41525 bpv gpm

Page 1

ht

ig

yr

op

C BPV GPM

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed

BPV


Colofon Auteur(s): Lily Benjamin - Merens Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf en Floortje Vissers Titel: BPV GPM

©

tie

ISBN: 9789037241525

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

Edu’Actief b.v. 2017

u' Ac

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


P2-K1-W3

32

P2-K1-W4

47

P2-K1-W5

61

P2-K1-W6

75

P2-K1-W7

87

P2-K2-W1

102

P2-K2-W2

117

P2-K2-W3

129

P2-K2-W4

144

fb .v

18

tie

P2-K1-W2

u' Ac

4

C

op

yr

ig

ht

Ed

P2-K1-W1

.

Inhoudsopgave

3


P2-K1-W1

P2-K1-W1

.

Inleiding

fb .v

Janneke voert vandaag een kennismakingsgesprek met ouders. Binnenkort zal hun dochter het kinderdagverblijf bezoeken. Janneke vindt het belangrijk om tijdens zo'n gesprek duidelijk te zijn over de wensen en verwachtingen van beide kanten. Wanneer de dochter later de instelling bezoekt, zijn er andere momenten waarop er contact is met de ouders. Dagelijks bij het halen en brengen. Daarnaast zijn er regelmatig gesprekken waarbij de ontwikkeling van het kind besproken wordt. Janneke geeft tijdens deze gesprekken ook advies over zaken die de opvoeding aangaan.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind.

Ed

Je kunt: • gebruikmaken van verschillende bronnen en methoden om relevante informatie te verzamelen • bij een taalprobleem gebruikmaken van non-verbale communicatie en visuele communicatiemiddelen, passend bij de communicatiestijl van de gesprekspartner • moeilijke en vertrouwelijke zaken tactvol aansnijden • heldere en relevante informatie geven • open en reflecterende vragen stellen • interactievaardigheden op effectieve wijze toepassen.

Training Gesprekken voeren 2.

ig

ht

Bronnen

yr

Planning

op

Planningsformulier <

Oefening 1

C

Website Pharos < Website Tolk- en Vertaalcentrum Nederland <

4

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

Communicatie aanpassen In gesprekken met ouders geef je regelmatig advies. Soms gevraagd, soms ongevraagd. Hierbij houd je rekening met het niveau en de manier van communiceren van de ander. Regelmatig moet je hierbij je communicatie aanpassen. Soms omdat de ouders onvoldoende Nederlands spreken. Soms omdat zij laaggeletterd zijn of omdat zij een beperking hebben. In je communicatie moet je je aanpassen. Je gebruikt non-verbale communicatie of beelden om je boodschap duidelijk te maken.


P2-K1-W1

In deze opdracht oefen je met het voeren van gesprekken met ouders. Je bereidt de gesprekken voor en verdiept je in de achtergrond van het kind. Hierna voer je drie verschillende gesprekken, waarbij je vooral aandacht besteedt aan je manier van communiceren.

• •

fb .v

tie

u' Ac

Overleg met je BPV-begeleider met welke ouders je deze opdracht uit kunt voeren. Doe hierbij zelf voorstellen. Bij voorkeur voer je drie verschillende gesprekken, bijvoorbeeld met ouders die minder goed Nederlands spreken of ouders met een bepaalde ontwikkelingsstoornis. Neem op de Website Pharos het artikel over communicatie met laaggeletterden door. Noteer aandachtspunten. Neem op de Website Tolk- en vertaalcentrum Nederland het artikel over communicatie met mensen met een taalbarrière door. Noteer aandachtspunten. Verdiep je in de gegevens van het kind. Bedenk over welk onderwerp je informatie en advies wilt geven aan de ouders. Zoek hiervoor relevante informatie op in verschillende bronnen. Denk hierbij aan vakbladen, lesboeken, informatie van internet. Observeer je BPV-begeleider of een collega als zij gesprekken voeren met ouders. Maak hierover afspraken en schrijf kort op wat je goed vond gaan en hoe je dit kunt gebruiken in je eigen gesprekken. Bereid de gesprekken voor. Bedenk hierbij welke informatie je over wilt brengen en op welke manier je je communicatie aanpast aan de gesprekspartner. Gebruik hierbij de informatie uit de artikelen. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

Ed

.

Voorbereiden

Uitvoeren •

ig

Vraag je BPV-begeleider of een collega om je te observeren terwijl je de gesprekken voert. Vraag na ieder gesprek om feedback en pas deze feedback toe bij een volgend gesprek. Voer de drie gesprekken. Besteed hierbij aandacht aan: – je non-verbale en visuele communicatie – het stellen van open en reflecterende vragen – het gebruik van ezelsbruggetjes ANNA, OMA, LSD, NIVEA, OEN en DIK. Voer een afrondend reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

ht

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiding Je hebt: • drie gesprekken met verschillende ouders voorbereid, waarbij je:

◦ ◦ ◦

je hebt verdiept in de achtergronden van de kinderen hebt bedacht op welk onderwerp je de ouders informatie of advies wilt geven hebt bedacht op welke manier je aansluit bij de communicatie van de ouders. • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider • afspraken gemaakt over wie je observeert bij het uitvoeren van de gesprekken.

5


P2-K1-W1

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

Communicatie aanpassen

u' Ac

Beoordelingscriteria

Je hebt: • volgens je voorbereiding drie gesprekken gevoerd met ouders. Hierbij heb je aandacht besteed aan:

◦ ◦ ◦

ht

Ed

je non-verbale en visuele communicatie het stellen van open en reflecterende vragen het gebruik van ezelsbruggetjes ANNA, OMA, LSD, NIVEA, OEN en DIK. • na ieder gesprek feedback gevraagd aan je BPV-begeleider en deze feedback toegepast in een volgend gesprek • een afrondend reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Oefening 2

Beoordelaar:

Periodiek oudergesprek In je werk voer je periodiek gesprekken met ouders. Hierin bespreek je hoe de ontwikkeling van het kind verloopt.

6


P2-K1-W1

In deze opdracht oefen je met het voeren van gesprekken met ouders. Je bereidt je voor door je te verdiepen in de gegevens van het kind en de manier waarop je een gesprek wilt voeren. Daarna voer je het gesprek met de ouders.

• • •

fb .v

• •

Overleg met je BPV-begeleider met welke ouders je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen voor twee verschillende gesprekken. Verdiep je in de gegevens van de kinderen. Bedenk welk aspect van de ontwikkeling van het kind je met de ouders wilt bespreken. Welke kennis en ervaring wil je delen met de ouders? Verdiep je verder in dit onderwerp, indien noodzakelijk. Zet je aanpak op papier. Overleg je aanpak met je BPV-begeleider.

tie

.

Voorbereiden

Uitvoeren

Ed

Voer je aanpak uit, voer twee gesprekken met ouders over de ontwikkeling van hun kind. Besteed bij de gesprekken aandacht aan: – naar voren brengen van moeilijke en vertrouwelijke informatie – het bespreken van de ontwikkeling van het kind, waarbij je met de ouders na bent gegaan wat mogelijke oorzaken zijn voor afwijkingen in de ontwikkeling of het gedrag – hoe je hebt gecheckt of de communicatie is ontvangen. Schrijf een verslag over de uitvoering van de twee gesprekken, met als aandachtspunten: – het delen van moeilijke en vertrouwelijke informatie – het bespreken van de ontwikkeling en mogelijke oorzaken voor afwijkend gedrag van de kinderen met ouders – hoe je hebt gecheckt of de communicatie is ontvangen – welke verschillen er zijn tussen de twee gesprekken – je reflectie op de gesprekken. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

u' Ac

• •

ht

ig

Beoordelingscriteria Voorbereiding periodiek oudergesprek

C

op

yr

Je hebt: • je voorbereid op een gesprek met twee verschillende ouders, waarbij je:

◦ ◦ ◦

je hebt verdiept in de achtergrond van de kinderen hebt bedacht over welk aspect van de ontwikkeling van het kind je de ouders wilt spreken

hebt bedacht welke kennis en ervaring je wilt delen met de ouders. • je aanpak op papier gezet • je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

7


P2-K1-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Periodiek oudergesprek

◦ ◦

u' Ac

Je hebt: • je aanpak uitgevoerd, waarbij je twee gesprekken hebt gevoerd met ouders over de ontwikkeling van hun kind • bij de gesprekken aandacht besteed aan: het naar voren brengen van moeilijke en vertrouwelijke informatie het bespreken van de ontwikkeling van het kind, waarbij je met de ouders na bent gegaan wat mogelijke oorzaken zijn voor afwijkingen in de ontwikkeling of het gedrag

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

Ed

◦ hoe je hebt gecheckt of de communicatie is ontvangen. • een verslag geschreven over de uitvoering van de twee gesprekken, met als aandachtspunten:

het delen van moeilijke en vertrouwelijke informatie het bespreken van de ontwikkeling en mogelijke oorzaken voor afwijkend gedrag van de kinderen met ouders

ig

ht

hoe je hebt gecheckt of de communicatie is ontvangen welke verschillen er zijn tussen de twee gesprekken je reflectie op de gesprekken. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

8

1

2

3

4

5


P2-K1-W1

Oefening 3

In gesprekken met ouders achterhaal je informatie over het kind, zoals tijdens het kennismakingsgesprek. In deze opdracht oefen je met het achterhalen van informatie bij ouders. Je verdiept je eerst in de achtergrond van het kind en de ouders. Je bereidt het gesprek voor, waarbij je ook aandacht besteedt aan de gespreksvaardigheden. Je voert het gesprek met de ouders, waarbij je je gespreksvaardigheden laat zien.

fb .v

.

Website Mens en samenleving <

Kennismakingsgesprek

Voorbereiden

• • •

tie

• •

Overleg met je BPV-begeleider met welke ouders je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Verdiep je in de gegevens van het kind, voor zover bekend. Neem op de website Mens en samenleving het artikel over parafraseren en reflecteren door. Noteer aandachtspunten voor het gesprek dat je met ouders gaat voeren. Bereid het gesprek voor, waarbij je noteert welke vragen je wilt stellen aan de ouders en welke informatie je aan de ouders gaat geven. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider. Vraag een collega om opnamen te maken tijdens de gesprekken. Als alternatief kan een collega je observeren.

Uitvoeren

ht

• •

Voer de gesprekken met ouders volgens je aanpak. Let hierbij op deze aandachtspunten: – snijd moeilijke en vertrouwelijke zeken tactvol aan – geef heldere en relevante informatie – verzamel antwoorden op je vragen, stel hierbij open en reflecterende vragen. Bekijk na afloop de opnamen of vraag de collega om feedback. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

Ed

• •

u' Ac

Beoordelingscriteria

ig

Voorbereiding kennismakingsgesprek

C

op

yr

Je hebt: • een kennismakingsgesprek met ouders voorbereid, waarbij je:

◦ ◦ ◦

je hebt verdiept in de achtergrond van het kind en de ouders (voor zover bekend) vragen hebt genoteerd die je aan de ouders wilt stellen hebt bedacht welke informatie je aan de ouders wilt geven. • je voorbereiding besproken met je BPV-begeleider • afgesproken of een collega opnames maakt of dat een collega je observeert bij het gesprek.

1

2

3

4

5

Beoordeling

9


P2-K1-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Kennismakingsgesprek

u' Ac

Je hebt: • een kennismakingsgesprek met ouders gevoerd volgens je voorbereiding, waarbij je:

◦ ◦ ◦

Ed

moeilijke en vertrouwelijke zaken tactvol naar voren hebt gebracht heldere en relevante informatie hebt gegeven antwoord hebt gekregen op de vragen uit je voorbereiding. • gereflecteerd aan de hand van filmopnamen of aan de hand van feedback van een collega • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

Oefening 4

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Gesprek met ouders en kind Bij de dagelijkse begeleiding van kinderen in je instelling heb je regelmatig contact met ouders. Je spreekt hen bij het halen en brengen. Periodiek ga je er goed voor zitten en voer je een gesprek met de ouders (en het kind) over de ontwikkeling en de voortgang. In deze eindopdracht voer je een dergelijk gesprek met ouders (en kind). Je bereidt je voor door je te verdiepen in de ontwikkeling van het kind. Je bereidt het gesprek voor. Daarna voer je het gesprek.

10


P2-K1-W1

Voorbereiden

.

• •

Overleg met je BPV-begeleider wat voor gesprek je gaat voeren met welke ouders. Afhankelijk van de leeftijd is het kind hier zelf ook bij betrokken. Doe zelf voorstellen. Het kan gaan om een kennismakingsgesprek of om een voortgangsgesprek. Lees je in in de gegevens van het kind. Vraag collega's om aanvullende informatie. Bereid het gesprek voor. Welke onderwerpen wil je bespreken? Op welke manier ga je dit doen? Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider en vraag je BPV-begeleider om je te observeren tijdens het gesprek.

fb .v

ht

u' Ac

• •

Voer het gesprek met de ouders en indien mogelijk het kind. Tijdens het gesprek houd je rekening met deze punten: – het aanpassen van je communicatie op de ouders en het kind – het tactvol aansnijden van moeilijke en vertrouwelijke zaken – heldere en relevante informatie geven – open, reflecterende vragen stellen – toepassen van interactievaardigheden. Vraag je BPV-begeleider na het gesprek om feedback. Schrijf een reflectieverslag op basis van het werkmodel STRAK-reflectie, met als aandachtspunten: – of je je voorbereiding uit hebt kunnen voeren – het aanpassen van je communicatie aan de ouders en het kind – het tactvol bespreken van moeilijke en vertrouwelijke zaken – verzamelen en geven van informatie – heldere en relevante informatie geven – open, reflecterende vragen stellen – toepassen van interactievaardigheden. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

Ed

• •

tie

Uitvoeren

Beoordelingscriteria

ig

Voorbereiden gesprek

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van het kind en de ouders • gesprekspunten opgesteld, passend bij het doel van het gesprek • je voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

11


P2-K1-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Gesprek met ouders en kind

Je hebt: • effectief een gesprek gevoerd met ouders van een kind, waarbij je:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

Ed

u' Ac

je communicatie hebt aangepast aan de ouders en het kind moeilijke en vertrouwelijke zaken tactvol hebt aangesneden heldere en relevante informatie hebt gegeven open, reflecterende vragen hebt gesteld interactievaardigheden hebt toegepast • .je BPV-begeleider om feedback gevraagd na het gesprek.

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

12

1

2

3

4

5


P2-K1-W1

Beoordelingscriteria STRAK-reflectie

fb .v

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

.

Je hebt: • een reflectieverslag geschreven met als aandachtspunten

4

5

C

op

yr

ig

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

1

Beoordeling

tie

of je je voorbereiding uit hebt kunnen voeren het aanpassen van je communicatie aan de ouders en het kind het tactvol bespreken van moeilijke en vertrouwelijke zaken verzamelen en geven van informatie heldere en relevante informatie geven open, reflecterende vragen stellen toepassen van interactievaardigheden. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

13


P2-K1-W1

Oefening 5

Terugkijken Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Kritisch en creatief denken

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

yr

ig

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

C

op

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

14


P2-K1-W1

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

.

i.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

tie

j.

fb .v

Samenwerken

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

l.

u' Ac

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Beoordelingscriteria

ht

Terugkijken

ig

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

15


P2-K1-W1

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Vakdeskundigheid toepassen

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• Gebruikt verschillende bronnen en methoden om relevante informatie te verzamelen • Maakt bij een taalprobleem gebruik van non-verbale communicatie en visuele communicatiemiddelen, passend bij de communicatiestijl van de gesprekspartner(s).

1

2

3

4

5

4

5

tie

Beoordeling

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ht

Onderzoeken

• Stelt open, reflecterende vragen.

yr

ig

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

16

1

2

3


P2-K1-W1

Beoordelingscriteria Op de behoefte en verwachtingen van de ‘klant’ ingaan

1

2

Beoordeling

5

4

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Beoordelaar:

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

• Geeft heldere en relevante informatie • Past interactievaardigheden op effectieve wijze toe: sociale responsiviteit, praten en uitleggen.

Aandacht en begrip tonen

• Snijdt moeilijke en vertrouwelijke zaken tactvol aan.

1

2

3

ig

ht

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

17


P2-K1-W2

P2-K1-W2

.

Inleiding

fb .v

Hakim werkt op een bso. De instelling staat in een wijk waar veel problemen zijn. Veel ouders zijn laaggeschoold, er is armoede en er zijn verhoudingsgewijs meer kinderen met ontwikkelingsachterstanden. Op de bso ondersteunt Hakim kinderen bij hun ontwikkeling. Hij gaat eerst in gesprek met hen om te achterhalen wat hun wensen zijn. Vervolgens stelt hij een activiteitenprogramma op. Soms schakelt hij hierbij zijn netwerk in. Zo organiseerde Hakim vorige week weerbaarheidslessen in samenwerking met de judovereniging in de buurt. Hakim maakt een programma dat de kinderen aanspreekt, met een logische planning.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K1-W2 Stelt een (gespecialiseerd) activiteitenprogramma op.

Ed

Je kunt: • interactievaardigheden effectief toepassen • het kind/de kinderen effectief stimuleren tot het leveren van input voor het activiteitenprogramma • waar mogelijk schakelen in je netwerk • een juiste selectie van activiteiten maken gericht op de gestelde criteria en de geldende randvoorwaarden • een aantrekkelijke en logische planning van activiteiten maken.

Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 1 Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2 Cursus Kindvolgsysteem, begeleidingsplannen Cursus Verdieping ontwikkelingspsychologie Training Aanbieden ontwikkelingsgerichte activiteiten VVE Project Activiteitenprogramma opstellen.

yr

ig

• • • • • •

ht

Bronnen

op

Planning

C

Planningsformulier <

Oefening 1 Website Centrum voor Jeugd en Gezin Leidschendam <

18

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

In gesprek met kinderen In je werk kun je te maken hebben met kinderen van alle leeftijden. Met heel jonge kinderen is het lastig om in gesprek te gaan, en hun wensen heel specifiek te peilen. Vanaf de basisschoolleeftijd is het goed mogelijk en wenselijk om kinderen zelf te betrekken bij de activiteiten die je instelling voor hen organiseert.


P2-K1-W2

In deze opdracht oefen je met het voeren van gesprekken met kinderen om input te leveren voor activiteiten. Je bereidt je eerst voor door je te verdiepen in de achtergrond van de kinderen. Je kiest een passende manier om met kinderen in gesprek te gaan. Daarna voer je het gesprek met de kinderen uit.

• •

fb .v

• •

Overleg met je BPV-begeleider met welke kinderen je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Verdiep je in de achtergrond van de kinderen. Neem de Website Centrum voor Jeugd en Gezin Leidschendam door, kijk hier naar de leeftijdsgroep waarmee je werkt. Bereid het gesprek met de kinderen voor. Welke onderwerpen ga je bespreken? Op welke manier betrek je de kinderen bij het onderwerp? Leg je aanpak voor aan je BPV-begeleider.

tie

.

Voorbereiden

Voer een gesprek met de kinderen. Hierbij let je op deze punten: – het toepassen van interactieve vaardigheden – het stimuleren van de kinderen om input te leveren voor het activiteitenprogramma. Maak aantekeningen over je aanpak en verwerk deze in een verslag waarin je ingaat op: – op welke manier je met de kinderen in gesprek bent gegaan – de opbrengst: welke input hebben de kinderen gegeven voor het activiteitenprogramma. Noem minimaal drie punten. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

Ed

• •

u' Ac

Uitvoeren

Beoordelingscriteria

ht

Voorbereiding Je hebt: • je voorbereid op een gesprek met kinderen, waarbij je:

◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

ig

je hebt verdiept in de achtergronden van de kinderen hebt bedacht op welke manier je input van de kinderen gaat vragen hebt bedacht op welk onderdeel van het activiteitenprogramma je input van de kinderen gaat vragen. • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

19


P2-K1-W2

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

In gesprek met kinderen

Je hebt: • een gesprek gevoerd met kinderen, waarbij je hebt gelet op deze punten:

◦ ◦

u' Ac

het toepassen van interactieve vaardigheden het stimuleren van de kinderen om input te leveren voor het activiteitenprogramma. • een verslag geschreven, waarin je bent ingegaan op:

◦ ◦

Ed

op welke manier je met de kinderen in gesprek bent gegaan de opbrengst: welke input hebben de kinderen gegeven voor het activiteitenprogramma. Noem minimaal drie punten. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

yr

ig

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

Oefening 2

Werkmodel Activiteitenplan <

20

Gespecialiseerd activiteitenprogramma Om de ontwikkeling van kinderen met een specifieke problematiek te stimuleren bedenk je een gespecialiseerd activiteitenprogramma. In deze opdracht oefen je met het opstellen van een programma. Je verdiept je eerst in de achtergrond van de kinderen. Daarna maak je een activiteitenprogramma dat is afgestemd op de ontwikkelingsbehoefte van de kinderen.


P2-K1-W2

Voorbereiden

.

