41518 bpv pmko

Page 1

ht

ig

yr

op

C BPV PMKO

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed

BPV


Colofon Auteur(s): Lily Benjamin - Merens Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf en Floortje Vissers Titel: BPV PMKO

©

tie

ISBN: 9789037241518

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

Edu’Actief b.v. 2017

u' Ac

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ht

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave 16

fb .v

Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

.

Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind 4

Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

55

29

41

69

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

3


fb .v

Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

.

Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

tie

Inleiding

u' Ac

Janneke voert vandaag een kennismakingsgesprek met ouders. Binnenkort zal hun dochter het kinderdagverblijf bezoeken. Janneke vindt het belangrijk om tijdens zo'n gesprek duidelijk te zijn over de wensen en verwachtingen van beide kanten. Wanneer de dochter later het kinderdagverblijf bezoekt zijn er andere momenten waarop er contact is met de ouders. Dagelijks bij het halen en brengen. Daarnaast zijn er regelmatig gesprekken waarbij de ontwikkeling van het kind besproken wordt. Janneke geeft tijdens deze gesprekken ook advies over zaken die de opvoeding aangaan.

Ed

Werkproces Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind.

Leerdoelen

ig

ht

Je kunt: • doelgericht de wensen en verwachtingen van de ouders inventariseren • moeilijke en vertrouwelijke zaken tactvol aansnijden • interactievaardigheden op effectieve wijze toepassen • in (advies)gesprekken over ontwikkelingsbevordering en over specifieke problematiek m.b.t. het kind zorgen voor een passende informatieoverdracht.

Bronnen • Training Gesprekken voeren 2.

yr

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

C

op

Planningsformulier <

4


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

Artikel Communicatie met mensen met een taalbarrière <

In deze opdracht oefen je met het voeren van gesprekken met ouders. Dit mogen gesprekken zijn op de haal- en brengmomenten van de kinderen. Je bereidt de gesprekken voor en verdiept je in de achtergrond van het kind. Tijdens de gesprekken besteed je vooral aandacht aan je manier van communiceren.

tie

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider met welke ouders je deze opdracht uit kunt voeren. Doe hierbij zelf voorstellen. Bij voorkeur voer je drie verschillende gesprekken, met drie verschillende ouders, bijvoorbeeld met ouders die het Nederlands niet zo goed beheersen of ouders met een bepaalde stoornis of beperking. • Neem het artikel over communicatie met laaggeletterden door en noteer aandachtspunten. • Neem het artikel over communicatie met mensen met een taalbarrière door en noteer aandachtspunten. • Verdiep je in de gegevens van het kind. • Bereid de gesprekken voor. Bedenk hierbij welke informatie je over wilt brengen en op welke manier je je communicatie aanpast aan de gesprekspartner. Gebruik hierbij de informatie uit de artikelen. • Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider. • Vraag je BPV-begeleider of een collega om je te observeren bij de gesprekken. Maak hierover duidelijke afspraken.

Ed

u' Ac

Werkmodel Informatief gesprek <

Wanneer je gesprekken voert met ouders en kinderen houd je rekening met het niveau en de manier van communiceren van de ander. Regelmatig moet je hierbij je communicatie aanpassen. Soms omdat de ouders onvoldoende Nederlands spreken. Soms omdat zij laaggeletterd zijn of omdat zij een beperking hebben. Je moet je communicatie dan aanpassen. Je gebruikt non-verbale communicatie of beelden om je boodschap duidelijk te maken.

.

Artikel Communicatie met laaggeletterden <

Communicatie aanpassen

fb .v

Oefening 1

ig

ht

Uitvoeren • Voer de drie gesprekken. • Besteed hierbij aandacht aan: – je non-verbale en visuele communicatie – het stellen van open en reflecterende vragen – het gebruik van ezelsbruggetjes ANNA, OMA, LSD, NIVEA, OEN en DIK. • Vraag na ieder gesprek om feedback en pas deze feedback toe bij een volgend gesprek. • Voer een afrondend reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiding

Je hebt: • drie gesprekken met verschillende ouders voorbereid, waarbij je: ◦ je hebt verdiept in de achtergronden van de kinderen ◦ nagedacht hebt over de inhoud van de gesprekken ◦ hebt bedacht op welke manier je aansluit bij de communicatie van de ouders. • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider • afspraken gemaakt over wie je observeert bij het uitvoeren van de gesprekken.

1

2

3

4

5

Beoordeling

5


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Communicatie aanpassen

u' Ac

Je hebt: • volgens je voorbereiding drie gesprekken gevoerd met ouders. Hierbij heb je aandacht besteed aan:

◦ ◦ ◦

Ed

je non-verbale en visuele communicatie het stellen van open en reflecterende vragen het gebruik van ezelsbruggetjes ANNA, OMA, LSD, NIVEA, OEN en DIK. • na ieder gesprek feedback gevraagd aan je BPV-begeleider en deze feedback toegepast in een volgend gesprek • een afrondend reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

op

Beoordelaar:

C

Oefening 2

Periodiek oudergesprek In je werk voer je periodiek gesprekken met ouders. Hierin bespreek je hoe de ontwikkeling van het kind verloopt. In deze opdracht oefen je met het voeren van gesprekken met ouders. Je bereidt je voor door je te verdiepen in de gegevens van het kind en de manier waarop je een gesprek wilt voeren. Daarna voer je het gesprek met de ouders.

6


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

fb .v

.

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider met welke ouders je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen voor twee verschillende gesprekken. • Verdiep je in de gegevens van de kinderen. • Bedenk welk aspect van de ontwikkeling van het kind je met de ouders wilt bespreken. Welke kennis en ervaring wil je delen met de ouders? • Verdiep je verder in dit onderwerp, indien noodzakelijk. • Zet je aanpak op papier. • Overleg je aanpak met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Uitvoeren • Voer je aanpak uit, voer twee gesprekken met ouders over de ontwikkeling van hun kind. • Besteed bij de gesprekken aandacht aan: – het naar voren brengen van moeilijke en vertrouwelijke informatie – het bespreken van de ontwikkeling van het kind, waarbij je met de ouders na bent gegaan wat mogelijke oorzaken zijn voor afwijkingen in de ontwikkeling of het gedrag – hoe je hebt gecheckt of de communicatie is ontvangen. • Schrijf een reflectieverslag over de uitvoering van de twee gesprekken. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Voorbereiding van periodiek oudergesprek

◦ ◦ ◦

Ed

Je hebt: • je voorbereid op een gesprek met twee verschillende ouders, waarbij je: je hebt verdiept in de achtergrond van de kinderen hebt bedacht over welk aspect van de ontwikkeling van het kind je de ouders wilt spreken

ht

hebt bedacht welke kennis en ervaring je wilt delen met de ouders. • je aanpak op papier gezet • je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

yr

ig

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

7


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

Beoordelingscriteria Periodiek oudergesprek

◦ ◦

fb .v

.

Je hebt: • je aanpak uitgevoerd, waarbij je twee gesprekken hebt gevoerd met ouders over de ontwikkeling van hun kind • bij de gesprekken aandacht besteed aan: het naar voren brengen van moeilijke en vertrouwelijke informatie het bespreken van de ontwikkeling van het kind, waarbij je met de ouders na bent gegaan wat mogelijke oorzaken zijn voor afwijkingen in de ontwikkeling of het gedrag

5

Kennismakingsgesprek

ig

Oefening 3

4

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

1

Beoordeling

tie

◦ hoe je hebt gecheckt of de communicatie is ontvangen. • een reflectieverslag geschreven over de uitvoering van de twee gesprekken • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

In gesprekken met ouders achterhaal je informatie over het kind, zoals tijdens het kennismakingsgesprek. In deze opdracht oefen je met het achterhalen van informatie bij ouders. Je verdiept je eerst in de achtergrond van het kind en de ouders. Je bereidt het gesprek voor, waarbij je ook aandacht besteed aan de gespreksvaardigheden. Je voert het gesprek met de ouders, waarbij je je gespreksvaardigheden laat zien.

C

op

yr

Artikel Parafraseren en reflecteren <

8

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider met welke ouders je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. • Verdiep je in de gegevens van het kind, voor zover bekend. • Neem op de Website Mens en samenleving het artikel over parafraseren en reflecteren door. Noteer aandachtspunten voor het gesprek dat je met ouders gaat voeren. • Bereid het gesprek voor, waarbij je noteert welke vragen je wilt stellen aan de ouders en welke informatie je aan de ouders gaat geven. • Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider. • Vraag een collega om opnamen te maken tijdens de gesprekken. Als alternatief kan een collega je observeren.


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

fb .v

.

Uitvoeren • Voer de gesprekken met ouders volgens je aanpak. • Let hierbij op deze aandachtspunten: – Snijd moeilijke en vertrouwelijke zaken tactvol aan. – Geef heldere en relevante informatie. – Verzamel antwoord op je vragen, stel hierbij open en reflecterende vragen. • Bekijk na afloop de opname of vraag de collega om feedback. • Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria Voorbereiden gesprek

tie

Je hebt: • een kennismakingsgesprek met ouders voorbereid, waarbij je:

◦ ◦ ◦

u' Ac

je hebt verdiept in de achtergrond van het kind en de ouders (voor zover bekend) vragen hebt genoteerd die je aan de ouders wilt stellen hebt bedacht welke informatie je aan de ouders wilt geven. • je voorbereiding besproken met je BPV-begeleider • afgesproken of een collega opnames maakt of dat een collega je observeert bij het gesprek.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

C

op

Kennismakingsgesprek Je hebt: • een kennismakingsgesprek met ouders gevoerd volgens je voorbereiding, waarbij je:

◦ ◦ ◦

moeilijke en vertrouwelijke zaken tactvol naar voren hebt gebracht heldere en relevante informatie hebt gegeven antwoord hebt gekregen op de vragen uit je voorbereiding. • gereflecteerd aan de hand van filmopnamen of aan de hand van feedback van een collega • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider.

