toe. Alles in één keer aanleren is dan voor de meeste cliënten ook te veel van het goede, zo ook voor Bas. Bas heeft niet-aangeboren hersenletsel (NAH) als gevolg van hersenvliesontsteking. Bas heeft hierdoor last van gebrek aan initiatief, heeft beperkt inzicht in zijn eigen mogelijkheden en beperkingen, en heeft geheugenproblemen. Bovendien vindt hij het lastig om meerdere dingen tegelijk te doen. Bas woont zelfstandig. Zijn moeder heeft hulp ingeschakeld, omdat het niet goed ging met Bas en zijn huis vervuild raakte. Jij gaat hem begeleiden bij het leren schoonmaken van zijn woonkamer en vloer.

er

Werkmodel Aanleerprogramma <

De woonkamer en vloer schoonmaken

ij

Oefening 13

Ed

c. Zou je zelf op deze manier begeleid willen worden bij het aanleren van een vaardigheid? Beargumenteer je antwoord.

ev

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

U

itg

Theoriebron Specifieke aandachtspunten bij soorten trainingen <

18

Voorbereiding • • • • •

Maak viertallen. Vul samen stap 1 en 2 in van het Werkmodel Aanleerprogramma en zorg dat je allemaal een versie hebt. Maak een overzicht van alle vaardigheden die Bas moet leren om zijn woonkamer en vloer te kunnen schoonmaken. Maak per vaardigheid een overzicht van materialen die er nodig zijn. Kies allemaal één vaardigheid uit om aan Bas te leren en vul voor deze vaardigheid het Werkmodel Aanleerprogramma verder in.


Zelfstandig het huishouden voeren

Zorg dat je de benodigde materialen hebt.

tie

Uitvoering

fb .v

.

Wissel de verschillende aanleerprogramma’s onderling uit. Je mag geen vragen aan elkaar stellen en je mag geen toelichting geven over wat je opgeschreven hebt. Je werkt dus niet meer verder aan het aanleerprogramma dat jij hebt opgesteld. Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en bereid voor deze vaardigheid de instructie voor. Zou je hulpmiddelen willen gebruiken in deze situatie? Zo ja, welke? Beargumenteer je antwoord.

Verdeel de rollen cliënt, hulpverlener, observator en filmer. Jullie wisselen iedere keer van rol. De observator is iedere keer de schrijver van het aanleerprogramma. • Leef je in je rol in. • De observator houdt zijn aanleerprogramma erbij en kijkt of wat hij opgeschreven heeft ook uitgevoerd wordt zoals hij het bedoeld heeft. De filmer filmt het rollenspel. • Speel het rollenspel. Na het rollenspel kijken jullie samen het filmpje terug. De observator stopt de film op de momenten dat het spel anders gaat dan hij verwacht had en vertelt dan hoe hij dat moment aangepakt zou hebben.

u' Ac

Ed

Reflectie a. Wat ging goed en wat kon beter?

er

ij

b. Wat heb je geleerd?

Oefening 14

Casus

ev

Werkmodel Aanleerprogramma <

Textiel verzorgen

U

itg

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

Frits is een alleenstaande man. Hij heeft een psychische stoornis en zorgt niet goed voor zichzelf. Zo wast hij zijn kleding maar weinig en ziet hij er vaak een beetje onverzorgd uit.

a. Hoe kun je Frits motiveren om vaker zijn kleding te wassen? Schrijf op welke argumenten je kunt gebruiken.

Je gaat Frits begeleiden bij sorteren van de was, het aanzetten van de wasmachine, het omgaan met een droger, het ophangen van de was en strijken. Voorbereiding

19


Zelfstandig het huishouden voeren

• • •

• • •

.

fb .v

• •

tie

Maak een overzicht van de verschillende soorten wasprogramma’s. Geef bij elk wasprogramma aan welk wasgoed met dit programma gewassen kan worden. Maak een overzicht van de verschillende soorten droogprogramma’s. Geef bij elk droogprogramma aan welk wasgoed op dit programma gedroogd kan worden. Maak een overzicht van punten waar je op moet letten als je de was buiten ophangt. Maak een overzicht van temperaturen waarop je kunt strijken en geef aan voor welke textiel elke temperatuur geschikt is. Het einddoel van deze ADL-training is dat Frits de wasmachine aan kan zetten, de droger kan gebruiken en de was kan ophangen en strijken. Bedenk tussendoelen die bijdragen aan het bereiken van dit einddoel. Schrijf een aanleerprogramma voor Frits met behulp van het Werkmodel Aanleerprogramma. Wissel jullie aanleerprogramma uit met een ander groepje. Lees het aanleerprogramma van een ander drietal. Kijk daarbij goed naar: – de tussendoelen: sluiten deze aan bij het einddoel en de situatie van de cliënt? – de beschrijving: denken jullie dat alle hulpverleners aan de hand van deze beschrijving de training op eenzelfde manier zouden geven? Bespreek jullie bevindingen met elkaar en pas indien nodig het aanleerprogramma aan. Kies allemaal één onderdeel uit om instructie over te geven. Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en bereid voor dit onderdeel de instructie voor. Zou je hulpmiddelen willen gebruiken in deze situatie? Zo ja, welke? Beargumenteer je antwoord.

u' Ac

Ed

Zorg dat je de benodigde materialen hebt. Uitvoering •

er

ij

• •

Verdeel de rollen cliënt, hulpverlener en twee observatoren. Jullie wisselen iedere keer van rol. Leef je in je rol in. De ene observator kijkt aan de hand van het aanleerprogramma of de vaardigheid aangeleerd wordt zoals opgeschreven. De andere observator kijkt of de vaardigheid correct aangeleerd wordt. Speel het rollenspel.

U

itg

ev

Reflectie b. Wat waren de verschillen tussen de aanleerprogramma’s?

20

c. Niet iedereen voert alle vaardigheden op eenzelfde manier uit. Wat voor effect zou het hebben als de cliënt een vaardigheid op twee verschillende manier uitgelegd kreeg?


Zelfstandig het huishouden voeren

Oefening 15

Casus Fatima is 26 jaar. Ze heeft NAH en woont in een halfweghuis: dit is een huis voor thuislozen. De daklozen worden begeleid bij het oppakken van hun leven en de hulpverleners helpen hen met alledaagse vaardigheden. Alle bewoners hebben een eigen slaap- en badkamer. Per acht bewoners is er een huiskamer en keuken. De bewoners zijn verantwoordelijk voor het schoonhouden van hun slaap- en badkamer en er is een schema voor de huiskamer en keuken. Het lukt Fatima maar niet om haar slaap- en badkamer netjes te houden. Je gaat voor Fatima een stappenplan met foto’s maken als geheugensteuntje.

fb .v

.

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

De slaapkamer en badkamer

tie

Voorbereiding • Bespreek samen hoe je een bed moet verschonen en hoe je een badkamer moet schoonmaken. • Maak een stappenplan voor beide activiteiten. Beschrijf wat je eerst doet en wat daarna. • Maak een lijst met materialen die je nodig hebt.

Ed

u' Ac

Uitvoering • Voer de handelingen een voor een zelf uit en maak foto’s van de belangrijke momenten. • Maak met behulp van de foto’s een overzichtelijk stappenplan dat Fatima kan helpen bij het verschonen van haar bed en het schoonhouden van haar badkamer. • Ruil de stappenplannen met een ander tweetal en voer de handelingen uit volgens hun stappenplan. • Bespreek nadat je de handelingen uitgevoerd hebt met het andere tweetal wat er goed en minder goed ging. • Pas zo nodig je eigen stappenplan aan.

ij

Reflectie a. Wat denk je dat de meerwaarde kan zijn van een stappenplan met foto’s?

U

itg

ev

er

b. Wat heb je geleerd van deze oefening en hoe zou je dat toepassen in de praktijk? Motiveer je antwoord.

21


Zelfstandig het huishouden voeren

Oefening 16

Casus Tallia heeft een licht verstandelijk beperking. Ze woont sinds een aantal weken in haar eigen appartementje en haar ouders komen volgende week bij haar eten. Haar moeder haalt chinees. Tallia wil haar ouders verrassen met een mooi gedekte tafel en ze wil na het eten zelf kunnen afwassen.

Website WikiHow <

Voorbereiding • Ga naar de Website WikiHow en beschrijf hoe je de tafel dekt voor een informeel etentje. • Maak een lijstje van materialen die Inge nodig heeft bij het dekken van de tafel: voor zichzelf en bij een etentje met gasten. • Ga naar de Website Huishouden in hokjes en beschrijf in welke volgorde je af moet wassen. • Beschrijf hoe je bij het afwassen hygiënisch werkt. • Bedenk of je materialen wilt printen of dat je een computer of tablet gebruikt bij het geven van je instructie. • Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt.

u' Ac

tie

Website Huishouden in hokjes <

fb .v

.