• • • •

Overleg met je BPV-begeleider voor welke kinderen, met welke specifieke problematiek je een activiteitenprogramma opstelt. Verdiep je in de achtergrond van de kinderen. Vraag collega's om aanvullende informatie. Gebruik bronnen als internet of vakbladen om meer achtergrondinformatie te vinden. Neem de werkwijze van de BPV-instelling voor een activiteitenprogramma of het Werkmodel Activiteitenplan door en maak aantekeningen van je voorbereiding. Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider.

fb .v

Ed

• • • • •

Maak een activiteitenprogramma volgens de werkwijze van de BPV-instelling (of als deze er niet is op basis van het Werkmodel Activiteitenplan), waarbij je opneemt: – Voor welke kinderen het programma bedoeld is. – Met welke problematiek je te maken hebt. – Welke doelen je nastreeft. – Welke activiteiten je gaat gebruiken om de doelen te behalen. – Met welke criteria en randvoorwaarden je te maken hebt. Zorg dat het activiteitenprogramma aantrekkelijk is voor de doelgroep. Zorg dat het activiteitenprogramma een logische planning heeft. Bespreek het activiteitenprogramma met je collega's. Vraag om feedback. Verwerk de feedback in het programma. Bespreek het activiteitenprogramma met je BPV-begeleider.

u' Ac

tie

Uitvoeren

Beoordelingscriteria Voorbereiding

yr

ig

ht

Je hebt: • je verdiept in de specifieke achtergronden van de kinderen • informatie bij de achtergronden van de kinderen verzameld door internetbronnen te gebruiken of door collega's te raadplegen • de werkwijze van de BPV-instelling voor het samenstellen van een activiteitenprogramma bestudeerd (of het Werkmodel Activiteitenplan • )de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

C

op

Beoordeling

21


P2-K1-W2

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Specifiek activiteitenprogramma

u' Ac

Je hebt: • een activiteitenprogramma volgens de werkwijze van de BPV-instelling (of als deze er niet is op basis van het Werkmodel Activiteitenplan) gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

Voor welke kinderen het programma bedoeld is. Met welke problematiek je te maken hebt. Welke doelen je nastreeft. Welke activiteiten je gaat gebruiken om de doelen te behalen. Met welke criteria en randvoorwaarden je te maken hebt. een voor de doelgroep aantrekkelijk activiteitenprogramma gemaakt een logische planning gemaakt het activiteitenprogramma besproken met je collega's, waarbij je feedback hebt gevraagd de feedback verwerkt in het activiteitenprogramma het activiteitenprogramma besproken met je BPV-begeleider.

Ed

• • •

ht

• •

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

22

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


P2-K1-W2

Oefening 3

Netwerk inschakelen Wanneer je een specifiek activiteitenprogramma bedenkt en uitvoert, dan schakel je hierbij soms je netwerk in. Om extra informatie te krijgen over een problematiek. Of om een specifieke vaardigheid aan kinderen aan te leren.

fb .v

.

In deze opdracht oefen je met het inschakelen van je netwerk om je doelen te bereiken. Je verdiept je eerst in de achtergrond van de activiteit of van de kinderen waarvoor je iemand uit je netwerk wilt inschakelen. Bijvoorbeeld een judoles of een excursie in de buurt. Daarna bedenk je met wie je contact kunt leggen en voer je een gesprek met het netwerkcontact. Tot slot organiseer je daadwerkelijk de activiteit tezamen met het externe contact.

Voorbereiden

tie

• • •

Overleg met je BPV-begeleider voor welke activiteit(en) je deze opdracht uit kunt voeren. Doe hierbij zelf voorstellen. Verdiep je in de achtergrond van de activiteit(en) en de achtergrond van de kinderen. Bedenk wie of welke instelling uit je netwerk je in kunt schakelen bij de activiteiten. Bedenk welke vraag je stelt aan het contact in je netwerk. Op welke manier wil je het contact inschakelen bij een activiteit? Leg je plan voor aan je BPV-begeleider.

Uitvoeren

ig

Ed

Leg nu contact met een persoon of instelling in je netwerk. Voer een gesprek met het contact waarbij je: – het belang van de activiteit en de inzet van het contact hierbij naar voren brengt – vraagt naar de medewerking – concrete afspraken maakt over de uitvoering van de activiteit en de inzet van de verschillende partijen hierbij. Stel nu de planning voor de activiteit op, waarbij je ingaat op: – de doel(en) van de activiteit – de doelgroep – wie je uit het netwerk inschakelt voor welke taken – concrete afspraken over de uitvoering. Bespreek de planning voor de activiteit met je BPV-begeleider.

ht

• •

u' Ac

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiding Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van de kinderen waarvoor je een activiteit gaat plannen • een activiteit bedacht waarvoor je de inzet van een contact uit je netwerk nodig hebt • bedacht welk contact uit het netwerk je wilt benaderen voor de activiteit en welke vragen je tijdens een gesprek wilt stellen • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

23


P2-K1-W2

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

Netwerk inschakelen

u' Ac

Beoordelingscriteria

Je hebt: • contact gelegd met een persoon of instelling in je netwerk. • een gesprek gevoerd met dit contact waarbij je:

◦ ◦ ◦

het belang van de activiteit en de inzet van het contact hierbij naar voren hebt gebracht

◦ ◦ ◦ ◦

Ed

het contact hebt gevraagd om medewerking concrete afspraken hebt gemaakt over de uitvoering van de activiteit en de inzet van het contact hierbij. • een planning voor de activiteit gemaakt, waarbij je ingaat op:

ig

ht

de doel(en) van de activiteit de doelgroep wie je uit het netwerk inschakelt voor welke taken concrete afspraken over de uitvoering. • de planning voor de activiteit besproken met je BPV-begeleider.

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

24

1

2

3

4

5


P2-K1-W2

Werkmodel STRAK-reflectie <

Voor kinderen met specifieke ontwikkelingsproblemen stel je een gespecialiseerd activiteitenprogramma op. Om dit goed te doen inventariseer je eerst om wat voor problematiek het precies gaat. Je betrekt kinderen bij deze inventarisatie en vraagt hen om input. Ook schakel je je netwerk in bij het activiteitenprogramma.

.

Werkmodel Plan van Aanpak <

Eindopdracht Gespecialiseerd activiteitenprogramma

In deze eindopdracht stel je een gespecialiseerd activiteitenprogramma samen dat aantrekkelijk is en dat een logische planning heeft. Je maakt eerst een Plan van Aanpak. Daarna stel je het activiteitenprogramma op. Hierbij schakel je een contactpersoon in je netwerk in.

fb .v

Oefening 4

Voorbereiden

• •

tie

Overleg met je BPV-begeleider voor welke kinderen je een activiteitenprogramma gaat maken. Doe hierbij zelf voorstellen. Het gaat hierbij om een programma voor twee weken, dat jij, maar ook je collega's op dagen dat je er zelf niet bent, uitvoert. Maak een Plan van Aanpak, waarin je opneemt: – hoe je informatie verzamelt over de kinderen – hoe je de kinderen actief betrekt om hun input te verzamelen – hoe je je netwerk inschakelt. Gebruik het Werkmodel Plan van Aanpak. Bespreek je Plan van Aanpak met je BPV-begeleider.

Voer je Plan van Aanpak uit, waarbij je: – informatie verzamelt over de kinderen – de kinderen actief betrekt om input te verzamelen voor het activiteitenprogramma – je netwerk inschakelt voor een onderdeel van het programma. Stel het activiteitenprogramma op voor twee weken, waarbij je aandacht besteed aan: – doelen en activiteiten die aansluiten bij de achtergrond van de kinderen – op welke manier een contact uit het netwerk ingezet wordt bij een deel van het programma – een logische planning, die collega's bij je afwezigheid ook uit kunnen voeren – de aantrekkelijkheid van de activiteiten. Vraag twee collega's om het activiteitenprogramma door te nemen en feedback te geven. Kunnen zij zonder verdere toelichting de activiteiten uitvoeren? Verwerk de feedback in het activiteitenprogramma. Bespreek het activiteitenprogramma met je BPV-begeleider. Schrijf ter afsluiting een reflectie op basis van Werkmodel STRAK-reflectie.

ig

ht

Ed

Uitvoeren

u' Ac

C

op

yr

• • •

25


P2-K1-W2

Beoordelingscriteria Plan van Aanpak

◦ ◦ ◦

fb .v

.

Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van de kinderen met als resultaat een Plan van Aanpak, waarin je opneemt: de achtergrond van de kinderen hoe je de kinderen actief betrekt om input te geven voor het programma hoe je je netwerk inschakelt bij de planning van de activiteiten. • je Plan van Aanpak besproken met je BPV-begeleider.

Beoordelaar:

3

5

u' Ac

4

Ed

Opmerkingen:

2

tie

1 Beoordeling

Beoordelingscriteria

ht

Gespecialiseerd activiteitenprogramma Je hebt: • het Plan van Aanpak uitgevoerd, waarbij je:

ig

◦ ◦

informatie hebt verzameld over de kinderen de kinderen actief hebt betrokken om input te verzamelen voor het activiteitenprogramma

C

op

yr

◦ je netwerk hebt ingeschakeld voor een onderdeel van het programma. • een activiteitenprogramma samengesteld voor twee weken, waarbij je aandacht besteedt aan:

26

◦ ◦ ◦ ◦

doelen en activiteiten die aansluiten bij de achtergrond van de kinderen op welke manier een contact uit het netwerk ingezet wordt bij een deel van het programma

een logische planning, die collega's bij je afwezigheid ook uit kunnen voeren de aantrekkelijkheid van de activiteiten. • twee collega's gevraagd om het activiteitenprogramma door te nemen en feedback te geven • de feedback verwerkt in het activiteitenprogramma • het activiteitenprogramma besproken met je BPV-begeleider


P2-K1-W2

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

STRAK-reflectie

u' Ac

Beoordelingscriteria

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven op basis van Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

Terugkijken Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

C

op

Oefening 5

27


P2-K1-W2

tie

Kritisch en creatief denken

fb .v

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

.

b. Wat wist je al?

u' Ac

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

Ed

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

ht

Zelfregulatie en zelfsturing

yr

ig

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

28

i.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?


P2-K1-W2

Samenwerken Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

fb .v

.

j.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordelingscriteria

Ed

Terugkijken

u' Ac

l.

tie

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

ht

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

29


P2-K1-W2

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Samenwerken en overleggen

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• Stimuleert kinderen effectief om input te leveren voor het activiteitenprogramma • Schakelt waar mogelijk het netwerk in.

1

2

3

4

5

4

5

tie

Beoordeling

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Plannen en organiseren

ht

• Maakt een aantrekkelijke en logische planning van activiteiten.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

30

Beoordelaar:

1

2

3


P2-K1-W2

Beoordelingscriteria Vakdeskundigheid toepassen

1

2

Beoordeling

3

4

5

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

• Past interactievaardigheden toe: sociale responsiviteit, ontwikkelingsstimulering • Maakt een juiste selectie van activiteiten gericht op gestelde criteria en geldende randvoorwaarden.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Beoordelaar:

31


P2-K1-W3

P2-K1-W3

.

Inleiding

fb .v

Manu heeft in de afgelopen week een intakegesprek gevoerd met de ouders van Daan. Hij heeft een ontwikkelingsachterstand. In de instelling krijgt hij specifieke begeleiding om aan zijn ontwikkeling te werken. Manu schrijft een begeleidingsplan om dit vast te leggen. Ook kijkt zij hierbij of de eigen instelling alle begeleiding kan bieden, of dat er aanvullend begeleiding nodig is van andere (externe) professionals. Volgende week bespreekt Manu het begeleidingsplan met de ouders en vraagt hen hierbij om instemming. Ook geeft zij tijdens het gesprek de ouders gericht informatie en advies.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K1-W3 Ontwikkelt (mede) een begeleidingsplan.

Ed

Je kunt: • doelgericht informatie verzamelen uit verschillende bronnen • relevante conclusies trekken uit de beschikbare bronnen • verschillende alternatieven afwegen op hun consequenties • ouders/vervangende opvoeders passende informatie en advies geven • overtuigen met goed opgebouwde en steekhoudende argumentatie • op effectieve wijze interactievaardigheden toepassen.

Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 1 Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2 Cursus Kindvolgsysteem, begeleidingsplannen Cursus Verdieping ontwikkelingspsychologie Cursus Methodische interventies, methodisch handelen om ander gedrag te stimuleren Training Verdieping gesprekken voeren Project Herkennen sociale problematiek.

yr

ig

• • • • • • •

ht

Bronnen

op

Planning

C

Planningsformulier <

32

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.


P2-K1-W3

Oefening 1

In je instelling werkt men met begeleidingsplannen.

.

In deze opdracht onderzoek je eerst hoe de begeleidingsplannen in je instelling zijn opgebouwd. Je verzamelt gegevens over een kind. Bij specifieke ontwikkelingsvragen verzamel je informatie uit meerdere bronnen. Daarna oefen je met het schrijven van een begeleidingsplan.

fb .v

Website Carrièretijger: Concluderen <

Begeleidingsplan schrijven

Voorbereiden

tie

u' Ac

Overleg met je BPV-begeleider voor welk kind je een begeleidingsplan gaat schrijven. Onderzoek in je instelling volgens welk format men een begeleidingsplan schrijft. Bekijk drie verschillende plannen. Neem de plannen door en maak notities over de gegevens en de opbouw van de begeleidingsplannen. Verdiep je in de achtergrond van het kind. Verzamel informatie over het kind en neem het dossier door. Bedenk waar je extra informatie kunt vinden over de specifieke behoeftes van het kind. Bedenk hiervoor drie verschillende bronnen die je wilt gebruiken. Denk hierbij aan collega's, deskundigen van andere instellingen, internetbronnen en/of vakliteratuur. Maak een overzicht van je voorbereiding, waarin je opneemt: – het format voor een begeleidingsplan – met welke begeleidingsvraag je te maken hebt – op welke vragen je antwoord wilt hebben – welke bronnen je gaat gebruiken om informatie te verzamelen. Bespreek je overzicht met je BPV-begeleider.

Ed

• •

Uitvoeren

ig

Verzamel de informatie die je nodig hebt voor het begeleidingsplan volgens je voorbereiding. Schrijf het begeleidingsplan, waarbij je: – antwoord geeft op de vragen die je eerder hebt gesteld – het format van de instelling gebruikt – extra informatie uit drie verschillende bronnen hebt gebruikt – relevante conclusies trekt voor de begeleiding van het kind. Maak hierbij gebruik van de website Carrièretijger over concluderen. Bespreek het begeleidingsplan met je BPV-begeleider.

ht

yr

C

op

Beoordelingscriteria Voorbereiden Je hebt: • het format voor een begeleidingsplan van je instelling onderzocht • je verdiept in de achtergrond van het kind • vragen geformuleerd waarop je antwoord wilt krijgen voor het begeleidingsplan • bedacht welke drie verschillende bronnen je wilt gebruiken om antwoord te krijgen op de gestelde vragen

33


P2-K1-W3

2

3

4

5

Beoordelaar:

Ed

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

• een overzicht gemaakt van je voorbereiding, waarin opgenomen ◦ het format voor een begeleidingsplan ◦ met welke begeleidingsvraag je te maken hebt ◦ op welke vragen je antwoord wilt hebben ◦ welke bronnen je gaat gebruiken om informatie te verzamelen. • het overzicht van je voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

Begeleidingsplan opstellen

Je hebt: • informatie verzameld die je nodig hebt voor het begeleidingsplan • een begeleidingsplan geschreven, waarbij je:

◦ ◦ ◦ ◦

yr

ig

ht

antwoord hebt gegeven op de vragen die je eerder hebt gesteld het format van de instelling hebt gebruikt extra informatie uit drie verschillende bronnen hebt gebruikt relevante conclusies trekt voor de begeleiding van het kind. • het begeleidingsplan besproken met je BPV-begeleider.

Opmerkingen:

C

op

Beoordeling

Beoordelaar:

34

1

2

3

4

5


P2-K1-W3

Werkmodel Observatieformulier < Artikel Interactievaardigheden <

.

Voorbereiden • • • •

• • • •

Overleg met je BPV-begeleider voor welk kind en welk begeleidingsplan je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Verdiep je in de gegevens van het kind en in het begeleidingsplan. Neem het artikel Pedagogisch adviesgesprek door en noteer aandachtspunten voor het voeren van een adviesgesprek. Bereid het gesprek met de ouders voor. Bedenk hierbij: – welke informatie en adviezen je hen wilt geven – welke argumenten je hierbij wilt gebruiken – Werkmodel Adviesgesprek bij je voorbereiding gebruiken Bereid je voor op het toepassen van interactievaardigheden tijdens het gesprek. Maak indien nodig gebruik van het artikel Interactievaardigheden. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider. Organiseer het gesprek met de ouders. Vraag je BPV-begeleider of een collega bij het gesprek aanwezig te zijn om je te observeren. Maak aan de hand van het Werkmodel Observatieformulier een formulier voor deze observatie.

Voer het gesprek met de ouders uit. Hierbij let je op: – het adequate informatie en adviezen geven aan de ouders – welke argumentatie je gebruikt, en of je hiermee de ouders overtuigd – het toepassen van interactievaardigheden. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider of de collega die je heeft geobserveerd.

ht

Ed

Uitvoeren • •

fb .v

Artikel Pedagogisch adviesgesprek <

Over de begeleiding van een kind met een specifieke ontwikkelingsbehoefte heb je regelmatig contact met de ouders. In deze opdracht oefen je met voeren van een gesprek met ouders over een begeleidingsplan. Je verdiept je eerst in de achtergrond van het kind. Je bedenkt hoe je het gesprek aan gaat pakken. Daarna voer je het gesprek.

tie

Werkmodel Adviesgesprek <

In gesprek met ouders

u' Ac

Oefening 2

ig

Beoordelingscriteria

C

op

yr

Voorbereiden Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van het kind en de ouders • het gesprek met de ouders voorbereid door:

◦ ◦ ◦

relevante informatie en advies voor het gesprek te verzamelen en te ordenen overtuigende argumenten te bedenken een opbouw voor het gesprek te maken. • de voorbereiding doorgesproken met je BPV-begeleider • het gesprek met de ouders georganiseerd.

1

2

3

4

5

Beoordeling

35


P2-K1-W3

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

In gesprek met ouders

u' Ac

Je hebt: • het gesprek met de ouders gevoerd volgens je voorbereiding • bij het gesprek gelet op:

◦ ◦ ◦

Ed

het adequate informatie en adviezen geven aan de ouders welke argumentatie je gebruikt, en of je hiermee de ouders overtuigd het toepassen van interactievaardigheden. • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider of de collega die je heeft geobserveerd.

1

2

3

4

5

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

op

yr

Beoordelaar:

C

Oefening 3

Begeleidingsplan voor een groep kinderen Bij begeleidingsplannen kijk je naar de ontwikkeling van een kind. In de kinderopvang kijk je daarnaast ook naar hoe een groep functioneert en richt je je daarop. Hoe kun je het groepsproces stimuleren, hoe ga je om met pesten en uitsluiten. In deze opdracht oefen je met het schrijven van een begeleidingsplan dat gericht is op het stimuleren van het groepsproces. Je onderzoekt eerst hoe een groep kinderen functioneert, en stelt daarna doelen voor de begeleiding.

36


P2-K1-W3

Voorbereiden

.

fb .v

Overleg met je BPV-begeleider voor welke groep kinderen je het begeleidingsplan gaat schrijven. Doe hierbij zelf voorstellen. Verdiep je in de achtergrond van de kinderen en de groep met als doel inzicht te krijgen in hoe de groep functioneert, door: – dossiers en evaluaties te lezen – met collega's te praten – de groep te observeren op gedrag of door een sociogram van de groep te maken. Maak een verslag van je onderzoek naar de achtergrond van de kinderen, waarbij je formuleert: – welke drie problemen er spelen in de groep, zoals pesten, uitsluiting enzovoort – welke doelen je op wilt nemen in je begeleidingsplan. Bespreek het verslag van je voorbereiding met je BPV-begeleider.

tie

Uitvoeren

Stel het begeleidingsplan samen, waarbij je aandacht geeft aan: – de problemen die in de groep spelen – de doelen die je hebt gesteld – op welke manier je wilt werken aan deze doelen in concrete acties – wanneer en hoe de doelen geëvalueerd worden. Bespreek het begeleidingsplan met je BPV-begeleider en daarna met je collega's.

Ed

Beoordelingscriteria

u' Ac

Voorbereiding

Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van de groep kinderen door:

◦ ◦ ◦

ig

ht

dossiers en evaluaties te lezen met collega's te praten de groep te observeren op gedrag of door een sociogram van de groep te maken. • een verslag gemaakt van je onderzoek naar de achtergrond van de kinderen, waarbij je:

yr

hebt geformuleerd welke drie problemen er in deze groep spelen, zoals pesten, uitsluiting enzovoort

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

◦ doelen hebt geformuleerd voor het begeleidingsplan. • het verslag van de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

37


P2-K1-W3

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Begeleidingsplan voor een groep kinderen

tie

Beoordelingscriteria

Je hebt: • het begeleidingsplan samengesteld, waarbij je aandacht hebt gegeven aan:

◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

de problemen die in de groep spelen de doelen die je hebt gesteld op welke manier je wilt werken aan deze doelen in concrete acties wanneer en hoe de doelen geëvalueerd worden. • het begeleidingsplan besproken met je BPV-begeleider en daarna met je collega's.