9


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Gesprek met ouders en kind

u' Ac

Oefening 4

tie

Beoordelaar:

Bij de dagelijkse begeleiding van kinderen in je instelling heb je regelmatig contact met ouders. Je spreekt ze bij het halen en brengen. Periodiek ga je er goed voor zitten en voer je een gesprek met de ouders (en het kind) over de ontwikkeling en de voortgang. In deze eindopdracht voer je een dergelijk gesprek met ouders (en kind). Je bereidt je voor door je te verdiepen in de ontwikkeling van het kind.

ht

Ed

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider wat voor gesprek je gaat voeren met welke ouders. Afhankelijk van de leeftijd is het kind hier zelf ook bij betrokken. Doe zelf voorstellen. Het kan gaan om een kennismakingsgesprek of om een voortgangsgesprek. • Lees je in in de gegevens van het kind. Vraag collega's om aanvullende informatie. • Bereid het gesprek voor. Welke onderwerpen wil je bespreken? Op welke manier ga je dit doen? • Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

C

op

yr

ig

Uitvoeren • Voer het gesprek met de ouders en indien mogelijk het kind. Houd tijdens het gesprek rekening met de volgende punten: – het aanpassen van je communicatie op de ouders en het kind het – tactvol aansnijden van moeilijke en vertrouwelijke zaken – heldere en relevante informatie geven – open, reflecterende vragen stellen – toepassen van interactievaardigheden. • Vraag je BPV-begeleider na het gesprek om feedback. • Schrijf ter afsluiting een reflectie op basis van het Werkmodel STRAK-reflectie. • Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

10


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

Beoordelingscriteria Voorbereiding gesprek

2

5

tie

4

Ed

Beoordelingscriteria

3

u' Ac

Opmerkingen:

Beoordelaar:

fb .v

1 Beoordeling

.

Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van het kind en de ouders • gesprekspunten opgesteld, passend bij het doel van het gesprek • je voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

Gesprek met ouders en kind

Je hebt: • effectief een gesprek gevoerd met ouders van een kind, waarbij je:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

yr

ig

ht

je communicatie hebt aangepast aan de ouders en het kind moeilijke en vertrouwelijke zaken tactvol hebt aangesneden heldere en relevante informatie hebt gegeven open, reflecterende vragen hebt gesteld interactievaardigheden hebt toegepast. • je BPV-begeleider om feedback gevraagd na het gesprek.

1

2

3

4

5

C

op

Beoordeling

11


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

STRAK-reflectie

u' Ac

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven op basis van Werkmodel STRAK-reflectie • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

1

Beoordeling

ht

Ed

Opmerkingen:

ig

Beoordelaar:

Terugkijken

yr

Oefening 5

C

op

Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

b. Wat wist je al?

12

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

.

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

tie

fb .v

Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

u' Ac

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

Ed

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

ht

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

yr

ig

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

i.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken j. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

13


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

Oefening 6

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordeling werkproces

Beoordelingscriteria

u' Ac

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

tie

l.

fb .v

.

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Op de behoefte en verwachtingen van de ‘klant’ ingaan

Ed

• Inventariseert doelgericht de wensen en verwachtingen van de ouders/vervangende opvoeders.

1

2

3

4

5

3

4

5

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Aandacht en begrip tonen • Snijdt moeilijke en vertrouwelijke zaken tactvol aan.

1 Beoordeling

14

2


Leeractiviteit P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders en het kind

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Vakdeskundigheid toepassen

u' Ac

• Past interactievaardigheden op effectieve wijze toe: sociale responsiviteit, praten en uitleggen • Zorgt in (advies)gesprekken over ontwikkelingsbevordering en over specifieke problematiek m.b.t. het kind voor een adequate informatieoverdracht: past het woordgebruik aan de ouders/vervangende opvoeders aan, drukt gevoelens genuanceerd uit, varieert in woordgebruik, is adequaat in woordkeuze en geeft een duidelijke structuur aan het gesprek.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

15


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

fb .v

.

Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op Inleiding

u' Ac

tie

Hakim werkt op een bso. De bso staat in een wijk waar veel problemen zijn. Veel ouders zijn laaggeschoold en werkloos, er is armoede en er zijn verhoudingsgewijs meer kinderen met ontwikkelingsachterstanden. Op de bso ondersteunt Hakim kinderen bij hun ontwikkeling. Hij gaat eerst in gesprek met hen om te achterhalen wat hun wensen zijn. Vervolgens stelt hij een activiteitenprogramma op, soms schakelt hij hierbij zijn netwerk in. Zo organiseerde Hakim vorige week weerbaarheidslessen in samenwerking met de judovereniging in de buurt. Hakim maakt een programma dat de kinderen aanspreekt, met een logische planning.

Werkproces Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op.

Leerdoelen

ht

Ed

Je kunt: • het kind/de kinderen effectief stimuleren tot het leveren van input voor het activiteitenprogramma • sociale en interculturele sensitiviteit tonen • interactievaardigheden effectief toepassen • een juiste selectie van activiteiten maken gericht op de gestelde criteria en de geldende randvoorwaarden.

yr

ig

Bronnen • Cursus Ontwikkelingsstimulering • Training Werken/communiceren met baby's • Training Interactieve vaardigheden • Training Taalstimulering • Training Ontwikkelingsgerichte activiteiten op kinderdagverblijf/peuterspeelzaal/bso • Project Activiteitenprogramma.

C

op

Planningsformulier <

Oefening 1

Artikel Kwaliteitseisen Kinderopvang <

16

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

Criteria en randvoorwaarden Wanneer je activiteiten organiseert en uitvoert, houd je rekening met de eisen die de instelling hiervoor heeft. Hoeveel geld is er beschikbaar? Of hoeveel begeleiding is er beschikbaar voor een activiteit? Met welke veiligheidseisen heb je te maken? In deze opdracht onderzoek je eerst met welke criteria en randvoorwaarden je te maken hebt. Daarna selecteer je vijf activiteiten waarop je deze toepast.


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

u' Ac

tie

fb .v

.

Voorbereiden • Neem protocollen en procedures van de instelling door die gaan over criteria en randvoorwaarden. • Neem de pedagogische visie/beleid door en kijk wat daarin geschreven staat over het aanbieden van activiteiten. • Neem het Artikel Kwaliteitseisen Kinderopvang door. Noteer de aandachtspunten die te maken hebben met het organiseren van activiteiten. • Bespreek met je BPV-begeleider met welke criteria en randvoorwaarden je rekening moet houden bij het organiseren van activiteiten. Denk hierbij aan: – budget – materiaal – groep – veiligheid – tijd – aansluiten pedagogische visie – geschiktheid ruimte – personeel – ontwikkelingsdoelen. • Selecteer vijf activiteiten, die je observeert met als doel te bepalen welke criteria en randvoorwaarden van toepassing zijn. • Zet punten met betrekking tot criteria en randvoorwaarden waarop je wilt observeren op papier. • Bespreek de voorbereiding met je BPV-begeleider. • Maak afspraken met de collega waarbij je de activiteiten gaat observeren.

ig

ht

Ed

Uitvoeren • Observeer de vijf activiteiten, waarbij je nagaat welke criteria en randvoorwaarden je terug ziet komen. • Bespreek je observatie met de collega. • Bespreek met de collega hoe zij de criteria en randvoorwaarden heeft toegepast bij de keuze van de activiteit, zowel in de voorbereiding als in de uitvoering. • Maak een verslag waarin je opneemt: – de criteria en randvoorwaarden die je hebt onderzocht bij vijf verschillende activiteiten – de toepassing van de criteria en randvoorwaarden bij deze activiteiten (door de collega) – de haalbaarheid van criteria en randvoorwaarden in de praktijk – overige bevindingen. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiding Je hebt: • protocollen, procedures, visie en beleid van de instelling doorgenomen en aandachtspunten voor criteria en randvoorwaarden genoteerd • besproken met je BPV-begeleider met welke criteria en randvoorwaarden je rekening moet houden bij het organiseren van activiteiten • je voorbereiding op papier gezet, waarbij je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦

de aandachtspunten voor criteria en randvoorwaarden die je uit de protocollen, procedures, visie en beleid hebt gehaald op welke criteria en randvoorwaarden je gaat letten (minimaal drie) bij welke vijf verschillende activiteiten je observeert.

17


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

• de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider • afspraken gemaakt met de collega waarbij je de activiteiten gaat observeren.

1

2

3

4

5

fb .v

.

Beoordeling

tie

Opmerkingen:

Beoordelingscriteria

u' Ac

Beoordelaar:

Criteria en randvoorwaarden

de criteria en randvoorwaarden die je hebt onderzocht bij vijf verschillende activiteiten

ht

Ed

Je hebt: • vijf activiteiten geobserveerd, waarbij je bent nagegaan welke criteria en randvoorwaarden je terug ziet komen • je observatie besproken met de collega • met de collega besproken hoe zij de criteria en randvoorwaarden heeft toegepast bij de keuze van de activiteit, zowel in de voorbereiding als in de uitvoering • een verslag gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦

de toepassing van de criteria en randvoorwaarden bij deze activiteiten (door de collega)

yr

ig

de haalbaarheid van criteria en randvoorwaarden in de praktijk overige bevindingen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

C

op

Beoordeling

18

1

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Artikel Sociale sensitiviteit <

In je werk kun je te maken hebben met kinderen van alle leeftijden. Met heel jonge kinderen is het lastig om in gesprek te gaan, en hun wensen heel specifiek te peilen. Vanaf de basisschoolleeftijd is het goed mogelijk en wenselijk om kinderen zelf te betrekken bij de activiteiten die je voor hen organiseert.

tie

Website Jeugd en Gezin <

In gesprek met kinderen

u' Ac

Oefening 2

In deze opdracht oefen je met het voeren van gesprekken met kinderen om input te leveren voor activiteiten. Je verdiept je eerst in de achtergrond van de kinderen. Je kiest een passende manier om met kinderen in gesprek te gaan. Daarna voer je het gesprek met de kinderen uit. Tot slot schrijf je een handleiding voor het voeren van gesprekken met kinderen.

ht

Ed

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider met welke kinderen je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. • Verdiep je in de achtergrond van de kinderen. • Neem de website van Jeugd en Gezin door, kijk hier naar de leeftijdsgroep waarmee je werkt. • Ga met collega's na welke specifieke ontwikkelingsproblemen er zijn, waar je aandacht aan kan besteden. • Bereid het gesprek met de kinderen voor. Welke onderwerpen ga je bespreken? Op welke manier betrek je de kinderen bij het onderwerp? • Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider.

C

op

yr

ig

Uitvoeren • Voer een gesprek met de kinderen. • Pas tijdens het gesprek toe: – basis gespreksvaardigheden (OMA en dergelijke) – interactievaardigheden – sociale en culturele sensitiviteit. • Schrijf na het gesprek een verslag waarin je opneemt: – de namen van de betrokken kinderen – welke activiteiten zij aangeboden willen krijgen en wat hun motivatie daarbij is – de manier waarop je hun mening hebt gepeild – welke activiteiten voor jou prioriteit hebben en waarom – wat de kinderen en jij van het gesprek vonden. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider. • Maak (samen met je BPV-begeleider) een lijst van tien punten die belangrijk zijn om op te letten bij het voeren van dit soort gesprekken met kinderen.