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

Tafeldekken en afwassen

Ed

Uitvoering • Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Na afloop van het rollenspel draaien jullie de rollen om en speel je het rollenspel nog een keer. • Leef je in je rol in. Hoe kun je Inge motiveren en stimuleren? • Speel het rollenspel waarbij je Inge instructie geeft over het dekken van de tafel, voor zichzelf en als er gasten komen, en haar motiveert en stimuleert om de tafel zo gezellig mogelijk te dekken. • Speel het rollenspel waarbij je Inge instructie geeft over het afwassen en aandacht besteedt aan hygiënisch werken bij afwassen.

er

ij

Reflectie a. Wat ging goed? Wat kon beter?

U

itg

ev

b. Hoe heb je aandacht besteed aan hygiënisch werken bij het afwassen? Welke argumenten heb je daarbij gebruikt?

22


Jezelf wassen en aankleden

.

Jezelf wassen en aankleden

fb .v

Inleiding

ij

Ed

u' Ac

tie

Mevrouw Marissen heeft reuma. Hierdoor heeft ze pijn en zijn haar gewrichten en spieren stijf. Ze kan zich niet zo goed bewegen en voelt zich vaak moe. Ze wil zichzelf kunnen blijven verzorgen. Met de juiste hulpmiddelen moet dit haar lukken.

er

Met het juiste hulpmiddel vergroot je de zelfstandigheid.

U

itg

ev

Leerdoelen

Oefening 17

Je kunt de cliënt leren om zelfstandig zijn persoonlijke en uiterlijke verzorging uit te voeren. Je kunt de cliënt leren hoe hij: • zijn persoonlijke verzorging regelt • zijn uiterlijk verzorgt.

Persoonlijke en uiterlijke verzorging De kleding die je draagt, je haarstijl en je make-up zijn allemaal persoonlijke keuzes. Het is een manier om jezelf te presenteren en te laten zien wie je bent.

23


Jezelf wassen en aankleden

.

a. Hoe zou jij het vinden als een ander bepaalde wat je moest dragen? Beargumenteer je antwoord.

fb .v

b. Hou zou jij het vinden als je niet zelf in staat zou zijn om je uiterlijk te verzorgen en de ander zou even geen tijd hebben? Beargumenteer je antwoord.

Tandenpoetsen

Casus

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

Voorbereiding • • •

u' Ac

Theoriebron Samenwerken met anderen <

Joris heeft een ongeluk gehad en heeft een paar dagen in coma gelegen. Hij heeft hersenletsel waardoor hij moeite heeft met het begrijpen van taal. Hij moet ook alle vaardigheden opnieuw leren. De komende week staat het opnieuw leren tandenpoetsen centraal.

Maak een stappenplan voor het tandenpoetsen. Bedenk hoe je een cliënt die gesproken woord niet goed begrijpt het best kunt begeleiden bij het aanleren van vaardigheden. Welke andere hulpverlener zou je om advies kunnen vragen?

Ed

Oefening 18

tie

c. Waar denk jij aan bij persoonlijke en uiterlijke verzorging? Wat hoort daarbij? Verwerk je antwoord in een woordweb.

Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt. • Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Na afloop van het rollenspel draaien jullie de rollen om en speel je het rollenspel nog een keer. Leef je in je rol in. Hoe ga je rekening houden met het hersenletsel van Joris?

er

ij

ev

Uitvoering

U

itg

Speel het rollenspel waarbij je Frits instructie geeft over tandenpoetsen en hem motiveert en stimuleert om dat zelf te gaan doen.

24

Reflectie a. Hoe heb je rekening gehouden met het hersenletsel van Joris?

b. Wat zou je een volgende keer anders doen? Beargumenteer je antwoord.


Jezelf wassen en aankleden

Oefening 19

Casus Mehmet is 16 jaar en heeft autisme en een ernstig verstandelijke beperking. Hij heeft al een beetje baardgroei. Mehmet houdt er niet van als er aan zijn gezicht gezeten wordt. Het zal niet al te lang meer duren voor Mehmet regelmatig geschoren zal moeten worden. In overleg met zijn ouders is gekozen voor elektrisch scheren omdat dit veiliger is.

a. sensatieniveau

tie

Artikel Communicatie bij mensen met een diep verstandelijke (en/of meervoudige) beperking en autisme <

Voorbereiding • Lees het Artikel Wat is communicatie? en schrijf in eigen woorden op wat de volgende woorden betekenen.

b. presentatieniveau

Ed

Artikel Wat is communicatie? <

u' Ac

Werkmodel Aanleerprogramma <

fb .v

.

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

Scheren

er

ij

c. representatieniveau

U

itg

ev

d. metarepresentatieniveau

e. Lees paragraaf 4 op bladzijde 8 en 9 van het Artikel Communicatie bij mensen met een diep verstandelijke (en/of meervoudige) beperking en autisme. • Tips voor aanpak: beschrijf hoe je bij de instructie rekening houdt met het autisme en de diep verstandelijke beperking van Mehmet. • Maak een stappenplan voor het scheren.

25


Jezelf wassen en aankleden

• •

tie

Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt. Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Na afloop van het rollenspel draaien jullie de rollen om en speel je het rollenspel nog een keer. Elke student leert Mehmet een ander deel van de vaardigheid aan, bespreek van tevoren wie welke deel aanleert. Leef je in je rol in. Mehmet is nog nooit geschoren. Welke reactie zou het scheren bij hem kunnen oproepen? Hoe ga je ervoor zorgen dat Mehmet vertrouwen krijgt en zich fijn voelt?

Uitvoering

u' Ac

fb .v

.

Vul het Werkmodel Aanleerprogramma in. Bedenk goed wat de doelstelling is en welke tussendoelen nodig zijn om de doelstelling te bereiken. Bespreek je aanleerprogramma met een ander tweetal. Welke verschillen hadden jullie?

Speel het rollenspel waarbij je Mehmet instructie geeft over het scheren.

Ed

Reflectie f. Hoe is het om een cliënt te spelen die de wereld voornamelijk beleeft door de sensaties die ervaren worden zonder er betekenis aan te geven? Beargumenteer je antwoord.

er

ij

g. Hoe heb je rekening gehouden met de wijze waarop een cliënt met een diepverstandelijke beperking communiceert?

Aan- en uitkleden

ev

Oefening 20

itg

Theoriebron Samenwerken met anderen <

U

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

26

Casus De heer Kaboel heeft een CVA gehad en is hierdoor halfzijdig verlamd. Hij komt elke dag naar de dagbesteding als onderdeel van zijn revalidatietraject. Hij is aan het leren om zichzelf aan en uit te kleden. Op de dagbesteding wordt de heer Kaboel dan ook geleerd om zelf zijn jas aan en uit te trekken. De heer Kaboel heeft een rits en knopen aan zijn jas, die hij maar moeilijk dicht krijgt.

Voorbereiding • De heer Kaboel wordt door meerdere hulpverleners begeleid tijdens het revalidatieproces. Schrijf van de volgende professionals op welke rol zij hebben in het revalidatieproces.


Jezelf wassen en aankleden

a. ergotherapeut

fb .v

.

b. fysiotherapeut

c. logopedist

• •

Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt. Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Na afloop van het rollenspel draaien jullie de rollen om en speel je het rollenspel nog een keer. Leef je in je rol in.

Ed

u' Ac

tie

d. Onderzoek wat het inhoudt om halfzijdig verlamd te zijn. Waar moet je allemaal rekening mee houden?

Uitvoering

ij

Speel het rollenspel en geef de heer Kaboel zo instructie dat hij zo veel mogelijk zelf leert te doen.

ev

er

Reflectie e. Wat waren de verschillen in instructie geven?

U

itg

f. Vind je dat het leren aan- en uittrekken van een jas hoort bij de dagbesteding? Motiveer je antwoord.

27


Zelfstandig verplaatsen

Zelfstandig verplaatsen

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Zelfstandig verplaatsen betekent kunnen gaan en staan waar en wanneer je zelf wilt, het betekent vrijheid. Wat als je die vrijheid niet zou hebben? Wat als je iedere keer als je even iets te drinken wilt pakken of even naar het toilet moet afhankelijk bent van een ander? Door een cliënt te leren zichzelf te verplaatsen wint hij vrijheid en dat is belangrijk voor iedereen.

Dementerend en toch zelfstandig een rondje lopen, kan dat?

ij

Leerdoelen

ev

er

Je kunt de cliënt leren om zich zelfstandig te verplaatsen en zelfstandig deel te nemen aan het verkeer. Je kunt de cliënt leren zelfstandig: • te verplaatsen binnenshuis met behulp van hulpmiddelen • deel te nemen aan het verkeer • met het openbaar vervoer te reizen.

itg

Oefening 21

U

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

28

Leren lopen met hulpmiddelen

Casus Rik heeft een licht verstandelijke beperking. Hij heeft met voetballen zijn enkel gebroken. De enkel zit in het gips en Rik moet met krukken leren lopen. Jij gaat hem daarbij begeleiden. Eerst geef je instructie over het lopen met krukken. Daarna ga je het lopen met krukken samen oefenen. Zijn slaapkamer is boven, dus hij zal ook moeten leren om trappen te lopen met de krukken.