1

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

38

2

3

4

5


P2-K1-W3

Werkmodel STRAK-reflectie <

In deze eindopdracht stel je een begeleidingsplan samen voor een kind met een specifieke begeleidingsbehoefte. Je onderzoekt eerst de achtergrond van het kind en wie er betrokken zijn bij de begeleiding. Daarna stel je het plan samen. Met het plan doe je een voorstel voor de begeleiding van het kind. Dit plan leg je zo mogelijk voor aan de ouders van het kind om instemming te krijgen. Bij het samenstellen van het plan gebruik je de gegevens uit de intake. Als het nodig is verwijs je ouders en het kind voor (aanvullende) begeleiding naar een andere instelling door.

• • • • •

Bespreek met je BPV-begeleider voor welk kind je een begeleidingsplan gaat schrijven. Doe hierbij zelf voorstellen. Verdiep je in het dossier van het kind. Vraag collega's om extra informatie en/of gebruik andere bronnen. Bedenk hoe je het samenstellen van het begeleidingsplan aanpakt en wie je hierbij betrekt. Verdiep je in het toepassen van interactievaardigheden tijdens een gesprek. Maak hierbij gebruik van het artikel Interactievaardigheden. Maak een overzicht van je aanpak, waarin je opneemt: – de specifieke begeleidingsvragen van het kind – hoe je informatie gaat verzamelen voor de begeleidingsvragen: welke bronnen gebruik je en wie betrek je hierbij – de aandachtspunten over interactievaardigheden die je toe wilt passen in het gesprek met de ouders over het begeleidingsplan. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

u' Ac

tie

Voorbereiden

Ed

Website Carrièretijger: Concluderen <

Binnen je instelling stel je regelmatig begeleidingsplannen op voor een kind of voor een groepje kinderen.

.

Artikel Interactievaardigheden <

Eindopdracht Begeleidingsplan

fb .v

Oefening 4

Uitvoeren

ht

Verzamel informatie over de begeleidingsvragen van het kind. Stel nu het begeleidingsplan voor het kind samen, waarbij je: – werkt volgens de richtlijnen van de instelling – ingaat op de achtergrond en de begeleidingsvragen van het kind – informatie verwerkt die je uit verschillende bronnen hebt verzameld – je conclusies trekt en doelen voor de begeleiding formuleert. Gebruik hierbij de website Carrièretijger over concluderen. Bespreek het begeleidingsplan met je BPV-begeleider. Bespreek het begeleidingsplan met de ouders, waarbij je: – hen informatie en passend advies geeft – luistert naar hun mening – hen overtuigt met overtuigende argumenten – Interactievaardigheden toepast. Pas indien noodzakelijk het begeleidingsplan aan. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider over het gesprek met de ouders Schrijf ter afsluiting een STRAK-reflectie op basis van het Werkmodel STRAK-reflectie.

ig

• •

C

op

yr

• •

• • •

39


P2-K1-W3

Beoordelingscriteria Voorbereiding begeleidingsplan

de specifieke begeleidingsvragen van het kind hoe je informatie gaat verzamelen voor de begeleidingsvragen: welke bronnen gebruik je en wie betrek je hierbij

tie

◦ ◦

fb .v

.

Je hebt: • je verdiept in het dossier van het kind • bedacht welke extra informatie en/of andere bronnen je wilt gebruiken • bedacht hoe je het samenstellen van het begeleidingsplan aanpakt en wie je hierbij betrekt • je verdiept in het toepassen van interactievaardigheden tijdens een gesprek. Maak gebruik van het artikel Interactievaardigheden • een overzicht gemaakt van je aanpak, waarin je hebt opgenomen:

u' Ac

de aandachtspunten over interactievaardigheden die je toe wilt passen in het gesprek met de ouders over het begeleidingsplan. • je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

1

Beoordeling

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

ig

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

C

op

yr

Begeleidingsplan samenstellen

40

Je hebt: • informatie verzameld over de begeleidingsvragen van het kind • het begeleidingsplan voor het kind samengesteld, waarbij je:

◦ ◦ ◦ ◦

gewerkt hebt volgens de richtlijnen van de instelling in bent gegaan op de achtergrond en de begeleidingsvragen van het kind informatie hebt verwerkt die je uit verschillende bronnen hebt verzameld je conclusies hebt getrokken en doelen voor de begeleiding hebt geformuleerd. • het begeleidingsplan besproken met je BPV-begeleider


P2-K1-W3

1

2

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

tie

Beoordeling

fb .v

.

• het begeleidingsplan met de ouders besproken, waarbij je: ◦ hen informatie en passend advies hebt gegeven ◦ naar hun mening hebt geluisterd ◦ hen hebt overtuigd met argumenten ◦ interactievaardigheden hebt toegepast. • indien noodzakelijk het begeleidingsplan aangepast • over het gesprek met de ouders een reflectiegesprek met je BPV-begeleider gevoerd.

STRAK-reflectie

ht

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven op basis van Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Beoordelaar:

41


P2-K1-W3

Oefening 5

Terugkijken Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Kritisch en creatief denken

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

yr

ig

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

C

op

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

42


P2-K1-W3

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

.

i.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

tie

j.

fb .v

Samenwerken

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

l.

u' Ac

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Beoordelingscriteria

ht

Terugkijken

ig

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

43


P2-K1-W3

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Formuleren en rapporteren

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• Overtuigt met een goed opgebouwde en steekhoudende argumentatie.

1

2

Analyseren

5

4

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

tie

Beoordeling

ht

• Trekt relevante conclusies uit de beschikbare informatie.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

44

Beoordelaar:

1

2

3


P2-K1-W3

Beoordelingscriteria Vakdeskundigheid toepassen

2

3

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Ed

Aansturen

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

• Weegt verschillende alternatieven af op hun consequenties.

• Geeft ouders adequate informatie en passend advies • Past op effectieve wijze interactievaardigheden toe: sensitieve responsiviteit, praten en uitleggen, respect voor autonomie.

1

2

3

4

5

ig

ht

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Onderzoeken • Verzamelt doelgericht informatie uit verschillende bronnen.

45


P2-K1-W3

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Beoordelaar:

46


P2-K1-W4

P2-K1-W4

.

Inleiding

fb .v

Teun werkt op een kinderdagverblijf met kinderen met gedragsproblemen. Dagelijks stimuleert hij kinderen om nieuwe vaardigheden aan te leren en uit te proberen. Hierbij zorgt Teun er zelf voor dat hij het goede voorbeeld geeft. Vaak is Teun ook bezig met het aanleren van praktische zaken: Hoe plan je huiswerk? Hoe ga je om met persoonlijke eigendommen?

tie

Werkproces

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K1-W4 Biedt (gespecialiseerde) opvang.

u' Ac

Leerdoelen

Ed

Je kunt: • overwicht tonen in je wijze van optreden • het kind stimuleren tot het uitproberen van alternatieven • effectieve interventies toepassen gericht op de ontwikkeling van het kind • vragen of problemen afwegen vanuit diverse gezichtspunten • interactievaardigheden toepassen.

Bronnen

Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 1 Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2 Cursus Kindvolgsysteem, begeleidingsplannen Cursus Methodische interventies, methodisch handelen om ander gedrag te stimuleren Training Verdieping gesprekken voeren.

ht

• • • • •

ig

Planning

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

C

op

yr

Planningsformulier <

Oefening 1

Begeleiding uitvoeren Dagelijks voer je de begeleidingsplannen van een kind uit. Hierbij stimuleer je de ontwikkeling van het kind. In deze opdracht oefen je met het begeleiden van een kind. Hierbij laat je zelf het goede voorbeeld zien. Ook geef je kinderen feedback.

47


P2-K1-W4

Voorbereiden

• • •

.

Overleg met je BPV-begeleider voor welk kind je de begeleiding gedurende vijf dagen uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Richt je op een kind dat bepaald gedrag laat zien, zoals moeite met vriendschappen, snel boos of druk zijn, moeite met delen of verliezen. Verdiep je in de achtergrond van het kind. Neem het dossier en het begeleidingsplan door. Noteer aandachtspunten. Bedenk hoe je de begeleiding aanpakt gedurende vijf dagen, waarbij je aandacht geeft aan je voorbeeldgedrag en feedback geven aan het kind. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

fb .v

u' Ac

• •

Voer de specifieke begeleiding van een kind uit gedurende vijf dagen. Hierbij besteed je aandacht aan: – het gepast overwicht tonen – het stimuleren van alternatief gedrag – het toepassen van interactieve vaardigheden. Maak dagelijks aantekeningen van je aanpak. Schrijf een verslag met als aandachtspunten: – je aanpak van de begeleiding – hoe je het kind feedback hebt gegeven en wat hiervan het effect was – hoe je zelf voorbeeldgedrag hebt getoond – overige bevindingen. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Ed

tie

Uitvoeren

Beoordelingscriteria

ht

Voorbereiding

yr

ig

Je hebt: • je verdiept in de achtergronden van het kind • bedacht hoe je het kind wilt begeleiden gedurende vijf dagen, waarbij je aandacht geeft aan je voorbeeldgedrag en feedback geven aan het kind • je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

Opmerkingen:

C

op

Beoordeling

Beoordelaar:

48

1

2

3

4

5


P2-K1-W4

Beoordelingscriteria Begeleiding uitvoeren

◦ ◦ ◦

het gepast overwicht tonen het stimuleren van alternatief gedrag het toepassen van interactieve vaardigheden. • dagelijks notities gemaakt • een verslag geschreven met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦

fb .v

.

Je hebt: • een kind gedurende vijf dagen specifieke begeleiding gegeven volgens je aanpak. Hierbij heb je aandacht voor:

u' Ac

tie

je aanpak van de begeleiding hoe je het kind feedback hebt gegeven en wat hiervan het effect was hoe je zelf voorbeeldgedrag hebt getoond overige bevindingen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

Beoordeling

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

ig

Beoordelaar:

Oefening 2

In je werk ben je vaak bezig met het aanleren van praktische zaken. Bij jongeren bijvoorbeeld hoe zij huiswerk goed kunnen plannen, of hoe zij goed kunnen omgaan met persoonlijke eigendommen. Bij jongere kinderen gaat het om andere zaken, zoals het aanleren van sociale vaardigheden.

C

op

yr

Website Wijkteams werken met jeugd <

Omgaan met praktische zaken

Artikel Gedragsoefening < Artikel Aanleren vaardigheden <

In deze opdracht oefen je met het aanleren van praktische zaken aan kinderen. Je verdiept je eerst in hun achtergrond. Je bedenkt hoe je vaardigheden aan wilt leren en voert dit uit. Van je bevindingen maak je een vlog.

Voorbereiden •

Overleg met je BPV-begeleider met welk groepje kinderen je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Richt je specifiek op het aanleren van een vaardigheid die voor deze groep kinderen lastig is, bijvoorbeeld plannen of overleggen. Verdiep je in de achtergrond van de kinderen.

49


P2-K1-W4

• • •

.

Bedenk welke vaardigheden je aan wilt leren. Lees na op welke manier je vaardigheden aan kunt leren. Neem het artikel Aanleren vaardigheden door. Neem op de Website Wijkteams werken met jeugd het artikel over Instructie geven door. Klik ook door in het artikel om de tools te bekijken. Neem het artikel over Gedragsoefening door. Noteer uit beide artikelen aandachtspunten voor je aanpak. Zet je aanpak op papier, waarbij je uitwerkt: – welke vaardigheid je aan wilt leren – op welke verschillende manieren je dit aan gaat pakken. Leg je aanpak voor aan je BPV-begeleider.

fb .v

• •

u' Ac

Voer het aanleren van praktische vaardigheden met een groepje kinderen uit. Let er hierbij op: – hoe je kinderen een vaardigheid aanleert – hoe je kinderen stimuleert om alternatieven uit te proberen – hoe je zelf verschillende manieren gebruikt om verschillende kinderen een vaardigheid aan te leren. Schrijf een verslag waarin naar voren komt: – aan welke vaardigheid je hebt gewerkt met welke kinderen – op welke manier je de vaardigheid hebt aangeleerd – hoe je kinderen hebt gestimuleerd om alternatieven uit te proberen, waarbij je feedback hebt gebruikt – hoe je verschillende manieren hebt gebruikt om verschillende kinderen een vaardigheid aan te leren – hoe je hebt geëvalueerd of de kinderen de vaardigheid nu beheersen. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

Ed

tie

Uitvoeren

Beoordelingscriteria

ht

Voorbereiding vaardigheden aanleren

ig

Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van de kinderen • je verdiept in theorie over het aanleren van vaardigheden • je aanpak op papier gezet, waarbij je hebt uitgewerkt:

◦ ◦

C

op

yr

welke vaardigheid je aan wilt leren op welke verschillende manieren je dit aan gaat pakken • de aanpak besproken met je BPV-begeleider.

50

1 Beoordeling

2

3

4

5


P2-K1-W4

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Omgaan met praktische zaken

◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

Je hebt: • een groep kinderen een vaardigheid aangeleerd • een verslag geschreven, met als aandachtspunten:

aan welke vaardigheid je hebt gewerkt met welke kinderen op welke manier je de vaardigheid hebt aangeleerd hoe je kinderen hebt gestimuleerd om alternatieven uit te proberen, waarbij je feedback hebt gebruikt hoe je verschillende manieren hebt gebruikt om verschillende kinderen een vaardigheid aan te leren

Ed

◦ hoe je hebt geëvalueerd of de kinderen de vaardigheid nu beheersen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider. 1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Oefening 3

Beoordelaar:

Voortgang bewaken Bij de uitvoering van een begeleidingsplan houd je in de gaten of het aansluit bij de (oorspronkelijke) begeleidingsvraag. Hoe verloopt de sociaal-emotionele ontwikkeling? Welke signalen neem je waar tijdens de begeleiding? Zijn de vooraf opgestelde doelen bereikt? Zijn er mogelijke problemen of vragen?

51


P2-K1-W4

In deze opdracht oefen je met het signaleren van afwijkingen in de ontwikkeling. Je verdiept je eerst in de achtergrond van het kind. Je bedenkt hoe je het signaleren aan wilt pakken en voert dit uit. Je doet voorstellen voor het bijstellen van de begeleiding naar aanleiding van je signalen.

• •

fb .v

Overleg met je BPV-begeleider met welk kind je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Verdiep je in de achtergrond van het kind. Neem het dossier door, het begeleidingsplan en de rapportage. Bedenk hoe je de begeleiding van het kind wilt gaan volgen. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

tie

.

Voorbereiden

Uitvoeren

u' Ac

Volg de begeleiding van een kind gedurende een afgesproken periode. Let op: – hoe de afgesproken begeleiding aangeboden wordt en wat de reacties van het kind zijn op deze begeleiding – hoe de ontwikkeling van het kind verloopt, waar staat het kind nu in zijn ontwikkeling – of er signalen zijn waardoor de begeleiding aangepast moet worden. Stel naar aanleiding van je bevindingen een voorstel voor bijstelling van het begeleidingsplan op, waarbij je beschrijft: – hoe er aan de doelen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind wordt gewerkt – of de doelen zijn behaald, waarom wel of niet – welke signalen er zijn over (een afwijking van) ontwikkeling van het kind – welke nieuwe doelen er zijn voor de begeleiding van het kind. Bespreek de bijstelling voor het begeleidingsplan met je BPV-begeleider.

Ed

ht

Beoordelingscriteria Voorbereiden signaleren

C

op

yr

ig

Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van een kind, het begeleidingsplan doorgenomen • bedacht hoe je de begeleiding van het kind wilt volgen • de aanpak besproken met je BPV-begeleider.

52

Beoordeling

1

2

3

4

5


P2-K1-W4

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Signaleren

◦ ◦

u' Ac

Je hebt: • de begeleiding van een kind gedurende een afgesproken periode gevolgd, waarbij je gelet hebt op: hoe de afgesproken begeleiding aangeboden wordt en wat de reacties van het kind zijn op deze begeleiding hoe de ontwikkeling van het kind verloopt, waar staat het kind nu in zijn ontwikkeling

◦ ◦ ◦

Ed

◦ of er signalen zijn waardoor de begeleiding aangepast moet worden. • een voorstel voor bijstelling van het begeleidingsplan opgesteld, waarbij je hebt beschreven: hoe er aan de doelen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind wordt gewerkt of de doelen zijn behaald welke signalen er zijn over (een afwijking van) de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind

ig

ht

◦ welke nieuwe doelen er zijn voor de begeleiding van het kind • de bijstelling voor het begeleidingsplan besproken met je BPV-begeleider. 1

2

3

4

5

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

53


P2-K1-W4

Oefening 4

Dagelijks bied je gespecialiseerde opvang aan een kind of een groepje kinderen in je instelling. Hierbij voer je een begeleidingsplan uit. Je leert kinderen vaardigheden aan en je stimuleert hen om alternatieven uit te proberen. Op deze manier is het kind sociaal-emotioneel gestimuleerd en voelt het zich eerder thuis.

.

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Gespecialiseerde opvang

fb .v

In deze eindopdracht begeleid je een kind gedurende een week en doe je voorstellen voor aanpassing van de begeleiding. Je verdiept je eerst in de achtergrond van het kind. Vervolgens bedenk je hoe je de begeleiding aan gaat pakken. Je voert je aanpak uit. Tot slot formuleer je voorstellen voor de aanpassing van de begeleiding.

Voorbereiden

• •

tie

Overleg met je BPV-begeleider met welk kind je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Denk hierbij aan een kind, dat sociaal minder vaardig is. Verdiep je in de achtergrond van het kind. Neem het dossier door en het begeleidingsplan. Stel vragen bij onduidelijkheden. Bedenk hoe je de begeleiding van het kind gedurende een week aan gaat pakken. Beschrijf je aanpak, waarin je opneemt: – welke doelen je stelt voor het aanleren van vaardigheden – op welke manier je het aanleren van vaardigheden aanpakt – hoe je het kind feedback kunt geven. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

ig

Voer gedurende een week de begeleiding van een kind uit volgens het begeleidingsplan. Hierbij besteed je aandacht aan: – hoe je overwicht toont in je optreden – hoe je het kind stimuleert tot het uitproberen van alternatieven – hoe je interventies toepast gericht op de ontwikkeling van het kind – hoe je vragen of problemen vanuit diverse gezichtspunten benadert – hoe je interactievaardigheden toepast. Gedurende de week signaleer je actief afwijkingen in de ontwikkeling van het kind en onderzoek je deze. Maak dagelijks notities van je bevindingen. Schrijf op basis van je ervaringen een voorstel voor het bijstellen van het begeleidingsplan en bespreek deze met de vaste begeleider van het kind. Schrijf een reflectieverslag met behulp van het werkmodel STRAK-reflectie met als aandachtspunten: – op welke manier je het kind vaardigheden hebt aangeleerd – hoe je zelf voorbeeldgedrag hebt getoond – welke feedback je aan het kind hebt gegeven, en wat het kind hiermee heeft gedaan – of je de gestelde doelen hebt gehaald, en hoe je dit hebt gemeten – welke signalen je hebt waargenomen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind – hoe je overwicht hebt getoond – welke bijstelling voor het begeleidingsplan van het kind je voorgesteld hebt en hoe je dit besproken hebt met de vaste begeleider van het kind. Bespreek het reflectieverslag met je BPV-begeleider.

ht

• •

Ed

Uitvoeren

• •

C

op

yr

54

u' Ac


P2-K1-W4

Beoordelingscriteria Voorbereiding

fb .v

.

Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van het kind • bedacht hoe je het kind gedurende een week gespecialiseerde opvang gaat bieden, waarin opgenomen:

◦ ◦ ◦

1

Beoordelaar:

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

welke doelen je stelt voor het aanleren van vaardigheden op welke manier je het aanleren van vaardigheden aanpakt hoe je het kind feedback kunt geven • je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

ht

Beoordelingscriteria Gespecialiseerde opvang

ig

Je hebt: • gedurende een week de begeleiding van een kind uitgevoerd volgens het begeleidingsplan. Hierbij heb je aandacht besteed aan:

hoe je overwicht toont in je optreden hoe je het kind stimuleert tot het uitproberen van alternatieven hoe je interventies toepast gericht op de ontwikkeling van het kind hoe je vragen of problemen vanuit diverse gezichtspunten benadert hoe je interactievaardigheden toepast. • actief afwijkingen in de ontwikkeling van het kind gesignaleerd en onderzocht • op basis van je ervaringen een voorstel geschreven voor het bijstellen van het begeleidingsplan en deze besproken met de vaste begeleider van het kind.

yr op

C

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

55


P2-K1-W4

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

STRAK-reflectie

Je hebt: • een reflectieverslag geschreven met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦

op welke manier je het kind vaardigheden hebt aangeleerd hoe je zelf voorbeeldgedrag hebt getoond welke feedback je aan het kind hebt gegeven, en wat het kind hiermee heeft gedaan

u' Ac

◦ ◦ ◦

of je de gestelde doelen hebt gehaald, en hoe je dit hebt gemeten welke signalen je hebt waargenomen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind

ht

Ed

hoe je overwicht hebt getoond welke bijstelling voor het begeleidingsplan van het kind je voorgesteld hebt en hoe je dit besproken hebt met de vaste begeleider van het kind. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

56

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


P2-K1-W4

Oefening 5

Terugkijken Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Kritisch en creatief denken

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

yr

ig

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

C

op

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

57


P2-K1-W4

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

.

i.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

tie

j.

fb .v

Samenwerken

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

l.

u' Ac

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Beoordelingscriteria

ht

Terugkijken

ig

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

58

1

2

3

4

5


P2-K1-W4

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Aansturen

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• Toont overwicht in de wijze van optreden • Past effectieve interventies toe gericht op de ontwikkeling van het kind.