19


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

Beoordelingscriteria Beoordeling

◦ ◦

fb .v

.

Je hebt: • je verdiept in de achtergronden van de kinderen waarmee je een gesprek gaat voeren • de voorbereiding op papier gezet, waarin je hebt opgenomen: welke onderwerpen je met de kinderen wilt bespreken op welke manier je dit gaat doen. • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

tie

Beoordeling

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ht

In gesprek met kinderen

Je hebt: • een gesprek met de kinderen gevoerd, waarbij je hebt toegepast:

◦ ◦ ◦

C

op

yr

ig

basis gespreksvaardigheden interactievaardigheden sociale en culturele sensitiviteit. • een verslag geschreven, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

de namen van de betrokken kinderen welke activiteiten zij aangeboden willen krijgen en wat hun motivatie daarbij is de manier waarop je hun mening hebt gepeild welke activiteiten voor jou prioriteit hebben en waarom wat de kinderen en jij van het gesprek vonden. • het verslag besproken met je BPV-begeleider. • een lijst gemaakt van tien punten die belangrijk zijn om op te letten bij het voeren van dit soort gesprekken met kinderen.

1 Beoordeling

20

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Oefening 3

Activiteitenprogramma

tie

Om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren bedenk je een activiteitenprogramma.

u' Ac

In deze opdracht oefen je met het opstellen van een programma. Je verdiept je eerst in de achtergrond van de kinderen. Daarna maak je een activiteitenprogramma dat is afgestemd op de ontwikkelingsbehoefte van de kinderen.

Ed

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider voor welke kinderen je een activiteitenprogramma opstelt. • Verdiep je in de achtergrond van de kinderen. • Gebruik bronnen van internet of uit vakbladen om meer achtergrondinformatie te vinden. • Verdiep je in de manier waarop de instelling een activiteitenprogramma opstelt. • Vraag - eventueel - collega's om aanvullende informatie. • Maak een format voor het activiteitenprogramma. • Bespreek het format met je BPV-begeleider.

C

op

yr

ig

ht

Uitvoeren • Maak een activiteitenprogramma volgens de werkwijze van de instelling, waarbij je opneemt: – voor welke kinderen het programma is bedoeld – met welke ontwikkelingsniveaus je te maken hebt – welke doelen je nastreeft – welke acht verschillende activiteiten gebruik je om de doelen te behalen – hoe de activiteiten samenhangen, welke opbouw is er – met welke criteria en randvoorwaarden je te maken hebt. • Zorg ervoor dat het activiteitenprogramma aantrekkelijk is voor de doelgroep • Bespreek het activiteitenprogramma met je collega's. Vraag om feedback. Verwerk de feedback in het programma.

Beoordelingscriteria Voorbereiding Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van de kinderen • (eventueel) aanvullende informatie verzameld, passend bij de achtergrond van de kinderen • een format gemaakt voor een activiteitenprogramma, volgens de werkwijze van de instelling • het format besproken met je BPV-begeleider.

21


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

Activiteitenprogramma

u' Ac

Beoordelingscriteria

Je hebt: • een activiteitenprogramma gemaakt volgens de werkwijze van de instelling, waarbij je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

ig

ht

Ed

voor welke kinderen het programma bedoeld is met welke ontwikkelingsniveaus je te maken hebt welke doelen je nastreeft welke acht verschillende activiteiten je gebruikt om de doelen te behalen hoe de activiteiten samenhangen en welke opbouw er is met welke criteria en randvoorwaarden je te maken hebt. • een activiteitenprogramma gemaakt dat aantrekkelijk is voor de doelgroep • het activiteitenprogramma met je collega's • om feedback gevraagd en deze verwerkt in het definitieve activiteitenprogramma.

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

22

1

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

Werkmodel STRAK-reflectie <

Voor kinderen stel je een activiteitenprogramma op dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau. Om dit goed te doen inventariseer je eerst om welke behoeftes het precies gaat. Je betrekt kinderen bij deze inventarisatie en vraagt ze om input. In deze eindopdracht stel je een gespecialiseerd activiteitenprogramma samen dat aantrekkelijk is en dat een logische planning heeft. Je maakt eerst een Plan van Aanpak. Daarna stel je het activiteitenprogramma op dat voldoet aan gestelde criteria en randvoorwaarden.

.

Werkmodel Plan van Aanpak <

Eindopdracht Activiteitenprogramma

fb .v

Oefening 4

u' Ac

tie

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider voor welke kinderen je een activiteitenprogramma gaat maken. Doe hierbij zelf voorstellen. • Maak een Plan van Aanpak voor het verzamelen van informatie, waarin je opneemt: – welke informatie je nodig hebt over de kinderen en van de kinderen zelf – hoe je de kinderen actief betrekt om hun input te verzamelen. • Gebruik het Werkmodel Plan van Aanpak voor het schrijven van je Plan van Aanpak. • Bespreek je Plan van Aanpak met je BPV-begeleider.

Ed

Uitvoeren • Voer je Plan van Aanpak uit. • Let erop dat je: – interactievaardigheden toepast – de kinderen actief betrekt bij het bedenken van de activiteiten. • Stel een activiteitenprogramma op voor vier weken met in totaal twaalf activiteiten, waarin je opneemt: – de ontwikkelingsbehoeften van de kinderen – de doelen – de input die je van de kinderen hebt gekregen tijdens gesprekken – aan welke criteria en randvoorwaarden de activiteiten moeten voldoen. • Schrijf ter afsluiting een STRAK-reflectie op basis van Werkmodel STRAK-reflectie.

ht

Beoordelingscriteria

ig

Plan van aanpak

yr

Je hebt: • een Plan van aanpak voor het verzamelen van informatie gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

welke informatie je nodig hebt over de kinderen en van de kinderen zelf hoe je de kinderen actief betrekt om hun input te verzamelen. • je Plan van Aanpak besproken met je BPV-begeleider.

23


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Activiteitenprogramma

Je hebt: • het Plan van Aanpak uitgevoerd, waarbij je hebt gelet op:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

het toepassen van interactievaardigheden het betrekken van de kinderen bij het bedenken van de activiteiten. • een activiteitenprogramma voor vier weken met twaalf activiteiten opgesteld, waarin je hebt opgenomen:

Ed

de ontwikkelingsbehoeften van de kinderen de doelen de input die je van de kinderen hebt gekregen tijdens gesprekken aan welke criteria en randvoorwaarden de activiteiten moeten voldoen. • het activiteitenprogramma besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria STRAK-reflectie Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven op basis van Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

24

5


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Terugkijken

u' Ac

Oefening 5

tie

Beoordelaar:

Ed

Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

ht

b. Wat wist je al?

yr

ig

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

C

op

Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

25


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

fb .v

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

.

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

i.

u' Ac

tie

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

ht

Ed

Samenwerken j. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

yr

ig

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

l.

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

26


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

Beoordelingscriteria Plannen en organiseren

1

2

Beoordeling

3

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

• Maakt een juiste selectie van activiteiten die voldoen aan de gestelde criteria en de randvoorwaarden.

Ed

Samenwerken en overleggen

ht

• Past interactievaardigheden effectief toe: sensitieve responsiviteit en ontwikkelingsstimulering • Stimuleert effectief kinderen tot het leveren van input voor het activiteitenprogramma.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Beoordelaar:

27


Leeractiviteit P1-K1-W2 Stelt een activiteitenprogramma op

Beoordelingscriteria Vakdeskundigheid

2

Beoordeling

3

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1

.

• Toont sociale en interculturele sensitiviteit.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Beoordelaar:

28

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

fb .v

.

Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding Inleiding

u' Ac

tie

Manu heeft in de afgelopen week een intakegesprek gevoerd met de ouders van Daan. Daan heeft een ontwikkelingsachterstand. Daan gaat specifieke begeleiding krijgen om aan zijn ontwikkeling te werken. Manu schrijft een begeleidingsplan om dit vast te leggen. Ook kijkt zij hierbij of de eigen instelling alle begeleiding kan bieden, of dat er aanvullend begeleiding nodig is van andere (externe) professionals. Volgende week bespreekt Manu het begeleidingsplan met de ouders en vraagt ze hierbij om instemming. Ook geeft zij tijdens het gesprek de ouders gericht informatie en advies. Werkproces Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding.

Leerdoelen

ht

Ed

Je kunt: • relevante en betrouwbare informatie verzamelen • op effectieve wijze interactievaardigheden toepassen • effectief rekening houden met haalbaarheid en uitvoerbaarheid van het plan van aanpak • alle betrokkenen tijdig informeren • op soepele wijze gesprekken voeren met meerdere doelen.

yr

ig

Bronnen • Cursus Methodisch werken 2 • Training Gesprekken voeren 2 • Training Ouders betrekken in begeleiding • Training Interactieve vaardigheden.

C

op

Planningsformulier <

Oefening 1

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

Begeleidingsplan schrijven In je instelling gebruikt men begeleidingsplannen. In deze opdracht onderzoek je eerst hoe de begeleidingsplannen in je instelling zijn opgebouwd. Je verzamelt gegevens over een kind. Daarna oefen je met het schrijven van een begeleidingsplan.

29


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

fb .v

.

Voorbereiden • Onderzoek in je instelling volgens welk format men een begeleidingsplan schrijft. Bekijk drie verschillende plannen. • Neem de plannen door. Maak notities over de gegevens en de opbouw van de begeleidingsplannen. • Overleg met je BPV-begeleider voor welk kind je een begeleidingsplan gaat schrijven. • Maak een opzet voor het begeleidingsplan (indeling) volgens de richtlijnen van de instelling. • Bespreek de opzet met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria Format begeleidingsplan

u' Ac

tie

Uitvoeren • Verzamel informatie over het kind zodat je voldoende gegevens hebt om het begeleidingsplan te schrijven. Neem hiervoor het dossier door en vraag collega's om informatie. • Schrijf een begeleidingsplan voor het kind volgens de richtlijnen van de BPV-organisatie, waarbij je deze aandachtspunten verwerkt: – relevante en betrouwbare informatie – haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de plannen. • Bespreek het begeleidingsplan met je BPV-begeleider.

Ed

Je hebt: • onderzocht hoe het format van het begeleidingsplan van je instelling eruitziet door drie verschillende plannen door te nemen • een opzet gemaakt voor de indeling van het begeleidingsplan • de opzet besproken met je BPV-begeleider.