Zelfstandig verplaatsen

Voorbereiding

• • •

.

Maak een stappenplan voor het leren lopen met krukken. Zoek op internet naar filmpjes waarin je kunt zien hoe je de krukken op de juiste hoogte moet instellen en hoe je met krukken kunt (trap)lopen. Bedenk of je materialen wilt printen of dat je een computer of tablet gebruikt bij het geven van je instructie. Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt. Kies wie Rik gaat leren lopen met krukken en wie Rik gaat leren traplopen met de krukken. Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Leef je in je rol in. Hoe ga je bij de instructie rekening houden met de licht verstandelijke beperking van Rik?

fb .v

• •

tie

Uitvoering

Speel het rollenspel waarbij je Rik instructie geeft over het lopen of het traplopen met krukken, rekening houdend met zijn licht verstandelijke beperking.

u' Ac

Reflectie a. Bespreek samen het rollenspel na. Wat ging goed? Wat kon beter?

Ed

b. Hoe heb je bij de instructie rekening gehouden met de licht verstandelijke beperking van Rik?

er

ij

c. Wat ging goed? Beargumenteer je antwoord.

Oefening 22

Casus

U

itg

ev

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

Rolstoel

Meneer Burundi is 72 jaar. Hij heeft een CVA gehad en kan bijna niet meer lopen. Daarom krijgt hij een rolstoel. De rolstoel vergroot zijn mogelijkheden. Maar voor zijn vrouw is het best lastig om ermee te leren omgaan. Jij gaat zijn vrouw begeleiden bij het leren verplaatsen met een rolstoel. Je oefent daarbij de volgende situaties: • verplaatsen van rolstoel naar stoel • met de rolstoel een stoeprand af- en opgaan.

Je geeft steeds eerst instructie en daarna ga je oefenen. Speel dit uit in een rollenspel. Een van jullie is mevrouw Burundi, de ander is de begeleider. Draai na afloop de rollen om en speel het rollenspel nog een keer.

29


Zelfstandig verplaatsen

Voorbereiding

.

Maak stappenplannen voor het verplaatsen van rolstoel naar stoel en het af- en oprijden van een stoeprand. Lees het Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt. Kies wie mevrouw Burundi gaat leren om haar man te ondersteunen bij de verplaatsing van stoel naar rolstoel en wie mevrouw gaat leren om met de rolstoel de stoep op en af te rijden. Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Leef je in je rol in. Voor mevrouw Burundi is het best lastig om met de rolstoel om te leren gaan, ze is immers zelf ook niet zo jong meer. Hoe kun je haar motiveren en stimuleren?

fb .v

Uitvoering

u' Ac

Reflectie Bespreek samen het rollenspel na. a. Wat ging goed? Wat kon beter?

tie

Speel het rollenspel waarbij je mevrouw Burundi instructie geeft over het begeleiden van haar man van stoel naar rolstoel of het op- en afrijden van de stoep en haar motiveert en stimuleert om dat te doen.

Ed

b. Wat heb je gedaan om mevrouw Burundi te motiveren en stimuleren?

er

ij

c. Wat heb je geleerd?

ev

d. Hoe heb je gelet op de veiligheid voor meneer en mevrouw Burundi?

Oefening 23

itg

Werkmodel Aanleerprogramma <

U

Website Google Maps <

30

Route Verken de route van je huis naar school via de Website Google Maps. a. Wat voor verkeer kom je onderweg tegen? Tip: denk ook aan openbaar vervoer.


Zelfstandig verplaatsen

c. Welke vaardigheid vind jij het moeilijkst? Waarom?

tie

Casus

fb .v

.

b. Welke kennis en vaardigheden heb je nodig om dit te kunnen overzien?

u' Ac

Bob is zeventien jaar en heeft een licht verstandelijke beperking. Hij wordt binnenkort achttien en dan krijgt hij van zijn ouders een scooter, als hij zijn scooterrijbewijs weet te halen. Bob wil heel graag op zijn scooter rijden. Bob denkt dat het halen van zo’n rijbewijs een makkie zal zijn. Maar jij ziet hem regelmatig fietsen en merkt dan dat hij niet altijd goed weet of hij nu door mag rijden of moet wachten. Bob kent ook niet alle verkeersborden. Jij gaat Bob begeleiden bij het deelnemen aan het verkeer als voorbereiding op zijn rijlessen.

Ed

d. Onderzoek wat Bob allemaal moet weten en kunnen om zijn scooterrijbewijs te kunnen halen. Schrijf eerst een aanleerprogramma.

Het einddoel van deze ADL-training is dat Bob zelfstandig kan deelnemen aan het verkeer en klaar is om lessen te volgen voor het behalen van zijn scooterrijbewijs. Bedenk tussendoelen die bijdragen aan het bereiken van dit einddoel. Schrijf een aanleerprogramma voor Bob met behulp van het Werkmodel Aanleerprogramma. Wissel jullie leerprogramma uit met een ander drietal. Lees het aanleerprogramma van het andere drietal. Kijk daarbij goed naar: – de beschrijving van de beginsituatie – stap 4: denk je dat je collega’s aan de hand van deze beschrijving de training allemaal op eenzelfde manier zouden geven? Bespreek jullie bevindingen met elkaar en pas het aanleerprogramma aan. Maak een filmpje over het begeleiden van Bob bij deelname aan het verkeer. In het filmpje laat je zien op welke punten je Bob begeleidt en hoe je dat doet. Het filmpje duurt maximaal 5 minuten.

er

ij

• •

U

itg

ev

• •

31


Zelfstandig verplaatsen

Oefening 24

Openbaar vervoer

Casus

• •

tie

Maak drietallen. Het einddoel van deze ADL-training is dat Hakim informatie over het openbaar vervoer en het reizen met de ov-chipkaart kan opzoeken. Bedenk tussendoelen die bijdragen aan het bereiken van dit einddoel. Schrijf een aanleerprogramma voor Hakim met behulp van het Werkmodel Aanleerprogramma. Wissel jullie leerprogramma uit met een ander drietal. Lees het aanleerprogramma van het andere drietal. Let daarbij op: – de tussendoelen: sluiten deze aan bij het einddoel en de situatie van de cliënt? – beschrijving: denk je dat je collega’s aan de hand van deze beschrijving de training allemaal op eenzelfde manier zouden geven? Bespreek jullie bevindingen met elkaar en pas het aanleerprogramma aan.

u' Ac

• •

fb .v

.

Hakim is 25 jaar en heeft sinds kort een verblijfsvergunning gekregen. Hij woont nu op zichzelf. Hakim spreekt al redelijk Nederlands, maar veel dingen zijn nog moeilijk voor hem. Een van die dingen is het reizen met het openbaar vervoer. Jij gaat hem daarbij begeleiden. Je gaat Hakim leren hoe hij informatie over het openbaar vervoer kan opzoeken en hoe hij reist met de ov-chipkaart.

Ed

a. Hakim wil op bezoek bij zijn oom in Almere. Maak een reisschema voor Hakim. Hij woont zelf aan het Haringvliet in Rotterdam. Zijn oom woont aan de Verzetslaan in Almere. Hakim wil om 14.00 uur bij zijn oom aankomen.

itg

ev

er

ij

b. Mevrouw Wijnands heeft MS en zit in een rolstoel. Ze zou graag eens op bezoek gaan bij haar zus. Dan moet ze met de trein reizen. Zoek uit hoe iemand met een rolstoel per trein kan reizen en wat er dan geregeld moet worden.

Oefening 25

U

Werkmodel Stappenplan Instructie geven <

32

Reizen met een verstandelijke beperking

Casus Niels is 21 jaar en heeft een verstandelijke beperking. Hij woont in een kleinschalige woonvorm. Niels gaat twee keer in de week naar de dagbesteding. Tot nog toe werd hij opgehaald met een busje, maar hij wil graag zelfstandig met de bus naar de dagbesteding reizen. Niels kan niet lezen. Jij gaat Niels leren om zelfstandig met de bus naar de dagbesteding te reizen.


Zelfstandig verplaatsen

Voorbereiding

• • • •

.