1

2

3

4

5

4

5

tie

Beoordeling

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Begeleiden

ht

• Stimuleert tot het uitproberen van alternatieven.

1

2

3

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Beoordelaar:

59


P2-K1-W4

Beoordelingscriteria Aandacht en begrip tonen

1

2

u' Ac

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

Beoordelaar:

60

3

tie

Beoordeling

fb .v

.

• past interactievaardigheden op effectieve wijze toe: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering en begeleiden van interacties • Weegt vragen of problemen af vanuit diverse gezichtspunten.

4

5


P2-K1-W5

P2-K1-W5

.

Inleiding

fb .v

Esther werkt in de kinderopvang. Kinderen krijgen hier passende begeleiding. Ieder kind heeft hierbij specifieke aandacht nodig. Voor sommige kinderen geldt dat zij ook bij de persoonlijke verzorging extra aandacht nodig hebben, omdat zij een aandoening hebben of een handicap. Bij de persoonlijke verzorging van de kinderen kent Esther de specifieke aandachtspunten van de kinderen. Ze geeft het kind de afgesproken verzorging. Hierbij let zij goed op signalen. Als het nodig is, schakelt zij een deskundige of collega's in en licht ze de ouders in.

tie

Werkproces Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging.

Ed

Je kunt: • een kind een op de persoon toegesneden verzorging geven • snel en effectief reageren op signalen van behoefte aan persoonlijke verzorging van het kind • discreet omgaan met het lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging • passend omgaan met de dynamiek van baby's en jonge kinderen • werken volgens het 'vier-ogen-principe' • actief communiceren met kinderen (ook met baby's) • interactievaardigheden op effectieve wijze toepassen.

Training Persoonlijke verzorging Project Herkennen sociale problematiek.

ig

• •

ht

Bronnen

yr

Planning

C

op

Planningsformulier <

Oefening 1

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

Vier-ogen-principe In je instelling werk je volgens het 'vier-ogen-principe'. Je onderzoekt hoe dit principe is vastgelegd in protocollen en procedures, die met persoonlijke verzorging te maken hebben. Ook voer je handelingen uit waarbij je te maken hebt met het 'vier-ogen-principe'. In deze opdracht onderzoek je eerst wat het 'vier-ogen-principe' inhoudt en hoe de pedagogisch medewerkers in je BPV-instelling het toepassen. Daarna voer je zelf drie handelingen uit, waarbij je te maken hebt met het 'vier-ogen-principe'.

61


P2-K1-W5

Voorbereiden

.

• • • •

Overleg met je BPV-begeleider waar je protocollen en procedures kunt vinden, waar het 'vier-ogen-principe' in is genoemd. Neem de protocollen en procedures door. Onderzoek in de praktijk hoe je collega's werken volgens het 'vier-ogen-principe'. Maak een overzicht van je bevindingen. Bedenk hoe jij het 'vier-ogen-principe' in drie verschillende situaties in de praktijk uit kunt voeren. Denk hierbij aan verschonen, naar bed brengen, afscheid nemen, straffen en belonen. Zet je aanpak van deze situaties op papier. Bespreek het overzicht en je aanpak met je BPV-begeleider.

fb .v

Houd gedurende een week bij hoe je bij verschillende handelingen te maken hebt met het 'vier-ogen-principe'. Het kan hierbij zijn dat jij zelf actief een handeling uitvoert, zoals verschonen. Of dat jij juist op de achtergrond aanwezig bent en toekijkt of meeluistert. Schrijf een verslag met als aandachtspunten: – de drie verschillende situaties waarmee je te maken hebt gehad – hoe de protocollen zijn toegepast – je persoonlijke bevindingen, wat vind je van het 'vier-ogen-principe' en hoe is het om hier in de praktijk mee te werken Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Ed

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Uitvoeren

Voorbereiden

Je hebt: • een overzicht gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

ht

◦ ◦

yr

ig

de protocollen en procedures over het 'vier-ogen-principe' hoe je collega's in de praktijk werken volgens het 'vier-ogen-principe' • een aanpak gemaakt van hoe je in drie verschillende situaties het 'vier-ogen-principe' in de praktijk wilt brengen • het overzicht en je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

Opmerkingen:

C

op

Beoordeling

Beoordelaar:

62

1

2

3

4

5


P2-K1-W5

Beoordelingscriteria Vier-ogen-principe

fb .v

.

Je hebt: • gedurende een week bijgehouden hoe je bij verschillende handelingen te maken hebt met het 'vier-ogen-principe' • een verslag geschreven met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦

1

Beoordelaar:

5

Communicatie

Bij de persoonlijke verzorging van kinderen is communicatie van belang. Je legt uit wat je gaat doen, je betrekt het kind zo mogelijk bij de verzorging en je let op signalen van het kind.

ig

Artikel Interactievaardigheden 2 <

4

ht

Oefening 2

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

de drie verschillende situaties waarmee je te maken hebt gehad hoe de protocollen zijn toegepast je persoonlijke bevindingen, wat vind je van het 'vier-ogen-principe' en hoe is het om hier in de praktijk mee te werken. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

yr

In deze opdracht oefen je je interactievaardigheden bij de verzorging van drie kinderen.

C

op

Voorbereiden • • • • •

Bespreek met je BPV-begeleider met welke drie kinderen en in welke situaties je deze opdracht uitvoert. Neem het Artikel Interactievaardigheden door. Noteer aandachtspunten. Bedenk op welke manier je gaat communiceren met deze drie kinderen en zet je aanpak op papier. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider. Vraag je BPV-begeleider of een collega om je te observeren bij de uitvoer van deze opdracht. Maak hierover afspraken.

63


P2-K1-W5

Uitvoeren Voer de verzorging van drie verschillende kinderen uit. In de communicatie let je hier op: – signalen van het kind – actieve communicatie met het kind – de stimulering van de ontwikkeling – adequaat omgaan met de dynamiek van baby's en jonge kinderen. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider of collega, die je geobserveerd heeft en vraag hierbij om feedback.

fb .v

.

• •

Beoordelingscriteria

tie

Voorbereiding

◦ ◦

u' Ac

Je hebt: • aanpak voor de communicatie met drie kinderen op papier gezet, met als aandachtspunten: om welke drie kinderen en situaties het gaat op welke manier je actief gaat communiceren • de aanpak besproken met je BPV-begeleider • afspraken gemaakt over wie je observeert bij deze opdracht.

1

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

64

2

3

4

5


P2-K1-W5

Beoordelingscriteria Communicatie

fb .v

.

Je hebt: • de verzorging van drie verschillende kinderen uitgevoerd, waarbij je in de communicatie hebt gelet op:

◦ ◦ ◦ ◦

1

Oefening 3

5

Persoonlijke behoefte In je instelling zijn verschillende kinderen die extra aandacht krijgen bij de persoonlijke verzorging.

ig

Werkmodel Handen wassen <

4

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

signalen van behoefte van het kind actieve communicatie met het kind de stimulering van de ontwikkeling adequaat omgaan met de dynamiek van baby's en jonge kinderen. • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider of collega, waarbij je om feedback hebt gevraagd.

C

op

yr

Artikel Lichamelijke verzorging basisschoolkind <

In deze opdracht onderzoek je met welke specifieke behoeftes voor persoonlijke verzorging je te maken hebt. Je verdiept je eerst in de achtergrond van de kinderen. Daarna voer je de persoonlijke verzorging gedurende een week uit.

Artikel Persoonlijke verzorging peuter <

Voorbereiden • • • • •

Artikel Persoonlijke verzorging puber <

Overleg met je BPV-begeleider voor welke drie kinderen je deze opdracht uit gaat voeren. Doe hierbij zelf voorstellen. Neem de artikelen over persoonlijke verzorging door en maak aantekeningen. Neem het Werkmodel Handen wassen door. Lees je in in de dossiers van drie kinderen. Maak per kind een overzicht van de aandachtspunten voor de persoonlijke verzorging en hoe je deze uit gaat voeren. Kijk met collega's mee hoe zij de persoonlijke verzorging van de drie kinderen uitvoeren. Stel vragen bij onduidelijkheden. Bespreek je overzicht met je BPV-begeleider.

65


P2-K1-W5

Uitvoeren Voer de persoonlijke verzorging van drie kinderen met specifieke behoeftes gedurende een week uit. Hierbij besteed je aandacht aan: – hoe je de toegesneden verzorging uitvoert – hoe je discreet omgaat met lichaamscontact – hoe je actief communiceert terwijl je de verzorging uitvoert – hoe je interactievaardigheden toepast – hoe je de informatie uit het Werkmodel Handen wassen en de artikelen toepast in de praktijk. Maak steeds aantekeningen. Voer op basis van je aantekeningen een reflectiegesprek met je BPV-begeleider waarin je bespreekt: – hoe je de persoonlijke verzorging voor ieder van de drie kinderen in de praktijk uitgevoerd hebt – hoe je discreet bent omgegaan met lichaamscontact – hoe je actief hebt gecommuniceerd – hoe je informatie uit de werkmodellen hebt toegepast in de praktijk – overige bevindingen.

Beoordelingscriteria Voorbereiden

u' Ac

tie

• •

fb .v

.

ht

Ed

Je hebt: • je verdiept in de achtergronden van drie kinderen waar het gaat om de persoonlijke verzorging • artikelen over persoonlijke verzorging doorgenomen • meegekeken bij collega's bij de persoonlijke verzorging van deze drie kinderen • een overzicht gemaakt met de aandachtspunten per kind voor de persoonlijke verzorging en hoe je dit aan gaat pakken • het overzicht besproken met je BPV-begeleider.

yr

ig

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

66

1

2

3

4

5


P2-K1-W5

Beoordelingscriteria Persoonlijke verzorging

fb .v

.

Je hebt: • de persoonlijke verzorging van drie kinderen met specifieke behoeftes gedurende een week uitgevoerd. • aandacht besteed aan:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

hoe je discreet bent omgegaan met lichaamscontact hoe je actief hebt gecommuniceerd hoe je informatie uit de werkmodellen hebt toegepast in de praktijk overige bevindingen.

Ed

◦ ◦ ◦ ◦

hoe je de persoonlijke verzorging voor ieder van de drie kinderen in de praktijk uitgevoerd hebt

u' Ac

tie

hoe je de toegesneden verzorging uitvoert hoe je discreet omgaat met lichaamscontact hoe je actief communiceert terwijl je de verzorging uitvoert hoe je interactievaardigheden toepast hoe je de informatie uit het Werkmodel Handen wassen en de artikelen toepast in de praktijk. • op basis van je aantekening een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider waarin je de volgende onderwerpen besproken hebt:

1

2

3

4

5

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

Oefening 4

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Persoonlijke verzorging In je werk heb je dagelijks te maken met de persoonlijke verzorging van kinderen. Sommige kinderen hebben extra aandacht nodig bij de persoonlijke verzorging, bijvoorbeeld omdat zij een beperking of een aandoening hebben. Je bent alert op signalen bij de verzorging van kinderen. Als het nodig is, schakel je een arts of collega's in en informeer je de ouders. In deze eindopdracht laat je zien dat je een kind met specifieke behoeftes persoonlijke verzorging kan geven. Je verdiept je hierbij eerst in de achtergrond van de een kind. Daarna voer je de persoonlijke verzorging gedurende een week uit.

67


P2-K1-W5

Voorbereiden

• •

.

Overleg met je BPV-begeleider met welk kind je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Je gaat gedurende een week de persoonlijke verzorging begeleiden voor een kind dat wat extra ondersteuning nodig heeft op dit gebied. Lees je in in de gegevens van het kind door het dossier door te nemen. Noteer aandachtspunten voor de persoonlijke verzorging. Maak een aanpak voor het begeleiden van de persoonlijke verzorging van het kind. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

fb .v

Uitvoeren

Begeleidt het kind gedurende een week bij de persoonlijke verzorging. Hierbij houd je er rekening mee dat je: – begeleiding geeft die bij het kind past – snel en effectief reageert op signalen van behoefte aan persoonlijke verzorging – discreet omgaat met lichaamscontact – adequaat omgaat met de dynamiek van baby's en jonge kinderen – werkt volgens het 'vier-ogen-principe' – actief communiceert met het kind. Dagelijks maak je aantekeningen over je begeleiding en je bevindingen. Schrijf een reflectieverslag met behulp van het werkmodel STRAK-reflectie over de begeleiding van de persoonlijke verzorging, met als aandachtspunten: – hoe je de verzorging hebt uitgevoerd – de communicatie met het kind – de toepassing van het 'vier-ogen-principe' – hoe je discreet bent omgegaan met lichaamscontact – signalen die je hebt waargenomen, en waarop je hebt gereageerd. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

Ed

• •

u' Ac

tie

ht

Beoordelingscriteria Voorbereiding

C

op

yr

ig

Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van het kind • bedacht hoe je de persoonlijke verzorging van een kind gedurende een week aan wilt pakken • je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

68

Beoordeling

1

2

3

4

5


P2-K1-W5

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Persoonlijke verzorging

de verzorging die bij het kind hoort snel en effectief reageren op signalen van behoefte aan persoonlijke verzorging discreet omgaan met lichaamscontact adequaat omgaan met de dynamiek van baby's en jonge kinderen werken volgens het 'vier-ogen-principe' actieve communicatie met het kind.

Ed

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

Je hebt: • gedurende een week de persoonlijke verzorging van een kind uitgevoerd • hierbij rekening gehouden met:

1

2

3

4

5

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

69


P2-K1-W5

Beoordelingscriteria STRAK-reflectie

fb .v

.

Je hebt: • een reflectieverslag geschreven over de uitvoering van de persoonlijke verzorging, met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

Oefening 5

ht

Beoordelaar:

Ed

Opmerkingen:

Terugkijken

ig

Reflectie op de lesstof

C

op

yr

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

70

b. Wat wist je al?

2

u' Ac

1 Beoordeling

tie

hoe je de verzorging hebt uitgevoerd de communicatie met het kind de toepassing van het 'vier-ogen-principe' hoe je discreet bent omgegaan met lichaamscontact signalen die je hebt waargenomen, en waarop je hebt gereageerd. • je verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

3

4

5


P2-K1-W5

.

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

fb .v

Kritisch en creatief denken

tie

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

u' Ac

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Ed

Zelfregulatie en zelfsturing

ht

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

yr

ig

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

i.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken j.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

71


P2-K1-W5

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

tie

l.

fb .v

.

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Beoordelingscriteria

u' Ac

Terugkijken Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Beoordelingscriteria Vakdeskundigheid toepassen • Geeft het kind een op de persoon toegesneden verzorging • Past interactievaardigheden op effectieve wijze toe: respect voor autonomie, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering • Gaat adequaat om met de dynamiek van baby's en jonge kinderen.

72


P2-K1-W5

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

u' Ac

Beoordelingscriteria Ethisch en integer handelen

• Gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

C

op

Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten • Reageert snel en effectief op signalen van behoefte aan persoonlijke verzorging • Communiceert actief met het kind.

1

2

3

4

5

Beoordeling

73


P2-K1-W5

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Instructies en procedures opvolgen • Werkt volgens het 'vier-ogen-principe'.

C

op

yr

ig

ht

Beoordelaar:

Ed

Opmerkingen:

74

2

u' Ac

1

Beoordeling

tie

Beoordelingscriteria

3

4

5


P2-K1-W6

P2-K1-W6

.

Inleiding

fb .v

Pjotr werkt op een leefgroep met jongeren. Naast het begeleiden van de jongeren in de groep zijn er ook allerlei praktische taken, zoals het huishouden. Hij voert dagelijks allerlei taken uit als afwassen, wassen, schoonmaken en het klaarmaken van maaltijden. Op sommige dagen komt een collega speciaal voor de boodschappen en het koken. Dan zorgt Pjotr meer op de achtergrond ervoor dat zij haar werk goed uit kan voeren.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden.

Je kunt: • veilig en hygiënisch werken • werkzaamheden vlot en bedreven uitvoeren • doeltreffend en verantwoord gebruikmaken van materialen en middelen.

Ed

Bronnen

Project Dagprogramma en huishoudelijke werkzaamheden.

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

ig

Planningsformulier <

ht

Planning

Huishoudelijke werkzaamheden

yr

Oefening 1

C

op

Werkmodel Ergonomisch werken <

Werkmodel Basistilvaardigheden <

Dagelijks is er allerlei huishoudelijk werk in de instelling waar je werkt. In deze opdracht oefen je met het doen van huishoudelijke werkzaamheden. Je gaat eerst na met welke taken, procedures en instructies je te maken hebt. Je maakt een planning voor de werkzaamheden. Daarna voer je de werkzaamheden gedurende een week uit.

Voorbereiden •

Artikel Ergonomische tips in het huishouden <

• • •

Neem de Werkmodellen door en het Artikel Ergonomische tips in het huishouden. Noteer aandachtspunten. Neem de protocollen en procedures voor het doen van huishoudelijke werkzaamheden door. Ga een week lang na welke huishoudelijke werkzaamheden er zijn binnen je instelling. Bespreek met je BPV-begeleider met welke drie taken je gaat oefenen.

75


P2-K1-W6

.

Bereid je voor op de huishoudelijke taken door een planning te maken, waarin je opneemt: – met welke drie taken je oefent – op welke tijdstippen je dit doet – welke protocollen en procedures je hierbij gebruikt – welke materialen en middelen je hierbij nodig hebt. Overleg je planning met je BPV-begeleider of een collega die je gaat observeren bij deze taken. Zet materialen en middelen die je nodig hebt klaar.

fb .v

Uitvoeren

tie

Voer drie huishoudelijke werkzaamheden uit volgens je planning. Hierbij zorg je ervoor dat je: – veilig en hygiënisch werkt (pas de aandachtspunten uit de protocollen en werkmodellen toe) – de werkzaamheden vlot uitvoert – de juiste materialen en middelen gebruikt. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider of de collega die je heeft geobserveerd.

Beoordelingscriteria Voorbereiden

u' Ac

• •

◦ ◦ ◦ ◦

Ed

Je hebt: • de werkmodellen en protocollen en procedures over het doen van huishoudelijke werkzaamheden doorgenomen • een week lang nagegaan welke huishoudelijke werkzaamheden er zijn binnen de instelling • een planning gemaakt voor drie huishoudelijke taken die je gaat oefenen, waarin je hebt opgenomen:

yr

ig

ht

om welke drie taken het gaat op welke tijdstippen je dit doet welke protocollen en procedures je hierbij gebruikt welke materialen en middelen je hierbij nodig hebt • de planning besproken met je BPV-begeleider • de materialen en middelen klaargezet.

Opmerkingen:

C

op

Beoordeling

Beoordelaar:

76

1

2

3

4

5


P2-K1-W6

Beoordelingscriteria Huishoudelijke taken

◦ ◦ ◦

fb .v

.

Je hebt: • gedurende een week drie huishoudelijke werkzaamheden uitgevoerd volgens je planning. Hierbij heb je:

veilig en hygiënisch gewerkt (je hebt de aandachtspunten uit de werkmodellen en protocollen toegepast)

1

Beoordelaar:

5

Pictogrammen

Wanneer je met kinderen of jongeren werkt, wil je hen ook bij betrekken bij de huishoudelijke werkzaamheden. Om duidelijk te maken hoe een kind een taak uitvoert, of om een huishoudelijk schema helder te maken kun je met beelden werken.

ig

Website Pictogrammen <

4

ht

Oefening 2

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

de werkzaamheden vlot uitgevoerd de juiste materialen en middelen gebruikt. • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider of de collega die je heeft geobserveerd.

C

op

yr

In deze opdracht maak je een overzicht met pictogrammen voor een taak of voor een schoonmaakrooster. Je verdiept je eerst in de protocollen voor de huishoudelijke werkzaamheden. Daarna zet je de stappen voor een huishoudelijke taak op een rijtje. Tot slot maak je een overzicht met pictogrammen van de taak.

Voorbereiden • • • •

Bespreek met je BPV-begeleider voor welke kinderen en voor welke drie huishoudelijke taken je deze opdracht maakt. Neem de protocollen door over huishoudelijke werkzaamheden. Noteer de stappen voor de huishoudelijke taken. Bespreek de voorbereiding met je BPV-begeleider.

77


P2-K1-W6

Uitvoeren Bekijk de website met pictogrammen. Maak nu een pictogrammenoverzicht. Gebruik hierbij: – de informatie uit de protocollen – de pictogrammen van de website, of maak zelf beelden. Test het pictogrammenoverzicht bij de kinderen. Maak aanpassingen naar aanleiding van hun feedback. Bespreek het pictogrammenoverzicht met je BPV-begeleider.

• •

fb .v

.