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

30

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

Beoordelingscriteria Begeleidingsplan opstellen

◦ ◦

1

Beoordelaar:

5

In gesprek met ouders Over de begeleiding van een kind of een groepje kinderen heb je regelmatig contact met de ouders. Allereerst om de begeleiding af te stemmen en om de ouders te informeren. Later bespreek je steeds de voortgang van de begeleiding en de ontwikkeling.

ig

Werkmodel Adviesgesprek <

4

ht

Oefening 2

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

relevante en betrouwbare informatie haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de plannen. • het begeleidingsplan besproken met je BPV-begeleider.

fb .v

.

Je hebt: • informatie over het kind verzameld zodat je voldoende gegevens hebt om het begeleidingsplan te schrijven. Hiervoor heb je het dossier doorgenomen en navraag gedaan bij collega's. • een begeleidingsplan voor het kind geschreven volgens de richtlijnen van de BPV-organisatie, waarbij je deze aandachtspunten hebt verwerkt:

In deze opdracht oefen je met voeren van een gesprek met ouders over de voortgang van de begeleiding. Je verdiept je eerst in de achtergrond van het kind. Je bedenkt hoe je het gesprek aan gaat pakken. Daarna voer je het gesprek.

C

op

yr

Artikel Pedagogisch adviesgesprek <

Werkmodel Observatieformulier < Artikel Interactievaardigheden <

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider voor welk kind en welk begeleidingsplan je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. • Verdiep je in de gegevens van het kind en in het begeleidingsplan. • Kijk mee met een collega die een voortgangsgesprek met ouders voert. Noteer aandachtspunten voor het gesprek dat je zelf gaat voeren. • Neem het artikel Pedagogisch adviesgesprek door. Noteer aandachtspunten voor het voeren van een adviesgesprek. • Bereid het gesprek met de ouders voor. Bedenk hierbij: – welke informatie en adviezen je ze wilt geven over de voortgang van de begeleiding – welke argumenten je hierbij wilt gebruiken – dat je het Werkmodel Adviesgesprek bij je voorbereiding gebruikt. • Maak indien nodig gebruik van het artikel Interactievaardigheden.

31


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

Verzamel gegevens over de voortgang van de begeleiding van het kind door te observeren, rapportages te lezen en door gesprekken te voeren met collega's. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider. Nodig de ouders uit voor het gesprek.

• •

tie

fb .v

.

Uitvoeren • Voer het gesprek met de ouders uit, waarbij je let op: – het geven van passende informatie aan de ouders – de argumentatie die je gebruikt en of deze effectief is het toepassen van interactievaardigheden. – Schrijf een verslag over het voeren van het gesprek. Pas eventueel het begeleidingsplan aan. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider. • Bespreek ook de aanpassing van het begeleidingsplan.

Beoordelingscriteria

u' Ac

Voorbereiding gesprek

Je hebt: • je verdiept in de gegevens van het kind en het begeleidingsplan • met een collega meegekeken bij een voortgangsgesprek. Hierbij heb je notities gemaakt met aandachtspunten • het gesprek met de ouders voorbereid, waarbij je hebt bedacht:

◦ ◦

welke informatie en adviezen je ze wilt geven over de voortgang van de begeleiding

Ed

welke argumenten je hierbij wilt gebruiken dat je het Werkmodel Adviesgesprek bij je voorbereiding gebruikt bedacht welke interactievaardigheden je toe kunt passen tijdens het gesprek benodigde gegevens verzameld door observatie, raadplegen dossier en gesprekken met collega's je aanpak besproken met je BPV-begeleider de ouders uitgenodigd voor het gesprek.

• •

ig

ht

• •

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

32

1

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

Beoordelingscriteria In gesprek met ouders

fb .v

.

Je hebt: • het gesprek gevoerd met de ouders over de voortgang van de begeleiding, waarbij je hebt gelet op:

◦ ◦ ◦

1

Oefening 3

5

Informatie verzamelen Wanneer je te maken hebt met een specifieke ontwikkelingsvraag van een kind, dan ga je soms op zoek naar extra informatie. Deze kun je vinden bij ervaren collega's, bij professionals van andere instellingen, of in vakbladen of boeken.

ig

Artikel Betrouwbaarheid van internetbronnen <

4

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

het geven van passende informatie aan de ouders je argumentatie het toepassen van interactievaardigheden. • een verslag geschreven over het voortgangsgesprek • (eventueel) het begeleidingsplan aangepast • het verslag en de aanpassing in het begeleidingsplan besproken met je BPV-begeleider.

yr

In deze opdracht oefen je met het verzamelen van informatie uit verschillende bronnen. Je oriënteert je eerst op de ontwikkelingsvraag van het kind. Je stelt hiervoor vijf vragen op. Daarna zoek je antwoord op de vragen in verschillende bronnen. Je schrijft een rapport over de vraag die je hebt onderzocht.

C

op

Werkmodel Mindmap <

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider voor welke specifieke ontwikkelingsvraag je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. • Verdiep je in het dossier van het kind. Om welke specifieke ontwikkelingsvraag gaat het precies? • Bedenk welke drie verschillende bronnen je wilt gebruiken. Neem het Artikel Betrouwbaarheid van internetbronnen door.

33


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

tie

fb .v

.

Uitvoeren • Maak een mindmap, waarin je informatie verwerkt die je al weet over het onderwerp. Gebruik hierbij de informatie uit het Werkmodel Mindmap. • Stel nu vijf onderzoeksvragen op over het onderwerp. • Raadpleeg drie verschillende bronnen. Noteer de bronnen die je gebruikt. • Raadpleeg eventueel extra bronnen, wanneer je nog niet voldoende informatie hebt. • Schrijf een rapport waarin je antwoord geeft op de vragen die je eerder hebt opgesteld. In het rapport neem je op: – inleiding waarin je het onderwerp beschrijft en de mindmap opneemt – kern, waarin je de vragen en antwoorden beschrijft – afsluiting waarin je conclusies trekt en de bronnen vermeldt. • Het rapport voldoet aan deze eisen: – 1000 - 1500 woorden – een lay-out met een overzichtelijke hoofdstukindeling – spelling in correct Nederlands. • Bespreek het rapport met je BPV-begeleider.

Opzet onderzoek

u' Ac

Beoordelingscriteria

Ed

Je hebt: • je verdiept in de achtergrond van een kind en van daaruit een specifieke ontwikkelingsvraag geformuleerd • bedacht welke drie verschillende bronnen je wilt gebruiken.

1

2

3

4

5

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

34

Beoordelingscriteria Rapport schrijven Je hebt: • een mindmap gemaakt, waarin je voor jou al bekende informatie verwerkt hebt • vijf onderzoeksvragen opgesteld over het onderwerp • drie verschillende bronnen geraadpleegd • de bronnen genoteerd die je gebruikt


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

• een rapport geschreven waarin je antwoord geeft op de vragen die je eerder hebt opgesteld. Hierin heb je opgenomen:

◦ ◦ ◦

1000 - 1500 woorden een lay-out met een overzichtelijke hoofdstukindeling spelling in correct Nederlands. • het rapport besproken met je BPV-begeleider.

1

4

5

Ed

Beoordelaar:

Eindopdracht Begeleidingsplan

ht

Binnen je instelling stel je regelmatig begeleidingsplannen op voor een kind of voor een groepje kinderen. In deze eindopdracht stel je een begeleidingsplan op voor een kind met een specifieke begeleidingsbehoefte. Je onderzoekt eerst de achtergrond van het kind en wie er betrokken zijn bij de begeleiding. Daarna stel je het plan samen. Met het plan doe je een voorstel voor de begeleiding van het kind. Dit plan leg je voor aan de ouders van het kind om instemming te krijgen. Als het nodig is, verwijs je ouders en het kind voor (aanvullende) begeleiding naar een andere instelling door.

C

op

yr

ig

Werkmodel STRAK-reflectie <

3

u' Ac

Opmerkingen:

Oefening 4

2

tie

Beoordeling

fb .v

◦ ◦ ◦

.

inleiding waarin je het onderwerp beschrijft en de mindmap opneemt kern, waarin je de vragen en antwoorden beschrijft afsluiting waarin je conclusies trekt en de bronnen vermeldt. • een rapport geschreven dat voldoet aan deze eisen:

Voorbereiden • Bespreek met je BPV-begeleider voor welk kind je een begeleidingsplan gaat schrijven. Doe hierbij zelf voorstellen. • Verdiep je in het dossier van het kind. • Vraag collega's om extra informatie. • Bedenk hoe je het opstellen van het begeleidingsplan aanpakt en wie je hierbij betrekt. • Overleg je aanpak met je BPV-begeleider. Uitvoeren • Stel nu het begeleidingsplan voor het kind samen volgens de richtlijnen van de instelling. • Hierbij houd je rekening met: – de informatie die je uit verschillende bronnen hebt gekregen • Bespreek je begeleidingsplan met je BPV-begeleider.

35


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

.

• •

Bespreek het begeleidingsplan met de ouders en andere betrokkenen, waarbij je: – ze informatie en passend advies geeft – ze overtuigt met overtuigende argumenten – interactievaardigheden toepast – basisvaardigheden voor gesprekstechnieken toepast, zoals OMA, LSD enzovoort. Pas indien noodzakelijk het begeleidingsplan aan. Schrijf ter afsluiting een STRAK-reflectie op basis van het Werkmodel STRAK-reflectie.

fb .v

Beoordelingscriteria Voorbereiden begeleidingsplan

u' Ac

tie

Je hebt: • je verdiept in de achtergronden van het kind en de specifieke begeleidingsvraag • je een beeld gevormd van wie er betrokken zijn (of worden) bij de samenstelling van het plan • een aanpak gemaakt over hoe je het opstellen van het begeleidingsplan gaat uitvoeren • je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

1

Beoordeling

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

ig

Beoordelaar:

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Begeleidingsplan samenstellen

36

Je hebt: • een begeleidingsplan samengesteld, volgens de richtlijnen van de instelling, waarbij je rekening hebt gehouden met:

◦ informatie uit verschillende bronnen • het begeleidingsplan besproken met je BPV-begeleider


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

1

2

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

tie

Beoordeling

fb .v

.

• het begeleidingsplan besproken met de ouders en andere betrokkenen, waarbij je: ◦ ze informatie en passend advies hebt gegeven ◦ ze overtuigd hebt met overtuigende argumenten ◦ interactievaardigheden hebt toegepast ◦ basisvaardigheden voor gesprekstechnieken hebt toegepast, zoals OMA, LSD enzovoort. • het begeleidingsplan indien nodig aangepast.