Maak een stappenplan voor het leren reizen met het openbaar vervoer, waarbij je er rekening mee houdt dat Niels niet kan lezen. Beschrijf hoe je bij de instructie rekening houdt met de verstandelijke beperking van Niels. Bedenk of je materialen wilt printen of dat je een computer of tablet gebruikt bij het geven van je instructie. Lees Werkmodel Stappenplan Instructie geven en zorg dat je de materialen die je wilt gebruiken maakt of beschikbaar hebt. Verdeel de rollen cliënt en hulpverlener. Na afloop van het rollenspel draaien jullie de rollen om en speel je het rollenspel nog een keer. Leef je in je rol in. Het is voor Niels heel belangrijk dat hij zelfstandig met de bus naar de dagbesteding kan reizen. Hoe ga jij hem dat zo goed mogelijk leren?

fb .v

tie

Uitvoering

u' Ac

Speel het rollenspel waarbij je Niels instructie geeft over het reizen met de bus naar de dagbesteding, rekening houdend met zijn verstandelijke beperking en het feit dat hij niet kan lezen. Reflectie a. Hoe heb je rekening gehouden met het feit dat Niels niet kan lezen?

Ed

b. Hoe zou je Niels voorbereiden op een onverwachte situatie zoals een bus die niet komt of dat hij een keer in de verkeerde bus stapt?

Casus

er

Website (Op)nieuw geleerd, oud gedaan <

Wandeling binnen en buiten huis

ij

Oefening 26

U

itg

ev

De heer De Vries heeft dementie. Hij vertoont veel gedragingen die passen bij de fase van het verdwaalde ik. Sinds een paar weken woont hij in de instelling Klaverblad omdat hij steeds vaker agressief was. Het Klaverblad is een instelling met afdelingen met maximaal tien cliënten. De normale dagelijkse gang van zaken wordt zo veel mogelijk nagestreefd. Toen de heer De Vries nog zelfstandig woonde, mocht hij altijd graag alleen een wandelingetje in de buurt maken. Hij wordt ook onrustig als hij niet heeft kunnen wandelen. De instelling heeft beneden een centrale hal met een winkeltje en een koffieautomaat. Meneer drinkt graag een kopje koffie. Je gaat meneer leren om zelfstandig in de omgeving van de instelling een wandeling te maken en zelfstandig naar de koffieautomaat te gaan om daar koffie te drinken.

33


Zelfstandig verplaatsen

Voorbereiding Ga naar de Website (Op)nieuw geleerd, oud gedaan en bekijk de C-filmpjes. Kies voor beide situaties een methode van aanleren en beargumenteer je keuze.

Werk met zijn tweeën de beginsituatie in het Werkmodel Aanleerprogramma uit. Onderzoek daarvoor eerst wat de fase van het verdwaalde ik inhoudt. Verdeel onderling het aanleren van een wandeling buiten en het lopen naar de koffieautomaat. Vul nu het Werkmodel Aanleerprogramma individueel verder in voor of het lopen naar de koffieautomaat of het buiten wandelen. Bespreek elkaars uitwerking. Maak eventuele materialen die nodig zijn. Bespreek samen welk gedrag passend is bij iemand met dementie in de fase van het verdwaalde-ik.

• • •

tie

Uitvoering

u' Ac

fb .v

.

Speel het rollenspel en begeleid de cliënt volgens het aanleerprogramma dat je zelf geschreven hebt.

Ed

Reflectie a. Wat neem je van deze oefening mee naar de praktijk? Beargumenteer je antwoord.

U

itg

ev

er

ij

b. Hoe heb je het ervaren om de rol van cliënt te spelen en op deze manier begeleid te worden?

34


Theoriebron ADL-training

Theoriebron ADL-training

.

Inleiding

fb .v

Als je in de sector zorg of welzijn werkt, krijg je te maken met het geven van ADL-trainingen op verschillende gebieden.

ADL-training

u' Ac

tie

Een ADL-training is een training op het gebied van algemene dagelijkse levensverrichtingen. Het gaat om dagelijkse terugkerende basisactiviteiten die nodig zijn om zelfstandig te kunnen leven, zoals: • huishouden • persoonlijke en uiterlijke verzorging • mobiliteit • ontspannen • zinvolle activiteit, zoals hobby’s en sport • sociale contacten • voeding • omgaan met mobiele telefoon, internet.

Ed

Niet al deze vaardigheden komen voor in een ADL-training. Maar het gaat bij ADL-training wel om activiteiten die nodig zijn om zelfstandig te kunnen leven en die (bijna) dagelijks terugkomen.

Voor wie is ADL-training geschikt?

U

itg

ev

er

ij

Je kunt een ADL-training geven aan alle cliënten die je in de (maatschappelijke) zorg tegenkomt, bijvoorbeeld aan mensen met een verstandelijke beperking, mensen met een psychische stoornis of mensen met een chronische ziekte. Bij het geven van een ADL-training kijk je altijd naar de beginsituatie van de cliënt en de oorzaak van het zelfzorgtekort. Oorzaken van het zelfzorgtekort kunnen zijn: • gebrek aan vaardigheden Cliënten kunnen een gebrek aan vaardigheden hebben doordat ze: – bepaalde vaardigheden nooit geleerd hebben – door ziekte of beperking bepaalde vaardigheden ‘opnieuw’ moeten leren – door ziekte of beperking vaardigheden op een andere manier moeten leren uitvoeren. • gebrek aan kennis Cliënten kunnen in hun leven situaties tegenkomen waarbij de kennis die ze hebben niet meer voldoende is. • gebrek aan motivatie Cliënten kunnen door een psychiatrische ziekte, een levensfase, levensvisie of gebrek aan kennis ongemotiveerd zijn om bepaalde vaardigheden uit te voeren. Vaak is er sprake van een combinatie van oorzaken.

35


Theoriebron ADL-training

Gebrek aan vaardigheden

fb .v

Gebrek aan kennis

.

Meneer Klaver heeft een hersenbloeding gehad. Hij heeft hierdoor krachtsvermindering in zijn rechterarm. Hij moet veel handelingen opnieuw leren.

Sahiet is een vluchteling uit Nairobi. Hij woont in een azc. De hygiëne is hier heel anders dan hij gewend is. Hij is niet bekend met de schoonmaakproducten en -materialen die in Nederland gebruikelijk zijn. Hij weet ook niet hoe de wasmachine werkt.

Gebrek aan motivatie

u' Ac

tie

Thomas is verslaafd aan drugs. Het schoonhouden van zijn huis en gezond eten heeft niet zijn interesse. Hij is tijdelijk opgenomen in een ggz-kliniek. Hij maakt een puinhoop van zijn kamer, draait de dag en nacht om en verzorgt zichzelf slecht.

Doel van ADL-training

Ed

ADL-trainingen worden gegeven om de zelfstandigheid van de cliënt te bevorderen. Dit is goed voor het zelfvertrouwen van de cliënt en draagt bij aan zijn welbevinden. Door het toenemen van de zelfstandigheid van de cliënt is hij minder afhankelijk van de ondersteuning, waardoor hij zelfstandiger kan gaan of blijven wonen. In de psychiatrie wordt ADL-training ook gebruikt om structuur aan te brengen in het dagelijks leven van de cliënt. De structuur van de training biedt de cliënten houvast.

ij

Soorten ADL-training

U

itg

ev

er

Er zijn ADL-trainingen op verschillende gebieden: • voeding Je leert een cliënt om zelfstandig een boodschappenlijstje te maken, boodschappen te doen en een maaltijd te bereiden. • huishouden Je leert een cliënt hoe hij zijn huis schoon moet houden, hoe vaak hij elke ruimte schoon moet maken en welke schoonmaakmiddelen en -materialen hij kan gebruiken. • textiel Je leert een cliënt om zelfstandig de was te doen. • verzorging Je leert een cliënt om zelfstandig zijn persoonlijke en uiterlijke verzorging te regelen, bijvoorbeeld zelfstandig wassen en aankleden, tandenpoetsen, scheren, haar en make-up verzorgen. • deelnemen aan het verkeer Je leert een cliënt om zelfstandig aan het verkeer deel te nemen, bijvoorbeeld als voetganger, fietser of op de scooter, en je leert hem om zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen. • verplaatsen binnen huis Je leert een cliënt om zich zelfstandig binnen huis te verplaatsen met hulpmiddelen zoals een rollator, een stok of krukken.

36


Theoriebron Maken van een ADL-training

.

Theoriebron Maken van een ADL-training

fb .v

Inleiding

tie

Josje heeft een licht verstandelijke beperking. Ze wil graag zelfstandig gaan wonen. Om dat doel te bereiken zijn er veel vaardigheden die ze nog moet leren. Ze leert momenteel koken. Haar persoonlijk begeleider heeft een ADL-training gemaakt zodat alle hulpverleners Josje op dezelfde manier begeleiden. Bij het ontwikkelen van een ADL-training doorloop je een aantal stappen.