• •

Beoordelingscriteria

tie

Voorbereiding

u' Ac

Je hebt: • besproken voor welke kinderen en voor welke drie huishoudelijke werkzaamheden je deze opdracht maakt • de protocollen voor de huishoudelijke werkzaamheden doorgenomen • de stappen voor de huishoudelijke taken uitgeschreven • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ht

Opmerkingen:

ig

Beoordelaar:

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Pictogrammen

78

Je hebt: • een pictogrammenoverzicht van drie huishoudelijke taken gemaakt, waarmee kinderen stapsgewijs de taken uit kunnen voeren • protocollen en procedures voor huishoudelijke taken effectief toegepast • het pictogrammenoverzicht getest bij de kinderen en aanpassingen gemaakt • het pictogrammenoverzicht met je BPV-begeleider besproken.


P2-K1-W6

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Huishoudelijke werkzaamheden aansturen

u' Ac

Oefening 3

tie

Beoordelaar:

In je instelling voer je zelf huishoudelijke werkzaamheden uit. In sommige instellingen worden deze werkzaamheden deels gedaan door andere collega's, bijvoorbeeld een gastvrouw of een helpende.

Ed

In deze opdracht oefen je met het aansturen van collega's die de huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren. Je gaat eerst na hoe de uitvoering is geregeld. Je maakt een plan voor het aansturen van de werkzaamheden. Dit plan voer je gedurende een week uit. Tijdens deze week onderhoud je contact over de uitvoering.

Voorbereiden

ig

Ga na hoe de uitvoering van de huishoudelijke werkzaamheden geregeld is in je instelling. In het geval dat deze deels door andere beroepsbeoefenaren worden gedaan, ga je na om welke taken het gaat, wie ervoor verantwoordelijk is en wanneer deze werkzaamheden plaatsvinden. Bedenk op welke manier je degenen die de huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren aan kunt sturen. Je gaat dit een week lang doen. Overleg je plan met je BPV-begeleider.

ht

• •

yr

Uitvoeren

C

op

Gedurende een week onderhoud je contact met de collega's die huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren. Je bent het aanspreekpunt. Daarnaast geef je actuele zaken die de huishoudelijke werkzaamheden aangaan aan hen door. Let er op dat alle betrokkenen: – hygiënisch en veilig werken – materialen en middelen doeltreffend en verantwoord gebruiken. Maak dagelijks aantekeningen.

79


P2-K1-W6

Maak een verslag over het aansturen van de huishoudelijke werkzaamheden, met als aandachtspunten: – op welke manier je contact hebt gehad met de collega's die huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren – hoe je ervoor hebt gezorgd dat er hygiënisch en veilig is gewerkt en of materialen en middelen doeltreffend en verantwoord zijn gebruikt – hoe de uitvoering van je plan is verlopen. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

fb .v

.

Beoordelingscriteria Voorbereiding

u' Ac

tie

Je hebt: • onderzocht hoe de uitvoering van de huishoudelijke werkzaamheden in de instelling is geregeld • een plan gemaakt hoe je gedurende een week de uitvoering van de huishoudelijke werkzaamheden uit wilt voeren en hoe je de collega's aan wilt sturen • je plan besproken met je BPV-begeleider.

1

Beoordeling

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

ig

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

C

op

yr

Aansturen huishoudelijke werkzaamheden Je hebt: • gedurende een week contact onderhouden met de collega's die huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren • een verslag geschreven over het aansturen van de huishoudelijke werkzaamheden, met als aandachtspunten:

◦ ◦

op welke manier je contact hebt gehad met de collega's die huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren hoe je ervoor hebt gezorgd dat er hygiënisch en veilig is gewerkt en of materialen en middelen doeltreffend en verantwoord zijn gebruikt

◦ hoe de uitvoering van je plan is verlopen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

80


P2-K1-W6

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Huishoudelijke werkzaamheden

u' Ac

Oefening 4

tie

Beoordelaar:

Bij de begeleiding van kinderen en jongeren voer je ook allerlei huishoudelijke werkzaamheden uit. Je werkt hierbij volgens protocollen en procedures van de instelling. Je zorgt er op die manier voor dat de ontwikkeling van de kinderen plaats kan vinden in een opgeruimde, schone en gezonde omgeving.

Ed

In deze eindopdracht ben je verantwoordelijk voor de huishoudelijke werkzaamheden in de (leef)groep. Je maakt eerst een planning van de taken die je gedurende een week uit gaat voeren. Daarna voer je deze uit.

Voorbereiden •

ig

• • •

Gedurende een week zorg je voor drie verschillende huishoudelijke werkzaamheden in de groep van de instelling. Overleg met je BPV-begeleider welke huishoudelijke werkzaamheden je uitvoert. Je doet hierbij zelf voorstellen. Neem de protocollen en instructies voor de huishoudelijke werkzaamheden door. Maak een planning, wanneer je de werkzaamheden uitvoert. Overleg je planning met je BPV-begeleider.

ht

C

op

yr

Uitvoeren • • •

Voer gedurende een week de huishoudelijke werkzaamheden uit. Maak dagelijks aantekeningen over de uitvoering en je bevindingen. Zorg er bij de uitvoering voor dat je: – veilig en hygiënisch werkt – de werkzaamheden vlot en bedreven uitvoert – materialen en middelen op een doeltreffende en verantwoorde manier gebruikt. Schrijf een reflectieverslag volgens de STRAK-methode over de uitvoering, met als aandachtspunten: – veilig en hygiënisch werken – de vlotte uitvoering van de werkzaamheden – doeltreffend en verantwoord gebruik van materialen en middelen. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

81


P2-K1-W6

Beoordelingscriteria Planning huishoudelijke werkzaamheden

1

2

3

4

5

tie

Beoordeling

fb .v

.

Je hebt: • de protocollen en procedures voor huishoudelijke werkzaamheden doorgenomen • een realistische planning gemaakt voor de uitvoering van drie taken gedurende een week • je planning met je BPV-begeleider besproken.

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Huishoudelijke werkzaamheden

ht

Je hebt: • effectief drie huishoudelijke werkzaamheden gedurende een week uitgevoerd, waarbij je: je planning hebt toegepast veilig en hygiënisch hebt gewerkt zorgvuldig protocollen en procedures hebt uitgevoerd materialen en middelen effectief hebt ingezet vlot en bedreven hebt gewerkt.

C

op

yr

ig

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

82

Beoordeling

1

2

3

4

5


P2-K1-W6

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

STRAK-reflectie

u' Ac

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven op basis van Werkmodel STRAK-reflectie met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦

Ed

veilig en hygiënisch werken de vlotte uitvoering van de werkzaamheden doeltreffend en verantwoord gebruik van materialen en middelen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider. • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

op

yr

Beoordelaar:

Terugkijken Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

C

Oefening 5

83


P2-K1-W6

tie

Kritisch en creatief denken

fb .v

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

.

b. Wat wist je al?

u' Ac

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

Ed

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

ht

Zelfregulatie en zelfsturing

yr

ig

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

84

i.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?


P2-K1-W6

Samenwerken Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

fb .v

.

j.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordelingscriteria

Ed

Terugkijken

u' Ac

l.

tie

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

ht

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

85


P2-K1-W6

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Materialen en middelen inzetten

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• Werkt veilig en hygiënisch • Gebruikt materialen en middelen doeltreffend en verantwoord.

1

2

3

4

5

4

5

tie

Beoordeling

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Instructies en procedures opvolgen

ht

• Voert de werkzaamheden vlot en bedreven uit.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

86

Beoordelaar:

1

2

3


P2-K1-W7

P2-K1-W7

.

Inleiding

fb .v

Karin werkt in een instelling die VVE-gecertificeerd is. In de buurt waar de instelling staat wonen veel gezinnen, waar de taalontwikkeling van de kinderen achterloopt. Met de VVE-activiteiten wil men extra taalactiviteiten en sociale vaardigheden aanbieden, zodat de kinderen goed voorbereid naar de basisschool kunnen. Het is belangrijk dat ouders en andere collega's samenwerken bij de VVE-activiteiten. Als een activiteit die in de instelling plaatsvindt thuis herhaald wordt heeft het extra veel effect op de kinderen. Karin besteedt daarom veel aandacht aan de samenwerking met de ouders.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K1-W7 Biedt (specifieke) ontwikkelingsgerichte activiteiten aan.

ht

Ed

Je kunt: • kinderen motiveren om hun best te doen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken • effectieve interventies toepassen gericht op de ontwikkeling van het kind • passende leer- en ontwikkelingsmaterialen kiezen • de voortgang in de ontwikkeling van de kinderen zorgvuldig bewaken • belemmeringen ontdekken in de voortgang van de ontwikkeling van een kind • reële, haalbare (tussen)doelen stellen • effectief rekening houden met onvoorziene omstandigheden • precies relevante gegevens vastleggen • interactievaardigheden effectief toepassen.

ig

Bronnen

Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 1 Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2 Cursus Verdieping VVE Cursus Taalverwerving en meertaligheid, herkennen laaggeletterdheid ouders Training Aanbieden ontwikkelingsgerichte activiteiten VVE Project Activiteitenprogramma opstellen.

C

op

yr

• • • • • •

Planningsformulier <

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

87


P2-K1-W7

In de kinderopvang en op scholen werkt men met verschillende VVE-methodes. Op deze manier geeft men kinderen een extra zetje in de rug. In deze opdracht onderzoek je welke methodes er zijn. Daarnaast kijk je met welke methode je instelling werkt. Je voert drie activiteiten uit de VVE-methode uit. Je schrijft een verslag over je bevindingen met het werken met de methode.

.

Artikel Wat werkt bij onderwijsachterstand? <

VVE-methodes

fb .v

Oefening 1

Voorbereiden

• • •

tie

Neem het artikel 'Wat werkt bij onderwijsachterstand' door en noteer hoofdpunten van het artikel. Onderzoek met welke VVE-methode of andere specifieke methode je instelling in de praktijk werkt. Maak een overzicht van de methode van je instelling, waarin je opneemt wat de doelstelling is en hoe de aanpak eruitziet. Welke resultaten streeft men na? Stel vragen over de methode aan je BPV-begeleider of aan een collega. Overleg met je BPV-begeleider welke activiteit je uit gaat voeren van de VVE methode of methode van de instelling. Voer de activiteit uit met drie verschillende groepen. Verdiep je in de activiteit die je uit gaat voeren. Maak een planning waarin je opneemt: – doelen, doelgroep en de activiteit zelf – een tijdsplanning voor de drie verschillende groepen – passende leer- en ontwikkelingsmaterialen. Bespreek de planning met je BPV-begeleider.

ig

• •

Voer de activiteit uit met drie verschillende groepen. Hierbij besteed je aandacht aan: – het motiveren van kinderen om hun best te doen – het toepassen van effectieve interventies om de ontwikkeling te stimuleren – het vakkundig omgaan met onvoorziene omstandigheden. Maak steeds aantekeningen. Schrijf op basis van je aantekeningen een verslag met als aandachtspunten: – de uitvoering van de activiteiten in drie verschillende groepen – hoe je kinderen hebt gemotiveerd – hoe je bent omgegaan met onvoorziene omstandigheden – de behaalde resultaten. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

ht

Ed

Uitvoeren

u' Ac

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiding

88

Je hebt: • je verdiept in VVE-methodes of de specifieke methodiek die je instelling gebruikt • een overzicht gemaakt van de methodiek van je instelling, waarin je hebt beschreven wat de doelstelling is en hoe de aanpak is • het overzicht besproken met je BPV-begeleider • besproken met je BPV-begeleider welke activiteit vanuit de methodiek je uit gaat voeren met drie verschillende groepen kinderen


P2-K1-W7

• je verdiept in de activiteit die je uit gaat voeren. Je hebt een planning gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

1

2

Beoordeling

3

4

5

Beoordelaar:

Ed

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

doelen, doelgroep en de activiteit zelf een tijdsplanning voor de drie verschillende groepen passende leer- en ontwikkelingsmaterialen. • de planning besproken met je BPV-begeleider.

.

◦ ◦ ◦

VVE-methodes

Je hebt: • de activiteit uitgevoerd met drie verschillende groepen, hierbij heb je aandacht besteed aan:

◦ ◦ ◦

ht

het motiveren van kinderen om hun best te doen het toepassen van effectieve interventies om de ontwikkeling te stimuleren het vakkundig omgaan met onvoorziene omstandigheden. • een verslag geschreven met als aandachtspunten

ig

◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

de uitvoering van de activiteiten in drie verschillende groepen hoe je kinderen hebt gemotiveerd hoe je bent omgegaan met onvoorziene omstandigheden de behaalde resultaten. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

89


P2-K1-W7

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Oefening 2

Samenwerking

Niet alleen op de instelling werk je aan de (extra) begeleiding van kinderen. Vaak betrek je de thuissituatie erbij. Op deze manier kun je elkaar versterken en hebben de activiteiten beter effect op de kinderen. Hierbij is het belangrijk dat ouders en pedagogisch medewerkers goed samenwerken.

Artikel Signalen Ontwikkelingsproblemen <

In deze opdracht oefen je met het organiseren van die samenwerking. Je gaat eerst na op welke manier men in je instelling samenwerkt met ouders. Je plant de samenwerking met ouders en voert deze uit.

Voorbereiden

yr

ig

ht

• •

Neem het Artikel Ouderbetrokkenheid door. Overleg met je BPV-begeleider met welk kind en met welke ouders je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Neem de VVE-methode van je instelling door en onderzoek op welke manier ouders bij activiteiten betrokken zijn. Neem het artikel Signalen Ontwikkelingsproblemen door en noteer aandachtspunten. Plan een activiteit vanuit de VVE-methodiek, waarbij je ouders wilt betrekken. Het gaat bijvoorbeeld om het oefenen van een vaardigheid, waarmee ouders thuis doorgaan. Zet je planning op papier, met als aandachtspunten: – de activiteit, doelen en aanpak – hoe de activiteit in de instelling en thuis kan worden aangeboden – tijdsplanning, wie doet wat op welk moment (bijvoorbeeld hoe vaak thuis oefenen) – welke informatie of instructie ouders hierbij nodig hebben – op welke manier je ouders gaat informeren en instrueren – op welke manier je elkaar tijdens het uitvoeren van de activiteiten op de hoogte houdt en hoe je gezamenlijk gaat evalueren. Leg je plan voor aan je BPV-begeleider.

Ed

• •

u' Ac

tie

Artikel Ouderbetrokkenheid <

C

op

Uitvoeren •

• •

90

Organiseer de samenwerking met ouders en andere betrokkenen bij de activiteit volgens je planning. Hierbij informeer en instrueer je hen en maak je afspraken over de uitvoering en tijdsplanning. Houd tijdens de afgesproken periode contact met de ouders over de voortgang. Evalueer na de afgesproken periode samen met de ouders: – Hoe verliep de uitvoering? – Zijn de doelen behaald? – Hoe verliep de samenwerking?


P2-K1-W7

.

Schrijf een verslag, met als aandachtspunten: – de doelen en de aanpak – de planning van de activiteit – op welke manier je ouders hebt geïnformeerd en geïnstrueerd – het verloop van de uitvoering – de evaluatie op product- en procesniveau. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

fb .v

Beoordelingscriteria Voorbereiding samenwerking

tie

Je hebt: • een activiteit vanuit de VVE methodiek gepland, waarbij je ouders wilt betrekken, met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

de activiteit, doelen en aanpak hoe de activiteit in de instelling en thuis gedaan wordt tijdsplanning, wie doet wat op welk moment (bijvoorbeeld hoe vaak thuis oefenen) welke informatie of instructie ouders hierbij nodig hebben op welke manier je ouders gaat informeren en instrueren op welke manier je gezamenlijk gaat evalueren. • het plan besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Beoordelingscriteria Samenwerking Je hebt: • de samenwerking met ouders en andere betrokkenen bij de activiteit volgens je planning georganiseerd, waarbij je:

◦ ◦

ouders hebt geïnformeerd en geïnstrueerd over de activiteit afspraken hebt gemaakt over de samenwerking en de tijdsplanning. • tijdens de afgesproken periode contact met de ouders gehouden over de voortgang

91


P2-K1-W7

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

.

• na de afgesproken periode samen met de ouders geëvalueerd: ◦ Hoe verliep de uitvoering? ◦ Zijn de doelen behaald? ◦ Hoe verliep de samenwerking? • een verslag geschreven, met als aandachtspunten:

Beoordelaar:

Oefening 3

5

u' Ac

4

Gegevens vastleggen

ht

Wanneer je doelgericht aan de ontwikkeling van kinderen werkt, wil je ook weten hoe het kind zich ontwikkelt. Dit doe je door het kind gericht te volgen. Regelmatig observeer je een kind, onderzoek je of doelen zijn gehaald. Daarnaast leg je gegevens over de ontwikkeling vast.

ig

Werkmodel SMART <

3

Ed

Opmerkingen:

2

tie

1 Beoordeling

fb .v

de doelen en de aanpak de planning van de activiteit op welke manier je ouders hebt geïnformeerd en geïnstrueerd het verloop van de uitvoering de evaluatie op product- en procesniveau. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

C

op

yr

In deze opdracht onderzoek je hoe dit in de instelling gebeurt. Je gaat eerst na hoe men gegevens in je instelling registreert. Daarna houd je voor twee kinderen de dossiers een afgesproken periode bij.

92

Voorbereiden • •

Onderzoek hoe bij de VVE-methodiek, die in je instelling gebruikt wordt, de ontwikkeling van een kind wordt vastgelegd en gevolgd. Overleg met je BPV-begeleider voor welke twee kinderen je de dossiers een periode bijhoudt, waarbij je de ontwikkeling nauwgezet noteert.


P2-K1-W7

Uitvoeren Houd het dossier van twee kinderen gedurende een periode bij. Let er hierbij op dat je: – gegevens nauwkeurig vastlegt – de voortgang van de ontwikkeling bewaakt – reële, haalbare tussendoelen stelt volgens het Werkmodel SMART – je bevindingen terugkoppelt aan betrokkenen. Maak steeds aantekeningen van je bevindingen. Vraag je BPV-begeleider om de dossiers te controleren. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

• • •

fb .v

.

Beoordelingscriteria

tie

Gegevens vastleggen

u' Ac

Je hebt: • gegevens van twee kinderen gedurende een afgesproken periode in dossiers vastgelegd, waarbij je:

◦ ◦

nauwkeurig hebt gewerkt gewerkt hebt volgens de protocollen en procedures en VVE-methode van je instelling • de voortgang in de ontwikkeling van het kind effectief gevolgd, waarbij je:

◦ ◦

Ed

haalbare en reële tussendoelen hebt gesteld je bevindingen effectief hebt teruggekoppeld naar betrokkenen • de twee dossiers laten controleren door je BPV-begeleider • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Oefening 4

Werkmodel Plan van Aanpak <

Beoordelaar:

Eindopdracht Specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten In je instelling bied je kinderen specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. Deze sluiten aan bij de situatie en ontwikkeling van het kind. Je gebruikt hiervoor een erkende VVE-methodiek.

Werkmodel STRAK-reflectie <

93


P2-K1-W7

.

In deze eindopdracht laat je zien dat je gerichte activiteiten kunt kiezen en uitvoeren. Hierbij werk je samen met collega's, ouders en deskundigen om het kind zo goed mogelijk te stimuleren bij de ontwikkeling. Eerst maak je een plan voor de uitvoering van de activiteiten. Daarna voer je dit plan uit. Hierbij bewaak je de voortgang van de ontwikkeling van de kinderen.

tie

• • •

Overleg met je BPV-begeleider met welke kinderen je deze opdracht uit gaat voeren. Doe hierbij zelf voorstellen. Het gaat om het aanbieden van specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten waarbij ouders, collega's en eventueel andere deskundigen betrokken zijn bij de uitvoering. Verdiep je in de achtergrond van de kinderen. Kies een VVE-activiteit die past bij de achtergrond van de kinderen. Maak een Plan van Aanpak voor deze opdracht. Gebruik hiervoor het Werkmodel Plan van Aanpak. Hierbij verwerk je deze aandachtspunten: – de achtergrond van het kind, doelen en aanpak – passende leer- en ontwikkelingsmaterialen – betrokkenen en taakverdeling – de aansturing van de betrokkenen – tijdsplanning. Bespreek je Plan van Aanpak met je BPV-begeleider.

Uitvoeren

ig

ht

Voer nu het Plan van Aanpak uit, met als aandachtspunten: – tijdig en volledig informeren en instrueren van alle betrokkenen – uitvoeren van de activiteiten – motiveren van het kind om de ontwikkeling te stimuleren – contact houden met alle betrokkenen – vastleggen van gegevens. Schrijf een reflectieverslag volgens het werkmodel STRAK-reflectie waarin je beschrijft: – de samenwerking met alle betrokkenen – de uitvoering van de activiteiten – omgaan met onvoorziene omstandigheden – behaalde resultaten. Bespreek het reflectieverslag met je BPV-begeleider.

Ed

u' Ac

fb .v

Voorbereiden

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Plan van Aanpak opstellen

94

Je hebt: • specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten voorbereid, met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

de achtergrond van de kinderen een passende VVE-methodiek passende leer- en ontwikkelingsmaterialen betrokkenen en taakverdeling (niveau 4 ook de aansturing van de betrokkenen) tijdsplanning. • het Plan van Aanpak besproken met je BPV-begeleider.