STRAK-reflectie

ht

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven op basis van Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Beoordelaar:

37


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

Oefening 5

Terugkijken

fb .v

.

Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ig

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

C

op

yr

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

38

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

fb .v

i.

.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

u' Ac

tie

Samenwerken j. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordeling werkproces

ig

Oefening 6

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

l.

Ed

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Samenwerken en overleggen • Past op effectieve wijze interactievaardigheden toe: sensitieve responsiviteit, praten en uitleggen • Voert soepel gesprekken met meerdere doelen.

1

2

3

4

5

Beoordeling

39


Leeractiviteit P1-K1-W3 Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Formuleren en rapporteren

u' Ac

• Informeert alle betrokkenen tijdig • Verzamelt relevante en betrouwbare informatie • Houdt rekening met de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van het plan van aanpak.

1

Beoordeling

ht

Ed

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

Beoordelaar:

40

2

3

4

5


fb .v

Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

.

Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

Inleiding

u' Ac

tie

Teun werkt op een bso met de oudste kinderen. Dagelijks stimuleert hij kinderen om nieuwe vaardigheden aan te leren en uit te proberen. Hierbij zorgt Teun er zelf voor dat hij het goede voorbeeld geeft. Vaak is Teun ook bezig met het aanleren van praktische zaken: hoe plan je huiswerk? En hoe ga je om met persoonlijke eigendommen? In de dagelijkse omgang met de kinderen signaleert Teun mogelijke specifieke punten voor de begeleiding van kinderen. Werkproces Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma.

Leerdoelen

Ed

Je kunt: • overwicht tonen in je wijze van optreden • het kind stimuleren tot het uitproberen van alternatieven • betrokkenheid tonen bij het kind en de ouders • interactievaardigheden toepassen.

ig

ht

Bronnen • Cursus Diversiteit in kinderopvang • Training Hoe kan je eigen gedrag inzetten bij begeleiding? • Training Gesprekken voeren 2 • Training Ouders betrekken in begeleiding • Training Interactieve vaardigheden • Project Kinderen begeleiden.

yr

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

C

op

Planningsformulier <

Oefening 1

Artikel Chaos in de klas <

Begeleiding uitvoeren Dagelijks voer je het dagprogramma met de groep kinderen uit. Hierbij stimuleer je de ontwikkeling van het kind. In deze opdracht onderzoek je eerst hoe het dagprogramma eruitziet. Daarnaast observeer je hoe collega's hun aandacht verdelen tussen het individuele kind en de groep.

41


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

tie

fb .v

.

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider voor welke groep je het dagprogramma onderzoekt. Doe hierbij zelf voorstellen. • Verdiep je in de achtergronden van de groep. • Noteer aandachtspunten. • Neem het Artikel Chaos in de klas door. In dit artikel gaat het over een situatie in de klas. De uitgangspunten zijn ook goed te gebruiken in de kinderopvang. • Noteer aandachtspunten over het tonen van overwicht. • Zet op papier hoe je het dagprogramma gaat onderzoeken, waarbij je nagaat: – wat vaste momenten in de groep zijn – wat de rol van de pedagogisch medewerker is bij het dagprogramma. • Bereid de observatie van je collega's voor, waarbij je deze onderwerpen betrekt: – het verdelen van de aandacht tussen een individueel kind en de groep kinderen – het tonen van overwicht – het toepassen van interactievaardigheden – het stimuleren van kinderen om alternatieven uit te proberen. • Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider.

Ed

Beoordelingscriteria

u' Ac

Uitvoeren • Onderzoek nu het dagprogramma en voer de observatie van de collega's uit. • Schrijf een verslag, waarin je opneemt: – het dagprogramma – de rol van de pedagogisch medewerker in het dagprogramma – observaties over de uitvoering door de pedagogisch medewerker – aanbevelingen ter verbetering. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Voorbereiding

ht

Je hebt: • je verdiept in de achtergronden van de groep het • Artikel Chaos in de klas doorgenomen • op papier gezet hoe je het dagprogramma gaat onderzoeken, waarbij je bent nagegaan:

ig

◦ ◦

C

op

yr

wat vaste momenten in de groep zijn wat de rol van de pedagogisch medewerker is bij het dagprogramma. • de observatie van je collega's voorbereid, waarbij je deze onderwerpen hebt betrokken:

◦ ◦ ◦ ◦

het verdelen van de aandacht tussen een individueel kind en de groep kinderen het tonen van overwicht het toepassen van interactievaardigheden het stimuleren van kinderen om alternatieven uit te proberen. • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

1 Beoordeling

42

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Uitvoeren

u' Ac

Je hebt: • het dagprogramma onderzocht en de observatie van de collega's uitgevoerd. • een verslag geschreven, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

Ed

het dagprogramma de rol van de pedagogisch medewerker in het dagprogramma observaties over de uitvoering door de pedagogisch medewerker aanbevelingen ter verbetering. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

Oefening 2

Uitvoeren van het dagprogramma Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider bij welke groep je zelfstandig een week lang een onderdeel van het dagprogramma gaat uitvoeren. Doe hierbij zelf voorstellen. • Verdiep je in de achtergrond van de groep en het onderdeel van het dagprogramma. Stel vragen bij onduidelijkheden.

43


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

fb .v

Bedenk hoe je de uitvoering aan gaat pakken. Hierbij besteed je aandacht aan: – hoe je overwicht toont in je optreden – hoe je de kinderen stimuleert tot het uitproberen van alternatieven – hoe je betrokken bent bij de kinderen en de ouders – hoe je interactievaardigheden toepast. Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

.

Beoordelingscriteria Voorbereiding

u' Ac

tie

Uitvoeren • Voer gedurende een week het gekozen onderdeel van het dagprogramma uit. Hierbij: – toon je gepast overwicht in je optreden – stimuleer je kinderen in hun ontwikkeling en om alternatieven uit te proberen – toon je betrokkenheid bij kind en ouders – pas je interactievaardigheden toe. • Signaleer gedurende de week actief afwijkingen in de ontwikkeling van het kind en onderzoek deze. • Maak dagelijks notities van je bevindingen. • Schrijf een verslag, waarin je ingaat op: – je bevindingen tijdens het uitvoeren van het onderdeel van het dagprogramma – de signalen in de ontwikkeling van kinderen die je hebt waargenomen. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

◦ ◦ ◦ ◦

Ed

Je hebt: • met je BPV-begeleider overlegd bij welke groep je zelfstandig een week lang een onderdeel van het dagprogramma gaat uitvoeren • je verdiept in de achtergrond van de groep en het onderdeel van het dagprogramma • bedacht hoe je de uitvoering aan gaat pakken. Hierbij heb je aandacht besteed aan:

ig

ht

hoe je overwicht toont in je optreden hoe je de kinderen stimuleert tot het uitproberen van alternatieven hoe je betrokken bent bij de kinderen en de ouders hoe je interactievaardigheden toepast. • je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

C

op

yr

Beoordeling

Opmerkingen:

Beoordelaar:

44

1

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

Beoordelingscriteria Uitvoering Dagprogramma

fb .v

.

Je hebt: • gedurende een week het gekozen onderdeel van het dagprogramma uitgevoerd. Hierbij:

◦ ◦ ◦ ◦

tie

toonde je gepast overwicht in je optreden stimuleerde je kinderen in hun ontwikkeling en om alternatieven uit te proberen toonde je betrokkenheid bij kind en ouders paste je interactievaardigheden toe. • gedurende de week actief afwijkingen gesignaleerd in de ontwikkeling van het kind en je hebt deze onderzoekt • dagelijks notities gemaakt van je bevindingen. • een verslag geschreven, waarin je bent ingaat op:

◦ ◦

u' Ac

je bevindingen tijdens het uitvoeren van het onderdeel van het dagprogramma de signalen in de ontwikkeling van kinderen die je hebt waargenomen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

Beoordeling

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

ig

Beoordelaar:

Kink in de kabel

C

op

yr

Oefening 3

Je kunt nog zo'n mooi programma of een zinvolle activiteit hebben bedacht, in de praktijk komt het voor dat kinderen niet mee willen of kunnen doen. Soms omdat ze een beperking hebben, soms omdat ze er geen zin in hebben. Soms zijn er andere redenen waarom het programma anders loopt dan je gepland hebt. Je taak als Pedagogisch Medewerker is om ook dan het dagprogramma - op een aangepaste manier - in goede banen te leiden. In deze opdracht bedenk je met welke onvoorziene omstandigheden je te maken kunt krijgen en hoe je hierop in kunt spelen. De uitvoering van deze opdracht laat zich niet plannen. Het komt onverwacht een keer voor en dan heb jij je goed voorbereid. Voorbereiden • Bespreek deze opdracht tijdig, zodat je voorbereid bent als deze situatie zich voordoet. • Bedenk welke onvoorziene omstandigheden zich voor kunnen doen bij het dagprogramma.

45


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

• •

Bedenk op welke manier je hier op in kan spelen, zodat de begeleiding van de kinderen door kan gaan. Bedenk drie situaties met alternatieven. Leg je aanpak voor aan je BPV-begeleider.

fb .v

.

Uitvoeren • Voer de alternatieven voor het dagprogramma uit op het moment dat een onvoorziene situatie zich voordoet. • Hierbij let je op: – het aanpassen van het programma – de communicatie met je collega's over je aanpak. • Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider over de uitvoering.

Beoordelingscriteria

tie

Alternatieven bedenken

u' Ac

Je hebt: • bedacht welke onvoorziene omstandigheden zich voor kunnen doen bij het dagprogramma • bedacht op welke manier je hier op in kunt spelen, zodat de begeleiding van de kinderen door kan gaan. Bedenk drie situaties met alternatieven • je aanpak voorgelegd aan je BPV-begeleider.

1

2

3

4

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Beoordelingscriteria Kink in de kabel Je hebt: • alternatieven voor het dagprogramma uitgevoerd op het moment dat een onvoorziene situatie zich voordeed. Hierbij heb je gelet op:

◦ ◦

het aanpassen van het programma de communicatie met je collega's over je aanpak. • een reflectiegesprek met je BPV-begeleider gevoerd over de uitvoering.

46

5


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Uitvoering dagprogramma

u' Ac

Oefening 4

tie

Beoordelaar:

Dagelijks bied je opvang aan een kind of een groepje kinderen in je instelling. Hierbij voer je een gestructureerd dagprogramma uit. Je verzorgt en begeleidt kinderen, je brengt normen en waarden over, je leert ze vaardigheden aan en je stimuleert ze om alternatieven uit te proberen. Op deze manier kun je het kind sociaal-emotioneel stimuleren en voelt het zich eerder thuis.