Registreren

u' Ac

Registreren is het objectief maken van wat een cliënt wel en niet kan. Dit registreren gebeurt vaak met behulp van een standaardlijst of een eigengemaakte observatielijst. Er wordt bij de registratie, vaak op alle terreinen van de ADL, goed gekeken wat de cliënt kan en waar ondersteuning nodig is. In overleg met de cliënt wordt bepaald op welk gebied een toename van zelfstandigheid belangrijk is. De registratielijst wordt tijdens en na afloop van de training meerdere keren ingevuld om het verloop van de training te monitoren en te kunnen bijsturen.

Ed

Standaard tools om de zelfredzaamheid op ADL-gebied te meten: Uitleg

ij

Zelfredzaamheidsradar

Dit is een lijst met vragen om na te gaan in hoeverre dementerende ouderen nog voor zichzelf kunnen zorgen. Op de lijst vul je in hoe de cliënt scoort op 7 domeinen van het dagelijks leven: telefoneren, inkopen doen, maaltijd bereiden, huishoudelijke activiteiten of klusjes, kleding wassen, openbaar vervoer en transport, medicatiegebruik. De score wordt vergeleken met eerdere uitkomsten van de test, zodat een eventuele achteruitgang gesignaleerd kan worden.

U

itg

ev

er

Instrument ADL

Je brengt de zelfredzaamheid van een cliënt in kaart. De radar bestaat uit 15 domeinen die je een cijfer tussen de 1 en 5 kunt geven. Als een cliënt op één domein lager scoort, bedenk je samen hoe je dit kunt verbeteren.

37


Theoriebron Maken van een ADL-training

Uitleg Dit is een korte vragenlijst die de zelfredzaamheid van een cliënt in beeld brengt. Er zijn 10 levensgebieden, bij elk levensgebied check je of de cliënt zichzelf kan redden en eigen regie heeft. Je kunt deze zelfredzaamheidsmeter met de cliënt bespreken. Je kunt hem ook allebei apart invullen.

Barthel-index

Dit is een invullijst om te bepalen in hoeverre een cliënt ADL zelfstandig uit kan voeren. Aan de hand van deze lijst bepaal je hoeveel zorg iemand nodig heeft. Hij meet 10 punten. Een nadeel is dat lichtere beperkingen er vaak niet uitkomen, omdat de lijst een vrij grof meetinstrument is.

Katz-ADL

Dit is een meetinstrument waarmee gemeten wordt in hoeverre iemand zorg nodig heeft op 6 gebieden. Ook dit is een vrij grof meetinstrument.

u' Ac

Wensen van de cliënt

tie

fb .v

.

Zelfredzaamheidsmeter

Ed

Bij het aanbieden van ADL-training staan de wensen van de cliënt centraal. Je bepaalt samen met de cliënt op basis van de registratie wat voor de cliënt belangrijk is. Om dit te achterhalen kun je een aantal vragen stellen: • Op welke gebieden wil de cliënt zelfstandiger worden? • Wat wil de cliënt (nog) bereiken? (Zo concreet mogelijk dus vraag door.) • Waarom wil de cliënt dat bereiken? • Wat maakt dat het ene belangrijker is dan het andere? • Wat is voor hem belangrijk om een zinvol leven te blijven leiden? • Wat helpt hem om de eigen regie te behouden?

er

ij

Door het stellen van de vragen is de cliënt eigenaar van zijn leertraject en stimuleer je de cliënt om de regie over zijn leven te houden of nemen. Door goed stil te staan bij de wensen van de cliënt is hij gemotiveerder om mee te doen en is het rendement (de opbrengst) van de ADL-training hoger. Als de cliënt niet zelf kan aangeven wat voor hem belangrijk is, voer je gesprekken met naastbetrokkenen.

U

itg

ev

Beginsituatie

38

De beginsituatie beschrijft het geheel aan mogelijkheden, vaardigheden en karaktereigenschappen van de cliënt die van invloed zijn op de ADL-training. Je beschrijft wat de cliënt wel kan en prettig vindt en geeft aanwijzingen die de begeleiding kunnen helpen.

Voorbeeld Josje heeft een licht verstandelijke beperking, ze is heel enthousiast en wil graag leren. Ze kan ook goed leren als haar de vaardigheden in kleine stukjes aangeboden worden. Het helpt haar als ze kan nadoen. Het resultaat is voor haar heel belangrijk: het idee dat ze de maaltijd op tafel kan zetten motiveert haar. Josje raakt snel van slag als iets niet goed gaat. Kleine stapjes en veel succeservaringen helpen haar om gemotiveerd te blijven. Als het goed gaat, zijn haar handen ontspannen en lacht ze veel. Als het niet goed gaat,


Theoriebron Maken van een ADL-training

verkrampen haar handen en gaat ze heen en weer staan wiegen. Het is dan tijd om haar even af te leiden. Ze is dol op muziek en zingen, dus als je even met haar zingt, kan ze daarna vaak weer ontspannen verder.

fb .v

.

Doelstelling

tie

De doelstelling is wat de cliënt wil bereiken met de ADL-training. Het is het eindresultaat van de training. Doelen moet realistisch zijn, anders levert het alleen maar frustratie op. Maak een onderscheid tussen korte- en langetermijndoelen. Kortetermijndoelen zijn als het ware tussenstapjes op weg naar de langetermijndoelstelling. Kortetermijndoelen zijn belangrijk voor succeservaringen. De cliënt ziet dan dat hij binnen korte tijd al iets bereikt heeft en dat motiveert om verder te gaan. Hoe groot of hoe klein je de tussenstapjes maakt hangt helemaal af van de mogelijkheden van de cliënt. Wat voor de één een kleine stap is kan voor de ander een grote stap vooruit zijn.

u' Ac

Voorbeeld

Ed

Josje wil graag leren koken. Maar dat is natuurlijk een ruim begrip. Het maakt nogal wat uit of je voor vrienden een driegangenmaaltijd kookt of een maaltijd voor jezelf. Josje wil graag leren om een gezonde maaltijd voor zichzelf klaar te maken. Er komen ook weleens familieleden langs en het lijkt Josje geweldig als ze ook hen een maaltijd voor kan zetten. Het langetermijndoel is: Josje kan na een half jaar een driegangenmaaltijd klaarmaken voor haar familie. Kortetermijndoelen: • Josje kan na twee weken een gezonde maaltijd kiezen. • Josje kan na twee weken een boodschappenlijstje maken. • …

er

ij

Activiteiten

ev

Activiteiten zijn handelingen die de cliënt (met ondersteuning) uitvoert om het doel te bereiken. Om te zorgen voor continuïteit in de ADL-training schrijf je alle belangrijke activiteiten op. Zorg dat de beschrijving duidelijk is: op die manier weten je collega’s precies wat je bedoelt en leren jullie de cliënt de vaardigheden op dezelfde manier aan.

U

itg

Voorbeeld Josje wil graag een gezonde maaltijd voor zichzelf leren koken. Ze moet eerst weten wat gezonde voeding is. Activiteiten zijn: • de site van het Voedingscentrum bekijken • de schijf van vijf bespreken • haar gewicht meten en bespreken • opschrijven wat voor haarzelf gezonde voeding is.

39


Theoriebron Maken van een ADL-training

Uitvoer

.

In deze fase worden de activiteiten uitgevoerd zoals ze gepland zijn. Tijdens het uitvoeren observeer je de cliënt. Je kijkt hoe hij het aanleren van de vaardigheid oppakt. Je houdt zijn vorderingen in de gaten, zodat je die in kunt vullen op de registratielijst.

fb .v

Voorbeeld

tie

De ADL-training begint met het samen bekijken van de site van het Voedingscentrum. Stapje voor stapje leert Josje wat gezond eten inhoudt. Josje kiest vandaag zelf welke groente ze wil eten. De rest van de maaltijd wordt door de begeleider samengesteld. De begeleider maakt ook het boodschappenlijstje en gaat samen met Josje boodschappen doen. Josje weegt in de winkel haar eigen groente af.

Evaluatie

Ed

u' Ac

In deze fase wordt gekeken of het doel bereikt is en of er nog extra training nodig is. Meestal evalueer je halverwege de training al een keer, zodat je nog bij kunt stellen als dat nodig is. Aan het eind kijk je of de cliënt de vaardigheid beheerst. Als de doelstelling niet behaald is, onderzoek je wat de oorzaak hiervan is. Vragen die je daarbij stelt zijn: • Was de beginsituatie goed ingeschat? • Is er tijdens de ADL-training iets veranderd in de situatie van de cliënt? • Sloot de doelstelling voldoende aan bij de cliënt en de situatie? • Was de termijn voor het behalen van de doelstelling realistisch? • Staat de cliënt nog achter de doelstelling? • Is de samenwerking tussen de cliënt en de begeleider goed geweest? • Zijn de activiteiten uitgevoerd zoals afgesproken?