P2-K1-W7

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

u' Ac

Beoordelingscriteria Ontwikkelingsgerichte activiteiten

Je hebt: • het Plan van Aanpak uitgevoerd, met als aandachtspunten: tijdig en volledig informeren en instrueren van alle betrokkenen uitvoeren van de activiteiten motiveren van het kind om de ontwikkeling te stimuleren contact houden met alle betrokkenen vastleggen van gegevens.

Ed

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

95


P2-K1-W7

Beoordelingscriteria STRAK-reflectie

1

Beoordelaar:

Terugkijken

ht

Oefening 5

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

de samenwerking met alle betrokkenen de uitvoering van de activiteiten omgaan met onvoorziene omstandigheden behaalde resultaten. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

Reflectie op de lesstof

yr

ig

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

C

op

b. Wat wist je al?

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

96

fb .v

◦ ◦ ◦ ◦

.

Je hebt: • een reflectieverslag geschreven met als aandachtspunten:

3

4

5


P2-K1-W7

Kritisch en creatief denken

fb .v

.

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

Zelfregulatie en zelfsturing

u' Ac

tie

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Ed

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

yr

ig

i.

Samenwerken Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

j.

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

97


P2-K1-W7

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

fb .v

.

l.

Beoordelingscriteria

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

Oefening 6

4

5

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

Terugkijken

Beoordeling werkproces

ig

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Begeleiden • Motiveert de kinderen om hun best te doen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken • Past effectieve interventies toe gericht op de ontwikkeling van het kind • Stelt reële, haalbare (tussen)doelen.

1 Beoordeling

98

2

3

4

5


P2-K1-W7

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Plannen en organiseren

u' Ac

• Bewaakt de voortgang in de ontwikkeling van de kinderen zorgvuldig • Houdt effectief rekening met onvoorziene omstandigheden.

1

Beoordeling

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

ht

Beoordelaar:

ig

Beoordelingscriteria

yr

Vakdeskundigheid toepassen

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

• Past interactievaardigheden effectief toe: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering en begeleiden van interacties.

99


P2-K1-W7

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Analyseren

u' Ac

• Onderzoekt belemmeringen in de voortgang van de ontwikkeling van een kind • Legt accuraat relevante gegevens vast.

1

Beoordeling

3

4

5

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

ht

Beoordelaar:

ig

Beoordelingscriteria

yr

Materialen en middelen inzetten

C

op

• Kiest passende leer- en ontwikkelingsmaterialen.

100

Beoordeling

1

2


P2-K1-W7

fb .v

.

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Beoordelaar:

101


P2-K2-W1

P2-K2-W1

.

Inleiding

tie

fb .v

Johanna heeft een drukke dag voor de boeg. In haar werk op de brede school is geen dag hetzelfde. Dit betekent dat Johanna prioriteiten moet stellen. Zij coördineert het werk van de collega's in de school. Ook voert zij regelmatig gesprekken met medewerkers om hen te ondersteunen bij hun functioneren. Hierbij gebruikt zij haar eigen deskundigheid en ervaring. Soms schakelt Johanna expertise van externen in. Bij het werken met kinderen heeft Johanna veel te maken met andere organisaties. Sommige kinderen krijgen extra psycho-sociale ondersteuning door gespecialiseerde professionals. Een goede afstemming is daarbij van belang.

Werkproces Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K2-W1 Voert coördinerende taken uit.

Ed

Je kunt: • precies en integer omgaan met privacygegevens van het kind en zijn ouders/vervangende opvoeders • handelen vanuit de visie en uitgangspunten van de organisatie • tijdig en regelmatig medewerkers en andere deskundigen raadplegen • proactief je kennis en ervaringen delen met medewerkers en/of deskundigen • rekening houden met de beschikbare capaciteiten en middelen • heldere en relevante informatie/instructies geven • effectief de voortgang van de werkzaamheden bewaken.

Cursus Coördineren in de kinderopvang, ketenregie, sociale kaart en netwerken.

ig

ht

Bronnen

yr

Planning

op

Planningsformulier <

C

Oefening 1

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

Coördinatie en planning In je werk ondersteun je kinderen en ouders bij hun ontwikkeling. Daarnaast is een belangrijke taak de coördinatie van de ondersteuning en begeleiding, vooral als er meerdere organisaties en ouders betrokken zij bij de begeleiding van een kind. In deze opdracht voer je de coördinatie van de begeleiding uit, waarbij je (externe) deskundigen betrekt. Je verdiept je eerst in de achtergrond van het kind en wie er betrokken zijn bij de begeleiding. Je bedenkt hoe je de coördinatie aan wilt pakken en voert deze daarna uit.

102


P2-K2-W1

• •

• •

fb .v

Bespreek met je BPV-begeleider wat het betekent om de coördinerende taken uit te voeren op een groep kinderen. Wat zijn coördinerende taken? Bespreek met je BPV-begeleider voor welke groep kinderen je deze opdracht uit wilt voeren. Doe hierbij zelf voorstellen. Bepaal samen voor welke periode je de begeleiding van de kinderen coördineert. Verdiep je in de gegevens van de groep, waarbij je onderzoekt: – welke extra begeleiding kinderen uit de groep nu krijgen – wie er betrokken zijn bij de begeleiding – welke kennis en vaardigheden belangrijk zijn bij de begeleiding. Maak een plan waarin je opneemt hoe je de begeleiding in de komende maand wilt coördineren. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

tie

Uitvoeren

u' Ac

• •

Voer je plan uit om de begeleiding van een groep kinderen te coördineren. Hierbij besteed je aandacht aan: – secuur en integer omgaan met de privacygegevens van kinderen – hoe je handelt vanuit de uitgangspunten van de organisatie – tijdig en regelmatig overleg met (externe) collega's – feedback geven aan (externe) collega's. Maak dagelijks notities van je bevindingen. Schrijf een verslag, met deze aandachtspunten: – hoe je de begeleiding van de kinderen hebt gecoördineerd – secuur en integer omgaan met de privacy van de kinderen – tijdig en regelmatig overleg met (externe) collega's – minimaal twee situaties waarop je feedback hebt gegeven aan (externe) collega's. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Ed

.

Voorbereiden

ht

Beoordelingscriteria

ig

Voorbereiding

Je hebt: • je verdiept in de gegevens van de groep, waarbij je hebt onderzocht:

welke extra begeleiding kinderen uit de groep nu krijgen wie er betrokken zijn bij de begeleiding welke kennis en vaardigheden belangrijk zijn bij de begeleiding. • een plan gemaakt waarin je opneemt hoe je de begeleiding in de komende maand wilt coördineren • het plan besproken met je BPV-begeleider.

yr op

C

◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

103


P2-K2-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Planning coördinatie

u' Ac

Je hebt: • je plan uitgevoerd om de begeleiding van een groep kinderen te coördineren, met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦

secuur en integer omgaan met de privacygegevens van kinderen hoe je handelt vanuit de uitgangspunten van de organisatie tijdig en regelmatig overleg met (externe) collega's. • dagelijks notities gemaakt van je bevindingen • een verslag geschreven, met deze aandachtspunten:

◦ ◦ ◦

Ed

hoe je de begeleiding van de kinderen hebt gecoördineerd secuur en integer omgaan met de privacy van de kinderen tijdig en regelmatig overleg met (externe) collega's. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Oefening 2 Filmpje De vijf stappen van instructie geven <

104

Beoordelaar:

Instructies geven Regelmatig geef je instructies aan collega's, ouders of externen die betrokken zijn bij de begeleiding van een kind. In deze opdracht oefen je met het geven van informatie en instructies. Je verdiept je eerst in manieren van instructie geven. Daarna bereid je je voor op het geven van een instructie aan (externe) betrokkenen. Tot slot voer je de instructie uit.


P2-K2-W1

Voorbereiden

• •

.

fb .v

Bedenk in welke situaties je een (externe) collega of ouder instructie wilt geven over de begeleiding van een kind. Overleg met je BPV-begeleider in welke (minimaal twee) situaties je deze opdracht uitvoert. Bekijk het Filmpje De vijf stappen van instructie geven. Bedenk hoe je instructie gaat geven in minimaal twee verschillende situaties, met als aandachtspunten: – Welk doel heeft je instructie? – Hoe pak je dit aan, volgens welke methode ga je te werk? – Hoe weet je of de instructie is geslaagd? – De punten uit het filmpje. Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider en vraag je BPV-begeleider om je te observeren tijdens het geven van de instructie.

tie

u' Ac

Uitvoeren

Voer nu je instructie uit in minimaal twee verschillende situaties, waarbij je: – proactief je eigen ervaring en kennis deelt – heldere en relevante informatie en instructies geeft – checkt of de instructie goed is begrepen – vraagt om feedback Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

Ed

Beoordelingscriteria Voorbereiding instructie

ht

Je hebt: • bedacht hoe je instructie gaat geven in minimaal twee verschillende situaties, met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦

yr

ig

Welk doel heeft je instructie? Hoe pak je dit aan, volgens welke methode ga je te werk? Hoe weet je of de instructie is geslaagd? De punten uit het filmpje. • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

C

op

Beoordeling

105


P2-K2-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Instructie geven

Je hebt: • de instructie uitgevoerd in minimaal twee verschillende situaties, waarbij je:

◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

proactief je eigen ervaring en kennis hebt gedeeld heldere en relevante informatie en instructies hebt gegeven hebt gecheckt of de instructie goed is begrepen om feedback hebt gevraagd • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Oefening 3

Overdracht Om de begeleiding van een kind goed te kunnen coördineren en plannen draag je regelmatig over naar betrokken collega's, ouders en mogelijk het kind zelf. Je verzamelt informatie bij collega's over een ontwikkelingsvraag van een kind. Hierna maak je een instructie voor de begeleiding van een kind en bespreekt deze met de betrokkenen. In deze opdracht oefen je met het overdragen van informatie over de begeleiding. Je doet dit met zowel een schriftelijke als een mondelinge overdracht.

106


P2-K2-W1

Voorbereiden

.

Bedenk voor welk kind en welke ondersteuning je deze opdracht wilt doen. Overleg dit met je BPV-begeleider. Lees je in in het dossier van het kind. Onderzoek hierbij wie betrokken zijn bij de begeleiding van het kind. Maak een voorbereiding waarin je opneemt: – welke informatie je mondeling of schriftelijk overdraagt naar betrokkenen – in welke situatie je kiest voor mondelinge of schriftelijke overdracht – hoe je de mondelinge of schriftelijke overdracht aanpakt – wie er betrokken zijn bij de overdracht van informatie. Bespreek de voorbereiding met je BPV-begeleider.

fb .v

u' Ac

Voer een mondelinge en schriftelijke overdracht uit over de begeleiding van een kind naar (extern) betrokkenen, met als aandachtspunten: – de voortgang van de begeleiding – de manier waarop je (extern) betrokkenen betrekt – welke informatie je mondeling of schriftelijk deelt – hoe je checkt of de informatie goed is overgekomen. Schrijf een verslag over de mondelinge en schriftelijke overdracht, waarin je opneemt: – je aanpak – je bevindingen over mondeling en schriftelijk overdragen – hoe je hebt gecheckt of de informatie goed is overgekomen. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Ed

tie

Uitvoeren

Beoordelingscriteria

ht

Voorbereiden

Je hebt: • een voorbereiding gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

ig

welke informatie je mondeling of schriftelijk overdraagt naar betrokkenen in welke situatie je kiest voor mondelinge of schriftelijke overdracht hoe je de mondelinge of schriftelijke overdracht aanpakt voor een kind wie er betrokken zijn bij de overdracht van informatie. • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

107


P2-K2-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Overdracht

u' Ac

Je hebt: • een mondelinge en schriftelijke overdracht uitgevoerd over de begeleiding van een kind naar (extern) betrokkenen, met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦

de voortgang van de begeleiding de manier waarop je (extern) betrokkenen betrekt welke informatie je mondeling of schriftelijk deelt hoe je checkt of de informatie goed is overgekomen. • een verslag geschreven over de mondelinge en schriftelijke overdracht, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦

Ed

je aanpak je bevindingen over mondeling en schriftelijk overdragen hoe je hebt gecheckt of de informatie goed is overgekomen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

108

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


P2-K2-W1

Werkmodel STRAK-reflectie <

In je werk ondersteun je kinderen en ouders bij hun ontwikkeling. Daarnaast is een belangrijke taak de coördinatie van de ondersteuning en begeleiding, vooral als er meerdere organisaties en ouders betrokken zijn bij de begeleiding van een kind. In deze eindopdracht laat je zien dat je de coördinatie van de begeleiding van een kind uitvoert, waarbij je (externe) deskundigen betrekt. Je verdiept je in de achtergrond van het kind en bepaalt wie er betrokken worden bij de begeleiding. Je maakt een Plan van Aanpak. Dit voer je daarna uit. Tot slot schrijf je een verslag van je bevindingen.

.

Werkmodel Plan van Aanpak <

Eindopdracht Uitvoeren van coördinerende taken

fb .v

Oefening 4

Voorbereiden

• •

tie

u' Ac

• •

Bedenk voor welk groep kinderen je de begeleiding wilt coördineren voor deze opdracht. Bespreek dit met je BPV-begeleider. Bepaal samen voor welke periode je de begeleiding van de groep kinderen coördineert. Lees je in in de gegevens van de groep kinderen. – Zijn er kinderen met extra begeleiding? – Wie zijn er betrokken bij de begeleiding? – Welke kennis en vaardigheden zijn belangrijk bij de begeleiding? – Op welke manier wordt informatie en instructie overgedragen aan (extern) betrokkenen? Bedenk welke werkzaamheden er uitgevoerd moeten worden, welke prioriteiten er zijn binnen deze werkzaamheden en hoe je deze werkzaamheden het best kunt verdelen tussen de verschillende betrokkenen. Maak een Plan van Aanpak hoe je de begeleiding in de afgesproken periode wilt coördineren. Gebruik hierbij het Werkmodel Plan van Aanpak. Bespreek het Plan van Aanpak met je BPV-begeleider. Verwerk de feedback.

Ed

Uitvoeren

Voer je Plan van aanpak uit, waarbij je de begeleiding van een groep kinderen coördineert, met als aandachtspunten: – secuur en integer omgaan met de privacygegevens van het kind – handelen volgens de visie van de organisatie – tijdig en regelmatig overleg met (extern) betrokkenen – de continuïteit van de begeleiding – regelmatig feedback geven aan (extern) betrokkenen. Maak steeds notities over je aanpak. Schrijf een reflectieverslag volgens het werkmodel STRAK-reflectie waarin je opneemt: – op welke manier je de begeleiding hebt gecoördineerd – hoe je de voortgang van de begeleiding hebt bewaakt – het tijdig en regelmatig overleggen met betrokkenen – hoe je secuur en integer bent omgegaan met de privacygegevens van het kind – minimaal twee verschillende situaties waarin je feedback aan (extern) betrokkenen hebt gegeven. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

ig

ht

C

op

yr

• •

109


P2-K2-W1

Beoordelingscriteria Opstellen Plan van Aanpak

.

Je hebt: • je verdiept in de gegevens van het kind:

fb .v

◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

tie

Zijn er kinderen met extra begeleiding? Wie zijn er betrokken bij de begeleiding? Welke kennis en vaardigheden zijn belangrijk bij de begeleiding? Op welke manier wordt informatie en instructie overgedragen aan (extern) betrokkenen? • bedacht welke werkzaamheden er uitgevoerd moeten worden, welke prioriteiten er zijn binnen deze werkzaamheden en hoe je deze werkzaamheden het best kunt verdelen tussen de verschillende betrokkenen. • een Plan van Aanpak gemaakt hoe je de begeleiding in de afgesproken periode wilt coördineren. • het Plan van Aanpak besproken met je BPV-begeleider.

1

Beoordeling

3

4

ht

Ed

Opmerkingen:

2

Beoordelaar:

ig

Beoordelingscriteria

C

op

yr

Coördinatie in uitvoering

110

Je hebt: • je Plan van aanpak uitgevoerd, waarbij je de begeleiding van het kind hebt gecoördineerd, met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

secuur en integer omgaan met de privacygegevens van het kind handelen volgens de visie van de organisatie tijdig en regelmatig overleg met (extern) betrokkenen de continuïteit van de begeleiding regelmatig feedback geven aan (extern) betrokkenen. • dagelijks notities gemaakt van je aanpak.

5


P2-K2-W1

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

STRAK-reflectie

u' Ac

Beoordelingscriteria

Je hebt: • een reflectieverslag geschreven waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

ht

Ed

op welke manier je de begeleiding hebt gecoördineerd hoe je de voortgang van de begeleiding hebt bewaakt het tijdig en regelmatig overleggen met betrokkenen hoe je secuur en integer bent omgegaan met de privacygegevens van het kind minimaal twee verschillende situaties waarin je feedback aan (extern) betrokkenen hebt gegeven. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

111


P2-K2-W1

Oefening 5

Terugkijken Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Kritisch en creatief denken

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

yr

ig

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

C

op

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

112


P2-K2-W1

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

.

i.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

tie

j.

fb .v

Samenwerken

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

l.

u' Ac

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Beoordelingscriteria

ht

Terugkijken

ig

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

113


P2-K2-W1

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Aansturen

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• Spreekt medewerkers aan op functioneren en geeft feedback • Deelt proactief haar kennis en ervaringen met medewerkers en/of deskundigen.

1

2

3

4

5

4

5

tie

Beoordeling

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Samenwerken en overleggen

ht

• Raadpleegt tijdig medewerkers en andere deskundigen.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

114

Beoordelaar:

1

2

3


P2-K2-W1

Beoordelingscriteria Plannen en organiseren

2

3

4

5

4

5

Beoordelaar:

Begeleiden

Ed

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

• Bewaakt effectief de voortgang van de werkzaamheden • Houdt rekening met beschikbare capaciteit en middelen.

• Geeft heldere en relevante informatie/instructies • Handelt vanuit de visie en uitgangspunten van de organisatie.

1

2

3

ig

ht

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Ethisch en integer handelen • Gaat secuur en integer om met privacygegevens van het kind en zijn ouders/vervangende opvoeders.

115


P2-K2-W1

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Beoordelaar:

116


P2-K2-W2

P2-K2-W2

.

Inleiding

tie

fb .v

Meike gaat vandaag naar een conferentie over het pedagogisch werk van de toekomst. Ze is geïnteresseerd in de informatie die ze daar zal krijgen en in de workshops die ze kan volgen. Daarnaast gebruikt Meike de dag om contacten te leggen met collega's van andere instellingen. Ze heeft in de loop der jaren een flink netwerk opgebouwd. In de praktijk maakt ze hier regelmatig gebruik van. Bijvoorbeeld als ze een specialistische vraag heeft over de begeleiding van een kind. Of als ze eens mee wil kijken hoe een collega een taak binnen de eigen instelling heeft georganiseerd. Op deze manier kan Meike gemakkelijk de begeleiding van een kind overdragen aan een andere instelling of kan zij ouders doorverwijzen als dit nodig is.

u' Ac

Werkproces

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K2-W2 Bouwt en onderhoudt een netwerk.

Leerdoelen

Ed

Je kunt: • actief investeren in het opbouwen van een netwerk door het leggen van contacten met relevante personen • hoofdzaken van bijzaken onderscheiden en komt daardoor snel tot de kern • regelmatig en tijdig overleg houden met betrokkenen • een goede werkrelatie opbouwen met collega's en personen uit je netwerk.

ht

Bronnen

Cursus Coördineren in de kinderopvang, ketenregie, sociale kaart en netwerken.

ig

Planning

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

C

op

yr

Planningsformulier <

Oefening 1

LinkedIn-profiel

Artikel LinkedIn <

Misschien ben je er al mee bekend? LinkedIn, het professionele netwerk. Via LinkedIn kun je je zakelijke netwerk bijhouden. Eigenlijk is het je digitale cv. Je kunt het ook gebruiken om contacten in je netwerk te leggen en om vakinhoudelijke kennis en ervaring te delen.

Website LinkedIn <

In deze opdracht maak je een eigen LinkedIn-profiel aan. Je oriënteert je eerst op wat een LinkedIn-profiel is. Daarna maak je een profiel aan en nodig je netwerkcontacten uit.

117


P2-K2-W2

Voorbereiden

Uitvoeren

tie

• •

Maak je LinkedIn-profiel aan. Verwerk hierin: – je opleiding – je werkervaring – een goede samenvatting van wie je bent in de kop van het profiel – een goede zakelijke foto. Nodig minimaal tien netwerkcontacten uit. Bespreek je LinkedIn-profiel met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria LinkedIn-profiel

u' Ac

• •

.

Neem het artikel over LinkedIn door. Ga naar de site van LinkedIn, en neem het onderdeel ‘Aan de slag’ door. Vraag eventueel een collega of medestudent om hulp bij het inrichten van je LinkedIn-profiel.

fb .v

• • •

Je hebt: • een LinkedIn-profiel aangemaakt. Deze voldoet aan deze criteria:

◦ ◦ ◦

ht

Ed

Je opleiding en ervaring zijn volledig ingevuld. Je hebt een goede zakelijke foto toegevoegd. Het profiel bevat een passende zakelijke samenvatting van wie jij bent. • minimaal tien netwerkcontacten toegevoegd • je LinkedIn-profiel besproken met je BPV-begeleider.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

118

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


P2-K2-W2

Oefening 2

Een netwerk is belangrijk om je doelen te bereiken. Je zoekt bijvoorbeeld een deskundige om een kind nog beter te begeleiden. Of je wilt je team ontwikkelen met een gerichte cursus of training door een expert. Hiervoor kun je je netwerk gebruiken. In deze opdracht ga je actief je netwerk uitbreiden met enkele contacten. Je maakt eerst een overzicht van je netwerk. Je bedenkt hoe en op welke onderwerpen je netwerk uit wilt breiden. Vervolgens leg je drie nieuwe contacten.