Ed

In deze eindopdracht voer je het dagprogramma gedurende een week uit. Je verdiept je eerst in de achtergrond van de kinderen. Vervolgens bedenk je hoe je de begeleiding aan gaat pakken. Je voert je aanpak uit. Tot slot formuleer je voorstellen voor de aanpassing van de begeleiding.

C

op

yr

ig

ht

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider bij welke groep je het dagprogramma zelfstandig kunt uitvoeren. Doe hierbij zelf voorstellen. • Verdiep je in de achtergrond van de groep en het dagprogramma. Stel vragen bij onduidelijkheden. • Bedenk hoe je de uitvoering gedurende een week aan gaat pakken. Hierbij besteed je aandacht aan: – hoe je overwicht toont in je optreden – hoe je de kinderen stimuleert tot het uitproberen van alternatieven – hoe je betrokken bent bij de kinderen en de ouders – hoe je interactievaardigheden toepast. • Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider. Uitvoeren • Voer gedurende een week het dagprogramma uit. Hierbij: – toon je gepast overwicht in je optreden – stimuleer je kinderen in hun ontwikkeling en om alternatieven uit te proberen – toon je betrokkenheid bij kind en ouders – pas je interactievaardigheden toe. • Signaleer gedurende de week actief afwijkingen in de ontwikkeling van het kind en onderzoek deze. • Maak dagelijks notities van je bevindingen.

47


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

.

• •

Schrijf een verslag, waarin je ingaat op: – je bevindingen tijdens het uitvoeren van het dagprogramma – de signalen in de ontwikkeling van kinderen die je hebt waargenomen – aanbevelingen voor het dagprogramma Bespreek het verslag met je BPV-begeleider Schrijf ter afsluiting een STRAK-reflectie op basis van het Werkmodel STRAK-reflectie.

fb .v

Beoordelingscriteria Voorbereiding

tie

Je hebt: • overlegd met je BPV-begeleider bij welke groep je het dagprogramma zelfstandig gaat uitvoeren • je verdiept in de achtergrond van de groep en het dagprogramma • bedacht hoe je de uitvoering gedurende een week aan gaat pakken Hierbij heb je aandacht besteed aan:

◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

hoe je overwicht toont in je optreden hoe je de kinderen stimuleert tot het uitproberen van alternatieven hoe je betrokken bent bij de kinderen en de ouders hoe je interactievaardigheden toepast. • je aanpak besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Beoordelingscriteria

48

Uitvoering dagprogramma Je hebt: • gedurende een week het dagprogramma uitgevoerd. Hierbij heb je:

◦ ◦ ◦ ◦

overwicht getoond in je optreden kinderen in hun ontwikkeling gestimuleerd en om alternatieven uit te proberen betrokkenheid getoond bij kind en ouders interactievaardigheden toegepast. • gedurende de week actief afwijkingen in de ontwikkeling van het kind gesignaleerd en onderzocht


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

• dagelijks notities gemaakt van je bevindingen • een verslag geschreven, waarin je bent ingegaan op:

◦ ◦ ◦

2

3

4

5

Beoordelaar:

Ed

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

je bevindingen tijdens het uitvoeren van het dagprogramma de signalen in de ontwikkeling van kinderen die je hebt waargenomen aanbevelingen voor het dagprogramma. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

STRAK-reflectie

ht

je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

49


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

Oefening 5

Terugkijken

fb .v

.

Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ig

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

C

op

yr

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

50

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

fb .v

i.

.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

u' Ac

tie

Samenwerken j. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordeling werkproces

ig

Oefening 6

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

l.

Ed

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

yr

Beoordelingscriteria

• Toont betrokkenheid bij het kind en de ouders.

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

Samenwerken en overleggen

51


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Omgaan met veranderingen en aanpassen

tie

Beoordelingscriteria

u' Ac

• Stimuleert het kind om - zo nodig stapsgewijs en onder begeleiding - alternatieven uit te proberen.

1

Beoordeling

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

ht

Beoordelaar:

ig

Beoordelingscriteria

C

op

yr

Aansturen

52

• Toont overwicht in zijn handelen • Past interactievaardigheden effectief toe: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering en begeleiden van interacties.

1 Beoordeling

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Begeleiden

u' Ac

• Stimuleert het kind om - zo nodig stapsgewijs en onder begeleiding - alternatieven uit te proberen.

1

Beoordeling

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

ht

Beoordelaar:

ig

Beoordelingscriteria

yr

Aandacht en begrip tonen

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

• Past interactievaardigheden effectief toe: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering en begeleiden van interacties.

53


Leeractiviteit P1-K1-W4 Zorgt voor uitvoering van een dagprogramma

fb .v

.

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Beoordelaar:

54


fb .v

Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

.

Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

Inleiding

u' Ac

tie

Esther werkt op een kinderdagverblijf. Voor sommige kinderen geldt dat zij ook bij de persoonlijke verzorging extra aandacht nodig hebben. Omdat zij een aandoening hebben of een handicap. Bij de persoonlijke verzorging van de kinderen kent Esther de specifieke aandachtspunten van de kinderen. Ze geeft het kind de afgesproken verzorging. Hierbij let zij op signalen. Als het nodig is schakelt zij een deskundige of collega's in en licht ze de ouders in. Werkproces Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging.

Leerdoelen

ht

Ed

Je kunt: • een kind een op de persoon toegesneden verzorging geven • snel en effectief reageren op signalen van behoefte aan persoonlijke verzorging van het kind • discreet omgaan met het lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging • passend omgaan met de dynamiek van baby's en jonge kinderen • werken volgens het 'vier-ogen-principe' • actief communiceren met kinderen (ook met baby's) • interactievaardigheden op effectieve wijze toepassen.

ig

Bronnen • Training Persoonlijke zorg specifiek richten op behoefte kind.

C

op

yr

Planningsformulier <

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

55


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider welke handelingen op het gebied van persoonlijke verzorging je uit gaat voeren. Het gaat hier specifiek om handen wassen, aankleden, zindelijkheidstraining. • Neem de artikelen over persoonlijke verzorging, de werkmodellen en de protocollen van de instelling door. Maak aantekeningen. • Neem de protocollen of richtlijnen over het 'vier-ogen-principe' door. Noteer aandachtspunten. • Kijk - indien nodig - met collega's mee hoe zij de persoonlijke verzorging uitvoeren. Stel vragen bij onduidelijkheden. • Zet de aandachtspunten als een checklist op papier. • Bespreek de checklist met je BPV-begeleider.

u' Ac

Artikel Persoonlijke verzorging peuter <

In deze opdracht onderzoek je eerst welke protocollen en richtlijnen er zijn voor de persoonlijke verzorging. Daarna voer je deze gedurende een week uit.

.

Artikel Lichamelijke verzorging basisschoolkind <

Dagelijks voer je de persoonlijke verzorging uit bij kinderen.

fb .v

Werkmodel Handen wassen <

Persoonlijke verzorging

tie

Oefening 1

ht

Ed

Uitvoeren • Voer de persoonlijke verzorging, het ondersteunen bij handen wassen, aankleden en zindelijkheidstraining, gedurende een week uit. • Hierbij besteed je aandacht aan: – waarnemen van signalen van bijzonderheden – aandacht geven aan het kind – rekening houden met specifieke behoeften – 'vier-ogen-principe' toepassen – discreet omgaan met lichaamscontact – interactieve vaardigheden toepassen – bevorderen zelfstandigheid van het kind. • Maak steeds aantekeningen. • Schrijf aan het eind van de periode een verslag waarin je opneemt hoe je minimaal drie handelingen hebt uitgevoerd. • Beschrijf puntsgewijs hierbij de aandachtspunten. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

ig

Beoordelingscriteria

C

op

yr

Voorbereiden

56

Je hebt: • overlegd met je BPV-begeleider welke handelingen op het gebied van persoonlijke verzorging je uit gaat voeren • de artikelen over persoonlijke verzorging, de werkmodellen en de protocollen van de instelling doorgenomen • de protocollen of richtlijnen over het 'vier-ogen-principe' doorgenomen • meegekeken met collega's bij de persoonlijke verzorging • een checklist gemaakt van de aandachtspunten • de checklist besproken met je BPV-begeleider.


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

Persoonlijke verzorging

u' Ac

Beoordelingscriteria

Je hebt: • de persoonlijke verzorging gedurende een week uitgevoerd • hierbij aandacht besteed aan:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

ig

ht

Ed

waarnemen van signalen van bijzonderheden aandacht geven aan het kind rekening houden met specifieke behoeften 'vier-ogen-principe' toepassen discreet omgaan met lichaamscontact interactieve vaardigheden toepassen bevorderen zelfstandigheid van het kind. • een verslag geschreven waarin je opneemt hoe je minimaal drie handelingen hebt uitgevoerd • de aandachtspunten besproken in je verslag • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

57


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

Oefening 2

Eten en drinken begeleiden

fb .v

In deze opdracht onderzoek je eerst welke protocollen en richtlijnen er zijn voor het begeleiden van het eten en drinken. Daarna begeleid je zelf deze momenten een aantal keren.

.

Dagelijks begeleid je in de instelling de momenten voor eten en drinken.

tie

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider welke handelingen er op het gebied van eten en drinken zijn en op welke momenten je deze kunt oefenen. • Neem de protocollen en richtlijnen over eten en drinken van de instelling door. Maak aantekeningen. • Kijk - indien nodig - met collega's mee hoe zij het eten en drinken begeleiden. Stel vragen bij onduidelijkheden. • Zet de aandachtspunten als een checklist op papier. • Bespreek de checklist met je BPV-begeleider.

ht

Ed

u' Ac

Uitvoeren • Voer een afgesproken aantal (minimaal drie) momenten voor eten en drinken uit. • Hierbij besteed je aandacht aan: – waarnemen van signalen van bijzonderheden – aandacht geven aan het kind – rekening houden met specifieke behoeften – 'vier-ogen-principe' toepassen – discreet omgaan met lichaamscontact – interactieve vaardigheden toepassen – bevorderen zelfstandigheid van het kind. • Maak steeds aantekeningen. • Schrijf aan het eind van de periode een verslag waarin je opneemt hoe je minimaal drie handelingen hebt uitgevoerd. • Beschrijf puntsgewijs hierbij de aandachtspunten. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria

ig

Voorbereiden

C

op

yr

Je hebt: • overlegd met je BPV-begeleider welke handelingen op het gebied van eten en drinken je uit gaat voeren en op welke momenten • de protocollen van de instelling doorgenomen • meegekeken met collega's bij de momenten voor eten en drinken • een checklist gemaakt van de aandachtspunten • de checklist besproken met je BPV-begeleider.