Voorbeeld

U

itg

ev

er

ij

Josje heeft nog moeite met het koken van een maaltijd voor zichzelf. Ze weet niet altijd welke hoeveelheden ze moet gebruiken. Soms heeft ze te weinig eten klaargemaakt en soms houdt ze veel over. Samen met haar persoonlijk begeleider spreekt ze af dat ze op dat vlak nog extra training krijgt.

40


Theoriebron Uitvoeren van een ADL-training

.

Theoriebron Uitvoeren van een ADL-training

fb .v

Inleiding

Een ADL-training kan, afhankelijk van het gestelde doel, op verschillende manieren gegeven worden.

tie

Uitvoeren van een ADL-training

u' Ac

Bij de start van de ADL-training bespreek je met de cliënt het doel van de training en de activiteiten die de cliënt die dag gaat doen. Tijdens een ADL-training geef je regelmatig instructie. Je leert de cliënt op die manier stap voor stap de vaardigheid aan. Je kunt op verschillende manieren instructie geven. Je kunt kiezen voor forward chaining, backward chaining of strategietraining. Houd tijdens de uitvoering steeds het doel voor ogen en kijk of je dit ook daadwerkelijk denkt te bereiken. Observeer de cliënt en kijk of hij de vaardigheid oppakt. Stel anders tijdig bij, zo voorkom je teleurstelling aan het einde. Regelmaat is bij een ADL-training belangrijk. Door het steeds herhalen slijpt de vaardigheid bij de cliënt in.

Ed

Instructie geven

er

ij

Bij het geven van instructie geef je uitleg over een vaardigheid en demonsteer je de vaardigheid. Instructie bestaat uit zes stappen: 1. mondelinge instructie 2. een deelhandeling voordoen 3. de deelhandeling samen uitvoeren 4. de cliënt voert de deelhandeling zelfstandig uit 5. herhaling van de vorige stappen voor een volgende deelhandeling 6. de cliënt voert de handeling in zijn geheel uit.

U

itg

ev

Voor je instructie gaat geven stel je jezelf op de hoogte van de situatie, mogelijkheden (kennis en kunde) en wensen van de cliënt. Dit is iedere keer het uitgangspunt op basis waarvan je bepaalt: • welke informatie belangrijk is om te geven • hoeveel informatie je in één keer geeft • hoe je de informatie geeft • welke hulpmiddelen er nodig zijn • hoe je de cliënt begeleidt. In de loop van de instructie leer je de cliënt om zelf keuzes te maken zodat hij een vaardigheid ook kan uitvoeren als de situatie iets anders is.

41


Theoriebron Uitvoeren van een ADL-training

Forward chaining

tie

Backward chaining

fb .v

.

Forward chaining betekent dat het aanleren van de handeling begint bij de eerste deelhandeling. Als de cliënt de eerste deelhandeling beheerst dan ga je door met het aanleren van de volgende deelhandeling. Je herhaalt de stappen tot de cliënt alle deelhandelingen beheerst en de gehele vaardigheid zelfstandig kan uitvoeren. Deze manier van leren is vooral geschikt voor situaties waarbij: • je verwacht dat de cliënt de gehele vaardigheid snel zal leren • de gehele vaardigheid uit niet te veel deelvaardigheden bestaat • de deelvaardigheden zelf een duidelijk resultaat hebben waarop de cliënt trots kan zijn.

Bij backward chaining begin je achteraan met het leren van de vaardigheid.

u' Ac

Voorbeeld

Josje wil graag leren koken voor zichzelf en voor anderen. Voor Josje is het resultaat belangrijk. Daarom begint haar persoonlijk begeleider met het leren opscheppen en het bord naar de tafel brengen. Josje is trots op zichzelf als ze de borden op tafel zet. De volgende keer leert ze de spaghetti in de pan te doen.

ij

Ed

Bij backward chaining wordt de vaardigheid opgedeeld in stapjes. Je betrekt de cliënt in het totale proces, maar je geeft alleen instructie over de laatste stap, zodat hij deze zelfstandig leert uitvoeren. Deze laatste stap herhaal je totdat de cliënt deze beheerst. Dan begin je met de een na laatste stap en zo ga je terug tot je bij de eerste stap beland bent. Je leert de vaardigheid dus van achteren naar voren aan. Deze manier van leren gebruik je in situaties waarbij: • het resultaat voor de cliënt belangrijk is • de vaardigheid uit veel deelhandelingen bestaat • je vaardigheden aanleert die betrekking hebben op de persoonlijke verzorging.

er

In de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en in de zorg voor dementerende ouderen is dit de meest gebruikte methode.

U

itg

ev

Strategietraining

42

Een strategie is een plan waarmee doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Een strategie geeft houvast voor het handelen. Bij een strategietraining staat het leren van een vaardigheid volgens een duidelijk (stappen)plan centraal. Je kijkt samen met de cliënt wat hij nodig heeft om bepaalde problemen te overwinnen: welke hulpmiddelen en geheugensteuntjes kunnen de cliënt ondersteunen? Vervolgens bied je de vaardigheden gestructureerd aan volgens het stappenplan, liefst dagelijks. Door veel herhaling slijt de vaardigheid langzaam in tot een routine. Bij strategietraining kun je gebruikmaken van hulpmiddelen zoals een fotoalbum of plaatjes. Een fotoalbum bijvoorbeeld kan houvast geven doordat het aan vroeger herinnert. Je motiveert de cliënt door regelmatig aan te geven wat goed gaat en door complimentjes te geven. Dit zorgt ervoor dat de cliënt zelfvertrouwen krijgt. Strategietraining wordt veel toegepast bij dementerende ouderen en bij cliënten met een verstandelijk beperking. Een strategietraining geeft steun.


Theoriebron Uitvoeren van een ADL-training

Regelmaat

.

Bij het geven van ADL-training zijn regelmaat en herhaling belangrijk. Als een deelvaardigheid niet snel genoeg weer herhaald wordt, moet je iedere keer weer van voren af aan beginnen. Het aanleren van nieuwe vaardigheden kost tijd, zeker als het een verandering van iemands leefstijl betekent. Daarom wordt een ADL-training altijd in een relatief korte tijd in een hoge frequentie gegeven en is het belangrijk om de cliënt zeker de eerste drie maanden te ondersteunen bij het vasthouden van de aangeleerde vaardigheden. Het Artikel Hoe lang duurt het om een nieuwe gewoonte aan te leren? geeft hier meer informatie over.

fb .v

Artikel Hoe lang duurt het om een nieuwe gewoonte aan te leren? <

Voorbeeld

tie

Josje wordt iedere dag betrokken bij het koken van een maaltijd, zes weken lang.

Motiveren

Ed

u' Ac

Motivatie is het gevoel of de drijfveer waardoor je wordt aangezet om iets te gaan doen, om een doel te bereiken. Motivatie is individueel, dat wil zeggen dat iedereen zijn eigen reden heeft om gemotiveerd te zijn. Motivatie kan uit jezelf komen (intrinsieke motivatie) of van buitenaf worden aangewakkerd (extrinsieke motivatie). Intrinsieke motivatie komt meestal voort uit een gevoel van plicht of plezier. Extrinsieke motivatie heeft vaak te maken met de beloning, zoals studiepunten, nuttig voor later enzovoort. Om een cliënt te ondersteunen gemotiveerd te blijven moet je goed weten wat de drijfveer is van de cliënt: waarom wil hij iets leren? Soms moet je de cliënt eraan herinneren waarom iets belangrijk voor hem was. Het is ook altijd handig om te weten welke extrinsieke motivatie de cliënt het meest aanspreekt.

U

itg

ev

er

ij

Als hulpverlener kun je een klimaat creëren dat motiverend is voor de cliënten. Een paar tips: 1. Zorg dat doelen duidelijk en realistisch zijn. 2. Geef vertrouwen. 3. Geef complimenten. 4. Betrek de cliënt bij beslissingen. 5. Stimuleer eigen denken en uitproberen. 6. Zorg dat alle materialen aanwezig zijn. 7. Zorg dat de cliënt zich prettig voelt in de ruimte. 8. Vier successen. 9. Geef het goede voorbeeld, wees zelf enthousiast. 10. Benader iedere cliënt anders, vraag je af wat voor de cliënt belangrijk is.

Voorbeeld Josje wil soms helemaal niet meehelpen met koken. De ene keer motiveert de begeleider Josje door haar eraan te herinneren waarom ze wilde leren koken, de andere keer laat ze Josje zien wat ze allemaal al wel kan en weer een volgende keer zegt ze tegen Josje dat ze niet hoeft te helpen met tafeldekken en afwassen als ze helpt met koken. Het is goed om niet iedere keer dezelfde motivatieprikkel te gebruiken.

43


Theoriebron Uitvoeren van een ADL-training

Positieve bekrachtiging

fb .v

.