.

Website LinkedIn <

fb .v

Website Carrièretijger <

Voorbereiden

• •

Lees op de Website Carrieretijger het artikel Netwerken. Breng je zakelijke netwerk in kaart. Maak hiervoor een tekening of een schema. Bedenk op welke onderwerpen je uitbreiding van je netwerk nodig hebt. Bedenk hoe je je netwerk uit kunt breiden. Gebruik bijvoorbeeld Website LinkedIn of netwerkcontacten van je BPV-begeleider of collega's. Maak een plan hoe je je contacten uit wilt breiden. Overleg je plan en je planning met je BPV-begeleider.

tie

• • • •

Uitvoeren

• •

Ed

Leg contact met ten minste drie nieuwe personen, die nuttig zijn voor je zakelijke netwerk. Gebruik hiervoor je LinkedIn-netwerk of vraag collega's of medestudenten om je aan iemand voor te stellen. Voer een gesprek met hen, waarbij je uitwisselt wat jullie voor elkaar kunnen betekenen. Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Informatief gesprek. Tijdens dit gesprek maak je snel duidelijk wat het doel van het gesprek is. Schrijf een verslag over het uitbreiden van je netwerk, met als aandachtspunten: – Met welke drie personen heb je contact gezocht? – Over welke onderwerpen hebben jullie gesproken? – Wat jij en het netwerkcontact voor elkaar kunnen betekenen? – Hoe ga je contact onderhouden in de toekomst? Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

ht

u' Ac

Werkmodel Informatief gesprek <

Netwerk uitbreiden

ig

Beoordelingscriteria

C

op

yr

Netwerk in beeld Je hebt: • je zakelijke netwerk in kaart gebracht met een tekening of een schema • bedacht voor welke onderwerpen je uitbreiding van je netwerk nodig hebt • een plan gemaakt, waarin je aangeeft hoe je je netwerk uit wilt breiden met minimaal drie personen • het plan besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

119


P2-K2-W2

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Netwerk uitgebreid

◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

Je hebt: • contact gelegd met ten minste drie nieuwe personen, die nuttig zijn voor je zakelijke netwerk • een gesprek gevoerd met drie nieuwe contacten waarbij je hebt uitgewisseld wat jullie voor elkaar kunnen betekenen • een verslag geschreven over het uitbreiden van je netwerk, met als aandachtspunten:

Ed

Met welke drie personen heb je contact gezocht? Over welke onderwerpen hebben jullie gesproken? Wat jij en het netwerkcontact voor elkaar kunnen betekenen? Hoe ga je contact onderhouden in de toekomst? • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Oefening 3

Artikel Netwerkgesprek voeren <

120

Beoordelaar:

Netwerk aan het werk Je netwerk gebruik je actief om kennis en ervaringen uit te wisselen. Ook kun je je netwerk inschakelen om ouders door te verwijzen.


P2-K2-W2

.

In deze opdracht voer je een netwerkgesprek met een voor jou (of voor je instelling) relevante persoon. Het gesprek gebruik je om organisatiedoelen, zoals de specifieke begeleiding van een kind of het verkrijgen van subsidiegelden, te bereiken. Je bedenkt eerst over welk onderwerp je met wie uit je netwerk een gesprek gaat voeren. Je bereidt het gesprek voor en voert dit vervolgens uit.

• •

tie

• • •

Overleg met je BPV-begeleider voor welk organisatiedoel je dit gesprek gaat voeren. Het kan gaan om de begeleiding van een kind, het kan ook gaan om meer organisatorische doelen. Doe hierbij zelf voorstellen. Verdiep je in het onderwerp waarvoor je een gesprek gaat voeren. Neem het Artikel Netwerkgesprek voeren door en noteer aandachtspunten. Zet je voorbereiding op een rijtje: – Over welk onderwerp ga je met een netwerkcontact spreken? – Wie uit je netwerk benader je? – Wat wil je bereiken tijdens het gesprek? – Wanneer en waar ga je het gesprek voeren? Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider. Nodig je netwerkcontact uit voor een gesprek.

Uitvoeren

ig

Ed

Voer het netwerkgesprek uit, waarin je: – hoofd- en bijzaken onderscheidt – je de doelen voor het gesprek nastreeft – het netwerkcontact vraagt wie je nog meer kunt benaderen over dit specifieke onderwerp of hoe jullie contact onderhouden over dit onderwerp. Maak een verslag over het netwerkgesprek, met als aandachtspunten: – Wat was je aanpak en de uitvoering ervan? – Heb je je doel bereikt? – Op welke manier heb je dit aangepakt? – Hoe blijf je contact onderhouden of hoe kun je nog andere netwerkcontacten benaderen over dit onderwerp? Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

ht

u' Ac

fb .v

Voorbereiden

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiding netwerkgesprek Je hebt: • een voorbereiding gemaakt voor het netwerkgesprek met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦

Over welk onderwerp ga je met een netwerkcontact spreken? Wie uit je netwerk benader je? Wat wil je bereiken tijdens het gesprek? Wanneer en waar ga je het gesprek voeren? • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

121


P2-K2-W2

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Netwerk aan het werk Je hebt: • het netwerkgesprek uitgevoerd, waarin je:

◦ ◦ ◦

tie

Beoordelingscriteria

◦ ◦ ◦

u' Ac

hoofd- en bijzaken onderscheidt de doelen voor het gesprek nastreeft het netwerkcontact vraagt wie je nog meer kunt benaderen over dit specifieke onderwerp of hoe jullie contact onderhouden over dit onderwerp. • een verslag geschreven over het netwerkgesprek, met als aandachtspunten:

Ed

Wat was je aanpak en de uitvoering ervan? Heb je je doel bereikt? Op welke manier heb je dit aangepakt? Hoe blijf je contact onderhouden of hoe kun je nog andere netwerkcontacten benaderen over dit onderwerp? • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Oefening 4 Werkmodel STRAK-reflectie <

122

Beoordelaar:

Eindopdracht Netwerk In je dagelijks werk als gespecialiseerd pedagogisch medewerker maak je regelmatig gebruik van je netwerk. Soms om (af te) kijken hoe een collega of een andere instelling een taak aanpakt. Soms om kennis en ervaring te delen. Je gebruikt je netwerk om deskundigen te benaderen. Dit doe je om de doelen van je eigen instelling te bereiken.


P2-K2-W2

In deze eindopdracht laat je zien dat je je netwerk doelbewust uitbreidt en inzet voor je instelling.

fb .v

Uitvoeren

ht

Voer je plan uit. Hierbij let je op deze aandachtspunten: – Je bent actief in het aangaan van nieuwe contacten. – Je voert een netwerkgesprek waarbij je snel tot de kern komt. – Je overlegt tijdig met de betrokkenen. Je bouwt een goede werkrelatie op met de netwerkcontacten. Schrijf een reflectieverslag op basis van het werkmodel STRAK-reflectie over de uitvoering van je plan, waarin je opneemt: – met welke twee contacten je het netwerk hebt uitgebreid – hoe je de gesprekken hebt gevoerd – wat de gesprekken hebben opgeleverd. Bespreek het reflectieverslag met je BPV-begeleider.

Ed

• •

tie

• • • •

Overleg met je BPV-begeleider voor welk organisatiedoel je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Breng het netwerk in kaart dat je instelling al heeft voor dit organisatiedoel. Bekijk welke relevante netwerkoverlegvormen er zijn. Bedenk op welke punten je het netwerk uit wilt breiden. Maak een plan, waarin je opneemt: – het bestaande netwerk van de instelling voor dit organisatiedoel – met wie je contact wilt leggen, minimaal twee personen – hoe je contacten gaat leggen – hoe je de netwerkgesprekken aan gaat pakken (maak waar mogelijk gebruik van een bestaand netwerkoverleg). Bespreek je plan met je BPV-begeleider.

u' Ac

.

Voorbereiden

ig

Beoordelingscriteria Voorbereiding netwerkgesprek

C

op

yr

Je hebt: • een plan gemaakt, waarin je opneemt:

◦ ◦ ◦ ◦

het bestaande netwerk van de instelling voor dit organisatiedoel met wie je contact wilt leggen hoe je contacten gaat leggen hoe je de netwerkgesprekken aan gaat pakken. • je plan besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

123


P2-K2-W2

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Netwerkgesprek

Je hebt: • het netwerk van de instelling uitgebreid, waarbij je aandacht hebt besteed aan: het actief aangaan van nieuwe contacten het voeren van een netwerkgesprek waarbij je snel tot de kern komt tijdig overleggen met de betrokkenen een goede werkrelatie opbouwen met de netwerkcontacten.

u' Ac

◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Beoordelingscriteria STRAK-reflectie Je hebt: • een reflectieverslag geschreven over de uitvoering van je plan, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦

met welke twee contacten je het netwerk hebt uitgebreid hoe je de gesprekken hebt gevoerd wat de gesprekken hebben opgeleverd. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

124


P2-K2-W2

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Terugkijken Reflectie op de lesstof

u' Ac

Oefening 5

tie

Beoordelaar:

Ed

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

ht

b. Wat wist je al?

yr

ig

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

C

op

Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

125


P2-K2-W2

.

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

fb .v

Zelfregulatie en zelfsturing

tie

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

j.

Ed

i.

u' Ac

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

yr

ig

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

126

l.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.


P2-K2-W2

Beoordelingscriteria Terugkijken

1

2

Beoordeling

Beoordeling werkproces

5

Ed

Oefening 6

4

u' Ac

Beoordelaar:

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Beoordelingscriteria

ht

Relaties bouwen en netwerken

yr

ig

• Investeert actief in het opbouwen van een netwerk door het leggen van contacten met relevante personen • Bouwt een goede werkrelatie op met collega's uit het netwerk.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

Beoordeling

Beoordelaar:

127


P2-K2-W2

Beoordelingscriteria Samenwerken en overleggen

2

3

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

C

op

yr

ig

ht

Ed

Beoordelaar:

128

.

• Onderscheidt hoofdzaken van bijzaken en komt daardoor snel tot de kern • Overlegt regelmatig en tijdig met betrokkenen.

4

5


P2-K2-W3

P2-K2-W3

.

Inleiding

tie

fb .v

Jelle voert vandaag een gesprek met de medewerkers van de instelling. In de afgelopen tijd hebben zij laten weten dat ouders steeds meer eisen stellen aan de extra activiteiten die de bso aanbiedt. Zelf zien de collega's ook kansen. Waarom kunnen we niet een Sport-bso beginnen? Is een vraag die vaker is gesteld. Jelle wil eerst precies weten welke signalen de collega's hebben gekregen en welke kansen zij zien. Daarna maakt Jelle een voorstel voor nieuwe activiteiten van de instelling. Over de nieuwe activiteiten die voortkomen uit zijn voorstel voert hij dan een gesprek met de medewerkers op de werkvloer. Ook presenteert Jelle zijn plannen aan ouders, sportverenigingen en de gemeente.

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K2-W3 Voert beleidsondersteunende taken uit.

ht

Ed

Je kunt: • (ervaren) knelpunten in de organisatie signaleren • een inschatting maken van de waarde van informatie voor (het beleid van) de organisatierelevante informatie beknopt samenvatten • je inzichten aan voorstellen voor beleid(swijziging) koppelen • passende en haalbare voorstellen formuleren voor verbetering/vernieuwing van het beleid • je voorstellen onderbouwen met steekhoudende argumenten • het beleid van de organisatie actief uitdragen • het beleid naar (extern) betrokkenen op overtuigende en professionele wijze presenteren.

ig

Bronnen

Cursus Organiseren, beleid en uitvoeren van beheerstaken.

yr

op

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

C

Planningsformulier <

129


P2-K2-W3

.

In deze opdracht bedenk je eerst met welke partijen je in gesprek wilt over knelpunten van de organisatie. Vervolgens voer je dit gesprek.

Voorbereiden •

Werkmodel Samenvatting schrijven <

fb .v

Artikel Actuele trends in het onderwijs <

Beleidswijzigingen beginnen vaak bij het signaleren van knelpunten. Het kan zijn dat collega's deze aangeven. Of er komt een vraag van ouders of van een instelling in de buurt.

• • • •

• •

Lees ter voorbereiding het Artikel Trends in de kinderopvang of het Artikel Actuele trends in het onderwijs. Zie je hierin aanknopingspunten voor je instelling? Bespreek met collega's welke knelpunten zij ervaren in hun werk en welke oplossingen zij zien voor deze knelpunten. Kies twee knelpunten uit die je met iemand anders in de organisatie wilt bespreken. Bedenk met wie je een gesprek wilt voeren over deze knelpunten. Overleg dit met je BPV-begeleider. Bereid het gesprek voor, waarbij je opneemt: – de knelpunten die je wilt bespreken – relevante informatie over de knelpunten – op welke manier je het gesprek wilt voeren Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider. Nodig betrokkenen uit voor het gesprek.

tie

Artikel Trends in de kinderopvang <

Knelpunten signaleren

Voer een gesprek met de betrokkenen om de knelpunten te bespreken. Maak naar aanleiding van het gesprek een overzicht van de knelpunten, waarbij je: – het gesprek samenvat Gebruik hierbij het Werkmodel Samenvatting schrijven. – relevante informatie over de knelpunten toevoegt – een inschatting maakt hoe de knelpunten zouden kunnen leiden tot nieuw beleid. Bespreek het overzicht met je BPV-begeleider.

ht

• •

Ed

Uitvoeren

u' Ac

Oefening 1

ig

Beoordelingscriteria Voorbereiden

C

op

yr

Je hebt: • een voorbereiding op het gesprek gemaakt, waarbij je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦

de knelpunten die je wilt bespreken relevantie informatie over de knelpunten op welke manier je het gesprek wilt voeren. • je voorbereiding met je BPV-begeleider • betrokkenen uitgenodigd voor het gesprek.

1 Beoordeling

130

2

3

4

5


P2-K2-W3

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Knelpunten signaleren

u' Ac

Je hebt: • een gesprek gevoerd met de betrokkenen waarbij je knelpunten hebt besproken. • naar aanleiding van het gesprek een overzicht gemaakt van de genoemde knelpunten, waarbij je:

◦ ◦ ◦

Ed

het gesprek hebt samengevat relevante informatie over knelpunten hebt toegevoegd een inschatting hebt gemaakt hoe de knelpunten zouden kunnen leiden tot nieuw beleid. • het overzicht besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

Oefening 2

Artikel Schrijftips voor het schrijven van beleid <

Beleidsvoorstel schrijven Je wilt knelpunten omzetten naar een beleidswijziging of naar voorstellen voor nieuwe activiteiten van de instelling. In deze opdracht schrijf je een beleidsvoorstel. Je gaat eerst na op welke manier dit binnen je instelling gebeurt. Je oriënteert je op het onderwerp voor het beleidsvoorstel. Tot slot omschrijf je de knelpunten en het beleidsvoorstel.

131


P2-K2-W3

Voorbereiden

.

fb .v

Lees ter inspiratie het Artikel Schrijftips voor het schrijven van beleid door en noteer belangrijke aandachtspunten. Overleg met je BPV-begeleider bij welke collega je vragen kunt stellen over het schrijven van beleidsvoorstellen. Onderzoek in de instelling hoe beleidsvoorstellen tot stand komen en met welke formats men werkt. Maak hiervan een overzicht, waarin je opneemt: – Welke gegevens staan er vermeld in een beleidsvoorstel? – Schrijf je een beleidsvoorstel volgens een vast format? – Wie beslist er over het beleidsvoorstel? Overleg met je BPV-begeleider voor welk knelpunt je zelf een beleidsvoorstel gaat schrijven. Doe hierbij zelf voorstellen.

tie

Uitvoeren

Schrijf een beleidsvoorstel dat aansluit bij het gesignaleerde knelpunt in de instelling. Hierbij besteed je aandacht aan: – wat het knelpunt is – achtergrondinformatie bij het knelpunt. – passende en haalbare voorstel(len) formuleren volgens het format van de instelling – onderbouwing het voorstel met steekhoudende argumenten. Bespreek je voorstel met je BPV-begeleider en - in overleg - met betrokkenen.

Ed

Beoordelingscriteria

u' Ac

Voorbereiding

ht

Je hebt: • onderzocht hoe in de instelling beleidsvoorstellen tot stand komen en met welke formats men werkt • een overzicht gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦

yr

ig

Welke gegevens er vermeld staan in een beleidsvoorstel? Werkt men werkt volgens een vast format? Wie beslist er over het beleidsvoorstel? • het overzicht besproken met je BPV-begeleider • besproken voor welk knelpunt je zelf een beleidsvoorstel gaat schrijven.

C

op

Beoordeling

132

1

2

3

4

5


P2-K2-W3

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Beleidsvoorstel

Je hebt: • een beleidsvoorstel geschreven met deze aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

Ed

u' Ac

wat het knelpunt is achtergrondinformatie bij het knelpunt formuleer passende en haalbare voorstellen formuleer passende en haalbare voorstel(len) volgens het format van de instelling onderbouwing van het voorstel met steekhoudende argumenten. • het beleidsvoorstel besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

Oefening 3

Werkmodel Presenteren <

Presenteren In je werk vertaal je regelmatig beleid naar betrokkenen. Je legt een nieuw protocol of een beleidswijziging uit aan medewerkers. Of je presenteert een plan voor een nieuw product aan externen. Of je draagt het beleid van je instelling uit naar een externe partij, zoals de gemeente. In deze opdracht oefen je met het presenteren van beleid. Je bereidt je eerst voor door te bepalen over welk onderwerp je een presentatie gaat geven voor welke doelgroep. Daarna voer je de presentatie uit.

133


P2-K2-W3

Voorbereiden

• • •

.

fb .v

• •

tie

Overleg met je BPV-begeleider voor welke groep je het beleid van de instelling presenteert. Doe hierbij zelf voorstellen. Bereid je inhoudelijk voor. Om welke informatie gaat het? Welke vragen of opmerkingen verwacht je van de toehoorders? Bereid je presentatie voor. Gebruik hierbij het Werkmodel Presenteren. Zet je voorbereiding op papier. Besteed hierbij aandacht aan: – het onderwerp van je presentatie – de doelen van je presentatie – de manier waarop je de informatie wilt presenteren, een werkvorm, een PowerPoint of op een andere manier – hoe je presentatie aansluit bij de communicatie van de doelgroep – een tijdsschema. Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider en vraag je BPV-begeleider om je te observeren tijdens de presentatie. Bereid de presentatie praktisch voor: bereid de werkvorm voor, de PowerPoint, verzamel benodigde materialen. Nodig de doelgroep tijdig uit.

Uitvoeren

Voer je presentatie uit. Hierbij let je op deze aandachtspunten: – Draag het beleid van de instelling actief uit. – Presenteert het beleid overtuigend en professioneel. – Vertaal het beleid naar hoe het toegepast wordt/kan worden op de werkvloer (welke gevolgen het nieuwe beleid heeft voor de wijze waarop gewerkt wordt). – Gebruik een passende werkvorm. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

Ed

u' Ac

ht

Beoordelingscriteria

Voorbereiding presentatie

C

op

yr

ig

Je hebt: • je voorbereiding voor een presentatie op papier gezet. Hierbij heb je aandacht besteed aan:

134

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

het onderwerp van je presentatie de doelen van je presentatie de manier waarop je de informatie wilt presenteren, een werkvorm, een PowerPoint of op een andere manier

hoe je presentatie aansluit bij de communicatie van de doelgroep een tijdsschema. • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider • de presentatie praktisch voorbereid: de werkvorm, de PowerPoint uitgewerkt, materialen verzameld • de doelgroep tijdig uitgenodigd.


P2-K2-W3

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

u' Ac

Beoordelingscriteria Presenteren

Je hebt: • je presentatie uitgevoerd, waarbij je aandacht hebt besteed aan: Draag het beleid van de instelling actief uit. Presenteer het beleid overtuigend en professioneel. Vertaal het beleid naar hoe het toegepast wordt/kan worden op de werkvloer (welke gevolgen het nieuwe beleid heeft voor de wijze waarop gewerkt wordt).

Ed

◦ ◦ ◦

◦ Gebruik een passende werkvorm. • een reflectiegesprek gevoerd over de presentatie met je BPV-begeleider. 1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

135


P2-K2-W3

Oefening 4

fb .v

Werkmodel Presenteren <

De wereld om je heen verandert steeds. Wil je als instelling up-to-date blijven dan verander je mee. Deze verandering kan in veel verschillende dingen zitten. Een wijziging in de wet maakt het financieel aantrekkelijker voor ouders om hun kind naar de kinderopvang te doen. Misschien krijgt jouw instelling te maken met een doelgroep, die onbekend is. Of de bso waar je werkt speelt in op een nieuwe trend om meer sportactiviteiten aan te bieden tijdens de opvanguren. Als professional doe je regelmatig voorstellen voor een aanpassing van het beleid. Aan de hand van knelpunten ontwikkel je nieuwe activiteiten of beleidswijzigingen. Je vertaalt nieuw beleid naar de werkvloer en je presenteert het naar externe betrokkenen, zoals vrijwilligers, samenwerkingspartners en beleidsmakers. Hierbij luister je goed naar bestaande knelpunten. In deze eindopdracht maak je een voorstel voor een beleidswijziging en je vertaalt deze naar de werkvloer en externen.