58

1 Beoordeling

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Eten en drinken begeleiden

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

Je hebt: • minimaal drie eet- en drinkmomenten begeleid • Hierbij heb je aandacht besteed aan:

ht

Ed

waarnemen van signalen van bijzonderheden aandacht geven aan het kind rekening houden met specifieke behoeften 'vier-ogen-principe' toepassen discreet omgaan met lichaamscontact interactieve vaardigheden toepassen bevorderen zelfstandigheid van het kind. • een verslag geschreven waarin je opneemt hoe je minimaal drie handelingen hebt uitgevoerd • de aandachtspunten besproken in je verslag • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

59


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

In de kinderopvang werk je regelmatig met baby's. Hun verzorging is intensief. Feitelijk help je ze bij alles. Verschonen, eten en drinken geven, naar bed brengen. Omdat zij nog niet kunnen praten komt het bij de verzorging nog meer aan op non-verbale communicatie en het opmerken van signalen. In deze opdracht neem je eerst de protocollen door die gaan over de verzorging van baby's. Daarna voer je drie handelingen op het gebied van de verzorging uit.

fb .v

Artikel Tips communicatie met baby en peuter <

Verzorgen van een baby

.

Oefening 3

u' Ac

tie

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider welke handelingen op het gebied van de verzorging van baby's je uit gaat voeren. Denk hierbij aan luiers verschonen, flesvoeding klaarmaken en geven, naar bed brengen. • Neem de protocollen van de instelling over verzorging van baby's door. Maak aantekeningen. • Neem de protocollen of richtlijnen over het 'vier-ogen-principe' door. Noteer aandachtspunten. • Neem het artikel over communicatie met baby en peuter door. Noteer aandachtspunten. • Kijk - indien nodig - met collega's mee hoe zij de verzorging van een baby uitvoeren. Stel vragen bij onduidelijkheden. • Zet de aandachtspunten als een checklist op papier. • Bespreek de checklist met je BPV-begeleider.

ig

ht

Ed

Uitvoeren • Voer de verzorging van baby's gedurende een week uit. • Hierbij besteed je aandacht aan: – waarnemen van signalen van bijzonderheden – aandacht geven aan het kind – rekening houden met specifieke behoeften – 'vier-ogen-principe' toepassen – discreet omgaan met lichaamscontact – interactieve vaardigheden toepassen – bevorderen zelfstandigheid van het kind. • Maak steeds aantekeningen. • Schrijf aan het eind van de periode een verslag waarin je opneemt hoe je minimaal drie handelingen hebt uitgevoerd. • Beschrijf puntsgewijs hierbij de aandachtspunten. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiden

60

Je hebt: • overlegd met je BPV-begeleider welke handelingen op het gebied van baby-verzorging je uit gaat voeren • de protocollen van de instelling doorgenomen • meegekeken met collega's bij de momenten voor verzorging • een checklist gemaakt van de aandachtspunten • de checklist besproken met je BPV-begeleider.


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

Verzorgen van een baby

u' Ac

Beoordelingscriteria

Je hebt: • de verzorging van een baby gedurende een week uitgevoerd • hierbij aandacht besteed aan:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

ig

ht

Ed

waarnemen van signalen van bijzonderheden aandacht geven aan het kind rekening houden met specifieke behoeften 'vier-ogen-principe' toepassen discreet omgaan met lichaamscontact interactieve vaardigheden toepassen, communicatie met het kind bevorderen zelfstandigheid van het kind. • een verslag geschreven waarin je opneemt hoe je minimaal drie handelingen hebt uitgevoerd • de aandachtspunten besproken in je verslag • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

61


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

Oefening 4

In je werk heb je dagelijks te maken met de persoonlijke verzorging van kinderen. Sommige kinderen hebben extra aandacht nodig bij de persoonlijke verzorging, bijvoorbeeld omdat zij een beperking of een aandoening hebben. Je bent alert op signalen bij de verzorging van kinderen. Je gaat discreet om bij lichaamscontact en past het 'vier-ogen-principe' toe. Als het nodig is, schakel je collega's of een arts in en informeer je de ouders.

fb .v

.

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Persoonlijke verzorging

In deze eindopdracht laat je zien dat je een kind persoonlijke verzorging kunt geven. Je verdiept je hierbij eerst in de achtergrond van een kind. Daarna voer je de persoonlijke verzorging gedurende een week uit.

u' Ac

tie

Voorbereiden • Overleg met je BPV-begeleider met welke kinderen je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Het is de bedoeling dat je gedurende een week de persoonlijke verzorging van een aantal kinderen uitvoert. • Lees je in in de gegevens van de kinderen door het dossier door te nemen. Noteer aandachtspunten voor de persoonlijke verzorging. • Maak een opzet voor een logboek om aantekeningen gedurende de week bij te kunnen houden. • Bespreek de aandachtspunten en de opzet voor je logboek met je BPV-begeleider.

ig

ht

Ed

Uitvoeren • Voer gedurende een week de persoonlijke verzorging uit van een aantal kinderen, waarbij je: – aandacht schenkt aan de kinderen – ingaat op specifieke behoeftes – het 'vier-ogen-principe' toepast – discreet omgaat met lichaamscontact – verbaal en non-verbaal communiceert met de kinderen. • Houd dagelijks notities bij in je logboek. • Schrijf een verslag over de uitvoering van de persoonlijke verzorging, waarbij je ingaat op: – het uitvoeren van de verschillende taken – het signaleren van gedrag – hoe goed je de vaardigheden op het gebied van persoonlijke verzorging beheerst. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider. • Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van Werkmodel STRAK-reflectie.

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiden persoonlijke verzorging Je hebt: • je verdiept in de achtergronden van de kinderen en aandachtspunten voor de persoonlijke verzorging genoteerd • een opzet voor een logboek gemaakt om aantekeningen gedurende de week bij te kunnen houden. • de aandachtspunten en de opzet voor je logboek besproken met je BPV-begeleider.

1 Beoordeling

62

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Persoonlijke verzorging

u' Ac

Je hebt: • gedurende een week de persoonlijke verzorging uitgevoerd van een aantal kinderen, waarbij je:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

◦ ◦ ◦

Ed

aandacht hebt geschonken aan de kinderen in bent gegaan op specifieke behoeftes het 'vier-ogen-principe' hebt toegepast discreet bent omgegaan met lichaamscontact verbaal en non-verbaal hebt gecommuniceerd met de kinderen. • dagelijks notities bijgehouden in je logboek • een verslag geschreven over de uitvoering van de persoonlijke verzorging, waarbij je bent ingegaan op:

ht

het uitvoeren van de verschillende taken het signaleren van gedrag hoe goed je de vaardigheden op het gebied van persoonlijke verzorging beheerst. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Beoordelaar:

63


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

Beoordelingscriteria STRAK-reflectie

2

u' Ac

Oefening 5

Terugkijken

Ed

Beoordelaar:

ht

Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

yr

ig

b. Wat wist je al?

C

op

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

64

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven op basis van Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

fb .v

.

Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

tie

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

u' Ac

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Ed

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

yr

ig

i.

C

op

Samenwerken j. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

65


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Oefening 6

fb .v

.

l.

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Beoordelingscriteria

tie

Vakdeskundigheid toepassen

u' Ac

• Geeft het kind een op de persoon toegesneden verzorging • Past interactievaardigheden effectief toe: respect voor autonomie, sensitieve responsiviteit, praten en uitleggen • Gaat adequaat om met de dynamiek van baby's en jonge kinderen.

1

Beoordeling

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

ig

Beoordelaar:

yr

Beoordelingscriteria Ethisch en integer handelen

C

op

Gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging.

66

1 Beoordeling

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

fb .v

.

Opmerkingen:

u' Ac

• Reageert snel en effectief op signalen van behoefte aan persoonlijke verzorging. • Communiceert actief met het kind.

1

Beoordeling

3

4

5

2

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

ht

Beoordelaar:

ig

Beoordelingscriteria

yr

Instructies en procedures volgen

1

Beoordeling

C

op

• Werkt volgens het 'vier-ogen-principe'.

67


Leeractiviteit P1-K1-W5 Biedt persoonlijke verzorging

fb .v

.

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Beoordelaar:

68


fb .v

Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

.

Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

tie

Inleiding

u' Ac

Pjotr werkt op een bso-groep. Naast het begeleiden van de kinderen in de groep zijn er ook allerlei praktische taken, zoals het huishouden. Hij voert dagelijks allerlei taken uit als afwassen, schoonmaken en het klaarmaken van maaltijden. Op sommige dagen komt een collega speciaal voor de boodschappen en het koken. Dan zorgt Pjotr meer op de achtergrond ervoor dat hij zijn werk goed uit kan voeren. Werkproces Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden.

Ed

Leerdoelen

Je kunt: • veilig en hygiënisch werken • werkzaamheden vlot en bedreven uitvoeren • doeltreffend en verantwoord gebruikmaken van materialen en middelen.

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

yr

ig

Planningsformulier <

ht

Bronnen • Project Dagprogramma en huishoudelijke werkzaamheden.

Oefening 1

C

op

Werkmodel Ergonomisch werken <

Werkmodel Basistilvaardigheden < Artikel Ergonomische tips in het huishouden <

Huishoudelijke werkzaamheden Dagelijks is er allerlei huishoudelijk werk in de instelling waar je werkt. In deze opdracht oefen je met het doen van huishoudelijke werkzaamheden. Je gaat eerst na met welke taken, procedures en instructies je te maken hebt. Je maakt een planning voor de werkzaamheden. Daarna voer je de werkzaamheden gedurende een week uit. Voorbereiden • Neem de Werkmodellen door en het Artikel Ergonomische tips in het huishouden. Noteer aandachtspunten. • Neem de protocollen en procedures voor het doen van huishoudelijke werkzaamheden door. • Ga een week lang na welke huishoudelijke werkzaamheden er zijn binnen je instelling. • Bespreek met je BPV-begeleider met welke drie taken je gaat oefenen.

69


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

.