Positieve bekrachtiging wil zeggen dat je regelmatig laat merken dat de ander iets goed doet. Er zijn twee soorten bekrachtigers: • materiële bekrachtigers, zoals geld, uitstapjes, stickers of snoep • sociale bekrachtigers zoals oogcontact, glimlachen, complimentjes of een schouderklopje. Ook al zijn de stapjes nog zo klein, als het behalen ervan voor de cliënt belangrijk is dan geef je een positieve bekrachtiging. Laat de cliënt merken dat je er alle vertrouwen in hebt dat hij de vaardigheid leert en vier succesmomenten. Houd positieve resultaten bij, zodat je erop terug kunt komen op momenten dat het iets minder goed lijkt te gaan. Op deze manier kun je aantonen dat er vooruitgang geboekt wordt.

tie

Voorbeeld

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Josje vindt het fijn om van anderen te horen dat het goed gaat. Het helpt haar om vertrouwen te hebben in haar eigen kunnen en om gemotiveerd te blijven. Als ze complimentjes krijgt, gaat haar hele gezicht stralen. Ze heeft dan veel zin om nog beter haar best te doen.

44


Theoriebron Rekening houden met de doelgroep

.

Theoriebron Rekening houden met de doelgroep

fb .v

Inleiding

tie

Bij het geven van ADL-trainingen houd je rekening met de unieke eigenschappen van de cliënt. Iedere cliënt is anders en heeft zijn eigen benadering nodig. Hierna volgen een aantal algemene tips/adviezen voor het geven van ADL-training per doelgroep. Pas deze algemene tips/adviezen nooit klakkeloos toe maar kijk wat van toepassing is en past bij je cliënt.

Ernstig verstandelijk beperkten

er

ij

Ed

u' Ac

Mensen met een ernstig verstandelijke beperking nemen de wereld om hen heen op een andere manier waar dan dat wij dat doen. Iemand met een ernstig verstandelijke beperking heeft een ontwikkelingsleeftijd van 2 tot 4 jaar maar wel met meer levenservaring. Als je een ADL-training geeft aan een cliënt met een ernstig verstandelijke beperking, moet je op de volgende dingen letten: • Splits de vaardigheid op in kleine stapjes. • Gebruik eenvoudige, korte zinnen. • Stel geen twee vragen of geef geen twee opdrachten in één zin. • Geef de cliënt de tijd om de informatie te verwerken en de tijd om te reageren. • Ondersteun taal met eenvoudige handgebaren. • Controleer steeds of de cliënt jou begrepen heeft. • Herhaal stapjes regelmatig. • Werk met verwijzers aan het lichaam en/of concrete voorwerpen. • Ga niet verder voordat de cliënt de deelvaardigheid echt onder de knie heeft. • Maak gebruik van hulpmiddelen zoals een enkel plaatje. • Maak voorwerpen in de omgeving bereikbaar. • Zorg dat je in de buurt bent en let goed op de signalen van de cliënt, gezichtsuitdrukking, spierspanning en geluiden die hij maakt.

U

itg

ev

Matig verstandelijk beperkten Iemand met een matig verstandelijke beperking heeft een ontwikkelingsleeftijd van 4 tot 7 jaar maar wel met meer levenservaring. Bij het geven van een ADL-training aan een cliënt met een matig verstandelijke beperking moet je op de volgende dingen letten: • Let ook nu op je taalgebruik, gebruik niet te lange zinnen. • De woordenschat is groter dan bij iemand met een ernstig verstandelijke beperking, maar gebruik heldere taal en vermijd abstracte woorden. • Maak gebruik van tussenstapjes. • Herhaal veel. • Maak gebruik van voorbeelden. • Controleer steeds of de cliënt je begrepen heeft. • Maak gebruik van hulpmiddelen zoals picto’s.

45


Theoriebron Rekening houden met de doelgroep

Licht verstandelijk beperkten

.

fb .v

Werkmodel Eigen-initiatiefmodel <

Ouderen

tie

Filmpje Triade methodiek BOL EIM <

Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben een ontwikkelingsleeftijd van 7/8 tot ongeveer 12 jaar. Zij kunnen met begeleiding vaak op zichzelf leren wonen. Bij ADL-training deel je de vaardigheden steeds op in stapjes en leer je de stappen een voor een aan. Controleer steeds of de cliënt de stap begrepen heeft voor je verdergaat. Zorg ervoor dat de training gericht is op groei naar zelfstandigheid en besteed aandacht aan succeservaring. Houd er rekening mee dat deze cliënten zich soms moeilijk kunnen concentreren en dat zij concreet leren, vanuit voorbeelden. Je kunt dus wel vertellen hoe een cliënt iets moet doen, maar hij leert het pas als hij het zelf een keer doet. Cliënten met een licht verstandelijke beperking hebben vaak een grotere woordenschat en kunnen taal actiever gebruiken dan ernstig of matig verstandelijk beperkten, maar dit wil niet zeggen dat ze alles begrijpen. Er wordt bij cliënten met een verstandelijke beperking regelmatig gewerkt met het Eigen-initiatiefmodel. Kijk naar de filmpjes om te zien hoe dit werkt en/of lees het Werkmodel Eigen-initiatiefmodel.

u' Ac

Filmpje EIMEigen Initiatief Model <

Ed

Bij ouderen is de ADL-training vooral gericht op het behouden van zelfstandigheid. Ouderen willen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving wonen. Ook vanuit de overheid wordt gestimuleerd dat ouderen zelfstandig blijven wonen. Je begeleidt ouderen bij dagelijkse vaardigheden, die door het ouder worden moeilijker gaan. Een belangrijk onderwerp van ADL-trainingen bij ouderen is mobiliteit. Vaak leer je ouderen in een ADL-training om te gaan met hulpmiddelen zoals een stok of een rollator. Benadruk in de training dat zij hierdoor hun mobiliteit vergroten en zich veiliger kunnen verplaatsen.

Cliënten met een psychiatrische aandoening

ev

er

ij

Mensen met een psychiatrische aandoening zijn vaak verward en druk in hun hoofd. Zij hebben veel behoefte aan structuur. Daarom besteed je in de ADL-training veel aandacht aan het aanbrengen van structuur, bijvoorbeeld door het hebben van een zinvolle dagindeling. Help cliënten met het accepteren dat het soms niet lukt, laat merken dat dat niet erg is. Wees niet al te kritisch en besteed aandacht aan succeservaringen.

U

itg

Revalidatie

46

Bij revalidatie gaat het om het opnieuw aanleren van vaardigheden, bijvoorbeeld na een ongeluk of een CVA. Het opnieuw aanleren van een vaardigheid die je altijd beheerst hebt, kan moeizaam zijn en veel emoties met zich meebrengen. Bij cliënten met een hersenbeschadiging zie je regelmatig dat het reguleren van emoties moeilijker is. Het is belangrijk dat je veel herhaalt, geduld hebt en laat merken dat het niet erg is als het niet direct lukt. Besteed aandacht aan succeservaringen om te voorkomen dat de cliënt ontmoedigd raakt. Revalidatie kan een langdurig traject zijn.


Theoriebron Rekening houden met de doelgroep

Dementerenden

fb .v

.

Het is een misvatting om te denken dat dementerenden niet meer leren. Dementerenden leren continu met nieuwe situaties omgaan. Zeker in het begin van de dementie bedenken dementerende eigen strategieën om met hun vergeetachtigheid om te gaan. Ook in latere stadia van dementie zie je dat cliënten nog leren: als ze opgenomen worden, leren ze wie er op de afdeling werken en hoe de dag eruitziet. Bij dementerenden maak je gebruik van strategietraining, waarbij je zinvolle vaardigheden liefst dagelijks aanbiedt. Hierbij gaat het erom dat er veel herhaald wordt, zodat de cliënt uiteindelijk leert hoe het moet. De training is gericht op het behoud van vaardigheden. Een voorbeeld is het samen koken met dementerenden, waarbij zij meehelpen om de maaltijd te bereiden. Daarbij worden vaak gerechten gemaakt die aan vroeger herinneren, zoals groentesoep of appeltaart. Op de Website (Op)nieuw geleerd, oud gedaan vind je 21 filmpjes over het lerend vermogen van mensen met dementie.

u' Ac

Vluchtelingen

tie

Website (Op)nieuw geleerd, oud gedaan <

U

itg

ev

er

ij

Ed

Bij vluchtelingen moet je rekening houden met andere gewoontes, die voortkomen uit een andere culturele achtergrond. De taal kan een probleem zijn. Controleer daarom steeds of de cliënt je echt begrepen heeft, voordat je verder gaat. Je kunt te maken krijgen met frustratie over de situatie waarin de vluchteling verkeert, bijvoorbeeld over een verblijfsvergunning die uitblijft. Je kunt ook te maken krijgen met andere opvattingen over hygiëne en andere waarden en normen. Enkele tips: • Gebruik eenvoudige woorden. • Vermijd typisch Nederlandse uitdrukkingen. • Let op je non-verbale gedrag. • Wees niet te direct, neem de tijd voor smalltalk. • Respecteer de ander.