.

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Beleidsvoorstel

tie

In deze eindopdracht maak je een beleidsvoorstel voor je instelling. Je bereidt je eerst voor door te bepalen om welk onderwerp het gaat. Je oriënteert je op dit onderwerp. Vervolgens formuleer je een beleidsvoorstel. Tot slot presenteer je dit voorstel aan betrokkenen.

• •

Overleg met je BPV-begeleider over welk onderwerp je deze opdracht uitvoert. Hierbij doe je zelf voorstellen. Je brengt je eigen ervaring in en je luistert naar knelpunten die bij collega's leven. Verdiep je in het onderwerp, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met betrokkenen. Vorm jezelf een beeld van het onderwerp: – Waar gaat het precies om? – Zijn er knelpunten? Welke? – Voor wie speelt het? – Met welke beleidsregels heb je te maken? Maak een beknopte samenvatting van je bevindingen. Formuleer hierbij een eerste voorstel over een beleidswijziging. Bespreek de samenvatting met je BPV-begeleider.

Ed

u' Ac

Voorbereiden

Maak een voorstel voor een beleidswijziging of een nieuwe activiteit, met als aandachtspunten: – de achtergrond van de beleidswijziging – met welke beleidsregels de wijziging te maken heeft – de inzichten die je koppelt aan de beleidswijziging – toepassing van het format van de instelling voor het schrijven van een beleidswijziging Bespreek de beleidswijziging met je BPV-begeleider, management of bestuur van je instelling, hierbij besteed je aandacht aan: – het onderbouwen van het voorstel met steekhoudende argumenten – het formuleren van passende en haalbare voorstellen – op overtuigende en passende wijze aansluiten bij de doelgroep. Werk de beleidswijziging bij naar aanleiding van de feedback van de doelgroep. Bespreek de definitieve beleidswijziging en de bespreking met management of bestuur na met je BPV-begeleider. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van Werkmodel STRAK-reflectie.

yr

ig

ht

Uitvoeren

C

op

• • •

136


P2-K2-W3

Beoordelingscriteria Voorbereiding beleidsvoorstel

fb .v

.

Je hebt: • je verdiept in het onderwerp waarvoor je een beleidswijziging gaat schrijven door je een beeld te vormen:

◦ ◦ ◦ ◦

4

5

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

1 Beoordeling

tie

Waar gaat het precies om? Zijn er knelpunten? Welke? Voor wie speelt het? Met welke beleidsregels heb je te maken? • een beknopte samenvatting gemaakt van je bevindingen. Hierbij heb je een eerste voorstel over een beleidswijziging gemaakt. • Bespreek de samenvatting met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria

ig

Beleidsvoorstel presenteren

C

op

yr

Je hebt: • een voorstel voor een beleidswijziging of een nieuwe activiteit geformuleerd, met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦

de achtergrond van de beleidswijziging met welke beleidsregels de wijziging te maken heeft welke inzichten je hebt gekoppeld aan de beleidswijziging toepassing van het format van de instelling voor het schrijven van een beleidswijziging. • de beleidswijziging met je BPV-begeleider, management of bestuur van je instelling besproken, waarbij je aandacht besteed hebt aan:

◦ ◦ ◦

het onderbouwen van het voorstel met steekhoudende argumenten het formuleren van passende en haalbare voorstellen op overtuigende en passende wijze aansluiten bij de doelgroep.

137


P2-K2-W3

1

2

3

4

5

fb .v

Beoordeling

tie

Opmerkingen:

STRAK-reflectie

u' Ac

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Ed

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

138

Beoordelaar:

.

• de beleidswijziging bijgewerkt naar aanleiding van de feedback van de doelgroep • de definitieve beleidswijziging en de bespreking met management of bestuur nabesproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5


P2-K2-W3

Oefening 5

Terugkijken Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Kritisch en creatief denken

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

yr

ig

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

C

op

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

139


P2-K2-W3

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

.

i.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

tie

j.

fb .v

Samenwerken

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

l.

u' Ac

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Beoordelingscriteria

ht

Terugkijken

ig

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

140

1

2

3

4

5


P2-K2-W3

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Overtuigen en beïnvloeden

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• Onderbouwt voorstellen met steekhoudende argumenten.

1

2

Analyseren

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

tie

Beoordeling

ig

ht

• Signaleert (ervaren) knelpunten in de organisatie • Kan een inschatting maken van de waarde van informatie voor het beleid van de organisatie • Kan relevante informatie beknopt samenvatten.

1

2

3

4

5

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

141


P2-K2-W3

Beoordelingscriteria Presenteren

1

2

Beoordeling

5

4

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Beoordelaar:

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

• Draagt het beleid van de organisatie actief uit • Presenteert het beleid aan externe betrokkenen op overtuigende en professionele wijze.

Plannen en organiseren

• Koppelt haar inzichten aan voorstellen voor beleid(swijziging).

1

2

3

ig

ht

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Ondernemend en commercieel handelen • Formuleert passende en haalbare voorstellen voor wijziging van het beleid.

142


P2-K2-W3

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Beoordelaar:

143


P2-K2-W4

P2-K2-W4

.

Inleiding

tie

fb .v

Mariella besteedt vandaag een deel van haar tijd aan de beheertaken van de instelling. Iedere vrijdagmiddag gaat zij ervoor zitten. Ze werkt de financiële gegevens bij. Daarnaast kijkt ze welke bestellingen er gedaan moeten worden. De collega's hebben in de afgelopen dagen aangegeven dat materialen op zijn, of dat er storingen zijn. Op vrijdag verzamelt Mariella al deze gegevens en plaatst zij bestellingen. Indien nodig belt zij met bedrijven om reparaties uit te komen voeren. Is er spoed bij, dan laat zij het niet wachten tot de vrijdag, maar doet zij het direct. Bij de keuze van materialen houdt Mariella rekening met het doel waarvoor zij gebruikt worden. Daarnaast kijkt zij goed naar de verhouding van prijs en kwaliteit. Hierbij onderhoudt zij contact met leveranciers en legt zij contacten met nieuwe dienstverleners.

u' Ac

Werkproces

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P2-K2-W4 Voert beheertaken uit.

Leerdoelen

ht

Ed

Je kunt: • (financiële) gegevens zorgvuldig registreren • bij de keuze van materialen en middelen rekening houden met mogelijkheden, beperkingen, beschikbaarheid en kosten • kostenbewust handelen • bestellingen tijdig en nauwkeurig plaatsen • investeren in het leggen en onderhouden van contacten met leveranciers en dienstverleners.

ig

Bronnen •

Cursus Organiseren, beleid en uitvoeren van beheerstaken.

yr

Planning

C

op

Planningsformulier <

Oefening 1

Werkmodel Begroting buurthuis < Werkmodel Begroting <

144

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

Financiële gegevens Een van de beheertaken is het bijhouden van financiële gegevens. In deze opdracht onderzoek je eerst welke systemen je instelling hiervoor gebruikt. Vervolgens houd je gedurende een week de financiële gegevens van de organisatie bij.


P2-K2-W4

Voorbereiden

.

fb .v

Uitvoeren

• •

Registreer gedurende een week financiële gegevens van de instelling, met deze aandachtspunten: – Werk zorgvuldig. – Werk volgens de werkwijze van de instelling. – Laat je werk dagelijks controleren, waarbij je feedback vraagt aan een collega. Maak dagelijks notities. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider, waarin je bespreekt: – hoe je dagelijks gegevens hebt geregistreerd – welke feedback je hebt gekregen en wat je met de feedback hebt gedaan.

Ed

tie

• •

Ga na welke protocollen en procedures er zijn voor het bijhouden van de financiële gegevens in je instelling. Neem deze door. Neem de Werkmodellen over Begroten door en noteer aandachtspunten. Maak met je BPV-begeleider afspraken over hoe en wanneer je meekijkt met het bijhouden van de financiële gegevens. Onderzoek nu hoe de financiële gegevens bijgehouden worden, door mee te kijken met een collega. Maak hierbij aantekeningen en stel vragen, zodat je straks genoeg informatie hebt om dit zelf te kunnen doen. Maak een overzicht van de manier waarop financiële gegevens bijgehouden worden, waarin je opneemt: – welke gegevens bijgehouden worden – op welke manier dit gebeurt, wie doet wat en wanneer – met welk systeem er gewerkt wordt – een planning van hoe je zelf een week lang de financiële gegevens bij gaat houden. Bespreek het overzicht met je BPV-begeleider.

u' Ac

ht

Beoordelingscriteria Voorbereiding

C

op

yr

ig

Je hebt: • onderzocht hoe de financiële gegevens bijgehouden worden, door protocollen en procedures na te gaan en door mee te kijken met een collega • een overzicht gemaakt van de manier waarop financiële gegevens bijgehouden worden, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

welke gegevens bijgehouden worden op welke manier dit gebeurt, wie doet wat en wanneer met welk systeem er gewerkt wordt een planning van hoe je zelf een week lang de financiële gegevens bij gaat houden. • het overzicht besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

145


P2-K2-W4

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Financiële gegevens

u' Ac

Je hebt: • gedurende een week financiële gegevens van de instelling geregistreerd, met deze aandachtspunten:

◦ ◦ ◦

zorgvuldig werken werken volgens de werkwijze van de instelling dagelijkse controle van je werk, waarbij je feedback hebt gevraagd aan een collega. • dagelijks notities gemaakt • een reflectieverslag gevoerd met je BPV-begeleider, waarin is besproken: hoe je dagelijks gegevens hebt geregistreerd welke feedback je hebt gekregen en wat je met de feedback hebt gedaan.

Ed

◦ ◦

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

op

yr

ig

Opmerkingen:

C

Oefening 2

Beoordelaar:

Voorraadbeheer Op de werkvloer gebruiken jij en je collega's allerlei materialen en middelen. Denk maar eens aan voeding, luiers, knutselmateriaal en schoonmaakmaterialen. Daarnaast moet apparatuur onderhouden worden en reparaties gemeld. Bijvoorbeeld als een apparaat niet meer veilig is.

146


P2-K2-W4

In deze opdracht doe je bestellingen voor materialen en middelen. Hierbij werk je volgens de procedures van de instelling en houd je rekening met de kosten en de veiligheid. Je gaat eerst na met welke procedures en regels je te maken hebt. Vervolgens voer je bestellingen gedurende een week uit.

• •

fb .v

tie

• •

Ga na welke protocollen en procedures er zijn voor het voorraadbeheer en het onderhouden van apparatuur in de instelling. Neem deze door. Stel vragen bij onduidelijkheden. Onderzoek welke budgetposten er zijn en welke materialen onder die budgetpost vallen. Maak een overzicht van de protocollen en procedures voor: – het bestellen van materialen – het in ontvangst nemen van bestellingen – het correct opruimen van ontvangen bestellingen. Maak een planning hoe je zelf gedurende een week materialen gaat bestellen, in ontvangst gaat nemen en deze correct gaat opruimen. Bespreek het overzicht en de planning met je BPV-begeleider.

Uitvoeren

yr

ig

• •

Ed

• •

Voer voorraadbeheer gedurende een week uit. Hierbij besteed je aandacht aan deze punten: – werken volgens de protocollen en procedures van de instelling – zorgvuldige keuze van materialen en middelen – kostenbewust handelen – tijdig en nauwkeurig plaatsen van bestellingen – in ontvangst nemen van bestellingen – correct opruimen van bestellingen – correct afhandelen van de administratie. Maak dagelijks notities van de uitvoering. Laat wanneer je bestellingen doet je werk controleren door de collega die hiervoor verantwoordelijk is. Vraag om feedback over je werkwijze en pas je werkwijze hierop aan. Schrijf een verslag over hoe je het voorraadbeheer hebt uitgevoerd, met als aandachtspunten: – toepassing van protocollen en procedures – hoe de uitvoering van het bestellen, het in ontvangst nemen van bestellingen en het correct opruimen is verlopen – welke feedback je hebt gekregen en hoe je hieraan je werkwijze hebt aangepast. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

ht

u' Ac

.

Voorbereiden

C

op

Beoordelingscriteria Voorbereiding Je hebt: • een overzicht gemaakt van de protocollen en procedures van de instelling voor:

◦ ◦ ◦

het bestellen van materialen het in ontvangst nemen van bestellingen het correct opruimen van ontvangen bestellingen.

147


P2-K2-W4

1

2

Beoordeling

3

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Ed

Voorraadbeheer

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

• onderzocht welke budgetposten er zijn en welke materialen onder die budgetpost vallen. • een planning gemaakt hoe je zelf gedurende een week materialen gaat bestellen, in ontvangst gaat nemen en deze correct gaat opruimen • het overzicht en de planning besproken met je BPV-begeleider.

Je hebt: • gedurende een week het voorraadbeheer uitgevoerd. Hierbij heb je aandacht besteed aan deze punten:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

ig

ht

werken volgens de protocollen en procedures van de instelling, zorgvuldige keuze van materialen en middelen kostenbewust handelen tijdig en nauwkeurig plaatsen van bestellingen in ontvangst nemen van bestellingen correct opruimen van bestellingen correct afhandelen van de administratie. dagelijks notities gemaakt van de uitvoering bestellingen laten controleren door de collega die hiervoor verantwoordelijk is. feedback gevraagd over je werkwijze en je werkwijze hierop aangepast een verslag geschreven over hoe je het voorraadbeheer hebt uitgevoerd, met als aandachtspunten:

C

op

yr

• • • •

◦ ◦

toepassing van protocollen en procedures hoe de uitvoering van het bestellen, het in ontvangst nemen van bestellingen en het correct opruimen is verlopen

◦ welke feedback je hebt gekregen en hoe je hieraan je werkwijze hebt aangepast. • het verslag besproken met je BPV-begeleider. 1 Beoordeling

148

2

3

4

5


P2-K2-W4

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Oefening 3

Leveranciers

tie

Bij de uitvoering van beheerstaken heb je regelmatig contact met leveranciers. Om dit goed te laten verlopen onderhoud je actief contact en/of leg je nieuwe contacten met leveranciers.

Voorbereiden

Ed

Ga in je instelling na met welke leveranciers je instelling te maken heeft. Onderzoek op welke manier contactgegevens vast zijn gelegd. Noteer je bevindingen en verbeterpunten. Overleg met je BPV-begeleider met welke twee leveranciers je contact legt in verband met deze opdracht. Maak een overzicht over de contacten met leveranciers, waarin je opneemt: – de manier waarop gegevens van leveranciers bijgehouden worden – de producten of diensten zij leveren – de reden waarom/onderwerp waarover je contact met hen legt – kosten- en/of milieubewuste alternatieven voor de producten die de leverancier levert. Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider.

ht

u' Ac

In deze opdracht oefen je hiermee. Je gaat eerst na met welke leveranciers je in de instelling te maken hebt. Daarna heb je zelf actief contact met twee leveranciers. Je voert gesprekken met hen over de producten en diensten die zij leveren.

ig

Uitvoeren

Voer met twee verschillende leveranciers een gesprek. Dit kan een telefoongesprek zijn of een voortgangsgesprek in de instelling. Je BPV-begeleider is hierbij aanwezig en observeert je. Tijdens het gesprek bespreek je: – concrete bestellingen – mogelijke kosten- en/of milieubewuste alternatieven voor bestellingen – overige punten in de samenwerking Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

yr

C

op

149


P2-K2-W4

Beoordelingscriteria Voorbereiding

fb .v

◦ ◦ ◦ ◦

.

Je hebt: • een overzicht gemaakt over de contacten met leveranciers, waarin je hebt opgenomen:

de manier waarop gegevens van leveranciers bijgehouden worden de producten of diensten zij leveren de reden waarom/onderwerp waarover je contact met hen legt kosten- en/of milieubewuste alternatieven voor de producten die de leverancier levert

4

5

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

1 Beoordeling

tie

◦ met welke twee leveranciers je een gesprek gaat voeren. • het overzicht besproken met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria

ig

Leveranciers

C

op

yr

Je hebt: • met twee verschillende leveranciers een gesprek gevoerd. • tijdens het gesprek deze punten besproken:

150

◦ ◦ ◦

concrete bestellingen mogelijk kosten- en/of milieubewuste alternatieven voor bestellingen overige punten in de samenwerking • een reflectiegesprek met je BPV-begeleider gevoerd.

1 Beoordeling

2

3

4

5


P2-K2-W4

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Als professional voer je allerlei pedagogische taken uit en onderhoud je contacten met ouders, collega's en externe partijen. Om dit werk goed te kunnen doen, is het noodzakelijk dat het beheer van de instelling goed geregeld is. De financiën zijn op orde, materialen aanwezig en de apparatuur in goede staat. Er is een goed contact met leveranciers.

tie

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Beheertaken

u' Ac

Oefening 4

In deze eindopdracht voer je beheertaken uit. Je bereidt je eerst voor op de uitvoering van beheertaken gedurende een week. Vervolgens voer je deze uit.

Voorbereiden

ig

Ed

Overleg met je BPV-begeleider welke drie beheertaken je gedurende een week uit gaat voeren. Neem de protocollen door die te maken hebben met deze beheertaken. Stel vragen bij onduidelijkheden. Bedenk hoe en wanneer je de beheertaken uit gaat voeren. Maak een planning, waarin je opneemt: – welke drie taken je uit gaat voeren – welke protocollen en procedures van toepassing zijn bij de uitvoering van deze beheerstaken – wanneer je deze taken uit gaat voeren. Bespreek je planning met je BPV-begeleider.

ht

Uitvoeren Gedurende een week voer je drie beheertaken van de instelling uit. Besteed hierbij aandacht aan deze punten: – zorgvuldige registratie van gegevens – zorgvuldige keuze van materialen en middelen – kostenbewust handelen – tijdig en nauwkeurig bestellen – investering in de contacten met leveranciers en dienstverleners. Maak dagelijks notities over je aanpak en je bevindingen.

C

op

yr

• •

151


P2-K2-W4

Schrijf na afloop een reflectieverslag op basis van Werkmodel STRAK-reflectie over de uitvoering, met als aandachtspunten: – uitvoering van de protocollen en procedures – nauwkeurig registreren van gegevens – zorgvuldig kiezen van materialen – kostenbewust handelen – tijdig en nauwkeurig plaatsen van bestellingen – investeren in contacten met leveranciers en dienstverleners. Bespreek het reflectieverslag met je BPV-begeleider.

fb .v

.

Beoordelingscriteria

tie

Voorbereiding beheertaken Je hebt: • een planning gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

welke drie verschillende taken je uit gaat voeren welke protocollen en procedures van toepassing zijn bij de uitvoering van deze beheerstaken

u' Ac

◦ ◦

wanneer je deze taken uit gaat voeren. • je planning besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

Beoordelaar:

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Beheertaken uitvoeren

152

Je hebt: • gedurende een week drie beheertaken van de instelling uitgevoerd, waarbij je aandacht hebt besteed aan deze punten:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

zorgvuldige registratie van gegevens zorgvuldige keuze van materialen en middelen kostenbewust handelen tijdig en nauwkeurig bestellen investering in de contacten met leveranciers en dienstverleners. • dagelijks notities gemaakt over je aanpak en je bevindingen.


P2-K2-W4

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

STRAK-reflectie

u' Ac

Beoordelingscriteria

Je hebt: • een reflectieverslag geschreven met deze aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

ht

Ed

uitvoering van de protocollen en procedures nauwkeurig registreren van gegevens zorgvuldig kiezen van materialen kostenbewust handelen tijdig en nauwkeurig plaatsen van bestellingen investeren in contacten met leveranciers en dienstverleners. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

153


P2-K2-W4

Oefening 5

Terugkijken Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Kritisch en creatief denken

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

yr

ig

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

C

op

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

154


P2-K2-W4

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

.

i.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

tie

j.

fb .v

Samenwerken

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

l.

u' Ac

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Beoordelingscriteria

ht

Terugkijken

ig

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

155


P2-K2-W4

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Materialen en middelen inzetten

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• Houd bij de keuze van materialen en middelen rekening met mogelijkheden, beperkingen, beschikbaarheid en kosten.

1

2

3

4

5

4

5

tie

Beoordeling

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Bedrijfsmatig handelen

ig

ht

• Registreert financiële gegevens zorgvuldig • Plaatst bestellingen tijdig en nauwkeurig • Handelt kostenbewust.

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

156

1

2

3


P2-K2-W4

Beoordelingscriteria Relaties bouwen en netwerken

2

3

4

5

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

• Investeert in contacten met leveranciers en dienstverleners.

Ed

Instructies en procedures opvolgen

• Plaatst bestellingen tijdig en nauwkeurig.

1

2

3

ht

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

157


ht

ig

yr

op

C

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed


ht

ig

yr

op

C

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed


ht

ig

yr

op

C

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.