Bereid je voor op de huishoudelijke taken door een planning te maken, waarin je opneemt: – met welke drie taken je oefent – op welke tijdstippen je dit doet – welke protocollen en procedures je hierbij gebruikt – welke materialen en middelen je hierbij nodig hebt Overleg je planning met je BPV-begeleider of een collega die je gaat observeren bij deze taken. Zet materialen en middelen die je nodig hebt klaar.

fb .v

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Uitvoeren • Voer drie huishoudelijke werkzaamheden uit volgens je planning. • Hierbij zorg je ervoor dat je: – veilig en hygiënisch werkt Pas de aandachtspunten uit de protocollen en werkmodellen toe. – de werkzaamheden vlot uitvoert. – de juiste materialen en middelen gebruikt. • Je BPV-begeleider of een collega observeert je bij de uitvoering van de taken. • Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider of de collega die je heeft geobserveerd.

Voorbereiding huishoudelijke taken

◦ ◦ ◦ ◦

Ed

Je hebt: • de werkmodellen en protocollen en procedures over het doen van huishoudelijke werkzaamheden doorgenomen • een week lang nagegaan welke huishoudelijke werkzaamheden er zijn binnen de instelling • een planning gemaakt voor drie huishoudelijke taken, die je gaat oefenen, waarin je hebt opgenomen:

yr

ig

ht

om welke drie taken het gaat op welke tijdstippen je dit doet welke protocollen en procedures je hierbij gebruikt welke materialen en middelen je hierbij nodig hebt. • de planning besproken met je BPV-begeleider • de materialen en middelen klaargezet.

Opmerkingen:

C

op

Beoordeling

Beoordelaar:

70

1

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

Beoordelingscriteria Huishoudelijke taken

◦ ◦ ◦

fb .v

.

Je hebt: • gedurende een week drie huishoudelijke werkzaamheden uitgevoerd volgens je planning. Hierbij heb je: veilig en hygiënisch gewerkt De aandachtspunten uit de werkmodellen en protocollen heb je toegepast.

1

Beoordelaar:

5

Pictogrammen

Wanneer je met kinderen of jongeren werkt, wil je ze ook bij betrekken bij de huishoudelijke werkzaamheden. Om duidelijk te maken hoe een kind een taak uitvoert, of om een huishoudelijk schema helder te maken kun je met beelden werken.

ig

Website pictogrammen <

4

ht

Oefening 2

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

de werkzaamheden vlot uitgevoerd de juiste materialen en middelen gebruikt • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider of de collega die je heeft geobserveerd.

C

op

yr

In deze opdracht maak je een overzicht met pictogrammen voor een taak of voor een schoonmaakrooster. Je verdiept je eerst in de protocollen voor de huishoudelijke werkzaamheden. Daarna zet je de stappen voor een huishoudelijke taak op een rijtje. Tot slot maak je een overzicht met pictogrammen van de taak. Voorbereiden • Bespreek met je BPV-begeleider voor welke kinderen en voor welke drie huishoudelijke taken je deze opdracht maakt. • Neem de protocollen door over huishoudelijke werkzaamheden. • Noteer de stappen voor de huishoudelijke taken. • Bespreek de voorbereiding met je BPV-begeleider. Uitvoeren • Bekijk de website met de pictogrammen. • Maak nu een pictogrammenoverzicht. Gebruik hierbij: – de informatie uit de protocollen – de pictogrammen van de website, of maak zelf beelden.

71


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

• •

Test het pictogrammenoverzicht bij de kinderen. Maak aanpassingen naar aanleiding van hun feedback. Bespreek het pictogrammenoverzicht met je BPV-begeleider.

.

Beoordelingscriteria

fb .v

Voorbereiding

1

Beoordelaar:

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

Je hebt: • besproken voor welke kinderen en voor welke drie huishoudelijke werkzaamheden je deze opdracht maakt • de protocollen voor de huishoudelijke werkzaamheden doorgenomen • de stappen voor de huishoudelijke taken uitgeschreven • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

ht

Beoordelingscriteria

ig

Pictogrammen

C

op

yr

Je hebt: • een pictogrammenoverzicht van drie huishoudelijke taken gemaakt, waarmee kinderen stapsgewijs de taken uit kunnen voeren • protocollen en procedures voor huishoudelijke taken effectief toegepast • het pictogrammenoverzicht getest bij de kinderen en aanpassingen gemaakt • het pictogrammenoverzicht met je BPV-begeleider besproken.

72

1 Beoordeling

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Oefening 3

Huishoudelijke werkzaamheden aansturen

tie

In je instelling voer je zelf huishoudelijke werkzaamheden uit. In sommige instellingen worden deze werkzaamheden deels gedaan door andere collega's, bijvoorbeeld een gastvrouw of een helpende.

u' Ac

In deze opdracht oefen je met het aansturen van collega's die de huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren. Je gaat eerst na hoe de uitvoering is geregeld. Je maakt een plan voor het aansturen van de werkzaamheden. Dit plan voer je gedurende een week uit. Tijdens deze week onderhoud je contact over de uitvoering.

Ed

Voorbereiden • Ga na hoe de uitvoering van de huishoudelijke werkzaamheden geregeld is in je instelling. • In het geval dat deze deels door andere beroepsbeoefenaren worden gedaan, ga je na om welke taken het gaat, wie ervoor verantwoordelijk is, en wanneer deze werkzaamheden plaatsvinden. • Bedenk op welke manier je degene die de huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren aan kunt sturen. Je gaat dit een week lang doen. • Overleg je plan met je BPV-begeleider.

C

op

yr

ig

ht

Uitvoeren • Gedurende een week onderhoud je contact met de collega's die huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren. Je bent het aanspreekpunt. Daarnaast geef je actuele zaken die de huishoudelijke werkzaamheden aangaan aan hen door. • Let er op dat er alle betrokkenen: – hygiënisch en veilig werken – materialen en middelen doeltreffend en verantwoord gebruiken. • Maak dagelijks aantekeningen. • Maak een verslag over het aansturen van de huishoudelijke werkzaamheden, met als aandachtspunten: – op welke manier je contact hebt gehad met de collega's die huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren – hoe je ervoor hebt gezorgd dat er hygiënisch en veilig is gewerkt en of materialen en middelen doeltreffend en verantwoord zijn gebruikt – hoe de uitvoering van je plan is verlopen. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

73


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

Beoordelingscriteria Voorbereiding

1

2

3

4

5

tie

Beoordeling

fb .v

.

Je hebt: • onderzocht hoe de uitvoering van de huishoudelijke werkzaamheden in de instelling is geregeld • een plan gemaakt hoe je gedurende een week de uitvoering van de huishoudelijke werkzaamheden uit wilt voeren en hoe je de collega's aan wilt sturen • je plan besproken met je BPV-begeleider.

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Aansturen huishoudelijke werkzaamheden

ig

ht

Je hebt: • gedurende een week contact onderhouden met de collega's die huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren • een verslag geschreven over het aansturen van de huishoudelijke werkzaamheden, met als aandachtspunten:

C

op

yr

74

op welke manier je contact hebt gehad met de collega's die huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren hoe je ervoor hebt gezorgd dat er hygiënisch en veilig is gewerkt en of materialen en middelen doeltreffend en verantwoord zijn gebruikt

◦ hoe de uitvoering van je plan is verlopen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider. 1 Beoordeling

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Bij de begeleiding van kinderen voer je ook allerlei huishoudelijke werkzaamheden uit. Je werkt hierbij volgens protocollen en procedures van de instelling. Je zorgt er op die manier voor dat de ontwikkeling van de kinderen plaats kan vinden in een opgeruimde, schone en gezonde omgeving.

u' Ac

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Huishoudelijke werkzaamheden

tie

Oefening 4

In deze eindopdracht ben je verantwoordelijk voor de huishoudelijke werkzaamheden in de (leef)groep. Je maakt eerst een planning van de taken die je gedurende een week uit gaat voeren. Daarna voer je deze uit.

Ed

Voorbereiden • Gedurende een week zorg je voor drie verschillende huishoudelijke werkzaamheden in de groep van de instelling. • Overleg met je BPV-begeleider welke huishoudelijke werkzaamheden je uitvoert. Je doet hierbij zelf voorstellen. • Neem de protocollen en instructies voor de huishoudelijke werkzaamheden door. • Maak een planning, wanneer je de werkzaamheden uitvoert. • Overleg je planning met je BPV-begeleider.

C

op

yr

ig

ht

Uitvoeren • Voer gedurende een week de huishoudelijke werkzaamheden uit. • Maak dagelijks aantekeningen over de uitvoering en je bevindingen. • Zorg er bij de uitvoering voor dat je: – veilig en hygiënisch werkt – de werkzaamheden vlot en bedreven uitvoert – materialen en middelen op een doeltreffende en verantwoorde manier gebruikt. • Schrijf een reflectieverslag volgens de STRAK-methode over de uitvoering, met als aandachtspunten: – veilig en hygiënisch werken – de vlotte uitvoering van de werkzaamheden – doeltreffend en verantwoord gebruik van materialen en middelen. • Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

75


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

Beoordelingscriteria Planning huishoudelijke werkzaamheden

1

2

3

4

5

tie

Beoordeling

fb .v

.

Je hebt: • de protocollen en procedures voor huishoudelijke werkzaamheden doorgenomen • een realistische planning gemaakt voor de uitvoering van drie taken gedurende een week • je planning met je BPV-begeleider besproken.

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Huishoudelijke werkzaamheden

ht

Je hebt: • effectief drie huishoudelijke werkzaamheden gedurende een week uitgevoerd, waarbij je: je planning hebt toegepast veilig en hygiënisch hebt gewerkt zorgvuldig protocollen en procedures hebben uitgevoerd materialen en middelen effectief hebt ingezet vlot en bedreven hebt gewerkt.

C

op

yr

ig

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

76

Beoordeling

1

2

3

4

5


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

STRAK-reflectie

u' Ac

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven op basis van Werkmodel STRAK-reflectie met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦

Ed

veilig en hygiënisch werken de vlotte uitvoering van de werkzaamheden doeltreffend en verantwoord gebruik van materialen en middelen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

op

yr

Beoordelaar:

Terugkijken Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

C

Oefening 5

77


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

fb .v

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

.

b. Wat wist je al?

u' Ac

tie

Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

Ed

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

ht

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

yr

ig

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

78

i.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

fb .v

.

Samenwerken j. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Oefening 6

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordeling werkproces

u' Ac

l.

tie

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Ed

Beoordelingscriteria

Materialen en middelen inzetten

ht

• Werkt veilig en hygiënisch • Gebruikt materialen en middelen doeltreffend en verantwoord.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

Beoordelaar:

79


Leeractiviteit P1-K1-W6 Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden

Beoordelingscriteria Instructies en procedures opvolgen

2

3

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

• Voert de werkzaamheden vlot en bedreven uit.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Beoordelaar:

80

4

5


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.