47


Theoriebron Samenwerken met anderen

.

Theoriebron Samenwerken met anderen

fb .v

Inleiding

tie

Bij het geven van een ADL-training werk je vaak samen met anderen. Niet alleen met collega’s, maar ook met fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten en gedragsdeskundigen. Elk van deze deskundigen heeft een eigen specialisme. Zij weten veel van een bepaald vakgebied. Je kunt hen dan ook raadplegen als je vragen hebt die over dat vakgebied gaan. Bovendien behandelen zij de cliënt en kunnen jou dus informatie geven over de vorderingen die hij op dat vakgebied maakt.

u' Ac

Collega’s

Een ADL-training wordt niet alleen door jou gegeven, maar ook door je collega’s. Het is dan belangrijk dat jullie de training goed afstemmen. Daarbij gaat het om een goede overdracht, bijvoorbeeld in het zorg(leef)plan, begeleidingsplan of ondersteuningsplan. Door een goede overdracht weet degene die het werk overneemt precies welke vorderingen er zijn en waar in deze sessie aandacht aan besteed moet worden.

Ed

Fysiotherapie

ev

er

ij

Veel cliënten krijgen ook fysiotherapie. Een fysiotherapeut is deskundig op het gebied van het bewegingsapparaat. Hij kan de cliënt ondersteunen bij mobiliteit en bij het soepel houden van spieren en gewrichten. Een fysiotherapeut is gericht op bewegen, het ontwikkelen van kracht, conditie en motoriek. Hij besteedt ook aandacht aan de fijne motoriek, bijvoorbeeld aan het gebruik van de handen. Sommige fysiotherapeuten hebben zich gespecialiseerd in een bepaalde richting zoals revalidatie. Aan een fysiotherapeut kun je vragen welke lichamelijke mogelijkheden en beperkingen een cliënt heeft en wat er haalbaar is als het om het aanleren van lichamelijke vaardigheden gaat.

U

itg

Ergotherapie

48

Een ergotherapeut ondersteunt een cliënt bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen. Hij adviseert en begeleidt bij moeilijkheden in het dagelijkse leven. Hij kijkt hoe dagelijkse handelingen op een andere manier uitgevoerd kunnen worden als er beperkingen zijn. Een ergotherapeut kan bijvoorbeeld op zoek gaan naar geschikt aangepast bestek of serviesgoed voor een cliënt met reuma of de ziekte van Parkinson. Een ergotherapeut geeft ook trainingen, waarbij hij de cliënt leert om met hulpmiddelen om te gaan. Aan een ergotherapeut kun je vragen welke vaardigheden een cliënt nog kan leren en welke hulpmiddelen het beste gebruikt kunnen worden. Een ergotherapeut kan ook meedenken over de keuzes en verdeling van activiteiten in de dag of over aanpassingen in het huis.


Theoriebron Samenwerken met anderen

Logopedie

Gedragsdeskundigen

fb .v

.

Een logopedist helpt mensen die moeite hebben met spreken. Zo leren zij bijvoorbeeld cliënten die afasie hebben als gevolg van een CVA om weer te spreken en om te gaan met bijvoorbeeld een gespreksboek. Een logopedist begeleidt ook mensen die moeite hebben met eten en drinken, bijvoorbeeld door slikklachten. Een logopedist kan jou helpen in je communicatie met je cliënt. Hij kan je bijvoorbeeld uitleggen wat iemand bedoelt als hij iets zegt. Hij kan je ook leren hoe je cliënten op de juiste manier begeleidt bij communicatieproblemen.

Diëtist

u' Ac

tie

Het woord zegt het al: gedragsdeskundigen hebben verstand van gedrag. Gedragsdeskundigen werken regelmatig in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Met een gedragsdeskundige kun je bespreken welke methode van aanleren het meest geschikt is voor een cliënt. Een gedragsdeskundige denkt na over de impact die een bepaalde methode op de cliënt zal hebben. Als er veranderingen bij de cliënt zijn, is hij daarbij betrokken als een soort medebehandelaar. Een gedragsdeskundige geeft dan sturing bij de observaties en kijkt samen met jou en het team wat er veranderd moet worden.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Een diëtist geeft adviezen over voeding. Als iemand een dieet moet gaan volgen, legt de diëtist uit wat het dieet inhoudt en wat er wel en niet binnen het dieet past. Jij kunt aan een diëtist advies vragen over de juiste voeding voor een bepaalde cliënt. Een diëtist kan ook iets betekenen bij het geven van ADL-trainingen. Zo zijn er speciale materialen ontwikkeld voor mensen met een verstandelijke beperking, zoals kookboeken, een groente- en fruitwijzer en dvd’s met een beweegprogramma.

49


fb .v

Theoriebron Specifieke aandachtspunten bij soorten trainingen

.

Theoriebron Specifieke aandachtspunten bij soorten trainingen

Inleiding

tie

Er zijn ADL-trainingen op verschillende gebieden. Zij hebben allemaal hun eigen aandachtspunten.

Voeding

Ed

u' Ac

Bij voeding zijn twee dingen heel belangrijk: veilig werken en hygiënisch werken. • Bij veilig werken kun je denken aan het zorgvuldig omgaan met scherpe messen of met warmte. Jij kunt een cliënt leren om op te passen met messen en met warmtebronnen. Let er bij pannen op dat de steel naar achteren wijst als ze op het fornuis staan, zodat een hete pan niet omgetrokken kan worden. • Hygiënisch werken is ook een onderdeel van veilig werken. Belangrijk hierbij is: – het wassen van de handen voor het eten koken – aparte snijplanken gebruiken voor vis, groente, vlees – producten op een goede manier bereiden en bewaren – materialen schoon achterlaten.

ij

Huishouden

U

itg

ev

er

Bij het huishouden besteed je aandacht aan veilig omgaan met schoonmaakmiddelen: • veilig werken met schoonmaakmiddelen Er mogen nooit twee middelen gemengd worden, want dan kunnen giftige gassen ontstaan. Dat kan heel gevaarlijk zijn. • veilig bewaren van schoonmaakmiddelen Schoonmaakmiddelen moeten apart, liefst hoog en met een kinderslot bewaard worden. • fysieke veiligheid Het is bijvoorbeeld belangrijk om altijd de stekker van het strijkijzer uit het stopcontact te halen als je even weg moet en ervoor te zorgen dat kinderen er niet bij kunnen. Controleer regelmatig of de materialen die je gebruikt nog heel zijn.

50

Persoonlijke en uiterlijke verzorging Bij persoonlijke en uiterlijke verzorging kom je al snel in de intieme zone van de cliënt. Ga daar zorgvuldig mee om. Vertel wat je gaat doen en ben je ervan bewust dat de ander zich ongemakkelijk kan voelen.


Theoriebron Specifieke aandachtspunten bij soorten trainingen

Ga uit van de wensen van de cliënt. Hoe vaak wil hij bijvoorbeeld onder de douche? Hoe wil hij dat zijn haar verzorgd wordt? Vraag door als je niet zeker weet wat de cliënt precies wil. Zorg voor privacy. Doe bijvoorbeeld de wc-deur dicht en doe bedgordijnen dicht als iemand op bed geholpen wordt.

.

fb .v

Verkeer

Verplaatsen

u' Ac

tie

Er zijn ook ADL-trainingen om iemand te leren: • aan het verkeer deel te nemen Besteed aandacht aan de verkeersregels. Wat betekenen de verkeersborden? Wie heeft waar voorrang? Je kunt daarbij ook gebruikmaken van hulpmiddelen zoals picto’s. • met het openbaar vervoer te reizen Je kunt een cliënt ook leren om met het openbaar vervoer te reizen. Besteed dan aandacht aan het opzoeken van informatie over openbaar vervoer op internet en het reizen met de ov-chipkaart. Dat zijn voor veel cliënten ingewikkelde vaardigheden, leer ze daarom stapje voor stapje aan.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Bij het verplaatsen zijn verschillende dingen belangrijk: • valgevaar Als je een cliënt begeleidt bij verplaatsen, let je op valgevaar. Zorg dat er niets in de weg staat en dat er geen losliggende kleedjes zijn. Let erop dat alles steeds op dezelfde plaats teruggezet wordt. Dat voorkomt dat een cliënt ergens tegenaan loopt of ergens over struikelt. Leer een cliënt ook wat hij het beste kan doen als hij toch valt. • kracht en stabiliteit Besteed aandacht aan het opbouwen van kracht en stabiliteit. Leer een cliënt hoe hij op de juiste manier omgaat met hulpmiddelen. Laat hem stapje voor stapje oefenen totdat hij de vaardigheid onder de knie heeft.

51


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.